REDACTIONEEL
Landbouwkundig Tijdschrift is een uitgave van Stam Tijdschriften BV Postbus 235, 2280 AE Rijswijk Telefoon 070-988100 Telefax 070-988276 Directeur ir. H. Jongeling. Algemeen hoofdredacteur Drs. R E . Kisman. Redactieraad
Ing. F. Appel. prof. ir. J.S.O. van Asscldonk. drs. C E . J . M . Crombach.dr. ir. L. Fresco. dr. ir. W.G. Keltjcns. ing. L.M. Lumkes, ir. H.A. Meester-Broertjes, ir. R A . Schipper, G. Slettcnhaar en ir. H.J.J. Stolwijk.
Redactie
Ir. I.B. Verweijcn-Stecnaart (hoofdredactie). Drs. M.C. van Leeuwen, mw. S.G. Parlevlict (redactieassistente) en
mw. A. Wulff (secretariaat).
Vormgeving
A.E. Massee-van Erp en Liesbeth Thomas.
Abonnementen
Leden van KGvL en NILI ontvangen dit blad gratis. De leden van de vaksectie Landbouw van het NIRIA kunnen dit blad eveneens krachtens hun lidmaatschap van het NIRIA ontvangen. Het verenigingsjaar van KGvL loopt van januari t/m december. Eventueel beëindigen van het lidmaatschap dient voor 1 december te worden bericht aan het bureau van de vereniging, postbus 79, 67(H) AB Wageningen, tel. 1)8370-83537.
Zij die niet in bovengenoemde categorieën vallen, kunnen een abonnement op dit tijdschrift nemen via de uitgever bij de afdeling
Abonnementen, tel. 070-988100.
De abonnementsprijs (inclusief Vacaturegids) binnen de Benelux is voor particulieren f 100,-en voor bedrijv100,-en f 130,- (incl. BTW) voor het kalenderjaar 1989. Buitenland f 2 1 0 , - , luchtpost f 3 0 0 , - . Een abonnement kan op elk moment ingaan. De resterende periode van het kalenderjaar wordt naar rato berekend. Aan het einde van een kalenderjaar wordt het abonnement automatisch verlengd tenzij vóór 1 november schriftelijk een bericht van opzegging is ontvangen.
Losse nummers: f 12,50
(inclusief porto en BTW).
Bel en bestel bij Stam Tijdschriften BV, telefoon 070-988100 en vraag naar de afdeling losse verkoop, toestel 192
Advertenties Produktadvertenties: A Orderbehandeling: mw.
157).
Verkoopleider: B.A.M, van Santen (tst
van Elk (tst. 161). L. van den Bosch (tst.
155).
Vacaturegids
In combinatie met Landbouwkundig Tijdschrift verschijnt 22 maal per jaar Vacaturegids.
Copyright Stam Tijdschriften BV 1989
Lid van de Nederlandse organisatie van
Tijdschrift-Uitgevers
V7
Internationalisering
De wereld van het internationale landbouwkundige onderzoek — de aan de Consultative Group for International Agricultural Research (CGIAR) direct en indirect gelieerde instituten - is in beweging. De successen en tegelijk het on-vermogen van de Groene Revolutie hebben vragen opgeroepen over de nood-zaak en de mogelijkheid om onderzoek af te stemmen op specifieke groepen boeren. Centrale vragen voor een gewas als rijst zijn bijvoorbeeld wat de biolo-gische basis kan zijn voor verdere produktieverhogingen en of de produktie op het huidige niveau gehandhaafd kan blijven. Naast gewasgericht onderzoek is er meer aandacht gekomen voor factoren als bodem en water. Voorts heeft de snelle voortgang op biotechnologisch gebied een aanzet gegeven tot een concen-tratie op dit terrein.
De belangrijkste verandering van de laatste jaren echter vloeit voort uit de toe-genomen capaciteit in de nationale onderzoeksinstituten (NARS) in ontwikke-lingslanden. Als gevolg daarvan is een duidelijkere taakafbakening ontstaan. Al het zogenaamde downstream-onderzoek wordt vaker door NARS gedaan, zoals het aanpassen van genetisch materiaal aan specifieke ecologische situaties. De CGI AR beperkt zich steeds meer tot het upstream-ge deelte, het identifice-ren en aanleveidentifice-ren van materiaal met bepaalde resistenties of tot het meer fun-damentele fysiologische onderzoek, en in beperkte mate tot het aanleveren van methoden voor downstream werk. Een aantal ontwikkelingslanden in Azië en Latijns-Amerika is echter al zo ver gevorderd dat zij ook u p s t r e a m willen wer-ken, zodat de mogelijkheid ontstaat om een deel van het werk dat nu nog in CGIAR-instituten wordt gedaan aan hen uit te besteden, zoals nu al gebeurt met bepaald onderzoek dat op kosten van de CGI AR door universiteiten in het Westen wordt uitgevoerd. Op termijn betekent dit mogelijkerwijs dat de CGI AR steeds meer een coördinerende en identificerende rol zal spelen, naast vaste taken als training en het beheer van genetisch materiaal.
Het is niet toevallig dat ook het LU-tropenonderzoek zich op dit moment in een crisis bevindt. Bovengeschetste ontwikkelingen hebben, zij het nog in be-perkte mate, hun weerslag op de LU. Om financiële redenen is in het verleden
bovendien soms ontwikkelingswerk aangetrokken dat niet altijd een weten-schappelijke prioriteit had. Het is echter onjuist om deze crisis uitsluitend te wijten aan het ontbreken van onderzoek van hoge kwaliteit. Een veel essen-tiëler punt is de volledige afwezigheid van een consistent L U-tropenbeleid. Wat kan, in het licht van de internationale ontwikkelingen, de specifieke rol van de LU zijn? Waar ligt het evenwicht tussen downstream- en upstream-onderzoek? Wat voor relaties wil en kan de LU onderhouden met de CGI AR en met natio-nale programma's in ontwikkelingslanden? Duidelijke adviezen voor een plaatsbepaling door een commissie van interne en externe (liefst buitenlandse) deskundigen en een 'brede maatschappelijke discussie' over de tropen lijken meer dan ooit gewenst. Eén opmerking vooraf: als je maar ver genoeg door-denkt is elk onderzoek 'ontwikkelingsrelevant' - dus dat kan nooit een crite-rium zijn.
L.O. Fresco Lid redactieraad
