Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
APPENDICITIS:
GANGRENEUZE INFECTIE, INFECTIE MET PERFORATIE VAN DE APPENDIX
• Klinische aspecten en commentaren
o Met of zonder lokale of diffuse peritonitis.
o Diagnose gebaseerd op een combinatie van klinische elementen (abdominale, pijn, lokale gevoeligheid, in-flammatie), laboratoriumgegevens en beeldvorming [CT scan (echografie mogelijk alternatief)].
o Chirurgische behandeling is essentieel (controle van de infectiehaard). o De vermelde antibiotherapieën voorkomen ook postoperatieve infecties. • Betrokken pathogenen
o Enterobacteriaceae. o Anaëroben.
• Empirische anti-infectieuze behandeling o Regimes.
Amoxicilline-clavulanaat. Cefuroxime + metronidazole. Cefuroxime + ornidazole. o Standaard posologieën.
Amoxicilline-clavulanaat: (2 g amoxicilline + 200 mg clavulanaat) iv q8h of (1 g amoxicilline + 200 mg clavulanaat) iv q6h.
Cefuroxime: 1,5 g iv q8h.
Metronidazole: 1,5 g iv q24h of 500 mg iv q8h. Ornidazole: 1 g iv q24h.
o Totale duur van de adequate (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling. Patiënten met gangreneuze appendicitis: tot 1 à 3 dagen na de chirurgische ingreep.
Patiënten met perforatie (met of zonder lokale of diffuse peritonitis): tot 3 tot 7 dagen na de chirur-gische ingreep.