• No results found

Sterke stijging arbeidskosten per bedrijf

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Sterke stijging arbeidskosten per bedrijf"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

STERKE STIJGING ARBEIDSKOSTEN PER BEDRIJF

Harry Luesink en Walter van Everdingen

Het aantal mensen werkzaam in de primaire land- en tuinbouw is in 2004 bijna een vijfde minder dan in 1991 (figuur 1). De daling van de werkgelegenheid vond hoofdzakelijk plaats na 2000, de periode van een versnelde afname van het aantal bedrijven. Tot 2000 ging de schaalvergroting gepaard met een toename van de arbeidsbezetting per bedrijf, maar daarna is deze gestabiliseerd om vervolgens af te nemen tot iets minder dan 2,1 arbeidsjaareenheden (aje) per bedrijf in 2004.

; ; ; ; ; ; ; ; ;; ;; ;; ;; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ;; ;; ;; ;; ; ; ; ; ; ; ; ; ;; ;; ;; ;; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ;; ;; ;; 0 50 100 150 200 250 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 Aje (x1.000) 1,5 1,7 1,9 2,1 2,3 2,5 Aje per bedrijf

aje niet-gezin

;

aje gezin aje per bedrijf

Figuu 1 Arbeidsvolumen in de land- en tuinbouw 1991-2004r ,

Ontwikkeling aantal werkzame personen

In 2004 bood de primaire Nederlandse land- en tuinbouw werk aan 230.000 mensen. In 1991 waren dat nog ongeveer 285.000 mensen. Omgerekend naar voltijdbanen bedroeg de werkgelegenheid het afgelopen jaar 174.000 aje, begin jaren '90 waren dat nog 225.000 aje (figuur 1). Het aantal fulltime banen van niet-gezinsarbeidskrachten nam tot twee jaar geleden toe om daarna flink te dalen (bijna 20%). Een derde van het totale aantal banen wordt nu ingevuld door arbeidskrachten van buiten het gezin, tegen 24% in 1991.

Arbeidskosten

De arbeidskosten op het gemiddelde land- en tuinbouwbedrijf bedroegen in 2003 ruim 95.000 euro per bedrijf, dat is bijna 20.000 meer dan in 1999 (tabel 1). De betaalde arbeidskosten zijn sterker gestegen dan de berekende kosten, mede door de hierboven genoemde relatieve toename van arbeidskrachten van buiten het gezin. De ondernemers en hun gezinnen leverden in 2003 gemiddeld nagenoeg even veel uren arbeid als in 1999, maar het CAO-uurloon (inclusief werkgeverslasten) waarmee die uren worden gewaardeerd is in die periode sterk gestegen. Deze stijging wordt mede veroorzaakt door een wijziging in uitgangspunten vanwege de vernieuwing van het Bedrijven-Informatienet van het LEI en door de veranderingen in de functiegroepenindeling in de CAO. Veruit het grootste deel (77%) van de arbeidskosten zijn berekende kosten voor de arbeid van de ondernemer en zijn gezin. Dit aandeel gezinsarbeid in de totale arbeidskosten is de laatste jaren afgenomen, wat samenhangt met de groei van de omvang van de bedrijven. Bij de kleinere bedrijven wordt vrijwel alle arbeid geleverd door de ondernemers en hun gezinnen. Bij de grotere bedrijven maakt de gezinsarbeid slechts 45% uit van de kosten.

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

Tabel 1 A beidsinze en arbeidskosten (euro pe bedrijf) op het gemiddelde land- en tuinbouwbedrijf

r t r

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯

1999 2003 Mutatie (%)

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Uren ondernemer en gezin 3.340 3.320 -0,6 Uurloon ondernemer 18,30 22,15 21,0 Totaal berekende arbeidskosten 61.100 73.600 20,5 Totaal betaalde arbeidskosten 15.200 21.800 43,4 Totaal arbeidskosten 76.300 95.400 25,0 w.v. gezinsarbeid (%) 80% 77%

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Bron: CBS/LASER, bewerking LEI.

Verschillen tussen bedrijven

De arbeidskosten maken ongeveer 30% uit van de totale kosten. De inzet van arbeid is op de kleinere bedrijven minder efficiënt dan op de grotere bedrijven: de arbeidskosten maken daar 38% uit van de totale kosten, tegenover 26% bij de grotere bedrijven. Er zijn grote verschillen tussen de bedrijfstypen in de inzet en kosten van arbeid. Op de bedrijven met bedekte teelten (glastuinbouw- en champignonbedrijven) bedragen die kosten gemiddeld ruim 210.000 euro per bedrijf. Daarvan wordt bijna 60% uitbetaald aan de betaalde arbeidskrachten. Ook op de andere tuinbouwbedrijven leveren betaalde krachten een belangrijk deel van de arbeid. Op de akkerbouw- en overige graasdierbedrijven liggen de kosten duidelijk lager door de lagere arbeidsbehoefte en kleinere bedrijfsomvang. Bij de melkveebedrijven en overige graasdierbedrijven is het aandeel van de betaalde arbeidskosten het kleinst (figuur 2).

Tabel 2 Enkele kengetallen rondom arbeid van land- en tuinbouwbed ijven in 2003, naar bedrijfsomvangsklasse r ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯- Bedrijfsomvangs- Bedrijfsomvang (nge) Arbeidskosten Aandeel (%) klasse per bedrijf per nge in totale kosten gezinsarbeid

(1.000 euro) (euro) ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 16-70 nge 42 59,6 1.419 38 94 70-110 nge 89 86,0 966 31 91 110-200 nge 144 114,5 795 27 80 >200 nge 349 245,4 703 26 43 Alle bedrijven 104 95,4 917 30 77 ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯

Bron: Bedrijven-Informatienet van het LEI

(3)

Actuele informatie over land- en tuinbouw ;;;;;;;;; ;;;;;;;;;; ;;;;;;;; ;;;;;;;;;; ;;;;; ;;;;;;; ;;;;;;;;; ;;;;;;;;; ;;;;;;;; 0 20 40 60 80 100 akkerbouwbedrijven melkveebedrijven intensieve veehouderij overige graasdierbedrijven bedekte teeltbedrijven overige tuinbouw gecombineerde bedrijven

totaal land- en tuinbouw

Aandeel (%)

Figuur 1 Verdeling van de a beidskosten over betaalde en berekende kosten naar bedrijfs ype, r , t 2003

Meer informatie:

PR 05-02

Landbouw-Economisch Bericht 2005

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om enkele voorbeelden hiervan te noemen: hulp- en dienstverlening blijft te gedifferentieerd, er gaat nog teveel tijd in overleg zitten, het is soms lastig om afspraken

Doordat er op grotere hoogte meer wind is en doordat de wind daar constanter is, neemt het vermogen voor elke meter extra ashoogte met een bepaald percentage toe.. Er geldt:

[r]

RIKILT ReltlllS Perceel lierkomst % Droge stof ~emiddeld ~ehalte in verse

Various additional factors, such as parental influence, the type of family meals offered, location where most meals are eaten, socio-demographic status, availability

Reviewing of natural chemistry at the VRWS and selected surrounding farms has taken place during the construction and operational phases of the radioactive