• No results found

Jaarrapportage 2011 : Luchtmeetnet IBP Hilversum | RIVM

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Jaarrapportage 2011 : Luchtmeetnet IBP Hilversum | RIVM"

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Dit is een uitgave van:

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Postbus 1 | 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl

(2)

Jaarrapportage 2011

Luchtmeetnet IBP Hilversum

RIVM Briefrapport 680530004/2013 G.C. Stefess

(3)

Colofon

© RIVM 2013

Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding: 'Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de titel van de publicatie en het jaar van uitgave'.

G.C. Stefess (Projectleider), Centrum voor Milieumonitoring

Contact:

Guus Stefess

Centrum voor Milieumonitoring

guus.stefess@rivm.nl

Dit onderzoek werd verricht in opdracht van Gemeente Hilversum, in het kader van Project Integraal BereikbaarheidsPlan Hilversum

(4)

Rapport in het kort

Jaarrapportage 2011 - Luchtmeetnet IBP Hilversum

De concentraties fijnstof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) in de omgeving van Hilversum in 2011 voldoen op drie meetlocaties aan de normen. Dit blijkt uit de resultaten van luchtkwaliteitsmetingen van het RIVM in de gemeenten

Hilversum, Bussum en Laren. De meetpunten zijn representatief voor de omgeving van Hilversum. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de gemeente Hilversum om gegevens te leveren over de luchtkwaliteit voor het Integraal BereikbaarheidsPlan (IBP) Hilversum. De meetresultaten van 2011 komen overeen met die van de eerste jaren, 2009 en 2010.

Het zogeheten Luchtmeetnet IBP Hilversum is in 2008 gestart met metingen van fijnstof. Voor stikstofoxiden zijn metingen begonnen vanaf voorjaar/zomer 2009. Afgesproken is dat het meetnet in ieder geval gedurende 10 jaar in Hilversum gaat meten, en vooralsnog 5 jaar in Bussum en Laren. De concentraties op drukke wegen in Hilversum en Bussum worden hierbij vergeleken met die van een locatie in Laren met weinig verkeer. Op deze manier wordt een indruk verkregen van de mate waarin verkeer bijdraagt aan luchtverontreiniging in de periode waarin maatregelen voor het IBP Hilversum worden uitgevoerd. Het IPB is ingesteld om de doorstroom van verkeer in en rond Hilversum te verbeteren. In 2011 verschilden de daggemiddelde fijnstofconcentraties op de drie stations onderling niet betekenisvol. De concentratieniveaus zijn vergelijkbaar met die van andere stedelijke meetstations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML).

De concentratie aan stikstofoxiden varieerde over de dag; de hoogste waarden werden tijdens de ochtendspits gemeten. De jaargemiddelde

stikstof(di)oxidegehaltes op de stations van het IBP Meetnet zijn iets lager dan die van gelijksoortige type stations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit.

Trefwoorden:

(5)

Abstract

Yearly report 2011 – Air Monitoring Network IBP Hilversum

In 2011 the ambient air quality at 3 permanent sites in the urban area of Hilversum complied with the EU limit values for particulate matter (PM10) and nitrogen dioxide (NO2). This was shown by continuous measurements,

performed by the National Institute for Public Health and the Environment, in the territory of Hilversum and the neighbouring cities of Bussum and Laren. The purpose of these measurement is to get information on air quality changes during the implementation of traffic circulation enhancements by the local authority. The monitoring results for the year 2011 are in agreement with similar observations in 2009 and 2010.

The monitoring project has started with the measurement of particulate matter (PM10) in 2008, followed by nitrogen dioxide mid 2009. The monitoring effort aims to continue for 10 years at the site of Hilversum and presumably 5 years at Bussum and Laren. The relative contribution of traffic emissions to the air quality is assessed by comparison of concentration levels at traffic-oriented sites (Hilversum and Bussum) with those at a city background station (Laren).

The 24-hour averages of PM10 showed some variation throughout the year and the differences between the three monitoring stations were not significant. The average levels were also comparable with those at other urban monitoring stations of the National Air Quality Monitoring Network in the Netherlands. Nitrogen dioxide levels showed more variation over the day with higher levels during morning rush hour. The yearly mean levels of nitrogen dioxide at the stations were somewhat lower than those of equally-typed stations in the National Air Quality Monitoring Network.

Keywords:

(6)

Inhoud

Rapport in het kort—3

 

Abstract—4

 

Samenvatting—6

 

1

 

Inleiding—7

 

1.1

 

Achtergronden fijnstof PM10—8

 

1.1.1

 

Kenmerken PM10—8

 

1.1.2

 

Normen PM10—8

 

1.1.3

 

Zeezoutcorrectie—8

 

1.1.4

 

Meetonzekerheid PM10-metingen—9

 

1.2

 

Achtergronden stikstofoxiden NOx—9

 

1.2.1

 

Kenmerken NOx—9

 

1.2.2

 

Normen NO2—9

 

2

 

Beschrijving Meetnet IBP—11

 

2.1

 

Opzet Meetnet—11

 

2.2

 

Locatiegegevens—12

 

3

 

Resultaten—13

 

3.1

 

Locatieomstandigheden—13

 

3.2

 

PM10—13

 

3.2.1

 

Verloop PM10-concentratie—13

 

3.2.2

 

Verschilberekening PM10—13

 

3.2.3

 

Indicatieve meting PM2,5—14

 

3.3

 

NO en NO2—14

 

3.3.1

 

Verloop van de NO2 en NO concentraties—14

 

3.3.2

 

Dagelijkse gang van NO en NO2 concentraties—15

 

3.4

 

Kentallen—18

 

3.4.1

 

Kentallen PM10 en toetsing aan wettelijke normen—18

 

3.4.2

 

Kentallen stikstofoxiden en toetsing aan wettelijke normen—20

 

4

 

Conclusies—24

 

4.1

 

PM10—24

 

4.2

 

NO en NO2—24

 

Bijlage 1 Figuren met concentratieverloop PM10 en stikstofoxiden in 2011—25

 

Bijlage 2 Daggemiddelde PM10 concentraties 2011—32

 

Bijlage 3 Uurwaarden stikstofoxiden 2011—36

 

(7)

Samenvatting

Ten behoeve van het “Integraal BereikbaarheidsPlan Hilversum e.o.” (IBP Hilversum) heeft het RIVM in 2008 een luchtmeetnet ingericht met drie permanente meetstations in Hilversum, Bussum en Laren. Met dit meetnet worden fijnstof (PM10) en stikstofoxiden (NO en NO2) gemeten voor een periode van tenminste 10 jaar in Hilversum en vooralsnog 5 jaar in Bussum/Laren. Het doel van de metingen is om inzicht te verschaffen in:

- de achtergrondconcentratie voor het gebied

- de relatieve bijdrage van verkeer, door vergelijking van de concentraties op de verkeersbelaste straatstations met die van het achtergrondstation te Laren

- de effectiviteit van IBP-maatregelen door het volgen van trends in de gemeten concentraties over meerdere jaren

Het voorliggende jaarrapport 2011 behandelt de meetresultaten van PM10 en stikstofoxiden. Tevens is in de 2e helft van 2011 een start gemaakt met PM

2,5 metingen, waarvan de resultaten vooralsnog indicatief zijn.

In 2011 verschillen de daggemiddelde PM10-concentraties op de drie stations onderling niet betekenisvol. De concentratieniveaus zijn vergelijkbaar met die van gelijksoortige verkeersbelaste stations en achtergrondstations in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. In alle gevallen wordt voldaan aan de wettelijke luchtkwaliteitsnormen voor PM10. Dit beeld komt overeen met de resultaten van meetjaar 2009 en 2010.

Er kan worden geconcludeerd dat in het jaar 2011 ook is voldaan aan de wettelijke normen voor NO2.

De NO2-belasting van de stations uit het IBP Meetnet is lager dan die van vergelijkbare type stations uit het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit.

Er zijn wel duidelijk verhoogde gehaltes aan NO en NO2 gemeten tijdens de verkeersdrukke perioden, waarbij de ochtendspits de grootste piekwaarden geeft. De waarnemingen komen overeen met de resultaten van meetjaar 2009 en 2010.

(8)

1

Inleiding

De gemeente Hilversum heeft het RIVM opdracht gegeven

luchtkwaliteitsmetingen te verrichten binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Bussum, Laren en Hilversum. Aanleiding voor de metingen is de uitvoering van het “Integraal BereikbaarheidsPlan Hilversum e.o.” (IBP). Het IBP beoogt met een aantal (verkeers)maatregelen de doorstroming op het

Hilversumse wegennet te vergroten en de luchtkwaliteit te verbeteren.

Autoverkeer levert een negatieve bijdrage aan de luchtkwaliteit door emissie van o.a. fijnstof (PM10) en stikstofoxiden (NOx).

Om de effectiviteit van het IBP te kunnen volgen hebben de betrokken partijen behoefte aan directe luchtkwaliteitsmetingen. Het RIVM doet daartoe voor een periode van 10 jaar metingen aan de luchtkwaliteit: het luchtmeetnet IBP Hilversum.

Het doel van de metingen is om inzicht te verschaffen in:

- de achtergrondconcentratie voor het gebied (gemeten op station Jagerspad, Laren)

- de relatieve bijdrage van verkeer, door vergelijking van de concentraties op de straatstations met die van het achtergrondstation

- de effectiviteit van IBP-maatregelen door het volgen van trends in de gemeten concentraties over meerdere jaren

Voor dit doel zijn meetpunten gerealiseerd in Hilversum en de omliggende gemeenten Bussum en Laren.

Verkeersbelast station nr 547: Johannes Geradtsweg, Hilversum; Verkeersbelast station nr 548: Ceintuurbaan, Bussum;

Achtergrondstation nr 549: Jagerspad, Laren.

Er zijn drie locaties gekozen om onderscheid te kunnen maken tussen de bijdrage van verkeer langs twee drukke verkeersaders en de heersende

achtergrondconcentratie. Johannes Geradtsweg en Ceintuurbaan zijn belangrijke verkeersaders in de stedelijke omgeving van Hilversum en Bussum. Het

achtergrondstation is gesitueerd aan de rand van een autoluwe woonwijk in Laren en wordt begrensd door een sportcomplex.

De rapportage behandelt de meetresultaten over 2011 betreffende fijnstof PM10, stikstofoxiden NO en NO2, en de indicatieve resultaten van PM2.5 metingen, welke in de zomer zijn gestart. De data over het meetjaar 2012 worden in juli 2013 gerapporteerd.

De door RIVM toegepaste meetmethoden voor het luchtmeetnet Hilversum zijn gelijk aan die voor het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML). Vanwege de uniformiteit in methoden kan een objectief beeld verkregen worden van de ontwikkeling van de lokale luchtkwaliteit, in relatie tot de LML-meetstations. Zo kunnen variaties in achtergrondwaarden op landelijke schaal, bijv. ten gevolge van meteorologische veranderingen, verrekend worden bij de interpretatie van data van het Luchtmeetnet Hilversum.

(9)

1.1 Achtergronden fijnstof PM10 1.1.1 Kenmerken PM10

De term PM10, ook wel aangeduid met fijnstof, wordt gebruikt voor zwevende deeltjes (Particulate Matter) in de atmosfeer met een (aerodynamische) diameter van 10 µm of kleiner. In het geval van PM2.5 betreft dit een diameter van 2,5 µm of kleiner. PM10 bestaat uit een primaire en een secundaire fractie. De primaire fractie wordt door direct menselijk handelen, maar ook door natuurlijke processen in de lucht gebracht. De belangrijkste door mensen veroorzaakte uitstoot komt van transport, industrie en landbouw. Belangrijke natuurlijke bronnen zijn zeezoutaerosol en opwaaiend bodemstof. Het secundaire deel wordt in de atmosfeer gevormd door chemische reacties van gassen, waarbij in het bijzonder ammoniak (NH3), stikstofoxiden (NOx), zwaveldioxide (SO2) en vluchtige organische stoffen (VOS) een belangrijke rol spelen.

De PM10-concentratie in Nederland is opgebouwd uit de achtergrondconcentratie plus lokale bijdragen. Voor de gemiddelde achtergrondconcentratie PM10 in buitenstedelijke gebieden is in 2005 berekend dat gemiddeld 52% afkomstig is van natuurlijke bronnen en 31% wordt veroorzaakt door menselijke activiteiten in het buitenland1. Dit betekent dat gemiddeld ca 17% van de regionale

achtergrondconcentratie PM10 afkomstig is van menselijke activiteiten in Nederland. Hier bovenop komt de lokale bijdrage, vooral in dichtbevolkte gebieden, die leidt tot een verhoging van het concentratieniveau. De daggemiddelde PM10 concentratie varieert in plaats en tijd, als gevolg van veranderende bijdragen van diverse bronnen en door veranderingen in klimatologische omstandigheden. De chemische samenstelling en

grootteverdeling van de deeltjes die samen aangeduid worden als PM10 kunnen daarbij ook sterk wisselend zijn.

Fijnstof wordt door de mens ingeademd en kan gezondheidseffecten

veroorzaken. Luchtverontreiniging door PM10 kan in verband gebracht worden met naar schatting 1700 á 3000 jaarlijkse vroegtijdige sterfgevallen in Nederland2. Deze ernstige gezondheidseffecten zullen vooral voorkomen bij

personen met een zwakke gezondheid. Minder zware effecten zoals luchtwegklachten kunnen echter bij de gehele bevolking – en dus bij veel mensen – optreden.

1.1.2 Normen PM10

De norm voor kortdurende blootstelling van de bevolking betreft een grenswaarde van 50 µg/m3 voor het daggemiddelde, die niet vaker dan 35 dagen per kalenderjaar mag worden overschreden. De grenswaarde voor langdurige blootstelling van de bevolking is 40 µg/m3 voor het jaargemiddelde.

1.1.3 Zeezoutcorrectie

In Regeling Beoordeling Luchtkwaliteit (RBL; Staatscourant, 2007) is vastgelegd dat natuurlijke, niet door de mens in de lucht gebrachte stoffen die bijdragen aan de PM10-concentraties, buiten beschouwing worden gelaten bij het 1 Matthijsen, J. en Visser, H., 2006. PM10 in Nederland. Rekenmethodiek, concentraties en onzekerheden . MNP-rapport 500093005, Bilthoven.

2 Beijk, R., Mooibroek, D., Hoogerbrugge, R. (2009) Jaaroverzicht Luchtkwaliteit 2008. RIVM rapport 680704008, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.

(10)

beoordelen van de luchtkwaliteit. Dit heeft geleid tot een zeezoutcorrectie voor de jaargemiddelde PM10-concentratie.

De in dit jaaroverzicht gepresenteerde (meet)resultaten zijn niet gecorrigeerd voor natuurlijke bijdragen.

1.1.4 Meetonzekerheid PM10-metingen

In het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit worden automatische continue metingen van fijnstof verricht met behulp van monitoren werkend volgens het principe van verzwakking van ß-straling. Deze monitoren worden ook ingezet in het

Luchtmeetnet IBP Hilversum. Voor deze automatische monitoren is het niet mogelijk de meetonzekerheid direct vast te stellen met ijkstandaarden, de gebruikelijke aanpak voor gassen.

In plaats daarvan worden vergelijkende metingen verricht volgens de referentiemethoden voor het meten van fijnstof (EN 12341:1998; EN

14907:2005). Bij de referentiemethode wordt de gewichtstoename vastgesteld van filters die een etmaal beladen zijn met aangezogen omgevingslucht. Met de hiermee verkregen dataset van verschillende stations wordt een gemiddelde kalibratiefactor voor de betastofmonitoren in het meetnet vastgesteld. Deze kalibratiemethode wordt toegepast op alle metingen van het LML en voldoet aan vereiste meetonzekerheid van <5 µg/m3 (95% betrouwbaarheid).

Deze meetonzekerheid is samengesteld uit verschillende bronnen. Behalve de onzekerheid in de gemiddelde kalibratiefactor wordt ook een bijdrage geleverd door kleine afwijkingen van individuele apparaten.

Om de verschillen tussen meetstations van het IBP Meetnet zo nauwkeurig mogelijk te kunnen vaststellen is uitsluitend voor de verschilberekeningen het principe van de gemiddelde kalibratie losgelaten. Door deze individuele fijnafstelling van monitoren is er meer kans dat kleine verschillen aantoonbaar zijn.

1.2 Achtergronden stikstofoxiden NOx

1.2.1 Kenmerken NOx

Emissie van stikstofoxiden (NOx) naar lucht vindt voornamelijk plaats bij verbrandingsprocessen. NOx bestaat uit een mengsel van stikstofdioxide (NO2) en stikstofmonoxide (NO). Nadelige effecten bij mens en ecosystemen van met name de fractie NO2 treden op bij kortdurende blootstelling aan hoge niveaus en bij chronische blootstelling aan lage niveaus. Met betrekking tot de effecten van stikstofdioxide stelt de GGD3: ‘De oxiderende eigenschappen van NO

2 kunnen effecten in de luchtwegen en longen veroorzaken in de vorm van vermindering van de longfunctie en afname van de weerstand tegen infecties van het longweefsel. De luchtwegklachten waarmee dit gepaard gaat, kunnen

ziekenhuisopnames tot gevolg hebben. Ook is aangetoond dat blootstelling aan NO2 bij gevoelige personen kan leiden tot een versterkte reactie op allergenen en astmatische klachten.

1.2.2 Normen NO2

De norm voor blootstelling van de bevolking aan piekconcentraties van NO2 bedraagt 200 µg/m3 voor het uurgemiddelde van NO2. Deze waarde mag niet

3 GGD (2005) Informatieblad luchtkwaliteit en gezondheid - Landelijk Centrum Medische Milieukunde -

(11)

vaker dan 18 maal per kalenderjaar worden overschreden. De norm voor langdurende blootstelling van de bevolking bedraagt 40 µg/m3 voor de jaargemiddelde NO2-concentratie.

(12)

2

Beschrijving Meetnet IBP

2.1 Opzet Meetnet

Het luchtmeetnet IBP Hilversum bestaat uit drie vaste meetlocaties voor het meten van fijnstof (PM10) en stikstofoxiden (NO, NO2). Twee locaties liggen langs drukke verkeersaders en een achtergrondlocatie is gesitueerd aan de rand van een rustige woonwijk. In 2008 is gestart met de metingen van fijnstof (PM10). In 2010 is het instrumentarium uitgebreid met monitoren voor

stikstofoxiden (NO, NO2), en in de 2e helft van 2011 is het verkeersbelast station te Hilversum uitgebreid met een automatische PM2,5 monitor.

Luchtmeetnet IBP Hilversum

547 Verkeersbelast station: Hilversum , Johannes Geradtsweg (10 jaar). 548 Verkeersbelast station: Bussum, Ceintuurbaan (5 jaar met een optie voor

nog eens 5 jaar).

549 Achtergrondstation:Laren, Jagerspad (5 jaar met een optie voor nog eens 5 jaar).

Bij de keuze van de meetlocaties is zoveel mogelijk rekening gehouden met de representativiteit van de meetlocatie en de uit te voeren metingen. Het

achtergrondstation dient niet beïnvloed te worden door lokale bronnen (zoals verkeer, industrie, rookgasinstallaties), terwijl de verkeersbelaste stations voldoende dicht bij de weg dienen te staan om het effect van verkeer te kunnen meten. Hierbij is uitgegaan van de criteria die aan dergelijke stations worden gesteld in de Regeling Beoordeling Luchtkwaliteit 20074

De gemeten concentratie op verkeersbelaste stations is opgebouwd uit de som van de stedelijke achtergrondconcentratie plus de lokale (verkeers-)bijdrage. De achtergrondconcentratie is variabel en wordt onder meer beïnvloed door

meteorologische omstandigheden en door veranderende (diffuse) bijdragen van diverse bronnen.

In dit rapport wordt de lokale bijdrage aan fijnstof (PM10) en stikstofoxiden benaderd door het verschil te berekenen tussen de gemeten concentraties langs de drukke wegen en die van het achtergrondstation. Deze relatief eenvoudige benaderingswijze gaat gepaard met een grote meetonzekerheid voor individuele metingen. Door gebruik te maken van meerjarige meetreeksen worden

verschillen tussen meetstations gekwantificeerd, en daarmee de

verkeersgerelateerde bijdrage van fijnstof en stikstofoxiden vastgesteld. Een meerjarige meetperiode geeft de mogelijkheid om trendmatige

veranderingen van de luchtkwaliteit per station en tussen de stations onderling te vergelijken. Omdat vele factoren invloed hebben op de gemeten concentraties is het van belang in deze vergelijking meetstations uit het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit te betrekken.

(13)

2.2 Locatiegegevens

Stationsnr. 547 548 549

Plaats Hilversum Bussum Laren Adres Johannes

Geradtsweg Ceintuurbaan Jagerspad Geografische coordinaten 52°14'6.40"N 5°10'53.48"O 52°16'4.79"N, 5°10'30.50"O 52°15'26.29"N 5°14'9.35"O Startdatum PM10 Feb. 2008 Feb. 2008 Feb. 2008 Startdatum NOx Apr. 2009 Jul. 2009 Jul. 2009 Startdatum

PM2,5 Aug 2011

Onderstaande overzichtskaart van de omgeving Hilversum geeft de ligging van de drie meetlocaties weer.

(14)

3

Resultaten

3.1 Locatieomstandigheden

 Lokale factoren

Er is geen informatie bekend over veranderingen in de directe omgeving van de meetstations die invloed hebben gehad op de metingen.

 Apparatuur:

Tijdens de zomerperiode is de temperatuur van meetstation 547 en 548 door storing aan de airco buiten de limiet gekomen voor geldige metingen. Op enkele meetdagen heeft dit geleid tot afkeuring van meetwaarden. De airco van station 547 is in 2012 uiteindelijk vervangen.

In juli 2012 is op verzoek van de gemeente Hilversum een PM2,5 monitor bijgeplaatst in station 547 Hilversum- Johannes Geradtsweg. De bijplaatsing heeft geen invloed op de kwaliteit van de overige metingen.

3.2 PM10

3.2.1 Verloop PM10-concentratie

De meetwaarden zijn opgenomen in bijlage 2. Het verloop van daggemiddelde PM10-concentraties op de stations te Hilversum, Bussum en Laren is

weergegeven in figuur 1 van bijlage 1. De rode lijn in deze figuur geeft de grenswaarde van 50 μg/m³. Meetpunten boven deze lijn leiden tot een overschrijdingsdag.

Het verloop van de PM10-concentratie op de verschillende stations vertoont een opvallende gelijkenis, zowel voor wat betreft de gemeten concentraties als het patroon over het jaar. De overschrijdingsdagen treden op in februari/maart en in november, zowel bij het achtergrondstation als de verkeersbelaste stations. In de periode eind juni tot medio september worden lage concentraties gemeten op alle stations. Deze variatie over het jaar wordt ook gemeten op de meetstations van het LML (niet weergegeven). Het is daarmee duidelijk dat de gemeten PM10 -concentratieniveaus in belangrijke mate bepaald worden door niet-lokale externe factoren, zoals klimatologische omstandigheden.

Het aantal overschrijdingsdagen, en de jaargemiddelde PM10-concentratie zijn weegegeven in de kentallentabel (Tabel 1) ten behoeve van toetsing aan de wettelijke normen. Kentallen zijn karakteristieke grootheden die een beeld geven van de concentratieverdeling van gemeten componenten. Dit wordt verder toegelicht in hoofdstuk 3.4.

3.2.2 Verschilberekening PM10

De daggemiddelde verschilconcentraties PM10 tussen de verkeersbelaste stations en het achtergrondstation Laren zijn weergegeven in figuur 2 van bijlage 1. Uit deze figuur blijkt dat de fijnstof concentraties op meetstation Hilversum

nauwelijks verhoogd zijn ten opzichte van achtergrondstation Laren (gemiddeld 3 μg/m³). Het verschil lijkt groter in de periode mei-september. Het verschil tussen de stations Bussum en Laren is nihil (gemiddeld 0 μg/m³). Als de

meetonzekerheid van de PM10 meetmethode in aanmerking genomen wordt dan is dit verschil niet significant. De standaarddeviatie van deze verschilbepaling tussen de drie stations bedraagt 3 μg/m³ op jaarbasis.

(15)

Figuur 3 in bijlage 1 toont verschil tussen de daggemiddelden PM10 van beide verkeerbelaste stations. Het blijkt dat station 547-Hilversum licht verhoogde PM10 concentraties meet (ca 2 μg/m³) ten opzichte van station 548-Bussum. Als de meetonzekerheid van de PM10 meetmethode in aanmerking genomen wordt dan is ook dit verschil niet significant.

3.2.3 Indicatieve meting PM2,5

In juli 2011 is een automatische PM2,5 monitor geïnstalleerd op station 547 Hilversum en na een proefperiode van 1 maand is de continue meting gestart. De verkregen data over 2011 zijn nog indicatief omdat de benodigde kalibratie met de referentiemethode (filterwegingen) pas in 2012 is gestart. Het resultaat van deze kalibratie zal later met terugwerking toegepast gaan worden. In dit rapport worden de indicatieve resultaten gepresenteerd door het gemiddelde verband tussen de PM10 en PM2,5 metingen in het LML, als voorlopige kalibratie toe te passen op de metingen van station 547. Het verloop van de verkregen indicatieve PM2,5 concentratie is weergegeven in bijlage 1, figuur 6, met ter vergelijking ook de gemeten PM10 waarden. Het is duidelijk dat het patroon van de PM10 en PM2,5 concentraties zeer vergelijkbaar is, maar dat de bijdrage van PM2,5 aan de PM10 concentratie kan variëren. Deze bijdrage is relatief klein bij lage concentratie. Ditzelfde beeld wordt ook op de diverse LML-stations waargenomen.

In het lopende meetjaar 2012 wordt verwacht een jaardekkende meetperiode voor PM2,5 te kunnen produceren. In de volgende jaarrapportage zal dan

uitgebreider ingegaan kunnen worden op de uitkomsten en de betekenis van de PM2,5 metingen.

3.3 NO en NO2

3.3.1 Verloop van de NO2 en NO concentraties

Het verloop van de daggemiddelde concentratie NO2 is weergegeven in bijlage 1, figuur 4 en voor NO in bijlage 1, figuur 5.

De NO2 concentratie kende een wisselendverloop met pieken en dalen, maar over de gehele periode bezien zijn in de zomerperiode lagere concentraties waargenomen dan in de winter.

Bij NO wordt een duidelijk verschil tussen zomer en winter waargenomen. In de zomer is de NO-concentratie stabiel laag en in de winter treden er hoge

piekwaarden op, met name in de maand november. Dit kan mogelijk verklaard worden door temperatuurinversie van luchtlagen waarbij verontreinigingen worden opgesloten in de onderste luchtlaag. De NO-pieken in de winterperiode zijn minder groot bij het achtergrondstation te Laren.

Het feit dat in de zomerperiode lagere NO en NO2 waarden gemeten worden kan voor een deel toegeschreven worden aan een verminderde emissiebijdrage. Daarnaast is ook de lage NO-concentratie in de zomer verklaarbaar door chemische reactie van NO met ozon onder vorming van NO2. Ozon wordt vooral tijdens zonnige dagen gevormd en kan reageren met de aanwezige NO5. Dit leidt

tot lagere ozon (en NO)gehaltes in binnenstedelijk gebied en bij verkeerswegen

5 Wesseling J. en Beijk R. (2008) Korte termijn trend in NO2 en PM10 concentraties op straatstations van het

(16)

ten opzichte van stedelijke achtergrondlocaties, zoals algemeen waargenomen wordt in het LML6.

De gemeten NO2-waarden in 2011 voldoen opnieuw aan de wettelijke normen. Station Hilversum geeft van de drie stations in het IBP de hoogste

jaargemiddelde concentratie van 29 μg/m³. Deze blijft ruim binnen de wettelijke grenswaarde voor het NO2-jaargemiddelde van 40 μg/m³.

In hoofdstuk 3.4 worden de meetresultaten en kentallen voor stikstofoxiden verder besproken in vergelijking met die van soortgelijke type stations in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit.

3.3.2 Dagelijkse gang van NO en NO2 concentraties

Gemotoriseerd verkeer is een belangrijke bron van NO en NO2 emissies. De verwachting is dat de bijdrage van verkeersemissies aan de NO en NO2

concentratie het grootst is tijdens de ochtend- en avondspits. Om dit te bepalen is de jaargemiddelde concentratie voor NO en NO2 per uur van de dag

vastgesteld. Figuur 6 (zie volgende pagina) toont het verloop van de gemiddelde NO, NO2 en de somconcentratie van stikstofoxiden (NO+NO2 = NOx) per uur over het etmaal voor de drie stations uit het Luchtmeetnet IBP Hilversum. In figuur 6 is te zien dat alle stations van het IBP-meetnet voor de stikstofoxide componenten een vrijwel identiek patroon leveren: een eerste hoge piek rond 8:00 uur en nauwelijks waarneembare tweede verhoging rond 18:00 uur (de tijd is in wintertijd uitgedrukt). Station 549 toont met lagere piekwaarden een beperkter effect van de ochtend- en avondspits. Gebleken is dat op alle stations in de periode na middernacht tot in de vroege ochtend een lage

basisconcentratie NO heerst van gemiddeld 5-7 μg/m³. Op station 549 wordt na de ochtendspits ditzelfde lage niveau bereikt rond het middaguur, terwijl de NO concentratie op de verkeersbelaste stations op een hoger niveau blijft steken en pas ’s avonds daalt naar het lage basisniveau.

Voor NO2 is het basisniveau voor de jaargemiddelde uurwaarde ca 20 μg/m³, en dit wordt voor alle stations bereikt in de vroege ochtend (02:00 -04:00 uur), en voor station 549 ook ’s middags rond 14:00 uur. Station 547 en 548 geven ’s middags een beperkte terugval van de NO2-concentratie (vooral bij 547 blijft NO2 relatief hoog).

Op de verkeersgerelateerde stations bedraagt de gemiddelde

concentratietoename van NO tijdens de ochtendspits ca 18 μg/m³ voor 547-Hilversum en ca 14 μg/m³ voor 548-Bussum. Op achtergrondstation 549 te Laren is de gemeten toename tijdens de ochtendspits maximaal 10 μg/m³. De gemiddelde concentratietoename van NO2 tijdens de ochtendspits bedraagt ca 26 μg/m³ voor 547 en 20 μg/m³ voor 548, beide verkeersgerelateerde stations, en ca 11 μg/m³ voor het achtergrondstation te Laren.

Gelet op de hoge concentraties in de winterperiode is het waarschijnlijk dat het waargenomen concentratieverloop tijdens de spitsuren in belangrijke mate bepaald worden door piekwaarden tijdens het winterseizoen.

6 Mooibroek D., Beijk R., Hoogerbrugge R. (2010) Jaaroverzicht Luchtkwaliteit 2009. RIVM rapportnr

(17)

De concentratie stikstofoxiden op de stations van het IBP-meetnet varieert aldus over het etmaal met gemiddeld 0-15 μg/m³ voor NO, 0-10 μg/m³ voor NO2 en 0-25 μg/m³ voor de som van stikstofoxiden (NOx,, uitgedrukt als NO2). Dit is nagenoeg identiek aan het beeld en de gevonden variaties in het meetjaar 20107.

(18)

Dagelijkse gang NO 0 10 20 30 40 0 4 8 12 16 20 24 uur NO ( ug /m 3) 547 548 549

Dagelijkse gang NO2

0 10 20 30 40 50 0 4 8 12 16 20 24 uur N O 2 (u g/m 3) 547 548 549

Dagelijkse gang NO + NO2

0 20 40 60 80 100 0 4 8 12 16 20 24 uur N O x ( ug/ m 3) 547 548 549

Figuur 6 Het verloop van jaargemiddelde uurconcentraties NO2, NO en de som van stikstofoxiden (NO+NO2) in 2011

(19)

3.4 Kentallen

Kentallen zijn karakteristieke grootheden die een beeld geven van de concentratieverdeling van gemeten componenten. Enkele kentallen worden gebruikt voor toetsing aan grenswaarden.

Voor de toetsing van PM10 data zijn van belang de jaargemiddelde concentratie (grenswaarde 40 μg/m³) en het aantal dagen dat de daggemiddelde

grenswaarde van 50 μg/m³ overschreden wordt (maximaal 35 dagen).

Voor de toetsing van stikstofoxiden is vooral de component stikstofdioxide (NO2) van belang. Allereerst geldt een NO2-grenswaarde van 40 μg/m³ voor de

jaargemiddelde concentratie. Daarnaast is een maximum gesteld van 18 dagen waarop een NO2 uurwaarde van 200 μg/m³ wordt overschreden (C18). Voorts geldt voor de landelijke situatie (gebieden >100 km2) nog een grenswaarde voor NO2 van 400 μg/m³, maar deze toetsing is niet relevant voor het plangebied van het Meetnet IBP Hilversum. Evenzo geldt voor de

somconcentratie stikstofoxiden (NO+NO2) een grenswaarde die alleen van toepassing is voor grotere gebieden (>100 km2). Niettemin zijn beide kentallen opgenomen in de tabel om een vergelijking te maken tussen luchtmeetstations van het IBP Hilversum en die van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit.

Om een indruk te krijgen van de verdeling van de gemeten concentraties zijn naast het jaargemiddelde ook de verschillende percentielwaarden gegeven. Een percentielwaarde van Px geeft aan dat x% van de meetwaarden kleiner is dan de opgegeven concentratie en (100-x)% groter is dan de opgegeven concentratie. Bij P50 (ook wel de mediaan genoemd) zijn evenveel meetwaarden groter als kleiner dan de opgegeven P50 waarde. Door gebruik te maken van

percentielwaarden kunnen incidentele lokale piekconcentraties (bijvoorbeeld door vuurwerk tijdens de jaarwisseling) uitgefilterd worden; deze waarden worden namelijk wel in het jaargemiddelde meegenomen maar hebben geen directe relatie met verkeersinvloeden. Op basis van de percentielwaarden (o.a. P95, P98) is het beter mogelijk om stations onderling te vergelijken, en hiermee een relatie te leggen tussen verkeersbelasting en hogere concentraties.

3.4.1 Kentallen PM10 en toetsing aan wettelijke normen

Uit tabel 1 volgt dat de PM10 concentratie in 2011 voor de drie meetstations van het IBP meetnet ruim onder de grenswaarden is gebleven voor het

jaargemiddelde en voor het aantal overschrijdingsdagen (D50) (grenswaarden in blauw weergegeven). De PM10 kentallen van de drie meetstations komen

onderling nagenoeg overeenkomen, hetgeen betekent dat er ondanks de verschillen in karakteristiek van de meetstations slechts een geringe extra bijdrage is aan de PM10 concentratie. De hoogste daggemiddelde PM10

concentratie in het IBP meetnet werd gemeten op 2 maart 2011 op meetstation Hilversum (109 μg/m³). In deze periode waren alle PM10 waarden in het

(20)

Tabel 1 Kentallen van de concentratieverdeling van fijnstof (PM10) in 2011 (in μg/m3)

(Kentallen: jaargemiddelde concentratie (gem), percentielwaarde (Px), hoogst gemeten daggemiddelde concentratie (max) en het aantal dagen dat de PM10 grenswaarde van 50 μg/m³ werd overschreden (D50)

Middelingstijd (in uren) 24 24 24 24

Kental Gem P50 P95 P98 max

2

D50

EU-grenswaarde 40 351

1. verkeersbelaste stations

547 Hilversum - Johannes Geradtsweg

IBP-Hilversum

26

22 52 75 109 19

548 Bussum – Ceintuurbaan IBP-Hilversum

23 19 52 71 104 21

636 Utrecht-de Jongweg LML

31 27 65 78 120 44

639 Utrecht-Erzeijstraat LML

27 21 55 80 143 26

237 Eindhoven-Noordbrabantlaan LML

30 24 62 85 109 41

2. stadsachtergrondstations 549 Laren – Jagerspad IBP-Hilversum

23 19 50 75 106 19

442 Dordrecht-Bamendaweg LML

26 22 57 76 104 22

3. regionale stations 631 Biddinghuizen-Hoekwantweg LML

26 21 55 77 129 27

633 Zegveld-Oude Meije LML

25 20 52 64 97 21

1 Overschrijding is op 35 dagen per jaar toegestaan.

2 Gemeten tijdens extreme situaties, zoals jaarwisseling met vuurwerk

Uit tabel 1 blijkt ook dat de verkeersbelaste meetstations van het IBP meetnet vergelijkbare tot iets lagere PM10 concentraties geven ten opzichte van stations uit het Landelijk Meetnet met gelijke typering. Station Laren geeft een vrijwel identiek beeld ten opzichte van stadsachtergrondstations in het LML (als voorbeeld is Dordrecht-Bamendaweg gegeven). De PM10 belasting van de meetstations uit het IBP Meetnet is dus gelijk of lager dan vergelijkbare type stations in Nederland.

(21)

3.4.2 Kentallen stikstofoxiden en toetsing aan wettelijke normen

Vanaf 2010 worden stikstofoxiden (NO en NO2) op de meetstations van het IBP Meetnet jaardekkend gemeten en is toetsing aan grenswaarden mogelijk. Uit tabel 2 kan worden geconcludeerd dat de kentallen van de drie stations in 2011 ruimschoots voldoen aan de jaargemiddelde grenswaarde van 40 μg/m3 NO

2 (weergegeven in blauw). Dit is overeenkomstig het monitoringresultaat van het voorgaande jaar 2010. Een ander resultaat is dat de jaargemiddelde NO2 -concentraties en percentielwaarden lager zijn dan gemiddeld gemeten op stations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit met eenzelfde typering.

Tabel 2 Kentallen van de concentratieverdeling van stikstofdioxide in 2011 (in μg/m3)

(Kentallen: jaargemiddelde concentratie (gem), percentielwaarden (Px), hoogst gemeten waarde (max) en het aantal dagen dat de NO2 grenswaarde van 200 μg/m³ werd overschreden (C18)

Middelingstijd (in uren) 1 1 1 1 1 1 1

Kental gem P50 P95 P98 P99,5 max C181

EU-grenswaarde 40 4002 2003

1. verkeersbelaste stations

547 Hilversum - Johannes Geradtsweg

IBP-Hilversum

29

26

60

72 87

133

79

548 Bussum – Ceintuurbaan IBP-Hilversum

25

22

58

68 81

116

76

636 Utrecht-de Jongweg LML

35

32

73

86 107 155 112

639 Utrecht-Erzeijstraat LML

40

36

79

96 119 177 131

237 Eindhoven-Noordbrabantlaan LML

37

34

73

86 110 168 119

2. stadsachtergrondstations 549 Laren – Jagerspad IBP-Hilversum

22

18

52

60 71 90

71

520 Amsterdam-Florapark LML

32

28

67

79 97

133 109

3. regionale stations 631 Biddinghuizen-Hoekwantweg LML

15

12

38

45 54 67

57

633 Zegveld-Oude Meije LML

18

14

46

55 65

103

74

1 Concentratie die in het kalenderjaar op 18 dagen is overschreden.

2 Overschrijding indien concentratie optreedt in drie opeenvolgende uren in een gebied groter dan 100 km2, geldend voor regionale stations/landelijke gebieden.

(22)

Het is gebruikelijk om bij de beoordeling en evaluatie van gehaltes aan

stikstof(di)oxiden ook onderscheid te maken in de vastgestelde seizoenen voor zomer- en wintersmog. Tabel 3 toont de kentallen voor stikstofdioxide in de perioden okt 2010-mrt 2011 (wintersmog) en apr-sep 2011 (zomersmog). Voor beide perioden worden de kentallen van de drie stations uit het IBP Meetnet vergeleken met die van stations uit het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit.

Tabel 3 Kentallen van de concentratieverdeling stikstofdioxide (μg/m3) in het zomersmogseizoen 2011 en het wintersmogseizoen 2010 -2011

(Kentallen: periodegemiddelde concentratie (gem), en percentielwaarden (Px).

Zomer (apr ‘11 – sep ‘11)

Winter (okt ‘10 – mrt ’11)

Middelingstijd (in uren) 1 1 1 1

1 1 1 1

Kental gem P50 P95 P98 gem P50 P95 P98

1. verkeersbelaste stations

547 Hilversum–Johannes

Geradtsweg

IBP-Hilversum 24 22 52 66

35 32 70 79

548 Bussum-Ceintuurbaan

IBP-Hilversum 20 17 45 55

33 29 69 77

636 Utrecht-de Jongweg

LML 34 31 69 81

39 35 -

90

639 Utrecht-Erzeijstraat

LML

36 32 77 94

44 41 -

97

237

Eindhoven-Noordbrabantlaan

LML 35 32 68 82

41 38 -

92

2. stadsachtergrondstations

549 Laren-Jagerspad

IBP-Hilversum 16 14 38 46

28 24 61 69

520 Amsterdam-Florapark

LML 27 24 61 72

35 31 -

88

3. regionale stations

631

Biddinghuizen-Hoekwantweg

LML 12 10 28 34

19 15 -

54

633 Zegveld-Oude Meije

LML 13 11 33 42

24 19 -

65

Uit tabel 3 kan worden geconcludeerd dat voor alle stations in de winterperiode hogere NO2-concentraties gemeten worden dan in de zomerperiode; dit is een normaal beeld. De kentallen tonen dat de meetstations uit het IBP Meetnet gemiddeld lager scoren dan dezelfde typen stations van het Landelijk Meetnet. De verschillen met de LML-stations zijn vergelijkbaar voor de zomer- en winterperiode, voor zowel de verkeersbelaste als de stadsachtergrond stations. Van de drie meetstations uit het IBP Meetnet zijn op station Hilversum de hoogste NO2-waarden gemeten.

(23)

Op dezelfde wijze als voor NO2 is ook de somconcentratie van stikstofoxiden (NOx) berekend. De verkregen waarden voor het IBP-Meetnet worden in tabel 4 vergeleken met die van de stations uit het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit.

Tabel 4 Kentallen van de somconcentratie stikstofoxiden1 in 2011 (uitgedrukt in μg NO2/m3)

(Kentallen: jaargemiddelde concentratie (gem), percentielwaarde (Px), hoogst gemeten uurwaarde (max). Tevens zijn de karakteristieken weergegeven voor het zomersmogseizoen (apr 11 –sep 11)

Kalenderjaar 2011 Zomer (apr. 11 – sep. 11)

Middelingstijd (in uren) 1 1 1 1 1 1 1 1 1

Kental gem P50 P95 P98 Max Gem P50 P95 P98

1. verkeersbelaste stations

547 Hilversum–Johannes

Geradtsweg

IBP-Hilversum

58

42 165 217 642

39 31 94

135

548 Bussum-Ceintuurbaan

IBP-Hilversum

47

32 146 196 504

34 28 81

107

636 Utrecht-de Jongweg

LML

58

45 146 213 495

53 43 128

168

639 Utrecht-Erzeijstraat

LML

82

57 233 339 937

66 48 179

246

237

Eindhoven-Noordbrabantlaan

LML

77

57 206 305 972

58 49 125

166

2. stadsachtergrondstations

549 Laren-Jagerspad

IBP-Hilversum

33

21 113 155 500

21 16 52 70

520 Amsterdam-Florapark

LML

50

35 145 204 904

37 29 94

128

3. regionale stations

631

Biddinghuizen-Hoekwantweg

LML

22

14

69

94 383

15 11 39

54

633 Zegveld-Oude Meije

LML

27

16

83 133 429

17 12 45

63

1 Stikstofoxiden: het totale aantal deeltjes stikstofmonoxide NO en stikstofdioxide NO

2 per miljard, uitgedrukt in microgrammen stikstofdioxide per kubieke meter.

Tabel 4 toont voor NOx een overeenkomstig beeld met dat van NO2 in tabel 3: Zowel de jaargemiddelde somconcentratie als de percentielwaarden voor NOx zijn lager op de IBP stations dan op de LML-stations van gelijke typering. Dit betekent dat de NOx jaarbelasting op de IBP stations minder groot is dan gemiddeld voor LML-stations, en dat er op de IBP-stations t.o.v. LML-stations minder hoge piekwaarden NOx optreden. Van de drie IBP-stations toont

Hilversum de hoogste jaargemiddelde NOx-belasting. In het zomersmogseizoen zijn de NOx-concentraties op alle stations lager en zijn de verschillen tussen

(24)

IBP-stations en LML-stations dan ook kleiner, maar het beeld is in

overeenstemming met de jaargemiddelde situatie: De NOx belasting op de IBP stations is minder groot dan gemiddeld voor LML-stations

(25)

4

Conclusies

4.1 PM10

Op basis van de PM10 meetresultaten in 2011 kan het volgende worden geconcludeerd:

• De gemeten PM10 concentraties op alle meetstations van het IBP Hilversum voldoen in 2011 aan de wettelijke normen.

• De gemeten PM10 concentraties op de stations te Hilversum, Bussum en Laren zijn niet afwijkend van die van LML-stations van het vergelijkbare type (verkeersbelast of stadsachtergrond).

• De verschillen in PM10 concentratie tussen de verkeersbelaste stations onderling en ten opzichte van het achtergrondstation zijn gering (3-4 μg/m3) en vallen binnen de meetonzekerheid.

• In brede zin is het monitoringbeeld voor PM10 in 2011 vrijwel identiek aan dat van 2009 en 2010.

• Een langere meetreeks is noodzakelijk om het kleine verschil tussen de meetstations voor PM10 statistisch significant te kunnen onderbouwen.

4.2 NO en NO2

• De meetwaarden in het Meetnet IBP Hilversum voldoen in het jaar 2011 aan de wettelijke normen voor NO2. In 2009 en 2010 werd hetzelfde resultaat gerapporteerd.

Bij een vergelijking van de meetgegevens van de IBP-stations onderling, en ten opzichte van die van andere LML-stations valt het volgende op:

• Tijdens de winterperiode is de NO2 belasting bij alle stations van het IBP Meetnet lager dan die bij vergelijkbare type stations uit het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit.

• In het zomersmogseizoen worden op alle stations lage NO en NO2 concentraties gemeten.

• NO en NO2 concentraties zijn verhoogd tijdens verkeersdrukke perioden, waarbij de ochtendspits de grootste piekwaarden geeft.

(26)

Bijlage 1 Figuren met concentratieverloop PM10 en

stikstofoxiden in 2011

IBP-stations

547 Johannes Geradtsweg, Hilversum: Verkeersbelast station. 548 Ceintuurbaan, Bussum: Verkeersbelast station.

549 Jagerspad, Laren: Achtergrondstation.

Figuur 1 Daggemiddelde PM10-concentraties in het IBP-meetnet

Figuur 2 Verschilconcentratie daggemiddelde PM10 tussen verkeersbelast en achtergrond

Figuur 3 Verschilconcentratie daggemiddelde PM10 tussen verkeerbelaste stations

Figuur 4 Het verloop van de daggemiddelde concentratie stikstofdioxide NO2 Figuur 5 Het verloop van de daggemiddelde concentratie stikstofoxide NO Figuur 6 Daggemiddelde concentraties PM2,5 (indicatief) en PM10 op station 547 Hilversum-J. Geradtsweg, in de periode aug-dec 2012.

(27)

Pagina 26 van 36

DAGGEMIDDELDEN PM

10

-CONCENTRATIE

0

20

40

60

80

100

120

jan-11

feb-11 mrt-11

apr-11

mei-11

jun-11

jul-11

aug-11

sep-11

okt-11

nov-11 dec-11

PM 10 µ g/ m 3

547 Hilversum

548 Bussum

549 Laren

Figuur 1 Daggemiddelde PM

10

-concentraties in het IBP-meetnet in 2011.

(28)

Pagina 27 van 36

INDICATIEVE VERSCHILMETING T.O.V. LAREN

-15

-10

-5

0

5

10

15

20

25

30

jan-11 feb-11 mrt-11 apr-11 mei-11 jun-11 jul-11 aug-11 sep-11 okt-11 nov-11 dec-11

verschi

l PM10

µ

g/m3

Hilversum-Laren

Bussum-Laren

(29)

Pagina 28 van 36

VERSCHILWAARDE DAGGEMIDDELDE PM

10

-CONCENTRATIE

(547-Hilversum minus 548-Bussum)

-35

-30

-25

-20

-15

-10

-5

0

5

10

15

jan-11

feb-11 mrt-11

apr-11 mei-11 jun-11

jul-11

aug-11 sep-11 okt-11 nov-11 dec-11

PM

10

µ

g/

m

3

(30)

Pagina 29 van 36

Verloop NO2-concentratie

0

10

20

30

40

50

60

70

80

jan-11 feb-11 mrt-11 apr-11 mei-11 jun-11 jul-11 aug-11 sep-11 okt-11 nov-11 dec-11

μg

NO2

/m

³

547 Hilversum

548 Bussum

549 Laren

(31)

Pagina 30 van 36

Verloop NO-concentratie

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

200

jan-11 feb-11 mrt-11 apr-11 mei-11 jun-11 jul-11 aug-11 sep-11 okt-11 nov-11 dec-11

μg

NO/

m

³

547 Hilversum

548 Bussum

549 Laren

(32)

Pagina 31 van 36

Indicatieve PM

2,5

daggemiddelden Hilversum-J Geradtsweg

vergelijking met PM

10

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

aug-11

sep-11

okt-11

nov-11

dec-11

PM

(

μ

g/

m

³)

PM2,5

PM10

Figuur 6 Daggemiddelde concentraties PM

2,5

(indicatief) en PM

10

op station 547 Hilversum

(33)

Pagina 32 van 36

Bijlage 2 Daggemiddelde PM

10

concentraties 2011

IBP-stations

547 Johannes Geradtsweg, Hilversum: Verkeersbelast station. 548 Ceintuurbaan, Bussum: Verkeersbelast station

549 Jagerspad, Laren: Achtergrondstation.

PM10 547 548 549

datum

ug/m

3

ug/m

3

ug/m

3

1-01-11 81 94 79 2-01-11 18 17 20 3-01-11 18 19 15 4-01-11 30 29 26 5-01-11 30 30 25 6-01-11 20 15 15 7-01-11 24 18 21 8-01-11 15 14 14 9-01-11 22 20 22 10-01-11 28 24 21 11-01-11 21 18 17 12-01-11 19 17 16 13-01-11 13 7 11 14-01-11 10 9 8 15-01-11 24 19 21 16-01-11 12 10 11 17-01-11 25 23 24 18-01-11 20 16 15 19-01-11 18 16 13 20-01-11 17 17 16 21-01-11 21 15 15 22-01-11 23 21 20 23-01-11 24 20 21 24-01-11 26 24 24 25-01-11 20 19 15 26-01-11 19 14 11 27-01-11 21 20 19 28-01-11 25 24 21 29-01-11 57 58 54 30-01-11 40 35 34 31-01-11 29 28 25 1-02-11 75 69 71 2-02-11 48 40 44 3-02-11 31 26 29 4-02-11 25 22 24 5-02-11 23 18 20 6-02-11 12 13 12 7-02-11 20 18 19 8-02-11 28 22 19 PM10 547 548 549

datum

ug/m

3

ug/m

3

ug/m

3

9-02-11 38 32 32 10-02-11 45 40 45 11-02-11 25 18 18 12-02-11 26 21 24 13-02-11 30 26 28 14-02-11 32 28 33 15-02-11 23 21 25 16-02-11 24 22 23 17-02-11 - 45 40 18-02-11 - 67 62 19-02-11 - 66 64 20-02-11 - 35 32 21-02-11 - 29 27 22-02-11 59 58 57 23-02-11 54 52 50 24-02-11 48 38 34 25-02-11 48 41 44 26-02-11 28 26 26 27-02-11 21 22 19 28-02-11 102 101 97 1-03-11 94 94 96 2-03-11 109 104 106 3-03-11 87 85 83 4-03-11 81 76 77 5-03-11 24 22 19 6-03-11 24 22 19 7-03-11 20 17 17 8-03-11 35 35 32 9-03-11 49 41 47 10-03-11 29 23 27 11-03-11 24 21 21 12-03-11 35 29 32 13-03-11 18 16 15 14-03-11 37 32 30 15-03-11 47 42 45 16-03-11 64 61 60 17-03-11 60 54 58 18-03-11 42 39 36 19-03-11 21 20 16

(34)

Pagina 33 van 36

PM10 547 548 549

datum

ug/m

3

ug/m

3

ug/m

3

20-03-11 34 25 24 21-03-11 49 41 40 22-03-11 45 42 35 23-03-11 26 24 21 24-03-11 18 17 14 25-03-11 24 21 18 26-03-11 19 17 12 27-03-11 24 20 18 28-03-11 27 23 20 29-03-11 43 37 31 30-03-11 46 38 37 31-03-11 28 21 24 1-04-11 19 14 15 2-04-11 24 20 18 3-04-11 37 32 35 4-04-11 20 18 18 5-04-11 19 14 16 6-04-11 25 16 18 7-04-11 23 20 18 8-04-11 25 20 18 9-04-11 33 31 30 10-04-11 27 26 24 11-04-11 31 26 26 12-04-11 25 22 16 13-04-11 22 18 17 14-04-11 34 29 30 15-04-11 40 34 34 16-04-11 42 36 40 17-04-11 37 29 39 18-04-11 38 35 33 19-04-11 38 36 34 20-04-11 42 38 37 21-04-11 49 47 44 22-04-11 44 41 40 23-04-11 42 37 35 24-04-11 49 52 50 25-04-11 36 37 32 26-04-11 30 29 29 27-04-11 33 26 29 28-04-11 31 23 25 29-04-11 35 36 32 30-04-11 27 27 23 1-05-11 21 20 16 2-05-11 21 20 17 3-05-11 13 14 11 4-05-11 20 15 17 5-05-11 26 20 25 6-05-11 29 31 29 PM10 547 548 549

datum

ug/m

3

ug/m

3

ug/m

3

7-05-11 32 28 28 8-05-11 25 22 24 9-05-11 31 18 20 10-05-11 30 19 21 11-05-11 21 13 14 12-05-11 27 22 21 13-05-11 22 19 19 14-05-11 17 13 15 15-05-11 17 12 22 16-05-11 21 13 17 17-05-11 25 19 19 18-05-11 22 18 20 19-05-11 20 16 12 20-05-11 30 40 22 21-05-11 36 26 25 22-05-11 35 28 28 23-05-11 30 27 28 24-05-11 23 20 19 25-05-11 29 25 25 26-05-11 27 20 22 27-05-11 15 12 12 28-05-11 22 18 17 29-05-11 22 14 15 30-05-11 24 22 22 31-05-11 26 17 20 1-06-11 18 16 16 2-06-11 22 13 16 3-06-11 16 15 17 4-06-11 17 14 18 5-06-11 27 17 18 6-06-11 26 23 21 7-06-11 23 20 20 8-06-11 21 19 17 9-06-11 23 19 18 10-06-11 24 19 17 11-06-11 19 16 13 12-06-11 18 15 13 13-06-11 17 13 11 14-06-11 17 16 17 15-06-11 23 17 19 16-06-11 21 17 - 17-06-11 20 17 - 18-06-11 37 14 14 19-06-11 18 13 12 20-06-11 20 16 17 21-06-11 17 12 11 22-06-11 16 16 15 23-06-11 20 17 17

(35)

Pagina 34 van 36

PM10 547 548 549

datum

ug/m

3

ug/m

3

ug/m

3

24-06-11 18 13 12 25-06-11 20 13 11 26-06-11 23 16 19 27-06-11 23 22 21 28-06-11 37 30 32 29-06-11 21 16 19 30-06-11 18 13 13 1-07-11 18 13 13 2-07-11 18 15 15 3-07-11 17 15 15 4-07-11 20 16 16 5-07-11 25 22 22 6-07-11 26 21 19 7-07-11 22 16 13 8-07-11 17 16 17 9-07-11 18 14 16 10-07-11 21 18 21 11-07-11 23 17 18 12-07-11 18 14 12 13-07-11 11 9 7 14-07-11 13 10 10 15-07-11 19 18 18 16-07-11 24 16 14 17-07-11 20 16 15 18-07-11 12 10 10 19-07-11 15 11 10 20-07-11 18 11 12 21-07-11 17 11 13 22-07-11 15 11 12 23-07-11 17 11 12 24-07-11 14 12 11 25-07-11 21 18 15 26-07-11 12 8 7 27-07-11 23 15 17 28-07-11 23 15 19 29-07-11 11 9 9 30-07-11 13 10 9 31-07-11 13 11 11 1-08-11 28 22 22 2-08-11 28 23 22 3-08-11 28 24 23 4-08-11 27 23 24 5-08-11 18 15 14 6-08-11 20 16 18 7-08-11 21 11 15 8-08-11 15 11 13 9-08-11 16 13 13 10-08-11 22 18 18 PM10 547 548 549

datum

ug/m

3

ug/m

3

ug/m

3

11-08-11 25 18 19 12-08-11 17 15 13 13-08-11 16 11 12 14-08-11 14 10 11 15-08-11 17 13 14 16-08-11 18 13 13 17-08-11 18 14 13 18-08-11 19 12 14 19-08-11 18 15 14 20-08-11 24 17 22 21-08-11 34 27 29 22-08-11 26 18 24 23-08-11 25 18 23 24-08-11 20 17 15 25-08-11 14 16 12 26-08-11 15 13 12 27-08-11 11 11 9 28-08-11 14 11 9 29-08-11 12 12 10 30-08-11 17 14 14 31-08-11 11 11 11 1-09-11 16 13 10 2-09-11 25 22 22 3-09-11 29 27 27 4-09-11 14 14 17 5-09-11 16 18 17 6-09-11 14 11 11 7-09-11 22 17 19 8-09-11 32 15 14 9-09-11 20 12 15 10-09-11 13 15 10 11-09-11 14 12 12 12-09-11 21 18 20 13-09-11 30 25 25 14-09-11 21 15 18 15-09-11 13 16 16 16-09-11 20 16 16 17-09-11 16 15 14 18-09-11 10 11 8 19-09-11 14 13 10 20-09-11 19 16 16 21-09-11 16 13 13 22-09-11 23 24 21 23-09-11 30 24 27 24-09-11 25 25 26 25-09-11 25 22 25 26-09-11 21 19 18 27-09-11 19 20 17

(36)

Pagina 35 van 36

PM10 547 548 549

datum

ug/m

3

ug/m

3

ug/m

3

28-09-11 22 20 18 29-09-11 32 34 28 30-09-11 27 27 29 1-10-11 41 37 42 2-10-11 40 39 41 3-10-11 34 30 38 4-10-11 23 20 20 5-10-11 15 13 14 6-10-11 14 13 13 7-10-11 13 13 11 8-10-11 14 14 13 9-10-11 15 9 11 10-10-11 27 21 24 11-10-11 15 14 13 12-10-11 10 10 8 13-10-11 19 20 17 14-10-11 19 16 12 15-10-11 23 24 21 16-10-11 28 26 29 17-10-11 34 33 31 18-10-11 17 - 17 19-10-11 15 12 14 20-10-11 11 8 11 21-10-11 21 19 18 22-10-11 24 23 22 23-10-11 24 25 23 24-10-11 24 20 21 25-10-11 19 20 18 26-10-11 13 12 14 27-10-11 18 15 15 28-10-11 28 29 24 29-10-11 28 24 24 30-10-11 20 19 20 31-10-11 19 19 17 1-11-11 24 24 21 2-11-11 19 19 18 3-11-11 20 17 18 4-11-11 15 17 13 5-11-11 28 28 32 6-11-11 53 54 58 7-11-11 76 71 75 8-11-11 80 78 82 9-11-11 55 49 56 10-11-11 39 35 34 11-11-11 37 35 35 12-11-11 50 47 45 13-11-11 44 48 40 14-11-11 37 34 31 PM10 547 548 549

datum

ug/m

3

ug/m

3

ug/m

3

15-11-11 48 44 45 16-11-11 56 52 50 17-11-11 55 50 50 18-11-11 52 54 46 19-11-11 36 40 40 20-11-11 28 23 27 21-11-11 25 22 21 22-11-11 44 40 41 23-11-11 48 54 47 24-11-11 33 38 34 25-11-11 28 28 32 26-11-11 20 19 21 27-11-11 24 20 22 28-11-11 31 34 26 29-11-11 23 22 18 30-11-11 24 21 20 1-12-11 17 17 14 2-12-11 14 11 14 3-12-11 18 14 15 4-12-11 22 17 19 5-12-11 14 14 12 6-12-11 15 13 14 7-12-11 20 14 14 8-12-11 22 19 19 9-12-11 20 18 18 10-12-11 18 12 13 11-12-11 22 20 19 12-12-11 14 13 11 13-12-11 14 10 10 14-12-11 9 8 7 15-12-11 10 11 9 16-12-11 13 10 11 17-12-11 15 12 14 18-12-11 14 12 12 19-12-11 13 12 10 20-12-11 22 17 18 21-12-11 22 22 20 22-12-11 20 19 17 23-12-11 18 14 13 24-12-11 21 17 17 25-12-11 18 17 18 26-12-11 18 15 17 27-12-11 20 16 18 28-12-11 16 15 14 29-12-11 23 19 20 30-12-11 23 20 20 31-12-11 24 22 19

(37)

Bijlage 3 Uurwaarden stikstofoxiden 2011

(38)

Dit is een uitgave van:

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Postbus 1 | 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl

Afbeelding

Figuur 6  Het verloop van jaargemiddelde uurconcentraties NO 2 , NO en de som  van stikstofoxiden (NO+NO 2 ) in 2011
Tabel 1  Kentallen van de concentratieverdeling van fijnstof (PM 10 ) in 2011 (in  μg/m 3 )
Tabel 2  Kentallen van de concentratieverdeling van stikstofdioxide in 2011 (in  μg/m 3 )
Tabel 3  Kentallen van de concentratieverdeling stikstofdioxide (μg/m 3 ) in het  zomersmogseizoen 2011 en het wintersmogseizoen 2010 -2011
+7

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Datum en tijdstip waarop de goederen worden geleverd, Nb dit zal ten aller tijd kort voor aanvang van de activatie/sampling zijn om opslag van goederen te voorkomen en zal

• Datum en tijdstip waarop de goederen worden geleverd, Nb dit zal ten aller tijd kort voor aanvang van de activatie/sampling zijn om opslag van goederen te voorkomen en zal

Uit de Gebiedsfoto komt zowel vanuit bewoners, als bezoe- kers én ondernemers naar voren dat het centrum sfeer, ge- zelligheid en verrassing mist, té versteend is en niet schoon..

• Datum en tijdstip waarop de goederen worden geleverd, Nb dit zal ten aller tijd kort voor aanvang van de activatie/sampling zijn om opslag van goederen te voorkomen en zal

Ruimtelijke ontwikkelingen die de landschappelijke karakteristiek van aaneen gesloten bossen en heidevelden negatief beïnvloeden zijn een aan- tasting van deze

Wethouder Jaeger (stuurgroep) vraagt zich af welke bevoegdheden een raad bij een bv niet zou hebben die de raad bij de gemeenschappelijke regeling wel heeft.. Bevoegdheden van de

• Merk op dat spelers in deze methodiek niet gestraft of beloond worden voor hun eigen succes respectievelijk falen, omdat de biedingen (mede) gebaseerd zijn

Alleen bij (sterk) vervuilde oppervlakten kan, gedoseerd, reinigingsmiddel worden gebruikt. 34 P Neemt de moppen in een afgesloten reservoir of plastic zak mee. Om uitdrogen