Groen en welbevinden
Hoe kan het groen in de directe woonomgeving bijdragen
aan het welbevinden van verschillende bewoners?
Overzicht
Het bredere kader: ecosysteemdiensten
Relatie groen (in woonomgeving) – gezondheid
Mechanismen achter de relatie groen - gezondheid
Ecosysteemdiensten (Liekens et al., 2013)
Definities:
●
Ecosysteem = het geheel van biotische (levende)
en abiotische (niet-levende) elementen die het
samenleven van levende organismen in een
bepaald gebied kenmerken.
●
Ecosysteemdiensten = de goederen en diensten
geleverd door een ecosysteem die bijdragen tot
voordelen (baten) voor de mens (MEA, Reid 2006).
Relatie groen - gezondheid
Voorbeeld 1: groen en zelfgerapporteerde gezondheid
Hoe lager het percentage groen in de woonomgeving, hoe
meer mensen hun gezondheid als vrij laag beoordelen.
Relatie groen - gezondheid
Voorbeeld 2: groen en het vóórkomen van ziektes●
24 ziekteclusters onderscheiden, van cardiovasculair en luchtwegaandoeningen tot mentale gezondheid
Bij 15 van de 24 ziekteclusters gaat meer groen gepaard met lager vóórkomen (prevalentie).Relatie groen - gezondheid
Voorbeeld 3: groen en levensverwachting
Een hoger percentage groen in de woonomgeving gaat gepaard
met een (iets) hogere levensverwachting
MAAR: associatie is nog geen causatie
Mogelijk niet-oorzakelijke redenen verband groen in
woonomgeving en gezondheid
●
Samenstelling lokale bevolking anders
●
In termen van gezondheid
●
In termen van gezonde leefstijl
●
Groenarme woonomgeving veelal ook stressvoller
●
Hogere bevolkingsdichtheid
●
Conflicteren leefstijlen
●
Slechtere milieucondities (luchtkwaliteit,
lawaai)
Associatie is nog geen causatie (2)
Niet oorzakelijk
Wel oorzakelijk
Gemeenschap pelijke factor X Groen Gezondheid Groen Gezondheid associatieMechanismen achter de relatie groen -
gezondheid
Belangrijk omdat alleen als er sprake is van een positief
oorzakelijk verband vergroenen ook
gezondheids-verbetering zal leiden
Belangrijk omdat het mechanisme inzicht kan geven in
hoe het groen het beste vormgegeven kan worden om
een gezondheidsbevorderende effect te bereiken
Intermezzo: over mediëren en modereren
Vier paden van Hartig et al. betreffen mediatoren: een
tussenliggende schakel in het causale proces
Moderatoren: factoren die een relatie beïnvloeden
●
Tussen groen en mediator
●
Of tussen mediator en gezondheid
Mogelijke moderator: type persoon
Mediatie
Moderatie
Mediatie en moderatie (2)
Moderator Mediator Groen Gezondheid Groen GezondheidWaarom is causatie vaststellen zo lastig?
Meeste onderzoek is dwarsdoorsnedeonderzoek
●
Cross-sectioneel
●
Alles gemeten op hetzelfde tijdstip
Gezondheid wordt door veel factoren beïnvloedt
●
Die ook nog met elkaar kunnen interacteren
●
(en groen in de woonomgeving is niet de
belangrijkste)
Verhuizing naar groenere of minder groene
woonomgeving (Alcock et al., 2014)
Naar groenere omgeving: in ieder geval tot 3 jaar na
verhuizing betere mentale gezondheid gemeten
Onderzoek bij eeneiige tweelingen
(Cohen-Cline et al., 2015)
Een groenere woonomgeving gaat gepaard met minder
depressie
Generiek model 2: Environment for Health Impact
Assessment (E4HIA); de Vries (in prep.)
Relatieve belang van mechanismen
Uitgangspunt: de optimale vormgeving van de lokale
groenstructuur kan verschil van mechanisme tot
mechanisme
Vraag: via welk mechanisme heeft groen dan een relatief
grote positieve invloed op de gezondheid?
Groen in het straatbeeld (de Vries et al., 2013)
Hoeveelheid groen beoordeeld
op een 5-puntsschaal
Kwaliteit van het groen
beoordeeld op:
●
Variatie in het groen●
Onderhoud●
Overzichtelijkheid●
Zwerfvuil/rommel0 5 10 15 20 25 Stress Social cohesie Groene lich. act.
Relatie gevonden tussen de hoeveelheid groen in het straatbeeld en de zelfgerapporteerde gezondheid●
Percentage van die associatie verklaard per mediatorVervolg de Vries et al. (2013): straatgroen en
zelfgerapporteerde gezondheid
0 5 10 15 20 25 30 35 Depressie Sociale participatie Lichamelijke activiteit Luchtkwaliteit (PM 2,5)
Resultaat 1: 12% lager sterfteniveau onder mensen die qua groenheid woonomgeving tot de bovenste 20% behoren dan onder mensen die qua groenheid tot de onderste 20% behoren
Resultaat 2: percentage van die associatie verklaard per mediatorJames et al. (2016): groenheid woonomgeving en
sterfte
Implicaties van mechanismen
Hoe moet het groen eruit zien om zo
gezondheids-bevorderend mogelijk te zijn?
Antwoord: afhankelijk van mechanisme
●
Ieder mechanisme heeft z’n eigen eisen en
randvoorwaarden waaronder het optimaal
functioneert
En dit kan ook nog verschillen per type gewenst
gezondheidseffect en doelgroep
Kwaliteit van het groen
Wat is kwaliteit?
Kwaliteit? Geschiktheid!
Geschiktheid voor bepaalde functie
●
Eventueel: specifiek voor een bepaalde groep
Functie: afhankelijk van mechanisme
●
Waarin moet het groen voorzien? Bijv.:
●
Goede plek om voor actieve recreatievormen
●
Goede plek om buurtgenoten te ontmoeten
Stimuleren lichamelijke activiteit: theorie
Bewezen uitgangspunt: bewegen is goed voor de gezondheid,
lichamelijk en geestelijk
Groen kan actief transport stimuleren
●
Door aantrekkelijke route vaker te voet of per fiets naarbestemming in plaats van per auto, motor, brommer, scooter etc.
Groen kan actieve vrijetijdsbesteding stimuleren
●
Door ruimte te bieden voor recreatie, sport en spelStimuleren lichamelijke activiteit: buiten spelen (De
Vries et al., 2008)
In groene buurten spelen kinderen iets meer tijd buiten
●
10%, oftewel 80 minuten per week bij een gemiddelde van 12 uur
In groene buurten zijn ouders
iets vaker tevreden over de
aanwezigheid en veiligheid
van speelmogelijkheden
De oordelen van ouders zijn sterker gerelateerd aan de
buitenspeeltijd van de kinderen dan de groennorm
●
Voldoende en veilig: 100% meer tijdAanwezig Veilig 75 80 85 90 95 100 Groenarm Groenrijk
Stimuleren lichamelijke activiteit: buiten spelen (3)
Niet alleen openbaar groen van belang voor buiten spelen
aangepaste groenindicator
●
Plattelandsbuurten altijd ‘groen’
Bij aangepaste indicator wordt in groene buurten 15% meer
tijd buiten gespeeld dan in niet-groene buurten (i.p.v. 10%)
●
Sluit ook beter aan bij oordelen ouders over speelaanbod
Meer tijd buiten spelen gaat gepaard met lagere kans op
overgewicht, maar alleen voor jongens!
Stimuleren lichamelijke activiteit: conclusies
Groen en actief transport
●
In Nederland nog weinig bewijs voor: wandel- en fiets-mogelijkheden overal goed; mooiheid route minder belangrijk
Groen en actieve recreatie
●
Groengebieden zijn populair als wandelgebied, maar ...●
Ook zonder groengebied in de buurt gaat men wel wandelen
Groene wijken zijn vaak ruim opgezette woonwijken:
●
minder winkels en andere bestemmingen dichtbij en meer parkeerruimte voor auto’s nodigt uit tot autogebruik
Lichamelijke activiteit lijkt geen belangrijk mechanisme
Faciliteren sociale samenhang in de buurt: theorie
Uitgangspunt: sociale samenhang bevordert de gezondheid
Groen in de woonomgeving draagt eraan bij dat
buurtbewoners elkaar vaker tegenkomen (in het groen)
●
Omdat men de buitenruimte aantrekkelijker vindt, gaat men vaker naar buiten●
Mensen komen elkaar tegen in een positieve, ongedwongen sfeer en herkennen elkaar als buurtgenoten (‘meet & greet’)●
Sociale samenhang leidt ook tot meer informele controle en (gevoelens van) sociale veiligheidFaciliteren sociale samenhang: Kuo et al (1998)
Sociale woningbouw in Chicago: Robert Taylor Homes
●
Identieke flats met oorspronkelijk allemaal wat groen erom●
Bij een deel van de flats is het groen verdwenen●
Toewijzing aan appartementen gebeurt centraal vanuit het stadhuis (willekeurig t.a.v. groen)Faciliteren sociale samenhang: Kuo et al (1998)
Bewoners met groenere gemeenschappelijke buitenruimte gebruikten de buitenruimte meer dan bewoners met een minder groenebuitenruimte
Gebruik van de buitenruimte hing positief samen met de sociale band met medebewoners
Groenheid buitenruimte en gebruik ervan hingen ook samen met gevoelens van veiligheid
Vervolgonderzoek (Kuo & Sullivan, 2001a&b) liet zien dat●
mensen met een groenere buitenruimte ook minder agressie en geweld rapporteerden.●
bij groenere flatomgevingen ook minder criminaliteit voorkwam volgens de politierapporten.Faciliteren sociale samenhang: conclusies
Nog relatief weinig onderzocht, maar het lijkt aannemelijk dat
het mechanisme werkzaam is
Welk groen: straatbeeld
●
straat aantrekkelijker maken om doorheen te wandelen (voor je plezier)
Welk groen: groengebieden:
●
Voor ontmoeten buurtgenoten: klein verzorgingsgebied liever meerdere buurtparkjes dan één groot park●
Vooral stationaire of ‘langzame’ activiteiten (bankjes, speelveldjes, ligweides, picknickplaatsen)●
Positieve contacten conflicterende gebruiksmogelijkheden vermijden (het kan ook te multifunctioneel zijn)Interventiestudie: Groene herinrichting schoolpleinen (De Vries
et al. 2013)
In het kader van de wijkenaanpak 12 schoolpleinen in Rotterdamse aandachtswijken groen heringericht
Onderzoek gedaan bij 4 van deze scholen, plus 1 controleschool (zonder herinrichting): treden verwachte positieve effecten ook op?
Opzet onderzoek:● Voormeting in najaar 2010
● Eerste nameting in voorjaar 2012
● Tweede nameting in voorjaar 2013
Wijze van meten:● Gesloten vragenlijst, individueel afgenomen bij het kind
Beoordeling plein door kinderen
Controleschool Hildegardis Nicolaas Theresia
1 1.5 2 2.5 3 3.5 4 4.5 5 Voor Na
Beoordeling sociale klimaat op het plein
Controleschool Hildegardis Nicolaas Theresia
1 1.5 2 2.5 3 3.5 4 Voor Na
Problemen hebben (welzijn: lagere score is beter!)
Controleschool Hildegardis Nicolaas Theresia
1 1.2 1.4 1.6 1.8 2 2.2 2.4 2.6 Voor Na 2
Waarom leidt niet elke groene herinrichting tot een
aantrekkelijker plein? Case Theresiaschool
Eerste nameting
kwam te vroeg?
Case Theresiaschool (2)
Conclusies groene schoolpleinen
Een groene herinrichting (met tegelijkertijd een groter engevarieerder plein als resultaat) kán eraan bijdragen dat er minder gepest wordt op het plein.
Mede hierdoor kan zo’n herinrichting op termijn zelfs het algehele welzijn van de kinderen vergroten.
Voorwaarde lijkt wel dat de herinrichting dan ook in de ogen van de kinderen tot een aantrekkelijk(er) plein leidt:● Het plein moet bestand zijn tegen de speeldruk (zonder te veel beperkende maatregelen)
● Populaire ‘oude’ spelactiviteiten moeten nog steeds goed mogelijk zijn
Reduceren of voorkomen van stress: theorie
Bewezen uitgangspunt: chronische stress is ongezond
Twee theorieën rondom contact met natuur en stress
●
Evolutionair: savanne-achtige natuur is onze natuurlijkehabitat; daar voelen we ons nog steeds thuis. De voorliefde voor natuur zit in onze genen. (SRT-Ulrich/Biophilia-Wilson)
●
Cognitief: een groene omgeving is een omgeving die geen aandacht opeist of zelfdiscipline vereist; daarom kun je hier goed herstellen van stress of aandachtsmoeheid (ART-Kaplans)Reduceren (chronische) stress: Ulrich (1984)
GezondheidskenmerkHerstel na galblaasoperatie: ligduur, gebruik pijnstillers, aantekeningen verplegend personeel
OmgevingskenmerkUitzicht vanuit ziekenhuiskamer: blinde muur vs. bomen
ResultatenOp alle drie kenmerken positiever bij bomen in zicht
Uitzicht muur Uitzicht bomen
Stress: groen en gebruik ADHD-medicatie
De Vries et al. (2015): relatie
groen binnen 250 meter en
prevalentie gebruik
ADHD-medicatie door kinderen
●
data Achmea
Interactie WOZ-waarde
woningen en hoeveelheid
groen
●
in armste buurten bij 45% i.p.v. 25% groen ruim 10% lagere prevalentieJongeren en emotionele zelfregulatie
Publieksonderzoek onder jongeren door Motivaction●
In opdracht van Stichting wAarde
Driekwart (73%) van de jongeren geeft aan dat zij het afgelopen jaar wel eens teveel stress hebben ervaren. Voor een derde (33%) van de jongeren was dit zelfs (redelijk tot heel) vaak.
Om gevoelens van stress te verminderen, praten jongeren vooral met anderen (37%) of maken/luisteren muziek (39%).
•Bijna een vijfde (18%) gaat de natuur in en 14% gaat naar buiten om te sporten om stress te verminderen (samen 28%).Jongeren en emotionele zelfregulatie (2)
Een grote meerderheid (79%) van de jongeren kiest er wel eensbewust voor om tijd in de natuur door te brengen (minimaal 1 keer
per jaar).
De frisse lucht en de mooie omgeving zijn voor jongeren die er wel eens bewust voor kiezen om tijd in de natuur door te brengen de meest genoemde redenen (respectievelijk 90% en 89%).●
Bijna twee derde (63%) geeft aan dat zij tijd in de natuur doorbrengen (mede) omdat het hun stress vermindert.
Een meerderheid van de jongeren geeft aan dat zij na eennatuurbezoek weer een frisse blik hebben (61%), er weer tegenaan
kunnen (60%) en minder stress ervaren (54%). Een kwart (24%) geeft