• No results found

Melkveehouderij goed op weg naar duurzaamheid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Melkveehouderij goed op weg naar duurzaamheid"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

MELKVEEHOUDERIJ GOED OP WEG NAAR DUURZAAMHEID

Kees de Bont en Jakob Jager

De Nederlandse melkveehouderij scoort redelijk als het gaat om de ontwikkeling naar duurzaamheid. De verschillende aspecten (economie, milieu, welzijn en dergelijke) die hierbij aan de orde zijn, geven wel een wisselend beeld. Op een aantal terreinen zal de ontwikkeling voor verbetering van de resultaten verder moeten gaan om in de toekomst als duurzame sector te worden gekenmerkt. Hierbij zijn de economische randvoorwaarden voor de melkveehouderij niet in alle opzichten gunstig. Dit blijkt uit de rapportage van het LEI over de melkveehouderij in het kader van de opdracht van het Ministerie van LNV om de duurzaamheid van de landbouw te monitoren.

Economie

De financiële resultaten van de melkveehouderij zijn de laatste jaren onder druk gekomen door de daling van de opbrengstprijzen, vooral van melk. Bij een gemiddeld inkomen per bedrijf van ongeveer 40.000 euro is er een grote spreiding: ongeveer 25 tot 30% van de bedrijven komt uit boven de 60.000 euro, terwijl een ongeveer gelijk of iets hoger percentage een inkomen heeft dat lager is dan 20.000 euro. De laagste inkomens uit het bedrijf hebben gemiddeld de kleinere bedrijven en deze bedrijven investeren gemiddeld ook minder dan de grotere. De bedrijven met de laagste inkomens realiseren veelal ook geen besparingen en kunnen het vermogen voor de toekomst onvoldoende op peil houden. Een gevolg van deze ontwikkelingen is een duidelijke vermindering van het aantal melkveebedrijven, de laatste jaren met ongeveer 4% per jaar. Bij een door de jaren heen vrij constante economische betekenis van het grondgebonden veehouderijcomplex, met een bruto toegevoegde waarde van ongeveer 7 miljard euro, is het aandeel van de primaire landbouw gedaald beneden 40%.

Natuur en milieu

De melkveehouderij is relatief gezien vrij actief op het gebied van verbreding. Ruim 20% van de bedrijven doet dat de laatste jaren op enigerlei manier, hoofdzakelijk in de vorm van natuurbeheer. Het zijn vooral de grotere, extensievere bedrijven met een jongere ondernemer die hierin actief zijn. Agrarische natuurverenigingen, die de laatste tien jaar sterk in aantal zijn toegenomen, zijn voor een groot deel te vinden in gebieden waar de melkveehouderij de belangrijkste agrarische tak is. De verbreding van de activiteiten op het bedrijf, ook met bijvoorbeeld agrotoerisme en zorglandbouw, onderstreept dat de melkveehouderij meer dan alleen een economische functie heeft. De melkveehouderij is er de laatste jaren in geslaagd de stikstof- en fosfaatoverschotten per hectare duidelijk terug te dringen. Hetzelfde geldt voor de emissie van ammoniak. Ook de uitstoot van methaan vertoont door de afname van de melkveestapel in Nederland een dalende lijn. Voor het milieu is de melkveesector dus beter gaan presteren. Dat geldt niet zo duidelijk wat betreft het gebruik van energie en leidingwater per bedrijf. Het energiegebruik nam toe en het watergebruik bleef vrijwel constant. Het constante watergebruik gebeurde wel bij een groei van de bedrijfsomvang, zodat het watergebruik per koe af nam.

Welzijn en gezondheid

Wat betreft het welzijn van het melkvee zijn er, in verhouding tot bij andere veehouderijtakken, weinig knelpunten. Overigens is een welzijnsindex, ook voor andere diersoorten, nog in ontwikkeling. Maatschappelijk van belang is dat koeien in de wei kunnen worden gezien. Het onder meer door de groei van de bedrijven en het mestbeleid toegenomen gebruik van zomerstalvoedering, waarbij het vee niet of nog nauwelijks buiten komt, ondervindt dan ook kritiek. De kosten van diergezondheid lopen geleidelijk op met zo’n 3% per jaar, mede door een groeiend medicijngebruik, waaronder antibiotica. Enkele infectueuze aandoeningen, zoals IBR, en een geleidelijk dalende vruchtbaarheid van het rundvee vragen aandacht van de ondernemers en de sector.

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

Arbeid

Door de daling van het aantal melkveebedrijven neemt ook de werkgelegenheid in de sector geleidelijk af met zo'n 2.000 personen ofwel 3% per jaar. Dit proces zal de komende jaren doorgaan, ook omdat ongeveer 60% van de ondernemers ouder is dan 50 jaar en omdat het opvolgingspercentage is afgenomen. Voor de verbetering van de arbeidsomstandigheden en het verminderen van gezondheidsklachten bij ondernemers en werknemers in de veehouderij zijn op sectorniveau een aantal initiatieven genomen, zoals rondom het langdurig staan in een ongemakkelijke houding tijdens het melken of het tillen boven schouderhoogte.

Meer informatie:

Rapport PR 05.01

Duurzame landbouw in beeld

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat Cymbidium maar eenmaal per jaar bloeit en een meerjarig gewas is waarbij schadebeelden pas na lange tijd zichtbaar worden, is het uitdrukkelijke wens van de telers

Tevens werden in deze voederproef toxicologische gegevens bepaald door niet alleen het technische Aroclor 1254 op drie niveaus aan het kuikenvoeder te doseren

Moreover, the deployment of more sensors is one way to reduce the spatial heterogeneity of in-canopy leaf wetness duration measurements (Gleason et al., 2008). In this study,

Die meerderheid opvoederrespondente stem ook volgens Tabel 5.11(b) met 'n persentasie van 70.37 grootliks met hierdie stelling saam dat stadige akademiese vordering

Arkemheen is een van oorsprong dynamisch Delta-gebied dat heden ten dage gekenmerkt wordt door een karakteristiek verkavelingspatroon in een ingedijkt gebied. Het

Chef de Mission ook en zal hij geïnspireerd door het congres over vier jaar het vliegtuig naar Tokyo instappen zonder doelen over het aantal medailles, maar met gedeelde

This article inspects selected thematic and adaptive links between Alan Paton’s classic South African novel, Cry, the Beloved Country, and its stage adaptation for Broadway by Maxwell

The inspiration for this study was derived from a series of mitochondrial disease studies done at the Centre for Human Metabolomics (North-West University), on a cohort