• No results found

Europese varkenshouderij: Nederland is goede middenmoter

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Europese varkenshouderij: Nederland is goede middenmoter"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

EUROPESE VARKENSHOUDERIJ: NEDERLAND IS GOEDE MIDDENMOTER

Arjan Wisman

In de Europese varkenshouderij zijn de verschillen in structuur, resultaten en inkomens groot. Hierna worden de resultaten van gesloten varkensbedrijven in zes landen/regio's vergeleken: Nederland, België, Denemar-ken, Spanje, de Duitse deelstaat Nedersaksen en Bretagne in Frankrijk. Deze regio's behoren tot de belangrijkste gebieden met varkensvleesproductie in de EU. Vooral Denemarken, Bretagne en Spanje kun-nen als directe concurrenten van de Nederlandse varkenshouderij worden gezien.

Tabel 1 Resultaten en inkomens op gesloten varkensbedrijven gemiddeld van 1995-1999 (bedragen in euro, excl. BTW

, )

Neder- Bretagne België Neder- Dene- Spanje saksen land marken

Aantal vertegenwoordigde bedrijven 600 2.500 2.600 2.000 2.400 2.200 Aantal zeugen 123 191 162 278 236 147 Aantal vleesvarkens 322 1043 856 1120 790 597 Hectare cultuurgrond 36 35 13 13 66 27 Totaal opbrengsten 188 426 295 450 386 213 waarvan subsidies (%) 6 3 3 0 7 2 Totale kosten 225 430 283 484 413 209 voerkosten 76 215 155 232 159 125

waarvan intern verkeer (%) 13 4 2 1 15 0

arbeid 48 44 46 64 77 27

rente en pacht 30 32 22 51 68 17

afschrijvingen 19 38 22 49 37 11

Opbrengsten/kostenverhouding (%) 83 99 104 94 94 101 Netto toegevoegde waarde per bedrijf 42 68 80 86 114 46 Gezinsinkomen uit bedrijf

(per gezinsarbeidskracht) 16 20 44 29 30 26

Bron: ILB-CCE-DG Agri; bewerking LEI.

Grote verschillen in structuur

Het gemiddelde Nederlandse gesloten varkensbedrijf hield in de tweede helft van de jaren negentig gemid-deld bijna 300 zeugen en 1.100 vleesvarkens. Vooral de bedrijven in Nedersaksen en Spanje waren in die periode gemiddeld veel kleiner (zie tabel 1). De bedrijven in Bretagne en in België hebben in verhouding tot het aantal zeugen meer vleesvarkens dan de Nederlandse bedrijven. Ook is er een groot verschil in opper-vlakte cultuurgrond, veelal ingezet voor de teelt van eigen veevoer. De Deense varkensbedrijven zijn met gemiddeld 66 ha veruit het grootst, maar ook in Nedersaksen en Bretagne hebben de varkensbedrijven ge-middeld veel grond ter beschikking.

Rentabiliteit en inkomens lopen uiteen

De verschillen in de opbrengsten/kostenverhouding tussen de landen zijn niet groot. België en Spanje sprin-gen er in positieve zin uit. In België is dit vooral het gevolg van de hogere opbrengstprijs (ander varkensras met een beter vleestype) en in Spanje van de lage productiekosten per eenheid afgeleverd product. Met name de kosten van arbeid en gebouwen zijn in Spanje vrij laag. Bij de opbrengsten/kostenverhouding is Nedersaksen, met kleine bedrijven en daardoor relatief hoge arbeidskosten, de uitschieter aan de onder-kant. De Deense bedrijven profiteren van de opbrengsten van hectare-toeslagen voor granen. Mede daardoor realiseren ze relatief lage voerkosten en een hoge toegevoegde waarde. De inzet van arbeid en kapitaal wordt in Denemarken echter voor een groter deel door derden geleverd dan in de andere regio's,

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

LEI, Agri-Monitor, augustus 2003 pagina 2

waardoor een relatief groot deel van de toegevoegde waarde moet worden uitbetaald. Hierdoor resteert toch geen hoger inkomen dan in andere regio's.

Weinig subsidies voor Nederland

Ook de gesloten varkensbedrijven in Nedersaksen kregen een substantieel subsidiebedrag voor de geteelde granen, waardoor de voerkosten relatief laag zijn. In Nederland en België waren de ontvangen subsidies in de meeste jaren vrijwel nihil. In boekjaar 1999/00 had de Belgische veehouderij echter te maken met de di-oxine-crisis, waarvan ook de varkenshouderij ernstige schade ondervond. Als compensatie voor de overgenomen varkens kregen de Belgische varkenshouders een schadevergoeding die gemiddeld 9% be-droeg van de totale opbrengsten in 1999/00.

België scoort hoog op gezinsinkomen

In de jaren negentig was het gezinsinkomen per gezinsarbeidskracht (GAK) in België veruit het hoogst van de onderzochte regio's (figuur 1). De Nedersaksische varkensbedrijven sluiten de rij, terwijl Denemarken en Nederland qua inkomen met circa 30.000 euro per GAK tot de middenmoters behoren. Ze blijven het opko-mende Spanje net voor. De daling van het gemiddelde gezinsinkomen in de periode 1995-1999 ten opzichte van 1990-1994 was voor Nederland duidelijk groter dan in andere landen. In Denemarken en de Bretagne was het gemiddelde gezinsinkomen in beide perioden vrijwel gelijk. Verwacht wordt dat de gezinsinkomens in Nederland door de kostenstijgingen en toenemende concurrentie meer onder druk zullen komen dan in andere EU-landen. 0 10 20 30 40 50 Nedersaksen Bretagne België Nederland Denemarken Spanje 1995-1999 1990-1994

Figuur 1 Gezinsinkomen per gezinsa beidskrach op gesloten varkensbedrijven (x 1.000 euro), (vijf-jaargemiddelden, 1990-1994 en 1995-1999)

r t

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onder de twintig regio’s bevinden zich alle Zweedse en Nederlandse regio’s, een meerderheid van de Duitse regio’s, Denemarken en enkele regio’s uit het

 Since MS-AR (1) model proved to be effective in capturing regime shifts behaviour in stock market returns, asymmetrical relationships between returns, nonlinear

In Nederland worden de redenen voor ontslag vooraf getoetst door de rechter of door het UWV, terwijl in België de werkgever de arbeidsovereenkomst kan op­ zeggen door dit

Met elk werk wordt er weer een ander inzicht gegeven in deze verhoudingen omdat de lezer het probleem vanuit een ander gezichtspunt te zien krijgt; van een jonge Turkse

Het dient gesteld te worden dat de schatting van de (productie en consumptie en) export van cannabis een ‘best guess’ betreft die voor zover mogelijk – gezien de informatie

This article provides a legislative framework for the mining sector, explores the purpose and importance of environmental authorisations, gives an overview of the underlying

Hierdie studie het ten doeI gehad om eerstens die persentasietoename wat plaasgevind het ten opsigte van liggaamslengte, liggaamsmassa, liggaamsmassa-indeks (LMI) en ouderdom

De effectieve uitvoering van het Europese milieubeleid moet steviger worden aangepakt door niet alleen het toezicht op transpositie en implementatie te intensiveren, maar ook