• No results found

Archeologische prospectie Onze-Lieve-Vrouw-Waver Dijk 36-38 (prov. Antwerpen)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Archeologische prospectie Onze-Lieve-Vrouw-Waver Dijk 36-38 (prov. Antwerpen)"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ARCHEOLOGISCHE PROSPECTIE

ONZE-LIEVE-VROUW-WAVER

DIJK 36-38

(prov. ANTWERPEN)

BASISRAPPORT

Auteur: Gwendy WYNS Redactie: Bert ACKE

Monument Vandekerckhove nv Afdeling Archeologie

Oostrozebekestraat 54 Rapport 2014/05

8770 INGELMUNSTER

(2)

0. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS

Opgraving Prospectie

Vergunningsnummer: 2013/529 Datum aanvraag: 09/12/2013 Naam aanvrager: WYNS Gwendy

Naam site: Sint-Katelijne-Waver, Dijk 36-38 Naam aanvrager metaaldetectie: WYNS Gwendy Vergunningsnummer metaaldetectie: 2013/529 (2)

Wcdv455555

© Monument Vandekerckhove nv, Oostrozebekestraat 54, 8770 Ingelmunster. Figuren: Monument Vandekerckhove nv, tenzij anders vermeld. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever.

Opdrachtgever: Maarten CVBA/Cornerstones BVBA Prins Boudewijnlaan 30 bus 9 2250 Kontich

Uitvoerder: Monument Vandekerckhove nv Oostrozebekestraat 54 8770 Ingelmunster

Bevoegde Vlaamse overheid: Dirk Pauwels (erfgoedconsulent, Onroerend Erfgoed Antwerpen)

Bevoegde Intergemeentelijke

Archeologische Dienst: /

Projectleider: Bert Acke

Leidinggevend archeoloog: Gwendy Wyns

Archeologisch team: Raf Trommelmans

Plannen: Raf Trommelmans, Tina Bruyninckx

Conservatie: / Materiaaltekeningen: / Start veldwerk: 16/12/2013 Einde veldwerk: 16/12/2013 Wetenschappelijke begeleiding: / Projectcode: ONDI13 Provincie: Antwerpen Gemeente: Sint-Katelijne-Waver Deelgemeente: Onze-Lieve-Vrouw-Waver Plaats: Dijk 36-38 Lambertcoördinaten: X: 164442, Y: 194442; X: 164609, Y: 194437

Kadastrale gegevens: Sint-Katelijne-Waver, Afdeling 3, Sectie A, Percelen: 81K, 81L, 86Y6, 86Z6 Beheer opgravingsdata: Monument Vandekerckhove nv

Oostrozebekestraat 54 8770 Ingelmunster

Beheer vondsten: /

Titel: Archeologische prospectie Onze-Lieve-Vrouw-Waver Dijk 36-38 (prov. Antwerpen). Basisrapport.

Rapportnummer: 2014/05

(3)

1. INHOUDSTAFEL

0. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS ... 2

1. INHOUDSTAFEL ... 3

2. INLEIDING ... 5

3. GEOGRAFISCHE EN BODEMKUNDIGE SITUERING ... 7

4. HISTORISCHE EN ARCHEOLOGISCHE VOORKENNIS ... 9

4.1. HISTORISCHE INFORMATIE ... 9 4.2. ARCHEOLOGISCHE INFORMATIE ... 12 5. ONDERZOEKSMETHODE ... 13 5.1. ALGEMEEN... 13 5.1.1. Vraagstelling ...13 5.1.2. Randvoorwaarden ...13 5.2. BESCHRIJVING ... 14 5.2.1. Voorbereiding ...14 5.2.2. Veldwerk ...14 5.2.3. Vondstverwerking en rapportage ...15

6. BESCHRIJVING VAN DE AANGETROFFEN SPOREN ... 17

6.1. STRATIGRAFIE ... 17

6.2. RESULTATEN ... 20

6.2.1. Natuurlijke sporen ...20

6.2.2. Sporen met onbepaalde datering (vermoedelijk laat-/postmiddeleeuws) ...23

7. DATERING EN INTERPRETATIE VAN DE VINDPLAATS ... 27

8. SYNTHESE ... 29

9. LITERATUUR ... 31

(4)
(5)

2. INLEIDING

In het kader van de geplande bouw van 69 assistentiewoningen met ondermeer ondergrondse parkeerplaatsen aan Dijk 36-38 te Onze-Lieve-Vrouw-Waver (deelgemeente van Sint-Katelijne-Waver, provincie Antwerpen) voerde een archeologisch team van Monument Vandekerckhove nv op 16 december 2013 een archeologische prospectie uit op het terrein. Opdrachtgever voor het onderzoek was Maarten nv, tevens bouwheer voor de woningen. Aangezien de bouw van de assistentiewoningen en bijhorende voorzieningen gepaard zal gaan met een verstoring van de bodem adviseerde Onroerend Erfgoed voorafgaand aan de werken een archeologische evaluatie door middel van proefsleuven, teneinde te vermijden dat waardevol archeologisch onderzoek ongedocumenteerd verloren zou gaan. Het onderzoek werd uitgevoerd volgens de bijzondere voorschriften opgesteld door Onroerend Erfgoed.

In dit basisrapport worden de resultaten van het archeologisch onderzoek voorgesteld. In enkele inleidende hoofdstukken worden de geografische, bodemkundige, historische en archeologische situering van het terrein toegelicht, alsook de gebruikte methodologie bij het onderzoek. Vervolgens worden de resultaten besproken en wordt een interpretatie gegeven aan de aangetroffen sporen. Als besluit volgt een synthese van de resultaten met aanbevelingen voor eventueel verdere onderzoeksdaden. Het geheel wordt verduidelijkt door middel van kaarten en foto’s. Als bijlage zijn de gedigitaliseerde overzichtsplannen opgenomen. Bij het rapport hoort een DVD met daarop alle foto’s, de plannen, de veldtekeningen, de inventarissen en de digitale versie van deze tekst.

Langs deze weg wordt eveneens dank betuigd aan volgende personen en instanties die zorgden voor een aangename samenwerking en bijdroegen tot het vlotte verloop van het onderzoek: Lauranne Ickroth (Maarten nv), Dirk Pauwels (Onroerend Erfgoed), Sebastiaan Van Damme (SheCi.be bvba), Johan Dils en Braspenning-Schrauwen nv.

(6)
(7)

3. GEOGRAFISCHE EN BODEMKUNDIGE SITUERING

Het projectgebied is gelegen in Onze-Lieve-Vrouw-Waver, een deelgemeente van Sint-Katelijne-Waver, in het zuiden van de provincie Antwerpen en ten noordoosten van de stad Mechelen (zie Figuur 1). Het onderzoeksgebied situeert zich aan Dijk 36-38, ca. 1km ten zuidwesten van de dorpskern, en was voorafgaand aan het archeologisch onderzoek in gebruik als tuin/braakliggend terrein (zie Figuur 2). In de zuidwestelijke hoek bevindt zich een leegstaande woning. De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt bijna 7500 m2, de hoogte van het terrein schommelt tussen +16,75m TAW en +18,48m

TAW.

De bodemkaart van Vlaanderen geeft aan dat in het projectgebied een w-Sdc3-bodem aanwezig is, een matig natte lemige zandbodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (zie Figuur 3).1

Figuur 1: Algemene situering van de deelgemeente Onze-Lieve-Vrouw-Waver, het plangebied is aangeduid met een sterretje (© http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/ikonos/#).

(8)

Figuur 2: Aanduiding van het onderzoeksgebied (rode kader) op de kleurenortho (© http://geo-vlaanderen.agiv.be/ geo-vlaanderen/kleurenortho/#).

Figuur 3: Situering van het onderzoeksgebied (rode kader) op de topografische bodemkaart (© http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/bodemkaart/).

(9)

4. HISTORISCHE EN ARCHEOLOGISCHE VOORKENNIS

4.1. Historische informatie

2

Zowel Sint-Katelijne-Waver als Onze-Lieve-Vrouw-Waver zijn plaatsnamen die verwijzen naar een middeleeuwse heilige en het Waverwoud dat op deze plaatsen stond. Sint-Katelijne-Waver verwijst waarschijnlijk naar Sint-Catharina, Catharina van Alexandrië, één van de veertien noodhelpers. Ze wordt aangeroepen als beschermster tegen de pest en ter bewaking van de kuisheid. Ook wordt ze soms gezien als beschermster tijdens de bevalling. Onze-Lieve-Vrouw-Waver verwijst naar Onze Lieve Vrouw Maria. De naam Waver verwijst naar het Waverwoud.

De driehoekige vorm van het dorpscentrum, het hoogste punt van het grondgebied van Onze-Lieve-Vrouw-Waver, zou volgens sommigen opklimmen tot de Frankische periode. Het Waverwoud wordt voor het eerst vermeld in een akte van 1008, waarin de Duitse koning Hendrik II afstand doet van zijn jachtrechten in het Waverwoud dat zich situeerde tussen de Nete en de Dijle. In de 11de eeuw behoorde het woud tot het

hertogdom Brabant en het bisdom Kamerijk. Tijdens de tweede helft van de 13de eeuw

word het woud ontgonnen en worden er 3 dorpen gesticht: Sint-Katelijne-Waver, Onze-Lieve-Vrouw-Waver en Sint-Niklaas-Waver (tegenwoordig Putte). De eerste bekende vermelding van de parochie Onze-Lieve-Vrouw-Waver, “sanctam Mariam in Wavera” dateert uit 1266. Het dorp was bezit van de familie Berthout en maakte deel uit van het Land van Mechelen.

In de 16de, 17de en 18de eeuw heeft het dorp zwaar te lijden gehad onder

godsdiensttroebelen en militair geweld. In 1583 richtten inwoners van het zwaar geteisterde Onze-Lieve-Vrouw-Waver een verzoekschrift in tot vermindering van de belastingen, door de Staten van Brabant opgelegd. Zestig hoeven waren afgebrand, vernield of verlaten; er bleven er nog maar twee over. Van de 87 overige huizen bleven er slechts 15 over. Heel wat inwoners waren gevlucht. De kerk was vervallen tot een ruïne.

Ook in 1914, bij de gevechten aan de buitenste fortengordel rond Antwerpen tussen Walem en Koningshooikt, werd het dorp zwaar getroffen. Onze-Lieve-Vrouw-Waver was een zelfstandige gemeente tot einde 1976. In 1977 fusioneerde Onze-Lieve-Vrouw-Waver met Sint-Katelijne-Onze-Lieve-Vrouw-Waver tot de fusiegemeente Sint-Katelijne-Onze-Lieve-Vrouw-Waver.

(10)

Het projectgebied kon op 3 cartografische bronnen teruggevonden worden. Deze tonen dat er zich eind 18de eeuw (Ferrariskaart) en in de 19de eeuw een omwalde hoeve in de

directe nabijheid van het projectgebied bevond. Waarschijnlijk kan deze vlak naast of in de zuidwestelijke hoek van het projectgebied, ter hoogte van de huidige bebouwing, gesitueerd worden. Verder zijn er in de directe omgeving geen noemenswaardige gebouwen of structuren aangegeven.

Figuur 4: Het projectgebied (blauwe ster) op de kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden (1771-1778) (© http://www.geopunt.be/).

(11)

Figuur 5: Het projectgebied (blauwe ster) op de kaart van Vandermaelen (1846-1854) (© http://www.geopunt.be/).

Figuur 6: Het projectgebied (blauwe ster) op de kaart van Popp (1842-1879) (© http://www.geopunt.be/).

(12)

4.2. Archeologische informatie

3

De Centraal Archeologische Inventaris toont in de nabije omgeving, buiten de kerk, slechts een aantal omwalde hoeves die het vermelden waard zijn; er vond in de directe buurt nog geen archeologisch onderzoek plaats. De Onze-Lieve-Vrouwkerk (1) dateert van circa 1250 en heeft een nog bewaarde Romaanse kruistoren. In de loop der eeuwen werd de kerk ook meermaals verwoest en herbouwd. De dichtst bij het projectgebied gelegen hoeve is de Waverse hoeve (2) die dateert uit de 17de-18de eeuw. Zowel ten

noorden als ten zuiden zijn de enige vermelde relicten hoeves met walgracht die teruggaan tot de 18de eeuw. Enkele hiervan zijn: Hoeve den Achtergaele (3), de Sandhoeve (4), de Witte Hoeve (5), … Ten oosten van het projectgebied, hoewel op enige afstand hiervan, bevindt zich een interessantere hoeve: kasteel IJzerstein of het Hooghuis (6). Deze hoeve bezat een versterkte kasteeltoren (donjon?) die tussen 1324 en 1343 gebouwd werd. De toren werd verwoest door de Spanjaarden in 1576.

Figuur 7: Het projectgebied (blauwe kader) op de Centraal Archeologische Inventaris (© http://geo vlaanderen.gisvlaanderen.be/geo-vlaanderen/cai/).

(13)

5. ONDERZOEKSMETHODE

5.1. Algemeen

5.1.1. Vraagstelling

Alvorens de start van het onderzoek werden er enkele onderzoeksvragen vooropgesteld in de Bijzondere Voorwaarden4:

- wat is de bodemkundige opbouw van het terrein: welke zijn de waargenomen horizonten, beschrijving + duiding?

- in hoeverre is de bodemopbouw intact? Is er sprake van bodemdegradatie en/of erosie, en zo ja, in welke mate? Wat vertelt dit over archeologische niveaus en de intactheid van sporen?

- zijn er sporen aanwezig?

- zijn de sporen natuurlijk of antropogeen?

- hoe is de bewaringstoestand van de sporen? Welke factoren speelden hierin een rol, en wat is hun respectievelijke impact?

- maken de sporen deel uit van één of meerdere structuren? - behoren de sporen tot één of meerdere periodes?

- welke aspecten verdienen bijzondere aandacht bij een eventueel vervolgonderzoek?

- welk(e) de(e)l(en) van het terrein komen in aanmerking voor vervolgonderzoek?

5.1.2. Randvoorwaarden

Het archeologisch onderzoek werd uitgevoerd en afgerond op 16 december 2013. In tegenstelling tot de voorspelde matig natte bodem van de bodemkaart bleek de bodem in het plangebied toch vrij nat te zijn. Op enkele uren tijd verzamelde zich op de bodem van de sleuven een aanzienlijke hoeveelheid water. Hierdoor konden een aantal sporen niet gecoupeerd worden. Achter de bestaande woning (sleuf 1) bleek de grond zeer sterk vergraven en opgehoogd te zijn. Hierdoor moest sleuf 1 op deze plaats ruim anderhalve meter diep uitgegraven worden alvorens moederbodemdiepte te bereiken.

4 Bijzondere voorwaarden bij de vergunning voor een archeologische prospectie met ingreep in de bodem:

(14)

5.2. Beschrijving

5.2.1. Voorbereiding

Op 10/12/2013 vond een startvergadering op het terrein plaats. Hierbij werd meegedeeld dat de uitvoering van het onderzoek op 16/12/2013 zou plaatsvinden. De toestand van het terrein werd bekeken en de plaatsing van de sleuven werd besproken met de erfgoedconsulent van Onroerend Erfgoed en de opdrachtgever.

5.2.2. Veldwerk

In totaal werden er zes 2m brede sleuven gegraven die alle noordwest-zuidoost georïenteerd waren (zie situeringsplan in bijlage). De totale oppervlakte van het terrein was zo’n 7500m², vanwege de huidige bebouwing en begroeiing kon 2000m² hiervan niet onderzocht worden. Van het resterende terrein, 5500m², werd er 564m² onderzocht door middel van proefsleuven. Dit komt neer op 10,25% van het onderzoekbare terrein. Gezien de geringe resultaten en het ontbreken van vondsten (zie verder) werd er, in samenspraak met Onroerend Erfgoed, beslist om geen kijkvensters aan te leggen.

Sleufnummer Lengte x breedte Oppervlakte

Sleuf 1 68m x 2m 136m² Sleuf 2 31m x 2m 62m² Sleuf 3 52m x 2m 104m² Sleuf 4 49m x 2m 98m² Sleuf 5 44m x 2m 88m² Sleuf 6 38m x 2m 76m² Totaal: 564m²

Voor het afgraven werd gebruik gemaakt van een rupskraan met een platte graafbak van 1,80m breed. De bodem werd afgegraven tot op het archeologisch relevante niveau, waar de sporen zichtbaar werden. Dit gebeurde steeds onder begeleiding van de leidinggevende archeoloog om te verzekeren dat de juiste diepte werd bekomen. Onmiddellijk na het uitgraven werden de sporen opgeschaafd, gefotografeerd en beschreven. Een aantal sporen werd gecoupeerd om een beter zicht te krijgen op hun opbouw. De profielen van de coupes werden eveneens gefotografeerd, beschreven en getekend op schaal 1:20. Teneinde een goed beeld te krijgen op de bodemopbouw werd

(15)

in alle sleuven ook een of meerdere wandprofielen schoongemaakt, gefotografeerd, beschreven en ingetekend op schaal 1:20. Er werd geen vondstmateriaal aangetroffen tijdens het onderzoek. Er werden geen bulkmonsters noch pollenmonsters of andere stalen genomen, gezien de sporen zich hier niet toe leenden. Alle sleuven, wandprofielen, sporen en hoogtes werden opgemeten met een GPS-toestel.

5.2.3. Vondstverwerking en rapportage

Na het veldwerk werd van start gegaan met de vondstverwerking en de rapportage volgens de vastgelegde richtlijnen. Voor de registratie van de sporen en het benoemen van de foto’s werd de code ONDI13 (ONze-Lieve-Vrouw-Waver DIjk 2013) gebruikt.

De spoorformulieren, de fotolijst en de tekeningenlijst werden samengebracht in een digitale inventarislijst. Vervolgens werd overgegaan tot het digitaliseren van de grondplannen, de profielen en enkele coupetekeningen met behulp van de programma’s Autocad en Illustrator. Als laatste werd het rapport geschreven.

(16)
(17)

6. BESCHRIJVING VAN DE AANGETROFFEN SPOREN

5

6.1. Stratigrafie

In alle 6 sleuven werden één of meerdere profielen geregistreerd. In het plangebied werden zo 3 verschillende bodemprofielen geregistreerd. Aan de achterzijde van de nog bestaande woning (sleuf 1, profiel 1) bleek de bodem zeer sterk vergraven en opgehoogd te zijn ( zie Figuur 8). Hier bevond de C-horizont zich pas op 1,1m, deze had een donkergele groenige kleur. Erboven lag een donkergrijs pakket dat enkele brokjes baksteen en houtskool bevatte en gezien kan worden als een oude ploeglaag. Hierboven was een iets donkerdere donkergrijze laag zichtbaar die brokken baksteen en houtskool bevatte en weerom als een oude ploeglaag aanzien kan worden. De bovenste donkerbruine laag was de huidige ploeglaag. Deze bodemsequentie was enkel aanwezig achter de bestaande bebouwing, in het midden van de sleuf ging deze over naar een A-C profiel waarbij de ongestoorde C-horizont zich op 40cm diepte ten opzichte van het huidige maaiveldniveau bevond.

Net als in het noordelijke deel van sleuf 1 was er in sleuven 2 tot 5 een eenvoudig A-C profiel aanwezig waarbij er plaatselijk nog restanten aanwezig waren van een lichtgrijze E-uitlogingshorizont. Onder de donkerbruine ploeglaag, op 40 tot 50cm diepte, bevond zich de donkergele C-horizont (zie Figuur 9).

In sleuf 6, ten oosten van de huidige bebouwing, was een enigszins gelijkaardige bodemopbouw als achter de bebouwing aanwezig (zie Figuur 10). Hier bevond de horizont zich op 60cm onder het huidige maaiveldniveau, ook hier was er boven de C-horizont een restant aanwezig van een lichtgrijze E-uitlogingsC-horizont. Erboven was een donkerbruine oudere ploeglaag aanwezig. Boven deze oudere ploeglaag bevond zich de huidige donkerbruine ploeglaag.

In de bodemopbouw op het terrein konden enkele bevestigingen/aanwijzingen gevonden worden voor een vroeger bosrijk milieu (het Waverwoud). De bodem in een dergelijk bosrijk milieu word gekenmerkt door een profiel waarin een donkergrijze tot zwarte A(h)-aanrijkingshorizont en een lichtgrijze E-uitlogingshorizont aanwezig zijn (zie Figuur 11). Op het terrein zelf was er plaatselijk nog een restant van een E-uitlogingshorizont aanwezig, de A(h) aanrijkingshorizont is waarschijnlijk met de ontbossing en culturalisatie van het terrein verploegd.

(18)

Figuur 8: Profiel 1 in sleuf 1.

(19)

Figuur 10: Profiel 7 in sleuf 6.

(20)

6.2. Resultaten

6.2.1. Natuurlijke sporen

Op het terrein werden 3 sporen van natuurlijke oorsprong aangesneden. Het betreft sporen 3, 5 en 6 respectievelijk in sleuven 1, 4 en 5. Alle drie hadden ze een donkergrijze tot zwarte kleur en een eerder ronder vorm in grondvlak. Sporen 3 en 6 konden gecoupeerd worden. Beide bleken maar enkele centimeter diep bewaard te zijn.

(21)

Figuur 13: S2 in doorsnede.

(22)

Figuur 15: S6 in grondvlak.

(23)

6.2.2. Sporen met onbepaalde datering (vermoedelijk laat-/postmiddeleeuws)

Verspreid over de sleuven werden nog een aantal sporen van antropogene oorsprong aangetroffen. Het betreft sporen 1, 2, 4, 7 en 8 respectievelijk in sleuven 1, 3 en 6.

Spoor 1 bevond zich in sleuf 1 en was een noordoost-zuidwest gerichte gracht van 2m breed, met een donkerbruingrijze vulling (zie Figuur 17). Doordat de sleuf vrij snel onder water liep kon dit spoor niet verder onderzocht worden. Er wordt vermoed dat de gracht deel uitmaakt van een erfafsluiting, waarschijnlijk van de hoeve die op de eerder vermelde kaarten van Ferraris (zie Figuur 4), Vandermaelen (zie Figuur 5) en Popp (zie Figuur 6) te zien is. Op basis hiervan dateert de gracht vermoedelijk uit de 18de eeuw.

(24)

Ook spoor 2 lag in sleuf 1 en was een noordwest-zuidoost gerichte greppel met een donkergrijze vulling van 0,5m breed (zie Figuur 18). Na 15m draaide deze in de sleufwand naar het westen. In doorsnede vertoonde de greppel een komvormig profiel en was hij nog 10cm diep bewaard (zie Figuur 18). In de vulling werden geen vondsten aangetroffen. Waarschijnlijk betreft het een afwateringsgreppeltje en kan ook deze in de late/postmiddeleeuwen gedateerd worden.

Spoor 4 werd aangetroffen in sleuf 3 en was een rechthoekige kuil opgevuld met zeer los geel gevlekt zand en een zeer scherpe aflijning. Dit spoor kan eerder als een recente verstoring gezien worden en werd bijgevolg niet verder onderzocht.

(25)

Sporen 7 en 8 bevonden zich beide in sleuf 6. Spoor 7 was een noordwest-zuidoost gerichte gracht van 1m breed. Deze had een donkerbruin gevlekte vulling. In doorsnede bleek deze slechts enkele centimeter diep bewaard te zijn (zie Figuur 19). Spoor 8 was een noordoost-zuidwest gerichte greppel van 0,8m breed met een donkerbruine vulling (zie Figuur 20). In doorsnede bleek ook deze slechts een tiental centimeter diep bewaard (zie Figuur 21). Het onderscheid tussen de oude ploeglaag en het spoor zelf was zeer slecht zichtbaar, mogelijk gaat het hier om een kleine lokale depressie in het landschap.

(26)

Figuur 20: S8 in grondvlak.

(27)

7. DATERING EN INTERPRETATIE VAN DE VINDPLAATS

De vooropgestelde onderzoeksvragen kunnen als volgt beantwoord worden:

- wat is de bodemkundige opbouw van het terrein: welke zijn de waargenomen horizonten, beschrijving + duiding?

In het noordelijk deel van het terrein bestond de bodemopbouw uit een eenvoudig A-Cprofiel. Hierbij bevond zich meteen onder de donkerbruine A(p)-horizont de donkergele C-horizont die veel roestvlekken vertoonde. Verspreid over het terrein bevond er zich tussen deze twee horizonten nog restanten van een lichtgrijze E-uitlogingshorizont. In het zuidelijk deel van het terrein waren er verscheidene oudere ploeglagen aanwezig waaronder zich de donkergele C-horizont bevond.

- in hoeverre is de bodemopbouw intact? Is er sprake van bodemdegradatie en/of erosie, en zo ja, in welke mate? Wat vertelt dit over archeologische niveaus en de intactheid van sporen?

Er word vermoed dat op het terrein oorspronkelijk een podzolbodem aanwezig was met een A(h)-aanrijking en E-uitlogingshorizont. Vermoedelijk is de A(h) aanrijkingshorizont volledig en de E-uitlogingshorizont verploegd tijdens het in cultuur brengen van het landschap.

- zijn er sporen aanwezig?

Ja, er werden 8 sporen aangetroffen.

- zijn de sporen natuurlijk of antropogeen?

Er werden 3 natuurlijke en 5 antropogene sporen aangetroffen. De antropogene sporen zijn voornamelijk grachten en greppels.

- hoe is de bewaringstoestand van de sporen? Welke factoren speelden hierin een rol, en wat is hun respectievelijke impact?

Hoewel de hier aangetroffen sporen slechts ondiep bewaard waren, is het waarschijnlijk dat duidelijke antropogene sporen van enige betekenis (bv. kuilen) wel goed bewaard zouden zijn.

(28)

- maken de sporen deel uit van één of meerdere structuren?

Nee, er konden geen structuren herkend worden bij de prospectie.

- behoren de sporen tot één of meerdere periodes?

Er werden geen vondsten aangetroffen in de sporen waardoor ze niet exact gedateerd kunnen worden. Gezien de scherpe aflijning gaat her hier waarschijnlijk om laat-/postmiddeleeuwse sporen.

- welke aspecten verdienen bijzondere aandacht bij een eventueel vervolgonderzoek?

Niet van toepassing.

- welk(e) de(e)l(en) van het terrein komen in aanmerking voor vervolgonderzoek?

Er wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd.

Op basis van dit proefsleuvenonderzoek kan geconcludeerd worden dat het terrein van oorsprong in een bebost gebied gelegen heeft (cfr. Waverwoud). Hiervan werden in de bodemopbouw op het terrein nog restanten van weergevonden. Daarna werd het gebied in cultuur gebracht. Op basis van de aanwezige sporen die in de late/postmiddeleeuwen te dateren zijn, kan geconcludeerd worden dat ingrijpende menselijke aanwezigheid pas vanaf deze periode plaatsvond. Het merendeel van de weinige sporen kan vermoedelijk gerelateerd worden aan de hoeve die te zien is op 18de-19de-eeuws kaartmateriaal en

(29)

8. SYNTHESE

In het kader van de geplande bouw van 69 assistentiewoningen met ondermeer ondergrondse parkeerplaatsen aan Dijk 36-38 te Onze-Lieve-Vrouw-Waver (deelgemeente van Sint-Katelijne-Waver, provincie Antwerpen) voerde een archeologisch team van Monument Vandekerckhove nv op 16 december 2013 een archeologische prospectie uit op het terrein. Opdrachtgever voor het onderzoek was Maarten nv, tevens bouwheer voor de woningen. Aangezien de bouw van de assistentiewoningen en bijhorende voorzieningen gepaard zal gaan met een verstoring van de bodem adviseerde Onroerend Erfgoed voorafgaand aan de werken een archeologische evaluatie door middel van proefsleuven, teneinde te vermijden dat waardevol archeologisch onderzoek ongedocumenteerd verloren zou gaan. Het onderzoek werd uitgevoerd volgens de bijzondere voorschriften opgesteld door Onroerend Erfgoed. Verspreid over het terrein werden 6 proefsleuven gegraven tot op het niveau waarop de archeologische sporen zich manifesteerden.

Het archeologisch onderzoek leverde slechts 8 sporen op. Drie ervan kennen een natuurlijke oorsprong. Eén spoor kan eerder als een recente verstoring beschouwd worden. De overige sporen zijn grachten en greppels waarvan er één met enige zekerheid op basis van een aantal oude kaarten aan een 18de-eeuwse hoeve kan

gekoppeld worden. De overige grachten en greppels hadden waarschijnlijk eerder een afwateringsfunctie en fungeerden tevens als perceelsgrens voor de nabijgelegen weilanden. Geen van de sporen bevatte vondstmateriaal.

Gezien de lage sporendensiteit, het ontbreken van echte nederzettingssporen en het ontbreken van dateerbaar archeologisch vondstenmateriaal wordt het niet noodzakelijk geacht om een archeologisch vervolgonderzoek te adviseren voor de site. Deze aanbeveling heeft geen enkele bindende kracht, maar dient als advies voor de bevoegde overheid, Onroerend Erfgoed, die uiteindelijk beslissingsrecht heeft over het vervolgtraject.

(30)
(31)

9. LITERATUUR

- Bijzondere voorwaarden bij de vergunning voor een archeologische prospectie met ingreep in de bodem: Sint-Katelijne-Waver, Dijk 36-38.

- http://cai.erfgoed.net

- http://geo-vlaanderen.agiv.be

- https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/geheel/20627

- http://wikipedia.org

(32)
(33)

10. BIJLAGEN

- Bijlage 1: situeringsplan - Bijlage 2: sporenplan - Bijlage 3: profielen

(34)

sleuf 1 sleuf 2 sleuf 3 sleuf 4 sleuf 5 sleuf 6 P7 P6 P5 P4 P3 P2 P1 Felix Brouwerslei Dijk Perceel 80/02 D Perceel 87 M 2 Perceel 86 L 5 Perceel 86 K 5 Perceel 86 H 5 Perceel 86 G 6 Perceel 86 N 6 Perceel 86 T 6 Perceel 81 N perceel 70a73ca Bijlage 1: situeringsplan

N

0m

Onze-Lieve-Vrouw-Waver - Dijk 36-38

2013

20m Proefsleuven Onderzoeksgebied Profielen Verg.nr. 2013/529 100m X 164442 Y 194442 X 164609 Y 194437 40m 60m 80m 120m

(35)

S3 S2 S1 S4 S5 S6 S7 S8 S3 S2 S1 S4 S5 S6 S7 S8 +17,96m TAW +17,95m TAW +17,74m TAW +17,49m TAW +16,53m TAW +17,09m TAW sleuf 1 sleuf 2 sleuf 3 sleuf 4 sleuf 5 sleuf 6 Bijlage 2: sporenplan

N

Waver - Dijk 36-38

2013

Verstoring Onbepaalde datering - vermoedelijk laat- of post-middeleeuws Verg.nr. 2013/529 Moederbodem Natuurlijk 0m 20m 40m 60m 80m

(36)

NW ZO P1 - sleuf 1 ZO NW P2 - sleuf 1 NW ZO P3 - sleuf 2 ZO NW P4 - sleuf 3 ZO NW P5 - sleuf 4 ZO NW P6 - sleuf 5 NW ZO P7 - sleuf 6 Bijlage 3: profielen

Onze-Lieve-Vrouw-Waver - Dijk 36-38

2013

A(p)2 A(p)1 Verg.nr. 2013/529 E-horizont A(p)3 0m 1m 2m 3m 4m Moederbodem

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De oude Simeon neemt het kind daar in zijn handen en profeteert: ‘Laat uw dienaar, Heer, nu naar uw woord in vrede gaan: mijn ogen hebben thans uw heil aanschouwd, dat Gij voor

Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God, door de eeuwen der

Terwijl het leven in vele parochies al maanden stil ligt, hebben we in Herent het geluk dat er een heel aantal geëngageerde mensen zijn die ervoor zorgen dat we week na week op

Emmanuelparochie naar verwachting, in de toekomst zal bestaan uit drie pastores, kunnen wij als pastoraal team – tot onze spijt – niet meer in alle elf de locaties van onze

Lieve moeder Maria, Onze Lieve Vrouw ter Nood, door U willen wij gaan tot Jezus,. want onder Uw mantel vinden wij een

Herman Soppe; Ben Schelhaas; Mieke Spijker; Annie Nijhof-Oude Rengerink; Mini Soppe-Meijer; Jan en Henriëtte Kosse; Willem Kosse; Fam.Homberg-Hagel-Kleinheerenbrink;Jans

De Oecumenische Raad van Beltrum, Groenlo en Lievelde nodigt u van harte uit op de zondagen van de Advent bij het vallen van de avond samen te komen voor oecumenische samenkomsten:

Pastoor Wolters en zijn mensen zorgden voor de wederopbouw van de Lambertuskerk van Wouw.. Vandaag maken wij ons sterk voor de restauratie van de kerktoren en voor de