• No results found

Licht-afharden bij Ficus benjamina 'Starlight'

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Licht-afharden bij Ficus benjamina 'Starlight'"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

!-" ! : \

.U-,-<: P r o e f s t a t i o n voor de Bloemisterij L i n n a e u s l a a n 2 1431 JV A a l s m e e r 02977 - 52525 Proefverslag 3309-2 L i c h t - a f h a r d e n b i j Ficus b e n j a m i n a 'Starlight' G.E. Mulderij A . A . E . Bulle L. J a n s e n j a n u a r i 1992 1. Inleiding

Ficus b e n j a m i n a 'Starlight' is erg gevoelig v o o r b l a d v a l en bladnecrose. Licht is h i e r b i j e e n belangrijke factor. U i t praktijkervaringen b l i j k t dat als h e t gewas te dicht staat in de k a s , de kans op bladval w o r d t v e r g r o o t , w a t

m o g e l i j k duidt op een licht-effect. Overigens m a g ook een effect v a n h e t (micro-)klimaat hierbij n i e t w o r d e n uitgesloten.

A l s n a transport te w e i n i g licht wordt gegeven k a n de b l a d v a l e n -verbruining a a n z i e n l i j k toenemen (Mulderij e n Rozendal-Ouwerkerk, 1 9 9 0 ) . D i t k a n v o o r een deel v o o r k o m e n w o r d e n door de p l a n t e n direct na transport eerst een w e e k bij een h o g e r e lichtintensiteit te plaatsen (Mulderij, 1 9 9 1 a ) .

In de V e r e n i g d e Staten is vrij v e e l onderzoek gedaan m e t (de g r o e n e ) Ficus

b e n j a m i n a , waarbij onder Amerikaanse omstandigheden v e e l bladval k a n optreden. U i t onderzoek b l e e k dat planten, die w a r e n afgehard door ze aan h e t einde van de teelt zwaarder te gaan schermen, beter tegen transport b e s t a n d w a r e n en in houdbaarheidsruimtes m i n d e r b l a d lieten v a l l e n dan p l a n t e n die tijdens de

teelt c o n t i n u b i j v e e l licht h a d d e n gestaan (Conover e n P o o l e , 1 9 7 5 ; Turner et a l . , 1 9 8 7 ) . M e t name Ficus-planten bestemd voor gebruik bij de 'interior-landscaping' w o r d e n n u v a a k geteeld bij een hoge lichtintensiteit, gevolgd door e e n aantal w e k e n 'light acclimatization', h e t afharden b i j e e n lagere lichtintensiteit (Conover en Poole, 1 9 9 0 ) .

Onder Nederlandse omstandigheden treedt er bij Ficus b e n j a m i n a 'Exotica' - ook n a transport - v r i j w e l geen bladval op (Mulderij, 1 9 9 1 b ) , h o e w e l er w e l

telersverschillen zijn gevonden (van Dijk, 1 9 9 0 ) . H e t lijkt er op dat er onder Nederlandse omstandigheden voor (de groene) Ficus benjamina geen noodzaak b e s t a a t om h e t licht-afharden toe te gaan passen. Omdat Ficus benjamina

'Starlight' aanzienlijk lichtgevoeliger is dan de groene variëteiten, is n a g e g a a n o f door licht-afharding v a n de 'Starlight' h e t gewas b e t e r tegen

lichtarme omstandigheden (transport en houdbaarheidsruimte) bestand te maken is.

2. Doel

In deze proef zijn p l a n t e n v a n Ficus benjamina 'Starlight', die geteeld zijn b i j verschillende schermstrategieën ( l i c h t n i v e a u ' s ) , afgehard door ze drie of

zes w e k e n v o o r h e t eind v a n de teelt bij een lagere lichtintensiteit te p l a a t s e n , om te k i j k e n in hoeverre bladval en -necrose (ontstaan tijdens of door transport e n e e n lage lichtintensiteit in de n a o o g s t f a s e ) voorkomen of verminderd k u n n e n worden.

(2)

3. Materiaal en methode

Er is gebruik gemaakt van Ficus benjamina 'Starlight'-planten die afkomstig waren van de randtafels van de proef 'Kwaliteitsmodel potplanten', (project 43) en daarna proef 1406-7 (Zomerklimaat bij bladplanten).

Tot de start van proef 1406-7 hebben de planten in een niet geschermde afdeling gestaan waarin niet werd verneveld. Bij proef 1406-7 stonden de planten bij verschillende schermstrategieën. Deze waren:

a - ochtend: niet schermen

middag : schermen met LS-10 (foliedoek) vanaf 300 W/m2 globale buitenstraling.

b - ochtend: schermen met LS-14 vanaf 600 W/m2

middag : schermen met LS-10 vanaf 300 W/m2 en met LS-14 vanaf 600 W/m2 c - ochtend: schermen met LS-14 vanaf 300 W/m2

middag : schermen met LS-10 en LS-14 vanaf 300 W/m2

In de rest van dit verslag zijn deze behandelingen aangeduid als: ongeschermd (a), schermen vanaf 600 W/m2 (b) en schermen vanaf 300 W/m2 (c).

Deze schermbehandelingen waren gecombineerd met wel of niet vernevelen. De verneveling werd 's morgens ingeschakeld bij een vochtdeficiet van 8 g/kg, 's middags bij 4 g/kg.

Drie en zes weken voor het einde van de teelt (week 36) zijn planten omgezet naar een afdeling met een andere schermstrategie. Voor de afdelingen met verneveling zijn de volgende behandelingen aangebracht:

1 - ongeschermd, niet omzetten

2 - schermen vanaf 600 W/m2, niet omzetten 3- schermen vanaf 300 W/m2, niet omzetten

4 - omzetten van ongeschermd naar 300 W/m2, 3 weken voor einde teelt 5 - van 300 W/m2 naar ongeschermd, 3 wk

6 - van 600 naar 300 W/m2, 3 wk 7 - van 300 naar 600 W/m2, 3 wk

8 - omzetten van ongeschermd naar 300 W/m2, 6 weken voor einde teelt 9 - van 300 W/m2 naar ongeschermd, 6 wk

10 - van 600 naar 300 W/m2, 6 wk 11 - van 300 naar 600 W/m2, 6 wk

Voor de afdelingen zonder verneveling waren de behandelingen: 12 - ongeschermd, niet omzetten

13 - schermen vanaf 300 W/m2, niet omzetten

14 - omzetten van ongeschermd naar 300 W/m2, 6 weken voor einde teelt 15 - van 300 W/m2 naar ongeschermd, 6 wk

(3)

Bij het omzetten van de planten zijn de afgevallen, de verbruinde en de

beschadigde bladeren verwijderd. Gedurende deze afhardingsperiode is in de kas de bladval en de bladverbruining gevolgd.

Vanaf week 36 hebben de planten, na het verwijderen van de afgevallen, bruine of beschadigde bladeren, een transportsimulatie van 14 dagen gehad (donker; 15 C; RV 70%) en zijn daarna in een houdbaarheidsruimte gezet. De controle-planten zijn direct in de houdbaarheidsruimte gezet (licht: 3 W/m2 van TL-84, gemeten op tafelhoogte en gedurende 12 uur per etmaal; 20 C; RV 60%). De

planten kregen (na een beoordeling op bladval) leidingwater naar behoefte met het eb/vloedsysteem.

De proef is in twee herhalingen uitgevoerd: de planten waren afkomstig uit de twee herhalingen van de teeltproef 1406-7, kregen de transportsimulatie in twee verschillende transportcellen en zijn in twee houdbaarheidsruimtes gezet. Per proefveldje zijn drie planten gebruikt, alle waarnemingen zijn steeds aan dit groepje van drie planten gedaan.

De planten zijn na de transportsimulatie gedurende acht weken in de

houdbaarheidsruimte beoordeeld. De mate van bladverbruining is één keer, de bladval twee keer per week waargenomen.

Het omzetten van de planten vond plaats in week 30 (- 6 weken voor het einde van de teelt) en week 33 (— 3 weken voor einde teelt). De transportsimulatie werd gestart in week 36. De laatste beoordeling was in week 46.

4. Resultaten en discussie

Voor gegevens over het gerealiseerde klimaat tijdens de teelt wordt verwezen naar proefverslag 1406-7.

In de kas is gedurende de laatste zes of drie weken van de teelt (na het

omzetten van de planten) geen noemenswaardige bladval en/of bladverbruining waargenomen.

Er was direkt na de transportsimulatie geen bladval en/of -verbruining te zien. Enkele dagen na het einde van de transportsimulatie begonnen kleine, niet volgroeide blaadjes te vallen, vanaf enkele dagen daarna vielen

voornamelijk volgroeide bladeren van de plant. Het verloop van de bladval van de omgezette, afgeharde planten staat weergegeven in de figuren 1 en 2, de bladverbruining in de figuren 3 en 4.

Bij vrijwel alle behandelingen was er duidelijk meer bladval en -verbruining na een transportbehandeling dan bij planten die direct in de houdbaarheids-ruimte zijn geplaatst. Dit is geheel in overeenstemming met eerdere

bevindingen (bijvoorbeeld: Mulderij, 1991 a en b) .

Omzetten van planten drie weken voor het einde van de teelt had bij herhaling 1 geen verschillen in bladval en -verbruining tot gevolg (figuren lc, ld, 3c en 3d). Bij herhaling 2 was het licht-afharden (van veel naar weinig licht) steeds slechter dan de omgekeerde behandeling (van weinig naar veel licht) (figuren 2c, 2d, 4c en 4d). Deze trend is ook duidelijk terug te vinden bij planten die zes weken voor het einde van de teelt zijn omgezet van ongeschermd naar de zwaarst geschermde behandeling (figuren la, 2a, 3a en 4a). Dat licht-afgeharde planten meer bladval en bladverbruining vertonen dan niet licht-afgeharde planten is geheel tegengesteld aan de verwachting.

Bij het omzetten van planten van de licht geschermde afdeling naar de zwaarst geschermde afdeling is de trend bij de bladval daarentegen omgekeerd: na lichtafharding was er duidelijk minder bladval, hetgeen wel volgens verwachting is (figuren lb en - in iets mindere mate - 2b). Waarom dit alleen

(4)

bij deze behandeling is gevonden is onduidelijk.

Er is een duidelijk en éénduidig verband tussen de mate van bladval en blad-verbruining; deze zijn met elkaar vergelijkbaar.

In de figuren 5 en 6 staat de bladval, en in de figuren 7 en 8 de

blad-verbruining van de planten die uit afdelingen met of zonder verneveling kwamen. Het is opvallend dat bij vrijwel alle (licht-) behandelingen en bij beide herhalingen de bladval en bladverbruinlng van de planten uit de kassen met verneveling na transport aanzienlijk toegenomen is. Tussen planten uit niet vernevelde afdelingen en de controle (niet getransporteerde planten) is over het algemeen geen duidelijk verschil waargenomen.

Ook bij Nephrolepis en Dieffenbachia (planten afkomstig uit dezelfde teelt-proef) was er een duidelijk negatief effekt van de verneveling op de

transportbestendigheid en houdbaarheid (zie proefverslag 1406-7). Mogelijk hebben de planten uit niet vernevelde afdelingen door de relatief ongunstigere omstandigheden tijdens de teelt (lagere RV, hogere gewas-temperatuur) een betere weerstand opgebouwd tegen tijdelijke ongunstige situaties, zoals bijvoorbeeld een transportsimulatie. Verder onderzoek, waarbij gericht gekeken wordt naar het effect van de RV tijdens de teelt op de transportbestendigheid en de houdbaarheid, zal hierover meer duidelijkheid moeten geven.

5. Conclusies

Door de transportsimulatie was er aanzienlijk meer bladval en bladverbruining. Het afharden van planten, door ze drie of zes weken voor het einde van de

teelt in een zwaarder geschermde afdeling te plaatsen, had in de meeste gevallen een negatief effect op de houdbaarheid. Alleen bij planten die zes weken voor het einde van de teelt omgezet waren van licht schermen (600 W/m2) naar zwaar schermen (300 W/m2) bleek het effect van het afharden naar

verwachting (positief) te zijn. Het is onduidelijk hoe dit verklaard kan worden.

Planten uit afdelingen waarin niet werd verneveld tijdens de teelt verschilden na transport weinig in houdbaarheid van niet getransporteerde (controle-) planten. Planten uit afdelingen waarin wel werd verneveld waren na transport aanzienlijk slechter (meer bladval en meer bladverbruining).

(5)

Geraadpleegde bronnen

Conover, C A . en Poole, R.T., 1975. Acclimatization of tropical trees for interior use. HortScience 10(6):600-601

Conover, C A . , en Poole, R.T., 1990. Acclimatization revisited. Foliage Digest, mei 1990.

Dijk, A.van, 1990. Houdbaarheid Ficus benjamina 'Exotica'. Proefverslag P90-37, Bloemenveiling Westland.

Mulderij, G.E. en Rozendal-Ouwerkerk, 1990. Invloed van bewaring en lichtintensiteit na afzet op de mate van bladverbruining en bladval bij Ficus benjamina 'Starlight'. Proefverslag 3102-5, PBN Aalsmeer. Mulderij, G.E., 1991a. Invloed van de lichtintensiteit direct na afzet op de

mate van bladverbruining en bladval bij Ficus benjamina 'Starlight'. Proefverslag 3102-5a, PBN Aalsmeer.

Mulderij, G.E., 1991b. Invloed van de watergeeffrequentie en de EC tijdens de teelt op de mate van de bladval na transport bij Ficus benjamina 'Exotica'. Proefverslag 3309-1, PBN Aalsmeer.

Turner, M.A., Reed, D.W. en Morgan, D.L., 1987. A comparision of light

acclimatization methods for reduction of interior leaf drop in Ficus spp. J. Environ. Hort. 5(3): 102-104.

(6)

SD

>

>

O

O

ro i

o

o

•o

t f

e r S

\ UU

4 x e t ?.. ' 1

^i«

rl

8 8 8 8 8 8 8 8 8 2 ° 8 8 8 8 3 8 S 8 R *»l*l"«> 1*W }*i»jnra )«|*1<| _ ^ >

"D

(D

i

CD

,__

O)

> >0 > >

o

o

i •»-> <D C (D X • x * X » X •

F '

I- *

\ v

x • f- *

W !

« t - ° j

^ \ xt

8 8 8 1 2 9 8 9 8 8

V

1

3 NI > > O O I 8 8 8 8 8 * 8 8 J»l»1»"» 1 « W i»\m\mm luft,^

(7)

•O > > o o ro i

o

o

\ x' i e > ' 1 i I » * • \ \ I \ \ A *

\

> i

\ \ ï

Vi

» »

U

» II t i > • — • r* •• • - f •—r- — T - • r ' ' • r 8 8 8 6 3 8 3 ( 1 8 • fe 8 8 8 6 8 8

Julian ]Wtf W*\rma ;ufr,q

3 > > O O ro i ü I I f x • i .

'x

»

M

;

I

V U i

r » • 9 !• J >• 3 » ^ « X [-9 » tfck \ 't • » j 8 8 8 g 3 R 9 R f i 8 8 8 B 8 R 9 8 8 2

I

! I « l » 1 « " 1"J»U J»l^"" 1«M1

(8)

> > o o ro i

o

o

o

ix r 3

u

* e l 9 : ' I 1

. ' i

i t i * \

4

Ai,

\ ! 9 * r 5 » i '1 \ 'J

-, 1

ƒ-• • • — r t 1— 1 " ~ ' T - . 1 y to > >

o

o

fO I

o

o

f f C P L L L L 0 0 0 0 0. Q.0.0. m u i c c c c CD OD 0 0 L L C. L * » * » * * f 1 I + + f» +> P *> J C C X X o o o o 0 V 0 ) - ' c o c o - > - > 0 1 0 1 5 0)5 O) 1 I --» C--» c © _ o _ 0 0 0 0 > > > 5 x o # *

*<u

* •

H

I / ! f

A 1

i •

-4

^ \ \l

vi \ U L I- 9 I /

( i •

* • • - IS r R 8 8 8 e ? a 3 a a o o

c

f^quirvjq p^quiruq

D

L

JQ

L

(D

>

HD

(0

CD

K)

6)

>0 > > o o ro i (D \

N^

• t i x e r j té -9 i X 8 - S l : xe - s i : » - 3 * : \ \ | ' x« 3 > > o o ro i o / \

r '

t- 9 . \ * 4 V ; 8 s s e « a » ( i a -+ & 8 8 8 K 8 8 8 8 8 r • i -• 1- k W1«IM P*II«»M

(9)

- Y 3 SD > >

o

o

ro

i

o

o

o

\ \

w

r *

H i / ' ! X e i i \ • « • - 3 » i! h i i

i

-Y 3

ro

H > > _*

o

o

co

1

o

S3 P *» P P L L L L 0 0 0 0 0 . 0 - 0 . 0 . 0 (0 » (0 c c c c 0 05 (0 OD L L L L P i> P p 1 1 + + » % » * p *> *> p X X X X 0 0 0 0 •— • • . -_>_»_»_/ a>~> o v _ 0 - 0 C 0 C 0 - > - > 0 1 (9 1 5 0 ) 3 ro 1 1 --» C - ' c 0 0 -( 9 0 0 0 > 3 > 3

X0#Sf

xAèïl

\ \ \

/l l.

1/ I * « - 3 i I i ' !

1''

X$* ^ 5

• i !

v. i iéc'r 3., ' • I « V U'! * * * * ft

i

i I- R 8 8 8 2 3 8 3 8 8 • + fe • + f e

O)

C

p^quinjq P*l1»t"l

«r*

? ?

x

r *

D

L

-Q

L

0

>

" D

CO

— /

CD

<r

0)

u--^ ^ - < j > > o o i 4-> (D C (0 • - J » - 3 l » - 3

> 1 f '

1 i V -Y 3 > >

o

o

ro

i <->

O *

L

»

i k k - j i ex - s

V

\ Vi

M ftc-s < n> ; 8 « 8 e « 8 9 i i a p»11 »I«"* m i » I M

(10)

ö)

c

<D

>

<D

C

L

0

>

L

œ

•o

c

o

N

\ 4->

£

CD

>

•o

(D

CD

in

LL_

o

o

c

0 e <_ <D ü (ƒ) C e L (D X ü 0) +> CD

r

V \ • ! • X 1-9 \ [ * i * * x - 3 —t 1 « — r-

— 1

8 8 8 6 3 8 3 8 » {tiMirwo ^«pvtq * x X • k x • V x k - 3 . * M g g a e s B S B R * - » ^ - - i k + * x \ *x \ . * « \ , " V • e * \ r 3 i w 5 ! • » - ft * x- 8 \ •; p <D C 1 Is O

o

fO "0 L L L L 0 0 0 0 0.0-Q.Q. (D 0» (0 (0 c c c c ( 1 It II L L L L ^ P t > p 1 I + + 0 0 0 0 > > > > 0 0 0 0 c c c c + 1 + 1 X 0 * $ X < ö * * 1 t 1 m *i « r J \ h 3 « S r 3

vi I

\ ! Ï1 8 8 8 e 8 8 8 8 } « | j i l f w n ;««ptin r ' » - * S • » • \ \ i \ S • \ 1 - S " •» - 9M • •

o

o

t CD ~Z-\ x è i- s > X • - 3 \ . ' ! \ i ' kx • - s l'. i ! I I i i » i i i i i • 8 8 8 0 8 8 9 8 8

V;

l

i

U !

\l

! )*l^nmi j u p u j t i ^ i a n \***\i

(11)

^ Xe i i

ö)

C

>

<D

C

L

<D

>

L

<D

•o

c

0

N

\ ^ >

<D

£

(0

>

"0

(0

CD

Q)

U-o

o

c

© £ L (D X Ü If) i x è •• 9 \ l ! \ \ \ se a - 3 1( 8» r 5 X » - Si X » ft

_ 1

8 8 8 ß 8 S ! S S ! 8 }i|*r|nm> ',tAf»iq * * r * c £ C_ 0 X Ü (0 4-> 0 (0

' . , \

*

¥-• > ^ 3 . • X * • ft g g 8 e * 8 s a a i t « NO \ ' » e - s 1 i i i x ^ - ; i 1 • : xjß- SJ, I , • M . • II > P CD C 1

o

o

K) a L L L L 0 0 0 0 Q . Q . 0 - Q . « 1 1 ( 1 1 C C C C co co co co L C L L w p »> p I I + + 0 0 0 0 > > > > 0 0 0 0 c c c c + 1 + 1 X 0 # f

* è * *

x e i »

r '

x 4 l »

• ' i

. ' M

«x e i- 9 v ' i \ ' | % • r 3 • » i • self' ; « i ! » A

» s

i

8 8 8 6 3 8 3 8 8 j * l Mirare ",«*f*;q

o

o

m

i (S 1 l X» • - 3 X X • - 9 x U - ; \i • x Ér It s s e a a s R A

(12)

ö)

c

>

(D

C

L

<D

>

L

<D

" ö

C

O

N

\

(D

£

o

o

c

(D E L © X ü / \

N

\ \ I 1 1 T

f V '

» . ' ! \'! « r 3 I I !

4*3

* - 3

V

JU. <D O O "0 V> « 4-> *> ( . ( . L L 0 0 0 0 o. o.

o.a.

c c c c (0 <D (0 (J L L L L 1 I + + 0 (9 © 0 > > > > 1 111 I c c c c + 1 + 1 x o # - f

*èè*

\ ff X J-3

4 :

^ 3

V,

«i i- *

\ W - 3 ' i Ü - 3

ii!

'. f'

\ I

s

?

\U

8 8 8 2 3 3 9 8 8 1 1 O O •+ fc

O)

c

prtq uiiuq pr.quiruq

D

L

-Q

L

(D

>

•o

Q

— »

CQ

N .

0)

r F L <D X u (0 <-> CD z (D

W r »

\ k* « r 3 i O O ro i <D \

N.

i i i \ \ f « ^X • r 3 \ , ;

\

L.

i < ' i *$ •- 3 '•; '• > Ü

k*

i

i>

si.

I

i.

i

L-8 8 8 8 8 8 3 8 8 •4-fc O O 8 8 8 8 3 8 3 8 8 2 W 1 « I M P*11"i»'1

(13)

en

c

<D

>

<D

C

L

©

>

L

<D

HD

C

0

N

\ 4->

(D

£

o

o

C G)

e

L (D - C 0 I, ; l i \ » - 3 Il ! I l I l ' < •

* l

3 »: I' S

'A-- ii , f » f !

U

•> (D O O

to

TJ 4 J l > * > *> L L L I . 0 0 0 0 a a a o . to <o a) a c c c c 0 0 (S (V ( . L L C *> *> P P 1 I + + (D (D O 0 > > > > 0 0 0 0 c c c c + 1 + 1 X Q # ^ * < ! ) * * • 1 » j - 3

I i ï

* * »L s

\' 1 i

M'

' \ J

* M- 3 \ 1.' 1 \ 11

et s

- 91 s a 8 8

0)

c

(»iquiru, ptiquiiuq

D

L

L

<D

>

" 0

(D

— ;

CD

00

Ö)

r 0 L u +> (D 2 -(0 fx 9r 3 N » I -• # * ft»1

i

-o o o ro i (D f »r * i , • i i ' ' I \ * * * ifc- 3 I i I f { s a a e s a s a a + u 8 « 8 B a a s a a -+ h Wl»!»^ m i » I M

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

These are mainly (1) household size and implications for biodiversity conservation; (2) the knowledge of PFM in the Diepwalle and Covie communities; (3) representation on PFM

In die tweede fase word die hele gemeenskap ingesluit, want hier word 'n gemeenskaplike voorvader vereer (Hearn, 1907:92;94). In die derde fase van Shinto is die

Breng de rechthoeken in dezelfde stand, dat wil zeggen met (bijvoorbeeld) de lange zijden horizontaal. 1) Als de diagonalen even steil zijn, zijn de rechthoeken gelijkvormig. 2) Als

• Leverancier van wholesale (upstream) essentiële inputs, concurreert op de retail (downstream) marktA. Consumenten

Voor de betrouwbaarheid wordt meestal

Bereken hoeveel gram van het zout Frits op zal moeten lossen in water om de oplossing te maken waarmee hij de carbonaationen kan verwijderen....

Geef je antwoord tot op de seconde nauwkeurig. Bewijs dat deze formule klopt en leidt ook een formule af voor  , de hoek die de kleine wijzer heeft gedraaid in radialen. d) 