• No results found

Boekbespreking

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Boekbespreking"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

-16-Boekbespreking

Ronald Pouwer .

R.H. de Bruyne (1991). Schelpen van de Nederlandse kust.

KNNV-veldgids no. 6. Utrecht: Jeugdbondsuitgeverij, Stichting Uitgeverij

KNNV. ISBN 90-5107-017-9

Prijs inclusief verzendkosten: f 12,50 (leden NJN, JNM, KNNV, SWG),

F 16,50 (niet-leden). Bestellen bij SWG tabellen-administratie, Stelling-molen 30, 3146 CG Maassluis, tel. 01899-25292, giro 5272488.

In het hoofdstuk 'Determineren,

prepareren en opbergen' wordt op

duide-lijke wijze uitleg gegeven over de belangrijkste determinatiekenmerken.

Verder komen verschillende methoden van prepareren en opbergen aan de

orde.

Na deze algemene inleiding volgt het determinatie-deel, dat begint met

een uitgebreide, in drieen gedeelde deterrainatietabel. Bepaalde kenmerken worden aan de hand van tekeningen verduidelijkt. Een klein drukfoutje in de tweede tabel is, dat nr 38 twee keer voorkomt en nr 37 ontbreekt

(blz. 28). De beschrijvingen van de 100 opgenomen soorten zijn eenvoudig en worden begeleid door over het algemeen goede tekeningen. Door de

com-binatie tabel-beschrijving-tekening moet het voor iedereen mogelijk zijn

de algemene Nederlandse schelpen op naam te brengen, al zal dat bij de

wat moeilijkere groepen als Littorina en Hydrobia niet altijd even

makke-lijk zijn. Een punt waar ik zelf

nogal moeite mee heb, is het geven van

Nederlandse namen aan alle schelpen. Naast algemeen ingeburgerde namen

als kokkel,

nonnetje, wadslakje en purperslak worden er ook kunstmatige

namen als dubbeltjesschelp, tweetandschelpje, slank gordelslakje en mos-selslurper gebruikt. Men kan zich afvragen of dit de juiste manier is om

het schelpenverzamelen te populariseren.

Een groot aantal van de schelpenverzamelende leden van de WTKG is op het Nederlandse strand met hun hobby begonnen. Bijgestaan door de boekjes als

'Nederlandse Zeemollusken' van Kaas en Ten Broek, en later 'Schelpen vin-den en herkennen' van Entrop hebben generaties schelpenverzamelaars hun vondsten

op naam proberen te brengen. Het is nu bijna 20 jaar geleden dat

de derde en laatste druk verscheen van 'Schelpen vinden en herkennen'.

Sindsdien is er eigenlijk niets meer verschenen waarmee de beginnende

ver-zamelaar uit de voeten kan. Maar nu is er met de uitgave van 'Schelpen van de Nederlandse kust' van R.H. de Bruyne eindelijk weer een boekje op de markt, dat zich speciaal richt op de beginner. In de inleiding wordt al gesteld dat er niet naar volledigheid is gestreefd; slechts de 100 meest algemene, voornamelijk recente soorten zijn opgenomen. De wat meer gevorderde verzamelaar zal dus op een gegeven moment tevergeefs het

boek-je opslaan, en zal op zoek moeten naar uitgebreidere literatuur.

Het boekje begint met een inleiding over wat weekdieren zijn en wat de verschillen zijn tussen de vijf belangrijkste klassen. Daarbij wordt

aan-dacht besteed aan de bouw van de dieren en aan de verschillende biotopen

waarin ze kunnen voorkomen. Vervolgens komt het verzamelen ter sprake.

Allereerst wordt daarbij aandacht gevraagd voor het vaak onnodig

verza-melen van levende dieren, aangezien lege schelpen vaak in voldoende mate

voor handen zijn. Na een overzicht van waar men het beste kan verzamelen passeren enkele goede Nederlandse vindplaatsen de revue.

(2)

-17-Na de soortbeschrijvingen volgen een verklarende woordenlijst, een

syste-matische indeling van de behandelde en genoemde soorten en een synoniemen-lijst. Uitleg over het hoe en waarom van systematiek en latijnse namen, en de juiste notatie van de auteursnamen (wanneer wel en wanneer niet

tus-sen haakjes)' had hier op zijn plaats geweest.

Bij de lijst van 'geciteerde en aanbevolen literatuur' is niet duidelijk

tot welke van de twee categorieën de genoemde werken behoren. Bovendien

zou enig kommentaar over verkrijgbaarheid en kwaliteit van de literatuur

van nut kunnen zijn voor de geinteresseerde verzamelaar.

Een register en een overzicht van verenigingen en instellingen besluiten het boekje. De WTKG ontbreekt

op deze lijst, mijns inziens ten onrechte,

omdat schelpenverzamelaars

op de stranden van met name de Waddeneilanden

en Zeeland onvermijdelijk met fossiele schelpen in aanraking zullen komen. Andere verenigingen die op deze lijst thuishoren zijn o.a. de Malacologi-sche Contactgroep Amsterdam en omstreken ('De Kreukel'), de Friese

Schel-penwerkgroep en de Werkgroep Geologie van het Zeeusch Genootschap (ook

voor schelpenverzamelaars).

Misschien iets voor de volgende druk, die ik dit boekje van harte gun. Het is een uitstekende eerste kennismaking voor iedereen die schelpen wil

gaan verzamelen of zomaar geïnteresseerd is in deze diergroep. Voor de prijs hoeft niemand het te laten!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Stefan coiffure & team Kerkstraat 161 kapsalon voor dames, heren en kinderen. Swarthuys Kerkstraat 85 vintage en brocante meubelen, decoratie en kledij t Cursiefje Kerkstraat

In 2012 werkte de TIA de norm bij naar TIA-606-B, met specificaties voor labeling en administratieve best practices voor alle klassen van netwerksystemen.. Deze norm was

Deze ondernemer krijgt alleen een bijtelling als de auto tot het ondernemingsvermogen behoort en als daarbij geen sprake is van een uitzondering of het tegenbewijs dat de auto

Een zesde van de werklozen uit 2011 hebben anno 2015 wel een baan op niveau maar niet naar richting, en ongeveer een gelijk aandeel werklozen uit 2011 heeft anno 2015 een baan die

Omdat de motie waar we nu over stemmen, onvoldoende afbakening kent en onvoldoende duidelijk is, kan mijn fractie niet anders dan tegen deze motie stemmen.. Dat laat onverlet dat

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, de Chris- tenUnie en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van

Als het kabinet de motie als volgt mag lezen dat we een inspanning doen voor eva- cuatie van Afghanen die zichtbaar het Nederlandse belang hebben gediend en voor wie de

Het college kan zodoende op grond van artikel 2 van de Afvalstoffenverordening zowel de inzameldienst (belast met het aan huis inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen) aanwijzen