Amaranthus
bouchonii
Thell.
(Franse amarant)
enA.
hybridus
L.
(Groene
amarant) in Nederland
Gerard+M.Dirkse
Rutger
Barendse &Corry+G. Abbink-Meijerink
*Correspondentieadres:
IBN-DLO,Postbus23,6700 AAWageningen
Amaranthus bouchonii Thell. (Indehiscent Amaranth)enA.hybridusL.(Green Amaranth) in the Nederlands
Amaranthus bouchoniiThell.wasfirst recorded in the Netherlands in 1947. Since then it has been found in someports and industrial areas, and in 1983 it naturalised alongtheriver Waal. Its indehiscent fruits differdistinctlyfrom thoseof A. hybridusL. which aredehiscent. Minor,but
constantdifferencesoccurin thelengthof thetepalsand the bracteoles. Amaranthushybriduswas first found in the Netherlands in 1829. Now itoccursin the southernpartof thecountryas arather commonalien indynamicareas:ports,industrial areas,arablefields,rubish tipsand river banks. The Dutch collectionsof A.hybriduss.l.are,thoughvariable,homogeneousinplantcolour, size, seedcolour,andshapeofstyles.Inparticular,wefound thelengthof thelargestbracteole useless inseparatingtaxa.Amaranthushybridus appliestothese collections.
Inleiding
Sinds 1994 vinden floristen in Twenteen
bij Nijmegen
eenrechtopstaande
amarant die niet in Heukels' Flora1staat.Deplanten
ogen als Amaranthushybridus
L.,maarde vruchten
kloppen
niet want diezijn ongedekseld
(Fig.
1),terwijl
A.hybridus
gedekselde
vruchten moet hebben(zie Fig.
2).
De onbekende amarantblijkt
A. bouchonii Thell.tezijn.
2 3456 7InEuropa lopen
deopvattingen
overde taxonomievanA. bouchoniienhet A.
hybridus-complex
zeersterk uiteen. Daaromonderzoch-tenwede taxonomievandezesoorten en hun voorkomen in Nederland.8
Fig. 1. rijpevruchtenmetbloemdek: a.Amerongen1959;b. Boven Leeu-wen1983.
70 Gorteria24(1998)
Inburgering
vanAmaranthus bouchonii in NederlandIn 1947 vond H.J. van Hattum opeen
braakliggende kwekerij
aan deMaredijk
in LeidenvoorheteerstA. bouchonii in Nederland. De tweede vondstwasin 1959 op eenloswallangs
deRijn bij Amerongen,
door M.T. Jansen. Deze vondst werdtwee maalgepubliceerd
als deeerste in Nederland.9 10 Tussen 1982 en 1985 werd A.bouchonii
gevonden
opvuilnishopen
inZaandam,Beverwijk,
IJmuidenenVelzen,
enop een
veilingterrein
in Rotterdam. In 1983 werdze op een meernatuurlijke
standplaats
gevonden, namelijk
opeenzandige
rivieroeverteBoven-Leeuwen. In 1994 stondzij
op eenindustrieterreinteAadorp
in Twente11(als
A.hybridus).
In 1996 bleekzij
algemeen
tezijn langs
de Waalbij Nijmegen (Fig.
3).
In 1997 inventariseerdenweA. bouchoniilangs
deRijn (vanaf Emmerik),
de BovenRijn,
het
Bijlandsch
Kanaal ende Waaltot Druten.Op
dittraject
is A. bouchonii dealgemeenste rechtopstaande
amarant.Zij blijft hoofdzakelijk
buitendijks.
Alleenbij
Kekerdomenbij
de Weurtse Sluis(Nijmegen)
staatzij binnendijks.
Het zieter naar uit dat A. bouchonii vanaf 1983 tussenSpijk
en Druten isingeburgerd.
Zij
verdient dus eenplaats
op deStandaardlijst
vande Nederlandse flora.12
Omdat de soortuit
Frankrijk
is beschrevenkrijgt
zede NederlandsenaamFranseamarant.Sleutelnaardesoorten
De tabel naarde soorten van het
geslacht
Amaranthus in de Heukels' FloravanNederland13zouals
volgt
aangepastkunnen worden.Amaranthushybridus, rijpevruchten metbloemdek: a.Utrecht 1895;b.Erp 1941 Fig.2.
9 Bloemdekbladen
lancetvormig, spits,
ongeveerevenlang
als de vrucht of ietskorter, vrucht
gedekseld
ofongedekseld
10*
Bloemdekbladen smal
spatelvormig,
stompmet eenkortspitsje,
meestaldui-delijk langer
dan degedekselde
vrucht A.retroflexus
10 Vrucht zonderdeksel, niet
openspringend.
Binnenste bloemdekbladenvan devrouwelijke
bloemen(0,8—)1,5(—2,2)
mmlang
1.A.bouchonii* Vrucht
met deksel,
regelmatig
overdwarsopenspringend.
Binnenste bloem-dekbladenvandevrouwelijke
bloemen(1,0—)2,0—2,5(—3,4)
mmlang
2. A.
hybridus
Fig.3. Amaranthus bouchonii in Nederland overdeperiode1947-1997. Hetkaartje vermeldtde uurhokken waaruit herbariummateriaal aanwezigis in hetRijksherbariumenhet Natuurmuseum72 Gorteria24(l99B) 1. Amaranthus bouchonii Thell.
Planten
eenjarig,
0,1-17,0 dmhoog, stengel enkelvoudig
ofrijk
vertakt, kaal tot(vooral
in debloeiwijze) enigszins
ruw enkroezig
behaard. Bladenverspreid,
steellanger
of korter dan debladschijf, bladschijf
ovaaltotruitvormig, geleidelijk
in de steelversmald,gaafrandig,
topmeestalmeteenstekeltje. Bloeiwijzen
groen of iets roodaangelopen,
in de bovenste bladoksels korter dan debladstelen,maar naardetop vande
plant langer
enbovenaaneenvrij stijve,
bladlozerechtopstaande
slankeaarvormendmethierendaareen
zijtak.
Schutbladentoegespitst,
nerfstevig,
uitlo-pend
ineenstekel, grootsteschutblad4,0-5,6mmlang (Fig. 4).
Bloementig,
zeldentweeslachtig.
Mannelijke
bloemenaande uiteindenvandebloeiwijze
oflager,
tussendevrouwelijke
bloemen,meeldraden 3-5.Vrouwelijke
bloemdekbla-den 3 of 4(of 5),
binnenste(0,8—) 1,5(—2,2)
mmlang (Fig.
5),
meestalduidelijk
korter dan devrucht,vliezig,
somsgenerfd, spits (Fig.
1).
Vrucht groen, nietopen-springend,
zonder destijlen gemiddeld 1,3-1,5
mmlang
2 14,rondachtig, afgeplat,
huidvan
rijpe
vruchtvrij glad,
metenkelelengteplooien
ofeenpaar zwakkerim-pels, stijlresten
2 of3, metvrij
slankevoet. Zaadlensvormig, gemiddeld
1,15mmin diameter14
,
glanzend
donkerbruin-zwart,glad
ofmetzwakkehamerslag.
Fig.5.Lengte(mm)vande binnenste bloemdekbladen vandevrouwelijkeboemen van Amarant-hus bouchonii enA.hybridus.
Gorteria 24(1998) 74
Areaal- Het areaal
vanA. bouchonii beslaat
West-Europa:
Frankrijk,
Duits-land,
België
enNederland.2
In
Frankrijk
wasA. bouchonii in 1950 alalgemeen
openkele
plekken
in deAuvergne, langs
de Allierenop vele andereplaatsen.
2 151617 Deuitbreiding
inFrankrijk
heeft zich in 1950-1980voortgezettotin het dalvande Loire18 enBretagne.
19In Duitsland werdzij
voorheteerstgevonden
in1932, bij
Dresden.2Vlak nade TweedeWereldoorlog,
in1949,
werdzij gevonden
inBelgië
en
Engeland.
Aellen vermeldt in 19592datzij
zich inEuropa
snel uitbreidt.Recen-ter heeft
zij
zichuitgebreid
in het noordenvanDuitsland20 21eninBelgië.
2223 InEngeland
iszij
nog steeds zeldzaam, maar houdtzij
stand. 24 25 26 In Polen27,
Beierenenandere delenvan
Oost-Europa
is A. bouchonii zeldzaam28,
evenals in
Zuid-Europa.
29 3031 3233 Voorzover bekend,komtzij
nietvoor in Scandinavië. Amaranthus bouchonii is nog niet buitenEuropa gevonden.
2Verspreiding
in Nederland- Detot nu toeonopgemerkte
uitbreiding
van A. bouchonii in Nederlandvolgt
opdie inFrankrijk, België
enDuitsland. Het Neder-landse areaal(Fig.
3)langs
de Waalbij Nijmegen
sluit aanbij
dat inaangrenzend
Duitsland. Daar is A. bouchonii
algemeen langs
deRijn
van Düsseldorf tot aanEmmerich.34 In het
zuidelijke
Rijndal
iszij
nog
algemener.
6 20
Het aantal
vind-plaatsen langs
onzerivieren enmogelijk
ook daarbuiten zal de komendejaren
nog welblijven
toenemen.Habitat &
Ecologie
- Amaranthus bouchoniigroeit
vooral op van de rivier
afgekeerde,
hoge plekken
metrulzand, waarkoeien ofpaarden
degrond
rulendevegetatie
open houden(noordwestelijke
oever Bisonbaai, noordoever kreekbij
Ewijk).
Ookgroeit zij
veel opversezandhopen
bij
steenfabrieken ofzanddepots
(Millinger waard). Op
degenoemde plaatsen
kan A. bouchonii 1,00-1,70mhoog
worden.
Zij groeit
ook abundant op dehoger gelegen, droge,
vlakke rivierstranden(Ewijkse plaat, Millingerwaard),
maarwordt daarhoogstens
0,5mhoog.
Begelei-dendesoorten
zijn:
Amaranthusalbus, A.blitoides, A. blitum, A.hybridus,
A.re-troflexus, Atriplex
prostrata, Carexhirta,Chenopodium album,
C.botrys,
C.glau-cum, C.
polyspermum,
C.pumilio,
C.rubrum, Cirsiumarvense,Galinsoga
quadri-radiata,Herniariaglabra,
Matricariadiscoidea,Persicarialapathifolia,
Potentillaanserina,
Rorippa
sylvestris,
Rumexobtusifolius,
Solanumnigrum,
S.physalifo-lium, en Urtica dioica. Het aandeel
ingeburgerde
exotenbedraagt
opsommige
rivierstrandjes
wel 50%van deaanwezige
soorten.Amaranthus bouchonii komt ook vooropkribben, strekdammenen
steenhopen
langs
derivier,
maargroeit
op deze
plaatsen
veelverspreider,
tussen kruiden of grassen:Lysimachia
vulgaris,
Phalarisarundinacea,Solanum tuberosum,Elytri-gia
repens, Stellariaaquatica,
Thalictrumflavum,
Verbenaofficinalis
enXanthiumstrumarium.
Op steenhopen
groeit
A. bouchoniimetandere amaranten,Atriplex
prostrataenChenopodium-
soorten.Taxonomie- Amaranthus bouchonii werd door
Thellung
beschreven naar eenexemplaar
dathij
in 1925kreeg toegestuurd
door M.A.Bouchon,
assistent in deBotanische Tuin van Bordeaux. Bouchon bestudeerdede adventieven van Bor-deauxenhad de hem vreemdeamarant in
september
1925gevonden
opeenterrein
in de stad datwas
opgehoogd
metveegsel
uit de haven. In deprotoloog gaf
Thel-lung
aantehebbengeaarzeld
ofhij
A. bouchoniimoestbeschrijven
alseennieuwe soortofmoestbeschouwen als eenonbeduidendevorm vanA.hybridus.
Deaarze-ling zorgde lang
voortwijfel
overde taxonomischestatusvanA. bouchonii. Sauer35 36rekende A. bouchoniitot A.
powellii
(eensoort uit het A.hybridus-complex),
omdathij
meende dat degesloten
vruchtenvanA. bouchoniieengevolg
waren vanhybridisering,
eenonjuiste hypothese
zoals later bleek.1437 Aellen2 38 39 onder-scheidde A. bouchoniiwel,zeggende
dateenhybridogene
oorsprongbijna
is uitte sluiten omdat geenvande inaanmerking
komendehybriden
op,
A. bouchoniilijkt.
Tegenwoordig
onderscheiden veelEuropese
flora's A. bouchonii alssoortof varië-teit.3 5 7 19 3032 De tweede druk van de FloraEuropaea
40echtervolgt
SauerenCastroviejo
etal.30 35 36enrekent A. bouchoniiweertotA.
powellii.
Diagnostische
kenmerken-Inhabitus, bladvorm,beharing
enkleur verschilt A.bouchonii
nauwelijks
van.
A.hybridus.
Hetbelangrijkste
verschiltussendezesoor-tenzit in de vruchten. Amaranthus bouchonii onderscheidt zich
onmiddelijk
door degesloten,
strakke vrucht. In het veld is ditmakkelijk
vast te stellen door eenbloeiaar in de
handpalm
tedorsen oftewrijven,
waardoor de vruchten loslaten. Hoerijper
devruchten, hoegemakkelijker
datgaat.Maar het zwarte,glimmende
zaadkomt pasna
stevig wrijven
tussen duimenwijsvinger vrij
uit de vrucht. Daarnaastzijn
de binnenste bloemdekbladenvan devrouwelijke
bloemenover hetalgemeen
korter dan dievanA.
hybridus (Fig. 5).
2. Amaranthus
hybridus
L.(incl.
A.hypochondriacus
L.,A.chlorostachys
Willd.,A. cruentus L.,A.
patulus
Bertol.)Als A.bouchonii,maarveel variabeler in
uiterlijk
enafmetingen.
Debloeiwijze
kanbehalveslank, ookcompact
zijn,
metvele,dichtopeenstaande zijtakken,
zoalsbij
A.retroflexus
; ofmetvelelang uitgegroeide
takken zodatzij
devormheeftvan eenpiramide. Langste
schutbladen(2,4-)3,5-5,5(-8,4)
mmlang (Fig.
4);bloemdek-bladenvan de
vrouwelijke
bloem(3 of)
4 of5, de binnenste(l,0-)2,0-2,5(-3,4)
mm
lang (Fig. 5),
meestal meteenspits
uittredende nerf(Fig. 2);
vrucht 1,3-2,4 mmlang
45,
openspringend
met een meestal
rimpelig
dekseltje.
Deverhouding
tussenhet aantalmannelijke
envrouwelijke
bloemen ineenbloeiwijze
kan enormwisselen. Soms
zijn
dearenoverwegend mannelijk,
devrouwelijke
bloemenbevin-den zich dan meestal aan de voet van de aren en
hogerop
tussen demannetjes.
Areaal- Amaranthushybridus
komtvoorin heelEuropa,
maarwordttennoor-denvande
lijn
Amsterdam,Berlijn,
Warschau snelzeldzamer;zij
bereiktnauwe-lijks
Friesland,Groningen,
Sleeswijk
Holstein,Mecklenburg
en het noordenvanPolen.31
Verspreiding
in Nederland- De oudste Nederlandse vondst is vanD.C.Coster,in 1829 te
Neerlangbroek.
Schuurmans-Stekhoven vond A.hybridus
in 1833 teNoordwijk.
InUtrecht,
waarzij
nog steedsgroeit,
werdzij
voor heteerstin 1895gevonden.
In demeesteandere steden verscheen A.hybridus
in deeerstehelftvande
twintigste
eeuw:Deventer1917,Rotterdam 1926,Nijmegen
1929,Tilburg
1939.Van al deze
plaatsen zijn
nogrecente vondsten bekend. Amaranthushybridus
is in dezuidelijke
helftvan Nederlandvrij
algemeen
(Fig.
6). Zij
wordtregelmatig
gevonden
in een groot deel van de Randstad(Utrecht,
Amsterdam,Beverwijk,
Leiden,Rotterdam).
In Drenthe,FrieslandenGroningen
wordtzij
zeldengevon-den.
76 Gorteria24(1998) Habitat &
Ecologie
- Tot de TweedeWereldoorlog
werd A.hybridus
vooralgevonden
opvuilnishopen,
vuilstortterreinen,langs
tuinen,bij
havens,wolfabrie-ken,
wolwasserijen
enmeelfabrieken. Enkele collecties komenvanmesthopen.
Eenbekende
groeiplaats
wasdewolwasserij
teErp (Noord-Brabant),
waartussen 1936en 1941
bijna jaarlijks
veleplanten
werden verzameld. Na de TweedeWereldoorlog
werd A.hybridus
steeds mindergevonden
op vuilnisterreinen enbij
fabrieken.Daarentegen
werdzij
steeds meergevonden
oprivieroevers,langs
wegbermen,
akkers enop
braakliggende
terreinen in de steden. Het verschil zal wordenveroor-zaakt door het
verdwijnen
van dekleine,gemakkelijk toegankelijke vuilnishopen,
door het toenemend
reinigen
vanzaaigoed
enhetverdwijnen
vanwoladventief-terreinen.
Fig. 6. Amaranthus hybridusin Nederlandoverdeperiode 1829-1997.Hetkaartje vermeldt de uurhokken waaruit herbariummateriaal aanwezigis in hetRijksherbariumenhet Natuurmuseum
Taxonomie- Het Amaranthus
hybridus-complex
omvatbehalve A. bouchoniiThell. onder andere de
volgende
namen:A.chlorostachys
Willd., A. cruentus L., A.hypochondriacus
L., A. incurvatusTimeroy
ex Gren. & Godr.,A.paniculatus
L., A.
patulus
Bertol. enA.powellii
S.Watson. Behalve deze 'soorten' bevat hetcomplex
vele variëteitenen nog meer vormen. In hetbegin
van detwintigste
eeuw verhelderde
Thellung
41 de meeste taxonomische en nomenclatorischeonduidelijkheden
in ditcomplex.
De taxonomievanA.hybridus
s.l. bleef echteringewikkeld,
doordat AmerikanenenEuropeanen
onafhankelijk
van elkaar dedeels door kweekontstane
veelvormige
amaranten classificeerden, watleiddetoteen tot op heden chaotische taxonomie van A.
hybridus
s.1. Na de TweedeWereldoorlog
beheersten Aellen2 en Sauer35 36
met
tegenstrijdige opvattingen
deamaranthologie
inEuropa.
In 1973 vatEhrendorfer42
,
de
opvattingen
vanSauer 36volgend,
het A.hybri-dus-complex
alsvolgt
samen: A. cruentusL.(incl.
A.paniculatus L.),
A.hybridus
L.(incl. A.patulus
Bertol.,A.cruentus sensuFloraEuropaea),
A.hypochondriacus
L.(incl.
A.chlorostachys
var.erythrostachys (Moq.) Aelllen),
A.powellii
S. Watson(incl.A.
chlorostachys
var.pseudoretroflexus
Thell.,A.hybridus
sensuFloraEuro-paea, A. bouchonii
Thell.).
Deverwijzingen
naarde FloraEuropaea
betreffen deeerste druk vandeel l. 2
De tweede druk van deel 1
geeft
eenandereindeling
40,onder
verwijzing
naar Sauer. 36Recente
Europese
flora's vatten de door Sauer onderscheidensoorten in verschillende combinatiessamen. Erzijn bijna
evenveelindelingen
als flora's. Deze willekeurwas voor Stace7
aanleiding
Sauer36 maarweerop devoet te
volgen,
ondanks het werkvanBrenan4
enTownsend
43 44 ,die het
A.
hybridus-complex. vereenvoudigden
tot twee soorten: A.hybridus
L.en.A.bou-chonii Thell.
Aanvankelijk begonnen
wede Nederlandse collectiesvan A.hybridus
s.1.tedetermineren
volgens
Sauer36:
A.hypochondriacus,
A. cruentus, A.powellii
enA.
hybridus.
Deeerste tweenamen slaan opgekweekte
vormendiemanshoog
kunnenzijn, rijk
vertaktenopvallend
rood,paars ofgeel. Bij
dezevormenzijn
deschutbladen
gewoonlijk
korter dan de vrucht.Volgens
Sauer35 36worden de graana-marantengeselecteerd
op korte schutbladen omdatrassen metkorte schutbladengemakkelijk
teoogstenzijn.
De variabiliteit inschutbladlengte,
kleurenvertakking
wordt dusvermoedelijk
veroorzaakt door het kweken dat nogsteeds,ook inEuropa
plaats
vindt.45 46Nakomelingen
vangekweekte planten vestigen
zichherhaaldelijk
en
blijven
zozorgenvoor extremevariatie in de collecties. DenamenA.powellii
enA.
hybridus
slaan op wildevormen van bescheidenerafmeting
enkleur; de schut-bladenzijn gewoonlijk langer
dan de vrucht.Het onderscheidtussenwildeen
gekweekte
vormenbleek alspoedig
nietmeerte maken omdat de kleur
bij
amarantentijdens
hetdrogen verdwijnt
endegroottevan de
planten
aan demeesteherbarium-exemplaren
niet valt aftelezen. Boven-dien varieert degroottebij
de wildesoorten vanenkele centimeterstotmanshoog.
Ook het verschil in de relatievelengte
vanhet schutblad bleek niet houdbaar.Het verschiltussenA.
powellii
enA.hybridus
isvolgens
de diverse auteurs36 40 de absolutelengte
vanhetlangste
schutblad,waarbij
degrensin de buurtvande 4 mm zou
liggen.
Ook wordt welgenoemd
het aantal meeldraden,weliswaar metenige overlap.
40Wij
konden echter het onderscheidtussenA.hybridus
enA.powel-78 Gorteria24(1998) lii niet volhouden. De
lengte
vande schutbladen varieertvan2,4 tot 8,4mm(zie
Fig. 4).
Een grens viel inonzemetingen
niettetrekken. Verschil in aantal meeldra-den of andere verschillen vielenonsevenmin op.Het Nederlandse materiaalvanA.
hybridus
s.1. isvolgens
onshomogeen.
Werekenen het daaromtotéén soort.Dezesoort moetA.
hybridus
L. heten.Wij volgen
hiermee deopvattingen
van BrenanenTownsend. Brenan bewerkte deamarantenvanhet
Verenigd Koninkrijk
en Ierland4en later dievan Zuid-Afrika 47Townsend bewerkte deamaranten vanWest-PakistanenOost-Afrika
43 44 48
Zowel Brenan als Townsend hebben alle relevantetypen
gezien
uit het herbariumvan LinnaeusenkomenwatA.
hybridus
betrefttotgelijke
conclusies. Daarom is ernaar onzeme-ning
onvoldoendegrond
denaamA.hybridus
L. alsdubbelzinnig
tebeschouwenente
verwerpen. 20 31
Brenan4 enTownsend44 48onderscheiden twee ondersoorten:
subsp. hybridus
en
subsp.
cruentus. Deze onderscheiden zich vanelkaar door destijlvoeten.
Desubsp. hybridus
heeftstijlen
die in de onderste helftgeleidelijk,
maarduidelijk
dikker worden.
Bij
desubsp.
cruentuszijn
destijlen
overalbijna
even dik. Voor zover wehet kondencontroleren,behoort al het Nederlandse materiaaltotdesubsp.
hybridus.
Dit is ook inBelgië
hetgeval.
5 23Diagnostische
kenmerken- Devruchtjes
vanA.hybridus
hebbendekseltjes
dieheel
gemakkelijk
loslaten. Hierdoor komen de zwarte,glimmende zaadjes
meteenvrij
als dearenin dehandpalm
worden gewreven, ditintegenstelling
totA. boucho-nii. Soms is licht dorsen voldoende. Dedekseltjes
laten al los als het zaad nog wit is. Aan helejonge
vruchten is hetdekseltje
teherkennenaan een scheurmerk, eenzwak
lijntje
rondom de vruchtwandwaarlangs
hetdekseltje
loslaat. Dedekseltjes
vanA.
hybridus zijn
meestalrimpelig
en geven de hele vruchteenrimpelig
uiter-lijk,
doordat hetgladde
onderstegedeelte
van de vrucht door het bloemdek wordtomsloten.
1. R.vander Meijden, 1990. Heukels'FloravanNederland,ed. 21.Groningen.
2. RAellen,1959. Amaranthaceae. In: G.Hegi, 111. Fl. Mitt.-Eur. Band III(2):461-532. Mün-chen.
3. M.Bassler, E.J. Jager& K. Werner, 1996. Exkursionsflora vonDeutschland,Band 2.Jena, Stuttgart.
4. J.P.M.Brenan,1961. Amaranthus in Britain. Watsonia 4: 261-280.
5. J.Lambinon,J.-E. DeLanghe,L. Delvosalle &J.Duvigneaud,1992. Nouvelle flore de la
Belgique,du Grand-Duché deLuxerabourg,du Nord de la Franceetdesrégionsvoisines,ed. 4. Meise.
6. O.Sebald,S.Sybold&G.Philippi, 1990. DieFarn- und Blütenpflanzen
Baden-Württem-bergs.Band 1.Stuttgart.
7. C.A.Stace,1997. New flora of the British Isles.Cambridge.
8. Wijbedanken R.Andeweg,F.ReijerseenO.Zijlstravoorhet melden vanvindplaatsen.
9. S.J.vanOoststroom & Th. J.Reigchelt,1961. Nieuwe plantesoortenin Nederland gevonden hoofdzakelijkin 1960. Levende Natuur 64: 131-134.
10. S.J. vanOoststroom & Th.J. Reichgelt, 1962. Aanwinsten voorde Nederlandse
adventief-flora,1. Gorteria 1: 20-24.
11. P.F.Stolwijk, 1996. Kamferalant(Dittrichiagraveolens(L.) W.Greuter)in Nederland. Gorte-ria 21: 210-212.
12. DesoortwordtondernummerRH5311 in devolgende Standaardlijstopgenomen. 13. R.vanderMeijden,1996. Heukels' FloravanNederland,ed. 22: 126.Groningen.
14. P.Wilkin,1992. Thestatusof Amaranthus bouchonii Thellungwithin Amaranthus L. section Amaranthus:newevidence from studies ofmorphologyand isozymes. Bot. J. Linn.Soc. 108: 253-267.
15. M.Chassagne,1956. Inventaire analytiquede la flore d'Auvergneetcontréeslimitrophesdes
départementsvoisins. I.Encyclopédie BiogéographiqueetécologiqueXI. Paris.
16. A.F. Jeanjean, 1961. Cataloguedes plantesvasculaires de la Gironde. Actes Soc. Linn. Bordeaux 99: 1-332.
17. P. Jovet, 1940. Note surdeux amarantes de Paris etde sabanlieue: Amarantus bouchonii Thell.etAmarantusblitoides Watson. Bulletin du Muséum Paris,2esérie, 12,5.(Herdrukt in: Floredescriptiveetillustrée de laFrance,par1'abbé H. Coste.Supplément7, 1990). 18. R.Corrillion,1982. Floreetvégétationde la vallée de la Loire(coursoccidental: de 1'Orleans
a1'estuaire). Jouve,Paris.
19. H. desAbbayes,G.Claustres,R. Corrillion & P.Dupont 1971. Flore etvégétationdu massif Armoricain I. Florevasculaire. Saint-Brieuc.
20. G.Hügin, 1986. Die VerbreitungvonAmaranthus-Arten in der südlichen und mittleren Oberrheinebene sowieeinigen angrenzendenGebieten.Phytocoenologia14: 289-379. 21. G.Hügin, 1987.Einige Bemerkungenzuwenigbekannten Amaranthus-Sippen
(Amarantha-ceae)Mitteleuropas.Willdenowia 16: 453-478.
22. J.Duvigneaud& J. Lambinon 1976.QuelquesAmaranthusinteressantesou nouveauxpourla floreBeige.Dumortiera 5: 20-26.
23. J. Lambinon,J.Duvigneaud,M.Kerguélen& H. Vannerom,1994. Notes taxonomiques, nomenclaturales etchorologiquesrelativesalaquatrièmeéditionde la 'Nouvelle Flore'de la
Belgiqueetderégionsvoisines. Dumortiera 55-57: 62-95.
24. E.J. Clement,1975. SomerareAmaranthusspecies.B.S.B.I. News 10: 13.
25. G.M.S. Easy, 1979. Amaranthus species in Cambridgeshire, apreliminary examination. B.S.B.I. News22: 13-17.
26. J.Gaffney,1991. Amaranthus bouchonii in westNorfolk.B.S.B.I. News 58: 42-43.
27. A.Frey, 1974. Genus Amaranthus L. inPoland(in Polish).FragmentaFlorist. Geobot.20,2: 143-201.
28. H.Melzer, 1993. ÜberAmaranthus bouchonii Aellen,Bouchons Fuchsschwanz, Agrostis
castellana Boissier&Reuter,das KastilischeStrauszgras, und andere bemerkenswerte
Blüten-pflanzen Karntens.Caranthia 2,103: 715-722.
29. J.L.Carretero,1979. ElgéneroAmaranthus L.enEspana.Collectanea Bot.(Barcelona)11: 105-142.
30. S.Castroviejoetal.,1990. Flora Iberica,Vol.2. Madrid.
31. J. Jallas &J. Suominen 1980. Atlas FloraeEuropaeae,Vol.5. Helsinki. 32. S.Pignatti,1982. Flora d'Italia.Bologna.
33. J.Saintenoy-Simon,1987. Amaranthus bouchonii Thell.etA. ralletii ContreexD'Alleizette & LoiseauenValais.Monde PI. 82: 429-430.
34. B.Düll-Wunder,W.Schumacher,C.Vanberg& J.Wunder,1995. Atlas der Farn- und
Blüten-pflanzen des Rheinlandes. Bonn.
35. J.D. Sauer, 1950. The grain amaranths: a survey of their history and classification. Ann. Missouri Bot. Garden 37: 561-632.
36. J.D. Sauer, 1967. The grain amaranths and their relatives: arevised taxonomie and
geo-graphicsurvey.Ann. Missouri Bot. Garden 54: 103-137.
37. K. Klopfer&J. Robel 1989.BeitragezurSystematik, Morphologieund Anatomieder Gat-tungAmaranthus L.II.Samenmorphologieund -anatomie ausgewahlterVertreter. Gledit-schia 17: 171-182.
38. P.Aellen,1964. Amaranthus. In: T.G. Tutinetal.(Eds.),FloraEuropaea,Vol. 1,lst ed.: 109-110.Cambridge.
39. P.Aellen,1970. Amaranthus bouchonii Tellung.Mondes PI. 65: 7. 40. T.G. Tutinetal., 1993. FloraEuropaea,Vol. 1. Cambridge.
41.
A.Thellung,1926. Amaranthus bouchonii Thell.spec(?)nov.Monde PI. 3eser.27: 160. 42. F.Ehrendorfer,1973. Liste derGefasspflanzen Mitteleuropas. Stuttgart.80 Gorteria 24(1998) 43. C.C.Townsend,1977. NotesonAmaranthaceae III. Publ. Cairo Univ. Herb. 7 &8: 64-66. 44. C.C.Townsend, 1985. Amaranthaceae. In: R.M. Polhill (Ed.),Flora ofTropicalEast Africa:
19-36. Rotterdam/Boston.
45. K.Anema, 1998.GraangewasAmaranthusstijgtinpopulariteit.Platform 14: 26-27. 46. M. Hastenpflug(ed.), 1995.Amaranth,neueAussichten für eine alte Wunderpflanze.
Ma-riendrebber.
47. J.P.M.Brenan, 1981. Thegenus Amaranthus in southern Africa. J. S. African Bot. 47: 451—
492.
48. C.C.Townsend, 1974.Amaranthaceae. In: E. Nasir & S.I. Ali (Eds.),Flora of West Pakistan 71: 1-49.