• No results found

De slaap van de hoppluksters

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De slaap van de hoppluksters"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

16 Oase herfst 2011 Oase herfst 2011 17

Over warmoezerij en

wilde planten (deel 3)

In deze rubriek worden planten behandeld die vroeger als groente gekweekt werden, in onbruik raakten maar inmiddels keert het tij en worden ze door liefhebbers opnieuw ge-waardeerd vanwege hun bijzondere smaak.

De slaap van de

hoppluksters

Johan Heirman

Hop (Humulus lupulus L.) is een in onze streken inheemse liaan, ty-pisch voor vochtige, voedselrijke mantels en zomen. De bovengrond-se ranken zijn niet winterhard en vriezen meestal af tot op de dikke vezelige wortelstok. Voor de plant is dit een soort verjongingssnoei: de oude stengels met door meel-dauw verteerde bladeren sterven af, en in het voorjaar lopen de semi-ondergrondse delen snel weer uit met aanvankelijk eetbare scheuten (daarover later meer) die zich al-gauw slingerend aan de dode sten-gels van het vorig jaar omhoogwer-ken met behulp van kleine stekeltjes op de stengels, waardoor deze ruwe klant snel vele meters opklimt in het geboomte en daarboven zijn diep dofgroen gebladerte kan uitsprei-den. De woekersnelheid waarmee dit gebeurt leverde hem het adjectief

lupulus (wolfje) op. Je zou het als

een vorm van parasitisme kunnen beschouwen, omdat hop niet zelf

investeert in dragende structuren en zich opwerkt ten koste van plan-ten die dat wel doen. De ruwe splan-ten- sten-gels veroorzaken vaak huidirritaties bij mensen die in de hop werken. Hop is een windbestuiver en is tweehuizig, dat wil zeggen dat het mannetje en het vrouwtje niet sa-menwonen. Mannelijke planten worden geweerd uit de omgeving van hopplantages want zij beder-ven de kwaliteit van de hop. Als het stuifmeel zijn doel bereikt heeft houden de vrouwelijke bloemen namelijk op met hars aanmaken. En om deze welriekende goudgele hars, diep ingesloten tussen de schubben die de vrouwelijke bloeiwijzen vor-men, de bellen, is het hem bij men-sen vooral te doen.

Bier is al een heel oude uitvinding, dat weten we uit analyses van tot 7.000 jaar oude potscherven uit het midden-oosten. Er wordt nu zelfs een bier gemaakt naar het recept uit zo’n analyse, met de naam van

een legendarische phrygische ko-ning die alles wat hij aanraakte in goud veranderde, hoe toepasselijk! Maar dit antieke bier was niet en-kel gemaakt op basis van gerst, de wort werd verrijkt met druivensap en honing en soms ook met krui-den zoals saffraan. Later gebruikte men in Europa allerlei kruiden-mengsels, bij ons gruut genaamd (denk aan het Brugse Gruuthuuse) en ook hop, maar het gebruik van hop verbreidde zich vooral sterk na het jaar duizend van onze tijdreke-ning. De lupuline en andere stof-fen uit de hars in die bellen helpen namelijk het bier beter te bewaren, geven het een aangenaam krui-dig-bittere smaak, en hebben een zeer licht narcotische werking. Dat laatste hoeft niet te verbazen, ge-zien de verwantschap van hop met hennep. Uit de tijd dat het plukken nog handenarbeid was zijn verhalen overgeleverd van hoppluksters die gewoon tijdens het werk in slaap vielen. Er was ook sprake van men-struatiestoornissen. Lupuline, de (fo to: M ac ht eld K lee s)

(2)

16 Oase herfst 2011 Oase herfst 2011 17

werkzame stof in hop heeft immers oestrogene eigenschappen, ver-want aan het vrouwelijk hormoon, waardoor het bij mannen dan weer een libidoverlagend effect zou heb-ben. Een ander nadeel van lupuline is dat het afbreekt bij blootstelling aan licht en dan de typische katten-pisgeur afgeeft van verschaald bier, vandaar de donkere flessen. Toch is gehopt bier nu de norm. Bieren zo-als bovengenoemd Midasbier, Gruut (met gruut), Gageleer (met gagel), en Hanf (met hennep) zijn veeleer curiosa.

Wazeghde? Hop? Hommel zeghen wieder doare teghen in westvloande-ren, waar in voorbije eeuwen veel

hoppe gekweekt werd, meestal in de buurt van een grote brouwerij. Het is een arbeidsintensieve teelt met metershoge palen en daartussen gespannen draden – in de zomer als ze in volle blad staan een kwets-baar doelwit voor kwets-baarlevrouwen en

hopduvels1 die volgens de

plaatse-lijke legenden in streken waar hop geteeld wordt vaker plegen voor te

komen dan gemiddeld. Eenmaal ge-oogst werden de bellen gedroogd op hopzolders, zorgvuldig verpakt en bewaard in hommelspijkers. Sinds het goedkoper geworden is hop in te voeren dan hem hier te produceren is de teelt in Vlaanderen en Nederland bijna een museum-cultuur geworden. Een van de ma-nieren om de hopteelt toch in stand te helpen houden is het vermarkten van de gebleekte jonge scheuten of hopkeesten. Als bijproduct van de hopteelt werden die vroeger meestal

verorberd door de kwekers zelf, maar ze worden nu als een culinaire delicatesse afgeschilderd. Dat past wel in de huidige trend waar ouder-wetse groenten weer modieus wor-den. Het is op het ogenblik dat de scheuten net beginnen uitlopen dat ze geoogst kunnen worden, zolang ze nog niet boven de strooisellaag uit gekomen zijn die de voet van de plant bedekt. De keesten mogen absoluut geen licht gezien hebben want dan worden ze groen en bit-ter. De oogst is beperkt tot een korte periode (maart-april) en valt nau-welijks te mechaniseren, waardoor hopscheuten exclusief en prijzig eten voor foodies blijven, echt iets voor snobs.

Na een paar minuutjes blancheren in licht gezouten water met wat ci-troensap kun je ze opdienen op de wijze van asperges, bijvoorbeeld met gepocheerde eieren, zalm en een botersausje. Dit voorjaar heb ik in mijn tuin een bordje hoppescheuten geoogst, maar geef mij toch maar asperges.

1 Baarlevrouw en Hopdu(i)vel zijn plaatse-lijke namen voor wervelwinden. De Hopdu-vel kan de teelt ook belagen met schimmels. In mijn buurt in Gent was er tot voor kort het bekende café De Hopduvel.

(fo to: J oh an H eir ma n)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze succesvolle verjonging en het feit dat de jonge beuken weinig hinder schijnen te ondervinden van de droge periodes van de afgelopen jaren, kunnen er op

Artsen in woonzorgcentra passen geregeld palliatieve sedatie toe om

Houdt moed want de Heer brengt verlossing voor jou. Want dit is de strijd van

Gebruik en beleving van natuur van niet-westerse allochtonen 3.1 Participatie in het bezoek aan het groen in en buiten de stad 3.2 Gebruik van groen in de stad 3.3 Gebruik

Het bevat een brede waaier aan rechten die vaak al in andere mensenrechtenverdra- gen voorkwamen, maar die nu voor het eerst met een specifi eke focus op personen met een

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Denkbaar zegt dat hij geen tijd heeft, maar Kassaar voegt hem toe: ‘- Luister naar mijn geschiedenis, heer en begrijp waarom ik mij onderwerp.’ Kassaars geschiedenis is