• No results found

Fytosanitaire risicobeheersing in plantaardige sectoren : verdediging is de beste aanval

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Fytosanitaire risicobeheersing in plantaardige sectoren : verdediging is de beste aanval"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Fytosanitaire risicobeheersing in

plantaardige sectoren: verdediging is de beste aanval

Annemarie Breukers, Youri Dijkxhoorn en Johan Bremmer LEI Wageningen UR, Hollandseweg 1, 6701 KN Wageningen; e-mail: Annemarie.breukers@wur.nl

De dreiging van fytosanitaire risico's neemt toe. Denk bijvoorbeeld aan de groeiende aaltjespro-blematiek in vollegrondsteelten en de recente Clavibacter-uitbraken in tomaat. Dergelijke incidenten hebben grote economische gevol-gen voor getroffen ondernemers en schaden het imago van sectoren. Bovendien leiden ze tot groeiende regeldruk. Het ministerie van LNV wil daarom toe naar een effectiever fytosanitair beleid met meer aandacht voor risicobeheersing in de sector zelf. Dat werkt alleen als alle onder-nemers meedoen. Maar in hoeverre willen en

kunnen ondernemers hun verantwoordelijkheid

nemen?

Om hier een beter beeld van te krijgen heeft het LEI een analytisch kader ontwikkeld, gebaseerd op de Theorie van Gepland Gedrag van Ajzen (Ajzen 1991, Breukers et al. 2009). Verondersteld wordt dat de risicoperceptie van de ondernemer het nemen van bedrijfsmaatregelen beïnvloedt. Immers, een ondernemer die zich niet bewust is van enig risico zal niet snel geneigd zijn hier maatregelen tegen te treffen. Risicoperceptie bepaalt dus mede de houding {attitude) van de ondernemer ten aanzien van het nemen van bedrijfsmaatregelen. Ook het sociale netwerk, de druk die de ondernemer ervaart om al dan niet maatregelen te nemen {subjectieve norm) is van invloed op zijn gedrag. En tot slot moet de on-dernemer zelf ervan overtuigd zijn dat hij in staat

(2)

is om maatregelen te treffen (verwachte

zelfcon-trole), wil hij daadwerkelijk actie ondernemen.

Deze vier elementen worden beïnvloed door een scala aan persoons-, bedrijfs- en risicogebonden factoren, die verklaren waarom de ene onderne-mer de andere niet is.

Het analytisch kader is in eerste instantie kwali-tatief toegepast voor verkenning van drie sec-toren. Per sector is een discussiebijeenkomst met vertegenwoordigers georganiseerd, waarbij gebruik gemaakt werd van een Group Decision

Room. Vervolgens zijn in een grootschalige

kwantitatieve praktijktoetsing ruim 300 onder-nemers in de tomaten-, tulpenbollen- en aard-beiensector mondeling geënquêteerd. Op basis hiervan zijn veronderstelde relaties getoetst en zijn verschillen binnen en tussen sectoren geanalyseerd. De resultaten weerspiegelen de verschillende karakters van de sectoren, maar geven ook inzicht in aspecten als kennisniveau, verantwoordelijkheidsgevoel en belemmeringen in het nemen van maatregelen. Enkele highlights zullen tijdens de voorjaarsbijeenkomst gepre-senteerd worden.

Het onderzoek biedt handvatten om overheid en sector dichter bij elkaar te brengen voor wat betreft beheersing van fytosanitaire risico's. De praktijktoetsing heeft het belang van fytosani-taire risicobeheersing bij ondernemers onder de aandacht gebracht. Resultaten ervan laten zien waar knelpunten liggen in de beheersing van fytosanitaire risico's, waardoor gerichter gezocht kan worden naar oplossingen. Ook kunnen com-municatie en kennisoverdracht beter worden afgestemd op de behoeftes van de doelgroep.

Referenties

Ajzen, I (1991) The theory of planned behaviour. Organisational behaviour and human decision processes 50:179-211 Breukers MLH, Bremmer J, DijkxhoornY&Janssens SRM (2009)

Phy-tosanitary risk perception and management; development of a conceptual framework. Rapport 2009-078, LEI, Den Haag: 109 pp

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De in gang zijnde artilleristische voorbereidingen moesten derhalve worden omgegooid, het bevel tot stellingverandering wederom worden gewijzigd. De aan de Lt. gegeven belofte

Enkele van deze criteria zijn: (a) er is sprake van een preventieve opvoedingssituatie, (b) het gezin stelt zelf een vraag tot opvoedingsondersteuning, (c) het gezin beschikt over

De Huizen van het Kind zijn een belangrijk instrument voor verschillende actoren en beleidsdomeinen om op aan te sluiten als het gaat over het waarmaken van opdrachten naar

Het verder uitwerken van gezondheidsef- fecten in de MKBA-systematiek betekent wel een extra onderzoekslast. Het is ook niet altijd nodig dat gezondheid een grote rol

Noot: Totale factorproductiviteit geschat met de Wooldridge (2009) methode op basis van Bel-First gegevens (Bu- reau van Dijk, 2012); groei is berekend als de sa-

OpsommenderWYs kan as stelling neerge1e word dat daardie mate van interne sensuur, se1fkritiek en se1fbeheersing wat globaa1 deur die Suid-Afrikaanse koerante

As the incidence of the occurrence of disasters in South Africa and their intensity are expected to continue to increase, local government as the first in line of response will

- Het is onduidelijk welke inventarisatiemethode gevolgd wordt: op welke manier de trajecten afgebakend worden en welke kensoorten (gebruikte typologie) specifiek worden