• No results found

Drugsgebruik door buitenlandse bezoekers : de rol van hedonistische ervaringen en drugsgebruik in Amsterdam

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Drugsgebruik door buitenlandse bezoekers : de rol van hedonistische ervaringen en drugsgebruik in Amsterdam"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Drugsgebruik door buitenlandse bezoekers

De rol van hedonistische ervaringen en drugsgebruik in Amsterdam

H. P. de Kruif – 10479465

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Sociale psychologie – Gedrag & beïnvloeding

Begeleider: K. Jonas

(2)

2

Abstract

In dit onderzoek werd gekeken naar het proces dat ten grondslag ligt aan het riskante drugsgebruik van jonge buitenlandse bezoekers in Amsterdam. Eerder onderzoek liet zien dat toeristen naar Amsterdam komen voor het opdoen van hedonistische ervaringen. Er is een duidelijke periode waarin het meest hedonistische uit deze Amsterdamse ervaring gehaald kan worden. Het begint bij aankomst in Amsterdam en eindigt bij vertrek uit Amsterdam. Gebaseerd op de ‘Theory of life-span control’ verwachten we dat de inspanning om het meest

hedonistische uit de Amsterdamse ervaring te halen, het sterkst tot uiting komt in de periode vlak voor het vertrek uit Amsterdam. Dit kan komen doordat de waargenomen controle ten opzichte van de hedonistische ervaring daalt door verminderde mogelijkheden. Dit zou resulteren in een verhoogde activatie van primaire en selectieve secundaire controlestrategieën, dat samengaat met een verhoogde intentie om op een riskante manier drugs te gebruiken in Amsterdam. Het onderzoek is uitgevoerd middels een within-subject

design waarbij een groep van 51 uitwisselings- en internationale studenten twee vignetten over aankomst én vertrek kregen te lezen. Na elke vignet vulden de deelnemers vragenlijsten in over de inzet van controlestrategieën, waargenomen controle en risicogedrag. Uit de resultaten bleek dat beperkte actiemogelijkheden geen invloed hadden op de waargenomen controle, activatie van controle strategieën en riskant drugsgebruik. Wel bleek bij de mannen en harddrugsgebruikers de zelfregulatie over tijd te veranderen omdat de intentie om alcohol en soft- en harddrugs te gebruiken bij vertrek toenam. Deze bevindingen nodigen uit tot verder onderzoek.

(3)

3

Inhoudsopgave

1. Inleiding ... 4

1.1 Achtergrond. ... 4

1.2 Motivational theory of control. ... 6

2. Methode ... 9 2.1 Deelnemers. ... 9 2.2 Materiaal en procedure. ... 10 3. Resultaten ... 12 4. Discussie ... 16 5. Referenties ... 20

(4)

4

1. Inleiding

1.1 Achtergrond.

Amsterdam staat wereldwijd bekend om zijn nachtleven, tolerante sfeer en liberale drugsbeleid. De Lonely Planet beschrijft Amsterdam dan ook als “one of the wildest nightlife

cities in Europe, if not the world.” (Lonely Planet, z.j). Met dit imago trekt Amsterdam

jaarlijks veel toeristen die komen voor het uitgaansleven. Het betreft voornamelijk mannelijke budgettoeristen rond de 23 jaar, die op donderdag aankomen en zondag weer vertrekken (Kruif, 2015). Ongeveer driekwart van deze toeristen gebruikt soft- en/of harddrugs tijdens het verblijf in Amsterdam. Populaire middelen zijn cannabis, hallucinerende paddenstoelen, MDMA of XTC, cocaïne en LSD (Kruif, 2015). Uit de ‘drugsincidentenmonitor 2012’ van het Trimbos-instituut blijkt dat het drugsgebruik van toeristen regelmatig tot incidenten leidt (Trimbos- instituut, 2013). Bij deze incidenten gaat het vaak om klachten zoals bewusteloosheid, insulten of paniektoestanden (GGD Amsterdam, 2011). Ook overlijden er jaarlijks toeristen door de directe of indirecte werking van drugs. In het najaar van 2014 bereikte deze problematiek wereldwijd het nieuws. Toentertijd was er een straatdealer actief die aan toeristen witte heroïne verkocht als cocaïne. Voor het gewenste effect is de toegediende hoeveelheid van cocaïne vele malen hoger dan witte heroïne. Doordat toeristen dachten dat het cocaïne was, namen ze een te hoge hoeveelheid tot zich met een overdosis als gevolg. Het gebruik van witte heroïne heeft aan drie toeristen het leven gekost en negentien toeristen zijn in kritieke toestand naar het ziekenhuis gebracht. Riskant drugsgebruik vindt mogelijk niet alleen plaats onder toeristen maar ook onder andere jonge buitenlandse bezoekers die een korte periode in Amsterdam verblijven, zoals uitwisselings- en internationale studenten. Wat maakt dat deze jonge buitenlandse bezoekers dit riskante gedrag vertonen ondanks de risico’s die er aan vast zitten?

Eerder onderzoek over risicogedrag van toeristen richtte zich vooral op alcoholgebruik en het hebben van onveilige seks op spring-break vakanties in Amerika (Maticka-Tyndale, Herold en Mewhinney, 1998; Joisam, Hobson, Dietrich & Smeaton, 1998; Apostolopoulos, Sönmez & Yu, 2010; Berdychevsky & Gibson, 2015). Wickens (1997) vond dat vrouwen hun losbandigheid op vakantie verklaarden als gevolg van de sociale sfeer die heerst op de plek van bestemming. Deze sociale sfeer zou het gevoel van “out of space”, “out of time” en “out

of mind” met zich mee brengen. Uit een andere studie bleek dat de context van vakantie een

gevoel van anonimiteit geeft (Ryan & Martin, 2001). Dit zorgt er voor dat toeristen hun sociale bagage uit het dagelijks leven achter zich laten en sociale normen opschorten en

(5)

5

remmingen vervagen (Berdychevsky & Gibson, 2015). Daarnaast bleek uit diepte-interviews van Uriely & Belhassen (2006) dat de meeste risico-nemende toeristen de gevaren van het gedrag op vakantie als minder bedreigend zien dan wanneer hetzelfde gedrag wordt uitgevoerd tijdens routines in het dagelijks leven. Toeristen hebben dan ook het gevoel de ‘onaantastbare toerist’ te zijn. Ze zijn er van overtuigd dat het zijn van een toerist ze beschermt tegen mogelijke gevaren, zoals een arrestatie of afhankelijk raken van een middel.

De veranderende sociale sfeer op reis blijken ook andere sociale normen met zich mee te brengen. Zo blijkt uit onderzoek van Maticka-Tyndale et al. (1998) dat de intentie tot losse seksuele contacten wordt verklaard door deelname aan spring-break activiteiten, persoonlijke attitudes (d.w.z. verwachte gevoelens die samengaan met losse seksuele contacten en beoordelen van mogelijke consequenties) en sociale normen binnen peer groups. Dat de sociale omgeving een belangrijke rol speelt, werd ook bevestigd door bevindingen uit het onderzoek van Apostolopoulos et al. (2015). Dit onderzoek ging dieper in op interpersoonlijke gedragingen en concludeerde dat acceptatie, goedkeuring, role modelling (d.w.z het percentage vrienden dat losse seksuele contacten is aangegaan) en pacts over seksueel activiteiten met vrienden voorafgaand aan de vakantie voorspellende factoren waren voor losse seksuele contacten. Dat riskant gedrag grote consequenties met zich mee kan brengen bleek onder andere uit het onderzoek van Berdychevsky en Gibson (2015). Uit diepte-interviews met vrouwen bleek dat het gedrag een lange nasleep in het dagelijks leven kan hebben doordat het invloed heeft op de sociale reputatie, psychologische- en zelfs fysieke gezondheid. Het riskante gedrag van toeristen kan dus tot multidimensionale problemen leiden. c

Hoewel onderzoek over alcoholgebruik en het hebben van onveilige seks op

spring-break vakanties een waardevol zicht biedt op het risicogedrag van buitenlandse bezoekers

tijdens een kortdurend verblijf, is het gebruik van drugs van een andere dimensie omdat het een illegale handeling betreft. Daarnaast heeft het brede scala aan conceptuele factoren dat het riskante gedrag van toeristen verklaart een gebrek aan theoretische onderbouwing waardoor toetsbare voorspellingen uitblijven. Om het onderliggende mechanisme achter het riskante drugsgebruik van kort-verblijvende buitenlandse bezoekers te begrijpen, is het van belang om naast het moment van inname, ook te kijken naar het proces dat hieraan vooraf gaat. Perspectieven vanuit de motivatietheorie op dit proces zijn interessant omdat uit eerder onderzoekt van Kruif (2015) blijkt dat toeristen die drugs in Amsterdam gebruiken met andere doelen naar Amsterdam komen dan toeristen die geen drugs in Amsterdam gebruiken.

(6)

6

Toeristen die in Amsterdam drugs gebruiken, komen vooral naar Amsterdam voor het opdoen van hedonistische ervaringen. Dit blijkt uit de belangrijkste redenen voor verblijf, namelijk het opdoen van nieuwe indrukken, plezier met vrienden en het beleven van avontuur. Voor deze groep is leren over de geschiedenis van Amsterdam en het zien van bezienswaardigheden minder belangrijk. Mogelijk wordt het consumeren van alcohol en drugs door buitenlandse bezoekers als middel gebruikt om meer uit deze hedonistische ervaring te halen. Deze aannamen worden ondersteund door voorgaand onderzoek waaruit blijkt dat de meeste jongeren alcohol drinken om bepaalde doelen na te streven. Vooral sociale doelen zijn voor jongeren belangrijk, zoals het creëren van een positieve context en op een makkelijkere manier contact maken met anderen (Lyvers, Hasking, Hani en Trew, 2010). Een andere belangrijk doel is het verbeteren van de stemming. Veel mensen die alcohol drinken hebben de overtuiging dat alcohol leidt tot verhoging van positieve gevoelens en vermindering van negatieve gevoelens (Kuntsche, Knibbe, Gmel & Engels, 2005).

Een belangrijk verschil met hedonistische doelen in het dagelijks leven en hedonistische doelen gedurende een kortdurend verblijf in Amsterdam, is dat hedonistische doelen tijdens een kortdurend verblijf een duidelijke periode hebben waarin het doel bereikt kan worden: het begint bij de aankomst in Amsterdam en eindigt bij het vertrek uit Amsterdam. Hedonistisch doelen zijn moeilijk te vertalen in termen van ‘behaald’ omdat het abstracte doelen zijn. Er zijn geen duidelijke grenzen wanneer deze doelen behaald zijn. De Amsterdamse hedonistische ervaring kan altijd nog leuker en nog spectaculairder. Een gevoel van niet het meest hedonistische uit de Amsterdamse ervaring te hebben gehaald en het naderen van vertrek kan mogelijk het risicogedrag veroorzaken. Het naderen van een deadline zorgt er namelijk voor dat de drang om het doel te behalen groter is dan het risico dat gelopen wordt (Jeffrey, Onay en Larrick, 2010). Een motivatietheorie die het proces van deze aanname kan ondersteunen, is de ‘Theory of life-span control’ (Heckhausen & Schulz, 1995). Een verklaring vanuit de ‘Theory of life-span control’ op de vraag, wat een onderliggende motivatie is voor het riskante drugsgebruik onder jonge buitenlandse bezoekers in Amsterdam, is geheel nieuw en een belangrijke aanvulling op bestaande literatuur.

1.2 Motivational theory of control.

De ‘Theory of life-span control’ focust op de capaciteit van individuen om ontwikkelingen van bepaalde doelen te optimaliseren gedurende veranderingen tijdens de levensloop. De theorie is gebaseerd op twee basisaannames. Ten eerste de aanname dat

(7)

7

individuen de eigen ontwikkeling beïnvloeden door het selecteren van ontwikkelingsdoelen. Ontwikkelingsdoelen zijn mentale representaties van gewenste uitkomsten tijdens de levensloop (Heckhausen, Wrosch & Schulz, 2010). Ten tweede de aanname dat individuen streven naar compensatie bij falen van ontwikkelingsdoelen (Heckhausen, Wrosch & Fleeson, 2001). Regulatie van deze ontwikkelingsdoelen vindt plaats middels twee motiverende processen: de primaire en de secundaire controle. Primaire controlestrategieën zijn gericht op verandering in de externe omgeving, terwijl secundaire controlestrategieën gericht zijn op veranderingen in interne processen. (bijv. motivatie, emoties en mentale representaties) (Heckhausen et al., 2001). Vrijwel alle ontwikkelingsdoelen hebben door beschikbare actiemogelijkheden tijdens de levensloop een bepaalde tijdsperiode waarin ze volbracht kunnen worden. Het eindstadium, ook wel de deadline van een doel, is het moment dat mogelijkheden om het doel te behalen beperken. Wanneer de deadline van het doel nadert, vermindert de waargenomen controle ten op zichte van het doel, wat leidt tot een verhoogde inzet om het doel te behalen (Heckhausen et al., 2010). Het doel wordt meer urgent en intens waardoor een individu zich meer in gaat spannen en invloed gaat uitoefenen. De primaire en de secundaire controlestrategie zullen hierdoor sterker worden geactiveerd (Heckhausen & Tomasik, 2001).

Binnen primaire en secundaire controlestrategieën kan onderscheid worden gemaakt in selectiviteit en compensatie voor verlies. De selectieve primaire controle heeft betrekking op grotere investering in gedragsmiddelen (bijv. tijd, inspanning en vaardigheden). Wanneer de selectieve primaire controle beperkt is door onvoorziene omstandigheden of door gebrek aan persoonlijke middelen, worden de compenserende primaire en de selectieve secundaire controle actief. De compenserende primaire controle betreft het inzetten van externe bronnen zoals het vragen om advies en het gebruik van hulpmiddelen. Bij de selectieve secundaire controlestrategie versterkt een individu zijn wilskracht jegens het doel door onder andere de waarde van het doel te verhogen en alternatieve doelen te devalueren. De compenserende secundaire controlestrategie wordt actief wanneer de waargenomen controle radicaal daalt en het doel moeilijk haalbaar is. De compenserende secundaire controlestrategie zorgt voor ontkoppeling van het niet behaalde doel (Heckhausen & Tomasik, 2002). Hiermee wordt getracht om negatieve effecten als gevolg van het niet behaalde doel, zoals passiviteit, frustratie en hulpeloosheid te voorkomen (Poulin & Heckhausen, 2007).

Dit is ook te zien in de context van het riskante drugsgebruik van kort-verblijvende buitenlandse bezoekers in Amsterdam. Zoals eerder aangegeven blijkt uit onderzoek dat drugs

(8)

8

gebruikende toeristen naar Amsterdam komen om bepaalde hedonistische ervaringen op te doen (Kruif, 2015). Er is een duidelijke periode waarin het meest uit deze hedonistische ervaring gehaald kan worden. Deze periode is weliswaar kleiner dan de periode voor het behalen van ontwikkelingsdoelen, toch is het aannemelijk dat controlestrategieën ook worden toegepast op korte termijndoelen. Net als bij ontwikkelingsdoelen, is er namelijk een discrepantie tussen de huidige en de gewenste situatie waarbij actiemogelijkheden in dezelfde cyclus toe- en afnemen. Tijdens een verblijf in Amsterdam kan het toepassen van de controlestrategieën bij kort-verblijvende buitenlandse bezoekers onder andere terug worden gezien in: minder tijd nemen om te slapen, zich meer richten op uitdagende activiteiten waarbij andere activiteiten zoals museumbezoeken of het bijwonen van colleges achterwege worden gelaten (selectieve primaire controle), het nuttigen van alcohol en drugs (compenserende primaire controle) en het beïnvloeden van cognitieve processen doordat het gebruik van drugs gepaard kan gaan met een opgewekte stemming, positieve emoties en verminderde remmingen. Daarnaast kan er ook een verhoogde focus zijn op de positieve effecten van het gebruik van drugs waardoor de waargenomen risico’s van drugs worden onderdrukt (selectieve secundaire controle).

In dit onderzoek wordt verondersteld dat activatie van controlestrategieën door beperkte actiemogelijkheden een onderliggend mechanisme is voor riskant drugsgebruik door kort-verblijvende buitenlandse bezoekers in Amsterdam. Gebaseerd op aannames vanuit de

Theory of life-span control wordt verwacht dat het naderen van vertrek uit Amsterdam leidt

tot verminderde actiemogelijkheden om het meest hedonistische uit de Amsterdamse ervaring te halen. Dit resulteert in (1) een lage waargenomen controle, (2) een verhoogde activatie van primaire en selectieve secundaire controlestrategieën (3) en een verhoogde intentie om op een riskante manier drugs te gebruiken in Amsterdam. Deze verwachting werd getoetst door deelnemers de opdracht te geven om twee vignetten te lezen waarbij een vignet ging over aankomst in Amsterdam en een vignet ging over vertrek uit Amsterdam. Na elk vignet kregen de deelnemers vragenlijsten over controlestrategieën, waargenomen controle en riskant gedrag. De deelnemers werd gevraagd de vragenlijst in te vullen vanuit het perspectief van de persoon in het vignet. Na het invullen van de vragenlijst rapporteerden de deelnemers over het eigen drugsgebruik in Amsterdam.

(9)

9

2. Methode

2.1 Deelnemers.

De steekproef van het onderzoek bestond uit uitwisselings- en internationale studenten die ervaring hadden met het gebruik van harddrugs. Van de groep kort-verblijvende buitenlandse bezoekers zijn uitwisselings- en internationale studenten geselecteerd, omdat deze groep het meest toegankelijk is. De studenten werden geworven op verschillende manieren: Flyers op verschillende faculteiten van de Universiteit van Amsterdam, oproepen op Facebookpagina’s waar uitwisselings- en internationale studenten lid van zijn en het sneeuwbaleffect. De deelnemers ontvingen €5 voor deelname.

In totaal hebben 51 deelnemers aan het onderzoek deelgenomen. Van de deelnemers waren 25 vrouw (53%), 15 man (32%) en 2 (5%) deelnemers hadden geen seksevoorkeur. Van 5 deelnemers was de sekse onbekend. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 23 jaar (range = 20 - 33). De deelnemers waren afkomstig uit 22 verschillende landen. De grootste groep kwam uit Engeland (17%) en Noord-Amerika (12%). Het betreft in dit geval het land van herkomst en niet de huidige woonplaats. In tabel 3 is het drugsgebruik van deelnemers in Amsterdam weergegeven. Van 8 deelnemers ontbraken gegevens over het eigen drugsgebruik.

Tabel 1.

Gebruik en Frequentie per Middel over alle Deelnemers. N % Frequentie Cannabis 38 90.5 2.82 Paddenstoelen 17 43.6 1.67 XTC/MDMA 26 65 2.08 Cocaïne 21 51.2 1.65 Speed 10 26.3 2.09 LSD 7 17.9 1.25 Ketamine 7 17.9 1.43 N2O 5 13.2 1.75 4-FMP 3 7.7 1.67 2CB 3 7.7 1.33 Kratom 3 7.7 1.67

(10)

10

Methamphetamine 1 2.6 2

GHB - - -

Crystal Meth - - -

* Frequent gebruik gemiddelde uit een schaal van vijf

2.2 Materiaal en procedure.

Het onderzoek werd aangeboden via het online platform Qualtrics. Hierdoor konden deelnemers het onderzoek zelfstandig en in eigen setting uitvoeren. In totaal waren er twee condities waarbij de vignettenmethode werd toegepast. Vignetten zijn korte scenario’s die een hypothetische situatie beschrijven, waarna vervolgens de reacties van de deelnemers op de situatie worden gemeten. Het onderzoek betreft een within-subject design, wat betekent dat deelnemers aan alle twee de condities werden onderworpen. Het onderzoek is goedgekeurd door de ethische commissie van de Universiteit van Amsterdam (2016-SP-7144).

Vignetten. Tijdens het onderzoek kregen de deelnemers twee vignetten te lezen. De

vignetten gingen over een uitwisselingsstudent die onder andere naar Amsterdam komt voor het opdoen van hedonistische ervaringen. In scenario één is de student net aangekomen en in scenario twee gaat de student over korte tijd vertrekken (zie Appendix A). Hiermee werd het aantal actiemogelijkheden om het meest hedonistische uit de Amsterdamse ervaring te halen gemanipuleerd. Na het lezen van elk scenario moesten de deelnemers voor de manipulatiecheck aangeven in welke mate zij zich konden inleven in het verhaal. Vervolgens vulden de deelnemers drie online vragenlijsten in. Hiermee werd het effect van de situatie op de controlestrategieën, waargenomen controle en de intentie om op een riskante manier alcohol en drugs te gebruiken gemeten. In een willekeurige volgorde werden de vignetten aan de deelnemers aangeboden. De vragenlijsten werden elke keer na het lezen van een scenario ingevuld, hierdoor vulden de deelnemers tweemaal dezelfde vragenlijsten in.

Controlestrategieën. De betrokkenheid en inzet van controlestrategieën werden

gemeten met behulp van de Optimization in Primary and Secondary Control (OPS-Scales), ontwikkeld door Heckhausen, Schulz & Wrosch (1999). Items werden vertaald naar het Engels en aangepast aan de context van het onderzoek. De aangepaste vragenlijst bestaat uit drie sub-schalen met in totaal 25 items die op een vijfpunts Likert-schaal kunnen worden beantwoord, variërend van 0 (strongly disagree) tot 5 (strongly agree). De eerste sub-schaal meet de selectieve primaire controle (voorbeeld: “I will invest more time to have fun with my

(11)

11

friends in Amsterdam even if this means my study results suffer”). De tweede sub-schaal meet

de compenserende primaire controle (voorbeeld: “I will use psychedelic drugs for deeper

experiences”). En de derde-subschaal meet de selectieve secundaire controle (voorbeeld: “I keep in mind how epic this period in Amsterdam will be if I experience more adventure and gain new impressions”). Na omscoring is de maximale score op de OPS-Scales 125, hetgeen

overeenkomt met een extreem hoge betrokkenheid en inzet van controlestrategieën. De minimum score op de OPS-Scales is 0, hetgeen overeenkomt met een extreem lage betrokkenheid en lage inzet van controlestrategieën.

Omdat de OPS-Scale is gegenereerd naar de context van het onderzoek, werd een betrouwbaarheidsanalyse over de huidige vragenlijsten uitgevoerd. Bij deze analyse bleken de subschalen van de OPS-Scale (selectieve primaire controle, selectieve secundaire controle en compenserende primaire controle) voldoende betrouwbaar te zijn zowel in de conditie met weinig actiemogelijkheden, SSC; α = .80, CPC; α= .68 en SPC; α = .66. en in de conditie met veel actiemogelijkheden, SSC; α = .88, CPC; α= .73 en SPC; α= .66.

Waargenomen controle. De waargenomen controle werd gemeten met behulp van de Mastery Scale, ontwikkeld door Pearlin & Schooler (1981). De vragenlijst bestaat uit 6 items,

en is wederom vertaald en gegenereerd naar de context van het onderzoek. Ook deze items kunnen worden beantwoord op een vijfpunts Likert-schaal, variërend van 0 (strongly

disagree) tot 5 (strongly agree). Item 1, 2, 5 en 6 zijn negatief gestelde en werden voor het

berekenen van de totaalscore omgescoord. De minimum score op deze vragenlijst is 0 en de maximum score is 30. Hoe hoger de totaalscore van een deelnemer, hoe hoger de waargenomen controle over de situatie. Voorbeelditems zijn: “I can do just about anything to

make my period in Amsterdam epic” en “I feel helpless because at this moment I have the feeling I didn’t experience my adventure to the fullest”. Voor de uiteindelijke analyse is item

3 verwijderd omdat uit de betrouwbaarheidsanalyse bleek dat verwijdering van item 3 een verhoging van de betrouwbaarheid op leverde. Na verwijdering van dit item bleek de vragenlijst zowel in de conditie met weinig actiemogelijkheden als voor de conditie met veel actiemogelijkheden net voldoende betrouwbaar te zijn, α = .67 en α = .58.

Riskante beslissingen. Het nemen van riskante beslissingen werd gemeten door middel

van items gebaseerd op de Cognitive Appraisal of Risky Event (CARE), ontwikkeld door Fromme, Katz & Rivet (1997). Alleen de items met betrekking tot alcohol en drugsgebruik werden in de nieuwe vragenlijst meegenomen. Met de vragenlijst wordt de intentie van risicogedrag gemeten. In totaal zijn er 15 items die op een vijfpunt Likert-schaal kunnen

(12)

12

worden beantwoord, variërend van 0 (not likely at all) tot 5 (extremely likely). De maximale score op de vragenlijst is 75, hetgeen overeenkomt met een hoge intentie om op een riskante manier alcohol en drugs te gebruiken. De minimum score is 0, hetgeen overeenkomt met een lage intentie om op een riskante manier alcohol en drugs te gebruiken. Voorbeelditems zijn: “Consume drugs I have never heard of”, “Mix different kinds of drugs” en “Drink alcohol too

quickly”.

Omdat de vragenlijst van riskante beslissing een groot aantal items bevat, werd voorafgaand aan de analyse een principale component geëxtraheerd. De keuze met een eigenwaarde boven de 1 gaf drie componenten weer. Om één dimensionale schaal te vormen, werden items 1, 2, 3, 4, 5 en 6 niet meegenomen in de verdere analyse. Deze items bleken een andere vorm van riskant gedrag aan te duiden en hadden geen verband met het riskante gebruik van drugs. Voorbeelden van items die verwijderd waren zijn: het verstoren van de publiekelijke orde en een scène schoppen in publieke ruimtes. De nieuwe schaal is zowel in de conditie met weinig actiemogelijkheden, α = .94, als in de conditie met veel actiemogelijkheden betrouwbaar, α = .90.

Huidig drugsgebruik. Het drugsgebruik van de deelnemers werd in kaart gebracht door

het aanbieden van een lijst met verschillende soorten drugs. Deze lijst is samengesteld aan de hand van een forumvraag dat voor aanvang van het onderzoek op de sociale nieuwswebsite

Reddit was geplaatst. De vraag luidde: welke drugs heb je tijdens je verblijf in Amsterdam

gebruikt? De lijst is gebaseerd op antwoorden die volgde op deze forumvraag. In de lijst kunnen de deelnemers aanvinken welke drugs zij hadden gebruikt, of van plan zijn te gebruiken in Amsterdam. Ook werd gevraagd naar de frequentie van gebruik. Antwoordmogelijkheden waren: rarely – once in a while – a moderate amout – a great deal-

not used here. Ten slotte werd exploratief gevraagd of zij deze drugs recreatief (d.w.z.

gebruik tijdens het uitgaan) en/of voor seksuele stimulatie (d.w.z. gebruik voorafgaand aan seksueel contact) hadden gebruikt.

3. Resultaten

Van de 51 deelnemers werden 5 deelnemers uitgesloten voor verdere analyses. Deze deelnemers waren niet akkoord gegaan met de informed consent of hadden de vragenlijst onnauwkeurig ingevuld. Bij 5 deelnemers ontbraken er gegevens omdat ze na het invullen van de eerste conditie het onderzoek hadden afgebroken. Toch werden zij meegenomen in verdere analyse omdat de gegevens die wel waren ingevuld nog steeds van waarde waren voor het

(13)

13

onderzoek. Het totaal aantal deelnemers dat is meegenomen in de uiteindelijke analyse komt daarmee neer op 46.

3.1 Manipulatiecheck

De deelnemers konden zich in de twee vignetten voldoende inleven. Dit gold zowel voor het vignet dat de aankomst (veel actiemogelijkheden) omschreef (M= 3.24, SD= 1.12) als het vignet dat het vertrek (weinig actiemogelijkheden) omschreef (M= 3.43, SD= 1.07). Hieruit kan worden geconcludeerd dat de vignetten aansloten bij de beleving van de deelnemers

3.2 Toetsingsresultaten

Vervolgens werd gekeken naar gegevens die antwoord geven op de hypotheses. Dit werd gedaan door eerst voor beide condities de gemiddelde totaalscores van de subschalen van de OPS-Scales, de waargenomen controle en risicogedrag met de bijbehorende standaardafwijking te berekenen, zie Tabel 2.

Tabel 2

Gemiddelde Scores op de Selectieve Primaire Controle, Compenserende Primaire Controle, Selectieve Secundaire Controle, de Waargenomen Controle en het Risicogedrag met de bijbehorende Standaardafwijking.

Veel actiemogelijkheden Weinig actiemogelijkheden

M SD M SD SPC 3.27 .60 3.41 .60 SSC 3.43 .59 3.49 .59 CPC 3.83 .52 3.79 .49 Controle 3.71 .52 3.84 .51 Risicogedrag 2.42 1.02 2.39 .86

Om de gemiddelde totaalscores binnen de deelnemers tussen de conditie met veel actiemogelijkheden (aankomst) en weinig actiemogelijkheden (vertrek) met elkaar te vergelijken (zie Tabel 2) werd een Repeated Measure MANOVA uitgevoerd. Hieruit bleek dat onder de deelnemers geen significante verschillen waren tussen de inzet van

(14)

14

controlestrategieën, de waargenomen controle en risicogedrag bij het hebben van veel of weinig actiemogelijkheden. Hiermee kan de eerste hypothese, het moment van vertrek uit Amsterdam leidt tot een lage waargenomen controle om het hoogst haalbare uit de hedonistische ervaring te halen, niet worden bevestigd, F(1, 36)= .607, p= .799. Ook de tweede hypothese, het moment van vertrek leidt tot een verhoogde inzet van selectieve primaire controle, compenserende primaire controle en selectieve secundaire controlestrategieën om het hoogst haalbare uit de hedonistische ervaring te halen, kan niet worden bevestigd, F(1, 36)= 7.51, p= .391. En ten slotte werd de derde hypothese, het moment van vertrek leidt tot een hogere intentie om op een riskante manier drugs te gebruiken, niet bevestigd, F(1, 36)= .07, p= .133. Dit betekent dat de nulhypotheses niet verworpen mogen worden.

In Tabel 1 is te zien dat er tussen deelnemers een groot verschil is het gebruik van drugs. Een groot deel van de deelnemers gebruikt softdrugs (o.a. cannabis en hallucinerende paddenstoelen), en ruim de helft gebruikt en/of harddrugs (o.a. cocaïne, XTC of MDMA en speed). Omdat de hypotheses zich richten op buitenlandse bezoekers die harddrugs gebruiken, verklaart dit mogelijk het niet gevonden effect onder de deelnemers. Er is een kans dat deelnemers die enkel softdrugs gebruiken dit effect namelijk onderdrukken. Dit geeft aanleiding tot aanvullende, exploratieve analyses die kijken of er wel een effect wordt gevonden bij deelnemers die harddrugs gebruiken en geen effect bij deelnemers die geen harddrugs gebruiken.

3.3 Exploratieve analyse

Wanneer we kijken naar de drug cocaïne gebruiken 21 deelnemers deze wel en 20 deelnemers deze niet in Amsterdam. Hierdoor zijn de verwachte waarde voor beide groepen groot genoeg om exploratief te kijken naar het verschil tussen deze twee groepen. Een variantieanalyse (ANOVA) werd uitgevoerd op de gemiddelden van de controlestrategieën, waargenomen controle en risicogedrag met één tussen-deelnemers variabele (wel cocaïne vs. geen cocaïne) en één binnen-deelnemers variabele (veel actiemogelijkheden vs. weinig actiemogelijkheden). Het effect van wel of niet cocaïne gebruik was niet significant. Op riskant gedrag bleek er echter wel een verandering plaats te vinden, F(1, 39)= 3.08, p= .087, η ² = .07. Deelnemers die in Amsterdam cocaïne gebruiken, bleken bij weinig actiemogelijkheden meer risico te nemen (M= 3.00, SD= .14) dan bij veel actiemogelijkheden (M= 2.73, SD= .21). Deelnemers die geen cocaïne gebruiken, bleken bij weinig

(15)

15

actiemogelijkheden minder risico te nemen (M= 1.92, SD= .14) dan bij veel actiemogelijkheden (M= 2.13, SD= .22). Om te onderzoek in welk element van het risicogedrag deze verandering zit, werd de vragenlijst van risicogedrag opgedeeld in twee gedragscomponenten. De eerste component van de vragenlijst meet de intentie om alcohol en soft- en harddrugs te gebruiken en het tweede deel van de vragenlijst meet risicogedrag met betrekking tot harddrugsgebruik. Wanneer we de vragenlijst opsplitsen in deze twee componenten en wederom een ANOVA uitvoeren, bleek er een effect te zijn op riskant gedrag gericht op de intentie om alcohol en soft- en harddrugs te gebruiken tussen deelnemers die wel en geen cocaïne gebruiken in Amsterdam, F(1)= 6.64, p= .014, η ²= .15. Om te onderzoeken welke metingen dit significante resultaat veroorzaken, is er een Post hoc test uitgevoerd. Uit de Post hoc test bleek een significant verschil binnen de deelnemers die cocaïne gebruiken (Mean difference= .43; p= .009) en tussen deelnemers die cocaïne gebruiken en deelnemers die geen cocaïne gebruiken bij vertrek en aankomst (Mean difference= 1.50; p <.001 en mean difference= .922 en p= .008). Deelnemers die in Amsterdam cocaïne gebruiken, bleken bij weinig actiemogelijkheden meer riskant gedrag te vertonen op de intentie om alcohol en soft- en harddrugs te gebruiken (M= 3.98, SE= .18) dan bij veel actiemogelijkheden (M= 3.56, SE= .24). Ook was bij deze groep de intentie om alcohol en soft- en harddrugs te gebruiken bij zowel aankomst als vertrek hoger vergeleken bij deelnemers die geen cocaïne in Amsterdam gebruiken (M= 2.63, SE = .23; M= 2.48, SE= .18).

Ook werd exploratief gekeken of er een effect was van sekse. De huidige steekproef bestaat uit meer vrouwen (N=25) dan mannen (N=15). Omdat eerder onderzoek wijst op een hoger gebruik van harddrugs onder mannen (Trimbos, 2015; EMCDDA, 2016), is in deze steekproef een ondervertegenwoordiging van mannen mogelijk een reden waarom er geen significante effecten zijn gevonden. Een variantieanalyse (ANOVA) werd uitgevoerd op de gemiddelden van de controlestrategieën, waargenomen controle en de twee componenten van risicogedrag met één tussen-deelnemers variabele (mannen vs. vrouwen) en één binnen-deelnemers variabele (veel actiemogelijkheden vs. weinig actiemogelijkheden). Ook hier bleek een effect te zijn van sekse op de intentie om alcohol en soft- en harddrugs te gebruiken,

F(1, 38)= 5.97, p= .019, η ²= .14. Uit de Post hoc test bleek er alleen een significant binnen

mannen tussen aankomst en vertrek (Mean difference= 0.51; p= .008) te zijn. Mannen bleken bij weinig actiemogelijkheden (M= 3.37, SE=.29) meer riskant gedrag te vertonen op de intentie om alcohol en soft- en harddrugs te gebruiken dan bij veel actiemogelijkheden (M=

(16)

16

2.84, SE= .30). Tevens bleek er een effect van sekse op de inzet van de compenserende primaire controlestrategie te zijn, F(1, 38)= 6.64, p= .014, η ²= .15. Uit de Post hoc test bleek dit verschil verklaart te worden binnen mannen tussen aankomst en vertrek (Mean difference= 0.28; p= .056). Mannen bleken bij weinig actiemogelijkheden meer inzet op de compenserende primaire controlestrategie te tonen (M= 3.94, SED= .13) dan bij veel actiemogelijkheden (M= 3.67, SE= .14).

Ten slotte is er ook exploratief gekeken naar de drugs XTC of MDMA omdat hier de verwachte waarde voor deelnemers die XTC of MDMA gebruiken (N=26) en deelnemers die geen XTC of MDMA gebruiken (N=14) in Amsterdam nagenoeg groot genoeg zijn om een mogelijk verschil te analyseren. Een variantieanalyse (ANOVA) werd uitgevoerd op de gemiddelden van de controlestrategieën, waargenomen controle en de twee componenten van risicogedrag met één tussen-deelnemers variabele (wel XTC of MDMA vs. geen XTC of MDMA) en één binnen-deelnemers variabele (veel actiemogelijkheden vs. weinig actiemogelijkheden). Hier bleek dat het effect van wel of niet XTC of MDMA gebruik significant was op de mate van waargenomen controle, F(1, 38) = 4.68, p = .037, η ² = .11. Uit de Post hoc test bleek er alleen een significant effect binnen deelnemers die XTC of MDMA in Amsterdam gebruiken tussen aankomst en vertrek te zijn (Mean difference= 0.26;

p= .014). Tegen de verwachting in bleken deelnemers die in Amsterdam XTC of MDMA

gebruiken, bij veel actiemogelijkheden een lagere waargenomen controle (M= 3.92, SE=.14) dan bij weinig actiemogelijkheden (M= 3.66, SE=.14) te hebben.

4. Discussie

In dit onderzoek werd gekeken naar riskante drugsgebruik en het verlangen om het meest hedonistische uit de ervaring te halen van kort-verblijvende buitenlandse bezoekers in Amsterdam. Gebaseerd op de ‘Theory of life-span control’ werd verwacht dat wanneer het vertrek uit Amsterdam nadert, mogelijkheden om het meest hedonistische uit de Amsterdamse ervaring te halen, beperkt raken. Hierdoor daalt de waargenomen controle ten opzichte van het doel wat leidt tot meer toewijding om aan deze ervaring te voldoen. Dit resulteert in een verhoogde activatie van de controlestrategieën (selectieve primaire controlestrategie, selectieve secundaire controlestrategie en compenserende primaire controlestrategie). Verwacht werd dat een verhoogde activatie van deze strategieën zal leiden tot een verhoogde kans op het vertonen van riskant gedrag. In deze context betreft het riskante gedrag de intentie

(17)

17

van buitenlandse bezoekers om op een riskante manier drugs te gebruiken in Amsterdam. De resultaten uit het onderzoek kunnen deze verwachtingen echter niet bevestigen.

De activatie van controlestrategieën blijkt tijdens het verblijf niet te veranderen voor de totale steekproef. Een andere opvallende uitkomst is dat de waargenomen controle om het meest hedonistische uit de Amsterdamse ervaring te halen, niet daalt wanneer het vertrek uit Amsterdam nadert. Waarschijnlijk is dit een reden waarom de inzet van controlestrategieën binnen de groep als geheel constant blijft. Dit kan er op wijzen dat de Theory of life-span

control niet is toe te passen op kortetermijndoelen die een hedonistisch karakter hebben. Het

behalen van ontwikkelingsdoelen, waarvoor de theorie oorspronkelijk is ontwikkeld, zorgt voor het optimaliseren van het functioneren tijdens de levensloop. Waarschijnlijk wordt een kortetermijndoel niet in dezelfde mate belangrijk gevonden als een ontwikkelingsdoel. Daarnaast zijn de handelingen die verricht moeten worden voor het behalen van een ontwikkelingsdoel meer concreet waardoor ook duidelijkere acties kunnen worden geformuleerd: het is duidelijk wat iemand moet doen om het doel te behalen en op welk moment het doel behaald is. Het bereiken van een hedonistische ervaring in Amsterdam is geen duidelijk afgebakend doel, maar blijft een subjectieve ervaring waar in meer of mindere mate aan voldaan kan zijn. Wellicht is het doel van het hebben van een hedonistische ervaring te abstract voor deze theorie en/of is de theorie niet toepasbaar op kortetermijndoelen.

Ook is het mogelijk dat de theorie niet geldt voor buitenlandse bezoekers. Buitenlandse bezoekers komen namelijk in een setting terecht die afwijkt van het dagelijks leven. Ze krijgen te maken met allerlei aspecten uit de Nederlandse cultuur die afwijken van aspecten van het land van herkomst, ze ondernemen andere activiteiten en zijn omgeven door een andere peergroup. Dit zorgt ervoor dat dingen niet meer gebeuren op de voor hun bekende manier, waardoor er een verminderd gevoel van controle over de omgeving ontstaat, zowel aan het begin als aan het einde van het verblijf. De kans is groot dat buitenlandse drugsgebruikers hierdoor niet meer op dezelfde manier gebruik maken van de primaire en secundaire controlestrategieën als ze normaal gedaan zouden hebben. Ook kan de heersende groepsnorm een invloed hebben op het gebruik van controlestrategieën. Zoals uit onderzoek blijkt, vormen buitenlandse bezoekers tijdens een verblijf een subcultuur waarbij andere normen gelden. Gould (1999) suggereert dat culturele normen van invloed zijn op de keuze van controlestrategieën. Het kan zijn dat de subcultuur van jonge buitenlandse bezoekers tijdens het verblijf een meer collectivistisch karakter heeft dan de algemene westerse cultuur. Ook dit onderzoekt versterkt de aanname dat de theorie niet universeel toepasbaar is.

(18)

18

Toch kan niet geheel worden uitgesloten dat bepaalde elementen uit de Theory of

life-span control van toepassing zijn op het riskante drugsgebruik van buitenlandse bezoekers in

Amsterdam. Wanneer we kijken naar buitenlandse bezoekers die cocaïne gebruiken tijdens het verblijf in Amsterdam, is er wel een effect gevonden op de intentie om alcohol, soft- en harddrugs te gebruiken in Amsterdam. Deze bezoekers hebben bij het naderen van vertrek een hogere intentie om alcohol en soft- en harddrugs te gebruiken dan bij aankomst. Het vertrek uit Amsterdam, oftewel de deadline om het meest hedonistische uit de Amsterdamse ervaring te halen, blijkt een stimulerende factor te zijn. Dit geldt niet alleen voor buitenlandse bezoekers die cocaïne gebruiken maar ook voor mannelijke buitenlandse bezoekers. Deze twee groepen vormen een minderheid in de steekproef, vandaar dit bij de groep als geheel niet wordt teruggezien. Mannelijke buitenlandse bezoekers hebben bij het naderen van vertrek een hogere intentie om alcohol en soft- en harddrugs te gebruiken dan bij aankomst in Amsterdam. Ook blijken mannelijke buitenlandse bezoekers bij het naderen van vertrek een hogere activering van de compenserende primaire controlestrategie te hebben dan bij aankomst in Amsterdam. Deze groep maakt bij het naderen van vertrek dus meer gebruik van ongewone wegen en externe hulpmiddelen om het meest hedonistische uit de Amsterdamse ervaring te halen. Dit gaat hand in hand met de toename in het gebruikspatroon. Vermoedelijk vindt deze verandering bij mannen en niet bij vrouwen plaats, omdat eerder onderzoek laat zien dat drugsgebruik vaker voorkomt onder mannen dan vrouwen (Trimbos, 2015; EMCDDA, 2016). Tezamen wijzen deze resultaten op verandering in zelfregulatie bij harddrugsgebruikers en mannelijke buitenlandse bezoekers wanneer het vertrek nadert. Bij vrouwen blijft de zelfregulatie tijdens het verblijf redelijk stabiel.

Een alternatieve verklaring voor de toename van het gebruik van alcohol en drugs bij harddrugsgebruikers en mannelijke bezoekers wanneer het vertrek nadert kan zijn dat de gedachte speelt dat hij of zij op dat moment nog in de gelegenheid is om op een relatief toegankelijkere manier drugs te nuttigen dan bij terugkomst thuis en zich realiseert dat bij thuiskomst het gevoel van spijt kan ontstaan wanneer er niet van deze mogelijkheden gebruik is gemaakt. Deze gedachtes worden ook wel Counterfactual Denken genoemd. Bij

Counterfactual Denken ontstaat er een gedachte over een gebeurtenis in het verleden met de

focus op wat anders had kunnen gaan, ook wel het ‘wat…als’ denken (Epstude & Roese, 2011). Deze alternatieve verklaring nodigt uit tot verder onderzoek.

(19)

19

4.1 Beperkingen

Het onderzoek kent enkele beperkingen. Ten eerste bestond de steekproef uit internationale- en uitwisselingsstudenten waardoor de deelnemers allemaal hoog zijn opgeleid. Dit kan de resultaten uit het onderzoek beïnvloeden omdat uit onderzoek van het Trimbos instituut (2015) blijkt dat hoger opgeleiden meer ervaring hebben met harddrugs dan lager opgeleiden. Daarentegen gebruiken lager opgeleiden, als ze drugs gebruiken, grotere hoeveelheden van harddrugs dan hoger opgeleiden. Ook is het waarschijnlijk dat hoger opgeleiden meer kennis hebben over de drugs die ze gebruiken en hierdoor beter weten hoe ze de risico’s kunnen beperken. Het is daarom belangrijk dat in vervolgonderzoek ook buitenlandse bezoekers worden meegenomen die niet hoog zijn opgeleid. Ten tweede hadden niet alle deelnemers ervaring met het gebruik van harddrugs. Hoewel in de informed consent en in de wervingstekst stond aangegeven dat het een vereiste was dat de deelnemers, naast eventueel gebruik van cannabis en THC, ervaring moesten hebben met harddrugs, zijn enkele deelnemers toch akkoord gegaan met de informed consent of hadden ze hier overheen gelezen. Dit kan als gevolg hebben dat deze deelnemers de resultaten hebben beïnvloed en eventuele effecten in het onderzoek hebben onderdrukt. Dit blijkt ook uit de effecten die wel zijn gevonden in de exploratieve analyses. Het is noodzakelijk bij een vervolgonderzoek hier goed op te letten en de inclusiecriteria nog duidelijker aan te geven.

Naast beperkingen in de steekproef van het onderzoek, waren er ook enkele methodologische beperkingen. Hoewel de deelnemers zich voldoende in de vignetten konden inleven, kan het zijn dat de manipulatie niet bij elke deelnemer even goed heeft gewerkt. Doordat de manipulatie en afname van de vragenlijsten digitaal plaatsvond is het niet duidelijk in welke setting de deelnemer aan het onderzoek heeft deelgenomen en kan het zijn dat de deelnemer tijdens afname afgeleid of onder invloed was. Dit kan betekenen dat de deelnemer onvoldoende capaciteit had om zich in te leven in de persoon van het verhaal. Daarom is het noodzakelijk dat in een vervolgonderzoek het onderzoek in een gecontroleerde ruimte wordt uitgevoerd. Ook kan overwogen worden om op straat buitenlandse bezoekers aan te spreken, te kijken in welke fase van hun verblijf zij zitten en met een vragenlijst de controlestrategieën, de waargenomen controle en het risicogedrag te meten. Omdat het de eigen situatie betreft, hoeft bij deze manier van onderzoek geen manipulatie plaats te vinden. Dit kan er ook toe leiden dat de motivatie bij buitenlandse bezoekers voor deelname hoger is omdat de handelingen om deel te nemen minder groot zijn.

(20)

20

Ten slotte is dit onderzoek gebaseerd op de aanname dat mensen positieve verwachtingen hebben van het gebruik van drugs. Het is echter goed denkbaar dat de relatie tussen drugs en het verwachte genot vervalt wanneer mensen een negatieve ervaring hebben gehad met het gebruik van soft-of harddrugs. Negatieve ervaringen zijn bijvoorbeeld geheugenverlies, hyperventilatie, depressieve gevoelens na gebruik of een bad trip. Wanneer een negatieve ervaring heeft plaatsgevonden, zal dit leiden tot een negatieve verwachting. Hierdoor kan de intentie om drugs te gebruiken afnemen in plaats van toenemen wanneer een buitenlandse bezoeker het meest hedonistische uit de ervaring wil halen. In dit onderzoek is niet gecontroleerd voor positieve of negatieve verwachtingen. Om te kijken of positieve of negatieve verwachtingen invloed hebben op de resultaten, is het belangrijk dat in een vervolgonderzoek enkele items zich hierop richten. Gevraagd kan worden wat iemands associaties zijn bij verschillende soorten drugs (zoals hallucinerende, opwekkende en verdovende middelen).

Het huidige onderzoek kan de samenhang tussen riskant drugsgebruik van buitenlandse bezoekers in Amsterdam en een verhoogde inzet van controlestrategieën om het meest uit de hedonistische ervaring te halen wanneer het vertrek uit Amsterdam nadert, niet bevestigen. Wel vinden er onder mannelijke buitenlandse bezoekers en buitenlandse bezoekers die harddrugs gebruiken in Amsterdam veranderingen in zelfregulatie plaats. Bij deze groep wordt de intentie om alcohol en soft- en harddrugs te gebruiken in Amsterdam hoger wanneer het vertrek nadert. Dit is een waardevol gegeven in het nog onbekende onderzoeksgebied van riskant drugsgebruik en buitenlandse bezoekers. Meer onderzoek naar de onderliggende processen die deze verandering in zelfregulatie bepalen, is belangrijk omdat het drugsgebruik van uitwisselings- en internationale studenten en jonge toeristen een complexe en veelzijdige problematiek is.

5. Referenties

- Apostolopoulos, Y., Sönmez, S. & Yu, C. H. (2002). HIV-risk behaviours of American spring break vacationers: a case of situational disinhibition? International

journal of STD & AIDS, 13 (11), 733-743.

- Berdychevsky, L. & Gibson, H. J (2015). Phenomenology of young women’s sexual risk-taking in tourism. Tourism Management, 46 (1), 299-310.

(21)

21

- Brady, T. J. (2003). Measures of Self-Efficacy, Helplessness, Mastery, and Control.

Arthritis Care & Research, 49 (5), 147- 164.

- Brennan-Ing, M., Boerner, K., Horowitz, A. & Rienhardt, J. (2013). The vision-specific optimization in primary and secondary control (OPS) scale. European Journal

of Ageing, 10 (4), 345-352.

- Chang, E. S., Chen, C., Greenberger, E., Dooley, D. & Heckhausen, J. (2006). What do they want in life? The life goals of a multi-ethnic, multi-generational sample of high school seniors. Journal of Youth and Adolescence, 35 (3), 321-332.

- Epstude, K., & Roese, N. J. (2011). When goal pursuit fails: The functions of counterfactual thought in intention formation. Social Psychology, 42 (1), 19-27.

- EMCDDA (Europan Monitoring Centre for Drugs and Drugs Addiction) (2016). European drugs report; Trends and Development. Luxembourg, Publications Office of the European Union.

- Fromme, K., Katz, E. C. & Rivet, K. (1997). Outcome expectancies and risk-taking behavior. Cognitive Therapy and Research, 21 (4), 421-442

- GGD Amsterdam. (2011). De GGD Amsterdam en de openbare geestelijke

gezondheidszorg: OGGZ-monitor 2010. Amsterdam, GGD Amsterdam: Buster, M. C.

A. & Brussel, G. H. A. van.

- Gould, S. J. (1999). A critique of Heckhausen and Schulz’s (1995) life-span theory of control from a cross-cultural perspective. Psychological Review, 106 (3), 597-604 - Heckhausen, J. & Schulz, R. B. (1995). A life-span theory of control. Psychological

Review, 102 (2), 284-304.

- Heckhausen. J., Schulz, R. B. & Wrosch, C. (1999). Optimization in primary and

seconary control (OPS-Scales). Technical report. Berlin, Max Planck Institute for

Human Development and Education.

- Heckhausen, J., Wrosch, C. & Fleeson, W. (2001). Developmental regulation before and after a developmental deadline: The sample case of “biological clock” for child-bearing. Psychology and Aging, 16 (3), 400-413.

- Heckhausen, J. & Tomasik, M. J (2002). Get an apprenticeship before school is out: How German adolescents adjust vocational aspirations when getting close to a developmental deadline. Journal of Vocational Behaviour, 60 (2), 199-219.

- Heckhausen, J., Wrosch, C. & Schulz, R. (2010). A motivational theory of life-span development. Psychological Review, 117 (1), 32-60.

(22)

22

- Hoffman, B. (2014) Drugs consumption tourism as a social phenomenon. Trakia

Journal of Science, 12 (4), 455-460.

- Jeffrey, S. A., Onay, S., & Larrick, R. P. (2010). Goal attainment as a resource: The cushion effect in risky choice above a goal. Journal of Behavioral Decision Making, 23 (2), 191–202.

- Josiam, B. M., Hobson, J. P., Dietrich, U. C. & Smeaton, G. (1998). An analysis of the sexual, alcohol and drug related behavioral patterns of students on spring break.

Tourism Management, 19 (6), 501-513.

- Kuntsche, E., Knibbe, R., Gmel, G., & Engels, R. (2005). Why do young people drink? A review of drinking motives. Clinical Psychology Review, 25 (7), 841-861. - Kruif, H. P. de (2015). Drugsgebruik door toeristen in Amsterdam: Een onderzoek

naar aangrijpingspunten bij interventies gericht op toeristen die uitgaansdrugs gebruiken in Amsterdam (niet gepubliceerde afstudeerstage). Universiteit van

Amsterdam, Amsterdam, Nederland.

- Lehman, D. W., Hahn, J., Ramanujam, R. & Alge, B. J. (2011). The dynamics of the performance – risk relationship with a performance period: the moderating role of deadline proximity. Organization Science, 22 (6), 1613-1630.

- Lonely Planet (z.j) Amsterdam’s best nightlife. Opgehaald, 10 maart, 2015, van

http://www.lonelyplanet.com/the-netherlands/amsterdam/things-to-do/amsterdam-s-best-nightlife

- Lupton, D. & Tulloch, J. (2002). Risk is part of your life: Risk Epistemologies among a group of Australians. Sociology, 36 (2), 317-334.

- Lyvers, M., Hasking, P., Hani, R., Rhodes, M., & Trew, E. (2010). Drinking motives, drinking restraint and drinking behaviour among young adults. Addictive Behaviors, 35 (2), 116-122.

- Maticka-Tyndale, E., Herold, E. & Mewhinney, D. (1998). Casual sex on spring break: intentions and behaviors of Canadian students. Journal of Sex Research, 35 (3), 254-264.

- Pearlin, L. I. & Schooler, I. (1981). The structure of coping. Health and Social

Behavior, 19 (1), 2-21.

- Poulin, M. & Heckhausen, J. (2007). Stressful events compromise goal striving during a major life transition. Motivation and Emotion, 31 (4), 300-311.

- Ryan, C. & Martin, A. (2001). Tourists and strippers: liminal theater. Annals of

(23)

23

- Trimbos instituut. (2013). Monitor drugsincidenten: Factsheet 2012. Utrecht, Trimbos instituut: Vogels, N. & Croes, E.

- Trimbos instituur (2015) Nationale Drug Monitor: Jaarbericht 2015. Utrecht, Trimbos instituut: van Laar, M. W.& van Ooyen-Houben, M. M. J.

- Uriely, N & Belhassen, Y. (2006). Drugs and risk-taking in tourism. Annals of

Tourism research, 33 (2), 339-359.

- Wang, X. T., Kruger, D. J. & Wilke, A. (2009). Life history variables and risk-taking propensity. Evolution and Human Behavior, 30 (2), 77-84.

- Wickens, E. (1997). Licensed for thrill: Risk-taking and tourism. Tourism and Health, Clift S. & Gabowski P. (Eds.), 151-164. London: Printer.

(24)

24

Appendix A Dear participant,

You are invited to participate in a study that is intended to provide a better understanding of drug use within Amsterdam in relation to exchange students, short- term visitors and international students. To be clear, we are neither promoting or against drugs use, our aim is to gather more information on the elements pertaining to drug use as well as how safe use can be facilitated.

All of the information from this survey will be treated anonymously!

The targeted audience for participation are exchange students who are staying or living in Amsterdam for a short-term or limited amount of time. questionnaire, it is important to take note of the procedures followed in the study. Please read the instructions carefully and provide approval before you start with the questionnaire.

Instructions and procedure

First, we would like to ask you to read two short stories. After each story, you will complete three questionnaires that will end with a few questions about your drug consumption. Participation in this study is voluntary and the entire task will take approximately 25 minutes.

Participant criteria

-Participants need to be 18 years or older

- Participants have experience with the use of substances other than THC (hasj, weed)

Participation is voluntary

Your participation in this study is completely voluntary. You can quit at any moment without giving a reason. Alternatively, if you wish to withdraw your agreement and the information you've contributed, you can do so for up to 24 hours and your data will be removed from our system.

Risks

There are neither health or security risks related to this study. No extra liability insurance has been put in place by UvA.

Privacy

Your data will be used solely for the purpose of research, analysis, and presentation. This means that your data and personal information will be treated completely anonymous, and all IP addresses will be removed prior to analysis. Data may be shared with other researchers, but only in a fully anonymous format.

Ethical approval

This survey has obtained the prior approval of the Ethics Committee of the University of Amsterdam. Should you have any complaints about this study, please contact the social psychology representative of the Ethics Committee of the University of Amsterdam ‘Dr. Mark Rotteveel’ at m.rotteveel@uva.nl

(25)

25

Further information

If you would like to know more about this study, please contact the principal investigators at k.j.jonas@uva.nl or hester.dekruif@student.uva.nl

 I agree to the above conditions and confirm that I am 18 years or older, have an exchange period less than a year and have experience with drug consumption

 I do not want to participate

Now we would like to ask you to read a short story. It is important that you read the story carefully and perceive the story as personal as possible.

Unfortunately, I’m almost at the end of my semester. I have met a lot of new people in Amsterdam with different personalities and a couple of them have become good friends. When we did not have class, we spent time together and discovered things that make Amsterdam special. The moment I have to leave and say goodbye to my friends and Amsterdam is gradually approaching but fortunately I still have three weeks to have fun with my friends, gain new experiences and have more adventures. On the other hand, three weeks is not a long time and I know time will pass quickly.

How well can you relate to this situation?  not well at all

 slightly well  moderately well  very well  extremely well

Write down three keywords that you find most important in the story

The following statements are about your feelings when you imagine that you are the student in the story

strongly

disagree disagree neither agree nor disagree agree strongly agree

I do whatever I can to have fun with friends in Amsterdam even if this means I will do things that

are against the law

    

I do whatever I can to experience some adventure in Amsterdam even if my behavior can cause

danger to myself

    

I do whatever I can to experience some adventure in Amsterdam, even if I will be really exhausted

and feel sick after the weekend

    

I will invest more time to have fun with my friends in Amsterdam even if this means my study results

suffer

    

I will sleep less during my stay in Amsterdam so I

can experience more adventure during the night     

When obstacles get in my way of gaining new

experiences in Amsterdam, I put in more effort     

When the adventure in Amsterdam disappoints me, I try harder to make the adventure live up to

my expectations

(26)

26

strongly

disagree disagree neither agree nor disagree agree strongly agree

I will ask other students for advice on opportunities to experience more adventure and

gain new impressions in Amsterdam

    

I will hang around with other locals I met in

Amsterdam to gain new impressions     

I will do things in Amsterdam I normally wouldn’t

do at home to experience more adventure     

I try to think of other ways to experience more

adventure in Amsterdam     

When I have the feeling I haven’t experienced

enough adventure, I seek other ways of doing so     

I will drink alcohol to have more fun with friends     

I will use psychedelic drugs for deeper experiences     

I will use party drugs to experience more

adventure     

strongly

disagree disagree neither agree nor disagree agree strongly agree

I keep in mind how epic this period in Amsterdam will be if I experience more

adventure and gain new impressions

    

I continuously remind myself that it was the right

decision to go to Amsterdam     

When I decided to gain new experiences in

Amsterdam, I knew this would happen     

When I set the goal to experience adventure, I kept in mind that in Amsterdam I have the

abilities to achieve this

    

I tell myself it is up to me to make sure I will

experience adventure in Amsterdam     

I imagine positive consequences that will come with achieving the goal to feel deeper experiences

in Amsterdam

    

To experiences deeper experiences in Amsterdam, I will use psychedelic drugs, because

it alters my perception

    

To have fun with friends I will smoke cannabis,

because this leads to a good vibe     

To have fun with friends in Amsterdam, I will use

party drugs because this makes me feel euphoric     

To experience more adventure, I will use party

(27)

27

The following statements are about your feelings when you take the point of view in the story

strongly

disagree disagree neither agree nor disagree agree strongly agree

I have little control over the things that happen to

me in Amsterdam     

I have not yet experienced enough adventure in Amsterdam, and I cannot see a way to solve this

problem

    

I can do just about anything to make my period in

Amsterdam epic     

The things I do and the goals I still want to accomplish in my period in Amsterdam mostly

depend on me

    

There is little I can do to have fun with my friends

in Amsterdam     

I feel helpless because at this moment I have the feeling I didn’t experience my adventure to the

fullest

    

The following statements are about your feelings when you take the point of view in the story: HOW LIKELY IS IT THAT YOU WILL ENGAGE IN EACH OF THESE ACTIVITIES...

not all

likely not likely moderately likely likely extremely likely

Drink alcohol too quickly     

Drinking so much alcohol it causes me to have no

memory the next day     

Play drinking games     

Disturb public peace     

Make a scene in public     

Go out and party late even if I will have the worst

hangover     

Smoke marijuana     

Try/use drugs other than marijuana     

Mix drugs and alcohol     

Take drugs from another student without

knowing what kind of drug it is     

Buy party drugs on the dance floor     

Consume more drugs than would normally do     

Mix different kinds of drugs     

Consume drugs that I don't know/ have never

heard of     

Consume drugs without knowledge about the

(28)

28

Now we would like to ask you to read a short story. It is important that you read the story carefully and perceive the story as personal as possible.

At this moment, I have been in Amsterdam for three weeks and it’s starting to feel more like home. When I arrived, the biggest challenge was to find information about my new semester and get insurance, because most of the information was in Dutch. This was also a problem with regards to housing but luckily I found a small room with a couple of other roommates. I have already met a couple of other exchange students who are all from different countries. Most of them came to Amsterdam with the same thoughts as me: experience some adventure, gain new impressions, have fun with new friends and get more insight into who they are. Amsterdam is a great city to experience this because it has a great nightlife, liberal policy and diversity in its inhabitants.

-- SAME QUESTIONS AS ABOVE –

The questions in this last part of this questionnaire focuses on your own personal drug consumption. We would like to emphasize again that we will treat this information confidentially. Data will not be shared with others and individuals will not be identifiable. You are not obliged to provide any information you do not want to supply Which drug(s) have you used during your stay in Amsterdam? In the first column please check ' yes' if you have tried specific drugs ever. If you have already tried the specific drug then please fill in the frequency of your use in Amsterdam. If you have used a drug before, but not while you were in Amsterdam, please mark the "not used here" option. In the next column you can fill in if you have used the drugs recreational (e.g. to go dancing) and/or as a sexual stimulant (e.g. before you have sex). If you have used a drug in both contexts, mark both options.

I did use

the drug How many times used in Amsterdam Type of use

Yes No rarely once in a while a moderate amount a great deal not used here for recreational/party use for sexual stimulation Cannabis          Cocaïne          XTC/ MDMA          Speed          Ketamine          GHB          2-CB          Methamphetamine          LSD          Mushroom          Magic truffles          Salvia          N2O          Kratom          4-FMP          Crystal meth (tina)          Other (please specify)         

(29)

29

Gender  Female  Male  Other

In what country were you born?

In which country are you currently living (when you leave the Netherlands)

How many months are you already in Amsterdam?

How many months you (think) you will stay in Amsterdam? If you don't know, fill in: I don't know

What is your age?

Thank you very much for participating in this survey! If you have any questions about the research project, require further information or want a summary of the final report please contact:

Student Researcher: Hester de Kruif -- Email: Hester.dekruif@student.uva.nl Supervisor: Kai Jonas -- Email: K.j.jonas@uva.nl

If you have any concerns or complaints and wish to contact an independent person about this research project, you may contact Daniel Nikolov.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The design section of the recommendations made will focus on alternative layouts, socio-economic integration, the value of aesthetic urban design initiatives, facilitating

Hoewel er ruim voldoende aanbod was van organisaties, producten en diensten op de beursvloer betreurden diverse respondenten het dat sommige facilitaire dienstverleners en

Daarom zijn de parkeerterreinen Oude straatjes en historische gebouwen maken Woerden karakteristiek en aantrekkelijk voor bewoners, bezoekers en winkelend publiek.. Dit historisch

Deze studie onderzocht de modererende rol van scheiding op verband tussen persoonlijkheidseigenschappen, ouderlijke controle, kwaliteit van de ouder- kindrelatie en vriendschappen

Terwijl we kinderen vaak in ver- band brengen met onschuld en vreugde, selecteerde het museum voor deze tentoonstelling kun- stenaars die nadenken over kin- deren

• De directie is niet verantwoordelijk voor verlies, schade en/of diefstal van uw eigendommen en lichamelijk letsel in en om het gebouw en kan als zodanig niet aansprakelijk

Resultaten: In het online onderzoek gaf ruim 70% van de respondenten aan alcohol te gebruiken, gebruikte ruim 50% wel eens potentieverhogende middelen en benoemde ruim 40% wel eens

De regionale projectgroep zorgt voor deze integrale aanpak en de gemeente Bergen kan hierbij zelf nog maatwerk leveren waar dit wenselijk is.. Waarom wordt dit onderwerp nu aan