• No results found

Braille_Scheikunde_VWO_2018_TV1_aanpassingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Braille_Scheikunde_VWO_2018_TV1_aanpassingen"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AANPASSINGEN EXAMENS 2018 TIJDVAK 1 VWO SCHEIKUNDE

Algemeen:

 Bij dit examen horen een bijlage (Binas scheikunde verkorte versie = extra) en een tekeningenband.

 Verklaring van symbool: ~b is β. Instructies voor knipbladen 1 en 2:

 Bij de opgave "Zijde verven" horen constructies, die gemaakt worden m.b.v. knipbladen 1 en 2.

 Knip, voor aanvang van het examen, de platen uit en vouw de platen om (laag-hoog-laag-hoog-laag). Leg de twee platen van knipblad 1 op elkaar. De plaat van knipblad 2 laat zien hoe de eiwitketen op en neer gaat in een β-plaat.

Correctievoorschrift:

 In verband met het aanpassen van vraag 21 is het aantal te behalen punten voor deze vraag 1 punt i.p.v. 4 punten. Het totaal aantal punten wordt dan 64 i.p.v. 67 punten.  De score moet daarom vermenigvuldigd worden met 67/64.

 Aanpassingen in het correctievoorschrift (vraag 3, 5, 13, 20 en 21) zijn achterin geplaatst.

EXAMENOPGAVEN

titelblad

 Tekst aangepast: Bij dit examen ... Binas of ScienceData.

Bij dit examen horen een bijlage (Binas scheikunde verkorte versie), een tekeningenband en twee knipbladen. In de bijlage staan voor elke opgave de benodigde gegevens uit de reguliere Binas.

 Zin aangepast: Dit examen bestaat uit 27 vragen. = Dit examen bestaat uit 27 open vragen.

 Zin aangepast: Voor dit examen zijn maximaal 67 punten te behalen. = Voor dit examen zijn maximaal 64 punten te behalen.

(2)

blz. 2

 Schema = tekening 1 (alleen HMF) en tekening 2 (stof 1, 2 FDCA, 3 en 4).

 Tekst aangepast: Voor de productie van PEF ... stoffen schematisch weergegeven. Voor de productie van PEF worden plantaardige monosachariden zoals glucose gebruikt. Glucose wordt in een eerste proces omgezet tot HMF. Zie tekening 1 voor een

schematische weergave van HMF.

Uit HMF kunnen verschillende stoffen worden gemaakt die voor de chemische industrie bruikbaar zijn. In tekening 2 zijn vier van deze stoffen schematisch weergegeven.

 Tekst aangepast: Bij de omzettingen van ... vrij in de chemische reacties.

Bij de omzettingen van glucose tot deze vier reactieproducten komt geen koolstofdioxide vrij in de chemische reacties.

 Vraag 1: tekst aangepast: Laat dit zien aan de hand van het schema. = Laat dit zien aan de hand van tekening 2.

 Vraag 2: tekst aangepast: Gebruik Binas-tabel 37H of ScienceData-tabel 1.7.7. = Gebruik Binas-tabel 37H (zie bijlage).

blz. 3

 Tekst boven vraag 3 aangepast: (zie schema) = (zie tekening 2)

 Vraag 3 (extra figuur = tekening 3): tekst + correctievoorschrift aangepast: Vraag 3: 3 punten

Een gedeelte van een molecuul PEF wordt in structuurformule weergegeven. Dit gedeelte moet komen uit het midden van het molecuul en moet bestaan uit twee eenheden van beide monomeren.

In tekening 3 staan drie mogelijke oplossingen: oplossing a, oplossing b en oplossing c. Geef aan welke oplossing de juiste is. Leg heel precies uit waarom dat de juiste oplossing is.

 Tekst boven vraag 4 aangepast: ... uit het schema ... = ... in tekening 2 ... (tweemaal)  Vraag 4: tekst aangepast: ... uit het schema ... = ... in tekening 2 ...

 Vraag 5: tekst + correctievoorschrift aangepast: Vraag 5: 3 punten

Geef de vergelijking van reactie 2.

 Vraag 6: tekst aangepast: Maak gebruik van Binas-tabel 97F of ScienceData-tabel 38.6. = Maak gebruik van Binas-tabel 97F (zie bijlage).

(3)

blz. 4

 Tekst aangepast: ... de volgende punten: ... = ... de volgende drie punten: ... blz. 5:

 Tekst toegevoegd onder "Zijde verven": Bij deze opgaven horen constructies van knipblad 1 en 2.

(Opmerking: surveillant moet constructies maken m.b.v. knipblad 1 en 2.)  Tekst vervalt: Een aantal structuurkenmerken van fibroïne vezels is in figuur 1

weergegeven.  Figuur 1 vervalt.

 Extra figuren = tekening 4, 5 en 6.

 Figuur op de uitwerkbijlage = tekening 7.

 Tekst boven vraag 9 aangepast: In figuur 1.1 is te zien ... eiwitketen op en neer gaat in een β-plaat.

In fibroïne worden ongeordende stukken eiwitketen afgewisseld met sterk geordende gebieden. In de geordende gebieden zijn telkens ongeveer tien ~b-platen op elkaar gestapeld.

Vraag de surveillant om de constructie van knipblad 1.

De primaire structuur van de eiwitketen in een ~b-plaat in fibroïne kan vereenvoudigd worden weergegeven als ~ (Gly - Ala)_n ~. Zie tekening 4 voor een schematische weergave van glycine (Gly) en tekening 5 voor een schematische weergave van alanine (Ala).

De restgroepen van Ala bevinden zich steeds aan de ene zijde van een ~b-plaat, terwijl de restgroepen van Gly zich aan de andere zijde bevinden.

Vraag de surveillant om de constructie van knipblad 2. Deze constructie laat zien hoe de eiwitketen op en neer gaat in een ~b-plaat. Zie ook tekening 6.

Dus als de restgroepen van Ala zich boven de ~b-plaat bevinden, bevinden de

restgroepen van Gly zich onder de ~b-plaat (en andersom). De eiwitketen slingert heen en weer in een ~b-plaat. De restgroepen bevinden zich op de "vouwlijnen" van de ~b-platen. De C=O groepen en de N-H groepen van de aminozuureenheden in de eiwitketen liggen tegenover elkaar. Deze groepen vormen uitsluitend in het vlak van de ~b-plaat

waterstofbruggen.

In tekening 7 is een fragment van een ~b-plaat onvolledig weergegeven. De eiwitketen in het fragment begint linksboven.

 Vraag 9 (figuur op de uitwerkbijlage = tekening 7): tekst aangepast + surveillant nodig: Vraag 9: 4 punten

Maak het fragment van de ~b-plaat in tekening 7 compleet met de ontbrekende atomen en atoombindingen. Je kunt gebruik maken van constructie 2. Geef waterstofbruggen aan

(4)

met stippellijntjes. Vraag de surveillant om hulp om de tekening in de zwartdrukuitwerkbijlage compleet te maken.

blz. 6:

 Vraag 11: tekst aangepast: Vraag 11: 2 punten

Leg uit op welke manier de ~b-platen zijn gestapeld. Geef in je antwoord aan hoe met deze stapeling kan worden verklaard dat in de geordende gebieden twee verschillende tussenafstanden bestaan. Maak gebruik van de constructies en van de kennis dat de restgroepen van Ala zich steeds aan de ene zijde van een ~b-plaat bevinden, terwijl de restgroepen van Gly zich aan de andere zijde bevinden.

 Vraag 12: tekst aangepast + evt. surveillant nodig: Vraag 12: 3 punten

Geef een omschrijving van de Lewisstructuren van de cis- en de trans-vorm van een azoverbinding en leg uit waarom van een azoverbinding zowel een cis- als een trans-vorm voorkomt. Gebruik R-N=N-R als notatie voor een azoverbinding. Je kunt, als je dat wenst, aan de surveillant vragen om de structuur, op aanwijzingen van jou, te tekenen.

blz. 7

 Tekst aangepast: De resultaten van de onderzoekers ... gerangschikt op toenemende K_v.

In tekening 8 en 9 zijn de structuurformules van twee van de onderzochte kleurstoffen, T1 en T2, weergegeven. Het zijn de structuurformules van de deeltjes zoals die in een

oplossing in water voorkomen.  Tabel vervalt.

 Extra figuren = tekening 8 en 9 (gebaseerd op structuurformules in tabel: D1 = T1 en D6 = T2).

 Vraag 13: tekst + correctievoorschrift aangepast: Vraag 13: 2 punten

K_v van kleurstof T1 is gelijk aan 2 * 10^-2 en K_v van kleurstof T2 is groter dan 10^2. Verklaar aan de hand van de structuurformules in tekening 8 en 9 waarom de waarde van K_v van kleurstof T1 kleiner is dan die van kleurstof T2. Je hoeft hierbij geen rekening te houden met de molecuulmassa.

 Tekst boven vraag 14 aangepast: Het blijkt dat de cocons ... voor textiel te kleuren. Het blijkt dat de cocons gekleurd zijn als de stoffen T3, T4 en T5 aan het voedsel van de rupsen worden toegevoegd. De stoffen T1 en T2 geven geheel geen kleuring.

(5)

Op basis van onderstaande gegevens en informatie uit deze opgave kan worden bepaald welke van de kleurstoffen T3, T4 of T5 het meest geschikt is om op deze manier

zijdevezels voor textiel te kleuren. - Kleurstof T3: K_v is 2.

- Kleurstof T4: K_v is 3. - Kleurstof T5: K_v is 4.

 Vraag 14: tekst aangepast: Vraag 14: 2 punten

Leg uit welke van de kleurstoffen T3, T4 of T5 het meest geschikt is om op deze manier zijdevezels voor textiel te kleuren. Maak gebruik van bovenstaande gegevens en eerder in deze opgave verstrekte informatie.

blz. 8

 Tekst aangepast: Fenol (benzenol) is een ... het cumeen-proces worden afgeleid. Fenol (benzenol) is een belangrijke grondstof voor veel synthetische producten, waaronder geneesmiddelen en kunststoffen. Fenol wordt geproduceerd volgens het zogeheten cumeen-proces. De naam verwijst naar cumeen, een tussenproduct in het proces. De grondstoffen voor het proces zijn benzeen, propeen en zuurstof. Bij dit proces ontstaan fenol en propanon.

 Vraag 15: tekst aangepast + evt. surveillant nodig: Vraag 15: 2 punten

Geef de totaalvergelijking voor de vorming van fenol en propanon uit benzeen, propeen en zuurstof. Gebruik structuurformules voor de koolstofverbindingen. Je mag aan de

surveillant vragen om de structuurformules, op aanwijzingen van jou, uit te schrijven.  Tekst boven figuur aangepast: In reactor 1 (R1) reageert ... in onderstaande

reactievergelijking.

In reactor R1 reageert propeen volledig met benzeen. Daarbij ontstaat cumeen. In R2 reageert een deel van het gevormde cumeen met zuurstof tot cumeenhydroperoxide (CHP), zoals weergegeven in de reactievergelijking in tekening 10.

 Figuur = tekening 10.

 Tekst onder figuur aangepast: In scheidingsruimte 1 (S1) wordt een ... = In scheidingsruimte S1 wordt een ...

 Tekst boven vraag 17 aangepast: Reactor 3 is een buisreactor. = R3 is een buisreactor.

(6)

blz. 9

 Tekst boven vraag 18 aangepast: Aan de instroom in R3 wordt extra propanon ... = Aan de instroom in R3 (82,5 massa% CHP en 17,5 massa% cumeen) wordt extra propanon ...

 Vraag 20: tekst aangepast: Vraag 20: 2 punten

In S2 wordt zwavelzuur afgescheiden van cumeen, fenol en propanon. Tussen welke grenzen moet de temperatuur in S2 liggen?

 Vraag 21: aantal te behalen punten + tekst + correctievoorschrift aangepast: Vraag 21: 1 punt

Welke stof ontstaat bij de additie van waterstof aan de C=O groep van het propanon?

blz. 10

 Tekst aangepast: Dit proces is in de figuur hieronder vereenvoudigd weergegeven ... = Dit proces is in tekening 11 vereenvoudigd weergegeven ...

 Tekst aangepast: In beide oplossingen is verder alleen opgelost zwavelzuur aanwezig. = In beide oplossingen is verder alleen opgelost zwavelzuur (H^+ en SO_4 ^2-)

aanwezig.

 Figuur = tekening 11. blz. 11

 Tekst boven vraag 26 aangepast: In de tabel op de uitwerkbijlage ... stroomsterkte van de VRFB.

Er zijn verschillende aanpassingen die de fabrikant kan doen om tegemoet te komen aan de eisen van deze boer. De fabrikant kan bijvoorbeeld de concentratie vanadiumionen verhogen. Dit veroorzaakt een toename van de opslagcapaciteit (J) en een toename van de stroomsterkte (C s^-1).

 Vraag 27: tekst aangepast: Vraag 27: 2 punten

Geef voor de volgende vier aanpassingen aan of ze een toename van de opslagcapaciteit en/of een toename van de maximale stroomsterkte veroorzaken. Geef aan met 'ja' of 'nee'. Aanpassing 1: meerdere elektrochemische cellen aansluiten op dezelfde tanks.

- toename opslagcapaciteit: ...

- toename maximale stroomsterkte: ... Aanpassing 2: de tanks vergroten. - toename opslagcapaciteit: ...

- toename maximale stroomsterkte: ...

(7)

- toename opslagcapaciteit: ...

- toename maximale stroomsterkte: ...

Aanpassing 4: poreuze elektrodes gebruiken voor een groter contactoppervlak. - toename opslagcapaciteit: ...

- toename maximale stroomsterkte: ...

 Tekst toegevoegd voor "Einde": Vergeet niet de zwartdrukuitwerkbijlage in te leveren in verband met vraag 9.

BIJLAGE (BINAS NATUURKUNDE VERKORTE VERSIE) = EXTRA Zie bijgeleverde print.

AANPASSINGEN IN CORRECTIEVOORSCHRIFT Score aangepast

 In verband met het aanpassen van vraag 21 is het aantal te behalen punten voor deze vraag 1 punt i.p.v. 4 punten. Het totaal aantal punten wordt dan 64 i.p.v. 67 punten.  De score moet daarom vermenigvuldigd worden met 67/64.

vraag 3 (maximumscore 3) 1 pt juiste keuze (b)

1 pt vermelden dat de esterverbindingen juist zijn weergegeven

1 pt juiste afwisseling van de monomeereenheden van FDCA en ethaan-1,2-diol vraag 5 (maximumscore 3)

indien de volgende vergelijking is gegeven:

3 pt 3 O_2 + 2 C_7 H_8 O_3 --> 2 C_6 H_4 O_5 + 2 CH_4 O vraag 13 (maximumscore 2)

Opmerking: vervang in de tekst D1 door T1 en D6 door T2. vraag 20 (maximumscore 2)

2 pt noemen van de juiste waardes voor de relevante kookpunten vraag 21 (maximumscore 1 i.p.v. 4)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een vraag die rechtstreeks op te lossen valt met kennis en vaardigheden uit de cursus (categorie II) kan best een pittigere opgave zijn dan een vraag die niet is voorgekomen tijdens

Een vraag die rechtstreeks op te lossen valt met kennis en vaardigheden uit de cursus (categorie II) kan best een pittigere opgave zijn dan een vraag die niet is voorgekomen tijdens

Een vraag die rechtstreeks op te lossen valt met kennis en vaardigheden uit de cursus (categorie II) kan best een pittigere opgave zijn dan een vraag die niet is voorgekomen tijdens

Een vraag die rechtstreeks op te lossen valt met kennis en vaardigheden uit de cursus (categorie II) kan best een pittigere opgave zijn dan een vraag die niet is voorgekomen tijdens

Een vraag die rechtstreeks op te lossen valt met kennis en vaardigheden uit de cursus (categorie II) kan best een pittigere opgave zijn dan een vraag die niet is voorgekomen tijdens

Tijdens de cursus zijn in subblok 1 van het blok 'Koude Oorlog' de oorzaken voor het ontstaan van de Koude Oorlog besproken.. Om deze vraag juist te beantwoorden moest je de

Om deze vraag juist te beantwoorden, moest je gebruik maken van het stappenplan 'Vragen met Prenten' dat tijdens de cursus is behandeld.. Zo kon je elementen uit de afbeelding

Een vraag die rechtstreeks op te lossen valt met kennis en vaardigheden uit de cursus (categorie II) kan best een pittigere opgave zijn dan een vraag die niet is voorgekomen tijdens