Positioneringsnauwkeurigheid en herhalingsnauwkeurigheid
van robots
Citation for published version (APA):
Rietdijk, J. W. (1984). Positioneringsnauwkeurigheid en herhalingsnauwkeurigheid van robots. (TH Eindhoven. Afd. Werktuigbouwkunde, Vakgroep Produktietechnologie : WPB; Vol. WPB0087). Technische Hogeschool Eindhoven.
Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1984
Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record
Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl
providing details and we will investigate your claim.
Auteur: J.W. Rietdijk
WPB rapport no.: 0087 feb. 184
Verslag van I-l opdracht.
Begeleiding: Ir. P.W. KOumans
Ir. P.H.J. Schellekens
Inhoud.
I Ilho uu1-1 opdracht
Voorwoord
Inleiding
Hoofdstuk
1
Omschrijving begrippen.
Boofdstuk
2
Definities.
Hoofdstuk
3
Bet meten van
positionerinqsnauw-keuriqheid en
herhalingsnauwkeu-riqheid.
Hoofdstuk 4
De statistiek achter het meten.
Hoofdstuk
5
Het weerqeven van de resultaten.
literatuurlijst
Bijlaqe met titels
~nbeschrijvingen
paq.
paq.
2paq.
3paq.
4
paq.
6
paq.
12
paq.
21
paq. 26
paq.
30paq.
34paq. 37
I-1
opdracht.
V~~r
de aanduiding van de kwaliteit van een robot worden de begrippen
positioneernauwkeurigheid en
herhalinq5nauwki~igheidgebruikt.
Ga na of er in de literatuur omschrijvingen van deze begrippen
voorkomen en zo ja, beschouw en vergelijk die kritisch.
Formuleer een bruikbaar stel definities voor toepassing bij robots.
Geef aan op welke wijz-e(n) de meting van deze nauwkeurigheden zou
kunnen geschieden bij gangbare typen van industritHe robots.
Voorwoord.
In dit verslag van een 1-1 apdracht wordt een beschauwing gegeven over
de positianeringsnauwkeurigheid en de herhalingsnauwkeurigheid van
robots of manipulataren.
Oit verslag is ingedeeld in 5 haofdstukken.
In haofdstuk 1 wordt een beschrijving gegeven van de begrippen
positianeringsnauwkeurigheid en herhalingsnauwkeurigheid om de lezer
te introducer en in de problematiek van de positieeigenschappen van
robots.
Vervolgens warden in hoafdstuk 2 de positioneringsnauwkeurigheid en
herhalingsnauwkeurigheid gedefinieerd en vergeleken met definities die
voorkomen in de literatuur.
Hoofdstuk 3 is gewijd aan de manier van het meten van
positianeringsnauwkeurigheid en harhalingsnauwkeurigheid van een
robot. De voor- en nadelen van de verschillende meetmethoden warden
besproken.
De statistische verwerking van de meetresultaten wordt beschouwd in
haofdstuk 4.
Haofdstuk 5 tens lotte bevat een kart overzicht van een aantal wijzen
waarop de pasitioneringsnauwkeurigheid en herhalingsnauwkeurigheid
kunnen warden weergegeven, ap basis van de in haafdstuk 2 gemaakte
definities.
Tenslotte is er behalve een literatuurlijst een uitgebreid overzicht
apgenamen van de output van deze literatuurstudie die voor een groat
gedeelte tot stand is gekomen via de computer van de centro bibl ..
dienst. In dit averzicht is een veelvoud van titels en beschrijvingen .
van artikels opgenomen die van nut kunnen zijn voor toekomstig
Inleiding.
Ret gebruik van industriele robots en manipulator en is de afgelopen
jaren aanzienlijk toegenomen. De specificatie van de eiqenschapl?en van
zo'n werktuig is echter verwarrend. Richtlijnen voor standaardisatie
van de beschrijvinqswijzen van de eigenschappen zijn wenselijk zodat
het. mogelijk wordt om verschillende soorten robots en manipulatoren te
vergelijken.
Een aantal eigenschappen van de robot die van belanq zijn worden
genoemd in lit.[24], Ilt.(25] en 1it.[27] en zijn weergeqeven in tabel
1
en tabel 2.
Geometric Kinem8tic Dynamic ThttmIt dimensions dimensioN dilMf'llioM dimensions
Wodt__
0rMnt time T . . . furcIt. T...,. of~lMti Grippina forca
tabel
1eigenschappen van een robot .
• In deze literatuurstudie ligt het accent op de
\ positioneringsnauwkeurigheid en herhalingsnauwkeurigheid, beide
{ qeometrische eigenschappen van €len robot.
i
Verantwoorde definities van deze begrippen moeten als basis dienen
voor uniforme tests ter bepa1ing van de kwaliteit bij
b.v.
de afname
van een robot.
:1'"'
Vd', H, II'/\ ···f. ,
Ret is in een aantal gevallen mogelijk om €len vergelijkiq4' te trekken
tussen tests voor robots en tests voor werktuigmachines / Deze
vergelijking gaat hierin manco dat de
uTteiIidelljke"~:kwaliteitvan €len
gereedschapsw€lrktuiq wordt b€lpaald door de maatnauwkeuriqheid van het
produkt dat €lrmee geproduceerd wordt. Dit is m€l€lstal niet het geval
bij robots omdat e€ln robot in het a1gemeen geen bewerking uitvoert
zoais-een~ge-r-ee(fschapswer kEuig~
Oi tzonder
irigeri-~iIJn-delas -
-'en~--"veI£spuitrooots-waa-rde-kwafiteit van het produkt direkt €len gevolg is'
van de positioneringsnauwkeurigheid en herhalingsnauwkeurigheid, die
dan overiqens enkele ordertgroter zijn dan bij een
gereedschapswerkLuig.
"''';IIU)lkm lI&l luWloInCI'obu&cIa
'--eli ... 0r0IIu - PoIUioNcr . . . 1 (Q f!iAfabrSoIcrllU)
-1'oW .... ~ -u~ - ~YCfllllkca -B ... p.1 - klciAIIcr vcrfabrblu:. W . . - SylllOllronillliofta. bzw. NllllpuaklacllllllilJl.cit - AItIIIIihrawR - NOT - Ma - VotIuII&cQ Sl~ Ulolica - Orcil~ - GcIcaIt·FiiIuwlpY~ -BicvIjIliR -T ... -uniea -~V~ l ) y _ .... OroiMla - rI'OltUcA:llila. -a.-.wf~ - DiIImplWllll'vcrilllllca - ikwclJ\lllllilUall in Mblricb&ull& - IGrcilCl'lllafI} Io.ir~~ - ~nipApYCl'~ mu.. 8cKblcl' .... ',..
a-: ...
_liiufc -~'v.bIIlca mu.. GclChwilMlillllcil miUI. ~wiadiPcil Gc.c~m=rIiiIIfe - Ubcr.:awiqYCrballaa 1~/.ICI..,u .... G.oIIca - Gc_lIcilltWl&- mcchaai.cbc WidUeiauaa - V«IIIaduIilWll
Wiitmcleiauaa
Ki.ibGc"C"1II
A~Wo&i.:a. tirolloa - ~I
Hoofdstuk 1.
1.1
Inleiding.
In dit hoofdstuk worden de beqrippen positionerinqsnauwkeurigheid en
herhaliugsnauwkeurigheid gelntroduceerd. De afhankelijkheid van deze
ten opzichte van vaI'iabeIen ais belasting , plaats e.d. wordt gegeven.
Daarna is het mogelijk.om in hoofdstuk 2 een definitie teqeven van de
positioneringsnauwkeurigheid en herhalingsnauwkeuI'iqheid en deze
definit.ies te vergelijken aan de hand van bestaande literatuur
Olfdit
gebied.
1.2.
Qositionering§nauwkeu.igh~iden
be.halingsnauwkeuI'i9h~id.De positioneringsnauwkeurigheid en herhalingsllauwkeurigbeid van een
robot zijn te beschouwen als ruimteIijke eigenschappen en worden dus
gekarakteriseerd door
6
variabelen. Deze
6
variabelen, zijn de positie
van de robothand
(3
variabelen) en de orientatie van de robotband (3
variabelen) .
In de onderzocbte literatuur is het gebruikelijk am, wanneer bet
Jgeometrisch gedrag van een robot wordt bekeken, de orientatie buiteu\
beschouwing te laten. Dit komt omdat tot nu toe het
Ikwaliteitscriterium van een robot de positienauwkeuxigheid is.
In dit gedeeite van hoofdstuk
1
wordt aIleen gekeken naar de positie
van de robothand en dan kan t.a.v. de orientatie van de robothand eell
analoog verhaal opgesteld worden.
In fig.1 worden de begrippen positioneringsnauwkeurigheid en
herhalingsnauwkeuxigheid weergegeven.
De positionerillgsnauwkeurigheid is de mate waarin de robothand een
gewenste positie bereikt die hem van tevoren is opgedragell, de engels
term die hiervoor vaak gebruikt wordt is waccuracyW of ·positioning
accuracy", zie lit.[36].
-De herhalingsnauwkeuxigheid is de mate waarin de robothand
in
staat is
1am punten meerdere malen te bereiken, of boe goed de robot zichzelf
kan herhalen.
De engelse term die hiervoor vaak wordt gebruikt is de repeatability,
zie
lit. [36].
In de duitse literatuur spreekt men over ·Positionsgenauigkeit
R(positioneringsnauwkeurigheid) en niet over herhalingsnauwkeurigheid.
De standaard verdeling van de meet punt en dient ais basis voor de
beschrijving van de herhalingsnauwkeurigheid, maar hierover meer in
hoofdstuk 2 en 4.
t
I LTARGET
POINT l.TARGE1' POINT LTARGet POINT
:... HIGH RePEATABlltTY
"HiGH
RePEATABILITY lOW ItEPEATABR.lTYHIGH ACCURACY lOW ACCURACY ; HIGHACCURACY
1. Finn, prltt~s (top) fJItd distribution CU",ft (bottom) ,""""at~
two importtmt pnJonntmce sp«ij"'lCIItiom: IICCUTtIq (II robot's ability to moVe! to the tarret) and I't!pHtllbility (a robot's ability to return to the lame point).
fig.1 positioneringsnauwkeurigheid en
herhalingsnauwkeurigheid.
1.3. Variabelen van positionerinqsnauwkeuriqheid en
herhalinqsnauwkeuriqheig.
~De positione.lin9snauwkeurigheid Vdn een robot is afhankelijk van 4
factoren t. w, :
1) Het oplossend vermogen van de besturing.
2) De onnauwkeurigheden van de mechanische componenten
(verbindingen, aandrijvingen, uitbuiging, etc,).
l) De beldsting van de hand.
4) Een willekeurige, nooit van tevoren benaderde vastgestelde
positie.
'Ll
~ ("~rIe
i;'''"k ~,~ t,..~,-i (~/~,/,-,
Het oplossend vermogen
van- een besturing wordt bepaald door de
hoeveelheid besturingsincrementen die voorhanden zijn om een bepaalde
as te sturen. Dit aantal besturingsincrementen is afhankelijk van het
meetsysteem en de gebruikte besturingscomputer.
Het oplossend vermogen van de besturing is ter verduidelijking
weergegeven in fig.2.
48 IN. (1.22 MJ (4096 CONTROl. INCREMENTS) -SI.IOING JOINT CONTROl. 48 IN. (1.2~MJ RESOWTION " .lJ12 IN. 7.3 5 MM) ; - - -.. ---Fig. 2·11. Control influence on resolution.
fig.2. Oplossend vermogen.
V~~r
een
~artesisc.:herobot, een robot met assen in de X-,Y- en
Z-richting, is het oplossend vermogen van de bestuxing constant per
dS.Bij een robot met een roterende schakel varieert het oplossend
verlllogen in mm met de afstand tot heL draaipunt, ue fig.3.
ANGULAR RESOLUTION - - - - . . . , SPATIAl. RESOI.UTION ~ WITH 800M EXTENOEO\ / '
//~/
ROBOT ARM (TOPVIEWl/-/~
4~
" - SPATIAl. RESOLUTION WITH 800M RETRACTEDFig. 2·12. Effect of boom extension on spatial resolution (exaggerated).
Het oplossend vermogen van de verschlllende robotelementen heeft
qesommeerd een oplossend vermogen van de robot-hand tot qevolg zoals
qeqeven is in
fiq.4*.
JOINT MOTIOIt • II' TARGET POSITION .U12 16.(.305 _J (RESOLUTION)~'
Ii
I
I
~---7
,
,
,
FIRST JOINT
L
ADJACENT JOINTPOSlnO" POSInO"
JI't&. 3-14. Accuracylepatfal reeolutioll relatloIlebip.
fiq.4* Oplossend vermoqen.
Als qevolq van mechanische onnauwkeurigheden in de componenten van de
robot zoals wrijvinq (virtuele spelinq), spelinq tU5sen de tandwielen,
spelinq in Jlet scharnier of onder invloed van een belastlnq zal de
werkelijke positie van de robothand anders zijn dan verwacht werd op
basis van de meetsiqnalen die de robotbesturing ontvanqt.
Als gevolg van deze onnauwkeurigheden zal de plaats waar de robothand
kan zijn groter worden, zi: fig.5*.
TOOL riP (MECHANICAL INACCURAC'f1 JOINT MOTION
..
.
TARGET POSITION. .016IN.f.406 mmJ (SPATIAL RESOLUTION},--....,'-
...
,
i'"-....
I I I II
I I....
---)
'"
~~
(MECHANICAL INACCURACY)Fig.. 3-13. Accuracy/n!:SOlutioll relatioD8bi~
De positioneringsnauwkeurigheid vall een robot is bovendien afhankelijk
van eeu willekeurige, nooit-van-te-voIt!n-b.:rw.derde vastgestt:!lde
positie (target position). De grootte van de
positioneringsnauwkeurigheid is afhankelijk van de korste afsLc:tnd
tu~~en"target position" en een besturingspunl. Ligt een fttarget
position" dichter bij een bestu.ci.ugspunt. dan <i;al de
positioneringsnauwkeurighciJ beter zijn.
In
rig.4~en
fig.5~is de
~targetposition" getekend midden tussen twee naburige
besturingspunten.
De positioneerfout zal in dit geval de afstand uJn Lussen de "target
position" en
d~we.rkelijke plaats lIan de robothand.
De positioneerfout zal afnemen wanneer de "target position" dichter
bij een door de besturing te onderscheiden punt komt te liggen, en
Jientengevolge neemt de positioneringsnauwkeurigheid toe.
Het oplossend vermogen van een robot, in
fig.5~"spatial resolution",
geeft de maxillidle afstand tussen twee punten die voor de
robotbesturing identiek zijn.
De herhalingsnauwkeurigheid van een robot hangt net als de
positioneringsnauwkeurigheid af van:
1) Bet oplossend vermogen van de
b~5turing2) De onnauwkeurigheden van de mechanische componenten.
3) De belasting van de robothand.
De herhalingsnauwkeurigheid van eeu robot hangt niet af van de
willekeurige "target position" omdat deze "target position" bij het
herhaald positioneren van de robot niet verandert.
De herhalingsnauwkeurigheid van een robot verandert over het gehele
werkgebied maar zal per
bestur~n.9spunt const~'ll!~~~Jin.~
---
-- H
iii -
L:;xX:: -
~ h~1:;J l~\ hAy,\Io-{"U .*
~Figuren
4"
en 5 zijn in details gewijzigd bij overname
uit .
lit.[20]
omdat anders in de figuren reeds een definitie van
positioneringsnauwkeurigheid voor zou komen.
1,4.ProgralUl!Ieerwijze robot.
De in 1.3 beschouwde dfhankelijkheid van de
positioneringsnauwkeurigheld en de herhalingsnauwkeurigheid van el:u
robot gadt zander meer op wanneer een Iobot geprogrammeerd is in de
£..g. tedt:h-mode.
Wanneer de roLot geprogrammeerd wordt in de teach-mode zal de robot
met de hand nddr de posities worden gebracht die gewenst zijn.
De standen van de robotelementen worden via het meetsysteem uitgelezen
en dan opgeslagen in het geheugen van de besturing, Deze
elemenLsL<l11.den worden Ol?geroepen telkens als de robot Ilaal de
betreffcnJe plaats toe moet bewegen.
Bij off-line proqrammerinq worden de standen van de robotelemenLen
berekend aan de hand van b&::weginqsalgoritmen. Oeze standen worden dan
via
pons-, maglleetband of direct naar de besluxinq van de robot
gezonden.
De proqrammeur heeft wanneer nu het off-line programma op de
robotbesturing loopt geen zekerheid dat de roboL de qewenste
po~itiebel:eikL.
Dit komL omdat bijna elke roboL
.115gevolq van verschillen in b.v. de
iliontage van de meetsystemen een andere stand zal innemen bij een
bepaald besturingssignaal, wanneer de positioneringsnauwkeuxigheid,
zoals besproken in 1.3. even buiten beschouwinq wordt gelaten.
Oit levert geen problemen op wanneer er met een robot wordt gewerkt in
de teach-mode maar bij off-line programmerinq zal dit vaak de oorzaak
zijn van grate onnauwkeurigheden.
1.5. Gedrag van een robot.
hi .
I
A·{
ev~l~ ~'
t.£vl;1
~.u:-.
I
Lv-v-t
~~W7
!
Bij de bespreking van de positioneringsnauwkeurigheid en de
herhalinqsnauwkeurigheid van een robol is tot nu toe in dit hoofdstuk
uitgeqaan van een situatie waarbij de robot stil stond.
Wttuneer de robot gaaL bt:'!wegen wilen ttls gevolq van besturinqsfouten
en onnauwkeuriqheden van de mechanische componenten extra
positioneringsfouten opLreden die er toe leiden dat de
positioneringsnauwkeuxigheid en de herhalingsnauwkeurigheid van een
robot onder dynamische omstandigheden anders zulIen zijn dan onder
statische omstandigheden.
Een vergelijking met de 9Qreedschapswerktuigen is hier op
z~Jnplaats
daar er bij de besturing van de slede van zo'n gereedschapswerktuiq
dezelfde dynamische problemen optreden als bij een robot.
In het algemeen zal een robot meer Ittst hebben van naloop\' dootzwiepeu
dan een slede lIan t:'!t!n gereedsci1apswerktuig.
Dit is een gevolq van de bouw en de beweqingssnelheid van de robot. De
problemen die hierdoor kunnen optreden kunnen op een identieke wijze
worden beschreven. Ex moeL hier natuurlijk weI rekening mee worden
gehouden bij het meten aan robots.
::{..("'> 't
'1 I' . j v
Hoofdsl:.uk 2.
2.1. positionerin9snauwkeurigheid.
Ex
zijn op dit moment twee gangbare definities van
positioneringsnauwkeurigheid in de onderzochte literatuur. In
lit.
[20]wordt de positioneringsllauwkeur.i.gheld gedefinieerd als:
-accuracy: spatial resolution
I
2D,
zie
fig.6.
V~~rde accuracy wordt in dit gellal de meest ongutlsti'Je
situatie genomen. De definitie die hierboven is gegeven komt overeen
met de definitie in
lit.
[34] die luidt:
"absolute accuracy is defined ·as the tolerance in each
coordinate in reaching any gillen point in
space.-rOOL rIP (MECHANICAt INACCUHACYI JOINT MOTION
•
TARGET POSITION-, .008 IN.t.W mm! (ACCURACY) .016 IN'(A06 trim! {SPATIAL RESOWTJONI .I02mm .004 IN.Fig. 2-13. Accuraqr/resolution relationship.
fig.6 positioneernauwkeurigheid.
(MECHANICAL INACCURACY)
Deze definitie van posiLioneringsllauwkeurigheid is dus afhankelijk
\fande herhalingsnauwkeurigheid welke a.a. het gevolg is van de
annauwkeurigheden
vallde mechanische componenten. Volgens deze
definitie is de positioneringsnauwkeurigheid de maximale
positioneerfout die op kan treden wanlleer een punt wordt benaderd. De
positioneringsnauwkeurigheid is de maximale Iuimtelijke afstand tUBBen
het doel, "target point·, en de werkelijke positie van de robothand.
Voor de eenvoud in het vervolg zal deze definitie aangeduid worden met
definitie 1.
.
In
lit.
[28] komt een andere deflnitie voor van de
pO::l.i.tioneringsnauwkeurighl:id van een robot:
"accuracy is the difference between the target point and the
center of the distribution curve."
Deze defini t.ie van pusitioneringsllduwkeurigheid is onafhaukeli jk van
Je herhalingsnauwkeurigheid wat wordt verduidel.i.jkt in fig.7, waar de
herhalingsnauwkeurigheid samenhangt met de breedte van de verdeling en
de
po~.i.tioucrin':l3nauwkeurigheidde afstand is van-het "target" tot het
midden van de verdeling, zie oak fig.1.
3. A ecuracy is 1M
di6tflltce fro", tire
'~"'lIbility drcIe l'
eenle to 1M
target
poin/. Statistically.
it is tM dirtflltCf! fro", tire center point of the ,ttnp to the tttrgd point.
fig.7 Definitie van accuracy.
In de onderzochte duitse literatuur kamen verschillende definities
VOor.
De
"Syslemat.ische Abweichung yom Sollwert am Ort
x."
is in
J
lit.
[2]
gedefinieerd
dIsde afstand van het doel, de ·Sollwert", tot
de gemiddelde waarde van de metingen, bij metingen op een plaats, zie
fi 'I.8 en fig. 9 .
BUd 3. StaUache Kermvtlllen oMe BertlCk.1ehtilUA, def' UmkehrllpUUle (Anlahren au. eine,. Rlent"",)
fig.S
:-~
~ Ab"';dtu"f-$p '" AbWllcltu"fl + :lpo
I (8oIIwtf'f)r---
lI;t----.., I - - - N1'ft - !BUd 4. V.rteUuol-der M.a .... rt. "11 elne .. Sttchprobe t bet Mfahr.n au. dar Rlchtun't
fig.9.
Deze definitie is gemaakt voor de assen van een gereedschapswerktuig
maar is ook te gebruiken voor het beschrijven van de
positioneringsnauwkeuri'lheid van een robothand wanneer deze
·Systematische Abweichung vom Sollwert am Ort x." gelijk is aan de
J"accuracy is the difference between the target point and the
center of the distribution curve."
In de. figuren
8
en
9
geen rekeniu9 gehouden met de "Umkehrspanlie",
een dade-slag, die onl;;:;taat wanne.::r heLze::'fde punL vanuit twee
richtingen wordt benaderd.
In
de figuren
10
en
11
wordt hie.r weI rekening mee gehouden.
Slid 7. Grephite". Oentellung der ... ,.61111n nwI'!"'" Md·
pcMIt~ i~b der gIIWihlten
Pnif.".
p PotitiOtllUNic:Mmeit fit. PotitionMbweic:hung P, PotitionlltnlUbnlite U t..In*ehrIpIInne 4J',-II-XtOl'
fig.
10
B+ld6. Hlufigkefml'll'teilungder Elftal _ _ lf l, - -Mel· position
fig.
11.In de lileLatuuL van engelse, amerikaanse
offranse afkomst wordL
g~enaandacht besteed dan dit verschijnsel. In deze literatuur wonlt
aaugenomen Jat de meetwaarden een normale verdeling hebben i.p.v. twee
normale verdelingen, een voor benadering uit elke richting.
Tot nu toe is wat betreft de accuracy aIleen uitgegaan van
positioneringsnduwkeurigheid in
een
punt. Het gedrag van de
positianeringsnauwkeurigheid langs een as kan ook beschreven worden.
De UPositionsabweichung- is in lit.[2] gedefinieerd a1s:
"Die Positionsabweichung P
a
als systematische Abweichung ist die
in einer
gew~hltenPrQfachse maximal auftretende Oifferenz der
Mittelwerte aller Messpositiolf't:n"
Izie uok rig.
10.
De ·Positionsabweichung" geeft de maximale afwijking aan tussen de
"Istpositionen" en is gelijk aan de maximale systematische afwijking
per besturingsas.
"Die Positionsunsicherheit P ist did in der gt:w.1hlten pr:nfachse
ermittelte Gesamtabweichung unter Berflcksichtigung der in den
Einzelpositionen ermittelten Kennwerte:
Positionsabweichung
fUmkehrspanne und Posilionsstreubreite.
Sie umfasst somit die systematische und die zuf.11ligen
Abweichungen" ,
zie ook fig.10.
Deze ·Positionsunsicherheit" geeft aIle afwijkingen weer die op kunnen
treden, zoals verduidelijkt wordt in fig.12.
fig. 12. Arbeitsunsicherheit.
In lit.[n, lit.[29] en lit.[30J wordt ingegaan op een methode um dd
positioneringsnauwkeurigheid van een robot te berekenen in het
werkbereik. Oit deze beschouwingen blijkt dat de
positioneringsllauwkeurigheid van een robot voorspelbaar sterk varieerl
van punt tot punt en mede afhankelijk is van de orientatid van de
roboLhand.
Een definitie van positioneringsnauwkeurigheid die een waarde oplevert
voor de positioneringsnauwkeurigheid voor het gehele werkgebied van de
robot is niet optimaal. Door de grote afwijkingen die optreden in de
positioneringsnauwkeurigheid OVdr het werkgebied van de robot zou een
onvolledig beeld worden verkregen van de eigenschappen van zo'n robot.
Voor een optimaal gebrulk van bet begrip po::>itioneringsHd.uwkeurigheid
is het aan te raden am gebruik te maken van een definitie van
positioneringsnauwkeurigheid die niet een algemene waarde levert van
de positioneringsnauwkeurigheid voor het gehele werkbereik van de
robot maar van een definitie waarbij de positioneringsnauwkeurigheid
van punt tot punt gespecificeerd wordt.
Wanueer er gezocht wordt naar een waarde am de
positioneringsnauwkeurigheid van een robot aan te geven kan definitie
1 het beste worden gebruikt. Definitie 1 geeft een waarde van de
positioneringsnauwkeurigheid die dil'ect een beeld geeft hoe nauwkeurig
een robothand een punt kan benaderell. Wanneer de
positioneringsH.:luwkeurigheid zou worden gedefinieerd volgens definitie
2 als de gemiddelde plaats van de posities
van
de robothand is een
herhalingsnauwkeurigheid nodig om een juist beeld te krijgen van de
positioneereigenschappen van de robot. Een dergelijke ingewikkelde
structuur isniet aan te bevelen olildat zij misverstanden kan
veroor:z:aken.
Vaor de gebruiker van de robot geeft definitie
1
de informatie hel
beste weer. De fabrikant van de robot zal w.i.l1ell weten wat de oorzaak
van de positioneernauwkeurigheid vall zijn robot. Dan is het van
belallg om de waarde te kennen van de herhalingsnauwkeurigheid en van
de gemiddelde plaats van derobot.hand.
De voorgestelde definitie van positioneringsnauwkeurigheid is:
-De positioneringsnauwkeurigheid is de maximale afstand
Lu~scn
\de gewenste positie
en
de werkdijke positie gerueten
in Mn
\
punt van een as.
ftDit
is
weergegeven in fi9.14 van 2.2.
2.2. herhaling§naywks;urj.gheid.
r IN,
G
J ltv, i'"1N,
~
,...,-;; I'~
[;Een definltie van herhalirulsnauwkeurigheid moet rekening houden met de
,/ verde ling van de
standen./~~n
de robot. En zal dus gebaseerd zijn op
een
statisti5~hebenadering van deze verdeling. Zo zijn er een aantal
de
fini ties on tst<'tall vall herhalingsnauwkeur igheid .
" fl]
t\\
'~l
J't
L
l'L7
~
4/1
.4....,
t--v~
I
t~7' ~v
I
~,{,V1
H
lA,
r{VV
tI.-v'v1Lt
~
t-.y
i1
M
l.~
"'V'+vlt~
" , ~. . ~ ,'._" •. ,. • 'I':.,
E:",~;:. + - - R --.J~Ji_~1
fig.13.
2. Repetllability is tlte length0/
the radius oj,Iw
smallest circle tlult
can be drawn to inelude aI'points. Sttllistical/y, one
Iud/ 0/
the maxinuunwidtlt (or range)
0/
tlte distribution17
-Uit lit.[28] voigt de volgende definitie, z.le ook fig.13:
"Repeatability is the lenghlt of t.he radius of the smallest
circle that can be drawn
~~ include all points. Statistically,
one half of the maximum width (or range) of the distributluon
curve is repeatability."
Dezelfde definitie is gebruikt .l.n lit.
[20]alleen met.
devolgende
formulering:
"Repeatability is the ability of the robot to reposition itself
to a position to which it was previously commanded or trained",
Z.l.eoak fig 14.
,. - ... , ARBITRARY ~ ... - ... 1" F , . , I • ,IXED TARGET I . . ' ,
+"
Ii
I .+
• •.
I ' I , " ' , , . I' , ' ' /' - '
'--'"
...-
...
/.
... I . \r'
\. .
+
, .",1...
-ACCURACY~
REPEATABILITY+
T",ned Positions SPA TIAL RESOLUTION,,-
....I ) Range of E"or Due to
' ... _.1 CompOllMltandStnftlf
InllCcuracies
...
• • • : Reputed Positions
Fig. 2-16. A two-dimensional depiction of tool-tip positioDs of adjacent increments. trained and repeated (exaggerated).
fig.14. herhalinqshauwkeurigheid.
Volgens een andere definit.ie, lit.[21] volgl dat:
"The repeatability error of a positioning task can be determined
by comparing the average position of the repeated tasks with
the repeated position that is one standard deviation away."
l:
~;
~
Een derde definitie
.is afkomstig uit lit.(35] waarin wordt geschreven
dat:
"Within the ISO/TC39/SC2/WG2 working group on the Accuracy and
Repeatability of positioning of Numerically Controlled Machine
Tools
it is recognised that the
±
3 sigma criterion has been
retain this figure together with a standard test
~yc1ebut not
to specify the confidence limits."
UiL deze laatste woorden, "not to specify the confidence limits",
komen de verschillen voort.
Als we aannemen dat de robotollderdelen gepositioneerd worden volgens
de normale verdeling ontstaat voor de verdeling van posities van de
robothand bij naderingiTan een punt, een beeld als in fi9.15.
Slid 12. Normal_letluno
fig.15.
Hierbij moet opgemerkt worden dat bij een verdeling met -Umkehrspanne"
(zie o.a.
£ig.11)
de normale verdeling zo kan worden omgerekend (zie
H4) dat een beeld verkregen wordt zoals in fig.15.
Wiskundig kan dan worden bepaald dat 68.26\ van aIle meetwaarden
tU5sen
~-oen
~+oliggen,
95.4\ ligt tussen
~-2oen
~+20en 99.76\
ligt tussen
~-3oen
~+30tzie lit.[2].
Definitie 2 gaat uit van een herhalingsnauwkeu.t:igheid van
0,!neL al;.;
gevolg dat deze waarde maar een nauwkeurigheid heeft van 63.
2G~ •.Definitie 1 gaat uit van een praktische situatie en zegt dat alle
meetwaarden binnen een drkel moeten liggen. De
herhalingsnauwkeurigheid is in dat geval sterk afhankelijk van het
aantal meetpunten.
Definitie 3 gaat uit van een internationaal geaccepteerde 3a-norm met
een hoge betrouwbaarheid, zie lit.[3S].
De literatuur van duitse afkomst gaat uit van een
·positionsstreubreite
H di~in lit.[2] gedefinieerd is a15:
"Die Positionsstreubreite P beschreibt fftr die gewahlte
5
Prl1fachse die Auswirkung zufalliger Abweichungen in jeder
Position. sie wird mit einer festgelegten Statistischen
Aussagewahrscheinl.i.chkeit angegeben (Abschuitt 4.2.2 und
Deze definitie wordt statistisch onderbouwd zodat voor de
·Positionsstreubreite am Ort x." geldt:
J
6
*
s.
1
waarin
Sjde standaardafwijking van de meetwaarden in punt
Xjis.
Gezien de afspraken die gemaakt
z~Jnin de ISO/TC39/SC2/WG2 werkgroep
en de definities van het VOl, zie lit.[2], is een definitie van
herhalinqsnauwkeuriqheid die uitqaat van een
±3a gebied de eniqe
juiste. Gezien het betrouwbaarheidsinterval van
99.76\
zal praktisch
qeen enkele maal de robothand buiten dit gebied terecht komen. Een
derqelijke definitie van herhalinqsnauwkeuriqheid is daarom van qroot
nut voor de qebruiker.
Definitie van herhalinqsnauwkeuriqheid:
"De herhalinqsnauwkeuriqheid van een robot is qelijk aan drie
maal de (qemiddelde) standaard afwijkinq van de meetpunten,
plus de/dode
slaq.-/WH
vlk,
~
Deze herhalinqsnauwkeuriqheid is de straal van de cirkel rand het
gemiddelde van de meetwaarden waarbinnen
99.76%
van aIle meetwaarden
liggen.
2,3.
Andere Detinities.
In lit.
[26]
komen twee andere waarden naar voren die de
positioneringsnauwkeuriqheid van een robot beschrijven.
De "middle range of positioning" is de qemiddelde waarde over een as
van de -range of positioning" die gedefinieerd is als:
"The range of pos,tioninq characterizes how exact an industrial
robot finds the same programmed point independent of the
direction from, which
M
is movinq."
it
De "ranqe of positioning" is gelijk aan de herhalinqsnauwkeuriqheid
zoals gedefinieerd
in
2.2,
en de "middle ranqe of positioning" qeeft
de gemiddelde herhalingsnauwkeurigheid over een as van de robot. In
lit.[26] wordt de "middle range of positioning" geqeven door de
vergelijking:
R '" U
+
6*s
pu
waa~
ij
de gemiddelde "Umkehrspanne
wis over een as en s de gemiddelde
standaard afwijking over een as.
Een andere waarde die wordt gebruikt in lit.[26] is de "middle range
positioning tolerance", de gemiddelde waarde van de "positioning
tolerance·, die gedefinieerd wordt als:
"the positioninq tolerance presents the range of positioning all
over the whole workinq space of the robot."
De "middle range positioning tolerance- is gedefinieerd in de volgende
vergelijking:
- X.
I
+
U
+
65.
1un
Deze "middle range positioning tolerance· is gelijk aan de eerder
genoemde ·Positionsunsicherheit·,en is een maat voor de maximale
afwijking die op kan treden over het gehele werkgebied van de robot en
gaat uit van de positioneernauwkeurigheden van twee punten.
Roofdstuk
:3.Hel:. lueten van positioner inqsnauwkeurigheid en
herhalingsnauwkeuIiqheid.
'3.1. Alqemeen.
Bij het meten van de karakteristiekeu van robots moe len tukele
condilles goed in het oog worden gehouden.
Ret. gedra9 van de robot verschilt nogal wanneer er met een andere
snelheid, belasting of temperatuur wordt gewerkt.
Wannee.r dangenomen wordt dat de temperaluur van de robot na inlol;ien
t::onsi:.ant blijft, zijn de gevolgen van de temperatuur op het gedrag van
de rouot tc verwaarlozen ..
Oe motortemperatuur loopt bij het inlopen
langzaam op tot een maximum waarde.
Er moet weI rekening worden qehouden met de verandering van het qedrag
van de robot o.i.v. de belasting en de snelheid. Oit kan
OJ?een
eenvoudiqe wijze gebeuren door te meten met minimum en maximum
snelheid en belasting zoals voorgesteld in tabel
J.Motion speed
Handling weight.
Measuring
low
high
number
0
.
maximum
1
x
x
2
x
x
3
x
x
.
4
x
x
Table 1: Measuring sequence for each axis
tabel 3 Meetvolqorde.
V~~r
de verschillende "measuring numbers" wordt de robotas doorgemeten
op positionerinqsnauwkeurigheid en herhalinqsnauwkeurigheid.
Tabel 4 gaen een meer uitgebreid overzicht van het meten van
posilioneringsnauwkeurigheid en herhalingsnauwkeurigheid onder
statische en dynamische omstandigheden. Bovendien wordt ingegaan op de
"Umkehrspanne" , de drift en op de overshoot die op kunnen treden
wa.nneer een punt worut benaderd. Deze eigenschappen van de robot zijn
zeker van belang voar het gedrag ervan en dienen meegenomen te worden
bij het opstellen van afnamenormen.
"
Tot nu toe is alleen ingeqaan op het geJrag van de robot in een punt.
Wanneel
de robothand €::en vasLgestelde
bddU
moel volgen komell
eigenschappen ais "overshoot", en naloop aan de oIde. Deze
eigenschaPPt)il zul1en ook zeker mee moeten worden genomen in ae
toekomstiqe afnamevoorwaarden. Dit is een onderwerp voor een studie
apart.
GeonMtriai war'" ..."ed on indumiaI roboU
ChefK .... jltlC.
,....
...
,
Individual itltlc Pvametef'l diMInIionI Wdun cycle orItICIc*ly T_cycIe OperRlonai Uh
r..o...a
Velocity Dernpjng,euittllnld
directiOn Working StroU+Ane!e IndividwlStItle lOGS T"'illl the 1MftU·
....
inlll._ Wd . . tKU.IfWI delePotitlOninfl 3cktIwiatiGn IndividwIIi DevUition in I Y _
., ... ic
...
Stltle 1o.1OGS o.1OGS when I ...EI_tic betIeIrioor
b' oynemlc 3cktIwietion
X,I
from 10Cycle
*
lo.10GS o.1OGS 0.100% 0.100% Random error meMUnlflWfttlc: • ....,. 3ckie¥laIion Ufrom10
Cycta
*
to.1oea o.100s o.1OGS o.1OGS $yltllmUic: error whim...
motion is . - - . 0 dl D'fIOint 3ckIrih of theX. (61
fromn Tea:c:yde*
Or»ratiomi beNlviour.~ rafenmce point meMUntmentI 1o.1OGS o.1OGS o.loea o.1001t SahaIriour over long
X~ J)III'ioG
Itl Owf· Time reei . . red Cycte
:i'
Setefyd ... 1nIhooting 3d ... it . . . mH. to ,o.1OGS o.1OGS o.1OGS Q.100'lf. WOtki,. . .
~
Path-cl.lFW 2d-deviaUon
X.I
from 10 T_cycle _ DeviatiOn fromaccuracy from the c:ut"ft ~tl 1o.tOGS Q.100'lf. 0.100"'- Q.1OGS I;UFW with
per point or c:p-convol
reuittIInId
tabel 4 Meetwaarden
3.2. Wat en Hoe meten.
Wanneer de J,lositioneringsnauwkeurigheid en de herhalingsnauwkeurigheid
Vdll
een robot bepaald moeten worden, moe ten metingen gedaan wOLden in
6 -richtingen. Innners de pasitianeringsnauwkeurigheid en de
herhdling:md.uwkeurigheid van een robot zijn ruimtelijke eigenschappen
en worden
?ekara~teriz7erd d~or ~ variabelenl. De posi~i~ ~al1 de
robolhand J.S van.abel
In3 rJ.chllngen, de X-, Y- en Z-nchtJ.ng, en de
vrientc.i.Lie van de robolhand is uak variabel in 3 richtingen ,a-,p- en
l-draaiing, zie ook 1.2.
Allcen in lit.[21] worden metingen gedaau waaruit de
G V<lri~lLd~nLe
bepaJen zijn.
Fig 4: Partial c.ube inserted in the measurement zone
ot
the sa dial micrometersfig.16. Metingen aan kubus.
In figuur 16 worden deze metingen verduidelijkt. Door metingen op
2
plaatsen op elk
3onder ling onafhankelijk oppervlakken te verrichten
ia het mogelijk om de p05rtie en de orientatie van de robothahd uiL te
rekenen zie lit.[21]. In deze figuur is de robothand voorgesteld door
een blokje.
De meting wordt hier, zie fig. 16, geddCill filet behulp van mechCiliische
meetklokken. Deze meting is niet contactloos en zal daarom rnoeilijk Le
automatiseren zijn omdat dan gevaar voor beschadiging van
demeetinstrumenten bestaat.
In de andere liLeratuur, o.a. in lit.[2S], lit.[27] en lit.[24], wordt
slechts de positie Vdn de robothand gemeten en beperkt men zich tot
het meten van
3variabelen, hamelijk
deplaatsvariabelen.
D~ meting geschiedt dan met een inductief meetsysteem, zie fig.17 en
fig. 18.
Er wordt of gebruik gemaakt van een blokje (fig.17) of een bol(fig 18)
c~ande robothand. Bij deze meetmethoden is het mogelijk om de meetkop
weg te halen van de plaats waar de robothand Udal loe moet bewegen om
boLsingell, en beschadigingen van de meetapparatuur te voorkomeu.
Bovendien is het dan mogelijk om de robothand van de ver5chlllende
zijden de positie te laten benaderen.
E'en 'nieuwe methode om de positie van de robothand te meten is die met
behulp van de
la~erillterfer\ometrie.Daze methode is erg nduwkeurig
maar kan volgens o.a. lit.
[is]
niet gebruik worden wanneer de robot
-1
-;neller beweegl dat ca.
1(m.s
J.
Bill 1
Ot~ ItIduIt/lver ~ li.ir
Poa4tiolNl-~ In Hanah4lbullVlIf1IJl'lJUn'I
fig.17
r,fig.18.
, "
-De interesse van veel 'Jebrulkers gaat uit naa,r de plaatsnauwkeurigheld
van de robothand en niet zo.zeer nadr de orientat.ienauwkeurigheld.
Oaarom hebben veel metingen zich tot uu Loe beperkt tot de
plaatsnauwkeurigheid.
Zoals in 2.1. reeds werd opgemerkt blijkt ult
lil.[1],
lit..[29] en
lit.[30] dat de positioneringsnauwkeurigheid van een robothand in
sterke mate afhangt van de orientatie van de robothand. Het is dad.rom
ook van belang om deze orienta tie te meten om dat anders geen
betrouwbare lnformatie over de positioneringsnauwkeurigheid
weergevevt:!n kan worden.
Indien er gemeten wordt aan een 3D robot zoals in lit.[25] is de
orientatie
in
veel gevallen nlet van bt:lang. Oit in tegenstelling tot
wanneer er gemeten wOLdt aan b.v. de ASEA of een willekeurige 4D,5D of
60 robot. Bij een 3D robot is de orienta tie van de robothand a1
bepaald door de positie van de robothand. En 40, 5D of 60 robot heeft
extra. vrijheidsgraden en zo kan de orientatie van de robothand worden
gevarieerd terwijl de positie van de robothand niet verandert.
Om de "Umkehrspanne- te meten is het nadig dat het punt van 2 zijden
benaderd wardt. Omdat een 6D robot 6 onafhankelijke assen heeft zal
een meetpunt (6 coordinaten) met alle 6 assen afzonderlijk van 2
zijden een aantal keren benaderd moeten worden om een complete meting
in een punt te doen. Dit benaderen zal een aantal malen moeten
gebeuren am een nauwkeurige meting te krijgen, zie hoofdstuk 4.
Het qevolg hiervan is dat het aantal metinqen zeer hoag zal zijn. Dan
verdient het te overwegen om het meten te automatiseren met als gevolg
dat cantactlaos gemeten zal moeten worden.
Hoofdstuk 4 De statistiek achter het roe!;.en.
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de verwerking van de meetwaardeu
tot positioneringsnauwkeurigheid en herhalingsnauwkeurigheid. Er wordt
nader ingegaan op de statistiek van het meten·waaruit een benauering
kan worden gemaakt van het aantal benodigde meetwaarden.
4.1.
Berekenin9.
In 11t.[2] wordt een beschrijving gegeven van de berekeningen ter
verwerking van de met'ttresultaten waaruit het onderstaande voor een
groat dee1 is overgenomen.
De metingen worden voor de duidelijkheid verricht in een richting en
de benadering vindt plaats vanuit een besturingsas.
De basisgegevens die verkregen worden uit de meting zijn:
meetwaarde
.1op plaats
x.
)
- meetwaarde,
.I.op plaats
x .bij
he J
nadering
ttH.
positieve richting
- meetwaarde i op plaats
XJ'bij
\..,
nadering
ult
negatieve richting
x ..
l.J X. ·f 1.J X·.J.
1.)Hieruit kunnen de volgende waarden worden berekend:
- gemidde1de van de meetwaarden op
plaats x. bij nadering in positieve
Jrichting :
- gemiddelde van de meetwaarden bij
plaats Xj bij nadering in negatieve
richting :
- standaardafwijking van de meetwaarden
op plaats x. bij nadering in positieve
.
)richting :
x.
f )n
=
_:t
tx ..
t
n . 1 .1) .1= n:;;; 1:t
tx ..
+
n . 1 1) 1=n-1
n
-
2
5 .t =/-*
r
(x..t -
x . f ) Jn
i=1
1) )- standaardafwijking van de meetwaarden
op plaats
Xj
bij naderil1g in positieve
richting :
s .~:::.I-* n-1 nr
(x .. +-x .• ) - 2- gemiddelde standaardafwijking van de
meetwaarden op plaats x.
)
de "Umkehrspanne" op plaat5
Xj- de systematische afwijking van het
doel op plaats x.
) Jn .
1 ~J J~-s ..
=: JU.
= )s.t
+ s .•
1 1 2 x·f -x.+
) JU .
de po;;itioneernauwkeurigheid van de
robot op plaat5 x. in x-richting;
Pn.=
li.1
+
...L+
2
35.J J J
- de herhalingsnauwkeuriqheid van de
robot op plaats x. in x-richting:
J
U.
Hn.=
-1.+
35.J 2 J
4.2. Statistische opmerkingen.
Door het nemen van een enkele steekproef worden afwijkingen
geintroduceerd. De bij de statistische verwerkinq van de
m~etwaardenberekende kentallen
x
en
5stellen in werkelijkheid schattingen voor
van de overeenkomstiqe kentallen
~en
0die het gemiddelde en de
standaardafwijking voorstellen.
)
Wanneer het aantal metingen voldoende groot
is
In
)=50,
dan zijn de
x- en s-waarde voldoende nauwkeurig. Een aanvullende berekening voor
de betrouwbaarheid is dan niet nodiq.
Omdat de betrouwbaarheid
v~~rx
en 5 afhangen van de steekproefgrootte
kunnen bij kleinere steekproeven toch aanzienlijke verschillen
optreden tussen de berekende
x
en
5en de werkelijke
~en o.
I
I
V~~r
de practische bepalin'l van de positiewaarden is volgens lit.[2]
in het algemeen een steekproef met
n~10voldoende voor een bepalin'l
-van x en
5wanneer met een strooi'lebied van 6s
+
U
j gerekend wordt.
V~~r
uitzonderin'ls'levallen wanneer de mogelijke afwijkingen tussen de
steekproeven en de werkelijke waarden precies bepaald moeten worden
vol'lt uu een korte verduidelijkin'l.
YaOl:
het gemigdelde qeldtj
Met een betrouwbaarheid van 95%
li'l~het werkelijk 'lemiddelde
~in het
- . L
t
gebied
x
± (
In
)*s.
De factor In is uit fig.
18te halen.
fig.18
Betrouwbaarheidsbereik.
Het betrouwbaarheidsbereik voor het werkelijke gemiddelde
1.1.begrenst
J
de waarde van de berekende waarde
x ..
JVoor de standaardafwiiking geldt:
Met een
otussen
halen.
betrouwbaarheid
..l..
*5en..l..
D b
o
R
D
un
van 95% Iigt de werkelijke standaard afwijking
*sR' De factoren D b en D
o
un
zijn uit fig.19 te
De hierboven gegeven be5chrijving van ver5chillende statistische
eigenschappen is voldoende toereikend wanneer berekeningen gemaakt
moeten worden van de positioneringsnauwkeurigheid en
...
r
1
'1~
. IoU 1.1,.,
i
mf~
--..
.-1
11--i~
..
L. 1I
1\
\
-
l\
--r--~
-.--
....
t--,A"" f,
110-fTC'
.U
~,'Jo .• ~ JJJ -.r-~F
-.
-- -
.~ .. ~ .. .-_.
,-...
~....
c-.. -"-~. . --Shr1~ .. Ii1t>i"""""", It 1 L. ,1 ~ L.L.... .. 1 .. 1 ..Ll • 6 1m ; u'1~
iIJO~1IW:h 1fif . . . om..yll . . C"'i1d!!bOMlfrtl#(ItI1!irIt!I"_ . .
~_u.tiIngltnlldldt!M.ljoQi.~~SIrIIttbrI-11iJwtidrunIjs", f$/IiII: flO"" ·s,.slf. f{O",'s"
BUd 15. V.n'_lIbIreIch fUr die Standar~hUfllf
Hoofdstuk 5 Het weerqeven van de resultaten.
Het weergeven van de positionez:ingsnauwkeurigheid en
hez:halingsnauwkeurigheid van een robot is een probleem op zich. Het is
natuuz:lijk mogelijk om met een waarde van positioneringsnauwkeurigheid
en herhalingsnauwkeurigheid te volstaan voor het gehele werkbez:eik van
de robot. De plaatselijke positionez:inqsnauwkeurigheid en
herhalingsnauwkeurigheid zal dan in vele gevallen beter zijn deUl de
maximum waaz:de die gegeven wordt.
Er bestaat altijd zekerheid over de positionez:ingsnauwkeuIigheid en
herhalingsnauwkeurigheid die op veel plaatsen beteI is dan de gegeven
waarde voor het gehele wez:kbez:eik.
Wanneez: een gebz:uiker een robot nodig heeft voor b.v. puntlassen zal
hij slechts geinteresseerd zijn
in
de positioneringsnauwkeurigheid en
herhalingsnauwkeurigheid van de robot op plaatsen waar de puntlassen
gelegd moeten worden.
Iets soortgelljks kan gezegd worden over een gebruiker die de robot
wil gebruiken voor montage doeleinden.
Kortom het is onverstandig om voor de robot een waarde voor
positioneringsnauwkeurigheid en herhalingsnauwkeurigheid te geven voor
het gehele werkterrein. De gebruiker zal zoeken naar een robot die in
feite voor zijn toepassing te nauwkeurig is.
Ais het voor hem dan mogelijk is een robot te vinden die voldoet aan
zijn specificaties dan zullen de kosten voor deze robot veel hoger
uitvallen dan nodi9 zou zijn.
Het is daarom beter om de positioneringsnauwkeurigheid en
herhalingsnauwkeurigheid van een robot te geven voor het werkgebied.
Er bestaan een aantal mogelijkheden om de positioneringsnauwkeurigheid
en herhalingsnauwkeuxigheid weer te geven in het werkgebied.
A. In lit.[1], lit.[29] en lit.[30] wordt een methode beschreven die
uitgaat van de onnauwkeurigheden in de afzonderlijke robotassen en
daar uit een steisel van vergelijkingen berekend. Met dit steisel
van vergelijkingen kunnen de contour en van de
positioneringsnauwkeurigheid worden berekend. De orientatie van de
robothand en de foutenverdeling in de assen worden dan ais
variabelen ingevoerd. De positioneringsnauwkeurigheid van de
robothand wordt weergegeven in een 2-dim. fiquur die een gedeelte
van het werkterrein beslaat. Een andere optie is om de maximale
positioneringsnauwkeurigheid, de orientatie van de robothand en de
fout per besturingsas op te geven waarna het programma de
waarschijnlijkheden van de positioneringsnauwkeurigheid op een
plaats uitrekent. Deze weg is gevolgd in lit.[1], lit.[29] en
lit.[30] en fig.20 en fi9.21 zijn daarvan het resultaat.
figure
.t.
1'\.01 OF CONTOURS Of P()SITIOM'HC. PA08A91\.IlY
~_-r-.::=£:;;,;H ... TA~T..:tOH...:...Of H~ .9.' zo .0 Flgure 5.
fig 20 en fig.21.
I 10 I 60 I°lO JOCI
--'a
Deze figuren geven direkt een overzicht van de karakt.eristieken
van een robot en bevatten nuttige informatie voor de gebruiker3
van robots.
B. In lit. [22] wordt een methode beschreven om de gemeten
nauwkeurigheden grafisch uit te zetten . Deze methode heet
·Volumetric Accuracy Mapping" en is
in
feite" een uitbreidinq in de
ruimte van 2-D "Accuracy Mapping", Eerst wordt het werkgebied van
de robot opgedeeld
in
een aantal gebieden met hoekpunten, zie
fig.22 en fiq.23
Daarna worden op de gekozen hoekpunten de
positionedngsnauwkeudgheid en herhalingsnauwkeurigheid gemeten.
De positioneringsnauwkeurigheid en herhalingsnauwkeurigheid worden
dan in de qrafiek uitgezet en geven zo een beeld van de
karakteristieken van de robot. Deze ruimtelijke qrafieken worden
2-dimensionaal weerqegeven wat tot onduidelijkheden kan leiden.
c,
rn methode r wordt de waarschijnlijkheid van een bepaalde
positionerinqsnauwkeurigheid of herhalingsnauwkeurigheid uitgezet
die berekend
is
aan de hand van meetgegevens van de robotassen.
Dezelfde grafische methode uit methode I zou ook gebruikt kunnen
worden om
in
plaats van de waarschijnlijkheid van de
positioneringsnauwkeurigheid en herhalingsnauwkeuriqheid de
gemeten waarden ervan uit te zetten. Dit zou moeten gebeuren voor
een aantal snelheden en belastingen am een goed beeld te geven van
het totale gedrag van de robot. Hoewel deze methode, zover,
besproken alleen gebruikt wordt voor het weergeven van
positioneringsnauwkeurigheid en herhalingsnauwkeuriqheid zou deze
methode oak gebruikt kunnen worden voor het weerqeven van b.v.
fig
22
5
P!.AI·JES
Diagram lA: Polar Coordinate Robot Work Volume
fig
23.
•
Literatuur;
lit.[1]: K.J.Waldron, A.Kumar, Numerical plotting of surfaces of
. positioning accuracy of manipulators,Mechanism and Machine
Theory Vol.16, no.4, pp.361-368,1981.
lit.[2]: vor/OGQ 3441, Statistische PrOfung der Arbeits- und
Positions-genauigkeit von Werkzeugmaschinell, Grundlagen,
VOI-Handbuch Bettiebstechnik.
lit.(3]:
vor/cGQ
3442, 5tatistische Pro.fung der Arbeitsgenauigkeit von
Orehmaschinen, VOl-Handbuch Betriebstechnik.
lit.[4]: VOl/CGQ 3443, Statistische PrOfung de Arbeitsgenauigkeit von
Frasmaschinen, VOI-Handbuch Betriebstechnik.
lit.(5); VOl/CGQ 3444, Statistische Pro.fung der Arbeits- und
Positions-genauigkeit von Koordinaten-Bohrmaschinen und
Bearbeitungszentren, VOI-Handbuch Betriebstechnik.
lit.[61: VOl/OGQ 3445, Statistische PrOfung der Arbeitsgenauigkeit von
Schleifmaschinen, Grundlagen, Blatt 1-5, VOI-Randbuch
Betriebstechnik.
lit.[7]: H.Kenn, Auswahl und Abnahme von NC-Maschinen ffir eine nach
Teile-Familien strukturierte Serienfertigung, Werkstatt und
Betrieb 113
(1980)
12, p.809-813.
lit.[8]: A.E. de Barr, PrOfung von Werkzeugmaschinen, Werkstaat und
Betrieb 116 (1983) 6, p.367-371.
lit.[91: K.Seyfarth und E.Hain, Geometriefehler bei Lagesteuerungen,
Messen Steuern und Regeln 23
(1980)
h.11, p.614-618.
lit.[10):VDI 3254, Numerisch gesteuerte Werkzeugmaschinen
Genauigkeitsanga~en,