• No results found

Nieuwe Colus-soort? Een aanvulling op het artikel van Stijn Everaert (2013)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nieuwe Colus-soort? Een aanvulling op het artikel van Stijn Everaert (2013)"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Nieuwe Colus- soort?

Een

aanvulling

op het artikel

van

Stijn

Everaert

(2013)

Freddy

vanNieulande

¹

De

grote Colus-verwarring

Gezien degrotevariabiliteitdiewe

bij

alle Buccinidae

ken-nen,enook

bij

de

Co/ws-soorten,

ben ik

geneigd

om de

genoemde

variëteiten opte nemenbinnen de

synonymie

van Colus olavi.

Het materiaal in de collectievan Marcel Vervoenen laat

ook

enige

variëteit zien

(fig.

29 t/m

32),

maaris

goed

ver-gelijkbaar

met

datgene

wat ik in het Westerschelde-mate-riaal heb

gezien

in de collectievanhet KZGWen in

mijn

persoonlijke verzameling.

Ineen

publicatie

vanGlibert

(1959,

p.

13-14)

wordt

Sipho

gregarius Philippi,

1845

genoemd

enGlibert

schrijft

daar onder andere: “J’ai

observé, parmi

les matériaux des Sables

d’Austruweel,

deux individus

qui

s’écartent de la forme

typique

parun

angle apical

unpeu

plus

ouvert,uneforme

plus

courte et

plus

dilatéeetdestoursunpeu

plus

convexes

(PI.

Ill,

fig. 6;

4988);

ilsmesemblent

correspondre

ala f. mörchi

(HARMER).” Hij koppelt

de forma mörchi dus

aanColus

gregarius

ennietaanColus olavi zoals Warmer

oorspronkelijk

deed! Dit is

waarschijnlijk

de bronvande door Marcelen

Stijn aangedragen

naamColus mörchi. Juist

vanwege de

trapvormige windingen

enhetconvexe

profiel

zie ik in de

afbeelding

vanGlibert

(fig. 7)

meer een

exem-plaar

vanColus cordatus

(A. Bell,

1871).

de miocene Colus

gregarius (fig. 8)

temaken,waar bo-vendienmaaréén individuvanbekend

schijnt

te

zijn

uit de Zandenvan

Edegem (Glibert,

1952).

In de Atlasvan

Nyst (1878) zijn

twee Co/us-soorten

afge-beeld onder denaamFusus

gracilis

Da Costa(hg. 9). Het bovenste

exemplaar

betreft Colus cordatusenhet onderste Colus curtus!

Beschrijving

van deColus-soorten voorkomend in het Plioceenvan de

regio

Zeelanden

Antwerpen

Colus cordatus

(A. Bell, 1871)

(pag. 92)

Vrij

slanke, licht bolle

windingen

met

matig trapvormige

opbouw.

Het

profiel

vande flankentussen top en laatste

winding

is

duidelijk

concaaf

(fig. 10). Spiralen grof

ensterk

ontwikkeld,

voorkomendoverde

gehele schelp

envoelbaar

met de

vingernagels (fig.

10-15).

De

sipho

is

slank,

licht tot

matig gebogen,

soms zelfs

krachtig gebogen (fig. 12).

Apex

min ofmeer

afgerond.

Afmetingen

tot35mm,

Westerschelde-exemplaren

berei-ken

afmetingen

tot43 mm.

Stratigrafie:

bovenste deel ZandenvanOorderen

(horizon

metAtrina

fragilis kalloensis)

totZandenvanKruisschans.

Colus curtus

(Jeffreys,

1867)

(pag. 92)

Licht bolle

windingen, bij

de schouder

ingesnoerd

en daar-dooreen

trapvormig uiterlijk,

maarhet

profiel

vande flan-kenoverde

gehele lengte

vande

schelp

is nagenoeg

recht,

in ieder

geval

minder concaaf dan

bij

de

vorige

soort

(fig.

16). Spiralen

zwakker en

gladder

aanvoelend dan

bij

C.

cordatus,en overhet

algemeen

alleen voorkomend op het middelsteenonderste deelvande

windingen. Bij sommige

exemplaren

vanC.curtus kunnen

spiralen

toch

aanwezig

zijn

overde hele

hoogte

vandeeerstedrieavier

windingen

vande

teleconch,

maardeze vervagen op de lateremeer

adulte

windingen (fig.

16-17,20-22).

Juveniele

exemplaren

kunnen hierdoor op C. cordatus

lijken. Bij geërodeerde

en

verspeelde exemplaren,

onderandere in het Westerschelde Eerstmaar evenwatrechtzettenover Colus mörchi? Deze

naamis doorHarmerin 1914

geïntroduceerd

als

Sipho

olavii

var.mörchii

(fig. 1).

Indit werk wordtnaast

Sipho

olaviis.s.

(fig. 2)

ende variatie mörchii ook nogeenandere

(nieuwe)

variatie

genoemd, namelijk Sipho

olavii var. conulus

(fig.

3).

De

typische

vormvanColus olavi

(Mörch, 1871)

wordt door Harmerechter

afgebeeld

als

Sipho

sabinii

(fig. 4).

Colus sabini

(Cray, 1824)

iseenrecente soort meteen

verspreiding

vande Oost ChineseZee,

Canada, Newfoundland, Usland,

Nova-Zembla,Ruslandende

noordelijke

Noordzee. Het is

een

vrij

grotesoortvan35tot 105mm

hoogte.

Duidelijke afbeeldingen

van C. olavi

zijn

tevinden in Gla-denkovetal.

(1980) (fig. 5),

Van

Regteren

Altenaetal.

(1965)

(3)

Colus olavi Colus curtus

(4)

Colus olavi

(Mörch, 1871)

(pag 92,

93,

94)

Omgangen

brederenbollervan

profiel

enminder

trapvor-mig

dan

bij

de

vorige

soorten.Het

profiel

vande flanken

tussentopen laatste

winding

is

duidelijk

convex

(fig. 23).

Bij

de

verlengde spitsere exemplaren (fig. 26)

is het pro-fiel minderbol dan

bij

dekorte

gedrongen,

meerei

vormige

exemplaren.

Colus olavi is

altijd

bollervanvorm dan de

vorige

soorten.

Spiralen breed,

zwaktotsterk ontwikkeld

overde

gehele schelp.

Licht voelbaarmetde

vingernagel.

De

sipho

is

krachtig,

korter dan

bij

de anderesoorten en

matig gebogen. Apex afgerond.

Afmeting

tot55mm.

Stratigrafie:

Zandenvan

Kruisschans,

van

kleiig

deeltot het niveaumet

Panomya trapezoides.

Het is

mij opgevallen

dat C. olaviaande

pariëtale zijde

bij

de columella vaak een

geërodeerd vlekje

heeft. Dit

verschijnsel

is ook

bij

de recenteColus-soorten C.

jeffreysianus (P. Fischer, 1868),

C. holboelli

(Moller,

1842)

en C.

gracilis (Da

Costa,

1778)

tezien. De

pariëtale

vlek

(fig.

24 en

28)

heeft iets temakenmet het

oplossen

van

een

laagje

kalkvande

vorige winding, waarbij

dit materi-aal

mogelijk

mede

gebruikt

wordtomde nieuwe

winding

meeoptebouwen.

Tip

voorhet onderscheid tussen de soorten Een

handig hulpmiddel bij

het herkennenvandesoorten is

eenliniaal die

je

tegende

windingen

van de

schelp

houdt.

• Is de flankvan de

schelp

hol dan is het

bijna

zeker cordatus

(fig.

10).

Is de flank nagenoeg recht dan is het

bijna

zekercurtus

(fig. 16).

Bij

eenbolletotzeerbolle flankvande

schelp

is het

bij-nazeker olavi

(fig. 23).

Voormeer

bevestiging

vande determinatiekunnen

boven-staande

beschrijvingen

vannut

zijn.

Dankwoord

Mijn

dank gaatuitnaar

Stijn

Everaertvoor de boeiende discussie die via de e-mail heeft

plaatsgevonden.

Uiteraard ben ik ook veel dank

verschuldigd

aan Marcel Vervoenen

voor het beschikbaar stellen vanmateriaal voor dit

aan-vullendeonderzoek. Deze

schelpen

worden door hemaan

Naturalis

geschonken.

Ook wil ik Marcel bedankenvoor

de

uitgebreide

discussie overdit

onderwerp, waarbij

het

misverstandoverColusmörchiuit de weg kon worden ge-ruimd. Tevens dankaanPeter Szachnowskivoorhet

verta-lenvanhet Russisch documentvanGladenkovetal. Zeker

ook dankaanRonald Pouwervoorhet beschikbaar stellen van de

mij

ontbrekende literatuurenhetmetenormveel

geduld

verbeterenvan het

manuscript.

Gebruikte

afkortingen

FvN =F. vanNieulande

KZGW=

Koninklijk

Zeeuwsch

Genootschap

der

Wetenschappen

MV=M. Vervoenen

NHG=

Natuurlijke

Historie

Genootschap (aanhef

vóór het

registratienummer

in de collectievanhet

KZGW)

metbijnarechtesipho.Kallo Vraesenedok, Zanden vanOorderen.(FvN).

12. 10-11. Colus cordatus, Colus cordatus. Coluscurtus, (FvN).

17. heel slankevorm,gebogenengekniktesipho. Zuid-Sloe, westzijde Scheldepoortwerf.(FvN).

18. heel slankevorm.De Kaloot.(FvN).

19.

metsterkgebogen siphokanaal.Kalle Verrebroek-dok1987,Zanden vanKruisschans,kleiigedeel. F1741 C.(MV).

13-15.Toppenvan Figuur13 Westerschelde(KZGW); figuur14 «alloVraesenedok,Zanden vanOorderen(FvN); figuur15 De Kaloot(is topvanfiguur 11) (FvN).

Coluscordatus,

Coluscurtus,

gemiddeldevorm.KalloTunnel,Zandenvan

Oorde-ren,horizon met

16.

Angulusbenedeni.

(5)

Literatuur

Everaert,

Stijn,

2013. Een nieuwesoort

gastropode (

Colus

mörchi?) gevonden bij

de

havenuitbreidingen

in Kallo

(Oost-Vlaanderen)

in de ZandenvanOorderen

(Lillo

Formatie). -Afzettingen

WTKG 34

(1):

8-9.

Gladenkov, Yu.B.,P.E.P. Norton & G.

Spaink,

1980. Verkii Kainozoic Islandii

(Stratigrafiya

Pliotsena-Pleistotsena i

paleontologicheskie kompleksi) [Upper

Cenozoic of Iceland

(Pliocene-Pleistocene stratigraphy

and

palae-ontological assemblages)].

-Acad. Sc. USSR, Transac-tions 345:116p.

[Russisch

met

Engelse samenvatting].

Glibert,

M., 1952. Faune

malacologique

du Miocène de la

Belgique,

2.

Gastropodes.

- Mém. Inst.

roy. Sci. nat.

Belg.

121:1-197,10

pis.

Gilbert,

M., 1959.

Gastropodes

du

Diestien,

du Scaldisien et du Merxemien de la

Belgique,

3.- Buil. Inst.

roy. Sci. nat.

Belg. 35(10):

1-27,1

pi.

Marmer, F.W., 1914. The Pliocene Mollusca of Great Bri-tain. Vol.

I,

part 1.

(1913).

-

Palaeontographical

So-ciety,

London:1-200,

pis.

1-XXIV.

Nyst, P.H.,

1878-81.

Conchy

I

iologie

des terrains tertiaires de la

Belgique,

1. Terrain Pliocène Scaldisien. Mol-luscs: Bentic

Opisthobranchs (Mollusca: Gastropoda)

Ann. Mus.

roy. Hist. nat.

Belg.,

Série

Palaeontologique

3,

atlas

(1878):

1-262

(1881).

Regteren

Altena,C.O. van, A. Bloklander & L.P. Poude-royen, 1965. De fossiele

schelpen

vande Nederlandse strandenenzeegaten,le

serie,

2e druk.-Nederlandse

Malacologische

Vereniging:

1-55.

'

Freddy

vanNieulande,

Scheldepoortstraat

56, 4339 BN NieuwenSint-Joosland,e-mail:

frvannieul@zeelandnet.nl

Colus olavi

Colus mörchi

33-35.ToppenvanColus olavi.

uitde collectievanMarcelVervoenen,allen oorspronkelijkals gedetermineerd.

Figuur29Kallo,ZandenvanKruisschans exsitu. F1830 (MV); figuur30 Kallo Bouwputtunnel,ZandenvanKruisschans ex

situ. F1830.A(MV);figuur31 Kallo Bouwput tunnel,Zandenvan

Kruisschans onderstekleiigedeel. F1830.A.1 (2)(MV);figuur32 Verrebroekdok,ZandenvanKruisschans. F1978-2. (MV). 29-32.

Figuur33 Westerschetde opgezogen nabijEllewoutsdijk (Istopvanfiguur25);figuur34Verrebroekdok, Zanden vanKruisschans,bovenste zandigedeel;figuur35 Kallo Bouwput Tunnel,ZandenvanKruisschans exsitu(is topvanfiguur

30).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op de foto is te zien dat bij drie van deze kleinere tetraëders de middens van de zijden in de grensvlakken met elkaar verbonden zijn. Daarvoor zijn in elk van deze drie tetraëders

Welke activiteiten of diensten organiseer je voor je doelgroep(en)?. Effecten direct

Wanneer de springstok rechtop staat en niet wordt belast, bevindt de zuiger zich onder in de cilinder zoals in figuur 11.. figuur 10 figuur 11

Wanneer de springstok rechtop staat en niet wordt belast, bevindt de zuiger zich onder in de cilinder zoals in figuur 11.. figuur 10 figuur 11

In de tekst van de transformator staat een voorschrift voor de maximale lengte van een snoer aangegeven: “L USCITA MAX mt 2”. 3p 25 † Beredeneer met behulp van

3p 17 † Laat met een berekening zien dat de gegeven waarde van D zowel wat betreft getalwaarde als wat betreft significantie in overeenstemming is met de benodigde gegevens

Geef je eindantwoord in

Zo plakken we er steeds rechtsboven een gelijkzijdige driehoek aan, de ene keer met de top naar beneden, de andere keer met de top naar boven.. De zijden van de nieuw te