Vraagpunten voor de bespreking bij ir. Geerlings op vrijdag 1
september te 14.00 uur
Citation for published version (APA):
Bergmans, J. (1961). Vraagpunten voor de bespreking bij ir. Geerlings op vrijdag 1 september te 14.00 uur. (DCT rapporten; Vol. 1961.008). Technische Hogeschool Eindhoven.
Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1961
Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record
Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl
De paginantumners versiijzen naar de blz. van het memoranda van i r Geerlings d.d. Juni 1961.
1, Secundaire lichtbron.
meronder verstaan we de, met behulp van diafragmafe, s t r o o i p l a t e n , i n t e r f e r e n t i e - f i l t e r s en dergeliJke hulpmiddelen voor het d e e l ge- schiìc% gomaakte, reële afbeelding van de lichtbron. W i j s t e f l e n ons voor deze setundaire lichtbron ongeveer 10
-
15
m i n doomaede t e &oen z i j n cOp pagina 3 bovenaan spreekt iroGeerlings over een evenwijdige bun-
delítophoek k l e i n e r dan 2 x O,? f c d i e gemaakt wordt met een doublet
(d =
200
min, f I 300m).
Deze tophoek, d i e h i e r als een maximum gegeven wordt, is voor het d o e l reeds klein. A l s men v e e l k l e i n e r gaat, v r e e s ik, dat men t e zware
eisen moet s t e l l e n aan de optische nauwkeurigheid van &e modellen. Ik verwacht, d a t deze tophoek voor p r a k t i s c h a l l e gevallen de j u i s t e
waarde s a l b l i j k e n t e z i j n mits we e r i n slagen een seoundaire l i c h t -
bron te maken, d i e voldoende helder en gelijkmatig is over het gehele oppervlak.
W i j w i l l e n d i t doen door aet de Weule-spiegel een groet deel van de lichtstroom op t e vangen en met behulp van de andere genoemde middelen om t e vozaen t o t een secundaire liobtbron van ongeveer
10
ma diaraeter.W i l D e l f t d i t ook?
Ik w i j s er op d a t de g r o o t s t e Xenon-lmp >net geconcentreerde boog, d i e momenteel gemaakt wordt, de C.S.X. 1600 is met een lichtboog-lengte van
4,2 ma en -breedte van 2 , l mm. 2 , FhOkclgFafiashe bianiera.
Hoe i s de c o n s t s a c t i e van de technische kamera, d i e op bfz. 3, midden, wordt genoema ?
Hoe neemt D e l f t deze op i n de stralengang?
Komt op de plaats van de apo-tessaar het o b j e c t i e f van de kaniera?
Hen kan n a t u u r l i j k ook deapo-tessaar l a t e n staan en een Barnera met een
zeer ssakke l e n s er achter plaatsen, waardoor dan het beeld op k o r t e r e afstand ep de gevoelige plaat van d e kamera wordt geworpen.
3, Instelbaarbeid van afbeeldings-doublet en apo-tessaar.
Deze instelbaarbeid hangt samen met de werkmethode voor de nauwkeurige metingen, d i e w e ons Voorstellen t e $aan gebruikenr
Er staan momenteel 5 methoden t e r discussie, namelijk.
a) Er wordt gemeten met een photocel v a s t opgesteld i n liet punt, waar
de optische as de 5- Qf 70-voudig vergrote afbeelding van het model
doorsnijdt. Het belastingsframe is v e r s t e l b a a r met de g r o t e nauwkeu- riglieid d i e w e nodig hebben om punt voor punt van h e t model t e meten (omdat het voor kan konen d a t deze punten op een onderlinge afstand
- 2 -
b) De photocel is in het beeldvlak verplaatsbaar met een nauwkeurig- heid van 0.1
mm over een betrekkelijk klein oppervlak. Er wordt
das slechts gemeten in het deel van de afbeelding,waar
de lens- fouten minimaal zijn. Om alle delen van het model te kunnen doop- meten zal het nodig zijn om het belastingsframe in een groot aan- talzuiver
gefixeerde standen te kunnen blokkeren.c ) Het belastingsframe staat bij de meting in 86n stand geblokkeerd. Ook ket afbeeldingsdoublet en de apo-tessaar blijven in ht%n stand: gecentreerd ten opzichte van de optische as. Het beeld van het mo- del blijft dus op sijn plaats. De combinatie &X-plaat en analysa- tor-polaroTd plaat is nu echter transportabel opgesteld, zodanig dat met een instelnauwkeurigheid van 0,Ol mm het middelpunt van de beide genoemde platen in lijn gebracht ken worden met ieder te me- ten modelpunt. Door een prismatje, dat van opeijde in de hartlijn van deze beide platen gebracht kan worden, gordt nu het li.
van het modelpunt komt, zijdelings weggenomen en met een e lens op een photocel geworpen,
De methoden H en c hebben boven methode b het voordeel, dat aieija ge- meten wordt
met
behulp van hetzelfde punt van de $-&-plaat en hetzelfde punt van de analysator-polarold-plaat. Deze belde platenhun vatting ingesteld worden op de optische eigenschappen punten. Ben kan waarschijnlijk zelfs de ss (zie mijn vers zijnde de afwijking in $-A van de $-A-plaat,voor dat punt ken door uit een grotere plaat een gesohikt punt op te zoeken.
Verder hebben methoden a en c het voordeel boven b dat de vergroting van het optische systeem Ui de meting geen rol speelt.
Oaidat in het memorandum van ir Geerlings, naar het niij voorkomt, methode b wordt gepropageerd, waarbij een j
Beetresultaat speelt, verbaast het
over de inatelbaarhei8 ?an het afbeelclingadoublet en de apo-tessaar EP de tweede helft van blz. 3 zegt.
Doordat deze beide delen s w e n de afbeelding verzorgen is hun onderlinge verstelmogelijkheid zeer gering. In tegenstelling tot de door ir Geerlings genoeade ves8telbaarkd.d van 500 tot 250 m a zou ik veorstaan een Vas%?
onderlinge stand van deze beide delen, die samen de vergrote afbeelding op
het scherm verzorgen,
ste vergroting
wéi
eenr
des te m e r te lezen, h
het h i j
Woersen we:
afstand model t o t optisch centrum Doublet : v, afstand v i r t u e e l beeld t o t optisch centrum Doublet : b, a f s t a n d v i r t u e e l beeld t o t optisch cenhram ApO-te6SaW:
v2
afstand r e ë e l beeld t o t optisch centrum Apo-tessaar t b, afstand van de optische centra van de beide lenzen : c. Voor het verkrijgen van een bepaalde vergrotingsverhouding 5 nioet z i j n :
a = L * b
v1 va
OBI h e t model v o l l e d i g i n beeld t e kuanen brengen raag c slechts weinig
afwijken V a n de brhmdpwteafstand van het Doabaet:
Deze e i s wordt nog verscherpt ale we, voor het bereiken van een nauw- keuriger afbeelding, de apo-tessaar gaan diafragmeren.
Wanneer we d e brandpuntsafstand van de apo-tessaar
rS
noemen, dan g6l- den de volgende formules:rq (=
400
an).M e t deze formules w i l l e n we nu een s c h a t t i n g maken over de afwijking i n
de vergrotingsverhouding~ wanneer men een fout i n de stm& vau het mode1 corrigeren w i l door a l l e e n de apo-tessaar t e verplaatsen,
S t e l d a t we i n p l a a t s van vt hebben vt
+
E , vl, waarbij we e, zoSn kleiise waarde genomen hebben, d a t we E; tegen de eenheid raogen vel.naaxlozen~We k r i j g e n dan voor de v i r t u e l e afbeeldina een âfatand bp
+
et b,, waarva? i n ons geval te ook zo k l e i n is, d a t we E) tegen de eenheid mogen ver- waarlozen.Wanneer we nu weer een scherpe afbeelding op het beeldscherm aiaken door u i t s l u i t e n d de apo-tessaar over een afstana E ~ . C te verplaatsen, geldt de
formule: 1 5 - I 4 1 Va
+
-
b? 61-
E g r C bz i e3 .C ra VtDe verstellingswaarden i n deze formule z i j n weer i n verhouding t o t de andere afstanden zo k l e i n dat w e dezelfde manipulatie mogen toepassen aIs b i j (1).
- 4 -
W e kunnen nu de formule van de niewwe vergrotingsverhoudfg opschrijven, namell jk:
S e t s Ueiner dan de eenheid is, We mogen dan schrijven:
D 6
1 - 1 L . d E 1
P
* b,f v iWaneeer we ia
een kleinere waarde, want de t e l l e r wordt verminderd en Be noener ver-
?ze f o r s a l e p = I s t a len, dan verkrijgt de breukvorm moot.
We mogen dus schrijven:
,
~
vuldigen we de eerste twee met elkaar en verkrijgen: I
Al deze termen zijn groter dan één behalve de tweede, Daarom vermenig-
I
Het product van de eerste twee termen is dus ook groter dan &$n,
DUS :
at z- a.
'Me kunnen das nket een font in v1 (de afstand van model tot doublet) corrigeren met een verstelling uataluitend van de tessaar: zonder een andere vergrotingsverhouding te krijgen. Hoe groot de invloed is van E
op de vergroting, is voor federe vergrotingsverhouding uit de formule
I?)
or a' te berekenen, immers voor iedere vergrotingsverhcuding zijn de exacte waarden van v r r b,,vs
en b2 precies uit te rekenen, wanneer men over alle gegevens van de lengen besehikt,corrigeert dncr dcxb1et en tesraer iu oaderlZ=g gefZxeerEe st-& eamsz
te verstellen maakt men een veel kleinere fout. Stel dat men dan deze beide lenzen weer precies in de officiële stand ten opzichte van het modelvlak brengt, dan is er alleen een verandering in de projectie-af- stand, bs, gekomen. Zolang als het niet OIB meer dan een paar nrill9nreter verstelling gaat, maakt dit op ba, die toch minstens circa 2000 nmt is, niet veel nit.
wanneer pen sfwijling in Xe &ad yan &st &ee~&;~& y ~ q het ~ o & l
Zelfs voor de onder b genoemde meetmethode lijkt me een verstelling =et een vaste onderlinge-afstand (mits slechts een kleine verstelling) wel
----
nrran+ahal- ~---
Veel liever zou ik echter het hele probleem van de andere kant willen beki jken,
Wasroo? zetten we n-et het doublet en de tessaar ten eptpsiskte van het afbeeldingsscherm in een gefixeerde stand (eventueel in 2 gefixeerae standen als we aan één vergrotingsverhouding niet genoeg hebben), Dan k m n e n w e de %chespste%ling van de afbeelding apaessohájnlijk gebrnaen
om de meest zuivere fijn-instelling van het af te beelden vlak van het model te verkrijgen. We zullen daasbij de volledige opening van de tes- Baar nodig hebben en die ook moeten vullen met lichtstrooa. Daarvoor hebben we aan een tel$centrische verlichting van het model met een top- hoek meer dan 2 x nodig en zaoeten we bij de boras van onze secunaaire
- 6 -
4. Oeleidebanen,
Deze worden genoemd onder het hoofd ftBankframerl op bfz.
4.
Uit hetgeen we in het vorige punt schreven hangt het geheel af van de uitrichtingsmethode voor het model op het belastingsapparaat en van de gekozen meetmethode (5, b of O ) hoe de lenzen worden beves- tigd.
Afgezien van de voordelen, die het volledig fixeren van de beide lenzen heeft, kan ik me voorstellen, dat %re (speciaal als &én van
de meetmethoden a of c gerealiseerd wordt) liever het doublet
den vast monteren en de tessaar een kleine instelmogelijkheid geven. Toch zal men dan geen geieidebanen voor dit deel van ket toestel no-
I
-
-
zou-
med &at we plezier a l l e n hebben van een axiale ver- eid van het lichtkanon tesamen met de polarisatorplaat. Qades nLiohtkanonrl verstaan we oe "SeGMdaire LishtbrozP (5fe p a t 2 )
an de condenserlens (voor De1Pt een d m b l e t en voor Eindhoven een a-sferisch-geslepen lens).
Op blz. 4 wordt voor ruimte voor spantafel
+
belastingsapparatrzur noemd 50 c m r Dit is een grote ruimte, die ik wel alsBeid zou willen aanvaarden. Deze maximale mogelijkheid Pleeft mea &an als het liehtkanon niet de polarisaterplaat in zijn achterste stand staat. Bet zal prettig zijn om dit kanon over een afstand van engereer
30
em naar voren te kunnen brengen met behulp van geleidebanen.5.
Onder hoofd
4
op blz.5
ea 6 geeft ir Geeslings zo'n lijkbeden van meting en vän optische bouw, dat hierd opzet onmogelijk worat.Het meest ingrijpend i s de overweging om eventueel Niko& met spannings- vrije lenzen t e gaan gebruiken, juist nu we de gegevess aan het verzamelea zijn om vast te stellen, dat met 6&n eenvoudige seetmethode de hoogste
oot aantal "ge-
een eonstriPctieve
..
Le geei& &n werdex-
6,
H%erender verstaan we de door ir Geerlinge genae=& methoden FE:
le fringe
-
verscherping2e fringe
-
vermenigvuldiging-
methode.ierbij nog een vierde noemen, name
4- het i e k e n van platen looa~echt op kan
ad 1. Om deze methode in de toekomst toe te kunnen passen moeten we zorg dragen dat er aan beide eijaen TEU~ Get sodel half $oorlaterde glas-spiegels kunnen worden bevestigd, De methode levert seherpere photo's op. Voordelen voor de nauwkeurigheid v a meten bereikt men Miermede riet
ad 2. Dese methode vraagt n i e t a l l e e n d i e s p i e g e l s d i e nu onder een k l e i n e hoek worden g e p l a a t s t , maar ook een l;ljdelingse ver- stelbaarheid van de apo-tessaar en waarschijnlijk sen sterke diafragmering hiervan. Ook dese methode l e v e r t photo’s, w a a r meer op staat, echter geen nauwkeuriger meetresultaat.
ad 3. Hiermede bereikt men een nieuwe informatie, Welke consequeaties het openhouden van de niogelijkheid voor deme methode VOO?.’ de bouw
van het apparaat heeft, k a n ik op d i t moment nog n i e t overaien,
hebben we hierover gesproken, omdat
sij
de opàraaht w w gegevenvoor Eindhoven ook de Koir$-methode vaa Ugtenberg t e ontmnlkke-
lan. De heer Geerlings en ik waren het e r toen ever eens d a t men langs photo-elastische weg nauwkeuriger sou kumen werken, Men
zoet r9an eekter &e liehtbx-on 90Q verdraaid kuunen aanbrengen en
met een half reflecterende en doorlatende glasplaat het moael ver-
l i c h t e n vanuit deeeifde r i c h t i n g als waarin gemeten noisat, Op r&jn
oueraishtsteke&ag keb ik aengbgeven, hoeveel. rtriircte dit esgeveer z a l gaan nemen.
a d
4.
Reeds in het begin van ons contact over de photo-elasticiteLt7. Toegevoegde tekeningen.
A l s voorbeeld om t e sien, we&e ruimte ongeveer beschikbaar is b i j ver- schillende vergrotingeverhoudingen, heb ik de tekeningen INE 60 105
(voor 10 x vergroting) en WE 61 028 (voor 5 x vergroting) h i e r b i j gevoegd. De tekening UBE 61 029 g e e f t de algesene o p s t e l l i n g van de optisobe halp- Isiddelen i