• No results found

Controleer je verlangens : conflict-adaptatie binnen het eetdomein

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Controleer je verlangens : conflict-adaptatie binnen het eetdomein"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 1

Controleer Je Verlangens:

Conflict-Adaptatie Binnen het Eetdomein

Eline M. Roordink, BSc

Studentnummer: 10830162

23-06-2015

Begeleiding: D. (Daniela) Becker, MSc & Prof. dr. R.W. (Rob) Holland

Masterthesis Psychologie van Gezondheidsgedrag

Universiteit van Amsterdam

(2)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 2

Samenvatting

Dagelijks maakt men veel gebruik van cognitieve controle, onder meer bij het nastreven van doelen in een omgeving die veel afleidende factoren bevat. Een voorbeeld van zulke afleidende factoren zijn (voedsel) verleidingen. Echter, uit onderzoek is gebleken dat controle niet altijd helpt in het weerstaan van verleidingen. Het huidige onderzoek gaat verder in op de vraag of controle

daadwerkelijk helpt in het weerstaan van verleidingen, binnen het eet-domein. Meer specifiek, er wordt getracht antwoord te vinden op de vraag of conflict getriggerde cognitieve controle ook responses faciliteren bij een volgende trial (conflict-adaptatie effect), wanneer deze trial een

motivationele eet-cue bevat op een irrelevante dimensie. Om deze vraag te beantwoorden hebben N = 39 participanten een congruentie-taak uitgevoerd, waarin sprake was van de inhibitie van een

motivationele eet-cue. Uit de resultaten bleek dat, tegen de verwachting in, het conflict-adaptatie effect in stand bleef ondanks de aanwezigheid van een motivationele eet-cue. Opvallend, het

conflict-adaptatie effect bleek wel kleiner te worden naar mate de participanten hongeriger waren, maar alleen wanneer gecontroleerd werd voor vorm en versie. Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen of het uitblijven van ondersteuning daadwerkelijk toe kan worden geschreven aan de belonende waarde van eten of dat een aangepaste congruentie-taak nieuwe inzichten biedt.

(3)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 3

Controleer Je Verlangens: Conflict-Adaptatie Binnen het Eetdomein Ongeveer de helft van de tijd dat iemand wakker is wordt er een bepaalde verleiding waargenomen, waarvan bijna de helft van deze verleidingen wordt beschreven als enigszins

conflicterend met de doelen, waarden of motivaties van deze persoon. Innerlijk conflict is daarmee een veel voorkomend kenmerk van het dagelijks leven (Hofmann, Baumeister, Förster & Vohs, 2012). Er wordt dagelijks dan ook veel gebruik gemaakt van zelfregulatie, om zo de frequent voorkomende (doel) conflicten te voorkomen of op te lossen. Onder zelfregulatie wordt het uitoefenen van controle van iemands eigen reacties verstaan, om zo doelen na te streven en aan de eigen standaarden te voldoen (Peterson & Seligman, 2004). Zelfregulatie wordt ook wel gezien als het innerlijke mechanisme voor het oplossen van (doel) conflicten (Hofmann et al., 2012). Echter, onderzoek is gebleken dat controle niet altijd helpt in het weerstaan van verleidingen (Becker, Jostmann & Holland, 2012). Het huidige onderzoek gaat verder in op de vraag of controle helpt in het weerstaan van

verleidingen, maar op een nieuw domein namelijk ‘voedselverleidingen’. Mochten de verwachtingen bevestigd worden, dan kan dit vraagtekens zetten bij het gegeven of controle wel écht helpt in het weerstaan van verleidingen, met in het specifiek voedselverleidingen.

Cognitieve controle in het dagelijks leven

In het dagelijks leven krijgt men te maken met veel verschillende informatie van buitenaf. Wanneer men een bepaalde taak uitvoert is het echter van belang dat slechts relevante informatie wordt geselecteerd en men niet wordt afgeleid door irrelevante stimuli of gedachten. Dergelijke afleiding zou namelijk kunnen leiden tot ongepaste acties, waaronder het maken van fouten. Om dit te voorkomen wordt er gebruik gemaakt van cognitieve controle (Van Veen & Carter, 2006). Cognitieve controle verwijst naar het menselijke vermogen om opzettelijk een wenselijke respons uit te oefenen in het licht van een sterkere maar ongepaste respons (Dreisbach & Fischer, 2012). Een voorbeeld van zo’n taak in het dagelijks leven luidt als volgt: ‘Terwijl iemand op weg is naar de keuken om een schaar te pakken, zorgt het lopen langs een kast met lekkere snacks ervoor dat deze persoon begint met het uitkiezen en eten van een snack, waarna deze zich later afgevraagd wat het oorspronkelijke plan was in de keuken’. Dit alledaagse voorbeeld illustreert het belang van cognitieve controle wanneer men een doel wil nastreven in een omgeving die veel afleidende factoren bevat. Focussen op doelen is

(4)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 4

dus noodzakelijk om non-routine taken succesvol uit te voeren, voornamelijk in het licht van proponent gedragsmatige of stimulus-getriggerde responses (Scherbaum, Dshemuchadse, Ruge, & Goschke, 2012).

Functies van cognitieve controle

Kenmerkend voor deze zojuist genoemde momenten van afleiding en/of verleiding is een conflict tussen twee huidige doelen (Hofmann et al., 2012). Een van de centrale functies van cognitieve controle is dan ook het oplossen van conflicten in informatieverwerking. Meer specifiek gezegd, controle minimaliseert het optreden van crosstalk tussen parallelle informatieverwerking. Crosstalk vindt plaats wanneer verwerkingsroutes voor twee stimuli overlappen, waardoor de verwerking niet meer parallel kan plaatsvinden maar de stimuli interfereren of interageren. Crosstalk beïnvloedt prestaties in een zeer breed scala aan domeinen en wordt in verband gebracht met het plaatsen van een centrale beperking op de menselijke informatieverwerkingscapaciteit (Botvinick, Braver, Barch, Carter & Cohen, 2001).

Het idee dat controle dient om crosstalk te verminderen geeft aanleiding voor het bestaan van conflict monitoring, wat refereert naar een systeem dat toezicht houdt op het optreden van conflicten in de informatieverwerking (Botvinick et al., 2001). De conflict monitoring theorie biedt een

verklaring voor de flexibele aanpassingen van cognitieve controle en is gebaseerd op de

veronderstelling dat conflicten dienen als een signaal dat aangeeft dat er behoefte is aan een grotere input van controle processen. Als gevolg van dit signaal leiden conflicten tot een verhoogde beschikbaarheid van cognitieve controle en daarmee tot een verhoogde activering van relevante doelen, om zo beter voorbereid te zijn op een volgende confrontatie met tegenstrijdige bronnen (Scherbaum et al., 2012).

De invloed van beloningen

Naast dat cognitieve controle samenhangt met conflict is gebleken dat de hoeveelheid cognitieve controle óók afhangt van affectieve processen. Een van deze affectieve processen kan worden gevonden op het gebied van beloningen. Gesteld wordt dat beloningen sterk samenhangen met motivatie. Tevens wijst een groeiende hoeveelheid bewijsmateriaal erop dat motivatie en attentie nauw met elkaar verbonden zijn, waarbij attentie wordt gezien als een belangrijke determinant in het

(5)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 5

uitoefenen van invloed op uiteindelijk gedrag (Engelmann, Damaraju, Padmala & Pessoa, 2009). Bevindingen uit het onderzoek van Engelmann en collega’s (2009) suggereren dat motivatie - in dit geval het winnen óf het voorkomen van verliezen van geld - de effecten van (visuele) attentie

verscherpt, waardoor het gedragsmatige voordeel van attentie wordt verhoogd. Echter, de verscherpte attentie in het licht van een beloning kan ook een nadelige uitwerking hebben. Zo is uit onderzoek van Pessoa (2009) gebleken dat impliciete beloning associaties met taak-irrelevante

stimuluseigenschappen kan leiden tot een toename van de prominentie van deze eigenschappen. Deze toename van prominentie kan het uitvoeren van de taak verstoren door het wegtrekken van attentie van de verwerking van de taak-relevante dimensie. Ook het onderzoek van Krebs, Boehler en Woldorff (2010) toont de invloed van affectieve processen op cognitieve controle aan. Hieruit is naar voren gekomen dat het vooruitzicht op een beloning de verwerking van respons-relevante stimulus informatie verbetert, terwijl beloning gerelateerde informatie op een taak-irrelevantie dimensie de prestatie op een taak belemmert.

Het conflict-adaptatie effect

Zoals eerder uitgelegd is het aanpassen van controle aan de eisen van een huidige taak een belangrijke functie van cognitieve controle, waarbij wordt aangenomen dat deze aanpassing wordt aangestuurd door de registratie van conflict. Dit gegeven wordt ondersteund door taken waarbij de participanten zich moeten richten op een relevant doel, terwijl afleidende informatie moet worden genegeerd (Steenbergen, Band & Hommel, 2009). Neem als voorbeeld de Stroop taak, waarin

participanten de kleur van de inkt (bv. rood) moeten noemen van een kleur-woord, terwijl de betekenis van het woord moet worden genegeerd (bv. blauw). Wanneer de kleur van het woord en het woord zelf incongruent zijn, neemt de reactietijd toe ten opzichte van trials waarbij de kleur van het woord en het woord zelf congruent zijn (Scherbaum et al., 2012). In dergelijke conflict taken wordt de werving van cognitieve controle processen gemeten door de grootte van het congruentie effect. Dat wil zeggen, het verschil in reactietijd tussen incongruente (respons conflict) en congruente (geen respons conflict) trials. Dit congruentie effect weerspiegelt de extra tijd die nodig is om het verhoogde respons conflict in incongruente (vergeleken met congruente) trials op te lossen.

(6)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 6

Echter, voor de zojuist genoemde conflict taken is gevonden dat het congruentie effect gereguleerd kan worden. Conflict in een vorige trial reguleert namelijk de werving van controle, wat tot een verminderd congruentie effect leidt na incongruente trials. Dit heet het ‘conflict-adaptatie effect’ (Scherbaum et al., 2012). Ook Gratton, Coles en Donchin (1992), die dit conflict-adaptatie effect aanvankelijk vermeld hebben, betoogden dat de participanten meer aandacht vestigden op het doel na een incongruente trial, wat het congruentie effect in een volgende trial verminderde (in vergelijking tot trials volgend op een congruente trial).

Conflict-adaptatie studies uit het verleden hebben aangetoond dat toegenomen cognitieve controle een natuurlijke respons is op een conflict. Echter, doordat cognitieve controle ook afhangt van affectieve processen blijkt dat hierdoor het conflict-adaptatie effect wellicht niet altijd opgaat. Zo demonstreren de resultaten uit onderzoek van Steenbergen en collega’s (2009) dat onverwachte beloningscues tussen de trials in een Flanker test (tevens een conflict taak) leiden tot een sterke

vermindering van conflict gestuurde adaptatie. Gesteld wordt dat de positieve affectieve informatie die een beloning met zich meebrengt leidt tot neutralisering van het conflictsignaal en daardoor zorgt voor verminderde controle. Door de interactie tussen cognitieve controle en een beloning gaat het conflict-adaptatie effect hier niet op.

Huidig onderzoek

Aangezien het conflict-adaptatie effect door de invloed van affectieve processen op cognitieve controle dus niet altijd opgaat, richt het huidige onderzoek op het nader onderzoeken van dit gegeven. Wat in de onderzoeken van onder andere Steenbergen en collega’s (2009) en Krebs en collega’s (2010) namelijk nog niet is onderzocht, is of conflict getriggerde cognitieve controle ook kan helpen om irrelevante beloningsinformatie te negeren. Oftewel, verbetert conflict getriggerde cognitieve controle ook attentie op een volgende trial wanneer deze trial om de inhibitie van een motivationele cue vraagt? De algemene vraag die in het huidige onderzoek centraal staat luidt dan ook: ‘Helpt cognitieve controle in het reguleren van attentie als er een motivationeel significante cue aanwezig is?’

Een eerste onderzoek naar het reguleren van attentie in de aanwezigheid van een motivationeel significante cue is reeds gedaan door Becker, Jostmann en Holland (2012), waarin deze motivationele cue een geld-cue betrof. De motivationele cue is op een tweetal manieren tot uiting gekomen.

(7)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 7

Enerzijds door de associatie met winst en anderzijds door de associatie met het voorkomen van verlies, zodat de koppeling met beloning in stand blijft. Deze verschillende associaties zijn beide effectief bevonden. Resultaten uit het onderzoek impliceren dat conflict getriggerde cognitieve controle niet helpt in het reguleren van attentie wanneer er een motivationeel significante geld-cue aanwezig was op de irrelevante dimensie. Het huidige onderzoek zal verder doorgaan op het onderzoek van Becker en collega’s (2012), maar in plaats van een geld-cue zal de motivationele cue een eet-cue betreffen. Voedselbeloningen

Een belangrijke en veel voorkomende motivationele stimulus waar men in het dagelijks leven mee te maken krijgt is voedsel. Tegenwoordig leeft men in een omgeving waarin voedsel op grote schaal beschikbaar is, waardoor het niet meer enkel wordt gezien als een bron van voeding, maar ook als een (sterke) beloning die op zichzelf eten bevordert (Volkow, Wang, & Baler, 2011). Uit eerder onderzoek is gebleken dat (voornamelijk ongezonde) eet-cues automatisch attentie trekken doordat deze worden gezien als aantrekkelijk, smakelijk en bovenal belonend (Kakoschke, Kemps &

Tiggemann, 2014). Een theorie die de relatie tussen de attentie-bias voor eet-cues en de uiteindelijke consumptie verklaard is Berridge’s (2009) model van voedselbeloning. Volgens dit model wordt er een motiverende waarde toegeschreven aan eet-cues door klassieke conditionering. Eet-cues (zoals het zien of ruiken van eten) in de omgeving worden opvallend door de continue associatie met een

belonende ervaring (dat wil zeggen, het eten). Als gevolg hiervan vangen eet-cues attentie, wat een drijfveer is tot de consumptie ervan (Kakoschke et al., 2014). Het is dan ook interessant om de belonende werking van voedsel nader te bekijken en, in kader van het huidige onderzoek, te

onderzoeken of het conflict-adaptatie effect nog steeds opgaat wanneer de motivationeel significante cue een eet-cue betreft. De specifieke vraagstelling die hierbij kan worden geformuleerd luidt: ‘Kan conflict getriggerde cognitieve controle ook responses faciliteren bij een volgende trial (conflict-adaptatie effect), wanneer deze trial een motivationele eet-cue bevat op een irrelevante dimensie?’.

Om antwoord te krijgen op deze vraagstelling wordt er in het huidige onderzoek gebruik gemaakt van een congruentie-taak, waarbij een drietal bevindingen worden verwacht. Allereerst wordt verwacht dat participanten sneller reageren op congruente trials in vergelijking tot incongruente trials. Ten tweede wordt een vermindering van het congruentie effect verwacht na incongruente trials: het

(8)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 8

conflict-adaptatie effect. Oftewel, wanneer de vorige trial een incongruente trial betreft reageren participanten bij de huidige trial sneller wanneer deze incongruent is en relatief langzamer wanneer deze congruent is (ten opzichte van een vorige congruente trial). Ten slotte wordt verwacht dat wanneer de huidige trial een incongruente trial betreft met een motivationele eet-cue op de irrelevante dimensie, het conflict-adaptatie effect opgeheven wordt. Oftewel, participanten reageren bij de huidige trial niet sneller wanneer deze incongruent is en niet relatief langzamer wanneer deze congruent is (ten opzichte van een huidige incongruente trial zonder motivationele eet-cue op de irrelevante dimensie).

Vooronderzoek

Om te bepalen welke snacks de meeste studenten lekker vinden heeft er een kort vooronderzoek plaatsgevonden naar snackkeuze, met de intentie om in de hoofdstudie snacks te kunnen inzetten die daadwerkelijk als lekker (en daarmee tevens als belonend) worden ervaren door de doelgroep.

Methode

Participanten. De participanten werden willekeurig benaderd in de mensa (Agora) op de

Universiteit van Amsterdam. In totaal hebben 25 participanten deelgenomen (12 mannelijk, Mage = 20.76, SD = 3.05).

Materialen en procedure. Er is gebruik gemaakt van een korte vragenlijst waar de

participanten konden aangeven hoe lekker de onderstaand afgebeelde snacks beoordeeld werden. De vragenlijst bestond uit 10 verschillende afgebeelde snacks die allen beoordeeld moesten worden op een 5-puntsschaal, welke liep van niet lekker tot heel lekker (zie bijlage 1). De participanten werd gevraagd of deze ter plekke een korte vragenlijst naar snackvoorkeur wilden invullen. Na het invullen werden de participanten hartelijk bedankt voor de deelname.

Resultaten en discussie

Om te bepalen welke snackkeuze als meest lekker wordt beoordeeld onder de participanten zijn de gemiddeldes (0 = niet lekker; 5 = heel lekker) per snackkeuze berekend. Op basis van de uitkomsten (zie tabel 1) is besloten M&M’s, Skittles en borrelnootjes mee te nemen in het onderzoek.

(9)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 9

Tabel 1

Gemiddelde evaluatie per snackkeuze

N M SE M&M’s 25 4.40 .129 Skittles 25 3.44 .245 Kaasvlindertjes 25 3.44 .259 Pinda’s 25 3.12 .254 Borrelnootjes 25 3.08 .244 Gummybeertjes 25 3.04 .234 Drop 25 2.80 .224 Snoephartjes 25 2.68 .250 Pretzels 25 2.56 .192 Japanse Mix 25 2.32 .243 Pilotstudie

Voorafgaand aan de hoofdstudie heeft er een pilotstudie plaatsgevonden naar de effectiviteit van de congruentie-taak. Hierbij is onderzocht of met de geconstrueerde congruentie-taak het conflict-adaptatie effect daadwerkelijk gevonden wordt.

Methoden

Participanten. De participanten werden geworven aan de hand van een oproep op de site van

het LAB van de Universiteit van Amsterdam. De participanten ontvingen een vergoeding van 5 euro óf naar wens een half proefpersoonpunt. Aan de pilot hebben in totaal 19 participanten deelgenomen (12 mannelijk, Mage = 22.84, SD = 4.09).

Materialen, procedure en design. Er is gebruik gemaakt van een congruentie-taak. Deze

congruentie-taak is geconstrueerd op basis van het onderzoek van Weismann, Jiang en Egner (2014), om zo contingency learning confounds te elimineren. Dit wordt gedaan door rekening te houden met (1) de vermijding van het gebruik van herhalingen en (2) het even vaak voorkomen van congruente

(10)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 10

trials als incongruente trials. Dit resulteerde in een 2 (vorige congruentie) x 2 (huidige congruentie) x 3 (vorm) binnen-proefpersonen design.

In de congruentie-taak presenteerde elke trial een visuele stimulus welke bestond uit een binnenste vorm (cirkel), omgeven door een buitenste vorm (rechthoekige vorm, ovale vorm of puntige vorm). De binnenste en buitenste vorm konden zowel geel, groen, blauw als rood zijn, waarbij groen altijd werd gecombineerd met rood en blauw altijd gecombineerd met geel. Tevens was de

trialvolgorde altijd om en om, zodat er geen repetities van dezelfde kleurencombinaties konden voorkomen. Bij congruente trials was de zwarte lijn van de binnenste vorm nog altijd zichtbaar zodat de cirkel herkenbaar bleef, zie figuur 1.

Figuur 1. Voorbeelden van de verschillende vormen trials (links incongruent, rechts congruent).

Voorgaande elke trial werd een wit fixatiekruis centraal gepresenteerd op een zwarte achtergrond (500 ms). In de taak werd allereerst kort een figuur getoond (133 ms) welke altijd volledig uit één kleur bestond (zowel de cirkel als de buitenste vorm). De buitenste vorm kon rechthoekig, ovaal of puntig zijn. Echter, de oppervlakte van de buitenste vorm was identiek, waardoor de hoeveelheid kleur die de proefpersoon te zien kreeg gelijk bleef. Vlak na de eerste figuur (233 ms) werd een tweede figuur getoond, welke net zo lang gepresenteerd bleef tot de participant gereageerd had. Er was een 1000 ms tussen-trial pauze. De tweede figuur bestond altijd uit dezelfde buitenste vorm én buitenste kleur als het eerste figuur. Echter, de kleur van de cirkel in het midden kon veranderen. Participanten kregen de instructie altijd te reageren op de kleur van de cirkel van de tweede figuur en daarmee de kleur van de buitenste vorm te negeren. De taak bestond uit 4 blokken van 96 trials en tussen elk blok was een zelf

(11)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 11

getimede pauze van minimaal 10 seconden. Halverwege ontvingen de participanten een tussentijdse accuratessefeedback. Ook aan het einde van de taak werd een accuratessefeedback gegeven. De participanten reageerden door het indrukken van één van de vier mogelijke toetsen (z, x, n of m), wat gecounterbalanseerd was tussen de proefpersonen.

De dataverzameling heeft plaatsgevonden in het LAB op de Universiteit van Amsterdam, waar een viertal kleine ruimtes met een computer ter beschikking stonden. Voorgaande de computertaak werd de participant gevraagd de informatiebrochure en het informed consent door te lezen en te ondertekenen (bijlage 2 en 3). Na afloop van de computertaak ontving de participant naar keuze 5 euro of een half proefpersoonpunt.

Resultaten en discussie

Ter preparatie van de dataset zijn alle individuele reactietijden uitgesloten wanneer deze onder de 200 ms of boven de 2000 ms zaten. Incorrecte responses zijn niet meegenomen en alleen correcte

trial packageszijn geanalyseerd. De analyses zijn gebaseerd op log-getransformeerde waardes, waarbij geen problemen met kurtosis, skewness en normaalverdeling zijn gevonden. De gemiddelde accuratesse van de congruentietaak was hoog (95%), waarbij alle participanten (N = 19) boven de 80% hebben gescoord en er op basis van deze gegevens geen participanten uit hoefden te worden gesloten.

Er is een 2 (vorige congruentie) x 2 (huidige congruentie) x 3 (vorm) herhaalde metingen analyse uitgevoerd. Allereerst is er een significant hoofdeffect gevonden van huidige congruentie op reactietijd F (1, 18) = 105.382, p < .001, ηp² = .854, waarbij responses op congruente trials (M = 695.09, SE = 39.72) sneller bleken te zijn in vergelijking met incongruente trials (M = 877.16, SE = 40.27). Tevens is er een significante interactie gevonden tussen vorige congruentie en huidige congruentie (conflict-adaptatie effect), F (1, 18) = 24.396, p < .001, ηp² = .575. Ten slotte is er geen significante 3-weg interactie gevonden tussen vorige congruentie, huidige congruentie en vorm, wat een voorwaarde was voor het vervolg van de studie F (2, 36) = .304, p = .740, ηp² = .017.

Samengenomen kan geconcludeerd worden dat de congruentie-taak naar behoren werkt, met als resultaat dat deze kon worden toegepast in de hoofdstudie.

(12)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 12

Het huidige onderzoek is afgesloten met de hoofdstudie, met als doel antwoord te krijgen op de gestelde hypotheses. De hoofdstudie is opgedeeld in drie onderdelen. Het eerste deel bestond uit een hongermeting en een trainingstaak, het tweede deel bestond uit een hongermeting en de hoofdtaak en het derde deel bestond uit een aantal checkvragen, de demografische gegevens, een hongermeting, de Nederlandse versie van de Restrained Eating Scale (enkel de ‘concern for dieting’ vragen) en tot slot de Nederlandse versie van de Power of Food Scale.

Methoden

Participanten. Voor deelname werden de participanten geacht aan de volgende voorwaarden

te voldoen: niet hebben meegedaan aan een eerder en sterk gerelateerd onderzoek, minimaal 2 uur voor het experiment niet hebben gegeten, M&M’s, Skittles of borrelnootjes lekker vinden, Nederlands spreken, niet kleurenblind zijn en een maximumleeftijd van 40 jaar. De participanten werden

geworven aan de hand van een oproep op de site van het LAB van de Universiteit van Amsterdam. De participanten ontvingen een vergoeding van 5 euro óf naar wens een half proefpersoonpunt. Aan de hoofdstudie hebben in totaal 41 participanten deelgenomen. Twee participanten zijn uitgesloten van deelname vanwege het niet hebben begrepen van de taak, waardoor de uiteindelijke groep bestond uit 39 participanten (10 mannelijk, Mage = 21.03, SD = 2.54).

Materialen, procedure en design. Allereerst werd er in de hoofdstudie gebruik gemaakt van

een trainingstaak (gebaseerd op de taak van Krebs en collega’s (2010)), waarbij het doel was om de kritieke stimulus te associëren met de betekenis van verlies. In de taak werd de participanten gevraagd de identiteit van de centraal gepresenteerde stimulus (600 ms) zo snel en accuraat mogelijk aan te geven. De stimuli waren: een witte ovale vorm, een witte rechthoekige vorm, een witte puntige vorm en een witte cirkel, welke allen qua grootte overeen kwamen met de stimuli later in de taak.

Voorgaande elke stimulus werd een wit fixatiekruis centraal gepresenteerd op een zwarte achtergrond (500 ms). In de taak werd de vorm die tevens later in de taak voor verlies staat, oftewel de kritieke stimulus, bestraft met het verliezen van 1 stuks van de gekozen voedselbeloning wanneer het gegeven antwoord fout of te langzaam was (> 600 ms). Deze kritieke stimulus kon de ovale óf de puntige vorm zijn. De trainingstaak bestond uit 8 oefentrials en 40 experimentele trials (10x 4 stimuli). De

(13)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 13

het verlies na de kritieke stimulus (-1 stuks/-0 stuks). Participanten reageerden door het indrukken van één van de vier mogelijke toetsen (a, s, k of l). Er was een 1000 ms tussen-trial pauze.

Vervolgens werd er in de hoofdtaak gebruik gemaakt van dezelfde congruentie-taak als in de pilotstudie. Echter, in deze taak werd de kritieke stimulus altijd en ongeacht de prestatie bestraft met het verlies van één stuks van de voedselbeloning. Dit creëerde een 2 (vorige congruentie) x 2 (huidige congruentie) x 3 (huidige vorm) binnen-proefpersonen design. Het verlies was niet prestatiegericht, elke keer als de kritieke stimulus werd getoond verloor men automatisch wat van de beloning. Echter, de participanten verloren uiteindelijk alléén de voedselbeloning als de algehele accuratesse onder de 80% was. De kritieke stimulus was gecounterbalanseerd tussen de participanten, maar constant in beide taken.

De hoofdtaak werd afgesloten met een aantal checkvragen zoals ‘In hoeverre heb je erop gelet

welke vorm om de cirkel heen verscheen?’ en ‘Hoeveel stuks snoep verloor je automatisch als je een puntige vorm zag?’. Een tweetal checkvragen, namelijk ‘Hoe positief ofwel negatief vind je de onderstaande vorm?’ en ‘Hoe leuk of vervelend vond je het elke keer toen deze vorm verscheen?’,

werden gebruikt als manipulatiecheck, waarbij een waarde moest worden gegeven aan de

verschillende vormen (0 negatief – 100 positief; 0 vervelend – 100 leuk). De checkvragen werden opgevolgd door het uitvragen van de demografische gegevens. Hieronder vielen geslacht, leeftijd, nationaliteit (Nederlands, Duits, Frans, Marokkaans, Turks of anders), moedertaal (Nederlands, Duits, Frans, Marokkaans of anders), huidige werkstatus (student, werknemer of werkzoekende) en of men al eerder had meegedaan aan een eerder en sterk gerelateerd onderzoek.

Vervolgens is er gebruik gemaakt van een tweetal bestaande vragenlijsten. Allereerst de Nederlandse versie van de Power of Food Scale (PFS). De PFS meet individuele verschillen in eetlust-gerelateerde gedachten, gevoelens en motivaties in omgevingen waar smakelijk eten in overvloed voortdurend beschikbaar is (Lowe et al., 2009). De totale vragenlijst bestaat uit 21 items die ieder beantwoord moeten worden op een 5-punts schaal, welke loopt van helemaal niet mee eens tot helemaal mee eens. Een voorbeeld van een item is: ‘Ik denk veel aan eten, ook als ik niet echt honger

(14)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 14

alpha van .93 gevonden, wat volgens de COTAN als goed beoordeeld wordt (Evers, Lucassen, Meijer, & Sijtsma, 2009).

Ten tweede is er gebruik gemaakt van de Nederlandse versie van de Restrained Scale (RS). De RS is een schaal die ontworpen is om dieëters te identificeren en bestaat uit meerdere subschalen (van Strien, Herman, Engels, Larsen & van Leeuwe, 2007). Echter, in het huidige onderzoek is alleen de subschaal ‘Concern for Dieting’ (CS) gebruikt. CS bestaat uit 6 items, waarbij de antwoordschaal niet consistent is per item, maar varieert tussen een 4- en 5-punts schaal met verschillende

antwoordmogelijkheden. Een tweetal voorbeelden van items met verschillende schalen zijn: ‘Ik lijn…:

nooit – zelden – soms – vaak – altijd’ en ‘Zou een gewichtsschommeling van 2.5 kilo uw manier van leven beïnvloeden?: helemaal niet – een beetje – enigszins – sterk’. Gekeken naar de psychometrische

kwaliteiten van de Nederlandstalige RS, is er voor de subschaal CS een Cronbach’s alpha van .68 gevonden, wat volgens de COTAN als onvoldoende beoordeeld wordt (Evers et al., 2007). Tevens is aan het eind van de CS lengte en gewicht uitgevraagd, ten behoeve van het BMI.

Ten slotte is er gedurende de gehele taak driemaal een hongermeting gedaan (voor de trainingstaak, voor de hoofdtaak en na de demografische gegevens) met de volgende vragen: ‘Hoe

hongerig ben je op dit moment?’, ‘Hoeveel trek heb je op dit moment in het snoepje?’ en ‘Hoeveel uur geleden heb je voor het laatst gegeten?’. Bij de eerste twee vragen werd gebruik gemaakt van een

slider, welke liep van helemaal niet (0) tot heel erg (100). Het antwoord op laatste vraag kon zelf worden ingevoerd door de participant.

De dataverzameling heeft plaatsgevonden in het LAB van de Universiteit van Amsterdam, waar vier kleine ruimtes met computer beschikbaar stonden. Voorgaande de computertaken werd de participant verzocht de telefoon uit te doen/op stil te zetten, niets op tafel te leggen en geen drinken in het zicht te plaatsen. Vervolgens werd de participant 3 zakjes met de te winnen voedselbeloning laten zien (M&M’s, Skittles of borrelnootjes) waarna de participant de gewenste voedselbeloning moest aangeven. Na de keuze werd de participant gevraagd de informatiebrochure (bijlage 4) en het informed consent door te lezen en te ondertekenen. Hierna werd door de proefleider een schaaltje met 10 stuks van de gekozen voedselbeloning neergezet en aan de participant een korte uitleg gegeven over het eerste deel van het experiment (de trainingstaak). Het schaaltje werd vervolgens uit het zicht geplaatst

(15)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 15

zodat deze geen afleiding bood, en de computertaak aangezet. Na afloop van het eerste deel van de computertaak ontnam de proefleider zoveel stuks voedselbeloning uit het schaaltje als dat de participant fouten had gemaakt (oftewel, 2 fouten stond gelijk aan het wegnemen van 2 stuks voedselbeloning). Tevens mocht de participant één M&M/Skittle/borrelnoot eten, om de belonende waarde van de voedselbeloning te vergroten. Daarnaast werd er een zakje met 60 stuks van de gekozen voedselbeloning meegenomen door de proefleider en hierbij aangegeven dat in het tweede deel van het experiment (de congruentie-taak) het desbetreffende zakje gewonnen kon worden, waarna ook deze uit het zicht werd geplaatst. Wanneer het zakje gewonnen werd mocht de participant deze ook

daadwerkelijk mee naar huis nemen. Na afloop van het tweede deel gaf de proefleider aan of de participant het zakje voedselbeloning daadwerkelijk had gewonnen (accuratesse > 80%), waarna de participant verder kon gaan met het laatste deel van het experiment (de extra metingen). Na afloop van het laatste werd deel de participant uitbetaald (naar keuze 5 euro of een half proefpersoonpunt + de eventueel gewonnen voedselbeloning).

Resultaten en discussie

De preparatie van de dataset is op dezelfde wijze uitgevoerd als bij de pilot. De analyses zijn wederom gebaseerd op log-getransformeerde waardes, waarbij geen problemen met kurtosis, skewness en normaalverdeling zijn gevonden. Descriptives worden echter gegeven in ms. De gemiddelde accuratesse van de congruentietaak was hoog (95%), waarbij alle participanten boven de 80% hebben gescoord. Gekeken naar de checkvragen zijn er twee participanten die de eerste checkvraag ‘Wanneer verloor je snoep?’ incorrect hebben beantwoord, wat erop duidt dat deze participanten de taak niet hebben begrepen en daarom uitgesloten zijn van verdere analyses.

Er is gebruik gemaakt van een tweetal versies, waarbij van de uiteindelijke groep (N = 39) 22 participanten in de conditie zaten waarbij de ovale vorm de kritieke stimulus was (versie 1) en 17 participanten in de conditie zaten waarbij de puntige vorm de kritieke stimulus was (versie 2). Uit de manipulatiecheck bleek dat participanten in de conditie waarbij de puntige vorm de kritieke stimulus (versie 2) was deze inderdaad als meer negatief (M = 31.12, SE = 4.35, p = .001) en meer vervelend ervoeren (M = 38.12, SE = 2.36, p = .002) ten opzichte van de neutrale stimulus (respectievelijk M = 64.88, SE = 5.05, p = .001; M = 55.65, SE = 3.06, p = .002). Echter, in de conditie waarbij de ovale

(16)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 16

vorm de kritieke stimulus was (versie 1) bleek dat men deze niet als meer negatief ervoer (M = 43.82,

SE = 4.87, p > .05) ten opzichte van de neutrale stimulus (M = 50.68, SE = 4.28, p > .05). De kritieke

stimulus werd wel als meer vervelend ervaren (M = 41.18, SE = 3.48, p = .033) dan de neutrale stimulus (M = 54.32, SE = 2.65, p = .033). Hieruit kan worden opgemaakt dat er een verschil zat tussen de twee versies, waar rekening mee zal worden gehouden in de verdere analyses.

Om een antwoord te krijgen op de hypotheses is er een 2 (vorige congruentie: congruent vs. incongruent) x 2 (huidige congruentie: congruent vs. incongruent) x 3 (vorm: controle vs. neutraal vs. kritiek) x 2 (versie) herhaalde metingen analyse uitgevoerd. Er is een significant hoofdeffect gevonden van huidige congruentie op reactietijd F (1, 37) = 196.567, p < 001, ηp² = .842, waarbij responses op congruente trials (M = 663.66, SE = 20.71) sneller zijn in vergelijking met incongruente trials (M = 786.56, SE = 20.36). Dit gevonden hoofdeffect is naar verwachting en geeft daarmee ondersteuning voor de eerste hypothese.

Gekeken naar interacties is er een significante interactie gevonden tussen vorige congruentie en huidige congruentie (conflict-adaptatie effect), F (1, 37) = 37.002, p < 001, ηp² = .500, waarbij het congruentie effect kleiner is na incongruente trials in vergelijking tot congruente trials (zie figuur 2). Hiermee is ondersteuning gevonden voor de tweede hypothese.

(17)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 17

Echter, de huidige vorm bleek geen effect te hebben op deze interactie F (2, 74) = .090, p = .914, ηp² = .002, ook niet wanneer versie werd meegenomen als extra factor F (2, 74) = .773, p = .484, ηp² = .019. Hiermee is de veronderstelde 3-weg interactie niet gevonden, wat erop duidt dat er geen ondersteuning is gevonden voor de derde hypothese.

Tevens is er getest of ‘concern for dieting’, ‘power of food scale’, ‘BMI’, ‘honger’, ‘trek’ en ‘aantal uur niet gegeten’ optreden als moderatoren, waarbij gebruik is gemaakt van gestandaardiseerde waarden. Om dit te testen zijn er aparte analyses uitgevoerd met elk van deze factoren als continue factor. Alleen ‘honger’ bleek een significante invloed te hebben op het bovenstaand gerapporteerde patroon en wel in een 5-weg interactie tussen vorige congruentie, huidige congruentie, vorm, versie en honger, F (2, 70) = 3.426, p = .038, ηp² = .089. Voor het verder ingaan op deze interactie zijn er adaptatiescores per vorm gecreëerd door het samennemen van vorige congruentie en huidige

congruentie ((cI – cC) – (iI – iC)), waarbij geldt: hoe hoger de adaptatiescore, hoe sterker het adaptatie effect (zie figuur 3).

Hierdoor bleef er een 3-weg interactie over, namelijk tussen adaptatiescore, versie en honger. Vervolgens is er per versie geanalyseerd en bleek dat slechts voor versie 1 een significante interactie werd gevonden tussen adaptatiescore en honger F (2, 40) = 4.712, p = .022, ηp² = .332. Meer specifiek, binnen versie 1 is er voor mensen met een lage mate van honger wél een significant effect van

adaptatiescore gevonden F (2, 18) = 10.207, p = .006, ηp² = .718, in tegenstelling tot mensen met een Figuur 3. Gemiddelde adaptatiescores per vorm en per versie.

(18)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 18

hoge mate van honger F (2, 22) = .380, p = .693, ηp² = .071. Ten slotte is hierop doorgaand gekeken naar de correlatie tussen honger en de adaptatiescore per vorm, waaruit een negatieve trend naar voren kwam tussen honger en de adaptatiescore bij de controle vorm (r = -.417, p = .053). Dit duidt erop dat hoe hoger de mate van honger is, hoe kleiner het conflict-adaptatie effect bij de controle vorm is.

Algemene discussie

Het doel van het huidige onderzoek was testen of cognitieve controle helpt in het reguleren van attentie wanneer er sprake is van de aanwezigheid van een motivationeel significante eet-cue. Meer specifiek, er is getracht antwoord te vinden op de vraag of conflict getriggerde cognitieve controle ook responses faciliteren bij een volgende trial (conflict-adaptatie effect), wanneer deze trial een motivationele eet-cue bevat op een irrelevante dimensie.

Allereerst bleek uit de manipulatiecheck dat bij één van de twee versies, namelijk de versie waarbij de ovale vorm de kritieke stimulus was (versie 1), de manipulatie niet volledig gelukt is. Participanten ervoeren de kritieke stimulus niet als meer negatief in vergelijking tot de neutrale stimulus. Een verklaring kan zijn dat de ovale vorm van de kritieke stimulus perceptueel teveel overeen komt met de controle stimulus, welke een rechthoekige vorm betrof. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat de ovale vorm er voor de participanten niet genoeg uitsprong, waardoor het verschijnen van de ovale vorm onvoldoende attentie trok en daarmee het verband met (het verliezen van) de beloning niet sterk genoeg gelegd is. De keuze is dan ook gemaakt om de resultaten per versie nader te bekijken.

Voor het beantwoorden van de vraagstelling is er een drietal hypotheses opgesteld. Allereerst is er ondersteuning gevonden voor de eerste hypothese, welke stelde dat participanten sneller reageren op congruente trials in vergelijking tot incongruente trials. Ook voor de tweede hypothese is

ondersteuning gevonden. Deze stelde dat er een vermindering van het congruentie effect optreedt na incongruente trials: het conflict-adaptatie effect. Oftewel, wanneer de vorige trial een incongruente trial betreft, reageren participanten bij de huidige trial inderdaad sneller wanneer deze incongruent is en relatief langzamer wanneer deze congruent is (ten opzichte van een vorige congruente trial). Het vinden van ondersteuning voor beide hypotheses in de resultaten van het huidige onderzoek bevestigt het bestaan van het conflict-adaptatie effect en komt daarmee overeen met de bevindingen uit de reeds

(19)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 19

benoemde onderzoeken van onder andere Scherbaum en collega’s (2012) en Gratton en collega’s (1992).

Voor de laatste hypothese, welke stelde dat wanneer de huidige trial een incongruente trial betreft met een motivationele eet-cue op de irrelevante dimensie, het conflict-adaptatie effect opgeheven wordt, is echter geen ondersteuning gevonden. Oftewel, participanten reageren bij de huidige trial nog altijd sneller wanneer deze incongruent is en relatief langzamer wanneer deze congruent is (ten opzichte van een huidige incongruente trial zonder motivationele eet-cue op de irrelevante dimensie).

Dat het conflict-adaptatie effect niet opgeheven wordt wanneer er sprake is van een

motivationele eet-cue op de irrelevante dimensie kan verscheidene verklaringen hebben. Allereerst kan een mogelijke verklaring worden gevonden in het onderzoek van Steenbergen en collega’s (2009). Hierin werd gesteld dat de positieve affectieve informatie die een beloning met zich meebrengt leidt tot neutralisering van het conflictsignaal en daardoor zorgt voor verminderde controle, waardoor het conflict-adaptatie effect wegvalt. Echter, dit effect is alleen gevonden wanneer de beloning werd geassocieerd met winst. Wanneer de beloning werd geassocieerd met verlies bleef het conflict-adaptatie effect in stand. Aangezien het huidige onderzoek gebruik heeft gemaakt van beloning in de vorm van het voorkomen van verlies, bestaat de kans dat de bevindingen overeenkomen met die van Steenbergen en collega’s (2009) waardoor het conflict-adaptatie effect niet opgeheven is, ondanks de aanwezigheid van een motivationele eet-cue. Echter, de bevindingen uit het onderzoek van

Steenbergen en collega’s (2009) worden niet ondersteund door het onderzoek van Becker en collega’s (2012), waaruit naar voren is gekomen dat het gebruik van beloning in de vorm van (het voorkomen van) verlies wél leidt tot opheffing van het conflict-adaptatie effect.

Wanneer er door wordt gegaan op de bevindingen van Becker en collega’s (2012) en daarmee ervan uitgaande dat het gebruik van verlies hetzelfde belonende effect uitoefent als het gebruik van winst, kan een tweede verklaring voor het uitblijven van het verwachtte resultaat worden gevonden in de mogelijkheid dat de gebruikte eet-cue geen sterke motivationele waarde had. Oftewel, het eten werd niet als belonend ervaren. Het onderzoek van Krebs en collega’s (2010) stelde dat een beloning attentie trekt, waardoor incongruente beloning gerelateerde informatie op een taak-irrelevantie

(20)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 20

dimensie (zoals in het huidige onderzoek) de prestatie op een taak belemmert. Maar wanneer het gebruikte eten niet als belonend werd ervaren zal het ook de attentie niet hebben getrokken, waardoor het conflict-adaptatie effect in stand blijft.

Een laatste verklaring kan zijn dat dat de vormgeving van de congruentie-taak er toe heeft geleid dat de kritieke stimulus er niet genoeg uit sprong. Dit kan enerzijds komen doordat de buitenste vorm (oftewel de irrelevante dimensie) in zijn geheel niet opviel, of anderzijds doordat het

onderscheid tussen de verschillende vormen (kritiek, neutraal en controle) niet groot genoeg was. Wanneer de kritieke stimulus de attentie van de participanten niet heeft getrokken, kan dit ook niet hebben geleid tot het wegvallen van het conflict-adaptatie effect.

Ondanks het ontbreken van ondersteuning voor de derde hypothese is er wel een andere opvallende bevinding gevonden, namelijk de samenhang tussen vorige congruentie, huidige congruentie, vorm, honger en versie. Bij het dieper ingaan op deze samenhang bleek dat hoe meer honger de participanten hadden, hoe kleiner het conflict-adaptatie effect werd, maar dit gold alléén bij de controle vorm. Belangrijk, deze bevinding is enkel gevonden onder de proefpersonen in versie 1, wat tevens de versie is waarin de participanten de kritieke vorm niet als meer negatief ervoeren dan de neutrale vorm.

Een verklaring voor het gegeven dat er alleen resultaat wordt gevonden bij participanten met een hogere mate van honger kan worden gehaald uit het onderzoek van Gailliot en collega’s (2007). Hierin wordt gesteld dat zelfcontrole aangewezen lijkt te zijn op een gelimiteerde bron van energie. Meer specifiek, wanneer men zelfcontrole gebruikt kost dit energie wat het daaropvolgende gebruik van zelfcontrole schaadt. Uit het onderzoek blijkt dat het hebben van honger een zelfde soort uitputtende werking heeft op zelfcontrole (Gailliot et al., 2007). Dit zou erop kunnen duiden dat honger de cognitieve capaciteiten van de participanten heeft verminderd, met als gevolg dat het conflict-adaptatie effect wellicht niet ontstaan is en dit terug te zien is in de data.

Daarnaast is het genoemde gevonden effect alleen aanwezig bij de controle vorm binnen versie 1. Gekeken naar het in de resultatensectie getoonde figuur 3 kan worden opgemaakt dat de andere twee vormen, kritiek en neutraal, even verwarrend en afleidend blijken te zijn. Dit komt overeen met de resultaten uit de manipulatiecheck, waaruit reeds was gebleken dat de participanten in

(21)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 21

versie 1 de kritieke vorm niet als meer negatief ervaren dan de neutrale vorm. Voor het gevonden effect bij de controle vorm kan wellicht een verklaring worden gevonden aan de hand van het gegeven dat er in de congruentie-taak veel meer controle trials voorkwamen dan kritieke en neutrale trials. Bovendien is het belangrijk om stil te staan bij het feit dat er in totaal 39 participanten hebben deelgenomen aan het huidige onderzoek, maar door de opdeling per versie de zojuist besproken bevinding is gevonden over slechts 22 participanten. Het relatief lage aantal participanten kan leiden tot een verlaagde power, met als gevolg dat de waarschijnlijkheid dat een taak een effect vindt waarvan kan worden aangenomen dat deze bestaat in de populatie afneemt (Field, 2009). Dit samen maakt dat het gevonden effect weliswaar interessant is, maar tevens niet overwaardeert en met voorzichtigheid geïnterpreteerd moet worden.

Met het oog op vervolgonderzoek is het interessant om te kijken of het gegeven dat er geen ondersteuning is gevonden voor de derde hypothese toegeschreven kan worden aan de mogelijkheid dat (het gebruikte) eten niet als belonend wordt ervaren óf dat wellicht de vormgeving van de congruentie-taak niet doeltreffend is. Dit zou kunnen worden gedaan door gebruik te maken van de huidige congruentie-taak, maar met een beloning die reeds effectief is bevonden. Neem bijvoorbeeld het onderzoek van Becker en collega’s (2012), waar gebruik is gemaakt van een geldbeloning. Wanneer met de huidige congruentie-taak, maar nu in combinatie met een geldbeloning zoals deze wordt toegepast in het onderzoek van Becker en collega’s (2012), blijkt dat conflict getriggerde controle wél helpt in het reguleren van attentie wanneer er een motivationeel significante cue aanwezig is op de irrelevantie dimensie, kan gesteld worden dat de huidige congruentie-taak niet doeltreffend is. Echter, als blijkt dat conflict getriggerde controle niet helpt in het reguleren van attentie, wijst dit erop dat de gebruikte voedselbeloning in het huidige onderzoek als niet belonend wordt ervaren. Hierop volgend kan dan ofwel gebruik worden gemaakt van een aangepaste

congruentie-taak, ofwel gebruik worden gemaakt van een andere voedselbeloning. Dit laatste om te onderzoeken of de voedselbeloningen in het huidige onderzoek niet belonend genoeg waren, of dat voedsel in het algemeen niet als belonend genoeg wordt ervaren.

(22)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 22

Concluderend kan gesteld worden dat, ondanks het uitblijven van enkele significante resultaten, het huidige onderzoek een goede eerste stap is betreffende het conflict-adaptatie effect binnen het eetdomein. De resultaten lijken erop te wijzen dat cognitieve controle geactiveerd kan worden en deze bovendien nuttig blijkt te zijn in het reguleren van attentie, ondanks de aanwezigheid van een motivationele eet-cue. Echter, het is lastig om hier een eenduidige conclusie over te trekken. Toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen of het uitblijven van ondersteuning daadwerkelijk toe kan worden geschreven aan de belonende waarde van eten of dat een aangepaste congruentie-taak nieuwe inzichten biedt.

(23)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 23

Literatuur

Becker, D., Jostmann, N. B., & Holland, R. W. (2012). Control your desire: Does conflict-triggered control protect from early rewarding processing? Unpublished manuscript.

Botvinick, M. M., Braver, T. S., Barch, D. M., Carter, C. S., & Cohen, J. D. (2001). Conflict monitoring and cognitive control. Psychological Review, 108(3), 624-652.

Dreisbach, G., & Fischer, R. (2012). The role of affect and reward in the conflict-triggered adjustment of cognitive control. Frontiers in Human Neuroscience, 6, 1-6.

Engelmann, J. B., Damaraju, E., Padmala, S., & Pessoa, L. (2009). Combined effects of attention and motivation on visual task performance: transient and sustained motivational effects. Frontiers

in Human Neuroscience, 3.

Evers, A., Lucassen, W., Meijer, R., & Sjitsma, K. (2009). COTAN beoordelingssysteem voor de

kwaliteit van tests. Amsterdam: Boom test uitgevers.

Field, A. (2009). Discovering statistics using SPSS. London: Sage Publications.

Gailliot, M. T., Baumeister, R. F., DeWall, C. N., Maner, J. K., Plant, E. A., Tice, D. M., ... & Schmeichel, B. J. (2007). Self-control relies on glucose as a limited energy source: willpower is more than a metaphor. Journal of Personality and Social Psychology, 92(2), 325.

Gratton, G., Coles, M. G. H., & Donchin, E. (1992). Optimizing the use of information: Strategic control of activation of responses. Journal of Experimental Psychology: General, 121, 480-506.

Hofmann, W., Baumeister, R. F., Förster, G., & Vohs, K. D. (2012). Everyday temptations: an experience sampling study of desire, conflict, and self-control. Journal of Personality and

Social Psychology, 102(6), 1318-1335.

Kakoschke, N., Kemps, E., & Tiggemann, M. (2014). Attentional bias modification encourages healthy eating. Eating Behaviors, 15(1), 120-124.

Krebs, R. M., Boehler, C. N., & Woldorff, M. G. (2010). The influence of reward associations on conflict processing in the Stroop task. Cognition, 117(3), 341-347.

Lowe, M. R., Butryn, M. L., Didie, E. R., Annunziato, R. A., Thomas, J. G., Crerand, C. E., ... & Halford, J. (2009). The Power of Food Scale. A new measure of the psychological influence of

(24)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 24

the food environment. Appetite, 53(1), 114-118.

Pessoa, L. (2009). How do emotion and motivation direct executive control? Trends in Cognitive

Sciences, 13(4), 160-166.

Peterson, C., & Seligman, M. E. P. (2004). In Character strengths and virtues: A handbook and

classification. New York: American Psychological Association Oxford University Press.

Scherbaum, S., Dshemuchadse, M., Ruge, H., & Goschke, T. (2012). Dynamic goal states: Adjusting cognitive control without conflict monitoring. Neuroimage, 63(1), 126-136.

Steenbergen, H. van, Band, G. P., & Hommel, B. (2009). Reward counteracts conflict adaptation evidence for a role of affect in cognitive control. Psychological Science, 20(12), 1473-1477. Strien, T. van, Breteler, M. H., & Ouwens, M. A. (2002). Restraint Scale, its sub-scales concern for dieting and weight fluctuation. Personality and Individual Differences, 33(5), 791-802.Van Strien, T. van, Herman, C. P., Engels, R. C., Larsen, J. K., & van Leeuwe, J. F. (2007). Construct

validation of the Restraint Scale in normal-weight and overweight females. Appetite, 49(1), 109-121.

Weissman, D. H., Jiang, J., & Egner, T. (2014). Determinants of congruency sequence effects without learning and memory confounds. Journal of Experimental Psychology: Human Perception

(25)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 25

Bijlage 1.

Geef aan hoe lekker je de onderstaande snacks vindt. Omcirkel het antwoord van je keuze.

Geslacht: man/vrouw Leeftijd:

Borrelnootjes

Niet lekker 1 2 3 4 5 Heel lekker

Drop

Niet lekker 1 2 3 4 5 Heel lekker

Kaasvlindertjes

Niet lekker 1 2 3 4 5 Heel lekker

M&M’s

Niet lekker 1 2 3 4 5 Heel lekker

Pretzels

(26)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 26

Skittles

Niet lekker 1 2 3 4 5 Heel lekker

Japanse mix

Niet lekker 1 2 3 4 5 Heel lekker

Gummybeertjes

Niet lekker 1 2 3 4 5 Heel lekker

Pinda’s

Niet lekker 1 2 3 4 5 Heel lekker

Snoephartjes

Niet lekker 1 2 3 4 5 Heel lekker

(27)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 27

Bijlage 2.

Informatiebrochure bij het onderzoek “Mmm lekker” van Sociale Psychologie

Geachte deelnemer aan het onderzoek “Mmm lekker”,

U gaat participeren in het onderzoek: “Mmm lekker”. Voordat het onderzoek begint, is het belangrijk dat u kennis neemt van de procedure die in dit onderzoek wordt gevolgd. Leest u derhalve het

onderstaande zorgvuldig door. Doel van het onderzoek

Het doel van het onderzoek is inzicht te krijgen in verschillende cognitieve en affectieve verwerkings processen. Na afloop van het onderzoek ontvangt u hierover, indien gewenst, een nadere uitleg. Instructie en procedure

Je gaat nu een reactietijd taak uitvoeren, waarin je wordt gevraagd om ze snel en accuraat mogelijk op verschillende stimuli te reageren. Aan het eind zal je nog enkele vragen beantwoorden. Voordat de taak begint krijg je instructies en de mogelijkheid om te oefenen. Blijft er nog iets onduidelijk kan je altijd de proefleider benaderen.

Vrijwilligheid

Als u nu besluit af te zien van deelname aan dit experiment, zal dit op geen enkele wijze gevolgen voor u hebben. Als u tijdens het onderzoek zelf besluit uw medewerking te staken, zal dat eveneens op geen enkele wijze gevolg voor u hebben. Tevens kunt u 24 uur na dit onderzoek, alsnog uw

toestemming om gebruik te maken van uw gegevens intrekken. U kunt uw medewerking dus te allen tijde staken. U bent vrij om dit te doen zonder opgave van redenen. Mocht u uw medewerking staken, of achteraf, zij het binnen 24 uur, uw toestemming intrekken, dan zullen uw gegevens worden

verwijderd uit onze bestanden en vernietigd. Verzekering

Omdat dit onderzoek geen risico’s voor uw gezondheid of veiligheid met zich meebrengt, gelden de voorwaarden van de reguliere aansprakelijkheidsverzekering van de UvA.

Vertrouwelijkheid van de onderzoeksgegevens

De gegevens van dit onderzoek zullen door de onderzoekers alleen worden gebruikt voor publicatie in wetenschappelijke tijdschriften en wetenschappelijke presentaties. Hierbij wordt geen gebruik

gemaakt van uw persoonsgegevens, en blijft uw anonimiteit gewaarborgd. U hoeft uw naam niet in te vullen.

Vergoeding

De deelnemer krijgt 1/2 proefpersoonpunt of 5 euro. Nadere inlichtingen

Als u nog verdere informatie wilt over dit onderzoek, dan kunt u zich wenden tot de onderzoeker Daniela Becker (d.becker@uva.nl; Weesperplein 4, 1018 XA Amsterdam, kamer 4.23). Voor

eventuele klachten over dit onderzoek kunt u zich wenden tot het lid van de Commissie Ethiek van de afdeling Psychologie van de Universiteit van Amsterdam, de heer M. Rotteveel (telefoon:

(28)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 28

Bijlage 3.

Informed consent bij “Mmm lekker”

Ik stem geheel vrijwillig in met deelname aan dit onderzoek. Ik behoud daarbij het recht deze

instemming weer in te trekken zonder dat ik daarvoor een reden behoef op te geven en besef dat ik op elk moment mag stoppen met het experiment. Indien mijn onderzoeksresultaten gebruikt zullen worden in wetenschappelijke publicaties, dan wel op een andere manier openbaar worden gemaakt, zal dit volledig geanonimiseerd gebeuren. Mijn persoonsgegevens zullen niet door derden worden

ingezien zonder mijn uitdrukkelijke toestemming.

Bij onderzoeken in dit laboratorium worden antwoorden op vragen en gedrag geregistreerd. Dit kan gebeuren doormiddel van antwoorden op vragenlijsten, reactietijden, audio- of videoregistratie of waarnemingen door proefleiders. Deze gegevens worden vervolgens anoniem behandeld.

Als ik nog verdere informatie over het onderzoek zou willen krijgen, nu of in de toekomst, kan ik me wenden tot Daniela Becker, e-mail: d.becker@uva.nl, Weesperplein 4, 1018 XA Amsterdam, kamer 4.23). Voor eventuele klachten over dit onderzoek kunt u zich wenden tot het lid van de Commissie Ethiek van de afdeling Psychologie van de Universiteit van Amsterdam, de heer M. Rotteveel (telefoon: 0205256713; e-mail: M.Rotteveel@uva.nl, Weesperplein 4, 1018 XA Amsterdam). Aldus in tweevoud getekend:

……… ………

Naam proefpersoon Handtekening

‘Ik heb toelichting verstrekt op het onderzoek. Ik verklaar mij bereid nog opkomende vragen over het onderzoek naar vermogen te beantwoorden.’

……… ………

(29)

CONTROLEER JE VERLANGENS: CONFLICT-ADAPTATIE BINNEN HET EETDOMEIN 29

Bijlage 4.

Informatiebrochure bij het onderzoek “Mmm lekker” van Sociale Psychologie

Geachte deelnemer aan het onderzoek “Mmm lekker”,

U gaat participeren in het onderzoek: “Mmm lekker”. Voordat het onderzoek begint, is het belangrijk dat u kennis neemt van de procedure die in dit onderzoek wordt gevolgd. Leest u derhalve het

onderstaande zorgvuldig door. Doel van het onderzoek

Het doel van het onderzoek is inzicht te krijgen in verschillende cognitieve en affectieve verwerkings processen. Na afloop van het onderzoek ontvangt u hierover, indien gewenst, een nadere uitleg. Instructie en procedure

Je gaat nu twee reactietijd taken uitvoeren, waarin je wordt gevraagd om ze snel en accuraat mogelijk op verschillende stimuli te reageren. Je kan met beide taken ‘snoep’ winnen (om welk snoep je gaat spelen mag je in het begin zelf kiezen). Aan het eind zal je nog enkele vragen beantwoorden. Voordat de taak begint krijg je instructies en de mogelijkheid om te oefenen. Blijft er nog iets onduidelijk kan je altijd de proefleider benaderen.

Vrijwilligheid

Als u nu besluit af te zien van deelname aan dit experiment, zal dit op geen enkele wijze gevolgen voor u hebben. Als u tijdens het onderzoek zelf besluit uw medewerking te staken, zal dat eveneens op geen enkele wijze gevolg voor u hebben. Tevens kunt u 24 uur na dit onderzoek, alsnog uw

toestemming om gebruik te maken van uw gegevens intrekken. U kunt uw medewerking dus te allen tijde staken. U bent vrij om dit te doen zonder opgave van redenen. Mocht u uw medewerking staken, of achteraf, zij het binnen 24 uur, uw toestemming intrekken, dan zullen uw gegevens worden

verwijderd uit onze bestanden en vernietigd. Verzekering

Omdat dit onderzoek geen risico’s voor uw gezondheid of veiligheid met zich meebrengt, gelden de voorwaarden van de reguliere aansprakelijkheidsverzekering van de UvA.

Vertrouwelijkheid van de onderzoeksgegevens

De gegevens van dit onderzoek zullen door de onderzoekers alleen worden gebruikt voor publicatie in wetenschappelijke tijdschriften en wetenschappelijke presentaties. Hierbij wordt geen gebruik

gemaakt van uw persoonsgegevens, en blijft uw anonimiteit gewaarborgd. U hoeft uw naam niet in te vullen.

Vergoeding

De deelnemer krijgt 1/2 proefpersoonpunt of 5 euro. Nadere inlichtingen

Als u nog verdere informatie wilt over dit onderzoek, dan kunt u zich wenden tot de onderzoeker Daniela Becker (d.becker@uva.nl; Weesperplein 4, 1018 XA Amsterdam, kamer 4.23). Voor

eventuele klachten over dit onderzoek kunt u zich wenden tot het lid van de Commissie Ethiek van de afdeling Psychologie van de Universiteit van Amsterdam, de heer M. Rotteveel (telefoon:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Herein, we report the synthesis of a novel photoactive supramolecular assembly that is based on the conjugation of cucurbit[7]uril hosts to free-base porphyrin core (TTP-4CB7)

Les mouvements visés dans le cadre de cette enquête, sont les Forces Démocratiques pour la Libération du Rwanda (FDLR), les Forces Nationales pour la Libération (FNL 1 ) du Burundi

Research by the Indonesian Legal Aid Foundation in 2002 found that more that 58 percent of respondents in Maluku belieed that reconciliation must come from below (dari bawah).

De euthanasiewet in ons land is al veertien jaar in voege en wordt

E1: Whether a supervisor should act as a third-party is anchored in the employee´s psychological contract. E2: Employees differ in their liking to call the leader in. a)

In order to give the book a clear focus and coherence the various contributions centre on the ECHR from an internal perspective, shedding light on the particular

She has previously held posts as the Managing Editor of the European Law Journal at the European University Institute in Florence, as a lecturer in Law and Political Science at

Het  onderzoek  naar  de  reclasseringsinstanties  binnen  de  veelplegeraanpak  zal  zich  richten  op