Aanpassing van het optimale Kalman-Bucy filter aan
versnellingsmetingen
Citation for published version (APA):
van de Nobelen, M. Q. M. (1988). Aanpassing van het optimale Kalman-Bucy filter aan versnellingsmetingen. (DCT rapporten; Vol. 1988.007). Technische Universiteit Eindhoven.
Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1988
Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record
Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl
providing details and we will investigate your claim.
Afdeling der Werktuigbouwhmàe
Vakgroep F'undamentele Werktuigbouwkmäe
Dit verslag behandelt de resultaten van een theoretisch onderzoek dat als doel heeft het aanpassen van het optimale Kalman-Bucy filter zodanig dat gebruik gemaakt kan worden van versnellhgs- metingen. Het model van het te observeren systeem wordt opgesteld
en de bijbehorende reconstrueerbaarheidsvoorwaarde wordt afgeleid.
Wanneer het model van het systeem bekend is kan er een model voor
een volledige orde waarnemer opgesteld worden. Het probleem is nu het vinden van de optimale waarnemer, hetgeen neer blijkt te komen op het vinden van de optimale waarde van de versterkingsmatrix. Tenslotte wordt door middel van simulatie van een eenvoudig voorbeeld-systeem het gedrag van het gevonden optimale filter onderzocht.
Samenvatting 2
i. Inleiding 4
2. Model systeem 5
3. Reconstrueerbaarheid
3.1 Inleiding
3.2 Voorwaarden voor reconstrueerbaarheid
4. Model waarnemer
4.1 Inleiding
4.2 Volledige orde waarnemer
4.3 ik optimale waarnemer
T
4.3. i Minimalisatie van
pe
(t)pe (t)4.3.2 Minimalisatie van tr[Q(t)] 11 11 12 15 18 18
5. Toestandsreconstructie van een eenvoudig voorbeeld-systeem 26
5.1 Inleiding 26 5.2 REGNOhJLJN 27 5.3 Uitwerking voorbeeld 27 5.4 Simulatie 29 5.4.1 Algemeen 29 5.4.2 Simulatieresultaten 30 5.4.3 Evaluatie resultaten 39 6. Conclusies en aanbevelingen 40
Appendix A Opmerkingen met betrekking tot het gebruik van de
1. INLEXDING
De toestandschatting van de optimale waarnemer (Kalman-Bucy
filter) is gebaseerd op meting van uitgangsgrootheden, die een
lineaire combinatie vormen van de toestandsvariabelen van het betreffende systeem. Bij mechanische systemen bevat de
toestandsvector in het algemeen verplaatsingen en snelheden
van de diverse onderdelen van het system, die in veel gevallen
moeilijk meetbaar zijn, bijvoorbeeld door elastische deformaties. Daarentegen is het vaak relatief eenvoudig om informatie over de optredende versnellingen te verkrijgen door toepassing van
krachtopnemerS. Het probleem is nu hoe het optimale filter moet
worden aangepast om ook gebruik te kunnen maken van versnellings-
metingen. Daarnaast moet door middel van simulatie van een
eenvoudig voorbeeld-systeem worden nagegaan inhoeverre het
gebruik van versnellingsmetingen het optimale filter heinvloedt.
2. MODEL SYSTEEM
Beschouw het model van een lineair constant systeem:
met : toestandsvector (dimensie n) I
uitgangsvector (dimensie i) I
ingangsvector (dimensie m) I
matrix (dimensie n*n) I
matrix (dimensie n*) I
matrices (dimensie 1*n)
~e uitgangsvergelijking is nu niet alleen een functie van
x(t)
maar ook een functie van x(t)
.
Bij een (2e orde) mechanischsysteem wordt hierdmr de mogelijkheid geopad gebruik te maken
van versnellingsmetingen.
nu afgeleid: (2.1) in (2.2) levert: ofwel: m e t : = C
+
C2A 1i k overgangsmatrix v w r een lineair constant systeem is gelijk aan:
Gebruik makend van (2.6) luiden de toestandsvergelijhg en de
3. RECONSrl7RUEERBAARHEID
3.1 Inleidinq
Het begrip reconstrueerbaarheid komt hier ter sprake. Een systeem
wordt reconstrueerbaar genoenti als het mqeiijk is om uit het
verloop in de tijd van het uitgangssignaal het verloop in de tijd
van de toestand te reconstrueren. In dit hoofdstuk zullen nood-
zakelijke en voldoende voorwaarden ten aanzien van de matrices
A, C 1 2
strueerbaar is.
en C worden afgeleid waaronder een lineair systeem recon-
3.2 Voorwaarden voor reconstrueerbaarheid
Definitie: het systeem beschreven door (2.1) en (2.2) is volledig
reconstrueerbaar onder de noodzakelijke en voldoende voorwaarde
dat voor elke te er een to bestaat met
gelijkheid:
-Wto<te, zcdanig dat de
voor willekeurige g(t:tO,t) impliceert dat
x
=xVoor een lineair constant systeem kan ook een eenvoudigere
voorwaarde gesteld worden, nl:
-1 -2'
Voor elke te moet er een to bestaan met -@&,<te zodanig dat
de gelijkheid:
voorwaarden indit geval identiek aan elkaar zijn.
Er zullen nu noodzakelijke en voldoende voorwaarden ten aanzien
van de matrices A, C en C worden afgeleid waaronder een lineair
1 2
constant system volledig reconstrueerbaar is.
Substitutie van (2.8) in (3.2) levert:
A(t-tO) Met de Taylorreeksontwikkelbg voor e
e = I
+
A(t-tO)+
A 2 (t-to) 2 /2!+
A 3 (t-to) 3 /3!+
...
A(t-tO)(3.4)
kan betrekking (3.3) als volgt worden herschreven:
{E
+
&(t-tO)+
G2(t-t0) 2 /2!+
. . .
}x(t,) = Q(3.5)
Er kan nu gebruik gesnaakt worden van het Caley-Hamilton theorema
om de hogere machten An, A n+l
,..
.
uit te drukken in lineairecombinaties van de lagere machten A o
,
A 1,
. . .
,
An-', zodat debetrekking (3.5) geschreven kan worden als:
-
n-1CA }x(to) = Q
-1
bepaalde constanten zijn.
Q (3.7)
De dimensie van de matrix Q is (nl*n). M e r k op dat wanneer C2
gelijk is aan de nulmatrix de r e c o n s t r u e e r b a a r h e i d r i x Q
overgaat inde oude vorm ( z i e [l.]). Stel nu dat de rang van
de matrix Q lager is dan n, dan bestaat er dus een vector x(tO)#Q
zodanig dat:
N
Cx(t,)=Q, CI a X ( t o ) = Q , .
.
,
?in-1x(tO)=2
waardoor het mogelijk is aan betrekking (3.6) t e voldoen zonder
datx(tO)=Q. Hiermee is bewezen dat de rang van de recomtrueer-
baarheidsmatrk Q noodzakelijkerwijs gelijk aan n m o e t z i j n voor
het reconstrueerbaar z i j n van het systeem
(2.1)
en(2.2).
Neem nuaan dat de rang van Q gelijk is aan n en veronderstel dat:
Na s u b s t i t u t i e van teo en herhaaldelijke d i f f e r e n t i a t i e van y(t)
P
volgt: y(to) =
cx(to)
= Q ;-
n-1M e t behuïp van (3.7) kan d i t stelsel als volgt geschreven worden:
M e t matrix Q van rang n volgt uit
(3.10)
dat ~ ( t , ) = 0. Hiermeeis bewezen dat de voorwaarde dat de r e c o n s t r u e e r b a a r h e i d i x (z
van rang n m o e t z i j n tevens een voldoende voorwaarde is voor het
4. MODEL WAARNEMER
4.1 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt allereerst het model voor een volledige
orde waarnemer opgesteld (paragraaf 4.2)
.
Deze waarnemer wordtverbonden met het systeem zoals dat beschreven wordt in hoofd-
stuk 2. Met behulp van deze waarnemer kan uit de uitgang y(t)
van het systeem de toestand x(t) van het systeem gereconstrueerd worden. Voorwaarde hiervoor is dat het systeemvoldoet aan de
reconstrueerbaarheidsvoorwaarden zoals deze inhoofdstuk 3 be-
schreven zijn. De waarnemer levert een schatting g(t) van de
toestand g(t)
.
De schatting wordt beinvloed door de waarde vande in het model van de waarnemer aanwezige versterkingsmatrix
K(t)
.
De waarde van K(t) is niet vastgelegd. De schatting g(t)van de toestand x(t) kan geoptimaliseerd worden door K(t) zo te
kiezen dat rekening gehouden wordt met de in het systeem aanwe-
zige onzekerheden, voorgesteld door de vectoren y(t) en y(t)
.
Devectoren w(t) en y(t) stellen een witte ruis voor met intensi-
teitsmatrices Vw(t) en Vv(t)
.
Onder een optimale schatting wordthier een minhum variantie schatting verstaan. Het probleem is nu
het vinden van de optimale waarde K*(t) van de versterkingsmatrix
K(t) zodanig dat de daarmee verkregen schatting g(t) een minimum
variantie schatting is. Dit probleem vormt het onderwerp in
paragraaf 4.3.
A
A
4.2 Model van een volledicre orde waarnemer
Beschouw het systeem beschreven door de vergelijkingen:
De vector y(t) is een lineaire combinatie van de toestand
x(t)
ende afgeleide van de toestand
x(t)
en representeert de meetresul-taten op tijdstip t. U i t d i t signaal w o r d t de toestand van het
systeem gereconstrueerd met behulp van een waarnemer. Er zal nu
het model van een volledige orde waarnemer bepaald worden. De
waarnemer gegeven door:
A
is een volledige orde waarnemer als
x(t,)i(t,)
impliceert dat- x ( t ) i ( t ) voor alle g(t)
,
t>tO.(4.3)-(4.1) levert:
A
Substitutie van (4.5) i n (4.4) levert:
ofwel :
Om aan de voorwaarden voor een
m o e t gelden: arnemer t e voldoen F(t) = A ( t )
-
K(t)C(t) H ( t ) = B ( t )-
K(t)C2 ( t ) B ( t ) (4-
9 ) (4.10)w a a r h K ( t ) een willekeurige matrix is. De waarnemer komt er nu als volgt u i t t e zien:
ofwel :
- $(t) = A ( t ) g ( t )
+
B(t)u(t)+
(4.11)
I t
fig 4 . 1 m d e l systeem m e t volledige orde w a a r n e m e r
4 . 3 De oDtimale waarnemer
De structuur van de optimale waarnemer wordt gelijk gekozen aan
die van de volledige orde waarnemer beschreven door ( 4 . 1 2 ) . De
stabiliteit van de waarnemer wordtbepaald door de systeemmatrix
[A(t)
-
K(t)C(t)1.
De matrix K(t),
de versterkingmatrix van dewaarnemer, is m e d e bepalend voor de stabiliteit van de waar-
nemer. H e t ontwerpen van een waarnemer komt dus neer op het
doen van een geschikte keuze vmr de versterkingmatrix K(t)
.
Als optimale waarde van de versterkingmatrix K ( t ) wordt die
waarde Ko(t) gekozen, z d a n i g dat de daarmee v e r b e g e n schatting
- x(t) een minimum v a r i a n t i e schatting is. De waarnemer wordt ver-
bonden m e t het systeem dat door de volgende vergelijkingen wordt
beschreven:
A
(4.13) (4.14)
waarin
w(t)
voor de systeemruis staat en y(t) voor de observatie-ruis. Beide worden verondersteld w i t t e z i j n m e t gemiddelde nul.
De minimum v a r i a n t i e schatting wordt gedefinieerd als die schat- A
ting
x(t)
van de toestandx(t)
waarvoor geldt:T
J = tr[E{g(t)e (t)}] : minimaal ( 4 . 1 5 )
waarin ~ ( t ) de schattingsfout is:
Beschouwd wordt een zuivere schatting, zodat geldt:
( 4 . 1 7 )
D i f f e r e n t i ë r e n van (4.16) levert:
( 4 . 1 8 ) !
Substitutie van (4.14) in (4.19) levert m e t gebruikmaking van
(4.18) :
- e(t) = A ( t ) e ( t )
+ B(t)g(t)
+
w(t)
-
B(t)u(t)+
o f w e l :
De b i j differentiaalvergelijking (4.21) horende randvmmaarde l u i d t :
De variantiematrix van
e
(t) I Q (t) I wordt nu geintroduceerd:m e t :
(4.24)
Vergelijking ( 4 . 2 3 ) wordt herschreven:
M e t behulp van (4.26) kan het criterium (4.14) nu als volgt geschreven worden:
Minimalisatie van (4.27) kan nu gebeuren door
be
T (t)/ue(t) ent r [ Q ( t ) ] afzonderlijk van elkaar t e rninhnaliseren. D i t is moge- l i j k onflat Q (t) geen functie van
pe
(t) is.Neem de verwachtingswaarde van (4.21) en maak gebruik van het
f e i t dat
w(t)
en y(t) gemiddeld nul zijn:T
Minimalisatie van (t (t) wordt bereikt door
kiezen want dan is (t)
=o
en dus ook (tpe(t)=Q voor t>to.Eerst w o r d t de differentiaalvergelijking voor Q(t) afgeleid.
Er wordt uitgegaan van vergelijking (4.21) die als volgt wordt
herschreven:
e(t)
= A(t)g(t)+
T(t)G(t)
m e t :A(t)
= A ( t )-
K ( t ) C ( t ) (4.29) (4.30) ( 4 . 3 1 ) (4.32)DS vector @(t) is een witte ruis met intensiteitsmatrix:
Voor de oplossing 9 (t) van (4.29) geldt:
(4.33)
(4.34)
(tlto) de overgangmatrix van het systeem (4.29) is.
De correlatiematrix Re(t,t) is gelijk aan:
G(t) is een witte ruis zodat geldt:
(4.35)
(4.36)
Substitutie van (4.34) in (4.35) levert met gebruikmakin gvan
(4.36) :
(4.37)
De differentiaalvergelijking voor Re(t,t) wordt verkregen na
(t
,
t)I
(t)vw
(t)TT
(t) (4.38)ie(t,t) = A(t)Re(tlt)
+
Re(t,t)AT(t) + I(t)vw(t)IT(t) (4.39)De bij differentiaalvergelijking (4.39) horende randvoorwaarde
volgt door in (4.37) t e o te substitueren:
Voor Q (t) de variantiematrix van (t) geldt:
Differentiëren van (4.41) naar t levert:
met : O (4.40) (4.41) (4.42) (4.43)
Door substitutie van (4.41), (4.42) en (4.43) in (4.39) volgt de
differentiaalvergelijking voor de variantiematrix Q (t) :
met ranävmmarde :
Q(to> = Q,
(4.44)
(4.45)
iedifferentiaalvergelijking (4.44) wordt wat veräer uitgeschre-
ven door substitutie van (4.30)
,
(4.31) en (4.32). Dit levert:+
[I-K(t)C2(t) -K(t)] Vw(t) O I-C2T(t)KT(t)[
0 VVJ[
-W)
(4.46)
De beginvoorwaarde blijft onveranderü:
Q(to) = Qo (4.45)
De vergelijkingen (4.47) en (4.45) beschrijven het gedrag van de
versterkingmatrix K(t) zodanig dat voor elk tijdstip t het
criterium J = tr[Q(t)] een minimale waarde aanneemt. Het optimale
verloop van de variantiematrix, Qo(t), wordt gevonden door in de
differentiaalvergelijking (4.47) de optimale waarde van de
versterkhgmatrix Ko(t) te substitueren en vervolgens vanaf de
gegeven beginvoorwaarde (4.45) te integreren naar het eindtijd-
stip te, resulterend inde waarde Qo(te). Het vaststellen van de
optimale waaräe van K(t) vormt een meerstapsbeslissingsprobleem.
Bij elk opeenvolgend tijdstip t moet een keuze v w r K(t) gedaan
worden. Bij voortdurend de juiste keuze K(t) = Ko(t) wordt de
optimale trajectorie Qo(t) doorlopen. Bij het vaststellen van de juiste keuze wordt gebruik gemaakt van het optimaliteits-
beginsel :
Een optimale trajectorie is optimaal over elk
deelinterval van de trajectorie.
Het verband tussen Qo(t) en Qo(t+At) met At voldoende klein
luidt :
Qo(t+.&t) = Qo(t)
+
$(t)&tVoor Qo(t+&) geldt:
tr[Qo(t+at)
3
= tr[Qo(t)3
+
tr[$(t) ]at(4.48)
(4.49)
Volgens het optimaliteitsbeghel moet de resulterende waarde
tr[Qo(t+At) ] weer optimaal zijn ten opzichte van elke andere
Q(t) gezocht die in (4.49) gesubstitueerd kan worden. U i t g e g a a n
w o r d t van dif fermtiaalvergelijking (4.47) die herschreven wordt:
m e t :
( 4 . 5 1 )
Er w o r d t geprobeerd om (4.50) in de volgende vorm t e gieten:
U i t s c h r i j v e n van (4.52) levert:
-
K(t)?(t) Z T ( t )-
Z (t)?(t)KT(t)V e r g e l i j k h g (4.53) is equivalent m e t (4.50) als geldt:
Z ( t ) = Q ( t ) E T ( t ) V
--1
(t)+
Vw(t)C:(t)V --1 (t)(4.52)
(4.53)
(4.54)
De uitdnikkin ' g v a r Q(t) (4.52) is nu geschikt voor substitutie
in (4.49). Dit levert met gebruilanakin ' g van (4.55):
+
dt.tr[A(t)Q(t)+Q(t)AT(t)+Vw(t)-Z(t)V(t) ZT(t)3
+
+
At.tr[ [K(t)-Z(t) ]V(t) [K(t)-%(t)IT]
(4.56)Uit (4.56) blijkt dat de keuze van versterkhgsmatrix K(t) alleen invloed heeft op de bijdrage van de laatste term. Deze term is
een kwadratische uitdrukkin ' g van de vorm X RX waarvmr voor
willekeurige X geldt:
T
xTRX2
o
als R > O (4.57)zodat de som van de eigenwaarden altijd groter of gelijk aan nul
is :
tr[xTm]
2
O (4.58)De optimale waarde van K(t) is de waarde Ko(t)
dat de bijdrage van de laatste term minimaal, dus nul, is.
Hieruit volgt v m r Ko (t) :
waarvoor geldt
Ko(t) = Z(t) = Q0(t)ET(t)v1(t)
+
Vw(t)C:(t)f?-l(t) (4.59)De waarde van de optbale versterkingmatrix KO (t) is nu
gevonden. Substitutie van de optimale versterkhgsmatrix (4.59)
van (4.54) en (4.55) de matrix riccativergelijking voor Qo(t) : $(t) = A(t)Q"(t)
+
Qo(t)AT(t)+
Vw(t)+
-
[Qo(t)ET(t)V --1 (t)+Vw(t)C:(t)V --1 ] .?(t). met : Q(to) = Q, (4.60) (4.45)5.1 Inleidkq
Het optimale filter zoals dat is beschreven in hoofdstuk 4 zal
nu gebruikt worden v m r de toestandsreconstructie van een
eenvoudig voorbeeldsysteem. Voor het simuleren van het gedrag
van het filter wordt het p r ~ a m n a REGNONLIN gebruikt dat op
een AP0L;Lc) DPE 3300 draait. Meer informatie met betrekking tot
REmONLïN wordt in paragraaf 5.2 gegeven. Het voorbeeld-systeem
waarvan de toestand gereconstrueerd moet worden is met opzet heel eenvoudig gehouden om een goed overzicht te kunnen behouden.
Het systeem wordt beschreven in paragraaf 5.3. De simulatie van
het systeem met filter komt aan de orde in paragraaf 5.4. Er
worden verschillende instellingen van het filter bekeken en het optimale filter met versnellingsmethg wordt vergeleken met het optimale filter met verplaatsingsmeting. Uit de resultaten kunnen conclusies worden verbonden met betrekking tot de toepasbaarheid van het optimale filter met versnellingmeting. Evaluatie van de
5.2 REGNONLTN
Het simuleren van het optimale filter gebeurt met het programma
REGNONLïN. Met de bestaande versie van het programma was het
het niet mogelijk om het nieuwe optimale filter uit hoofdstuk 4
te simuleren. Het was daarom noodzakelijk het prcgramna wat uit te breiden zodanig dat ook het nieuwe optimale filter gesimuleerd
kan worden. Een van de mogelijkheden die REGNONïDJ biedt is het
grafisch weergeven van de responsie van diverse grootheden van
het systeem op een bepaald ingangssignaal. Doordat het in
REGNONLTN mogelijk is meerdere respnsies tegelijkertijd weer te
geven is het dus heel gemakkelijk om verschillende filters met
elkaar te vergelijken. Verdere informatie met betrekking tot het
gebruik van de aangepaste versie van REGNONLïN wordt gegeven in
appendix A.
5 . 3 Uitwerkhm voorbeeld
Als voorbeeld wordt een eenvoudig massaveersysteem genomen met
1 graad van vrijheid:
I
/ / / / / / / / /
beweghgsvergelijking luidt:
$(t)
+
kx(t) = F ( t )De toestandsvergelijkhg wordt:
Stel dat alleen de v e r s n e l l h g x ( t ) wordt gemeten. I n dat geval
wordt de Uitgangsvergelijking:
Voor d i t systeem geldt dat n=2, m=l, 1=1.
H e t systeem moet w e l aan de eis van reconstrueerbaarheid
voldoen. D i t betekent dat de reconstrueerbaarheidsmatrix Q
de rang n(=2) moet hdben:
-
C Q =CA
o
1
-k/m O,
C1 = [ O O ] , C2 = [ O 1 3 , = C+
C A 1 2 m e t A =gaat (5.5) over in:
U i t (5.6) b l i j k t dat de reconstrueerbaarheidsmatrix Q inderdaad
rang
2
heeft. Het meten van alleen de versnellingx(t)
is dushier voldoende vmr het reconstrueerbaar z i j n van het systeem
(5.3) en (5.4). B i j de simulatie is het interessant om een
vergelijking t e maken met het geval waarin alleen de verplaatsing
gemeten wordt. De uitgangsvergelijking wordt dan:
De matrix Q is nu gelijk aan:
O
1
k/m O Q =
De matrix Q is van de rang n zodat het systeem ook in d i t geval
reconstrueerbaar is.
5 . 4 simulatie
5 . 4 . 1 Alqemeen
Het optimale f i l t e r w o r d t verbonden met het massaveersysteem
u i t paragraaf 5.3. Het filter moet de vrije responsie van het
systeem reconstrueren. Als nominale trajectorie wordt gekozen:
2
x (t) = a 2 * t + a l * t + a o
-n (5.9)
waarin a =a =a
=1
gesteld wordt. De beginwaarde wordt gelijk aande nominale beginwaarde gekozen:
O
LI
- 0
De beginvoorwaarde van de waarnemer echter wordt sterk afwijkend
gekozen van de beginvoorWaarde van het systeem:
Als beginwaarde v m r de variantiematrix wordt gekozen:
(5.11)
(5.12)
Op tijdstip t=to blijkt dat de schattingsfout g(t) een relatief
grote waaräe heeft. Het optimale filter zal trachten om de schat-
tingsfout naar nul te laten naderen. Hoe goed dit gebeurt hangt
af van de instelling van het filter. Er zullen verschillende
stellingen van het filter bekeken worden die zodanig gekozen zijn
dat het effect van de verschillende elementen van de matrices
Vw en Vv zo goed mogelijk naar voren komt. Ook zal het filter
met versnellingsmeting vergeleken worden met het filter met verplaatsingsmeting.
5.4.2 Simulatieresultaten
De resultaten van de simulaties zijn te zien in fig 5.2 tot en
met fig 5.8. Er is gekozen v m r een massa van 1 kg en een veer-
stijfheid van 1 N/m. Het tijdsinterval dat bekeken wordt loopt
van t=O tot t=10 s. De meest optimale instelling in het geval van
versnellingmeting is vastgelegd in filter 3. In fig 5.2 tot en
een iets andere instelling die vastgelqd is in filter 4.
is &n element van een weegmatrix afwijkend gekozen zodat
invloed van het betreffende element goed zichtbaar is. De
ste grafiek geeft telkens het verloop in de tijd weer van
Telkens de boven- de
A
geschatte toestand x(t) terwijl de onderste grafiek het verloop
in de tijd van de geschatte snelheid x(t) weergeeft. Tenslotte is
in fig 5.8 de meest optimale instelling in het geval van versnel-
-?
lingmeting vergeleken met de meest optimale instelling in het
RESPONSE 12.0. 100. 80. x !A e
n
60. 40. u). O. 0.00 2.00 4.00 6.00 8.00 10.00 TIME 5 . 2 . a 25.0 20.0 15.0 x 10.0 5.0 0.0 -5.0 RESPONSE 0.00 2.00 4.m 6.00 TIME 8.03 10.00 MASSAVEERSYSTEEM W3(1,1): W3(1.2): w3tZ2): Y3 : Wq1,l): W4(1,2): w q m : v4 : T E : N P : ROW : 5. O.(&
5. O. O. 10. 128 1 FILTER3 MASSAVEERSYSTEEM W3(1,1): W3(1,2): W3(2,2): v3 : W4(1,1): W4(1,2): W4(ZZ): Y4 : T E : N P : ROW : 5. O. O. 5. O. O. 10. 128 2 FILTER3120. 100. 80. X
e
60. 40. 20. O. 0.00 2.00 4.00 6.00 8.00 10.00 TIME 5.3. 25.0 20.0 x d fii 15.0 2 10.0 5.0 0.0 RESPONSE 0.00 2.00 4.00 6.00 8.00 10.00 TIME W3(1,1): 5. W3(1,2): O. W3(22): O. v3 :0
W41.1): 5. W41.2): O. W 4 W : O. v4 : m : 10. N P : 128 ROW : 1 mTER3 mm4 ~ -- MASSAVEERSYSTEEM W3(1,1): W3( 1.2): W3(2,2): !I3 : TJ41,l): W4(1,2): Wq2.2): v4 : E : w : *ow : mm3 5. O. O. 5. O. O. 10. 128 2RESPCINSE
/
I
0.00 2.00 4.03 6.00 Y.OO 10.00 TIME I d, RESPONSE 25.0F
20.0 15.0 x a:e
z
10.0 5.0 0.0 -5.0 O.C-3 2.00 4.00 6.00 mm 8.00 iO.00 5.4.b MASSAYEERSYSTEEFA 5. 1.5 O. 1.5 10. 128 1 hiASSAYEERSYSTEEM 5 ”. . O. 1.5 5. O. 1.5 io. 128 2120. 100. SO. x E 60. 40. 20. s. 0.00 2.00 4.00 6.00 0.m 10.00 mm RESPONSE 25.0 x 10.0 5 .O 0.0 0.00 2.00 4.00 6.00 TIME 8.00 10.00
fig
5 . 5 .b
W3(1,1): W(1.2): W3(2,2): 533 : W41.1): W4(1.2): W4(2,2): v4 : I E : ? m : ROW : FILTER3 5. u. i.5 5. i.5 10. 128 1 ~ MASSAVEERSYSTEEM W3(1,*): W3(1,2): W3(2,2): v3 : ~41.1): 5. O. 1.5 5. O. 'J4 : T E : N P : ROW : FILTER3 1.5 13. 128 2100. 80. x E
m
60. 40. u). O. r 0.m 2.00 4.00 6.00 8.00 10.00 TIME RESPONSE 30.0 5 . 0 20.0 x Lu 2 % 15.0 10.0 5.0 0.0 0.00 2.00 4.m 6.00 8.00 10.00 TIME W3(1,2): W3(2J): v3 : W4(1,1): W4(1,2): W 4 W : I74 : T E : N P : ROW : FILTER3 3. O. 1.5 O. 3. 1.5 10. 1% 1 MASSAVEERSYSTEEM W(22): O. 7 3 : 1.5 W41.1): W41.2): O. Wq2.2): O. v4 : 1.5 TE : 10. N P : li8 ROW : 2 FILTER?120. 100. 80. X E
m
60. 40. 20. O. 0.00 2.00 4.00 6.00 8.00 10.00 TIME RESPONSE 25.0 20.0 15.0 X E a 10.0 t; 5.0 0.0 -5.0 -10.0 0.00 2.00 4.00 6.M) 8.00 10.00 TIME W3(1,1): W3(1,2): W3(22): v 3 : ~ 4 1 . 1 ) : ~ 4 1 . 2 ) : W42.2): VA : I E : N P : ROW : m m 3 O. O. 1.50
O. O. 1.5 10. 128 1 MASSAVEERSYSTEEM W3(1,1): W3(1,2): O. W(2.2): O. v3 : 1.5 wq1.1):@
wq1.2): O. W42.2): O. Y 4 : 1.5 T E : 10. N P : 128 R O W : 2 FILTER3100. 80. x ei ci 60. 40. 20. o. 0.00 2.00 6.00 2.00 10.00 ? -4.00 -ria3 W P O N S E 25.0 20.0 x i 15.0 6 10.0 5.0 0.0 0.00 2.00 4.00 6.00 8 M 10.00 TIME Wl(l.2): Wl(z.2): V! : W3(1,1): W3(1.2): W3(2,2): v3 : m : W " ROW : O. 10. S. o. c. 1.5 10. 128 1 Wl(l.1): IO. Wl(l.2): F. Wla.2): 10. Y 1 ; 1. W3(1,1): 5. W3(1,2): O. W3(2,2): O. v3 : 1.5 T E : 10. N P : 128 R O W ; L m m 1
5.4.3 Evaluatie resultaten
Uit de grafieken blijkt dat bij een goede instelling met het aangepaste filter met versneiiingmeting (zie grafieken v m r
filter 3) goede resultaten geboekt kunnen worden. Het filter
reageert redelijk snel en de schatthgsfout nadert naar nul.
Hiermee is de bruikbaarheid van het aangepaste filter in feite
al aangetmnd. Een nadeel van dit filter echter is de langere
benodigde rekentijd. De oorzaak hiervan ligt in het feit dat bij
het aangepaste filter wat meer matrixvermenigvuldigingen
uitgevoerd mceten worden. Uit fig 5.8 blijkt dat wanneer alleen
gebruik wordt gemaakt van verplaatsingmeting (Fl) het filter
iets sneller reageert dan wanneer alleen gebruik wordt gemaakt
van versnellirìgmeting (F3). Hierbij staan zowel F1 als F3 zo
Het blijkt mogelijk te zijn het optimale filter zodanig aan te
passen dat ookvan versnellingsmetingen gebruik gemaakt kan worden.
Daartoe is er een nieuwe reconstrueerharheidsvoorwaarde afgeleid
en is er een nieuwe uitdrukking ' voor de optimale versterkings-
matrix bepaald.
Uit de resultaten van de sirmilatie van het aangepaste filter
blijkt dat het doen van versnellingsmetingen waardevolle
informatie aan het filter kan geven. omdat er door tijdgebrek
slechts een gering aantaï sirmilaties kon worden Uitgevcerd is
het moeilijk verdere conclusies te trekken omtrent het geürag
van het aangepaste optimale filter. Eenvolgend onderzoek zou
[l.] J.J. Kok Werktuigkundige regeltechniek I1 C o l l e g d c t a a t 4594, T.U. Eindhoven 1985 [2.] T. Heeren REGNONïZN gebruikershandleidhg T.U. Eindhoven 1986
Opmerkinqen m.b.t. het qebruik van de aanqepaste REGNONLIN-versie
In de aangepaste REGNoNL7N versie is het nu mogelijk om met 5
verschillende filters te werken. De filters 1 en 2 zijn Kalman-Bucy
filters en zijn niet veranderd ten opzichte van de oorspronkelijke
versie. Filter 1 en 2 zijn niet geschikt om gebruik te maken van
versnellingsmetingen. Filter 3 en 4 zijn aangepaste Kalman-Bucy
filters zoals beschreven in hoofdstuk 4 en zijn wel geschikt om
gebruik te maken van versnellingsmetingen. Filter 5 is een zogenad
gebruikersfilter en kan door de gebruiker zelf gedefinieerd worden.
Het gebruikersfilter is niet veranderd ten opzichte van de oorspron-
kelijke versie van het programma. Filter 1 en 2 werken met de volgende
uitgangsvergel ij king:
De dimensies van de uitgangsvector y(t) en de toestandsvector x(t)
zijn respectievelijk 1 en n. De dimensie van C(t) is gelijk aan 1*n.
Filter 3 en 4 werken met een uitgebreidere uitgangsvergeiijking:
Het systeem word tbinnen REGNONLCN vastgelegd in een aantal door de gebruiker toe te voegen routines. De systeemnatrices worden vastgelegd in de routine SYSMAT. De matrices C1 (t) en C2 (t) moeten worden samen- gevoegd tot een matrix op de volgende manier:
De dimensie van C(t) is gelijk aan 1*2n. iet hierop bij de declaratie!
De uitgangsvergeiijkhg wordt vastgelegd in de routine SYSüIT. De
routine SYSUIT zou er bijvoorbeeld als volgt uit kunnen zien:
C
C
suF;RDuTINE SYSUIT(G,X,T)
C De toestanäsvector X en het tijdstip T zijn hvcerparameters. C De uitvOerparameter G is het array waar G(X,T) afgeleverd moet
c worden.
C C
C
c
M a t er alleen T en X bekend zijn zal ook X berekend moeten wordenC C C C CALL SYSTRA(XN,UN,T) CALL SYSDIF(XP,X,UN,T) G(1) = X(1) G(23 = X(2) G(3) = XP(2)
{bepaal nominaal ingangssignaal UN
{bereken Xpunt
{verplaatsingsmeting {versnellingsmeting
. >