• No results found

'His share of the task.' Stanley McChrystal en counterinsurgency in Afghanistan (2009-2010)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "'His share of the task.' Stanley McChrystal en counterinsurgency in Afghanistan (2009-2010)"

Copied!
45
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

‘His share of the task’

Stanley McChrystal en counterinsurgency in Afghanistan (2009-2010)

Masterscriptie Militaire Geschiedenis Geschiedenis Universiteit van Amsterdam Studiejaar 2013-2014

(2)

Inhoudsopgave

Inleiding p. 3-6

1. Historiografisch kader p. 7-11

2. Counterinsurgency op het gebied van lokale structuren p. 12-18 3. Counterinsurgency op het gebied van security p. 19-25 4. Counterinsurgency op niet-militair terreinen p. 26-31 5. Vergelijking historiografie – visie Stanley McChrystal p. 32-38

Conclusie p. 39-41

Literatuurlijst p. 42-45

(3)

‘All wars are different. And every soldier’s experience is unique. Or so we each believe’.1 Met deze woorden begint Stanley McChrystal, commandant van de International Security Assistance Force (ISAF) gedurende de periode 2009-2010 in Afghanistan, zijn memoires My share of the task waarin hij zijn ervaringen in de militaire wereld beschrijft. De zeer gedisciplineerde McChrystal, die niet voor niets onder andere de bijnaam ‘the pope’ kreeg toebedeeld, heeft in veel hoofdstukken van de Amerikaanse militaire geschiedenis een (belangrijke) rol gespeeld. Zo was hij betrokken bij de operaties Desert Shield en Desert Storm tijdens de Golfoorlog van begin jaren negentig.2 In deze periode specialiseert McChrystal zich in onconventionele oorlogvoering en anti-terrorisme, oftewel counterinsurgency.

Deze specialisatie kwam goed van pas toen president Barack Obama hem in 2009 benoemde tot commandant van zowel de Amerikaanse troepen in Afghanistan (USFOR-A) als van de gezamenlijke ISAF-troepen in datzelfde land. Vanaf het moment dat McChrystal zich in Afghanistan bevond, besefte hij dat dit een heel andere oorlog ging worden dan aanvankelijk gedacht. Counterinsurgency, die in deze scriptie centraal staat, is namelijk een diffuus verschijnsel; er is geen duidelijke afbakening van het conflict, geen vast recept voor de oplossing. Het een loopt over in het ander, bijvoorbeeld de steun van de bevolking voor zowel de Taliban als ISAF. Daarnaast kent counterinsurgency een open einde. Binnen dergelijke conflicten is het namelijk niet duidelijk wanneer processen ‘voltooid’ zijn. Vanwege de complexiteit van de oorlog in Afghanistan, was er veel behoefte aan de kennis en vaardigheden van McChrystal als counterinsurgency-expert binnen het Amerikaanse leger.

Juist vanwege deze kennis en vaardigheden van McChrystal staat hij als het ware ‘symbool’ voor het bredere probleem: het oplossen van een counterinsurgency-conflict, die een zeer complexe vorm van opereren vraagt. De visie die de generaal heeft om het probleem op te lossen, heeft hij ook tijdens zijn commandantschap niet onder stoelen of banken geschoven. ‘Figure out how your enemy operates, be faster and more ruthless than everybody else, then take the fuckers out’.3 De overwinning ligt bij de partij die altijd een stap voor is op de vijand, zo stelt McChrystal. Echter gaat counterinsurgency (‘COIN’) verder dan het behalen van overwinningen op militair terrein. Het concept is veel breder dan enkel het verslaan van de vijand, aangezien dit laatste niet de hele lading van de problematiek dekt. Counterinsurgency gaat over alle betrokkenen, niet alleen over de vijand. De visie van McChrystal op COIN gaat dan ook verder dan ‘winnen’ of ‘verliezen’. Wat is de visie van McChrystal dan precies ten aanzien van counterinsurgency als concept en hoe denkt hij het probleem van counterinsurgency in Afghanistan aan te pakken?

1 S. McChrystal, My share of the task – a memoir (New York 2014) xi.

2 http://www.ted.com/speakers/stanley_mcchrystal, laatst geraadpleegd op 23-06-14. 3 M. Hastings, ‘The runaway general’, Rolling Stone (juli 2010) 90-121.

(4)

Het behalen van overwinningen op militair terrein bleek sinds de aanvang van Enduring Freedom in Afghanistan in 2001, minder makkelijk dan aanvankelijk gedacht. Met de aanstelling van McChrystal werd hij in een soort dubbele positie gebracht. De troepen zelf op hoog en laag niveau, het thuisfront en bovenal de Amerikaanse politiek werden langzamerhand ongeduldig over het uitblijven van successen in dat land, zo ver verwijderd van de directe westerse invloedssfeer. Er moesten doorbraken worden geforceerd. McChrystal zou de aangewezen persoon zijn om deze doorbraken te leiden. Met andere woorden: er was behoefte aan ‘successen’ en ‘vooruitgang’. Met het aanstellen van McChrystal zou een nieuwe periode aanbreken; Stan the man als de vernieuwer, de verlosser om het complexe probleem op te lossen. Maar ondanks het binnenhalen van McChrystal als vernieuwer, was er een zekere voorzichtigheid geboden. Hij kon immers zijn voorgangers, die geen grote vooruitgang hadden geboekt in Afghanistan (aangezien het conflict maar doorsudderde en er geen duidelijke winnaar aan te wijzen was), niet diskwalificeren en afvallen maar tegelijkertijd moest hij dus wel met ‘iets nieuws’ komen.

Met zijn benoeming moest McChrystal dus rekening houden met het tevreden stellen van verschillende belangengroepen. Ten eerste de Amerikaanse politici die na alle jaren die verstreken waren, inmiddels wel behoefte hadden aan geloofwaardige vooruitgang en het brengen van goed nieuws aan de eigen kiezers. De bevolking in eigen land begon zich als tweede groep namelijk langzamerhand steeds smeer af te vragen wat het westen eigenlijk te zoeken had in een land als Afghanistan. Naarmate de tijd verstreek, werd de Afghanistan-missie een steeds grotere ‘ver-van-mijn-bed-show’. Ook McChrystal’s eigen militairen moesten het gevoel krijgen dat ze streden voor een goede zaak. Beslissingen genomen op zowel hoog als laag niveau moesten met elkaar verenigd worden, zodat er een soort shared consciousness ging ontstaan bij de betrokken militairen. Daarnaast moest het gevoel van een shared purpose gecreëerd worden: iedereen strijdt voor hetzelfde doel en dit wordt zij aan zij gedaan.4 Zoals gezegd, gaat het verkrijgen van succes in een counterinsurgency conflict dus verder dan alleen het behalen van conventionele overwinningen op het slagveld. Volgens McChrystal zelf zijn er verschillende dimensies waarop hij zijn ‘United States approach’ baseert. Aangezien hij als de grote probleemoplosser werd binnengehaald en hij een eigen benadering van het probleem uiteenzette, roept dit de vraag op welke visie McChrystal daadwerkelijk had om het probleem van counterinsurgency in Afghanistan in de periode 2009-2010 op te lossen.

De eerste dimensie waarop McChrystal zijn ‘US approach’ baseert, is counterinsurgency op het gebied van lokale structuren. McChrystal is van mening dat in een land als Afghanistan, dat qua culturele normen en waarden zo ver af ligt van de principes die in het westen gelden, er in het kader

4 ‘Stanley McChrystal on U.S. military strategy’, http://www.youtube.com/watch?v=_KplWyj6_iM, laatst geraadpleegd op 11-06-14.

(5)

van de missie zo dicht mogelijk bij de lokale structuren gebleven moet worden. Dit houdt in dat er zoveel als mogelijk samengewerkt moet worden met lokale overheden, de politiek en humanitaire instellingen. Zo zullen langzamerhand het conflict in Afghanistan en de bijbehorende oplossingen steeds meer een zaak worden van de Afghanen zelf. De Afghaanse bevolking moet er meer van overtuigd worden dat ISAF er voor de Afghanen zelf is, in plaats van voor de westerse politieke doelen en idealen die er ongetwijfeld ook mee gemoeid zijn.5

Naast de dimensie van de lokale structuren, die sterk politiek gekleurd is – er moet immers ook op politiek gebied samenwerking plaatsvinden tussen de International Security Assistance Force en de lokale Afghaanse overheden – legt McChrystal de nadruk op security. In zekere zin vloeit dit over in de samenwerking met lokale structuren. De steun van lokale structuren kan immers twee kanten op gaan: steun voor ISAF of steun voor de Taliban. De Afghanen moeten het gevoel krijgen dat zij beschermd worden door de internationale troepen. Alleen dan is het mogelijk om grote stappen te kunnen zetten. De lokale structuren en het bieden van security op verschillende niveaus staat dan ook

onlosmakelijk met elkaar in verband. Tot slot richt

de visie van McChrystal zich op niet-militair terrein, dat wil zeggen dat de focus hier met name ligt op humanitair gebied. Hij is op dit punt van mening dat men grote stappen kan zetten als er niet alleen overwinningen worden behaald op het slagveld, tegen de Taliban, maar ook als de International Security Assistance Force iets kan betekenen voor de wederopbouw van het land zelf. De voordelen die behaald zouden kunnen worden op niet-militair terrein, kunnen uiteindelijk wel degelijk hun doorwerking vinden op militair gebied. Hierbij valt te denken aan het aanleggen van een goede infrastructuur. Dit zal niet alleen het land verder helpen, maar zeker ook de missie. De scheiding tussen de dimensies is vanzelfsprekend niet zo strikt in de praktijk als hier gesuggereerd wordt. Beslissingen en beleidslijnen hebben immers op meerdere terreinen een uitwerking.

Uiteraard heeft Stanley McChrystal zijn ‘US approach’, zoals hij deze heeft gehanteerd als commandant van zowel USFOR-A als van ISAF, niet zonder aarzelen uit zijn hoge hoed getoverd. Counterinsurgency en de geschiedschrijving omtrent deze ingewikkelde vorm van oorlogvoering kent een lange traditie. Stanley McChrystal heeft zich laten inspireren door deze historiografie. Hoe deze historiografische traditie van counterinsurgency er precies uitziet, komt aan bod in het volgende deel. In het laatste hoofdstuk wordt het geschetste historiografische kader nader bekeken tegen het licht van de visie van McChrystal. Deze laatstgenoemde stoelt dus bovenal op lokale structuren, security en ontwikkelingen op niet-militair terrein. Het historiografische kader zal vooral zijn opgebouwd uit secundaire literatuur. De rest van deze scriptie daarentegen zal grotendeels gebaseerd zijn op primair 5 ‘Gen. Stanley McChrystal on “Task” of Afghanistan’, http://www.youtube.com/watch?v=n3w-4qytNKA, laatst geraadpleegd op 11-06-14.

(6)

bronmateriaal afkomstig van Stanley McChrystal zelf, zoals lezingen, redevoeringen en ander materiaal afkomstig van zijn hand. Er is dus sprake van een goede balans tussen primair en secundair bronmateriaal, waarbij in het daadwerkelijke betoog (na de historiografie) de nadruk ligt op primair bronmateriaal, maar dat hier en daar wel ondersteund zal worden door secundaire literatuur.

Het uiteindelijke doel van deze scriptie is om de aanpak van een prominente militair en beleidsmaker in Afghanistan te analyseren en zowel de knelpunten als de positieve veranderingen nader te bekijken. Is de uitgewerkte aanpak van Stanley McChrystal een succes geweest of is het toch voornamelijk een herhaling van reeds bekende visies op counterinsurgency? Mocht McChrystal’s visie voornamelijk uit nieuwe elementen bestaan, dan is het natuurlijk extra interessant om deze te analyseren. Als Stanley McChrystal echter veel zaken ‘leent’ van zijn voorgangers en/of militair deskundigen op dit gebied, is het wederom interessant om te onderzoeken waar deze elementen vandaan komen en hoe deze (een andere) invulling hebben gekregen bij McChrystal. Dit wil ik dan in deze scriptie kunnen doorzien.

Tot slot wil ik dr. Christ Klep hartelijk bedanken voor de leerzame, maar bovenal ook vriendelijke begeleiding die ik van hem mocht ontvangen. Zonder dhr. Klep had deze scriptie niet de huidige vorm gekregen. Christ bedankt, ik heb ontzettend veel van je mogen leren.

Heel veel leesplezier.

(7)

Counterinsurgency, ‘COIN’, of ‘Fourth-Generation Warfare’. Het zijn allemaal begrippen voor hetzelfde fenomeen. Counterinsurgency wordt gekenmerkt door een complexe oorlogssituatie waarbij er in een vaak moeilijk begaanbaar gebied wordt gestreden tussen een groep ongeregelde strijders die een reguliere krijgsmacht proberen uit te dagen. Vaak bestaat de groep uit ongeregelde strijders die op een guerrilla-achtige wijze opereren. Deze beweging probeert bepaalde (politieke) doelen te bereiken, die vaak moeten resulteren in het overnemen of herinrichten van een staat. Voorbeelden van zulke ongeregelde strijders zijn onder andere de onafhankelijkheidsstrijders op Cuba onder leiding van Fidel Castro, de Franse strijd tegen de Vietminh (na WO-II) en later de Amerikaanse strijd tegen de Vietcong/Vietminh in Vietnam. Meer recente voorbeelden zijn de acties van de FARC in Colombia en – voor deze scriptie heel belangrijk – de Taliban, in met name Afghanistan.

Counterinsurgency bestaat al zowat zo lang als de mensheid oorlog voert. Sterker nog, guerrilla is een van de oudste vormen van asymmetrische oorlogvoering. De invulling van counterinsurgency (en guerrilla) is uiteraard door de tijd heen wel gewijzigd. De term ‘asymmetrische oorlogvoering’ dook voor het eerst op in de Sovjet-Unie tijdens de periode van de Afghaanse Oorlog (1979-1989).6 Belangrijke bijdragen aan de literatuur over deze vorm van krijgskunde zijn vaak geleverd door deskundigen die zelf met deze vorm van oorlogvoeren te maken hebben gehad. Een voorbeeld hiervan is Mao Zedong. De Chinese leider stelde dat ‘the guerilla must swim in the people as the fish swims in the sea.’7 Om de hedendaagse counterinsurgency in Afghanistan te begrijpen, zal hier de nadruk liggen op de moderne historiografie van zowel de twintigste als de eenentwintigste eeuw.

David Galula, een Franse officier die belangrijke bijdragen heeft geleverd aan de geschiedwetenschap op het gebied van counterinsurgency, schreef in 1964 Counterinsurgency warfare, theory and practice, dat inmiddels als een standaardwerk geldt. In dit werk stelt Galula dat het type oorlogvoering dat hier centraal staat, slechts gedeeltelijk bestaat uit het daadwerkelijke ‘conventioneel’ oorlogvoeren zoals dit eeuwen daarvoor de boventoon voerde. Guerrilla kan dan wel een van de oudste vormen van asymmetrische oorlogvoering zijn, maar volgens Galula verandert wel degelijk de invulling ervan. De eerdergenoemde Mao Zedong, die als geen ander als ervaringsdeskundige bekend staat voor wat betreft guerrilla-oorlogvoering, stelde dat counterinsurgency slechts voor twintig procent uit militaire acties bestaat. Het resterende, overgrote deel van tachtig procent is politiek gemotiveerd om de tegenstander bepaalde stappen te laten zetten om zo een voorgenomen doel te kunnen bereiken. Galula werkt dit verder uit: ‘All wars are theoretically fought for a political purpose, although in some cases the final political goal differs

6 A. Rathbone, C. K. Rowley, ‘Terrorism’, Public Choice 111 (2002) 1/2, 15-16.

7 M. Zedong, On guerrilla warfare (1937) 8, http://www.marines.mil/Portals/59/Publications/FMFRP%2012-18%20%20Mao%20Tse-tung%20on%20Guerrilla%20Warfare.pdf, laatst geraadpleegd op 27-06-14.

(8)

greatly from the one intended initially’.8 Hij benadrukt dat militaire actie altijd het instrument zal blijven om zaken te kunnen forceren, maar evenzeer dus dat het politieke doel voorafgaand aan de strijd gaandeweg nogal vaak een andere invulling kan en zal krijgen.

Oorlog loopt als een rode draad door de geschiedenis heen, maar de vorm en de spelers daarbinnen veranderen wel, benadrukt Galula. David Kilcullen legt specifieker de nadruk op het veranderende karakter van counterinsurgency dan Galula. Kilcullen is counterinsurgency-expert en adviseur van de opvolger van Stanley McChrystal als commandant van de ISAF-troepen, David Petraeus. Volgens Kilcullen staat of valt het concept van counterinsurgency op het beleidsniveau, het operationele niveau en op de gehanteerde oorlogstactieken en verschilt deze combinatie sterk met de oorlogvoering in eerdere tijden: de klassieke counterinsurgency lijkt afgesneden te zijn van de eigentijdse realiteit. De historiografische discussie over wat de kern van counterinsurgency nu daadwerkelijk inhoudt, of deze gevoed wordt door bovenal politieke doelen in plaats van een strikt militaire strategie, valt volgens Kilcullen als volgt te definiëren:

Two theoretical points may help frame the discussion. First, obviously, the concept of “counter-insurgency” is logically contingent on that of ““counter-insurgency”. Counterinsurgency is “all measures adopted to suppress an insurgency”.Thus, the nature of counterinsurgency is not fixed, but shifting: it evolves in response to changes in insurgency. There is no constant set of operational techniques in counterinsurgency; rather, this is a form of “counter-warfare” that applies all elements of national power against insurrection. As insurrection changes, so does counterinsurgency. Hence, to understand modern counterinsurgency one must first understand modern insurgency.’9

Het is in de historiografische discussie uiteraard van belang hoe een counterinsurgency-conflict opgelost kan worden. Hier zijn de meningen dus duidelijk over verdeeld.

De Duitse rechtsgeleerde Robin Geiß heeft minder op met de scheiding van politiek en militaire strategie, zoals met name Galula deze definieert. De term asymmetrische oorlogvoering zou volgens Geiß niet gebruikt moeten worden om counterinsurgency te definiëren. Hij legt met name de nadruk op de termen ‘fourth-generation warfare’ en ‘non-linear war’.10 Er is namelijk nooit een duidelijke symmetrie in een oorlog aanwezig aan beide kanten, zodat het conflict in evenwicht is. Deze vorm van oorlogvoering kan immers op militair gebied verloren worden, maar in de politieke sfeer niet of vice versa. Het conflict in Afghanistan noemt Geiß echter wel een duidelijk asymmetrisch conflict, maar er spelen naar zijn mening meer factoren mee dan militaire deskundigen belichten.11 Islamoloog Shehzad Qazi lijkt dit beeld te bevestigen. Er is sprake van een nieuwe vorm van oorlogvoering, de eerdergenoemde ‘fourth-generation warfare’, die slechts gedeeltelijk stoelt op de lange geschiedenis van guerrilla en asymmetrische oorlogvoering. Volgens Qazi komt dit door het 8 D. Galula, Counterinsurgency warfare, theory and practice (New York 1964) 6.

9 D. Kilcullen, Counterinsurgency redux (New York 2010) 2.

10 R. Geiß, ‘Asymmetric conflict structures’, International review of the Red Cross 88 (2006) 864, 759. 11 R. Geiß, ‘Asymmetric conflict structures’, International review of the Red Cross 88 (2006) 864, 776.

(9)

toevoegen van een modern nieuw element aan deze manier van oorlogvoeren, namelijk de ‘urban strategy’. Deze strategie is ontwikkeld om de overheid te verzwakken, de politieke top uit te roeien en de militaire leiding te intimideren. Mede door deze factoren stelt hij dat de counterinsurgency in Afghanistan tot nu toe heeft gefaald.

Maar hoe moet een conflict met de kenmerken van counterinsurgency dan wél worden aangepakt? Galula benadert counterinsurgency bijna als een wiskundig vraagstuk. Hij formuleert namelijk ‘vier wetten’ voor deze vorm van oorlogvoering. De eerste stap omschrijft hij als ‘destruction or expulsion of the insurgent forces’, die gevolgd wordt door de tweede: ‘deployment of the static unit’. Galula stelt om te beginnen dat het doel van counterinsurgency eerder ligt bij het vergaren van steun onder de bevolking dan bij het verkrijgen van controle over het territorium. Tegenwoordig zou men binnen de krijgswetenschap spreken over ‘hearts and minds’ om aan te duiden dat het bij zulke conflicten belangrijk is om de bevolking aan de eigen kant te hebben staan. Ook het verkrijgen van informatie uit deze bron over de vijand zal dan een voordeel kunnen zijn. Tevens moet het besef er komen dat de meerderheid in een conflict neutraal zal zijn; steun afkomstig van de massa kan verkregen worden met de steun van een actieve en goedgezinde minderheid. Oftewel, de kleine actieve groep zal de massa meeslepen in de steun. Ook Kilcullen benadrukt dat counterinsurgency op het operationele niveau een competitie blijft tussen verschillende zijden, die er beide op uit zijn om de bevolking warm te laten lopen voor hun zaak. De competitie is alleen volgens Kilcullen wel veranderd en zal dit ook altijd blijven doen. ‘Many fundamentals of classical counterinsurgency remain relevant, but their application often differs substantially. Classical theory is necessary, but not sufficient, for contemporary counterinsurgency. Mastering it may demand new mental models.’12

Hoe het hebben van controle over – en het contact winnen met de bevolking – bereikt kan worden, is bij David Galula de derde stap: ‘contact with and control of the population.’13 Kilcullen noemt in zijn Counterinsurgency redux propaganda als het ultieme middel om deze stap van Galula te kunnen bereiken.14 In de vierde stap, ‘destruction of the insurgent political organization’, waarin Galula de visie van Mao Zedong over de verdeling tussen militair en politiek terrein verder uitwerkt, komen de omstandigheden samen. Er kan succes worden geboekt als ten eerste de gewapende vijand verwijderd wordt, dan de steun van de bevolking vergaard wordt en er daarna wordt overgegaan op lange-termijnontwikkelingen voor de bevolking. Deze ontwikkelingen op lange termijn kunnen bestaan uit het aanleggen van infrastructuur en andere hulpmiddelen. Als het gebied volledig onder controle gesteld is, kan het totale rijtje van (vervolg) stappen worden gezet:

12 D. Kilcullen, Counterinsurgency redux (New York 2010) 9.

13 D. Galula, Counterinsurgency warfare, theory and practice (New York 1964) 84. 14 D. Kilcullen, Counterinsurgency redux (New York 2010) 8-10.

(10)

‘The First Step: Destruction or Expulsion of the Insurgent Forces The Second Step: Deployment of the Static Unit

The Third Step: Contact with and Control of the Population

The Fourth Step: Destruction of the Insurgent Political Organization The Fifth Step: Local Election

The Sixth Step: Testing The Local Leaders The Seventh Step: Organizing a Party

The Eighth Step: Winning Over or Suppressing the Last.’15

Uiteraard schreef Galula zijn werk in de jaren zestig niet met de huidige Afghaanse situatie voor ogen. Rod Thornton, verbonden aan Kings College in Londen, analyseert in zijn artikel ‘Afghanistan: A war zone revisited’ de counterinsurgency als specifiek op Afghanistan toegepast. Ook hij maakt een verwijzing naar de stappen van Galula, maar stelt zo’n veertig jaar na Counterinsurgency warfare dat geen enkele buitenlandse interventie succes heeft gehad in Afghanistan. Dit is niet zozeer afhankelijk van de strategie die gehanteerd werd, maar het zou meer te wijten zijn aan de geschiedenis en aard van het land zelf.16 Ook de eerdergenoemde islamoloog Qazi lijkt dit beeld te bevestigen. Er bestaan zoals eerder gezegd uitgebreide raamwerken over hoe om te gaan met counterinsurgency als concept, maar Qazi stelt dat dit systeem in Afghanistan zelf heeft gefaald. Het Amerikaanse leger, dat totaal niet getraind is in dit soort oorlogssituaties, waardoor er aan Afghaanse zijde onnodig veel burgerslachtoffers zijn gevallen, zal het conflict niet kunnen oplossen.17

Eén oplossing bestaat volgens de historiografie dus niet. Maar waar alle deskundigen het over eens zijn, is het feit dat er niet alleen aandacht moet bestaan voor de ontwikkelingen op militair terrein. De cultuur en achtergrond van een land zijn net zo belangrijk om counterinsurgency te laten slagen. Kilcullen, die geldt als een van de gezaghebbende moderne experts op dit gebied, besluit zijn stuk door te benadrukken dat er geen simpele oplossing voorhanden is, maar vaak in de praktijk onderzocht moet worden wat werkt en wat niet. Alleen zo kunnen er zo weinig mogelijk slachtoffers worden gegarandeerd, want het doel van counterinsurgency is uiteindelijk om een land er sterker uit te laten komen: ‘There are no easy shortcuts to solving the problems of revolutionary war. In fact, I would like to close with one last thought, which applies, of course, to everything that is done in the armed forces, but particularly to revolutionary war: If it works, it is obsolete’.18 Revolutionary war is

hier een interessante term. Hij impliceert immers dat een oorlog ingezet kan worden om een revolutionaire ontwikkeling te bewerkstelligen. In het geval van Afghanistan wordt er echter door de opstandelingen niet toegewerkt naar een revolutie; de Taliban willen geen revolutie brengen, maar 15 D. Galula, Counterinsurgency warfare, theory and practice (New York 1964) 78.

16 R. Thornton, ‘Afghanistan: a war zone revisited’, International studies review (2009) 11, 389-390.

17 S. Qazi, ‘The ‘Neo-Taliban’ and counterinsurgency in Afghanistan’, Third world quarterly 31 (2010) 492-496. 18 D. Kilcullen, Counterinsurgency redux (New York 2010) 11-12.

(11)

het land eerder terugbrengen naar eerdere tijden in plaats van het land naar een volgend level te tillen.

De troepen van de International Security Assistance Force willen Afghanistan wel verder helpen door het te bevrijden van het juk van het Taliban-bewind. Aan de duur van het conflict en de counterinsurgency (als militair concept) is te zien dat dit geen eenvoudige taak is. Dit maakt het des te belangrijker om te weten welke stappen en beslissingen in Afghanistan werken en welke zaken beter achterwege gelaten kunnen worden. In de ogen van voormalig generaal Stanley McChrystal lag de nadruk op de Afghaanse bevolking en het verkrijgen van steun uit deze basis. Op deze manier kan er samenwerking plaatsvinden met de lokale structuren in Afghanistan. Op welke manier dit – ten eerste – ingericht kan worden en – ten tweede – concreet bereikt moet worden, komt aan bod in het volgende hoofdstuk: ‘Counterinsurgency op het gebied van lokale structuren’.

HOOFDSTUK 2 COUNTERINSURGENCY OP HET GEBIED VAN LOKALE STRUCTUREN

‘The people of Afghanistan may represent many things in this conflict – an audience, an actor, and a source of leverage – but above all, they are the objective. The population can also be a source of strength and intelligence and provide resistance to the insurgency. Alternatively, they can often change sides and provide tacit or real support to the insurgents. Communities make deliberate choices

(12)

to resist, support, or allow insurgent influence. The reasons for these choices must be better understood.’19

Counterinsurgency op het gebied van lokale structuren is een van de drie pijlers waarop Stanley McChrystal als commandant van de ISAF-troepen in Afghanistan zijn visie baseerde. In zijn beleving van het concept counterinsurgency en hoe dit in praktijk moet worden gebracht, is het beïnvloeden van de lokale structuren van een gebied, land of systeem een centraal element. Het bovenstaand fragment is afkomstig uit een verslag dat McChrystal in 2009 in opdracht schreef van de minister van Defensie Robert Gates om zijn visie uiteen te zetten over hoe de missie in Afghanistan vervolgd moest worden. McChrystal werd immers binnengehaald, en ook in de pers afgespiegeld, als de grote vernieuwer. Na jarenlang geen stap dichterbij een oplossing te zijn komen, zou McChrystal knopen gaan doorhakken. Een van de punten die hij erg benadrukt is het winnen van het vertrouwen van de (Afghaanse) bevolking waardoor COIN als brede aanpak beter te handhaven zal zijn. Alleen als de bevolking achter de buitenlandse steun staat, zou de strijd tegen het terrorisme overwonnen kunnen worden. Het Afghaanse volk vormt het doel van de missie. Daarop moet dus ook geconcentreerd worden bij elke beslissing die in het kader van de missie genomen wordt. Tijdens verschillende lezingen, artikelen en ‘briefings’ met de Amerikaanse politieke en militaire top legt de (voormalig) generaal continu de nadruk op het doel van de missie: het beschermen van het Afghaanse volk. In oktober 2009, enkele maanden na zijn aantreden, houdt McChrystal een speech voor het International Institute for Strategic Studies (IISS) in Londen over de huidige situatie in Afghanistan en hoe de (westerse) troepen met de moeilijke omstandigheden dienen om te gaan. Deze speech is zeer uitgebreid en wordt door waarnemers als erg belangrijk ervaren, aangezien McChrystal hier meer open kaart zou spelen over de situatie in Afghanistan dan dat zijn voorgangers dit gedaan hadden. Hij begint met de stelling dat hij zijn betoog uitspreekt voor zowel jonge Amerikanen als voor jonge Afghanen.20 Op deze manier wil hij duidelijk maken dat niet alleen jonge Amerikanen die hun leven in de waagschaal leggen voor een land ver weg van hun eigen omgeving, een uitleg verdienen over de stand van zaken. Dit geldt zeker ook voor jonge Afghanen die de toekomst vormen van hun land. De laatste groep bestaat immers uit de mensen die ‘het stokje’ uiteindelijk zouden moeten gaan overnemen, want, zo herhaalt McChrystal, voor Afghanistan komt er ook een periode zonder de hulp en steun van de ISAF-troepen. ‘It’s an extraordinary important subject, because young people are dependent on the decisions we make.’21 Welke beslissingen dat zijn geweest en welke beslissingen er 19 Report McChrystal: COMISAF’s initial assessment, 12.

20 Speech McChrystal International Institute for Strategic Studies (IISS) Londen, okt. 2009. http://www.youtube.com/watch?v=F1KGnacqfMc, laatst geraadpleegd op 5-06-14.

21 Speech McChrystal International Institute for Strategic Studies (IISS) Londen, okt. 2009. 0:45-0:50, http://www.youtube.com/watch?v=F1KGnacqfMc, laatst geraadpleegd op 5-06-14.

(13)

nog genomen gaan worden om de juiste benadering te kunnen hanteren in Afghanistan hangt van veel factoren af.

Op de vraag welke benadering dit dan zou moeten zijn in Afghanistan, kan McChrystal dus moeilijk een eenduidig antwoord geven. Een belangrijk punt is dat hij zich al sinds 2002 in Afghanistan bevindt, weliswaar niet in de functie van generaal, maar tegelijkertijd het besef heeft hoe weinig hij van het land en de cultuur en geschiedenis begrijpt. Afghanistan is niet alleen voor het Amerikaanse volk en de gehele westerse wereld die erbij betrokken is een ‘ver-van-mijn-bed-show’, maar ook de aanwezige militairen hebben moeite met de cultuur- en taalbarrière die er heerst. Mede hierdoor zijn er volgens McChrystal in het verleden steken blijven liggen. De complexiteit en het diffuus karakter van counterinsurgency, zoals dit eerder aan bod is gekomen, hangt hiermee samen. De samenwerking met lokale structuren is echter noodzakelijk: uiteindelijk is het een conflict van de Afghanen. De factoren die er spelen en die ervoor zorgen dat Afghanistan moeite heeft met het opbouwen van een stabiele staat, moeten geleidelijk aan meer een zaak zijn die herleid gaat worden naar de Afghaanse bevolking zelf. De bevolking moet vertrouwen krijgen in het bestaan en het ontstaan van betrouwbare en dienstbare lokale overheden.

Hier is volgens McChrystal nog een flinke slag te behalen, aangezien vanwege het roerige verleden van het land, veel (lokale) staatsinstellingen zwak zijn. Deze lokale overheden zorgen daardoor voor het creëren van wantrouwen bij de plaatselijke bevolking. Het is de taak van ISAF om dit te verbeteren. Een zwakke staat met zwakke overheidsinstellingen kan immers een moeras vormen dat de vestiging en het vergaren van steun voor de insurgents bevordert. ‘If the government can’t protect them from harm and insurgents, they are not going to support the government. Winning the battle of perception is the key.’22 Ook de aantrekkingskracht van deze insurgents op de bevolking, die andere omstandigheden wenst dan in het verleden, hangt samen met het al dan niet bestaan van gevestigde, en bovenal eerlijke, overheidsinstellingen.

‘The weakness of state institutions, malign actions of power-brokers, widespread corruption and abuse of power by various officials, and ISAF’s own errors, have given Afghans little reason to support their government. These problems have alienated large segments of the Afghan population. They do not trust GIRoA [Afghaanse regering] to provide their essential needs, such as security, justice and basic services. This crisis of confidence, coupled with a distinct lack of economic and educational opportunity, has created fertile ground for the insurgency. ’ 23

Daarentegen moet in het westen, en specifieker nog bij de ISAF-troepen zelf, de vraag worden gesteld ‘Wat is Afghanistan ons waard?’ Daarmee wordt de vraag bedoeld in hoeverre de troepen een westerse blauwdruk op het land willen leggen en op welke gebieden er hulp geboden moet worden. Er moet immers het besef komen tot hoever de troepen moeten en kunnen gaan. Als er meer 22 Speech McChrystal International Institute for Strategic Studies (IISS) Londen, okt. 2009. 2:00-2:30,

http://www.youtube.com/watch?v=F1KGnacqfMc, laatst geraadpleegd op 5-06-14. 23 Report McChrystal: COMISAF’s initial assessment, 12.

(14)

samengewerkt wordt met de lokale structuren, zou deze onzekerheid volgens McChrystal opgevangen kunnen worden.24 Dankzij deze samenwerking zal het mes aan twee kanten tegelijkertijd kunnen snijden. Wanneer er samengewerkt gaat worden met ten eerste de Afghaanse politiek, (in het bijzonder GiroA) en het eigen leger, zal de Afghaanse bevolking het gevoel krijgen dat de coalitietroepen niet alleen aanwezig zijn vanwege eigen politieke belangen. De troepen zijn er dan daadwerkelijk voor hen om Afghanistan op deze manier een betere toekomst te kunnen garanderen. Tevens zal er, in de visie van McChrystal, op deze manier vertrouwen gewekt kunnen worden in de eigen instellingen. De overheid van Afghanistan ondervindt namelijk vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw, gevolgd door de Sovjet-invasie in het land, chaos en andere grote problemen en heeft daarom geen al te goede reputatie. Corruptie, zelfverrijking en de toenemende islamisering (onder invloed van de Taliban) zorgen ervoor dat de Afghanen geen vertrouwen hebben in hun eigen instellingen, waardoor het land terecht komt in een vicieuze cirkel. De bevolking klopt niet aan bij de instellingen waardoor deze niet kunnen groeien en in samenwerking met de troepen van ISAF geen verbetering in de situatie kunnen brengen.

In met name het westen – de Verenigde Staten, Groot-Brittannië maar ongetwijfeld ook in Nederland – heerst er onder andere door de media het beeld dat met name de Amerikaanse troepenmacht een ‘westelijke, democratische bril’ probeert op te dringen aan Afghanistan, dat in wezen een heel ander ‘type’ land met een heel andere cultuur is. McChrystal stelt daarom dat de tijd rijp is voor een nederige opstelling vanuit de westerse aanwezige militairen. Volgens hem moet het ook in wezen een heel ander land blijven en met dit punt probeert hij zich te onderscheiden van zijn voorgangers. ‘It’s time for humility’. 25 Afghanistan kan geen westers land worden. Dit moet echter ook niet de insteek zijn van de missie. Humility kan er volgens McChrystal voor zorgen dat het land sterker wordt, met hier en daar ondersteuning van zijn troepen, maar gebaseerd op eigen waarden en normen.

Sommige taken moeten volgens McChrystal dus langzamerhand overgeheveld gaan worden naar eigen Afghaanse lokale overheden waardoor het land als het ware opnieuw uitgevonden kan worden. Er moet het besef komen dat Afghanistan geen geschiedenis kent van een sterke centrale overheid. Volgens McChrystal zal er dus een overgang plaats moeten gaan vinden om het land ‘terug te gaan geven’ aan de Afghanen. Dit moet echter wel volgens een nieuw model gebeuren. Met deze visie onderscheidt McChrystal zich, misschien wel indirect, van zijn voorgangers als commandant van de gezamenlijke strijdkrachten in Afghanistan. Deze tussenfase in zijn model zal bestaan uit een samenwerking tussen de westerse militairen en de Afghaanse militairen, politici en politie. De lokale 24 Stanley McChrystal on US Military approach, http://www.youtube.com/watch?v=_KplWyj6_iM,

laatst geraadpleegd op 10-06-14.

25 Speech McChrystal International Institute for Strategic Studies (IISS) Londen, okt. 2009, alle delen, laatst geraadpleegd op 10-06-14.

(15)

machtsstructuren die al aanwezig waren, zijn moeilijk te doorgronden vanwege de vermeende invloed van buitenaf (met name van de Taliban) of vanwege oude familiestructuren. Deze zullen dus geherstructureerd moeten worden, maar daarbij moet de Afghaanse authentieke cultuur niet uit het oog worden verloren. Uiteindelijk vraagt het insurgent-probleem in Afghanistan een Afghaanse oplossing, geen westerse insteek.

‘ISAF’s center of gravity is the will and ability to provide for the needs of the population “by, with and through” the Afghan government. A foreign army alone cannot beat an insurgency; the insurgency in Afghanistan requires an Afghan solution. This is their war and, in the end, ISAF’s competency will prove less decisive than GIRoA’s; eventual success requires capable Afghan governance capabilities and security forces. While these institutions are still developing, ISAF and the international community must provide substantial assistance to Afghanistan until the Afghan people make the decision to support their government and are capable of providing for their own security.’26

De kernwoorden in de visie van McChrystal op dit punt zijn time, space en capability. Door het toepassen van deze aspecten, zou er volgens ‘Stan the man’ een nieuwe fase aanbreken in de Afghanistan missie. ‘It’s not the beginning of the end, but it’s the end of the beginning.’27 Gedurende de periode waarin de internationale troepen inmiddels in Afghanistan aanwezig waren, werd het volgens McChrystal hoognodig tijd voor nieuwe impulsen. Deze nieuwe periode zou dus gekenmerkt worden door het geleidelijk terugbrengen van de Afghaanse (eigen) invloed in het eigen land. Er is een nieuwe clarity (duidelijkheid) in de missie, uitgesproken door zowel president Barack Obama als de NAVO. Deze clarity uit zich ook bij de Afghaanse bevolking en het begrip van de plaatselijke situatie in Afghanistan. Wanneer dit uitgebreid wordt en gecombineerd kan worden met het bieden van time, space en capability kan men volgens McChrystal doen waar de troepen voor in het land aanwezig zijn: het beschermen van de Afghaanse bevolking.

Het beschermen van de Afghaanse bevolking is uiteraard niet het enige doel dat McChrystal op het gebied van lokale structuren wil bereiken. Het beschermen van de zo divers samengestelde bevolking, die aanvankelijk wantrouwend, en soms zelfs vijandelijk, tegenover de zogenaamde ‘helpers’, de ISAF- troepen staan, is niet zo eenvoudig als McChrystal in zijn visie stelt. Het winnen van de ‘hearts and minds’ van de groep die – ten eerste – geholpen moet worden, en waar – ten tweede – mee samengewerkt moet worden, zal moeten gebeuren voordat er samenwerking met de lokale

26 Report McChrystal: COMISAF’s initial assessment, 12.

27 Gen. McChrystal discusses situation in Afghanistan – part 1 and 2, http://www.youtube.com/watch? v=uv6eq6zJEJMhttp://www.youtube.com/watch?v=SNagA2W8dLE, laatst geraadpleegd op 7-06-14.

(16)

structuren kan plaatsvinden. In het rapport uit 2009 dat McChrystal bij zijn aanstelling uiteenzette voor de minister van Defensie, noemt hij deze pijler van de nieuwe aanpak ‘to build relationships’:

‘In order to be successful as counterinsurgents, ISAF must alter its operational culture to focus on building personal relationships with its Afghan partners and the protected population. To gain accurate information and intelligence about the local environment, ISAF must spend as much as time as possible with the people and as little time as possible in armored vehicles or behind the walls of forward operating bases. ISAF personnel must seek out, understand, and act to address the needs and grievances of the people in their local environment. Strong personal relationships forged between security forces and local populations will be a key to success.’ 28

Op het moment dat er een relationship opgebouwd is en de ‘hearts and minds’ van de bevolking gewonnen zijn, is dit geen automatische vrijbrief voor een goede samenwerking met de lokale overheden, bedrijven en op andere gebieden waarmee de ISAF-troepen te maken zullen krijgen. Er is namelijk een zekere voorzichtigheid geboden. Ondanks de steun en het vertrouwen van de Afghanen zelf, kan elke beslissing, elke afweging die gemaakt wordt op een bepaald punt of in een bepaald gebied, zijn doorwerking vinden op andere gebieden. De communicatie die plaatsvindt voorafgaand en tijdens de samenwerking met de lokale structuren, bijvoorbeeld een plaatselijke politie-eenheid, het leger, of een gemeentelijke instelling, heeft een terughoudende toon nodig. Ook op andere gebieden binnen zijn visie over hoe counterinsurgency in een land als Afghanistan aangepakt moet worden, komt dit punt telkens terug. Het creëren van een stabiele en betrouwbare machtsfactor met ondersteuning van McChrystal en zijn troepen in gebied A, kan met dezelfde aanpak wel degelijk problemen opleveren in vallei B. De oplossing van COIN in Afghanistan ligt dus in het land zelf, niet van daarbuiten. Zo moet voorkomen worden dat Afghanistan zich ontwikkelt als een soort ‘Chaossistan’, waarbij gedoeld wordt op de gebeurtenissen in Somalië. In dit laatste voorbeeld werd de oplossing van buitenaf gezocht, maar volgens McChrystal is dit vooral door de achtergrond en de geschiedenis ook in een land als Afghanistan niet mogelijk. 29

Het zoeken naar een oplossing voor het counterinsurgency-vraagstuk in het land zelf en het herstructureren van oude familieverbanden zonder het uit het oog verliezen van de authentieke Afghaanse cultuur, is nog een hele opgave, maar moet wel de prioriteit hebben. Het is niet alleen cruciaal voor het succes van de missie zelf, zeker met het oog op de toekomst van het land, maar daarnaast is het van belang dat er in het westen (in de landen die deelnemen aan ISAF) een zeker begrip gaat ontstaan van diezelfde Afghaanse cultuur. Afghanistan moet namelijk geen kopie worden van de blauwdruk van westerse democratische waarden. McChrystal is immers van mening dat er een evenwicht moet bestaan tussen de oude eigen waarden van het land en de structuur die door ISAF 28 Report McChrystal: COMISAF’s initial assessment, 20.

29 Speech McChrystal International Institute for Strategic Studies (IISS) Londen, okt. 2009, 4:00-8:45 http://www.youtube.com/watch?v=F1KGnacqfMc, laatst geraadpleegd op 7-06-14.

(17)

hopelijk aangebracht gaat worden. Alleen op deze manier kan de missie het land zover mogelijk vooruit helpen. Eenvoudig zal dit niet zijn, maar volgens McChrystal uiteraard niet onmogelijk:

‘Can we succeed? We can. We must redefine the fight. The objective is the will of the Afghan people. We must protect the Afghan people from all threats. From the enemy and from our own actions. Let me describe it. A couple of days ago just as we are coming here, a bus going to the south of Kandahar hit an improvised explosive device and killed thirty Afghan civilians. That’s tragic. So on the one hand you would say that the Afghan people would recoil against the Taliban who placed that IED. And to a degree they do. But we must also understand they also recoil against us from that same event. Because one, if they think that if we weren’t there the IED wouldn’t have been there. So in an indirect way we caused the IED to be there. Second, we came and we said we would going to protect them. And we didn’t. So sometimes the things which are most horrific, done by the insurgents, still reinforce to the Afghan people a decision that coalition forces are either ineffective or at least not in their interest. That doesn’t happen all the time. There’s also the other part where they absolutely feel differently but you have to understand and put in that context to know what we must do.’30

Volgens McChrystal moet de bevolking ook beschermd worden tegen de eigen acties van de International Security Assistance Force. Het gevaar ligt namelijk in het feit dat wanneer de troepen vechten en gefocust zijn op het uitschakelen van de vijand, in het bijzonder de Taliban en sympathisanten, en er daarbij Afghaanse burgers gedood worden of Afghaans bezit vernietigd wordt, dit averechts zal werken. Voor de Afghaanse bevolking lijkt het dan immers of de ‘arrogante’ ISAF niet bezig is met het lot van de gewone Afghanen. Gedurende de hele missie wordt jegens de bevolking uitgedragen dat de militairen er voor haar zijn, dat ze gerespecteerd wordt en beschermd zal worden. Het vernietigen van de huizen van burgers, het verpesten van hun oogst en zelfs het doden van familieleden, kan men dan niet rijmen met de uitstraling van bescherming. Ook voor de militairen zelf is het immers moeilijk om deze twee met elkaar te verbinden. Het begrip moet dus heersen dat de mensen gerespecteerd worden. Daarnaast moet er een zekere verantwoordelijkheid gelden dat de Afghanen uiteindelijk de insurgents moeten verslaan. Volgens McChrystal moet er dus duidelijk een verandering in de mindset gaan plaatsvinden.

Counterinsurgency op het gebied van lokale structuren, een van de drie pijlers waar Stanley McChrystal zijn visie op baseert, is dus gericht op ten eerste het verkrijgen van steun en vertrouwen bij de plaatselijke bevolking, de zogenaamde ‘hearts and minds’. Vervolgens kunnen de zwakke overheidsinstellingen die Afghanistan in hoge mate heeft, het land kent immers geen verleden van een sterke overheid, opnieuw uitgevonden worden, waarna er op verschillende gebieden samenwerking kan plaatsvinden tussen enerzijds de coalitietroepen en anderzijds de eigen Afghaanse overheidsinstellingen. Dit kan zowel op politiek, militair, humanitair als operationeel gebied zijn. Echter is hier een verandering in de ‘mindset’ van beide partijen voor nodig. Hoe deze ‘mindset’ 30 Speech McChrystal International Institute for Strategic Studies (IISS) London, okt. 2009, 5:00-7:50.

(18)

eruitziet en waar er ruimte is voor wijzingen op zowel het gebied van veiligheid als op niet-militair terrein, komt hierna aan bod. Gezamenlijk vormen zij de drie pijlers van counterinsurgency in de ogen van generaal Stanley McChrystal.

HOOFDSTUK 3 COUNTERINSURGENCY OP HET GEBIED VAN SECURITY

Afghanistan is een land dat, zoals al eerder gezien, geen sterke geschiedenis van eenheid kent. Zwakke overheidsinstellingen, slechte infrastructuur, de strikte regelgeving onder de Taliban en – met dit alles samenhangend – het moeras van insurgents zorgen ervoor dat de steun van de bevolking voor de missie en dus voor de directe aanwezigheid van de International Security Assistance Force erg onzeker is. Bij negatieve voorvallen kan de steun die misschien wel al vergaard is voor de troepen, net zo gemakkelijk overslaan naar bijvoorbeeld het doorgeven van inlichtingen aan de Taliban. Het eerdergenoemde voorbeeld dat Stanley McChrystal noemde voor wat betreft de improvised explosive devices is typerend. In de ogen van Afghanen brengt de komst van de westerse coalitietroepen dus ook nieuwe problemen in de samenleving met zich mee. De ISAF-troepen worden dus niet zozeer

(19)

enkel als helpers gezien. Daarbij komt het probleem om de hoek kijken dat de Afghaanse samenleving er voor de militairen deels onbegrijpelijk uitziet. Er is geen duidelijk onderscheid tussen de verschillende groeperingen binnen de Afghaanse samenleving. Er lopen groepen in elkaar over. Daardoor wordt het voor de missie moeilijker om de grens tussen illegaal en legaal, tussen insurgents en civilians, en daardoor ook tussen het verkrijgen van steun of niet, aan te kunnen duiden. Wanneer dit niet duidelijk is, wordt het des te moeilijker gemaakt om de ‘hearts and minds’ van de mensen te kunnen winnen:

‘There are no clear lines separating insurgent groups, criminal networks (including the narcotic networks), and corrupt GIRoA officials. Malign actors within GIRoA support insurgent groups directly, support criminal networks that are linked to insurgents, and support corruption that helps feed the insurgency.’ 31

Wanneer de stappen binnen de eerste pijler van de visie van McChrystal worden volbracht, namelijk ten eerste het winnen van vertrouwen en ten tweede het samenwerken met lokale instellingen, kan de security worden geboden die volgens McChrystal past in het concept van counterinsurgency. Deze aanpak zal uiteindelijk weer doorwerking hebben op andere gebieden, zoals het verkrijgen van informatie die van belang kan zijn voor het vervolg van de missie. Deze informatie zou dan immers doorgespeeld kunnen worden door de bevolking.

De visie van McChrystal voor wat betreft security heeft betrekking op meerdere niveaus. Ten eerste security onder de Afghaanse bevolking. Sinds 2006 geldt voor de Amerikaanse krijgsmacht een nieuwe manier van oorlogvoering voor wat betreft counterinsurgency warfare. De population-centric approach binnen de visie op counterinsurgency legt niet meer enkel de nadruk op de vijand, de insurgent, maar ook op de bevolking binnen zo een conflict. Het Amerikaanse leger heeft door de geschiedenis heen telkens te maken gehad met andere vijanden, die ieder een eigen benadering vereisen, en waar niet alleen de nadruk ligt op het verslaan van de vijand maar ook op de ‘voorbereiding’ op diezelfde vijand in vredestijd. De Amerikaanse kolonel en docent aan de United States Military Academy West Point Gian Gentile is een toonaangevende expert en leidend voor wat betreft de kritiek die er heerst op de Amerikaanse counterinsurgency-aanpak. In 2009 schreef hij het werk A strategy of tactics: Population-centric COIN and the army waarin hij het volgende concludeerde: ‘The American Army’s new way of war, otherwise called population-centric counterinsurgency, has become the only operational tool in the Army’s repertoire to deal with problems of insurgency and instability throughout the world. Population-centric COIN may be a reasonable operational method to use in certain circumstances, but it is not a strategy. There are

flaws and limitations that need to be exposed and considered.’ 32

31 Report McChrystal: COMISAF’s initial assessment, 17-18.

(20)

Deze population-centric approach staat lijnrecht tegenover de enemy-centric counterinsurgency. In deze laatstgenoemde benadering staat het uitschakelen van de vijand, op elke mogelijke manier, centraal en vormt dat de focus bij het nemen van elke beslissing in het kader van een missie. Het bijkomende element hierbij vormt dan dus wel dat het uitschakelen van de vijand ook gevaar voor anderen kan betekenen, zoals het veroorzaken van burgerslachtoffers en vernielingen aan de omgeving waarin geopereerd wordt om diezelfde vijand te kunnen uitschakelen. Sinds de moderne oorlogvoering in Irak en Afghanistan is er met name in de Verenigde Staten een levendige discussie gaande over welke benadering er aangehouden moet worden. Het is daarbij de vraag of enerzijds de bevolking centraal moet staan in een counterinsurgency-conflict, of de insurgents zelf. Het is nu de vraag hoe Stanley McChrystal in deze discussie staat en welke plaats hij als commandant van de troepen in Afghanistan inneemt. Hij stelt dat ISAF zich ten eerste moet focussen op datgene waar ze de meeste invloed op heeft: de ISAF-troepen zelf. De coalitietroepen moeten zichzelf ter verantwoording roepen over wat zij bereiken, voordat zij hetzelfde kunnen doen bij andere factoren die de strijd bepalen. De benadering die daarbij gehanteerd moet worden, en welke counterinsurgency approach hierbij gehanteerd moet worden, heeft McChrystal duidelijk uiteengezet. Ook hier maakt hij wederom gebruik van stappen die gezet moeten worden op een gebied, waarna er verbetering kan plaatsvinden op een ander gebied. Dit laatste element, beslissing in gebied A heeft ook invloed in gebied B, is typerend voor de missie van de International Security Assistance Force.

‘ISAF is not adequately executing the basics of COIN doctrine. Thus the first major recommendation of this assessment is to change and focus on that which ISAF has the most control of: ISAF. The coalition must hold itself accountable before it can attempt to do so with others. Specifically, ISAF will focus on two major changes to improve execution of COIN fundamentals and enhance organizational alignment and efficacy:

First, ISAF will change its operational culture to pursue a counterinsurgency approach that puts the Afghan people first. While the insurgency can afford to lose fighters and leaders, it cannot afford to lose control of the population.

Second, ISAF will change the way it does business to improve unity of command within ISAF, seek to improve unity of effort with the international community, and to use resources more effectively.’33

Binnen zijn visie – die uiteraard ten eerste bestemd is voor de minister van Defensie – legt McChrystal dus duidelijk de nadruk op de counterinsurgency approach that puts the Afghan people first. Dit zou dus overeenkomen met een population-centric approach. Immers de bevolking komt op de eerste plaats, de vijand is daarbij niet het grootste doel. Het lijkt echter of McChrystal zijn visie aanpast aan de ‘doelgroep’ waarmee hij over de missie in Afghanistan in gesprek is, en afhankelijk maakt van het moment waarop dit plaatsvindt met betrekking tot eerdere gebeurtenissen die de missie hebben 33 Report McChrystal: COMISAF’s initial assessment, 19.

(21)

gekenmerkt. Ter illustratie, bovenstaande uitspraak staat lijnrecht tegenover de zinsnede die al eerder aan bod is gekomen en die McChrystal heeft uitgesproken tegenover journalisten waarin hij zijn visie niet onder stoelen of banken schuift, namelijk: ‘Figure out how your enemy operates, be faster and more ruthless than everybody else, then take the fuckers out’.34 Het lijkt bij het laatste dus het geval te zijn dat de visie van McChrystal op counterinsurgency eigenlijk meer recht toe, recht aan bedoeld is, maar dat deze visie vanwege zijn positie en de politieke bagage die ermee gemoeid is, niet op deze rechtstreekse manier ingevuld kan worden. Bij het denken over counterinsurgency in het algemeen, en de bijbehorende benaderingen hiervoor, wordt echter wel degelijk rekening gehouden met een zekere collateral damage. Vanwege de complexe aard van deze vorm van oorlogvoering, blijkt het een moeilijke opgave om de schade te beperken tot de (twee) groepen die tegenover elkaar staan. Het is uiteraard diep treurig wanneer er burgerslachtoffers vallen in zulke conflicten, maar de aard van counterinsurgency gaat er feitelijk wel enigszins vanuit dat dit kan gebeuren, gezien de historiografie van deze complexe oorlogvoering. In het oorlogsrecht wordt collateral damage dan ook gezien als geoorloofd, mits de schade ‘in dienst staat’ van de militaire waarde van de actie of het doel zelf.35 Een zekere bijkomende schade wordt dus, binnen de ‘traditionele’ visie, wel gezien als onvermijdelijk. De schade die niet rechtstreeks toegebracht wordt aan de vijandelijke partij, moet uiteraard wel zoveel mogelijk beperkt worden. Dat de mogelijkheid bestaat dat er zulke collateral damage kan plaatsvinden, wordt dus erkend. Het inzetten van improvised explosive devices bijvoorbeeld, kan veel casualties met zich meebrengen. Deze middelen hebben (gedwongen) gezorgd voor veranderingen in de tactieken van counterinsurgency door ISAF. Deze wisselwerking heeft echter weer effect op de security-beleving van de bevolking, die in een population-centric approach centraal zou moeten staan.

‘This has forced changes in counterinsurgent tactics — particularly for patrolling. In classical counterinsurgency, patrolling is a key tactic designed to dominate an area, reassure and protect the population, disrupt insurgents and gather intelligence. But IEDs have forced patrols (and private security details) to move down the center-line of roadways, disrupting traffic and alienating the population. And IED attacks on patrols usually cause civilian casualties, making locals wary of foot patrols and frightened to be near them. Far from finding “presence patrols” reassuring, the population finds them alienating and a source of danger.’36

De visie van McChrystal en de invulling hiervan, lijkt dus nogal eens te verschillen per situatie. Naast de security onder de Afghaanse bevolking is er ten tweede ook de security die wordt nagestreefd

34 M. Hastings, ‘The runaway general’, Rolling Stone (Juli 2010) 90-121.

35 I. Arreguín-Toft, ‘How the weak win wars - a theory of asymmetric conflict’, International security 26 (2001) 1, 108-111.

(22)

door de ISAF-troepen zelf. Zekerheid en veiligheid onder de militairen zelf kan alleen plaatsvinden wanneer de militaire top, waarbij de hoofdtaak hiervan uiteraard bij McChrystal ligt, zo open mogelijk is over de missie. De generaal hamert er vaak op dat de (jonge) mensen die risico’s nemen in hun leven in het kader van de missie, ook eerlijke antwoorden verdienen op vragen. Zo zou hij namelijk nooit eerder uitdragen dat ISAF aan de winnende hand is, dan wanneer dit door bewijsmateriaal wordt ondersteund. De verschillende militaire onderdelen en individuen die deel uitmaken van het grotere geheel, verdienen dus eerlijke antwoorden op oprechte vragen.37 Zoals eerder gesteld, wanneer militairen zich betrokken voelen bij het grotere geheel, en zo het nut van de hele missie op zowel laag als hoog niveau meekrijgen, kan er een shared consciousness ontstaan bij de betrokken militairen. Als gevolg hiervan wordt er een shared purpose gecreëerd. Deze saamhorigheid kan bijdragen aan de security binnen de missie.38

Wanneer het vertrouwen bij de Afghaanse bevolking is gewonnen en ook bij ISAF zelf alles op orde is, kan men, ten derde, de aandacht richten op de Afghaanse staatsinstellingen. Deze moeten vertrouwen en zekerheid uitstralen en ook zekerheid bieden aan de Afghaanse bevolking. De taak van ISAF in dit doel is het betrekken van de ‘gewone mensen’ bij het politieke proces.

‘Elements of Afghan society, particularly rural populations, have been excluded from the political process. ISAF must support UNAMA and the international community in sub-national governance reform by working directly with local communities, starting by assessing Afghan civilian needs by population center and developing partnerships to act on them. By empowering local communities, GIRoA, supported by ISAF, can encourage them to support the political system. District elections and the civilian resources deployed to Provincial Construction Teams, District Support Teams, and ISAF task forces will also help build legitimate governance structures at the sub-national levels.’39

De security-visie van McChrystal kent dus drie lagen. De tegenstrijdigheden die in het denken van McChrystal en zijn uitingen verscholen liggen, komen hier echter niet geheel in terug. Aangezien deze visie vaak geuit werd onder sterke en wisselende politieke druk, lijkt het alsof McChrystal zijn visie inkleurt afhankelijk van wat het meest politiek ‘correct’ is en aansluit bij de politieke druk afkomstig

37 Stanley McChrystal on U.S. Military strategy, http://www.youtube.com/watch?v=_KplWyj6_iM, laatst geraadpleegd op 14-06-14.

38 Stanley McChrystal on U.S. Military strategy, http://www.youtube.com/watch?v=_KplWyj6_iM, laatst geraadpleegd op 14-06-14.

(23)

van zijn ‘opdrachtgever’, president Barack Obama. Uiteindelijk blijkt ook de militaire top niet meer te zijn dan een marionet van de politieke top die de rode draad van de missie bepaalt. Deze politieke top heeft de rode draad gedefinieerd als population-centric, waarna Defensie hierin gedwongen mee moet gaan.

Juist op dit punt lijkt McChrystal zichzelf meer dan eens tegen te spreken. ‘Be more ruthless than your enemy’ impliceert immers dat men de insurgents altijd zou moeten overtreffen. Zowel in snelheid, militaire operaties, de bewapening en vooral de hardheid die hierbij gebruikt wordt. Dit staat juist niet in juiste relatie tot de opvatting van population centric. Om meer ‘ruthless’ te zijn, wordt de nadruk gelegd op de vijand: enemy-centric approach dus. De eerdergenoemde kolonel Gian P. Gentile stelt in zijn werk A strategy of tactics: population-centric COIN and the army dat het Amerikaanse leger, inclusief McChrystal, te zeer gefocust is op deze zwart-witte benadering van counterinsurgency. Inspringen op onvoorziene omstandigheden die niet in deze benadering passen, zou dan ook een steeds groter probleem gaan vormen. Zowel voor de missie in Afghanistan als voor het beleid van het leger in het algemeen. De auteur heeft dit al eerder zien gebeuren met de dramatische gebeurtenissen in Vietnam.

‘Ironically, the new approach has inverted political scientist Andrew Krepinevich’s damning criticism of the American Army in his hugely influential but deeply flawed 1986 book, The Army in Vietnam. Krepinevich’s strategy of tactics argument for Vietnam was that the American Army was so conventionally minded and hidebound that it was unable to see a better way of population-centric COIN. Now the American Army has done the inverse. The Army is so tactically oriented toward population-centric counterinsurgency that it cannot think of doing anything else. General Stanley McChrystal’s recently released command guidance to forces in Afghanistan employs all of the dictums of population-centric counterinsurgency and confirms this strategy of tactics. His statement that success in Afghanistan will not be determined by the number of enemy killed but by the ‘shielding’ of the civilian population could have easily come out of the pages of FM 3-24, or commander’s talking points during the Iraq surge.’40

Het beeld dat McChrystal een ‘hardere’ security-visie binnen de counterinsurgency aanhangt maar vooral vanuit politieke druk meer population-centric te werk ging, blijkt uit militaire operaties die ‘Stan the man’ afbrak of wijzigde als het karakter van de missies veel burgerslachtoffers zou kunnen eisen. Collateral damage, in de traditionele counterinsurgency-opvatting ‘voor lief genomen’, past qua politieke wenselijkheid niet in de population-centric approach en dit wordt dan ook zo veel mogelijk vermeden in het veld.

Wat is dan wel de oplossing voor wat betreft het security-vraagstuk binnen counterinsurgency? Onder leiding van McChrystal (en dus, zoals gezien, onder sterke politieke druk) moest de missie een population-centric approach krijgen, maar vaak ontstond er in de praktijk een balans tussen de twee benaderingen. De bevolking moest op de eerste plaats komen maar er zijn ook voorbeelden te noemen waarbij de voorgenomen procedures en beperkingen iets minder nauw 40 G.P. Gentile, A strategy of tactics: Population-centric COIN and the army (New York 2009) 7.

(24)

werden aangehouden dan vanuit een population-centric approach de insteek zou moeten zijn. Bij militaire operaties is het namelijk moeilijk om de juiste balans te vinden: het meedogenloos aanvallen van de vijand of iets minder rechtstreeks te werk gaan zodat er een mindere kans is op (burger)slachtoffers in de omgeving.

‘Progress and reform occurred on General McChrystal‘s watch, in part, because the ISAF mission statement directed soldiers to conduct population-centric counterinsurgency operations but in some areas the pendulum swung too far from the balanced approach that was envisioned. Some units interpreted the ISAF tactical directive guidance in stark black and white. Junior commanders often took statements such as ―the use of air-to-ground munitions and indirect fires against residential compounds is only authorized under very limited and prescribed conditions out of context. In the name of complying with the commander‘s intent, some units centralized indirect fire and close air support (CAS) procedures and, in turn, constrained their junior formations in contact. Although ISAF intended to limit civilian casualties by decreasing the use of indirect fire and CAS, the new mission statement was never intended to constrain commanders or endanger soldiers in contact.’41

Er werd dus gestreefd naar een population-centric approach die op drie niveaus moest gaan plaatsvinden, dat wil zeggen security die bereikt moest worden bij ten eerste de Afghaanse bevolking, bij ISAF zelf en bij de Afghaanse staatsinstellingen. In bepaalde situaties was deze gelaagde benadering dus niet duidelijk. McChrystal heeft in zijn periode wel vaker acties afgeremd die het risico meebrachten dat ze collateral damage zouden kunnen veroorzaken. Wat dat betreft past McChrystal dus wel weer in het beeld van population-centric. Ook hijzelf als leider is echter onzeker over wat de juiste aanpak is voor Afghanistan. Zo stelde hij meermaals dat degene die de oplossing voor het Afghaanse probleem kan vinden, op zijn stoel mag plaatsnemen. Met andere woorden: dé oplossing bestaat niet of is nog niet gevonden. Ondanks de uitgebreidheid van de visie van McChrystal en zijn uitleg tegenover Defensie zelf en de politieke beleidsmakers, blijft counterinsurgency en security een complex probleem. De situatie en de omgeving dwingen hem plaats te nemen in het hokje van population-centric maar diep van binnen rijmt dat niet met de ‘harde’ soldaat die McChrystal, zoals hij zelf bevestigt, eigenlijk is. Militairen zullen volgens hem een leider volgen die erin gelooft dat het risico van teleurstellingen moet worden geïncasseerd.Dit misschien wel tegen een hoge prijs.

Hoe hoog deze prijs zal uitvallen, wordt bepaald door welke benadering er in het veld gehanteerd gaat worden. Neigt deze naar het leggen van de focus op de bevolking of toch ten eerste op de vijand? De bevolking staat in het formele beleid zonder twijfel op de eerste plaats en er wordt dan ook (officieel) een population-centric approach aangehouden. Deze benadering heeft uiteraard niet alleen invloed op de samenwerking met de lokale Afghaanse structuren en op het gebied van security, maar ook op niet-militair terrein. Op niet-militair terrein zou de population centric approach 41 N.R. Springer, Stabilizing the debate between population-centric and enemy-centric counterinsurgency: success demands a balanced approach (California 2009) 119.

(25)

onder andere tot uiting kunnen komen door het helpen van de bevolking met het opbouwen van hun eigen land. Te denken valt aan het aanleggen van goede infrastructuur en watervoorzieningen. In het volgende hoofdstuk staat deze laatste pijler van de visie van McChrystal, counterinsurgency op niet-militair gebied, centraal.

HOOFDSTUK 4 COUNTERINSURGENCY OP NIET-MILITAIR TERREIN

Met de derde pijler, counterinsurgency op niet-militair terrein, raakt de cirkel van McChrystals visie langzamerhand rond. Het meest kenmerkende van counterinsurgency in zijn ogen is als vanzelfsprekend het winnen van de ‘hearts and minds’ van de bevolking. Het winnen van het vertrouwen van de bevolking zal namelijk niet alleen voordelen op militair gebied met zich mee brengen, maar ook daarbuiten zorgen voor de nodige voordelen in het kader van de missie en in het kader van de ontwikkeling van het land Afghanistan. Na zulk een lange interventie in Afghanistan komt er in de pers en ook binnen Defensie zelf, onvermijdelijk de vraag op welke partij er het meest in het voordeel is. De vraag heerst of de oorlog neigt naar het voordeel van de Taliban-groeperingen of naar de troepen van het International Security Assistance Force. ‘The Taliban is not popular […] The perception of the villager matters. Winning the battle of perception is key […] I will not stand up and say we’re winning until I have been told by indicators that we’re winning’.42 Die 42 Speech McChrystal International Institute for Strategic Studies (IISS) London, okt. 2009, 0:30-4:30. http://www.youtube.com/watch?v=U_BwZ7iS0vU, laatst geraadpleegd op 12-06-14.

(26)

indicators vormen voor Stanley McChrystal en zijn ondergeschikten dus een centraal onderdeel van de missie. Op deze manier blijven zij op de hoogte van de vordering (of achteruitgang) op elk mogelijk niveau. Counterinsurgency op niet-militair terrein kan dan ook op veel verschillende manieren worden opgevat. Hiermee worden ontwikkelingen bedoeld die met name ten gunste zijn van het land zelf, Afghanistan dus, en niet zozeer ontwikkelingen die in het kader van ISAF ingezet worden. Uiteindelijk kunnen deze verschillende belangengroepen wel van elkaar profiteren, maar het land en de mensen staan centraal. Dit komt op verschillende manieren tot uiting. Ten eerste staat de infrastructuur centraal. De missie in Afghanistan wordt eerder vertraagd dan bespoedigd door de gebrekkige wegen, bruggen en andere netwerken waarover contact traag verlopt. Ondanks dat McChrystal nog recentelijk in 2009 het volgende stelde: ‘It’s not the beginning of the end, but it’s the end of the beginning’, is zowel de internationale als Amerikaanse politiek niet meer van plan om nog vele jaren in Afghanistan aanwezig te zijn.43 Een van de manieren om het land zelfstandig beter te kunnen laten functioneren, is met het voorzien in een goed wegennet. Het jaar 2009 was dan ook een belangrijk jaar voor Afghanistan. In dit jaar, vallend in de periode van McChrystal als COMISAF44, zijn er veel vorderingen geboekt. Niet alleen op niet-militair terrein, de focus die hier centraal staat, maar ook de lokale structuren en security krijgen aandacht.

‘The year 2009 was a daunting one for Afghanistan. On the one hand, gross domestic product (GDP) per capita and economic growth rates increased, some social indicators in health and education showed signs of improvement, and there was increased provision of basic infrastructure including roads and electricity. On the other hand, insecurity worsened, and the corruption-plagued presidential elections exposed the fragility of both Afghan state institutions and the relationship between the Afghan government and some international donor countries. The upswing in Taliban-related incidents and the corresponding deterioration in security, along with the exposed weakness of democratic institutions, led the international community to refocus on Afghanistan.’45

Zoals te lezen is in het bovenstaand fragment, is er naast verbetering ook op sommige gebieden achteruitgang te constateren. In eigenlijk alle interviews heeft McChrystal dit niet of nauwelijks onder stoelen of banken geschoven. Maar dat er in de laatste jaren van de missie meer de nadruk ligt op de heropbouw van het land, kan niet ontkend worden. Bij een verbeterde infrastructuur is niet alleen het land gebaat, maar ook de missie. Zo zouden bepaalde patrouilles bijna twee keer zo snel uitgevoerd kunnen worden, met name in het zuiden van het land, dat nog steeds een broedplaats is voor insurgents en sympathisanten van de Taliban en andere terroristische groeperingen. In overleg en samenwerking met lokale overheden, gemeenten, politie et cetera, zijn inmiddels verschillende projecten opgestart om de infrastructuur in het land te verbeteren. In de meeste gevallen gebeurt dit 43 Gen. McChrystal discusses situation in Afghanistan – part 1 and 2, http://www.youtube.com/watch?

v=uv6eq6zJEJMhttp://www.youtube.com/watch?v=SNagA2W8dLE, laatst geraadpleegd op 7-06-14. 44 Commander of International Security Assistance Force.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Especially in countries in which the central state has never been strong, activist rebels build on pre-existing norms and political structures to establish their legitimacy.. 28

Met de oprichting van de VVDM en de BvD begon voor de krijgsmacht de eerste helft van ‘de lange jaren zeventig’, waarin de legitimiteit van de krijgsmacht door middel

•blokkade van Berlijn de westelijke mogendheden tot een grotere mate van eenheid gebracht dan ooit tevoren. In 1964 doet zich een totaal andere situatie voor. Europa is

Where the first version of the US Counterinsurgency Field Manual provided the guidelines for US troops pacifying intransigent populations, the updated 2014 version (whose name

So far, Israel has built more than 1,000 miles of bypass roads, which are primarily used by Israeli settlers and citizens.. Unlike the organically developed Palestinian roads,

Hoewel de praktijk in de koloniën veelal gekenmerkt werd door attrition, ontstonden de eerste ideeën over het winnen van de hearts and minds van het niet bewapende deel

I call this second site of gendering the seam of encounter, where the ‘imperial grunts’ 18 – who are the foot-soldiers of the US military, often from lower class backgrounds,

He has, for instance, helped to spread what has become an unquestioned verity among his peers, that the suppression of Communist guerrilla warfare in British Malaya (1948-1960) is