• No results found

Urbaan krachtenspel in Bangkok : enkele voorbeelden voor ruimtelijke planning

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Urbaan krachtenspel in Bangkok : enkele voorbeelden voor ruimtelijke planning"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ruimtelijke planning

Citation for published version (APA):

Meulen, van der, G. G. (1985). Urbaan krachtenspel in Bangkok : enkele voorbeelden voor ruimtelijke planning. (MANROP-serie; Vol. 75). Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1985

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

MANAGEMENT VAN DE RUIMTELIJKE ORDENING EN RUIMTELIJKE PLANNING MANROP-SERIE NR. 75

George G. van der Meulen

EINDHOVEN, ARPIL 1985

Technische Hogeschool Eindhoven

URBAAN KRACHTENSPEL IN BANGKOK

enkele voorbeelden voor ruimtelijkeplanning

Vakgroep Urbanistiek en Ruimtelijke Organisatie Management van de Ruimtelijke Ordening en

Ruimtelijke Planning (~iROP)

Postbus 513

(3)

INTRA -URBANE VERDICHTINGEN • • • • • •

MEGA-SLUM: HET VOORBEELD KLONG TOEY.

.

. .

.

SQUATTING IN DIASPORA. • • • • • • • • •

KWALITEITSVERBETERING VAN DE VOLKSHUISVESTING. • • •

.

.

.

. .

.

. .

URBAAN·RURAAL OVERGANGSGEBIED. • • • • • • • •

STRAATVERKOOP, WINKELHUIZEN EN SUPERMARKTEN • • •

.

..

.

..

KONKLUSIES EN SLOT • • •

• • • •

LITERA.TUUR • • • • • • • • .. • • .. .. • • .. • • 4 6 9 11 15 18 20 22

(4)

Bangkok toont als een van de miljoenen inwoners tellende metropolen in de zgn. Derde Wereld landen het toneel van een aantal zeer indringende sociale en ruimtelijke processen. Het urbane krachtenspel manifesteert zich onder andere via veranderingsprocessen in grondgebruik, ontwikkelingen op het gebied van de volkshuisvesting waaronder de bewoning van' slumgebieden, en de gang van zaken bij de voorzieningendistributie. Enkele aantekeningen gemaakt tijdens een aantal werkbezoeken aan Thailand geven daarvan blijk. De resultaten van de hierna weergegeven en voor de ruimtelijke planning relevante voorbeelden zijn echter zodanig dat nadere aandacht vanuit een op de problematiek van ontwikkelingslanden georienteerde ruimtelijke planning gewenst en gerechtvaard1gd is.

(5)

In landen die in een bepaalde fase als ontwikkelingslanden bekend staan, bereikt het fenomeen van urbanisatie vrijwel overal een hoogtepunt(verg. v. Ginkel 1977). Veel onderzoekers operationaliseren dit in termen van explosieve groei en/of primacy-metropolitaine ontwikkelingen. In Latijns-Amerika gaat het daarbij om onder meer Mexico City; in Afrika zijn Dakar en Cairo voorbeelden; en in Azie kunnen Delhi, Calcutta en Jakarta aangewezen worden (McGee 1976). Ook Bangkok hoort in dit laatste rijtje (van meer dan 5 a 6 ) miljoenen inwoners tellende steden thuia, waarbij 'primacy' in dit geval gedefinieerd wordt als "the disparity between the population of built-up Bangkok and the second most populous centre in Thailandfl(Sternstein 1982, p. 107).

Anno 1984/85 is die operationalisering stellig onvoldoende. Een dergelijke kwantitatieve 'versimpeling' brengt namelijk niet tot uitdrukking de rol die autonome aanpassingsprocessen spelen. Kennis van die processen is wezenlijk om er planmatig mee te kunnen omgaan. Een ruimtelijke planning die op

afgestemd, heeft waarschijnlijk

versimpelde operationalisaties is weinig

nadrukkelijker dan voorheen tevens in de

kans korpus

van alagen. Er dient van het uit zijn krachten geschoten 'kind' gekeken te worden. Vergelijkingen in termen van trisomie-21 zijn, om de parallel door te trekken, misschien helemaal zo gek nog niet. Doch niet aIle inwendige processen moeten met ziekteverschijnselen vergeleken worden; voor westerse kennishoudingen, dienen ze eerder ala autonome aanpassings-processen gezien te worden. In dit verband denken we vooral aan:

(6)

2. squatting (slums) van het mega-type; 3. squatting in diaspora;

4. kwaliteitsverhogende ('upgrading') huisvestingen met aIle daarmee gepaard gaande problemen vandien van vergrote werkafstanden, deprivatie en hernieuwde squatting in geval van verhuizing;

5. stadsrand-inf1ltraties die ondanks zoneringsmaatregelen in het V1jfde Nationale Plan van Thailand en de daaruit voortvloeiende besluitvorming van de Autoriteiten van de Metropool Bangkok plaats vinden; en,

6. een voorzieningen-vraagstuk waarin de tegenstelling centraal staat tussen straatventers en de min of meer gemonopollseerde warenhuizen c.q. supermarkten. Die tegenstelling 1s ook aan de orde, zij het minder uitgesproken, tussen de straatventers en de gelegaliseerde (en dus belasting betalende) w1nkeliers van de 'shophouses'.

We zullen hierna aan elk van deze voorbeelden aandacht besteden en aangeven hoe bovenbedoelde autonome aanpassingsprocessen

(7)

INTRA-URBANE VERDICHTINGEN

In het eerste voorbeeld wil ik enkele opmerkingen plaatsen bij de intra-urbane ontwikkelings-tendenties, waarbij mijn aandacht zich richt op het door gebouwen in gebruik nemen van grond.

Bangkok, doch vooral Bangkok Metropolitan Area (BMA) ondergaat een explosieve groei in inwonertal. Om deze mensen alsmede de ekonomische en/of ruimtelijke aktiviteiten die aan hun aanwezigheid gerelateerd zijn ,te kunnen opvangen, wordt een ingrijpend beslag op de ruimte gelegd door gebouwen, woningen, infrastruktuur en andere voorzieningen.

Bangkok groeide in de afgelopen decennia snel. Het bebouwde gebied vertoonde een navenante uitdijing van eirka 55 km2 in 1945 tot eirka 250 km2 in 1980 (Kanjanaharitai 1981, p. 207).

Dit bebouwde gebied wardt begrensd door een cirka 850 km2 omvattende zone die de overgang van stad naar platteland, i.e. de 'urban-rural fringe' (Thadaniti 1983, p. 1). In deze zone is een aantal suburbs gesitueerd, zoals Nong-Jok, Lad-Krabang, Min-Buri, Bang-Kuthian, Taling-Chan en Nong-Kam. Onder andere door de huisvestingspolitiek van de National Housing Authority betreffende de herhuisvesting van bewoners van slum-gebieden, groeien deze suburbs gestaag. Dit groeiproees gaat niet zonder problemen, met name soeiale problemen. Thadaniti (1982) beschrijft de problematiek die in deze suburbs als gevolg van de plaatsvindende snelle suburbanisatie.

Doeh de snelste grondgebruiksverandering met bebouwing als gevolg, speelt zich in de nog niet bebouwde ruimten binnen de Bangkok metropool af. Het is niet uitges!oten dat een belangrijke oorzaak hiervoor in de bereikbaarheid van deze gebieden gezocht moet worden.

(8)

Bereikbaarheid van bovenbedoelde suburbs laat namelijk (nog) ernstig te wensen over. Toch kan de sociale problematiek een belangrijker verklar1ngsfaktor blijken, waarbij werkgelegenheid (in de zgn. informele sektor) waarschijnlijk als hoofdoorzaak aan te merken is; ik kom hierop in het gedeelte over verbetering van de huisvestingssituatie nog uitgebreider terug.

(9)

MEGA-SLUM: HET VOORBEELD KLONG TOEY

Richt Evers van de Universiteit van Bielefeld zijn aandacht op het stedelijk grondbezit (Evers 1984), Van Nederlandse (universitaire) zijde bestaat vooral belangstelling voor het huisvestings-vraagstuk ('low-cost housing') in het algemeen en de slums- of squatting-problematiek in het bijzonder. Een voorbeeld hiervan is de Klong Toey, een in het zuidoosten langs de rivier Chao Phraya gelegen slum in Bangkok (ISP-Bangkok 1982). Galet op de ruimtelijke uitgestrektheid van deze slum, zal van 'mega-squatting' gesproken worden.

In geval van de mega-slum Klong Toey is een translokatie van de

.

bewoners van deze slum aan de orde in verband met de voorgenomen uitbreiding van de aan die lokatie grenzende havenaktiviteiten. De slum grenst aan een lange muur die zich uitstrekt langs het gehele komplex van de Port Authority of Thailand op deze plek aan de Chao Phraya riviera

Na de definitief wording van een translokatie van de bewoners van (eem deel van) de slum KLong Toey zijn drie partijen van belang: 1. SMA, de Bangkok Metropolitan Authority, de plannende en managende autoriteit;

2. NEA, de National Housing Authority, de organisatie die zorg draagt

v~~r het aanbieden van nieuwe woongelegenheid; en,

3. de lokale bevolking die met een nieuwe woning c.q. met een totaal nieuwe sociale situatie gekonfronteerd wordt.

Korrekter is misschien de Klong Toey problematiek niet te verengen tot het aanreiken van een nieuwe lokatie; doch veeleer deze in breder

(10)

verband te plaatsen waarbij de konsekwenties voor deze bevolkingskategorie centraal staan. Dit neemt niet weg dat ook terdege nagegaan dient te worden of de PAT, de Port Authority of Thailand, geen andere uitbreidingsrichting had kunnen kiezen. Doch dat is op dit moment #oude koek# en de onderhandelingen tussen PAT, NHA en bevolking hebben reeds een nieuwe gebiedsallokatie opgeleverd.

V~~r een deel van de te translokeren bevolking althans. V~~r een ander deel zal de translokatie over grotere afstand zijn; voor een klein deel waarschijnlijk naar de intermediaire zone, of --en dat zal als derde kategorie in prinCipe een omvangrijke zijn-- naar een van de suburbane kernen zoals Min-Bburi, Non Jok, Lad Krabang, etc.

Onderzoek naar het weI en wee van daarmee te vergel1jken ·getranslokeerde bevolkingsgroepen na hun verhuizing ten opzichte van voor hun verhuizing, roept zoveel vraagtekens op dat het ruimtelijk beleid zich nog uitgebreid achter de (flap?)oren mag krabben alvorins translokatie over grote afstand als een socio-ruimtelijke oplossing voor dergelijke megaslum-bewoners te stimuleren. Ook hier kom lik

hUisvest~ng

I

uitgebreider op terug daar waar de upgrading van de centraal staat.

i

Het zal in dat verband duidelijk zijn dat plannings-gerlcht onderzqek dat aan planvoorstellen voor nieuwe

I

woonlokaties vooraf dient Ite

i

gaan, enerzijds het vraagstuk van leefstijl aan de orde moet stel11n, doch anderzijds het hele akUviteiten- patroon c.q.

!bestaanspatroon ruimtelijk (etc.) in beschouwing dient te nemen. , i Of het nu om deze of om andere mega-slums gaat, (blijkbaar) doet z~ch

eens het moment voor waarop het in zijn voortbestaan bedreigd wo dt of waarop geen verder voortbestaan om welke reden dan ook mogelijk is (spoorveiligheid en verdrinkingsgevaar voor de bewoners,

(11)

grondeigendomsproblemen). In die gevallen gaat de problematiek, een fase van uitwaaiering, van migratie naar andere urbane lokaties zijn intrede doen. Overigens moet men zich bedenken dat "about one-quarter of the city's population lives in slums scattered throughout the city" (Burunasiri 1983, p. 121). In Sternstein (1976, p. 112) is een kaart opgenomen waarin de ruimtelijke spreiding van dit fenomeen staat weergegeven.

(12)

SQUATTING IN DIASPORA

In veel gevallen impliceert die uitwaaiering squatting in diaspora, ergens een nieuw plekje v1nden. Dit kan vele vormen aannemen, het kan op een veelheid van lokat1es in het urbane lichaam plaats vinden. Welke faktoren daarbij zoal een rol spelen, hangt stellig van een aantal primaire kondities af.

Mijn aandacht voor het vraagstuk van de squatting in diaspora begon niet zozeer door de konfrontatie met een verspreide, veelsoort1ghe1d in siumelementen. Waardoor ik in aanvang getroffen werd, was iets anders, en weI een tweeledige. Terugkerende uit het noordwesten van Thailand, uit de regio Chang Mai, met de nachttre1n ontwaarde ik in de vroege ochtenduren naar buiten kijkend, een vorm van megasquatting die als langgerekte verschijningsvorm min of meer parallel aan de spoorlijn gesitueerd was. In de tweede plaats ontwaarde ik een panorama waarin voetgangers tot in de knieen in het water, voorwaarts gingen. Waarschijlijk, doordat ik als grootstedeling opgegroeid ben en geleerd heb mij bijna nergens meer over te verbazen, heb ik toen niet ogenblikkelijk het fototoestel gegrepen en die beelden in de camera obscura vastgelegd. Doch twee dagen later overkwam mij na een bezoek aan het cirka veertig kilometer noordelijk van Bangkok gelegen Asian Institute of Technology in feite hetzelfde, aIleen stond ik er toen tot nabij de knieen in het water; het was avond, een wolkbreuk meldde zich en enkele ogenblikken later stond cirka een halve meter water op het wegdek. Ook nu ontbreken foto's; helaas.

Deze hoeveelheden water zijn niet incidenteel. evenmin zijn het lokale gebeurtenissen. In geheel Bangkok zijn ze periodiek aan de orde. "Wie het centrum van Bangkok in de regentijd bezoekt, waant

(13)

oprijzen uit het water tussen ko1ossale moderne gebouwen. () Geen sprookje (), maar een trieste werkelijkheid van een stad die jaarlijks in de regentijd gedurende weken, soms maanden, wordt geinundeerd" (Douwes Dekker en Qualerij 1984, p. 44).

Ook a1 mocht ik deze bee1den niet op de fotografiche plaat kunnen vastleggen, voor de Thaise regering bood deze waterrijke zomer van

1983 voldoende aangrijpingspunten om in te grijpen in de realiteit van mijn eerste ochtendse ontwaringen, namelijk de langgerekte slums lange de spoorlijn.

Uit een oogpunt van huisveeting en volkegezondheid werd aan deze huisvesting drastisch een einde gemaakt. Vandaar, dat ik deze slums niet tegen kwam, toen ik er ultimo 1984 tijdens een werkbezoek aan Bangkok een dia·reportage van wilde maken.

Squatting in diaspora is stellig voor de bewoners van deze slums het gevolg geworden.

Squatting in diaspora is voor grljpbaar; op zijn minst

buitenstaanders altijd wat moeilijk kost het meer tljd. Doch dan blljkt het en Indrukwekkend te zijn. Voorbeelden aantal varianten inventief

daarvan zljn (zie ook bijgaande foto's): onder bruggen en buizen, tussen huizen, maar evenzeer op de daken van gebouwen ••••••

(14)

KWALITEITSVERBETERING VAN DE VOLKSHUISVESTING

Mijn vierde voorbeeld, wordt bepaaid door de kans van huisvestings-verbetering. Sij sanering c.q. 'slum clearance' zijn veelal organisaties aktief op het gebied van (sociaIe) huisvesting, die in bepaalde gevallen, als men zulks al wenst, verhuizingen naar nieuw gerealiseerde ('koop') woningen als alternatief aanbieden. Zij die dat aanbod aksepteren, komen in een van de nieuwe, meer suburbaan gesitueerde, woonbuurten terecht. Doch daarmee is v~~r hen de kous niet af(gedaan). Zij behoorden en behoren tot de lagere c.q. laagste inkomensgroepen, wier inkomen in hoofdzaak verworven wordt in hetgeen weI als informele sektor wordt aangeduid. Hun woonadres is gewijzigd, hun arbeidslokatie of beter: hun arbeidslokaties (!) ook? Hoe staat het met hun kosten voor levensonderhoud, reizen en vooral huisvesting? Hoe ziet de stand van financiele afhankelijkheid eruit; zowel wat betreft het gewoon geleende geld (voor hun televisie) doch vooral voor die van hun hypotheek? Of algemener kan de vraag gesteld worden naar de overlevingskans van deze gerelokeerde families, juist vanwege het feit dat veelal de aanieiding tot hun translokatie er een van (overheids-) dwang is geweest.

Zij die er financieel de nek op breken, zullen dus noodgedwongen naar een situatie van squatting moeten terugkeren, doch ongetwijfeld (sociaal en financieel) armer dan tevoren. Terug, maar dan in diaspora.

'Upgrading' en de daarmee gepaard gaande omstandigheden van een ontwikkelingsland fenomeen. Overheden die zich tot taak

problemen is onder de een bijzonder relevant stellen om in de volkshuisvesting kwaliteitsverbeteringen aan te brengen, zullen zich

(15)

bevolking met zich meebrengt alsmede in welke mate dat het geval is. Buranasiri(1983, p. 124) onderscheidt een drietal vormen van

slum-verbetering, te weten:

1. kwaliteitsverbetering als/tot permanent woongebied: daartoe is nodig dat openbare voorzieningen worden aangebracht, er gezorgd wordt voor een verbetering van de socio-ekonomische kondities en wijzigingen in het grondbezit;

2. kwaliteitsverbeteringen waardoor het gebied tijdelijk als woongebied kan (blijven) fungeren; en,

3. een aanwijzing om het gebied te saneren ('clearance'), waardoor het gebled vrijkomt voor nieuwe bebouwing of

.

ontwikkelings~

programma"'s.

Zodra in mega-squatting situaties wordt ingegrepen in de zin dat de bewoners uit het betreffende slumgebied moe ten vertrekken, dan zet daarmee een proces in dat voor de bewoners veelal slechts twee kanten uit kan gaan. De eerste is dat men zich (opnieuw) een heenkomen zoekt en zelfstandig weer een optrekje bij elkaar scharrelt, een Iokatie vindt en een bouwsel opricht dac als woning gaat fungeren. Het is nieC uitgesloten dat deze kategorie verhoudingsgewijs onder de huidige socio-ruimtelijke omstandigheden het beste af is. Zij blijven waarschijnlijk in de buurt van het gebied waarin hun aktiegedrag zich voorheen ook afspeelde; hun kosten nemen nagenoeg niet toe, ze hoeven geen nieuwe schulden aan te gaan en zij bIijven deel uitmaken van de informele sektor, die geen belasting betaalt, min of meer ongrijpbaar is, en zij bIijven 'free enterprisers'.

De tweede betreft het aIleen of tesamen met de andere bewoners naar een nieuwe woonsituatie verhuizen; deze verplaatsingen worden in het

(16)

algemeen voorbereid en verzorgd door de National Housing Authority. Deze woonsltuatle is in de meeste gevallen relatief ver verwijderd van de woonbuurt die men verlaat; dit met aIle gevolgen vandien. Aangenomen mag namelijk worden dat de meerderheid van de verhuisde huishoudens in sociaal en ekonomisch opzicht een flinke stap terug moe ten maken.

huisvesting om

In de eerste plaats duurdere huurwoningen

gaat het bij deze of op hypothekaire

nieuwe basis aangeschafte koopwoningen. Weliswaar helpt de NHA deze huishoudens om opzo akseptabel mogelijke wijze een hypothekaire verplichting aan te gaan, doch daar staat tegenover dat deze mensen voordien vaak in het geheel geen (huur-)kosten voor hun woning hadden. En ondanks de akseptabele regeling geraken waarschijnlijk veel huishoudens in financiele moeilijkheden. De beslissing die daaruit voor die huishoudens moet voortvloeien, is opnieuw te verhuizen. Intussen uiteraard armer dan tevoren, voor de vorige verhuizing.

Het hulshouden zal zlch opnleuw ergens in het urbane slagveld een 'stekkie' moeten bemachtigen en zal daartoe stellig onkosten moeten maken •• en dus een verdere verarming ondergaan.

De meeste slumbewoners zijn werkzaam in de informele sektor en hun arbeidslokatie ligt stellig in of nabij het gebied waar zij gehuisvest zijn. Zodra zij naar een ver weg gesitueerde woning verhuizen, verandert er veel. Zij wonen verder weg en moeten dus meer reistijd en reiskosten gaan maken om hun (oorspronkelijke) arbeidslokatie te bereiken. Dergelijke arbeidsmogelijkheden in de informele sektor ontbreken waarschijnlijk in hun nieuwe (suburbane) woonsituatie. Ook voor een reeks andere en andersoortige aktiviteiten is deze problematiek aan de orde. In elk geval gaan ze gepaard met verhoogde financiele offers; in bepaalde gevallen tevens met een

(17)

sociale en/of ru1mtel1jke kontakten. Het 1s du1del1jk dat deze onder meer financ1eel toch al marg1nale bevolkingskategorieen daardoor meer dan proport1oneel getroffen worden.

Meer woonkosten, meer reiskosten en meer sociale kosten (inherent aan een verbeterde woonsituatie) leggen een zware last op de schouders van deze huishoudens. Squatting-in-diaspora is waarschijnlijk voor een groot deel van deze huishoudens onafwendbaar en daarmee zijn ze

in feite in een neergaande spiraal terecht gekomen.

Een opmerkel1jk resultaat dus voor een goed bedoelde maatregel uit een oogpunt van volkshu1svesting en ru1mtelijke planning.

(18)

URBAAN-RURAAL OVERGANGSGEBIED

Het vijfde voorbeeld sluit op de door de National Housing Authority van Thailand ondersteunde translokaties aan. V~~r allokatie van nieuwe woongebieden komen in aanmerking de intermediaire. zich dynamisch ontwikkelende metropole zones, alwaar de suburbs gesitueerd zijn. en de gebieden met vaak relatief goedkope grondprijzen, de zgn. urban-rural fringe. Of wij dit met het Nederlandse begrip stadsrand kunnen vergelijken, betwijfel ik enigszins. Temeer daar in de Nederlandse situatie meestal de direkt op de bebouwde kom aansluitende rand bedoeld wordt. Met name in het Bangkokse geval, betreft het een zone die zeker 10 km. verwijderd ligt van wat als bebouwde kom zou kunnen worden aangeduid. Die 10 km. zone is hiervoor al als intermediare metropolitane zone aangeduid.

Ontwikkelingen in de urban-rural fringe hebben overigens niet aIleen te maken met huisvestings-projekten van de National Housing Authority, doch deze zone vormt de werkvloer voor een gekompliceerd en politiek gevoelig proces c.q. spel van geven en nemen, en naar het laat aanzien, te zijner tijd van weggeven.

Als niet-ingezetene van Bangkok ben je niet 'rechtstreeks' betrokken bij allerlei geleidelijke en/of schoksgewijze veranderingen in het grondgebruik in de zgn. urban-rural fringe van deze grootstad. Vakmatig kan die betrokkenheid er eventueel weI zijn. De processen die zich daar afspelen, zul je dan herkennen, doch op zich zijn die niet spektakulair.

Interessanter vanuit een standpunt van vakbeoefening wordt dit fenomeen, wanneer uit het (Vijfde) Nationale Plan van Thailand blijkt dat de overheid zich tegen invasies van deze zone opstelt. Nog

(19)

Gouverneur voor Bangkok zelfs een besluit neemt waardoor in principe elke grondgebruiks- verandering in die zone verboden wordt. In feite behelst diens besluit de ins telling van een zgn. green belt. V~~r de boeren betekent dit overigens ook dat zij hun vrijheid van grondgebruik kwijt raken.

Halaas is de Gouverneur niet door de Bangkokse bevolking gekozen, doch in die funktie aangewezen en aangesteld door de Thaise nationale overheid; over centralisme gesproken!

Uiteraard is de druk op de urbaan-rurale overgangszone in een 'exploding metropolis' ongewis groot en indringend. Enerzijds vermoedt men daarom dat de Bangkokse Gouverneur zijn verbod, in het kader van het Zesde Nationale Plan zal moetan intrekken. Anderzijds gaan de ontwikkelingen in deze zone in de tussentijd --verbod of geen verbod-- onverwijld voort. Dat betekent overigens veel meer dan dat er (enkele of meerdere) woningen, gebouwen, kantoren en/of fabrieken worden opgericht. Het omvat een proces waarin een krachtenspel aan de orde is waarin ter ener zijde zich de oorspronkelijke boeren-bevolking bevindt. Zij hebben kleine, doch zeer vruchtbare stukjes grond ter beschikking, maar als gevolg van de verbodsbepalingen weten zij niet meer wat ze moeten of kunnen doen.

Ter andere zijde bevinden zich de 'invaders' die in het begin als zgn. absentee-landlords stukjes grond bijeen garen, die ze later te baat maken. Daardoor en daarmee worden de grondgebruiks-veranderingen in gang gezet en verschijnen urbane artefakten in de urbaan-rurale overgangszone.

De vruchtbare situatie van bijvoorbeeld Min-Buri moge uit het fotomateriaal blijken. Het geeft een doorsnede door deze suburb weer,

(20)

door khlongs (dit zijn kanalen), rijstvelden met voldoende water en kleurrijk pronkende boomgaarden.

Vroeger waren de khlongs rechtstreeks op Bangkok aangesloten, doch door het aanleggen van een dam is dat niet meer het geval en zijn de bootverbindingen verbroken. In plaats daarvan is de bus gekomen en een nu in aanleg zijnde autobaan.

Als buitenstaander en ruimtelijk planner vraag je je in dit verband af of het niet mogelijk is een meer gerichte beslu1tvorming in gang te zetten. De krachten die op de urbaan-rurale overgangszone worden uitgeoefend, zijn stellig te groot om het besluit van de Bangkokse Gouverneur, hoe verstandig zijn besluit ook is, op de langere termijn stand te kunnen doen houden. Er is dus meer nodig. In mijn naiviteit zou ik dat een grondgerelateerct struktuurplan voor het Bangkokse metropolitane gebied noemen, waarin gelet op de te realiseren kwantitatieve behoeften op de kortere en langere termijn, die gebieden gezocht en #gefixeerd' worden, waarop de ruimtelijke ontwikkelingen zich kunnen en mogen richten.

(21)

STRAATVERKOOP, WINKELHUIZEN EN SUPERMARKTEN

Een laatste voorbeeld waaraan ik aandacht wil besteden, speelt zich af in de voorzieningen-sektor ('supply'), een al evenzeer indrukwekkend maatschappelijk-ruimtelijk toneel. Voor westerse distributieplanologische modelvorming op het intra-urbane niveau stellig geen sinekure om er greep op en struktuur in te krijgen. Dat die struktuur er beslist is, blijkt weI uit de min of meer vaste standplaatsen van zelfs de (ambulante) straatventers. Duidelijk in ieder geval is een struktuur in de shophouses: na een 10 a 20 naast elkaar staande shophouses met kant-en-klare doodskisten van verschillend formaat en kleur, voIgt een reeks winkels die aIle

.

manden met eendekuikens 'etaleren' en die op hun beurt worden afgewisseld door winkels waar tafel-trapnaaimachines aan de man of vrouw gebracht worden. Laatstgenoemde winkels hadden overigens misschien even zo goed winkels met bontgekleurde chinese houten huistempeltjes kunnen zijn.

Prijs en peil van de voorzieningen voor zowel dagelijkse als niet-dagelijkse gebruiksgoederen worden in Bangkok op niveau gehouden door een krachtenspel van straatverkopers/-venters ('street vendors'), winkelhuizen ('shophouses') en supermarkten. Van deze partijen staan vooral de straatverkopers en de (breed georganiseerde) supermarkten tegenover elkaar. De straatverkopers zijn er de oorzaak van dat de

gemonopoliseerde prijsposities die de supermarkten willen bewerkstelligen, geen kans krijgen. Zij dwingen tot lagere pr1jsstellingen; in ieder geval bieden zij hun produkten voor lagere prijzen aan.

(22)

sluit op een dergeIijke prijsindicering aan, waarbij deze kategorie mede van belang is voor gebruiksgoederen van bet meer duurzame karakter.

Dat de kans op bet verdwijnen van de straatventers gering is, moge blijken ui t:

1. de belangrijke prijszettende rol die z1j bebben (voor rijk en arm zogezegd! ) ;

2. er niet voorzien kan worden in vervangende werkgelegenheid voor deze zeer omvangrijke kategorie die een quasi-arbeidsplaats bezetten; 3. de rol die een deel van de Bangkokse politie in deze schijnt te vervullen, namelijk die van marktmeester. Dat wil zeggen dat zij geld opbalen bij de venters en daarmee enerzijds de aktiviteiten van de venters dulden en anderzijds ter eigener voordeel regulerend optreden (Thaitakoo 1984); en,

4. de aanvullende rol die de straatventers vervullen in het voorzieningenaanbod via de sbophouses, gelet op de vraagstellingen uit bet publiek.

Vandaar dat deze kategorie die zijn waren op en Iangs de straat verkoopt zowel in het maatschappelijk leven als in het kader van distributie-pianologische overwegingen, een belangrijke rol zal blijven spelen.

(23)

KONKLUSIES EN SLOT

V~~r (slechts) ankele aspekten van voor de ruimtelijke planning relevante vraagstukken in Derde Wereldlanden, in dit geval in de kontekst van Groot-Bangkok, in het Thais "Krung Thep Maha Nakhon", de hoofdstad van Thailand (voorheen: Siam), zijn aantekeningen weergegeven die ik tijdens enkele werkbezoeken aan dit land heb vastgelegd.

Thailand c.q. Bangkok kan zich gelukkig prijzen dat het in het kader van allerlei vormen van ontwikkelingssamenwerking, vrij uitgebreid aandacht krijgt en onderwerpen voor studie en planning oplevert. De "Dichtigkeit des Geshehens" is in deze miljoenen stad zo nadrukkelijk aan de orde, dat enerzijds het aantal relevante aspekten voor het oprapen ligt, doch anderzijds juist door omvang en frekwentie ervan voor onderzoek en planning een ontoegankelijk geheel dreigt te worden.

De hier naar voren gebrachte onderdelen zijn vooral illustratief bedoeld voor een metropolitane situatie van die omvang en komplexiteit. Op grond van deze voorbeelden kan gekonkludeerd worden dat:

a. verklarend onderzoek relevant en ondersteunend v~~r de ruimtelijke planning is;

b. besluitvormingsprocessen stellig niet altijd parallel lopen aan gewenste ruimtelijke processen;

c. maatschappelijke (sub-)kategorieen ruimtelijke processen sterk kunnen beinvloeden;

d. interventies via deskundigheid van ruimtelijke planners zinvol en effektief (schijnen te) zijnj

(24)

e. gelet op de literatuur~verwijzingen Thaise ruimtelijke planners zeer aktief bezig zijn, zowel in het algemeen als in termen van ruimtelijk sociale aktivisten (pleitplanologen?) in het bijzonder.

(25)

LITERATUUR

Buranasiri(l983), P.: "Urban growth, housing. and slum-upgrading programs in Bangkok", in: Y.M. Yeung (ed.): "A place to live: More effective low-cost housing in Asia", IDRC-20ge, Ottawa 1983, pp.

121-131.

Douwes Dekker(1984), D.M., enL. de Qualerij: IIBangkok bedreigt door verdrinking", in: De ingenieur nr. 4, april, pp. 44-47.

Evers(l984), H.D.: "Urban landownership, ethnicity and class in southeast Asian cities", in: International Journal of Urban and Regional Research, Vol. 8, Nr. 4, Arnold, London, pp. 481-495.

Ginkel(1977), J.A. van, O. Verkoren, G. Mik, G. de Rijk en j. Veldman: "Zicht op de stade Sociaal-geografische beschouwingen over steden en stedengroei", Unieboek BV., in: "De wereld in stukken", Bussum.

rSP-Bangkok(1982): "Plan for the development of Klong Toey slum. A proposal It , Final report, appendices, Delft.

Kanjanaharitai( 1981), P.: "Bangkok: City of angels", in: M. Honjo(ed): "Regional development theory", United Nations Centre for Regional Development, Nagoya.

McGee(l967), T.G.: "The southeast Asian city", Bell, London.

Sternstein(l97 6), L.: "Thailand. The environment of modernisation It ,

McGraw-Hill, Sydney.

Sternstein(1982), L.: "Portrait of Bangkok", published to commemorate the Bicentennial of the capital of Thailand by the Bangkok Metropolitan Administration, April B.E. 2525!A.D. 1982, Allied Printers Limited, Bangkok.

(26)

A case study for a tentative plan of Lad Krabang", paper presented in First international symposium on soil, Geology and Landforms· Impact on land use planning in developing countries, Bangkok, Thailand. Thadaniti(l983), 5.: "Land use policy of the fringe area of Bangkok", paper presented in Second World Congress on Land Policy, Cambridge, Massachusetts, USA, 21-24 June.

Thadaniti(1984), S.: "Impacts of shophouses on Bangkok environment", paper presented at the International Conference on Thai Studies, 22-24 August.

Thaitakoo(1984), D.: "KlongToey: a study of economic and social integration in housing planning". study report, Institute for Housing Studies BIE, Rotterdam.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

Christus wonden zijn onze genez Christus wonden zijn onze genez Christus wonden zijn onze genez Christus wonden zijn onze genezing ing ing ing. Christus vergoten bloed is

Sommigen bestempelen de plechtige com- munie graag smalend als „het plechtige afscheid”, maar ik zag zelf te vaak hoeveel gemeenschap er op zo’n dag door de

5 Department of Dermatology, LUMC, Leiden; 6 Department of Pathology, MUMC, Maastricht; 7 Department of Pathology, Erasmus MC Cancer Institute, Rotterdam; 8 Department of

Bron: Dementie-event, VOOR en DOOR mensen met dementie 5 september 2018, Alzheimer Nederland en Zorginnovatiebureau DAZ.. 1 Schrijf alles op, neem altijd pen en

zorgkosten, werd door de regering vanaf 2009 geprobeerd een meer gerichte compensatie te bieden voor meerkosten dan met de voorgaande fiscale regeling voor buitengewone uitgaven

Steeds meer vinden ook Nederlandse onderne­ mingen met buitenlandse belangen dat zij één acountantskantoor willen hebben voor de controle van hun internationale

De tijd van nu, het komende Aquarius tijdperk, de geestelijk volwassen mens van nu is nu zover dat hij niet alleen meer moet gaan consumeren, en alleen maar gaan