• No results found

Vormen van leiderschap en kommunikatie in de verpleegsector : een herhalingsonderzoek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vormen van leiderschap en kommunikatie in de verpleegsector : een herhalingsonderzoek"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vormen van leiderschap en kommunikatie in de

verpleegsector : een herhalingsonderzoek

Citation for published version (APA):

Mur-Veeman, I. M. (1976). Vormen van leiderschap en kommunikatie in de verpleegsector : een

herhalingsonderzoek. (Ziekenhuis research project. Rapport; Vol. 14a). Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1976

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

8iBLlOTHEEK

7601;006

T.

H.

EINOHOVEN

VORMEN VAN LEIDERSCHAP EN KOMMUNIKATIE IN DE

VERPLEEG-SECTOR; EEN HERHALINGSONDERZOEK.

drs. I.M. Mur-Veeman

Ziekenhuis Research Project Rapport nr. 14a

(3)

I.

II.

III.

Inleiding.

Enkele achtergrondgegevens.

Theoretische uitgangspunten en onderzoekmethode. Presentatie van de onderzoeksresultaten.

Resultaten van het K.H.S.V.-onderzoek; een vergelijking met de 'Meyboom-gegevens. De interne konsistentie der meetschalen. Het voorkomen van de leiderschaps- en andere faktoren.

De samenhang tussen de leiderschaps- en overige faktoren. Konklusie. 1. I. 4.

4.

5. 5. 6. 12. 36.

(4)

1. Inleiding

Het navolgende verslag dient beschouwd te worden als een aan-vulling op rapport nr. 14 van het Ziekenhuis Research Project, waarin de resultaten werden weergegeven van een onderzoek naar vormen van leiderschap en kommunikatie in de verpleegsektor. Ruim zestig deelnemers aan de Zr. Meyboomkursus, een bijscholings-kursus voor verplegenden en verzorgenden in de regio Eindhoven, dienden destijds als onderzoekspopulatie. Het onderzoek wordt daarom 'Meyboom onderzoek' genoemd. De resultaten werden onder enig voorbehoud gegeven, aangezien de onderzoekpopulatie tamelijk klein was en geen representatieve steekproef uit de verpleeg-kundige sektor vertegenwoordigde.

Derhalve is besloten het onderzoek te herhalen bij een grot ere populatie, die regionaal meer gespreid was en afkomstig uit

meerdere instellingen van gezondheidszorg. In het najaar van 1974 en het voorjaar van 1975 is aan 236 kursisten aan de Katholieke Hogere School voor Verpleegkundigen (I(bSV) te Nijmegp.n dezelfde vragenlijst voorgelegd als aan de deelnemers van de Meyboomkursus. Terwille van de vergelijkbaarheid is de vragenlijst weer bij

deelnemers aan een bijscholingskursus a£genomen, maar zoals reeds is opgemerkt ging het hier am een grotere populatie die regionaal meer gespreid was en in meerdere instellingen werkzaam ..

In dit rapport wordt verslag gedaan van de resultaten van dit onderzoek, dat in het vervolg KHSV-onderzoek genoemd zal worden. ~~~~l~_§£h~~Eg!~~~~g~g~~~~~·

Van de KHSV-populatie kunnen de volgende achtergrond-gegevens genoemd worden:

Aard van de instellingen.

De 236 respondenten waren ~n de volgende takken van gezondheids-zorg werkzaam:

96 (40,4%) in minstens 31 algemene ziekenhuizen (waarvan 2 acade-mische ziekenhuizen)

16 ( 6,8%) ~n minstens 13 verpleegtehuizen

(5)

19 ( 8,1%) ~n de wijkverpleging

43 (18,3%) ~n minstens 25 zwakzinnigeninrichtingen

18 ( 7,7%) in overige instellingen van gezondheidszorg (GG en GD, kraamzorg etc.).

Van 1 respondent was niet bekend waar hij/zij werkzaam was. Aangezien niet aile respondenten hebben opgegeven in welke instelling zij

werkten, kon niet exact worden vastgesteld uit hoeveel verschillende instellingen zij afkomstig waren. Wei bleek uit de gegevens dat de verschillende instellingen verspreid waren over 9 provincies. Ter vergelijking kan opgemerkt worden dat de Meyboorn-kursisten werkten in 6 algernene ziekenhuizen, 5 verpleegtehuizen en in 3 andere instellingen van gezondheidszorg, die aile (op een uit-zondering na) in de regio Eindhoven gevestigd waren.

Omvang der instellingen.

Dertig respondenten konden of wilden niet aangeven wat de bedden-kapaciteit was van de instelling waar zij werkten.

Van de overigen waren er 88 (42,9%) afkornstig uit kleinere instellingen (minder dan 400 bedden) en 117 (57,1%) uit grotere instellingen

(meer dan 400 bedden). Funkties.

De onderzoekspopulatie bestond uit: 55 (23,5%) hoofdverpleegkundigen 66 (28,2%) subhoofden

20 ( 8,5%) eerste verpleegkundigen 64 (27,4%) verpleegkundigen

13 ( 5,6%) paviljoenshoofden

16 ( 6,8%) overige funktionarissen (docenten, instruktieverpleeg-kundigen, hoofd verzorgenden etc.).

Verder hadden:

28 respondenten (12,1%) een verpleegkundig direkteur/direktrice als chef

24 respondenten (10,3%) een (assistent van het) hoofd verplegings-dienst als chef

(6)

126 respondenten (54,3%) 4 respondenten ( 1,7%) 13 respondenten ( 5,6%) 26 respondenten (11,2%) Verschillen 1. Omvang Meyboompapulatie: 61 Omvang K.H.S.V.-pupulatie: 236 - 3

-een hoofdverpleegkundige als chef een verpleegkundige als chef een paviljoenshoofd als chef

andere funktionarissen (artsen, technici, docenten etc. )als chef

3 respondenten hadden niet ingevuld wat de funktie van hun direkte chef was.

In het navolgende zullen wij de direktrices/direkteuren,hoofden van verplegingsdienst en koordinerende hoofden tot chefs van het hager kader rekenen en de hoofdverpleegkundigen, verpleegkundigen en paviljoenshoofden tot chefs van het middenkader.

Bij de indeling in hoger en middenkader worden de overige chefs buiten beschouwing gelaten.

In totaal hadden dan 63 respondenten (27,1%) een chef uit het hoger kader en 143 respondenten (61,6%) een chef uit het midden-kader. Voor de Meyboom~kursistenwas dit resp. 28 respondenten

(65,5%) en 20 respondenten (34,5%).

In het onderstaande voigt nag een kart overzicht van de overeen-komsten en verschillen tussen de Meyboom- en K.H.S.V.-populatie.

Overeenkomsten

1. Beide populaties bestonden uit deelnemers aan een bij-scholings/ stafkursus. De

Meyboomkursisten vulden de 2. Meyboompopulatie afkomstig uit enquete op de eerste bijeen- een regia.

komst in, terwijl de K.H.S.V. K.H.S.V.populatie regianaal ver-kursisten bij het invullen spreid (over 9 pravincies).

tussen de twee en vijftien bijeenkomsten achter de rug hadden.

2. Beide papulaties bestonden uit gediplameerde verplegenden.

3. Meyboompapulatie afkomstig uit een beperkt aantal instellingen K.H.S.V.papulatie afkomstig uit een groat aantal instellingen.

(7)

3. Beide populaties vormen geen representatieve steekproef uit de verpleegsektor.

4. Van de Meyboompopulatie had bijna tweederde deel een chef uit het hager kader.

Van de K.H.S.V.populatie had bijna tweederde deel een chef uit het middenkader.

!h~~!~!i~~h~_~i!g§gg~E~g!~~_~g_~~Q~E~~~f~~!h~Q~

Voor de theoretische uitgangspunten, de betekenis der gehanteerde begrippen en onderzoekmethoden kan ik verwijzen naar Z.R.P.-rap-port no. 14 (hoofdstuk I en II), daar zowel de uitgangspunten,

als de onderzoekmethode ongewijzigd zijn gebleven. Bij het K.H.S.V.-onderzoek is uitgegaan van de volgende veronderstelling:

Er zullen geen noemenswaardige verschillen zijn tussen de resul-taten van het Meyboom-onderzoek en die van het K.H.S.V.-herhalings-onderzoek, noch met betrekking tot het voorkomen van leiderschap, delegatie, kommunikatieklimaat, therapeutisch gedrag en tevreden-heid, noch met betrekking tot de samenhang tussen genoemde

fak-toren.

Bij de analyse van de K.H.S.V.-onderzoeksresultaten zlJn de gege-vens van psychiatrische inrichtingen en zwakzinnigenzorg afzonder-lijk bekeken. Dit was bij het Meyboom-onderzoek niet mogeafzonder-lijk, daar geen van de respondenten in deze takken van gezondheid~zorg werk-zaam was. De gegevens van psychiatrische instellingen en inricht-ingen voor zwakzinnigenzorg zijn nagetrokken, daar zij een moge-lijke verklaring konden geven voor eventuele verschillen tussen de resultaten van beide onderzoeken.

~E~~~g!§!i~_y§g_Q~_2gQ~E~2~f~E~£~1!§!~g

In het volgende hoofdstuk zullen de resultaten van het K.H.S.V.-onderzoek gepresenteerd worden in de vorm van tab ellen waarln tevens de resultaten van het Meyboom-onderzoek zijn opgenomen. Vervolgens wordt bij elke tabel enig kommentaar gegeven, waarna elke paragraaf wordt afgeslote~met een samenvattende konklusie. Hoofdstuk III tenslotte bevat een korte samenvatting van de on-derzoeksresultaten en een eindkonklusie.

(8)

5

-II Resultaten van het K.H.S.V.-onderzoek; een vergelijking met de 'Meyboom-gegevens'

~~_~~!~Eg~_~~g~~~!~g!~~_9~!_~~~!~£~~1~g

Evenals bij het Meyboom-onderzoek is de interne konsistentie van de meetschalen geschat volgens de methode van Hoyt. In tabel worden de betrouwbaarheidskoefficienten van beide onderzoeken vermeld. Tabel I.

I

betrouwb.h. betrouwb.h. koefficient koefficient Meyboom K.H.S.V. ! sociaal leiderschap 0.80 0.76 instrumenteel leiderschap 0.50 0.71 evenwichtig leiderschap 0.71 0.73 dynamisch leiderschap I 0.50 0.62 delegatie

I

0.30 0.64

konununikatie verplegenden onderling 0.51 0.63 konununikatie arts-verplegende

I

0.62 0.84

kommunikatieklimaat

i

0.67 II 0.77

konununikatie arts-patient

i

0.72 0.69 konununikatie verplegende-patient

!

0.52 0.50

therapeu tisch klimaat 0.63 0.68

tevredenheid chef 0.91 0.91

tevredenheid werk 0.66 0.68

tevredenheid werksituatie 0.51 0.59

De interne konsistentie van de meetschalen, bij Meyboom- en K.H.S.V.-onderzoek, geschat volgens de methode van Hoyt.

In het merendeel van de gevallen blijkt de betrouwbaarheidskoeffi-cient van de meetschalen bij het K.H.S.V.-onderzoek hager te zijn dan bij het Meyboom-onderzoek. Vooral die van de delegatieschaal ligt aanzienlijk hager. Gezegd kan dus worden dat de vragen waaruit een schaal bestaat nu meer - dan bij het Meyboom-onderzoek - dezelfde faktor hebben gemeten.

(9)

Bovendien ~s nog een faktoranalyse uitgevoerd, volgens welke de vragen ~n groepen bleken te vallen die globaal overeenkwamen met de meetschalen. Samenvattend kan gezegd worden dat de kans op betrouwbare uitspraken op grond van de onderzoeksresultaten bij het K.H.S.V.-onderzoek wat groter is dan bij het Meyboom-onderzoek.

~~!_~~~E~~~~g_~~~_~~_!~!~~E~Eh§E~:_~g_§g~~!~_!~t!~!~g ~. Leiderscha)2

Met betrekking tot de mate waarin de onderscheiden leiderschaps-faktoren sociaal, instrumenteel, evenwichtig en dynamisch leider-schap, volgens de perceptie van verschillende populaties verple-genden v66rkomen in het gedrag van leidinggevenden ~n de verpleeg-sektor, zijn de scores voor genoemde faktoren, die bij het N.I.P.G.-, Meyboom- en K.H.S.V.-onderzoek naar voren kwamen, naast elkaar

ge-zet. Tabel 2 1 verpleging;~erpleging verpleging N.LP.G. Meyboom K.H.S.V. sociaal leiderschap 10.60 12.02 I 1.20

instrumenteel leiders chap 10.85 I 1.07 9.52 I evenwichtig leiderschap 10.58 11.44 10.75 dynamisch leiderschap 9. 10 10.71 10.00

aantal geenqueteerden 158 61 236

Het voorkomen van leiderschapsfaktoren bij resp. N.I.P.G.-, Meyboom-en K.H.S.V.-onderzoek.

De konklusie dat het leiderschap in de verpleegsektor is toegenomen sinds het N.I.P.G.-onderzoek kan, met uitzondering van het instru-menteel leiderschap, gehandhaafd worden. De toename is echter min-der sterk dan op basis van de gegevens van het Meyboom-onmin-derzoek verondersteld werd. De gegevens ondersteunen eveneens de uitspraak dat het instrumenteel leiderschap het minst vaak voorkomt, in tegenstelling tot de situatie in de tijd dat het N.I.P.G.-onder-zoek werd gehouden. Toen kwam het instrumenteel leiderschap het vaakst voor.

(10)

7

-In de volgende twee tabellen zijn de gegevens opgenomen omtrent het voorkomen der leiderschapsfaktoren in verschillende ins tel-lingen van gezondheidszorg en voor chefs uit hoger en midden-kader. Tabel 3 A. Z. V.T. A. Z. V.T. P.1. Z. Mh. Mh. KHSV KHSV KHSV KHSV !soc.leid. 1 1.83 12.57 10.99 11 . 12 I 1.54 11.30 lins tr. leid. 11. 13 11.00 9.82 10.94 9.09 9.93 I levenw.leid. 11. 42 11.43 10.89 10.75 10.70 10. 76 I Idyn.leid. 10.68 10.81 9.88 9.69 10.34 10 .09 laan t. geenq. 39 21 95 16 44 43

Het v66rkomen der leiderschapsfaktoren in verschillende instel-lingen van gezondheidszorg - nl. algemene ziekenhuis (A.Z.), verpleegtehuizen (V.T.), psychiatrische inrichtingen (P.I.) en zwakzinnigenzorg (Z.) - bij resp. !t Meyboom en K.H.S.V.-onderzoek.

Tabel 4.

hoger

!

midden hoger midden

I

kader kader kader kader

Mb Mh KHSV KHSV sociaal leiderschap 11.85 11.55 11.65 11 .07 linstrumenteel leid. 11.54 10.45 9.56 9.87 evenwichtig leid. 11.24 11.05 10.39 10.85 ~ynamisch leid. 10.80 9.85 10. 15 9.94 laantal geenqueteerden 28 20 63 143

Het v66rkomen van de leiderschapsfaktoren bij leidinggevenden uit hoger- en midden kader.

Ook bij vergelijking van de verschillende instellingen van ge-zondheidszorg en van chefs uit hoger en midden kader, blijken de scores van de K.H.S.V.-populatie konsekwent lager te liggen dan die van de Meyboom-populatie.

(11)

~en ander verschil tussen de Meyboom- en K.H.S.V.-scores ligt in het feit dat in het K.H.S.V.-onderzoek de chefs van het hoger kader niet meer op aIle leiderschapsfaktoren hoger scoren dan de chefs van het midden kader, terwijl bovendiende verschil-l.en tussen deze chefs watzijn afgenomen. Hierdoor wordt de op basis van de Meyboom gegevens geuite veronderstelling ondersteund dat chefs uit 't hager en midden kader wat betreft hun stijl van leiddinggeven meer naar elkaar toegroeien.

~. Delegatie, kommunikatieklimaat, therapeutisch gedrag en tevre-denheid met chef, werk en werksituatie

In onderstaande tabellen zijn de scores met betrekking tot het voorkomen van bovengenoemde faktoren aangegeven, zowel voor beide onderzoekspopulaties in totaal (tabel 5) als voor beide populaties gesplitst naar tak van gezondheidszorg (tabel Sa) en naar chefs van hager en midden kader (tabel 6).

Tabel 5

I

I1eyboom K.H.S.V.

Delegatie 10.29 10.93

Kommunikatie verplegenden onderling 12.56 1 1.49 Kommunikat ie arts-verplegenden 12.23 1\.98

~ommunikatieklimaat 24.83 23.49

Kommunikatie arts-patient 10.50 10. 13 Kommunikatie verplegenden-patient \1 . 71 1 1.44

The r apeu tis ch gedrag 21.97 21.58

Tevredenl-jeid met chef 8.32 7.41

Tevredenheid met werk 13.21 11 .83

Tevredenheid met werksituatie 12.31 \ \ .22

Het v66rkomen van delegatie, kommunikatieklimaat, therapeutisch gedrag en ~evredenheidmet chef, werk en werksituatie, volgens de totale Meyboom- en K.H.S.V.-populatie.

(12)

9 -Tabel 5a A.Z. V.T. A.Z. V.T. P.1. Z. Mh. Mh. KHSV KHSV KHSV KHSV lDelegatie 10.06 10.62 10. 17 10.60 I I .79 10.91 IKk. verpl.onderl. 12.36 13.05 11 .30 I1.00 12.04 1I .79 IKk. arts-verpl. 12.56 11.53 I I.39 12.69 12.70 12.54 tKk. klima at 24.82 24.68 22.69 23.69 24.75 24.46 IKk. arts-patient I I . 12 9. 13 9.29 10.50 11.43 1I .23 IKk. verpl. -pat iLn t I I .70 11.53 I 1. 13 10.75 12.45 10.93

~herapeutisch gedrag 22.50 20.73 20.39 21 .25 23.88 22.33

~evredenheidmet chef 8.22 8.62 7.54 6.87 7.57 7.42

~evr.heid met werken 13.03 13.43 11.92 12.43 II .39 12.07

rrevr. heid met werksit. 12. 14 12.45 I I .16 I1. 3 1 10.72 11.73

Idem als tabel 5, uitgesplitst naar verschillende instellingen van gezondheidszorg.

Tabel 6

chefs uit chefs uit chefs uit chefs ui t

.1

hager kader midden kader hager kader midden kader, Meyboom Meyboom K.H.S.V. K.H.S.V. Delegatie 10.69 9.30 1I.68 10.40 ~k. verpl. onderl. 13.37 I I •75 11.98 11.45 iKk. arts-verpl. 12.62 11.39 12.63 I I .79 lKommunikatieklimaat 25.96 23.11 24.63 23.26 IKk. arts-patient 10.63 9.69 10.85 10.04 IKk. verpl.-patient 12.20 10.80 I I •79 I1.33 ~herapeutisch gedrag 22.65 20.29 22.59 21. 37 l

Irevredenheid met chef 8.30 7.90 7.51 7.43 tI'evredenheid met werk 13.43 12.70 II.94 11.85 rrevr.heid met werksit. 12.85 1I.60 I I.20 I I . I8

(13)

Met uitzondering van de faktor delegatie zijn ook de scores voor kommunikatieklimaatt therapeutisch gedrag en tevredenheid

met cheft werk en werksituatie bij de K.H.S.V.-populatie

duide-lijklager dan bij de Meyboom-populatie.

De reden waarom de delegatiescore als enige hoger is, zou moge-Iijk kunnen liggen bij de hog ere interne konsistentie van de delegatieschaal.

Wanneer we de K.H.S.V.-scores voor de verschillende instellingen van gezondheidszorg bekijken dan blijken juist de scores voor al-gemene ziekenhuizen en verpleegtehuizen lager te zijn dan de Meyboom-scores. De cijfers van de psychiatrische inrichtingen - en soms die van de zwakzinnigenzorg - liggen voor wat betreft kommunikatieklimaat en therapeutisch gedrag weI wat hoger. De vergelijking is echter niet helemaal korrekt daar het een ander soort instellingen betreft dan die van het Meyboom-onderzoek. Tenslotte is uit de scores in tabel 6 op te maken dat de K.H.S.V.-respondenten met een chef uit het hoger kader een wat minder open kommunikatieklimaat en wat minder therapeutisch gedrag op de ver-pleegafdeling percipieren dan de Meyboom-respondenten met een chef uit het hoger kader. Voor respondenten met een chef tnt het midden kader geldt evenwel het omgekeerde.

c. Konklusie

Samenvattend kunnen volgende twee opmerkingen gemaakt worden: 1) De oorspronkelijke veronderstelling dat het sociaal,evenwichtig en dynamisch leiderschap meer naar voren zou komen in het gedrag van leidinggevenden in de verpleegsektor (zie Z.R.P.-rapport nr. 14t

pag. 1I) kan gehandhaafd blijven.

Het instrumenteel leiderschap is volgens de gegevens van het K.H.S.V.-onderzoek evenwel afgenomen, vergeleken bij het N.I.P.G.- en Meyboom-onderzoek. De afname van het instrumenteel leiderschap ~s echter weI overeenkomstig de oorspronkelijke voorspelling van Cassee. Verder kan gezegd worden dat de mate waarin het sociaalt

evenwich-tig en dynamisch leiderschap in de perceptie van de K H.S.V.-kursisten voorkomt minder sterk ~s clan de mate waarin de Meyboom-kursisten dit percipieerden.

(14)

- II

-Dit is ook het meest opvallende resultaat van het K.H.S.V.-onder-zoek: de vrijwel konsekwent lagere scores van de K.H.S.V.-respon-denten, vergeleken bij de Meyboom-respondenten.

Dit geldt zowel voor de leiderschaps- als de overige faktoren, met uitzondering van delegatie, hetgeen mogelijk veroorzaakt ~s door de hogere interne konsistentie van de delegatieschaal.

Op grond van de gegevens die ons ter beschikking staan is het evenwel niet mogelijk na te gaan wat hiervan de oorzaak zou kunnen

zijn. Wij kunnen hier slechts enkele veronderstellingen opperen, zoals bijvoorbeeld de volgende:

a. Omstandigheden waaronder de enquete werd afgenomen

Op de Meyboom-kursus werd de deelnemers verteld dat de enquete-resultaten op de volgende kursusavond teruggemeld en besproken zouden worden.

Mogelijk was dit voor de kursisten aanleiding om de lijst zo po-sitief mogelijk in te vullen.

b. De werkomgeving

De Meyboom-kursisten waren uit slechts enkele ziekenhuizen en verpleegtehuizen afkomstig. Wanneer in dit beperkt aantal instel-lingen -of slechts enkele daarvan - het leiderschap, kommunikatie-klimaat en therapeutisch gedrag wat sterker ontwikkeld was, dan worden de totaalscores direkt naar een hoger niveau gebracht.

c. Effekt van de kursus

De K.H.S.V.-respondenten namen deel aan een uitgebreider kursus dan de Meyboom-respondenten. Mogelijk had de op de kursus behan-delde staf hen wat kritischer gemaakt. Met een aanzienlijk deel der kursisten was bavendien het N.I.P.G.-anderzoek besproken. Uit tabel Sa blijkt overigens weI dat de K.H.S.V.-scores niet amlaag zijn gebracht door het feit dat een belangrijk deel van de K.H.S.V.-respondenten uit een ander soort ins telling van gezondheidszorg afkamstig was dan de Meybaom-respondenten. De scores van psychia-trische inrichtingen en zwakzinnigenzorg zijn immers Ln veel

ge-vallen juist hoger dan die van algemene ziekenhuizen en verpleeg-tehuizen.

(15)

2) De gegevens van het K.H.S.V.-onderzoek ondersteunen de ver-onderstelling dat de leiderschapsstijlen van leidinggevenden uit hoger en midden kader steeds meer naar elkaar toegroeien.

~~_~2~~~h2gB_!~~~~g_~~_1~i~~E~Eh~E~:_~~_~Y~Eig~_!~1!2E~~ Ook bij het K.H.S.V.-onderzoek is nagegaan in hoeverre de lei-derschapsaspekten en de faktoren delegatie, kommunikatieklimaat, therapeutisch gedrag en tevredenheid met chef, werk en werksitu-atie met elkaar samenhangen.

a. De samenhang tussen de leiderschapsfaktoren

In de tabellen 7,8, 9a, 9b, 9c, 10 en 11 is de samenhang tussen

de vier leiderschapsfaktoren weergegeven voor resp. de totale on-derzoekspopulatie, algemene ziekenhuizen, verpleegtehuizen, psy-chiatrische inrichtingen,instellingen voor zwakzinnigenzorg en tenslotte voor respondenten met resp. een chef uit het hoger en een chef uit het midden kader. De cijfers tussen haakjes geven de samenhangen aan die bij het Meyboomonderzoek gevonden zijn. Evenals bij het Meyboomonderzoek zijn de korrelaties die op het 5%-niveau signifikant zijn, onderstreept.

Tabel 7.

I

8L IL EL DL

r~

-IL O. 10 (0.24) EL 0.48 (0.63) 0.39 (0.21 ) tnL 0.51 (0.36) O. 10 (0.10) 0.40 (0.60)

-De samenhang tussen de vier leiderschapsfaktoren volgens de ge-gevens van de totale onderzoekspopulatie. Tussen haakjes staan de vergelijkbare cijfers van het Meyboom-onderzoek.

(16)

- 13 -Tabel 8. 51 11 E1 D1 51

-11 O. 15 (0.31) -EL 0.64 (0.63) 0.36 (0.36)

-IDL

- -

0.44 (0.43)-0.07 (0.37) 0.31 (0.65) -

-De samenhang tussen de v~er leiderschapsfaktoren in algemene ziekenhuizen, met tussen haakjes de vergelijkbare cijfers van het Meyboom-onderzoek. Tabel 9a 5L 1L E1 D1 51

-11 0.08 (0.20) -E1 0.45 (0.76) 0.54(0.10)

-

--P1 0.20 (0.13) 0.42(0.56) 0.37 (0.52) -,

De samenhang tussen de vier leiderschapsfaktoren in verpleegte-huizen, met tussen haakjes de vergelijkbare cijfers van het Meyboom-onderzoek. Tabel 9b 51 11 E1 D1 51

-11 0.06

-E1

- -

0.35

- -

0.50

-D1 0.65 0.23 0.44

---

-De samenhang tussen de vier leiderschapsfaktoren ~n psychiatrische inrichtingen.

(17)

Tabel 9c I 18L 8L 1L O. 15 EL 0.79 r -pL 0.77 t -1L 0.37 0.21 EL 0.77 DL

De samenhang tussen de vier leiderschapsfaktoren ~n instellingen voor zwakzinnigenzorg.

Tabel 10 8L 1L EL DL 8L

-11 -0.05 (0.19)-EL 0.33(0.-:22) 0.35(0.21) -IoL o...:il(O.12) 0.10(0.25) 0.44(0.64)

-De samenhang tussen de vier leiderschapsfaktoren bij chefs uit het hoger kader, met tussen haakjes de vergelijkbare cijfers van het Meyboom-onderzoek.

Tabel 11 8L 1L EL DL 8L 1L O. 14(0.20) EL 0.62(0.81) 0.38(0.17) DL a...iL2(0.34) 0.04 (0. 15) 0.41(Q...J±2)

De samenhang tussen de v~er leiderschapsfaktoren bij chefs uit het middenkader, met tussen haakjes de vergelijkbare cijfers van het Meyboom-onderzoek.

(18)

- J5

-In grote lijnen worden de konklusies vanhet Meyboom-onderzoek betreffende de samenhang tussen de vier leidersehapsfaktoren door de gegevens van het K.H.S.V.-onderzoek bevestigd: Er is een duidelijke positieve samenhang tussen evenwiehtig~ dynamiseh en soeiaal leidersehap te konstateren; de samenhang tussen de twee laatstgenoemde faktoren komt in de K.H.S.V.-gegevens zelfs nog sterker naar voren dan bij het Meyboom-onderzoek. Er ~s een opmerkelijk verschil tussen beide onderzoeken: In de pereeptie van de K.H.S.V.-respondenten is de kans groot

dat een instrumenteel leider tevens evenwichtig in zijn optreden ~s~ terwijl er volgens de Meyboom-gegevens geen samenhang tussen deze twee faktoren is.

Het gegeven dat een instrumenteel Ieider dikwijis ook evenwichtig ~s in zijn optreden~is op zich weI aannemeIijk. Niet duideIijk ~s eehter waarom het verb and tussen deze twee leidersehaps-faktoren bij het Iaatste onderzoek weI en bij het eerste onder-zoek niet naar voren kwam.

Sehematische weergave van de bij het K.H.S.V.-onderzlek gevonden samenhangen resulteert in de volgende figuur

---= een veel vuldig voorkomend positief verband Instrumenteel Evenwichtig leidersehap leiderschap

/

~. F \ Dynamisch Sociaal leidersehapl Ieiderschap

Figuur I. De samenhang tussen de v~er Ieiderschapsfaktoren volgens de gegevens van het K.H.S.V.-onderzoek.

(19)

b. De samenhang tussen leiderschaps- en overige faktoren. ~~i~~E~~~~E_~~_~~l~g~!i~·

In de tabellen 12a, 12b en 12 c is de samenhang tussen de leiderschapsfaktoren en delegatie weergegeven. Naast de

korrelatiekoefficienten die het K.H.S.V.-onderzoek opleverden staan telkens de korrelatiekoefficienten van het Meyboom-onder-zoek. Tabel 12a Meyboom K.H.S.V. SL 0.25 0.33 11 -0.26 -0.40

-EL 0.06 -0.05 tnL 0.26

O·V

1

De samenhang tussen leiderschap en delegatie voor de totale K.H.S.V.-populatie en de totale Meyboom populatie.

Tabel 12b I AZ VT AZ VT P.1. Z Mb Mb KHSV ·KHSV KHSV KHSV SL 0.31 -0.03 0.35 -0.06 0.31 0.57

- -

-IL -0.27 -0.22 -0.31 -0.39 -0.45 -0.33

-EL O. 14 O. 12 0.08 -0.36 -0.23 0.31 DL

1

0.31 0.25

- -

0.35 0.36 O. 13 0.35

De samenhang tussen leiderschap en delegatie ~n verschillende takken van gezondheidszorg.

(20)

- 17

-Tabel 12 c

Hoger Midden Hoger Midden

Mb Mb KHSV KHSV SL O. 17 0.20 0.22

- -

0.37 1L -0.31 -0.53 -0.50 -0.35

- -

-EL -0.05 0.12 -0.27

- -

0.07 DL -0.03 0.39 0.24 0.33

-De samenhang tussen leiderschap en delegatie bij chefs uit hoger- en middenkader.

De samenhang tussen leiderschap en delegatie blijkt in het K.H.S.V.-onderzoek sterker aanwezig te zijn dan in het Meyboom-onderzoek. Wei zijn bij beide onderzoeken dezelfde trends te konstateren: een positieve samenhang tussen delegatie enerzijds en sociaal en - in mindere mate - dynamisch leiderschap ander-zijds; een negatieve samenhang met instrumenteel leiderschap en nauwelijks of geen samenhang met evenwichtig leiderschap. Dat de korrelaties in het Meyboom-onderzoek zwakker waren is naar aile waarschijnlijkheid het gevolg van de lage interne konsistentie die de delegatieschaal dertijds had. Zoals reeds is opgemerkt was deze interne konsistentie bij het K.H.S.V.-onderzoek aanzienlijk hoger.

~~i2~E~~h§2_~g_~~~~gi~§!i~!li~§~!·

De tabellen 13a, 13 b en 13 c vermelden de samenhang tussen de leiderschapsfaktoren en het kommunikatieklimaat op de verpleeg-afdeling. Tabel 13a Meyboom K.H.S.V. SL 0.42 0.34

-1L O. 03 0.02 EL 0.55

--

O. 14

pL

- -

0.50

- -

0.38

(21)

Tabel 13a: De samenhang tussen leiderschap en kommunikatie-klimaat voor resp. de Meyboom- en K.H.S.V.-populatie als geheel. Tabel 13b Mz Vt AZ Vt PI Z Mb Mb KHSV KHSV KHSV KHSV 8L 0.45 0.48 0.29 0.24 0.48 0.29

--IL 0.07 -0.15 0.02 -0.29 0.09 -0.15 EL

- -

0.49 0.62 0.11 0.08

- -

0.29 0.27 DL 0.46 0.61 0.43 0.26 0.46 0.30

- -

- -

-De samenhang tussen leiderschap en kommunikatie-klimaat ~n ver-schillende takken van gezondheidszorg.

Tabel 13c

Hoger Midden Hoger Midden

Mb Mb KH8V KHSV 8L 0.26 0.65 0.28 0.36

--

- -

-11 0.03 -0.19 -0.20 0.03 IEL

- -

0.55 0.62 0.03

- -

0.20 tnL 0.58 0.29 0.21 0.45

--

-De samenhang tussen leiderschap en kommunikatie-klimaat bij chef s ui t hoger~ en midden kader.

Ook betreffende de samenhang tussen leiderschap en kommunikatie-klimaat vertonen de gegevens van beide onderzoeken dezelfde trends: naarmate de sociale, evenwichtige en dynamische leiderschapsaspekten meer naar voren komen in het gedrag van een chef, des te groter is de kans dat er op de afdeling een opener kommunikatieklimaat aangetroffen wordt. Het instrumenteel

(22)

- 19

-leiderschapsaspekt IS echter niet gekorreleerd met het kommuni-kat iekl imaat.

Bij het K.H.S.V.-onderzoek zijn de samenhangen wel wat minder sterk, hoewel ze in veel gevallen toch ook signifikant zijn op het 5%-niveau.

~~i~~E~£h~E_~g_!h~E~E~~!i~sh_g~gE~g·

De tabellen I4a, I4b en 14 c laten zien hoe het verband ligt tussen leiderschap en therapeutisch gedrag.

Tabel 14a Meyboom K.H.S.V. 8L O. 16

- -

0.15 1L 0.20 -0. 11 EL

- -

0.37 -0.08 DL

- -

0.35

- -

0.21

De samenhang tussen leiderschap en therapeutisch gedrag voor resp. de Meyboom- en K.H.S.V.-populatie als geheel.

Tabel 14b AZ Vt Az Vt PI Z Mb Mb K K K K 8L 0.46 -0. 15 -0.02 O. 19 0.35 0.01

-

-IL 0.04 0.42

_.

-0.23 -0. 17 -0.08 0.08 EL 0.57

--

-0.29 -0. 18 0.21 O. 11 -0. 19 DL 0.56 -0.21 0.09 0.31 0.45 0.08

- -

-De samenhang tussen leiderschap en therapeutisch gedrag In ver-schillende takken van gezondheidszorg.

(23)

Tabel 14c

Hoger Midden Hoger Midden

Hb Mb KHSV KHSV 5L -0.29 0.49 O. 19 0.36 11 -0. 10 0.44 -0.34 0.03

-EL 0.06 0.69 -0. 17 0.20 IDL -0.05 0.26 O. 11 0.45

-De samenhang tussen leiderschap en therapeutisch gedrag bij chefs uit hoger- en middenkader.

Evenals bij het Meyboom-onderzoek is er eert positief verband waarneembaar tussen sociaal, evenwichtig en dynamisch

leider-schap enerzijds en therapeutisch gedrag anderzijds.

Evenals bij het Meyboom-onderzoek is dit verband wat zwakker dan dat tussen leiderschap en kommunikatie:~limaat.

Verder is er bij het K.H.5.V.-onderzoek een negatieve samen-hang te konstateren tussen instrumenteel leiderschap en

therapeutisch gedrag - dus hoe meer een chef optreedt als

instrumenteel leider, des te minder ruimte er is voor therapeutisch gedrag.

Deze samenhang kwam bij het Meyboom onderzoek eve~wel niet naar voren.

~~i~~E~£h~E_~g_!~~E~~~gh~i~_~~!_§~_£h~!·

In de tabellen ISa, ISb en ISc is het verband weergegeven tussen de vier leiderschapsfaktoren en de tevredenheid met de chef.

(24)

21 -Tabel 15a Mevboom K.H.S.V. SL 0.78 0.74

-1L O. 18 O. 14 EL 0.65 0.58

- -

--DL

- -

0.41 0.57

-De samenhang tussen leiderschap en tevredenheid met de chef bij resp. de Meyboom- en K.H.S.V.-populatie als geheel.

Tabel 15b Az Vt Az Vt PI Z Mb Mb KHSV KHSV KHSV KHSV 5L

- -

0.77 0.81 0.76 0.72 0.66 0.80

- -

- -

- -

-1L O. 19 O. 17 O. 15 0.00 0.25 0.05 EL 0.66 0.74 0.60 0.41 0.67 0.71

- -

I-~

- -

-DL 0.40 0.42

I

0.52 0.26 0.67 0.74

- -

---

-De samenhang tussen leiderschap en tevredenheid met de chef 1n verschillende takken van gezondheidszorg.

Tabel 15c

Hoger Midden Hoger Midden

Mb Mb KH5V KHSV 5L 0.80 0.73 0.65 0.78

- -

--

--

-1L 0.27 -0.05 O. 12 O. 11 EL 0.60 0.69 0.58 0.62

- -

- -

-DL 0.39 0.24 0.49 0.61

- -

- -

-De samenhang tussen leiderschap en tevredenheid met de chef bij mensen met een chef uit hoger- en middenkader.

(25)

De in bovenstaande tabellen vermelde gegevens bevestigen zeer duidelijk de konklusies die op grond van de resultaten van het Meyboom-onderzoek getrokken zijn: Hoe meer een chef optreedt

als sociaal, evenwichtig en dynamisch leider, des te tevre-dener de ondergeschikten over die chef zijn. Vooral het sociaal leiderschap speelt hierbij een belangrijke rol.

De mate waarin het instrument eel leiderschap is ontwikkeld heeft evenwel geen invloed op de tevredenheid met de chef.

~~i~~E££~~E_~g_!~YE~~~g~~ig_~~!_~~!_~~E~'

Ook de samenhang tussen leiderschap en tevredenheid met het werk is nader bekeken. De tabellen 16a, 16b en 16c geven hiervan de resultaten. Tabel 16a Meyboom K.H.S.V. SL 0.41 0.27 - - -11 O. 16 O. 13 EL 0.43 0.24

- -

~ DL

- -

0.40

- -

0.34

De samenhang tussen leiderschap en tevredenheid met het werk bij resp. de Meyboom- en K.H.S.V.-populatie als geheel.

Tabel 16b Az Vt Az Vt PI Z

-.

Mb Mb KHSV KHSV KHSV KHSV SL 0.41

-

0.48 O. 18 O. 19 0.67 0.26

- -

-1L O. 18 0.26 O. 13 -0.17 O. 18 0.01 EL

- -

0.35

- -

0.56 O. 12 0.21

- -

0.44 O. 18 DL 0.41 0.35 0.23 0.31 0.60 0.38

- -

~

--

(26)

23

-Tabel 16b. De samenhang tussen leiderschap en tevredenheid

met het werk in verschillende takken van gezondheids-2org.

Tabel 16c

Hoger Midden Hoger Midden

Mb Hb KHSV KHSV SL 0.24 0.51 0.44 0.25

- -

- -

-IL fooO. 14

- -

0.38 O. 18 O. 10 EL

--

0.42 0.55 0.38 O. 18 DL 0.29

- -

0.43

- -

0.38

- -

0.37

De samenhang tussen leiderschap en tevredenheid met het werk bij mensen met een chef uit hoger- en middenkader.

Ook hier worden over het algemeen dezelfde samenhangen gevonden als bij het Meyboom-onderzoek: De sociale, evenwichtige en dynamische leiderschapsaspekten hangen duidelijk positief samen met de tevredenheid met het werk, terwijl het instrumen-teel leiderschap daar los van staat.

Wel dient er op gewezen te worden dat de samenhangen wat minder sterk zijn dan bij het Meyboom onderzoek, hoewel zij in de meeste gevallen wel signifikant zijn op het 5%-niveau. Op basis van de onderzoeksgegevens is echter niet na te gaan wat hier-van de oorzaak zou kunnen zijn.

Opvallend is tevens dat de bij het Meyboom-onderzoek gesigna-leerde samenhang tussen instrumenteel leiderschap en tevreden-heid met het werk voor mensen met een chef uit het midden-kader bij het K.H.S.V.-onderzoek nauwelijks nog van enige betekenis blijkt te zijn.

~~i~~E~~h~E_~~_!~~E~~~~h~i~_~~!_~~_~~!~~iE~~Ei~·

Vit de tabellen 17a, 17b en 17c is af te lezen welk verband er volgens de K.H.S.V.-gegevens is tussen leiderschap en de mate waarin men met de werksituatie tevreden is.

(27)

Tabel 17a Meyboom K.H.S.V. SL O. 14 0.24

-IL 0.04

- -

O. 19 EL 0.33 0.33

- -

-DL 0.34 0.33

- -

-De samenhang tussen leiderschap en tevredenheid met de werk-situatie bij resp. de Meyboom- en K.H.S.V.-populatie als geheel.

Tabel 17b Az Vt Az Vt PI Z Hb Mb KHSV KHSV KHSV KilSV sL O. I I 0.25 0.19 0.61 0.49 0.43

- -

--

-IL O. 12 0.04 O. 14 O. 10 0.37 0.06

--EL 0.27 0.33 0.24 O. 17 0.58 0.24

-DL 0.37 0.27 0.21 0.52 . 0.57 0.48

- -

- - - -

-i

De samenhang tussen leiderschap en tevredenheid met de werk-situatie in verschillende takken van gezondheidszorg.

Tabel 17c

Hoger Midden Hoger Midden

Mb Mb KHSV KHSV SL O. 17 0.08

- -

0.39 0.29

-IL -0. 15 0.03 0.24 O. 18

--EL

- -

0.44 0.22

- -

0.45 0.24

-pL 0.30 -0. 15

- -

0.50

- -

0.27

De samenhang tussen leiderschap en tevredenheid met de werk-situatie bij mensen met een chef uit hoger- en middenkader.

(28)

25

-Volgens de K.H.S.V.-gegevens is het verband tussen de V1er leiderschapsfaktoren en tevredenheid met de werksituatie wat sterker dan volgens de Meyboom-gegevens: Bij het K.H.S.V.-onder-zoek werd wei een zelfde positief verband tussen de tevreden-heid met de werksituatie enerzijds en evenwichtig en dynamisch

leiderschap anderzijds gevonden als bij het Meyboom-onderzoek, maar daarnaast bleek er bij het K.H.S.V.-onderzoek ook een duidelijk positief verband te zijn tussen tevredenheid met de werksituatie enerzijds en sociaal en instrumenteel leiderschap anderzijds: Het is dus bevorderlijk voor de tevredenheid met de werks1tuatie wanneer - aile vier - de leiderschapsaspekten tot uiting komen in het gedrag van de chef.

Samenvattend kan het volgende gezegd worden:

Wanneer wij het resultaat van het K.H.S.V.-onderzoek betreffende de samenhang tussen de vier leiderschapsaspekten enerzijds en de faktoren delegatie, kommunikatieklimaat, therapeutisch gedrag en tevredenheid met chef, werk en werksituatie anderzijds ver-gelijken met die van het Meyboom-onderzoek, dan kan wei gekon-kludeerd worden dat de resultaten van beide onderzoeken veel overeenkomst vertonen: Het kommunikatie-klimaat, de tevredenheid met chef, werk en werksituatie en - in mindere mate - het

therapeutisch gedrag blijken duidelijk positief samen te hangen met het sociaal,evenwichtig en dynamisch leiderschap, die

onderling ook weer sterk korreleren.

Het instrumenteel leiderschap valt hier buiten, al is .dit niet zo stringent als op grond van de Meyboom-gegevens verondersteld zou kunnen worden: 20 zijn er 1n de K.H.S.V.-gegevens aan-wijzingen te vinden voor het feit dat in een aantal gevallen de

tevredenheid met de werksituatie groter is naarmate het instrumen-teel leiderschapsaspekt meer naar voren komt in het gedrag van de chef, terwijl de delegatie ~n 1n mindere mate het therapeutisch gedrag 1n dat geval afnemen. Dit 1S ~~n der belangrijkste verschillen tussen de K.H.S.V.- en Meyboom-resultaten.

(29)

Een ander verschil tussen beide onderzoeken heeft betrekking op het feit dat de faktor delegatie bij het K.H.S.V.-onderzoek cen sterkere samenhallg vertoont met de leiderschapsfaktoren dan bij het Meyboom-onderzoek. Dit is hoogstwaarschijnlijk het gevolg van de hogere interne konsistentie van de delegatie schaal.

Tot slot kan nog gezegd worden dat nu eens in het ene onderzoek en dan weer in het andere onderzoek bepaalde samenhangen wat sterker zijn. Dit zijn hoogstwaarschijnlijk statistische variaties, dieverder van weinig betekenis zijn.

De samenhang tussen de leiderschapsaspekten enerzijds en de faktoren delegatie, korrnnunikatie-klimaat, therapeutisch gedrag en tevredenheid met chef, werk en werksituatie anderzijds is in figuur 2 in beeld

gebracht. o 0... 0 -instrumenteel c~\)- " therapeutisch ..-v-o ·-o - v ~gedrag_ _;...., - l I evenwichtig leiderschap

/

kornrnunikatie- tevredenhe~,

1-klimaat met chef

c dynamisch ~ociaal

"

c

-~

() leiderschar ~eiderschap () \. '0

O~idelegati~

"'-

tevredenhei

"'-

met werk

"'-"

tevredenheid ".

-

-

-

-

-

-met werksituatie 000000 veelvuldig voorkomend positief verband veelvuldig voorkomend negatief verband -0-0-0-0 ~n een of meerdere

gevallen voorkomend positief verband

in een of meerdere eevallen voorkomend negatief verband.

Fi~uur 2. De samenhang tussen leiderschau enerzijds en de faktoren delegatie

kornrnunikatie klimaat, therapeutisch gedrarr en tevredenheid met chef. werk en werksituatie anderzijds.

(30)

27

-c. De samenhang tussen delegatie, kommunikatie-klimaat, therapeutisch gedrag en tevredenheid met chef, werk en werksituatie.

In onderstaande tabellen zijn de gegevens over de samenhang tussen bovengenoemde faktoren opgenomen.

~~1~g~!i~_~~_~~_2y~!ig~_£~t!2!~g·

In de tabellen 18a, 18b en 18 c wordt aangegeven op welke wijze delegatie en de overige faktoren met elkaar verband houden.

Tabel 18a Meyboom K.H.S.V. Komm. klimaat 0.33- - q.39 Therap. gedr. 0.21

- -

0.27 Tevrh. chef 0.19 0.23

-Tevrh. werk 0.10 0.03 Tevrh. werksi t. 0.02 -0.01

De samenhang tussen delegatie en de faktoren kommunikatieklimaat, therapeutisch gedrag en tevredenheid met chef, werk en werksituatie voor resp. de Meyboom- en K.H.S.V.-populatie als geheel.

Tabel 18b Az Vt Az Vt PI Z Mb Mb KHSV KHSV KHSV KHSV Komm. klimaat

- -

0.39 0.35 0.34 0.27 0.37 0.60

- -

- -

-Therap. gedr. 0.34 0.34 0.08 0.42

- -

0.31 0.29 Tevrh. chef 0.21 0.17

- -

0.22 0.35 0.17 - -0.43 Tevrh. werk 0.18 0.12 -0.02 0.60 0.08 0.22

-Tevrh. werksito -0.00 -0. 12 0.01 0.27 -0.07 0.12

De samenhang tussen delegatie en de faktoren kommunikatie-klimaat, therapeutisch gedrag en tevredenheid met chef, werk en werksituatie in verschillende takken van gezondheidszorg.

(31)

Tabel 18 c

Hoger Midden Hoger Midden

Mb Mb KHSV KHSV Kornm. klimaat -0. 17 0.35 0.30 0.45

- -

-Therap. gedr. -0.29 -0. 17 0.55 0.20

--

-Tevrh. chef -0.08 0.30 0.00 0.34

-Tevrh. werk -0. 18 -0.09 -0.02 0.07 Tevrh. werksit. -0.07' -0.36 -0. 12 0.05

De samenhang tussen delegatie en de faktoren kornrnunikatieklimaat, therapeutisch gedrag en tevredenheid met chef, werk en werksituatie bij mensen met een chef uit hoger- en middenkader.

Ook met de andere faktoren blijkt delegatie bij het K.H.S.V.-onderzoek een sterkere samenhang te vertonen dan bij het Meyboom-onderzoek. Evenals bij het Meyboom-onderzoek is er een positief verband tussen delegatie en kornmunikatie-klimaat, maar verdeI' ook nog tussen

delegatie enerzijds en therapeutisch gedrag anderzijds. Met name bij degenen met een chef uit het middenkader is de mate waar1n de chef delegeert van positieve invloed op de mate waarin men met de chef tevreden is.

~~~~gi~~!i~~li~~~!_~g_~~_~Y~EiB~_!~~!~E~g·

In de tabellen 19a, 19b en 19 c is vermeld op welke wijze kornrnunikatie-klimaat en de overige faktoren samenhangen.

Tabel 19 a

!

Heyboom K.H.S.V. Therap. gedrag 0.60 0.57

- -

-Tevrh. chef 0.59 0.34

' - -

---Tevrh. werk 0.60 0.35

- -

-Tevrh. werksit. a...£t..ft Q....1.1

'De samenhang tussen kornrnunikatie-klimaat enerzijds en therapeutisch gedrag en tevredenheid met chef, werk en werksituatie anderzijds voor resp. de Meyboom- en K.H.S.V.-populatie als geheel.

(32)

29 -Tabel 19 b Az Vt Az Vt PI Z Mb Mb KHSV KHSV KHSV KHSV Therap. gedrag 0.64 0.34 0.37 0.66 0.76 0.46

- -

- -

-Tevrh. chef

- -

0.63 0.58 0.30 0.14 0.49 0.42

- -

- - - -

- -

-Tevrh. werk 0.62 0.59 0.33 0.04 0.64 0.49

- -

- -

- -

- -

-Tevrh. werksit. 0.38 0.49 0.32 0.34 0.46 0.24

De samenhang tussen kommunikatie-klimaat enerzijds en therapeutisch gedrag en tevredenheid met chef, werk en werksituatie anderzijds in verschillende takken van gezondheidszorg.

Tabel 19c

Hoger Midden Hoger

I

Midden

Mb Mb KHSV KHSV Therap. gedrag

- -

0.49

- -

O.L+8 0.62 0.54

- -

-Tevrh. chef 0.45 0.78 0.22 0.37

- -

- -

-Tevrh. werk 0.59 0.51 0.28 0.36

- -

- -

- -

-rrevrh. werksit. 0.36 0.00 0.22 0..L 35

De samenhang tussen kommunikatie-klimaat enerzijds en therapeutisch gedrag en tevredenheid met chef, werk en werksituatie anderzijds bij mensen met een chef uit hoger- en middenkader.

Ook hier blijkt, evenals bij het Meyboom onderzoek, dat het klimaat een uiterst belangrijke faktor is. Bij een open komrnunikatie-klimaat is er duidelijk meer sprake van therapeutisch gedrag en

tevredenheid met chef, werk en werksituatie. Opmerkelijk is wel dat genoemde samenhangen bij het K.H.S.V.-onderzoek vrijwel steeds wat minder sterk naar voren komen, hoewel zij op het 5%-niveau tach bijna alle signifikant zijn.

(33)

!~~E~E~~Ei~£~_~~~E~~_~~_~~_~~~Ei~~_!~~!~E~g·

De tabellen 20a, 20 b en 20 c laten de samenhang zien tussen therapeutisch gedrag en de overige faktoren.

Tabel 20a Heyboom K.H.S.V. Tevrh. chef 0.24

- -

O. 16 Tevrh. werk 0.45 O. ]8

- -

-Tevrh. werksit. ~ Q....ll

De samenhang tussen therapeutisch gedrag enerzijds en tevredenheid met chef, werk en werksituatie anderzijds voor resp. de

Meyboom-en K.H.S.V.-populatie. Tabel 20b Az Vt Az Vt PI Z Mb Mb KHSV KHSV KHSV KHSV Tevrh. chef 0.34 O. 13 0.07 0.24 0.23 0.22 Tevrh. werk

- -

0.70 -0. ]3 O. ]8 0.08 0.46 0.27

-Tevrh. werksit. 0.48 O. 10 0.20 0.25

<h.f.l3

0.25

De samenhang tussen therapeutisch gedrag enerzijds en tevredenheid met chef, werk en werksituatie anderzijds in verschillende takken van gezondheidszorg.

Tabel 20c

Hoger

I

Hidden Hoger Midden

Mb Mb KHSV KHSV

!revrh

o chef 0.07 0.27 0.08 O. ]8

-ITevrh. werk 0.42 0.52

I

0.2] O. 15

- -

-!Tevrh. werksit. O. ]5 0.27

I

0.04 ~

De samenhang tussen therapeutisch gedrag enerzijds en tevredenheid met chef, werk en werksituatie anderzijds bij mensen met een chef uit hoger-en middhoger-enkader.

(34)

31

-Zowel bij het K.H.S.V.- als bij het Meyboom onderzoek blijkt de faktor therapeutisch gedrag minder verb and te houden met de tevredenheid met chef, werk en werksituatie dan de faktor kommunikatie-klimaat.

Voorzover er sprake 1S van een signifikante samenhang dan is deze

positief. Overigens zijn ook ten aanzien van de faktor therapeutisch gedrag de gevonden samenhangen meestal wat minder sterk dan bij het Meyboom-onderzoek.

!~YE~~~~~~i~_~~!_£~~!_~~_!~YE~~~~~~i§_~~~_~~E!_~~_~~E!~i!~~~i~·

In de tabellen 21a, 21b en 21 c is de samenhang vermeld tussen tevreden-heid met de chef en tevredentevreden-heid met werk en werksituatie.

Tabel 21 a

Meyboom K.H.S.V. Tevrh. werk 0.44 0.32

- -

-rrevrh. werksit. 0.23 0.34

De samenhang tussen tevredenheid met de chef en tevredenheid met werk en werksituatie voor resp. de Meyboom- en K.H.S.V.-populatie.

Tabel 21b

Az Vt Az Vt PI Z

Mb Mb KHSV KHSV KHSV KHSV

Tevrh. werk 0.49 0.41 0.23 0.33 0.55 0.25

- -

- -

--

-Tevrh. werksit. 0.25 0.30 Q.JJi 0...a..i2 0.63 0.44

De samenhang tussen tevredenheid met de chef en tevredenheid met werk en werksituatie in verschillende takken van gezondheidszorg.

(35)

Tabel 21 c

Hoger Midden Hoger Midden

Mb Mb KHSV KHSV

Tevrh. werk 0.40

-

0.46 0.55 0.25

--

-Tevrh. werksi t. 0.43 O. 10 0.57 0.29

- -

- -

-De samenhang tussen tevredenheid met de chef en tevredeneheid met werk en werksituatie voor mensen met een chef uit hoger- en midden-kader.

Uit de gegevens van beide onderzoeken komt duidelijk naar voren dat de kans groot is dat iemand die tevreden is over zijn chef, ook tevreden is met zijn werk en werksituatie. De positieve samen-hang tussen tevredenheid met de chef en tevredenheid met de

werk-situatie komt bij het K.H.S.V.-onderzoek wei heel duidelijk naar voren.

!~~E~~~~~~i~_~~!_~~!~_~~_~~E~~i!~~!!~·

De tabellen 22a, 22b en 22 c tenslotten geven aan ~n welke mate er sprake is van eenverband tussen tevredenheid met de werksituatie.

Tabel 22a

Meyboom K.H.S.V. Tevrh. werksit.

- -

0.35

- -

0.52

De samenhang tussen tevredenheid met werk en werksituatie voor resp. de Meyboom- en K.H.S.V.-populatie.

(36)

33 -Tabel 22b Az Vt Az Vt PI Z Mb Mb KHSV KHSV KHSV KHSV Tevrh. werksit. 0.24 0.38 0.48 0.26 0.73 0.44

- -

--

- -

-De samenhang tussen tevredenheid met werk en werksituatie ~n ver-schillende takken van gezondheidszorg.

Tabel 22c

Hoger Midden Hoger Midden

Mb Mb KHSV KHSV

ITevrh.

werksit.

- -

0.44 O. 13

- -

0.57

--

0.51

De samenhang tussen tevredenheid met werk en werksituatie voor mensen met een chef uit hoger- en middenkader.

Duidelijker nog dan bij het Meyboom-onderzoek blijkt uit de gegevens van het K.H.S.V.-onderzoek dat men meer voldoening in het werk er-vaart wanneer men van mening is onder prettige omstandigheden werkzaam te zijn.

Samenvattend kan gezegd worden dat de gegevens van Meyboom- en K.H.S.V.-onderzoek ten aanzien van de samenhang tussen de faktoren delegatie, kommunikatie-klimaat, therapeutisch gedrag en tevredenheid met chef, werk en werksituatie in aanzienlijke mate overeenkomen.

Op grond van de resultaten van beide onderzoeken kan gezegd worden dat het kommunikatie-klimaat een veelzeggende faktor is in de verpleeg-sektor: wanneer blijkt dat er op een verpleegafdeling een open

konununikaLie-klimaat. is. dan kunnen vrij betrouwbare uitspraken worden gedaan over zaken als delegatie, therapeutisch gedrag en tevredenheid met chef, werk en werksituatie, met dien verstande dat er meer

(37)

delegatie en therapeutisch gedrag en een grotere tevredenheid met chef, werk en werksituatie bij verplegenden valt te konstateren, naar-mate er op de verpleegafdeling een opener komrnunikatie-klimaat

heerst. Vooral in psychiatrische inrichtingen blijkt deze faktor van groot gewicht te zijn.

Tevens bleek uit beide onderzoeken dat het therapeutisch gedrag wel vrij sterk verband houdt met het kornrnunikatie-klimaat, maar dat het verband tussen therapeutisch gedrag en tevredenheid wat minder uit-gesproken, maar toch weI duidelijk positief is.

Tenslotte wezen de gegevens van beide onderzoeken uit dat de tevreden-heid met chef, werk en werksituatie bepaald niet los van elkaar

staan, hetgeen overigens nogal voor de hand liggend is.

Een belangrijk verschil tussen beide onderzoeken heeft ook hier weer betrekking op de faktor delegatie.

Volgens de gegevens van het K.H.S.V.-onderzoek is er een sterkere positieve sarnenhang te konstateren tussen delegatie en de overige faktoren, met uitzondering van de tevredenheid met de werksituatie. In figuur 3 zijn de gevonden samenhangen 'in kaart' gebracht.

(38)

'\. Tevrecfenneid ~ ~ ~

,

~ ~

"

/"

"

J

"'"

/

)

~

/

Tevredenheid

If---"-"

-1

Cg

ef i

I

=

~n een of meerdere gevallen' voorkomend pos. verband ~n een of meerdere gevallen voorkomend neg. verband "

"

'"

~

'"

-...

,

'"

,

"-'\. """-.

'"

'"

"-

, ,

'"

'\.

,

-0-0-0-0 werksituatie Tevredenheid Therapeutisch gedrag Dynamisch leiderschap

"

,

'"

"

voorkomend positie£ verband; Kommunikatie

veelvuldig voorkomend negatief verband o Q o o

",

~

I

klimaat ~

..

, C '\. 0 '\. c;)

"

"

~

0 ," \ 0C) " 0 , () " C) " t'l , Q " C>~ n_'. . . ) ,~!_

'.'1

'\. '\.

=

veelyuldig

"

".

o-~) 0 ..-0 --0

--O

0 -0 - -0 ..-0 "" .... _ 0

--o--o..-o-~

Instrumenteell I I

I

/Evenwichti g leiderschap < ." 000000000 If) ("f"l

Figuur 3. De onderlinge samenhang tussen de faktoren sociaal, instrumenteel, evenwichtig en dynamisch leiderschap, delegatie, kommunikatie-klimaat, therapeutisch gedrag en tevredenheid met chef, werk en werksituatie.

(39)

III Konklusie

Ret onderzoek naar vormen van leiderschap en kommunikatie 1n de verpleegsektor is in het voorjaar van 1974 uitgevoerd bij een groep deelnemers aan de Zr. Meyboom-kursus en een jaar later herhaald bij een andere populatie verplegenden om na te gaan of de uitspraken op basis van de resultaten van het Meyboom-onderzoek enige mate van betrouwbaarheid bezaten. De populatie bij het herhalingsonder-zoek bestond eveneens uit kurs1sten, en wel aan de Katholieke Rogere School voor Verplegenden (K.R.S.V.) te Nijmegen, maar was groter van omvang, uit meerdere takken en instellingen van gezond-heidszorg afkomstig en meer regionaal gespreid.

Gekonkludeerd kan worden dat de resultaten van het herhalings-ofwel K.R.S.V.-onderzoek van dien aard zijn dat de uitspraken, op basis van het Meyboom onderzoek gedaan, inderdaad vrij betrouwbaar geacht kunnen worden.

In het onderstaande zullen wij op een aantal punten nader ingaan: I. De interne konsistentie der meetschalen.

De .interne konsistentie der meetschalen lag duidelijk hoger bij het K.R.S.V.-onderzoek. Derhalve is er een grotere kans dat de vragen die tot een schaal behoorden, dezelfde faktor hebben gemeten. Dit gold vooral voor de delegatieschaal. Rierdoor is de kans op betrouwbare uitspraken toegenomen.

2. Ret voorkomen der leiderschaps- en overige faktoren.

Gesteld kan worden dat de oorspronkelijke veronderstelling (zie ZRP-rapport, nr. 14, pag. II) dat het sociaal, evenwichtig en dynamisch leiderschap meer naar voren zou komen in het gedrag van leidinggevenden in de verpleegsektor gehandhaafd kan worden, hoewel de toename van genoemde leiderschapsaspekten minder

groot is dan op grond van de Meyboom-gegevens verondersteld zou kunnen worden.

Ret instrumenteel leiderschap 1S volgens de gegevens van het K.H.S.V.-onderzoek afgenomen, zowel bij chefs uit het hoger als bij chefs ult net middenkader. Dit is overeenkomstig de oor-spronkelijke voorspelling van Cassee. De overige faktoren, met

(40)

37

-uitzondering van delegatie, komen eveneens minder sterk naar voren. Uit de gegevens 1S evenwel niet af te leiden wat de oorzaak zou

kunnen z1Jn van de konsekwent lagere scores. In dit verband zijn wel enkele veronderstellingen geopperd, die betrekking hadden op:

- de omstandigheden waaronder de enquete werd afgenomen. - de werkomgeving van de respondenten.

- het effekt van de kursus.

De lagere somscores worden evenwel niet veroorzaakt door het feit dat een deel van de K.H.S.V.-populatie uit andere takken van

gezondheidszorg - met name psychiatrische inrichtingen en zwakzinnigen-zorg afkomstig waren dan de Meyboom respondenten: juist bij

psy~hiatrische inrichtingen en enigermate ook bij de instellingen

voor zwakzinnigenzorg liggen de somscores over het algemeen wat hoger dan bij algemene ziekenhuizen en verpleegtehuizen.

Tenslotte kan nog opgemerkt worden dat de gegevens de veronderstelling ondersteunen dat de leiderschapsstijlen uit hoger en middenkader

steeds meer naar elkaar toegroeien.

3. De samenhang tussen de leiderschapsfaktoren.

Ook wat betreft de samenhang tussen de vier leiderschapsfaktoren worden de Meyboom-gegevens in grote lijnen bevestigd door de resultaten van het K.H.S.V.-onderzoek: terwijl het sociaal, even-wichtig en dynamisch leiderschap duidelijk (positief) met elkaar verband houden, is het instrumenteel leiderschap herkenbaar als een losstaande faktor. Het enige verschil met het Meyboom-onder-zoek is het feit dat de K.H.S.V.-gegevens een vrij konsekwente samenhang uitwezen tussen instrumenteel en evenwichtig leiderschap. Dit gegeven is op zich wel aannemelijk, maar niet duidelijk is waarom deze samenhang in het ene onderzoekwel en in het andere onderzoek niet aangetoond werd.

4. De samenhang tussen de leiderschaps- en ove;rige faktoren.

Ten aanzien van de samenhang tussen de leiderschapsaspekten enerzijds en de faktoren delegatie, kommunikatie-klimaat, therapeutisch gedrag en tevredenheid met chef, werk en werksituatie anderzijds kan

(41)

eveneens gekonkludeerd worden dat de resultaten van beide onder-zoeken veel overeenkomst vertonen: het kommunikatie-klimaat, de tevredenheid met chef, werk en werksituatie en in mindere mate -het therapeutisch gedrag blijken duidelijk positief samen te hangen met de faktoren sociaal, evenwichtig en dynamisch

leider-schap die, zoals reeds is opgemerkt, onderling oak weer sterk korreleren. Ret instrumenteel leiderschap valt hierbuiten, al ~s

dit niet zo stringent als op grand van de Meyboom-gegevens veronder-steld zou kunnen worden: zo zijn er in de K.R.S.V.-gegevens aan-wijzingen te vinden voor het feit dat in een aantal gevallen de tevredenheid met de werksituatie grater is, naarmate het instrumen-teelleiderschapsaspekt meer naar voren komt in het gedrag van de chef, terwijl delegatie en in mindere mate het therapeutisch gedrag in dat geval juist minder voorkomen. Deze samenhangen waren bij het Meyboom onderzoek niet of minder duidelijk aanwezig. Een

ander verschil tussen beide onderzoeken heeft betrekking op het feit dat de faktor delegatie bij het K.R.S.V.-onderzoek een sterkere samenhang vertoonde met de leiderschapsfaktoren dan bij het Meyboom-onderzoek. Dit is hoogstwaarschijnlijk het gevolg van de hogere interne konsistentie van de delegatie-schaal. WeI vertoonden de Meyboom gegevens dezelfde trends met betrekking tot de samenhang tussen delegatie en de leiderschapsfaktoren.

5. De samenhang tussen de overige faktoren onderling.

Evenals bij het Meyboom-onderzoek kwam bij het K.R.S.V.-onderzoek het kommunikatie-klimaat als een zeer essentiele faktor naar voren: een open kommunikatie-klimaat gaat zeer dikwijls gepaard met

leiderschapsgedrag waarin de sociale, evenwichtige en dynamische aspekten vrij sterk ontwikkeld zijn, met een aanzienlijke mate van therapeutisch gedrag en met een vrij grote tevredenheid met chef, werk en werksituatie. Ret verband tussen therapeutisch gedrag en tevredenheid is volgens de gegevens van beide onderzoeken wat minder uitgesproken dan dat tussen kommunikatie-klimaat en

tevredenheid, maar toch weI duidelijk positief.

Oak wezen beide onderzoeken uit dat de tevredenheid met chef, werk en werksituatie onderling positief gekorreleerd zijn, hetgeen overigens nogal voor de hand liggend is.

(42)

39

-Verder bleek ook het verb and tussen delegatie en de overige faktoren bij het K.H.S.V.-onderzoek duidelijk sterker naar voren te komen dan bij het Meyboom-onderzoek.

Ten aanzien van de samenhang tussen de leiderschaps- en overige faktoren kan tenslotte nog opgemerkt worden dat de korrelatie-koefficienten voor psychiatrische inrichtingen in veel gevallen hoger liggen dan die voor de andere instellingen. Mogelijk heeft het een en ander te maken met de aard der werkzaamheden in deze

tak van gezondheidszorg, maar op basis van de beschikbare gegevens ~s dit niet na te gaan.

In het onderstaande worden de belangrijkste overeenkomsten en ver-schillen tussen beide onderzoeken nog eens naast elkaar gezet.

Overeenkomsten tussen de resultaten van Meyboom- en K.H.S.V.-onderzoek

- De somscores t.a.v. het voor-komen van het sociaal, even-wichtig en dynamisch leiderschap zijn gestegen, vergeleken bij het NIPG-onderzoek

Verschillen tussen de resultaten van Meyboom- en K.H.S.V.-onderzoek - De interne konsistentie der

meet-schalen is bij het K.H.S.V.-onderzoek hoger dan bij het Meyboom-onderzoek

- De stijging der somscores t.a.v. het voorkomen der

leiderschaps-faktoren is bij het K.H.S.V.-onderzoek minder sterk dan bij

het Meyboom-onderzoek; dit geldt vooral voor het instrumenteel leiderschap. De somscore m.b.t. deze faktor is bij het K.H.S.V.-onderzoek zelfs lager dan die bij het NIPG-onderzoek.

- De somscores m.b.t. de overige faktoren zijn bij het K.H.S.V.-onderzoek eveneens lager dan die bij het Meyboom-onderzoek, m.u.z. van die m.b.t. de faktor delegatie.

(43)

Overeenkomsten

- De Ieiderschapsstijlen van chefs uit resp. hager en middenkader groeien naar

elkaar toe.

- Het sociaal, evenwichtig en dynamisch Ieiderschap zijn onderling positief gekorreleerd, terwiji het instrumenteel leiderschap daar duideIijk buiten valt. - De faktoren

kommunikatie-klimaat, therapeutisch gedrag en tevredenheid hangen positief sarnen met

sociaal, evenwichtig en dynarnisch Ieiderschap.

- De sarnenhang tussen delegatie enerzijds - en de Ieiderschaps-en overige faktorIeiderschaps-en anderzijds vertonen in beide

onder-zoeken dezelfde trends. Vooral de negatieve samehhang tussen delegatie en instrument eel leiderschap komt in beide onderzoeken sterk naar voren. - Het kommunikatie-klimaat is

een zeer essentiele faktor. Er werd een sterke samenhang gevonden tussen kommunikatie-klimaat enerzijds en het sociaal, evenwichtig en dynamisch leiderschap en

de overige faktoren anderzijds.

Verschillen

- Bij het K.H.S.V.-onderzoek

komt weI een positieve samenhang tussen instrumenteel en even-wichtig leiderschap naar voren; bij het Meyboom-onderzoek zijn deze faktoren niet gekorreleerd. - Het verband tussen instrumenteel

Ieiderschap en een aantal van de overige faktoren is bij het K.H.S.V.-onderzoek sterker dan bij het Meyboom-onderzoek.

- De samenhangen tussen delegatie enerzijds en de Ieiderschaps-en overige faktorIeiderschaps-en anderzijds komen in het K.H.S.V.-onderzoek veel sterker naar voren dan in het Meyboom-onderzoek.

(44)

Overeenkomsten

- Het therapeutisch gedrag korreleert zwakker met de leiderschaps- en overige faktoren dan het

kommunikatie-klimaat.

- De verschillende 'soorten' tevredenheid (met chef, werk en werksituatie) zijn onder-ling positief gekorreleerd.

Verschillen

41

-Tot slot dient erop gewezen te worden dat de resultaten van beide onderzoeken geen kausaIe, maar weI funktionele verbanden hebben aangetoond.

M.a.w. er is niet aangetoond welke faktoren andere faktoren veroor-zaken, maar wei welke faktoren gewoonlijk gelijktijdig optreden. vJanneer er op een afdeling bijvoorbeeld een open kommunikatie-klimaat wordt aangetroffen, dan kan met vrij grote zekerheid

voor-speid worden dat de sociale, evenwichtige en dynamische aspekten in het gedrag van de afdelingschef tamelijk sterk ontwikkeld zullen zijn, dat er een aanzienlijke mate van delegatie en therapeutisch gedrag voorkomt en dat de verplegenden op die afdeling over het algemeen tevreden zijn over chef, werk en werksituatie.

Er kan echter niet zonder meer gesteld worden dat het open kommuni-katie-klimaat veroorzaakt wordt door het feit dat de chef een sociaal, evenwichtig en dynamisch leider is, of omdat de verplegenden een

belangrijke mate van therapeutisch gedrag vertonen. Er zal eerder een wisselwerking plaatsvinden dan dat er sprake is van een direkte kausale relatie tussen bepaalde faktoren.

Met deze opmerkingen willen wij dit rapport besluiten. Er zal hoogst-waarschijnlijk geen herhalingsonderzoek meer plaatsvinden, mede

gezien de grote overeenkornst, ten aanzien van de essentiele punten, tussen de resultaten van beide onderzoeken. Het onderzoek naar vormen van leiderschap en kommunikatie in de verpleegsektor is hiermee afgerond.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De arbeidsorganisatorische oplossingen van de vier bedrijven verschillen in sterke mate. We zien daarbij zowel nieuwe als oude concepten gebruikt worden. De texturatie-afdeling van

Tenofovir alafenamide versus tenofovir disoproxil fumarate, coformulated with elvitegravir, cobicistat, and emtricitabine, for initial treatment of HIV-1 infection: two.

Aangezien we vermoeden dat de invloed van de transformationeel leider (TL) gemodereerd wordt door steun van de leidinggevende uit de moederorganisatie (SLM) moeten we ook in de

als leidinggevende opneemt en bijdraagt tot een warme en dynamische omgeving waar medewerkers betrokken zijn, met betere resultaten als rechtstreeks

even lekker buiten zijn, uitwaaien goeie folder gekregen natuur, de mentaliteit van de echte bewoners van schouwen super strand/ veilig zwemmen voor de kinderen mooi land/ veel

Uit onderwijsevaluaties met studenten blijkt dat het nut van de onderzoeksmo- dule voor het profiel van de sportmanager beter gewaardeerd wordt doordat de gekozen vorm en inhoud

With these turns, the plate height (corrected for injection volume) only increased from 2.7 µm (value measured in a straight part of the column) to 3.5 µm (value incorporating

Results show that the accessibility with competition factor influences the optimal policy implementation level and also generates different results in terms of social