• No results found

develtere

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "develtere"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ontwikkelingssamenwerking: geven we goed voor het goede doel?

Patrick Develtere1

De laatste vijftig jaar heeft het Westen meer dan 1000 miljard US dollar veil gehad voor ontwikkelingshulp. Jaarlijks gaat het over niet minder dan 70 miljard US$ officiële hulp. Maar als bitter weinig landen een goed economisch en sociaal rapport kunnen voorleggen, zullen we dan maar a priori stellen dat het hulpinstrument ondoeltreffend is? Of toch niet? Om die moeilijke vraag te beantwoorden moeten we minstens 5 andere vragen bekijken.

Eerste vraag: wat is hulp?

Een wetenschappelijke definitie van ontwikkelingshulp bestaat niet. Iedereen mag zelf beslissen of wat hij of zij doet ontwikkelingshulp is. Alleen voor de ‘officiële hulp’ heeft de OESO een werkdefinitie vastgelegd: het zijn giften of zachte leningen die de promotie van economische ontwikkeling en welvaart in ontwikkelingslanden tot hoofddoel hebben.

Wanneer hulp van de overheid komt noemt men dit de officiële, bilaterale hulp (de eerste pijler van de ontwikkelingssamenwerking). Multilaterale hulp is de tweede pijler. De derde pijler wordt de niet-gouvernementele ontwikkelingshulp genoemd. Recentelijk is ook sprake van een veelvoud aan nieuwe hulpinitiatieven (van sociale organisaties, bedrijven, stichtingen, migrantenorganisaties of zelfs sportclubs). Al deze instellingen en organisaties zeggen dat ze “ook aan ontwikkelingshulp doen” (wel als niet-specialisten). Dit is de vierde pijler.

Tweede vraag: is er weinig ontwikkeling niettegenstaande de vele hulp?

We dienen te noteren dat sinds het ontstaan van de ontwikkelingshulp zo’n vijftig jaar geleden de wereldbevolking toegenomen is van 2,7 miljard tot 6,5 miljard. De taak van de ontwikkelingshulp werd er steeds omvangrijker door.

Wereldwijd is de absolute armoede in de jaren ‘90 toegenomen, als we geen rekening houden met China. Het staat trouwens onomstootbaar vast dat de armen armer aan het worden zijn; dit zowel in absolute als in relatieve termen.

Op een aantal punten is er vooruitgang geboekt. Tegen 1977 slaagde men erin de pokken uit te roeien. In de jaren ’90 verminderde het aantal kinderen dat van diarree stierf met de helft. Meer dan 5 miljard mensen hebben nu toegang tot drinkbaar water. Het aantal sterfgevallen t.g.v. mazelen is sinds 1999 wereldwijd met 60% gedaald. Het aandeel van de derde wereld in de totale industriële

1 Docent ontwikkelingssamenwerking aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van de K.U.Leuven. Hij coördineert de onderzoeksgroep “ontwikkelingssamenwerking” van het HIVA. In 2005 bracht hij het boek “De Belgische Ontwikkelingssamenwerking” (Davidsfonds, Leuven) uit.

(2)

2 productie nam toe van 7% (1970) tot 20%. 18% van de wereldbevolking ondergaat nog steeds een autocratisch regime, maar in 1990 was dat nog bijna 40%.

Derde vraag: Zijn we wel zo genereus?

Momenteel nemen de hulpbudgetten in de meeste rijke landen weer toe. Heel wat landen hebben stoere beloftes gedaan over het optrekken van hun hulpbudget. In 2002 beloofden de rijke landen samen bijkomend 16 miljard US dollar per jaar. Maar ... zó genereus zijn we niet. In de rijke landen geven we per week gemiddeld de waarde van één kop koffie aan ontwikkelingshulp. De laatste jaren gaven we trouwens aanzienlijk minder dan begin jaren ’60; toch zijn we in die periode driemaal zo rijk geworden. Als de hulplanden de belofte houden om tegen 2010 0,36% van hun collectieve welvaart te investeren in ontwikkelingshulp dan is dat nog steeds minder dan wat we in de jaren ’60 ervoor over hadden.

Vierde vraag: Wie krijgt hulp?

1/5 tot 1/4 van de hulp gaat naar de minst ontwikkelde landen.

Er gaat minder hulp naar Afrika dan naar Azië. Tussen 1960 en 2004 ontving Azië zowat 40 miljard US$ dollar meer aan hulp dan Afrika.

Geen enkel land werd ooit zo genereus bedeeld als Zuid-Korea (170 US$ per hoof en 20% van BNP) en Taiwan (190 US$ per hoofd en 40% van BNP) in de jaren 1950. Ex-koloniale mogendheden hebben de neiging hun vroegere kolonies op te zoeken. Landen met een betere infrastructuur, een beter overheidsapparaat en een beter investeringsklimaat (dus niet de MOL) zijn meer geliefd bij donoren.

Vijfde vraag: wanneer heeft de ontwikkelingssamenwerking impact?

Ontwikkelingshulp is een complex gebeuren. Het is een interactieproces tussen actoren die elkaar amper kennen en die andere ideeën en intenties hebben. De ene geeft, de andere krijgt. De ene wint aan zelfvertrouwen en eigendunk. De andere verliest zelf-waarde en wordt afhankelijk.

Enkele ontwikkelingslanden hebben de laatste jaren veel vooruitgang hebben geboekt. Ook sommige ngo’s kunnen zeer goed resultaten voorleggen in termen van het aantal mensen dat ze bereiken en de diensten die ze leveren.

Enkele kenmerken zien we steeds terugkomen bij deze landen en organisaties: - hun ontwikkelingsstrategie was reeds uitgetekend vooraleer er veel

ontwikkelingshulp gegeven werd;

- hun beleidvisies zijn duidelijk geformuleerd; hulp moet zich ernaar schikken; - ze leggen de nadruk op rechtvaardigheid en herverdeling;

- ze stimuleren lokale participatie binnen eigen instituties;

- ze leggen bijzonder veel nadruk op het genereren van eigen inkomsten; - ze investeren op lange termijn en zijn expansief;

- ze betrekken zeer armen, minder armen en niet-zo-rijken;

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als over drie weken Minister Zalm zijn koffertje weer triomfantelijk naar boven houdt zal ik kijken of hij toch niet lacht als een boer die kiespijn heeft en zal ik met weemoed

In aanvulling op de norm voor het structurele begrotings- saldo is het van belang om zo nodig bij te sturen met het oog op drie risico’s die de Nederlandse overheid op schulduitgifte

2p 20 Geef een verklaring voor het gegeven dat de vraag naar korte vluchten met ABCAir prijselastischer is dan de vraag naar korte vluchten met Easyfly. 2p 21 Bereken met

dezelfde wijze rekent op basis van een foute omzetting van minuten in jaren, hiervoor bij deze vraag geen scorepunten in

4p 10 † Onderzoek of de wereldbevolking volgens dit model in 2050 minder dan 10% van deze grenswaarde verwijderd zal zijn... Bij dit model kan een webgrafiek

In Nederland krijgen jaarlijks ruim 700 vrouwen baarmoederhalskanker, dat is twee procent van alle nieuwe gevallen van kanker bij vrouwen.. In ruim de helft van de gevallen gaat

In de grafiek is te zien dat de totale hoeveelheid verbruikte olie verdubbelde van 500 miljard tot 1000 miljard vaten in de periode van 1981 tot 2002.. Een verdubbelingstijd van

De jonge arts Halima Bashir (ze woont nu in Engeland – uit veiligheidsoverwegingen is het niet haar echte naam) behoort tot de zwarte Zaghawa- stam. Darfur is