• No results found

Populierenproefveld "Kleinbroek" te Best : de bodemgesteldheid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Populierenproefveld "Kleinbroek" te Best : de bodemgesteldheid"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

-fr

1

'

Stichting voor Bodemkartering ß'ßLfOTHEEK

Staringgebouw

STARINGGEBOUW

Wageningen Tel.08370-19100

Rapport nr. 1031

POPULIERENPROEFVEU) "KLEPBROEK" TE BEST De bodemgesteldheid

door: H. KLeijer en H.J.M. Zegers Ing.

Wageningen, mei 1972

N.B. Niets uit dit rapport mag zonder toestemming van de Stichting voor Bodemkartering worden vermenigvuldigd of in andere publikaties worden overgenomen.

(2)

I N H O U D

Biz.

Voorwoord Ij.

Verklaring van enkele in de tekst gebruikte termen 5

1. Inleiding 6

1.1 Ligging en oppervlakte 6

1.2 Doel van het onderzoek en werkwijze 6

2. Het bodemkundig onderzoek 7

2.1 De ontstaanswijze 7 2.2 De bodemgesteldheid 7 2.3 De bodemkaart 8 3- Het grondmonsteronderzoek 10 AEBKFÏÏ" rP INGEN 1. Situâtiekaart, schaal 1 : 25 000 6 2. Bodemkaart, schaal 1 : 1000 8

(3)

VOORWOORD

In opdracht van het Bosbouwproefstation "De Dorschkamp", werd een bodemkundig en hydrologisch onderzoek uitgevoerd op een bosperceel ten noorden van Best.

Het veldwerk werd verricht in maart 1972 door H. KLeijer met medewerking van H.J.M. Zegers Ing. Zij stelden tevens dit rapport samen.

De leiding van het onderzoek had Ir. G.J.W. Westerveld.

DE ADJUNCT-DIRECTEUR,

(4)

5

-VERKLARING VAN ENKELE IN DE TEKST GEBRUIKTE TERMEN Mu

Lutum(fractie) Leem(fractie) M50 (zandmediaan)

Zeer fijn zand Lutumrijk Leemklassen Hurausklassen GHG GLG Al-horizont C-horizont micron = 0,001 mm minerale delen < 2 mu minerale delen < 50 mu

het getal dat die korrelgrootte aangeeft, waarboven en waarbeneden de helft van het gewicht van de

zandfractie ligt

zand met een M50 van 105-150 mu meer dan 8 % kleiner dan 2 mu

leemfraotie in % 0 -10 10 -17,5 17,5-52,5 > 32,5 benaming leemarm zand zwak lemig zand sterk lemig zand zeer sterk lemig zand benaming

zeer humusarm zand matig humusarm zand humeus zand

organische stof in % 0,75-1>5

1,5 -2,5 2,5 -8

gemiddelde over een aantal jaren van de drie hoogste grondwaterstanden per jaar bij

halfmaandelijkse metingen

gemiddelde over een aantal jaren van de drie laagste grondwaterstanden per jaar bij 2l<. halfmaandelijkse metingen

(in zandgronden) de met organische stof verrijkte, relatief donkergekleurde bovengrond

(in zandgronden) het weinig of niet veranderde moedermateriaal, veelal lichtgrijs tot blauwgrijs van kleur

(5)

10

-3. HET GRONDIONSTERONDERZOEK

Het grondmonsteronderzoek had een tweeledig doel, namelijk het toetsen van de schattingen (textuur- en humusgehalte) en het verkrijgen van gegevens over de bodemvruchtbaarheid. In totaal zijn zeven monsters genomen. De plaatsen zijn weergegeven op afbeelding 1 : de analyse­ resultaten in de tabel op afbeelding 3•

De monsters hebben betrekking op twee profielen. Van elk monster is de textuur (lutumgehalte, leemgehalte, zandgrofheid) en het humus­ gehalte bepaald; van de bovengrondmonsters (IA en 2A) tevens het N-totaal, het P-totaal en het K-totaal.

BIBLIOTHEEK

STARINGGEBOUW

(6)

> er -4* - j " - T IU l u l u —r -.1 --1* IU IU ro ro f - r.- P~ p- t -(JN 0 \ ON ( ) • « ; h ON a , eu - J o> Ui -p- o j ro \ n \ n U1 v ri v n \ n M. u> e u (I) kJU ai ( t) (X) —•s! - 1 -.1 - j vu (n m W ( j ) 11; O VD UO ->J o \ u : c o to ro o 00 o o CO co n o v>i o o H-y L aa g CO o ro o co o c» o o ON co o VJI o O 3 La ag -J V>J o ON o o o ON ro -<3 ON O -vj ro VJI ro ro -p-vn vu o a *-> « "O i o VJI o VJ1 co -J ro *-> o vo -p-VJI sr| M 3 < 2 M v_rt ON -a ro vo co I O p o o V>J 1 co ro o i+ O c+ 1 p p h-1 < P a a a> 1 VJJ o V>J -j c+ * O 1 cq s a 1 —i o vo o c+ a O 1 c+ P P M cq s a ru VJ V_>J •p-co Ooo n v^ VJI ro 00 V>J ro o VJI VJI ON g * On ON O on vo p--j vo VJI 00 ON ON o co Co ON vo 2 O O I ON O 13 ,7 V>J VJI V_>J ON ro ro •p-o -p- co ro ^ ro ro VM O O V_N VJJ ro o ON p ro p- Œ o o 1. o ON -p-ro ro o ON 3 4=-C i co Œ o o VD V>J o OO V>J o o p- -p-ro VM ro 3 co 2 i ON cr o n cl-o -3 ro vo oo VJI co 3 ro -» C v>1 ON 1 tS P-a CI» -^3 O co V» ro —] vj co ro vo V_* VJI 3 ^ ro £ vji vji 0) 3 H-3 ro CO VJ1 VJJ VD vji vji ro pr ro ro -j co vo co V>J 3 VJI VJ-J fi o vj i <: p ro CO P" a) o ro ON ON V>J co ui 3 -s VJ' C VJ! O 1 a o 0' V>i m V_N co o O \J1 vo i oGi VJI 1 H-fD on vSJ VJi V_>J p- C co vo O Vj4 ON ro VN •p-3 -* -* C \j' O VJ. O M O, V>J ru ru VJ4 ro o O ON o ON VO VO -p-V/J ^ o o 1 h-* 0) ^5 0 ,6 -0 00 VJ ON o ro v>J O VD ro i- c c 3 v-M ro o o 1 0 ,2 i ro VJI o 1 O VD VJI 3 vjj P ro o O o I I o -O O i VN O O a ÖN.P-2 o ro o o 1 1 O O V_H o O o ro 3 -* CN S O o o o O 1 1 O ro o O o i ^ o o o o o 1 1 O 1 1 1 1 1 C 3 ro —• o -p-o o o o i 93 ,H i o ro VJI vo vo \_n ON VD ON ro VJI VJI V>J ON gA VJI c i 1 + V>J VJi !+ ro VJI 1+ ru VJ 1+ V_N o c "Sr vj. o N 2 g S. Pj H-P S "ö w I O 'P ; co p o ci- h3 O H- O ZS cr y ci-O H« 4 X (b P P H, P)

(7)

9

-Kaarteenheidi Omschrijving: Toevoeging : Analyse nrs. tZga37

beekeerdgronden met een verwerkte bovenlaag in zeer fijn, zeer sterk lemig zand en een ondergrond van lössleem

GHG: < 20 cm

GLG: 80-120 cm -mv.

humus- en leemarme zandtussenlaag, beginnend tussen 50 en 80 cm -mv. 1 A j I B , I C e n 1 D Prof ielsche-ts : diepte in cm 0-

50-J zeer humusarm, zeer fijn zeer sterk lemig zand

90- 160-

I80-humeus, zeer fijn, zeer sterk lemig zand

lössleem

lössleem + veenresten

humus leem M50 opmerkingen

% % (mediaan) 55 50 - > 9 0 7 > 90 130 verwerkt 125

(8)

8

-2 . 5 De bocLemkaart (afb. -2)

Op de bodemkaart is zowel de profielopbouw als de hydrologische toestand weergegeven. Er zijn twee kaarteenheden onderscheiden en één toevoeging. Van elke kaarteenheid is een eenvoudige profielschets gemaakt. Kaarteenheid: Omschrijving: Toevoeging: Analyse nrs. tZga53

beekeerdgronden met een verwerkte bovenlaag in zeer fijn, zwak lemig zand en een ondergrond van lössleem GHG: < 20 cm

GLG: 80-120 cm -mv.

humus- en leemarme zandtussenlaag, beginnend tussen 50 en 80 cm -mv.

2A, 2b en 20 Profielschets :

diepte in cm

humus leem M50 opmerkingen

% % (mediaan)

matig humusarm, zeer fijn zwak lemig zand

zeer humusarm, zeer fijn leemarm zand

15 125 verwerkt

9

135

(9)

I

POPULIERENPROEFVELD BEST RAPPORT NR. 1031 72135 - 67.94.063 - 2 LEGENDA BEEKEERDGRONDEN

met een verwerkle humushoudende bovenlaag van 50 à 80 cm tZga33

tZga37

in zeer fijn. zwak lemig zand op lóssleem

in zeer (ijn. zeer sterk lemig zand op lösleem TOEVOEGING

humus- en leemarme zandtussenlaag. 30 à 50 cm dik en beginnend tussen 50 en BOcm-mv

Grond waterken mer ken;

gemiddeld hoogste grondwaterstand ondieper dan 20 cm gemiddeld laagste grondwaterstand tussen 80 en 120 cm

(10)

7

-2. HET BODEMKUNDIG ONDERZOEK 2 . 1 Ontstaanswijze

De bodem van het onderzochte perceel bestaat tot 1,80 m -mv. (boordiepte) uit dekzand op lössleem. Zowel het zand als de leem behoren tot de windafzettingen uit de Würmperiode. Ze zijn echter fluviatiel beïnvloed.

In het aan de oppervlakte liggende zand hebben zich allerlei processen voltrokken die te zamen als bodemvorming worden aangeduid. Door de natuurlijke vegetatie vond in de bovengrond een toevoer van organische stof plaats, terwijl door het water fijn mineraal materiaal

(lutum, beekleem) en ijzerverbindingen van elders werden aangevoerd. Als gevolg van genoemde bodemvorming is boven de lössleem een gelaagdheid ontstaan (een A/C-profiel). Bij de gronden in dit perceel

is echter deze natuurlijke gelaagdheid door grondbewerking geheel verstoord.

2 . 2 De bodemgesteldheid

De gronden van het onderzochte perceel behoren tot de beekeerd-gronden, die gekenmerkt worden door een A1-horizont direct rustend op een C-horizont. In het gehele profiel vanaf maaiveld tot aan de gereduceerde ondergrond komen duidelijke roestvlekken voor.

De hele A1 is met een deel van de C-horizont verwerkt tot een humushoudende bovenlaag van 50 à 80 cm dikte met een

organische-stofgehalte van 2 tot 5 In het overgrote deel van de gronden

heeft deze laag een leemgehalte van meer dan 52,5 % en tevens meer

dan 8 % lutum. De randen van het perceel zijn in de bovengrond veelal zwak lemig (12 - 17*5 %)• De mediaan van het zand ligt tussen 105 en I50 mu.

Bij een gedeelte van de gronden bevindt zich direct onder de bovenlaag een 30 à 50 cm dikke zandlaag met minder dan 10 % leem en een mediaan van + 135 rnu.

De ondergrond bestaat uit lössleem met een leemgehalte van meer dan 90 %, die tevens lutumrijk is. Op een diepte van 150 à 180 cm -mv. gaat deze laag over in lössleem met wat veen.

De voorkomende gronden hebben een GHG (gemiddeld hoogste grond­ waterstand) ondieper dan 20 cm -mv., het relatief lager gelegen

middengedeelte zal in regenrijke perioden veelal dras of blank staan. De GLG (gemiddeld laagste grondwaterstand) ligt tussen 80 en 120 cm -mv.

(11)

1 . INLEIDING

1 . 1 Ligging en oppervlakte (afb. 1)

De onderzochte gronden behoren tot het boscomplex "Achterse Broek" aan de Ginnekensedijk in de gemeente Best.

De oppervlakte bedraagt + 1 ha. 1 . 2 Doel van het onderzoek en werkwijze

Het doel van het onderzoek was een inventarisatie te maken van de bodemgesteldheid, inclusief de hydrologische toestand, in verband met de groei van populieren.

Voor het verzamelen van de benodigde gegevens zijn + tien

boringen verricht, tot een diepte van 1,

8o

m -mv. Hierbij is gelet

op de profielopbouw en op de bodemkenmerken die verband houden met de fluctuatie van het grondwater.

De resultaten van het onderzoek zijn weergegeven op de bodem-kaart (schaal 1 : 1000, afb. 2) en beschreven in hoofdstuk 2.

Van een tweetal profielen werden uit de verschillende lagen in totaal zeven monsters genomen.

(12)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Distribution of birth weight by gestational age of the babies in the study relative to the perinatal growth chart for international reference.. Comparison with

Perde is nuttige diere. Beesfe is nuttige diere. Hoenders is nuttige diere. Leeuws is gevaarlik. Wolwe is gevaarlik. Tiers is gevaarlik.. Koos is 'n gehoorsaam seun. Koos leer

De natuursteenbewerker machinaal gaat, gedurende het opruimen, zorgvuldig om met het werkstuk, machines en gereedschap en onderhoudt gebruikte machines en gereedschap zodat het

De natuursteenbewerker grafwerk houdt zich, gedurende het assembleren, aan voorgeschreven (werk)procedures van het bedrijf, gebruikt materialen en gereedschappen op een veilige

Door een borstel met een verstelbare steel te gebruiken, kan deze worden aangepast (schouderhoogte of hoger) aan de grootte van de gebruiker en wordt vermeden dat men de romp

Om de storende invloed van de samenhang van de bedrijfsoppervlakte met de veebezetting per man en de veedichtheid te onderdrukken, zijn dus de bedrijven eerst ingedeeld in

Indien u zwanger zou zijn of wanneer u borstvoeding geeft, meldt u dit voor de inspuiting aan de technoloog...  Het is wel aangeraden om na het onderzoek veel te

De herdenking van het 50-jarig bestaan vond zijn neerslag in een aantal publikaties waarvan ik noem het door de studenten gezamen- lijk uitgegeven blad, het omvangrijke gedenkboek