• No results found

Depressie of structurele crisis?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Depressie of structurele crisis?"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

COLUMN 346

Depressie of structurele crisis?

De Amsterdamse hoogleraar in de econo-mic 1. J. Klant schreef onlangs een inte-ressante beschouwing over 'economiscbe depressie als creatieve impuls'. Klant plaatst een vraagteken bij een typering van John Maynard Keynes als de man van 'de tekortschietende vraag', welke kan leiden tot een structurele economische crisis. Weliswaar is bet gebruikelijk de leer van Keynes z6 aan te duiden dat er bin-nen de markteconomie steeds een tendens is naar een evenwicht, waarbij besparin-gen en investerinbesparin-gen gelijk zijn; echter zonder enige garantie voor volledige werkgelegenheid. Daarvoor zijn de be-stedingen mogelijkerwijs te gering. Het een en ander leidt aanvankelijk tot grate besparingen, welke echter via een negatief multiplierproces en inkomensverdeling weglekken. Daardoor kan in bet kader van een structurele crisis een ernstige werkloosheid ontstaan. Hiermee wordt ecbter - aldus Klant - niet een geheel waarheidsgetrouw beeld van Keynes' op-vattingen gegeven. Oat is een belemmering

voor een goed inzicht in de huidige eco-nomische situatie. Van grater belang dan de tekortscbietende vraag is voor Klant de Keynesiaanse opvatting dat er binnen de markteconomie van tijd tot tijd een conjunctureel saneringsproces nodig is; het gaat daarbij om een - om met Sebum-peter te spreken- 'opbouwende afbraak', dan wei 'creatieve destructie'. In de hausseperiode hebben zich allerlei onder-nemingen ontwikkeld die a! vlug in de concurrentiestrijd om een plaats op de markt het loodje moeten leggen oftewel praduktietecbnisch zich onvoldoende en niet tijdig weten aan te passen. Het Ieven is hard voor zulke achterblijvers. Bij een conjuncturele depressie moet een grate

CHRISTEN DEMOCRATISCHE VERKENNINGEN 7-8/82

schoonmaak- in feite is dat het sanerings-praces - een uitzicbt bieden naar betere tijden.

Uiteraard betekent dit tijdelijk een vrij grate werkloosheid. Het is echter niet nodig - zo interpreteert Klant de leer van Keynes - de bittere depressiebeker van de pure markteconomie tot op de bodem te ledigen. De conjuncturele neergang kan worden verzwakt en het praces van uit-zieken worden verzacht met overbeids-investeringen, - die werkgelegenbeid scheppen -, alsmede met een stabilisatie van de consumptieve bestedingen. Dit op-treden van de ovcrheid mag cchter niet z6ver gaan dat daarmee inflatie wordt veraorzaakt, respectievelijk vergraot. Grosso modo voldoet de Nederlandse overheid, dat zegt Klant althans, aan dit vereiste. Maar dat is, met name in de Ver-enigde Staten, niet het geval. Aan gene zijde van de Atlantische Oceaan leidt bet beleid tot een vrij grate geldontwaarding en een hoge rente; er is in Noord-Amerika duidelijk sprake van stagflatie. Wij onder-vinden daarvan nadelige gevolgen in die zin dat ook in ons land de reele rente - de nominale intrest minus de inflatie - zeer hoog is. Zonder deze conclusie in twijfel te trekken kunnen bij de juistheid van Klants betoog wei enkele vraagtekens worden geplaatst. Kan de huidige zorg-wekkende economische situatie inderdaad als een conjuncturele depressie worden aangemerkt, die in beginsel slechts met een grote schoonmaak - liquidatie van bedrijven - kan worden gesaneerd? Oat is duidelijk niet het geval. Het is veeleer z6 dat er momenteel in ons land een tra-giscbe afbraak van praduktiecapaciteit plaatsvindt, die weinig of niet met 'creatie-ve destructie' in termen van Schumpeter

C( te re Ul vc ve zi l v~ lir· dt st, w bt gt C( Cl

fi"

ri ta 01 Jl dl VI le g; b d'. w n, h \\1

d~

e1 si si b b Cl Zl d

r:

IT t~ C<. f<

"

b I

"

c

(2)

a

e

d

COLUMN

te doen heeft. Los van produktconcur-rentie en technische achterstand - die uiteraard steeds kunnen optreden, als ge-volg waarvan marktgerichte en technisch-vernieuwende investeringen steeds nodig zijn - voltrekken zich sinds het midden van de zestiger jaren bepaalde ontwikke-lingen, die grote en in beginsel gezonde delen van het produktieapparaat onder sterke druk zetten. De aangelegenheden, waarom het hier gaat, zijn intussen over-bekend. Men denke aan de veel te sterk gestegen arbeidskosten, aan de loodzware collectieve lasten, belastingen en de so-ciale premies en de ontspoorde overheids-financien, welke via een gapend financie-ringstekort en een sterk toegenomen kapi-taalmarktberoep, de reele rente tot een onwerkelijk niveau hebben opgekrikt. Juist hierdoor kwam- geheel anders dan door een vervreemding van de markt -vrijwel het gehele Nederlandse bedrijfs-leven in de klem. Vele ondernemingen gaan momenteel dicht, die - als de ar-beidskosten niet z6 sterk waren gestegen, de collectieve lasten beter in de hand waren gehouden en het financieringstekort normale grenzen niet had overschreden -, hadden kunnen voortbestaan. Daarmee was veel werknemersleed voorkomen. Nu dat niet zo gebeurt bevinden wij ons in een structurele crisis en niet in een depres-sie zoals Klant beschrijft. Gelet op deze situatie moeten wij een uitdijend over-heidsoptreden dan ook minder gunstig beoordelen dan Klant doet, wiens analyse voorts op twee punten tekort schiet. Ten eerste is het niet z6 dat de hoge rente zonder meer een Amerikaans importpro-dukt is, dat wij - overwegend via West-Duitsland - noodzakelijkerwijs moeten importeren. Het sterk toegenomen kapi-taalmarktberoep van overheidswege is een zelfstandige, sterk intrestdrijvende factor. Dat staat - gelukkig - met zoveel woorden in de Voorjaarsnota. Verder is het - ten tweede - onvoldoende om, voor wat het gebrekkig functioneren van het

CHRISTEN DEMOCRATISCHE VERKENNINGEN 7-8}82

347

prof. dr. C. J. Rijnvos

geld betreft, aileen te !etten op de inflatie. Een onwerkelijk hoge reele rente moet in beginsel op gelijke voet met de geld-ontwaarding als storingsfactor met be-trekking tot het monetaire bestel worden aangemerkt. Dat kan aan weinig twijfel onderhevig zijn, want die hoge rente kan - als het bedrijfsleven gedwongen wordt voort te gaan met een afwenteling van de kredietrisico's op het bankwezen- leiden tot een aantasting van het monetaire be-stel, oftewel tot een ondermijning van de gulden als rekeneenheid, ruil- en spaar-middel. Met betrekking tot het functione-ren van het geld staan derhalve als be-dreigende factoren inflatie en een onwer-kelijk hoge reele rente op een lijn. Het een en ander impliceert dat een weg uit de structurele crisis slechts mogelijk is door - met een stringente beheersing van de arbeidskostenontwikkeling en van de collectieve druk - de klemtoon te leggen op een vermindering van het financie-ringstekort van de overheid. Klant en an-dere economen onderkennen dat in on-voldoende mate, als gevolg waarvan zij niet de juiste weg wijzen, die moet leiden tot een overwinning van de structurele crisis.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoewel er in het tweede kwartaal van 2006 een behoorlijke afname is van ruim 8% ten opzichte van het vergelijkbare tweede kwartaal van 2005 (zie tabel 2), blijft het aantal

Het zeemans-leven, inhoudende hoe men zich aan boord moet gedragen in de storm, de schafting en het gevecht.. Moolenijzer,

Door het leveren van een bijdrage aan de beperking van het EMU-saldo door decentrale overheden volgens de wet HOF, moeten decentrale overheden investeringen in de regionale

‘Om-denken’, het denken van cure naar care dat bij palliatieve zorg nodig is, gaat niet vanzelf.. Binnen onze instelling zien we lang- zaam

[r]

Als het begrotingsjaar geen structureel en reëel evenwicht laat zien, moet aannemelijk worden gemaakt dat het evenwicht uiterlijk in het derde jaar van de meerjarenraming door

Het CDA richt zich naar dat getuigenis met de intentie steeds te zoeken naar de be- tekenis van het Evangelie voor het poli- tieke handelen' (cursivering vH), dit eerste

a) Op 6 november hebben we de algemene beschouwingen in het parlement, naar aan- leiding van de regeringsverklaring en de miljoenen-nota, achter de rug. De stellingen