• No results found

Verslag over de waterstandsproef op sla en tomaten, 1953 WIV

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verslag over de waterstandsproef op sla en tomaten, 1953 WIV"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

A 1 K

52

tOEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS,

TE NAALDWIJK.

Verslag over de waterstandproef op sla en tomaten,1953 WIV.

door:

Ir.L.J.J.v.d.Kloes

Naaldwijk,1955.

(2)

/J 9 ://<<.TS

/ „ * > . £/7s*i

Pro

Boel*

Evenals in vorige jaren was het doel van deze proef na "te gaan of in de gegeven omstandigheden in geestgrond de verschillende waterstanden die waren aangebracht, invloed op de gewassen sla en tomaten hadden. Tevens was de factor organische stof op grondwaterniveau ingelast.

Opzet en uitvoering zijn hier en daar verbeterd. Zo werd de grond in Januari 1953 uit de putten geschept en gestoomd, waarna de organische stof-behandelingen werden aangebracht. I.p.v. het z.g. blanco object van vorig jaar (arme tuingrond) werd nu werkelijk humusarm materiaal onder­ gebracht n.l. Maaszand. De gestoomde grond werd na het doormengen van 700 gr. ammo ni umni t raat en 500 gr. superfosfaat (op 4»3 grond) weer boven de organische stof of het Maaszand teruggebracht. De 40 cm dikke laag or­ ganische stof die vöór het leegscheppen van de putten aanwezig was op de hoogte van de grondwaterzône kon niet gescheiden worden van de geestgrond,

zodat dit materiaal door de grond werd gemengd, waarna zoals reeds ver­ meld, deze grond werd gestoomd en bemest.

Aan de opstelling of technische uitrusting werden geen veranderingen aan­ gebracht» Voor de platte grond zie men bijlage 1.

Verloop van de proef. sssssssssssss&s&sases Slaproef.

Op 30 Januari werd sla geplant; 3 stuks per put. Has Meikoningin, zaai-datumj + •§• October.

De sla groeide redelijk goed, zonder dat veel roodkleuring als gevolg van koude optrad. Dit i.t.t. de planten van de bemestingsproef in kwartszand, welke in de zelfde kappen van het 4® warenhuis was opgesteld.

Begin April werden als gevolg van de weersomstandigheden de eerste ver-schijnselen van rand waargenomen. De mate van aantasting nam sterk toe en bovendien trad smeul op. Ten tijde van de oogst op 17 April waren prac-tisch alle kroppen gerand.

(3)

Oogstgegevens.

totaal aantal aantal rand aantal smeul gewicht in grammen totaal gew.

Groep

Waterstand

40 60 80 40 60 80 40 60 80 40 60 80

blanco 27 27 27 27 27 24 17 22 20 3860 3570 3100 10530 Molm 26 27 27 26 25 27 25 23 26 3800 3480 3130 IO4IO Compost 27 27 27 26 27 26 23 16 14 38IO 3430 3250 IO49O

Totaal gewicht II470 8 00 0 0 0

0

O

N

3143O

Bovenstaande gegevens zijn ontleend, aan bijlage 2. Men ziet dat de op­ brengst in gewicht duidelijk beinvloed wordt door grondwaterdiepte. Hoe lager deze was, des te hoger productie. Dit geldt voor alle objecten, dus ongeacht de al of niet toediening van organische stof. De verschillen tus­ sen de totaaloogsten per organische stof-behandeling zijn dermate gering dat men hieraan geen waarde mag toekennen. Wat betreft de invloed van de organischestof valt op te merken dat bij de 40 en 60 cm grond, waterdiepten molm en compost nadelig op het opbrengstgewicht werkten. Bij de

8o

cm ob­

jecten werkt compost gunstig. Vermoedelijk is door het grotere bewortelbare grondvolumen de nadelige invloed van de gereduceerde organische atof te niet gedaan en enigszins overtroffen door de stikstofwerking. Want zoals uit de grondmonstercijfers van analysen na afloop van de voorgaande

toma-tenproef in deze putten blijkt, zijn inderdaad de compostobjecten wat rij­ ker aan stikstof. Beziet men hoe de sorteringsklassen der verschillende waterstandsobjecten liggen dan valt het op dat steeds meer sort.I wordt ge­ oogst naarmate de waterstand hoger wordt.

40 60 80 bl. m c

Sort.I 36 28 16 26 28 26

n u 27 26 26 28 21 30

" vellen 17 27 38 26 31 25

Zoals verder uit de cijfers blijkt trad ernstig rand op, want bijna alle kroppen waren aangetast. Een verband met waterstand was niet aanwe­ zig. De groei was over het geheel te weelderig en dit was in alle objec­ ten aanwezig. Of men van een werking van de grondwaterdiepte op het op­ treden van smeul mag spreken, moet betwijfeld worden? hoogstens is hier­ van bij het compostobject enige sprake.

Grondonderzoek.

Ha afloop van de proef met de sla werden monsters genomen over de ge­ hele diepte van de grond in de putten en onderzocht (bijl.3)*

Na afloop van de tomatenteelt in 1952 bleek de grond bij onderzoek nogal ai® aan stikstof (+ 1 mgr) en rijk aan kali te zijn (16-34 mgr) zodat

(4)

3

rSâr het inbrengen van de grond in de putten de stikstof er door werd ge­ mengd, Hierop groeide de sla»

Vermoed werd, gezien de weelderige ontwikkeling van dB sla, dat de

stikstofvoorraad zeker voldoende tot meer dan voldoende was. Dit blijkt nu ook uit de analysecijfers. De N-cijfers varie'éren van 1,2 tot 7»8 mgr maar liggen gemiddeld bij 4 mgr N. De groepen buiten de proef buiten be­ schouwing gelaten. De tomaten hebben daarna zoals zal blijken op deze voorraad een tijdlang kunnen teren. Begrijpelijk is echter dat de stik-stofvoorraad in de 40 cm objecten geringer was (eventueel bij een zelfde N-cijfer) dan bij de diepere grondwaterstanden, omdat de mest door de ge­ hele grondhoop werd gemengd alvorens de putten hiermee gevuld werden. Hierdoor is het ook verklaarbaar dat de tomaten bij de 40 cm-behandelingen het eerst N-tekort gingen vertonen.

Van de overige cijfers kan gezegd worden dat die van de kali nog steeds hoog zijn.

Tomatenproef. SSSBSSB88SSS«

Op 27 April werden de tomatenplanten voor deze proef bestemd uitgeplant zonder dat de grond voordien werd bemest. (Hasj Ailsa Craig)v.d.Berg, Zaai­ tijd + -§• Februari.

Tijdens de teelt bleek het noodzakelijk om enkele planten in te boeten, maar overigens groeide het gewas naar wens. Sind Mei trad een begin van

bloei op en reeds spoedig daarna was ook een begin van lichtkleuring van de planten in de 40 bl en 40 m objecten zichtbaar. Hierdoor werd het no­ dig geoordeeld om te gaan overbemesten (5 Juni) n.l. 5 gram zwavelzure ammoniak per put. Deze hoeveelheid werd in opgeloste vorm toegediend. Al spoedig bleek echter opnieuw dat stikstofgebrek op bleef treden in de groe­ pen met de 40 cm waterstand. Op 16 Juni werd daarom ten tweedeaamale bij-gemest op dezelfde wijze. Dit nam niet weg dat spoedig ook de groepen 40 c, 60 bl en 60 m een lichtere kleur verkregen.

Evenals de slaplanten in deze putten gevoelig bleken voor afwijkingen in hun waterhuishouding zich uitend door rand, vertoonden ook de tomaten gevolgen van de ongunstige omstandigheden. In alle groepen trad neusrot op, als gevolg van de zeer zonnige dagen op 21 en 22 Juni *53» Hier en daar gingen zelfs de koppen van de planten slap. Vermoedelijk is een fout in het watertoevoersysteem hieraan mede schuldig, vooral de 60-cm objecten hadèen hiervan te lijden. Alle planten werden gegoten (25 Juni). Nadat de planten op 4 trossen getopt waren werd nogmaals bijgemest (11 Juli) als de vorige keren en werden de eerste vruchten geoogst (14 Juli).

(5)

Ook eind Juli werd nogmaals bi jgernest ©n wat water bovenop toegediend. Begin September raakte bet gewas afgedragen maar de laatste oogst viel tooh pas op 23 September. Na beëindiging van de proef werden de planten afgesneden, de wortels opgerooid en beoordeeld en werden er monsters geno­ men

Oogstgegevens» tomaten (zie bijlage 4)

tot .aantal' tot.gewicht

40 60 80 40 60 80

blanco 426 437 453 23295 24705 28870 76870

molm 377 450 488 20110 25555 33745 79410

compost 468 368 473 2235O 22360 28810 73520

totaal 1271 1255 1414 65755 72620 91425 2298OO

Uit deze gegevens ziet men dat de verschillende waterstanden duidelijk opbrengstverschillen teweeg hebben gebracht. De objecten met de diepste waterstand leverden de grootste oogst in tegenstelling tot de resultaten met de sla verkregen. De behandelingen met organische stof hadden een gro­ ter invloed, vermoedelijk door de intensievere en diepere beworteling, dan bij de slateelt. Het object met turfmolm leverde de grootste oogst en dat met compost de laagste. Aangezien kleine grondwaterstanden verschillen ver­ moedelijk grote veranderingen in de reductie van de organische stof teweeg­

brengen, moet ook nu evenals vorig jaar aangenomen worden dat de resulta­ ten wat deze gegevens betreft niet betrouwbaar geacht kunnen worden.

Men vindt de opbrengst gewichten niet geheel in overeenstemming met de aantallen geoogste vruchten. Dit wordt veroorzaakt door verschillen in sor­ tering. Bij de 40 cm-objecten zijn weinig A en B en veel C en CC tomaten geoogst. Bij de hoogst producerende groepen (80 cm) werden daarentegen veel A en B en weinig CC vruchten geproduceerd. Grote verschillen in sortering bij de organische stofobjecten traden niet op; wel werden er minder B to­ maten bij de compost geoogst (bijlage 4)*

(6)

â IPi ON On •p o CO m VO vo vo -p H m o CM 1 "Sj- 00 M" o 5 CM CM CM -p •p o 1

,

PQ 1

,

, 1 M 1 S m O o VO t— rH o 00 o "3" ON O m "•ïf* •» 'tf- 00 iH s w C— On m © 00 a On vo 00 •H «î rH m m rH «S rH rH rH iH o vo r— g 1 cö rH t—i O 3 o ct> CM CM CM ,a •p •P © fi © tJ o rH rH 1 m -P O S u rH rH 1 1 <•» â o C~- t- m A a o u o © > VO o o •«3-On tn -p bn -si* m t—1 m m rH O O b. r" m CM m in t- ON m •«>5 m CM rH *H rH rH rH CM m O a I (0 m vo, m ® O cfi CM rH CM TJ -P •p rH .... vu •H O CM 1 1 si m s £•) 1—1 CM 1 <& 1 v-fij a B -•H o o o CM o On CM 1—1 I—1 •r-5 o •|H •<3 l o m CM rH l <0 m C— © PQ Ov m ON CM CM a © «aj T* «aj in O 00 © rH O rH M «H rH rH -P ' Ol o a ® ® -p rH rH 0 o tt r m P -p © a 9 •H ® T) p. S a p. rH P a ® o o O m CD cd M o i o CD cd ® M a <H p< rH 3 a ® ® rH 3 o Q O fi o II roil CM I! Oll CM II H H It B UMI V3B C—II II H a H I H H II « I H II U VO II CM« II 11 rOII CM II rHII » mil CM II CM« n OMI rOB B mil von n u u n « CM« n CM« « u n t—ta (H U U H as B 3s OH CO II II LTNIt CM« VOB « U II CM II II tt H H B rHII tnii u II vo# vo « HB n ON C—Il » a mu mil mu CM rH o -a- O rH rH CO H ^ © CM ^ I I I I I I m cm tn m cm ir\ CM rH» m rH vo tn vo ce H H oo m t— rH rH I I I I 1 1 I rH I CM -<3- in rH m rH ITS lA H VO O O rH I I I I rH I I rH ^3" CM rH ON I—t I m m " -p o o 3 ® o o S rH O S •p to o PM a o o II Ml CY« II « # « mi IT« rH« II IB « a •s CM» rH« B 11 CM« •^n II a Oll CM II u n OMI E—« « B C0II H « « a « B IB a m a B rHB « 11 H H rHU rH» B tfNB H U rHB CM II H » VOB mil II II II II la a B-, iH il B B II mu a il a CM» cm» B It VOB U CM H CM II n H U ON CM CO I I I I I I rH I I H CM CO VO rH «n "«f m Os CO ON I I I I I I I I I m rH H rH I CM m t— vo t— LfN 1 rH I I I CM 1 I CM I I CM I I H I rH O 1 a ® -p ,a o g ® 11 U

S

A o m ® o o o a S M I rH O O fi S O

(7)

Uit vorenstaande gegevens moge blijken <jat met een diepere grondwa­ terstand ook meer groenkragen (laat stadium levert gele koppen) optraden, Dit verschijnsel blijkt bij vergelijking met de sorteringsverdeling (bijl. 4) vooral voor te komen bij de grootste vruchten.

Bij de A tomaten 64$, bij de B 71$, bij de G 37$ bij de Gc en Kriel resp. 23°f> en 6$ van de vruchten gele koppen. Van de 7 geoogste bonken waren er 4 met gele koppen. Verschillen in invloed van de organische stofbehandeling

zijn er practisch niet. Wat neusrot betreft heeft vooral de diepste water­ stand veel afwijkingen veroorzaakt, vooral bij de grond zonder organische stof. De molmbehandeling vertoonde het minste neusrot. Van de A tomaten was .7van de B 2$ van de C 4$ van de Cc 1$ en van de bonken 0$ ziek. Aan gescheurde vruchten trad er zo weinig op dat hier weinig van gezegd kan worden.

Het wortelstelsel.

Nadat de planten waren afgesneden werden ook de wortels opgerooid en beoordeeld op wortelontwikkeling en aantasintg door knol en kurkwortel. (bijl. 5).

40 j 60 - 80 ; BI 1 M ! C totale indruk i ;

; i ; :

wort.pruik ! 47è : 6o§ : 65i 1 57 : 58 ;58i grove wortels j 45 ; 66k : 6lü : 53# ! 54 î 5 9h

fijne wortels ! 45 : 614 : 65 : 57t ! 57 57

knol ! 8 i2è 9 ; 18* i 5 6

kurkw. ; 47è : 35 i 27 35 \ 33è- ; 41

Bovenstaande cijfers zijn verkregen door tomaten van de beoordelings-cijfers voor de diverse groepen. Er blijkt uit dat hoe dieper de grondwa­ terstand is, hoe groter ook de wortelpruik bestaande uit zowel grovere als fijnere wortels.

De molm- of compostgroepen vertonen weinig verschillen hierin met de

blanco. Het blijkt echter dat de blancobehandelingen nogal door knol besmet zijn geweest. Kurkwortel treft men meer aan bij de ongunstigste omstandi-heden zoals ondiepe grondwaterstand en compostbehandeling.

Grondmonsteronderzoeki

Na het beeindigen van de cultuur werden over de gehele gronddiepte weer grondmonsters gestoken en onderzocht. De stikstofvoorraad bleek aardig gezakt evenals die van kali, (resp. 0,4 - 1*9 en 2,8 - 15,3 ®gr en de groepen buiten de proef buiten beschouwing gelaten). Zie bijl. 6. De com-postobjecten bleken nog het rijkst aan kali te zijn; in de N-cijfers zaten niet veel verschillen. Voor het overige vallen geen bijzonderheden te ver­

(8)

Febr. *55 H.B.

De proefnemer,

(9)

Ohjecfcji uj&éers éû-n de.ri ojb âOSO ejz tyû cm onc/er de iozterzmnc?

~c~ - 7~es^>. û7"£/<o-n îscAe s to f &2s '/ur/'/na2?n^ /u.znfomhos/ ^yi 2>Za.nco

Z)Zol£ ïeneden de gra 7idzvœ.ferfZÏ£aei

/

â ?>ï a. 4 e n b £ m e s £ ?2 y V 7* a e r / 4 S 3 lA/er/ T-jba.d &aJ7 l^/er. f 145* ••r

r

e X1

l et?

e / i rL

/

0

Jp-§

7gy/ 7îif2 7ïi/3 71 y ¥ 7Tî/ S S 7?#r 7fys 7?y s

âa~m &-12 So-c &o~c Vo-/n {?o~2Z 8Û-12 t/o-e So~m

So-C Sû-m L/0-1)1 So-hl âo-c yû-tn So-m âo-H *fo-C

Va-il So-c âo-m Vo-m Sû- il é>a-c 4û-c SO-Pi 0O-IZ

±Sa ± So

x ±So ±Sû x_2?£, de i So •foj-aer ± S o . ±So X ± Sa ±S~o

iVes/

/<&.jb 3

T

/&/, 2 /Cû.jb y

ôosé 7~ai Zs

(10)

CM HB % t-i •n S so aJ o ot En •s •g ® C5 «H A £ © © rH H rH m 0 r> ti Ö m vy o ci» +> ,4 o t © C5 M rH M 3 m © S ta •n S 3

«

T) © O C5 o •g © C5 S I •I'd wj ä « tj © o Ü •3 as o •o •H « pi © g o O O O O co O rH O O iH rH r-H O O O 00 VO cO in vo m in vo vo tn vo vo o o o CM r-| CM m Ol H ^ CM H -sj" CM rH O O VO ITd rH m CM ON ON ON rH CM cO O co I—t <-o O t— C— O tn co o I—t m CM fi CM

8

o O ON 0\| CM N ® o o O cO CO CM PO c0 CM CM O O O VO co CM CM M W CM Tt- CM CM CM O O O VO VO 00 m co m co ON ON ON C— CO ON

ê. S

1 S +=> g o o © S O o 00 -sf cO O cO m cO LTN CM O r—I O 00 00 o "3-ON CM rH CM CM O O O CO ON 00 ^ O Ol o o o •s}- CM t— cO H co CM iH co cO rH co O O VO 00 CM CM "cj- CM O O O ON rH co O m V0 vo co VO co ^ a o 3 -p ê o © CO CO OO &< C3 vo VO VO & o On 00 ON t IT\ Vû < § < § < § ^ O O co co o cO 0O vo o VO vo o co CM CM cO I—l co i—t O O O O t— CO rH O O O O O O oo M LTN -3- I "x}- IfN in IA CM O O O 00 t— c— CM CM C— CM CM CM m O O O CM CM -3" cO co , CM rH CM CM rH VO CM ON ON ON m vo •3 -p £ o © o m CM cO o m ON CM rH O CM CO r-1 CM ON O 00 C— cO tn CM o o o o o o E-I O OO 00 OO r& a --p & o © êh o

(11)

-p "äs "o gH "•+» M o <D Ö «H ö © © r-H S H M © > TJ s «s M t) © O O -H> .3 O •H S © C3 rH 3 M © M s m m ri a as « td © O c3 A O t © O 3 © s ca xi 3 •i« M £0 |tj © O Ö 'S +> O Eh P< O O »4 O O O O cO rO t"-O t"-O t"-O CM rH ON| LA CM I CM CM in CM CM O O VO \0 IA SO m ir> O O O H VO CV VO <"0 '"*) OJ CM •CF C\1 CM 0\ 0\ Ol h CM iH CM ro *3 <Ö • O O O +» & O O O O © VO « VO & O O RO •CF I-O O CM ON O O O m oo oo <"0 <"0 RH O CM CM O "3H ON O CM CM CO O O O O \o «"O c— ^ IA ^ cO "Sf fO N -SF C) O O O O a\ r— m c— CM VO 00 VO •cf ^ in c\i oo in "t ON Os o> t-CM t— oo o> CO ^o O RO CM CM O vo CM O O ON r—I CM f"> O O O ON <-0 oo ON O O I—t r~I O O O T ON co RO CM rt C"1 Tf ro CM O O O IA O rH f"0 VO CM CM IA CM CM IA CM O O O O -cf ON| rO rH CM rH CM rH IA ON ON OV r— oo ov o O rH RO O O O O CNJ O LA| rH CM 1 CM O VO ON ON O l-o CM 0O CM O O O rO O rH "=tf" Cl -"sT "cf rO rf "cf rO xf O O O rH E— "Cf IA "*f rO rH "Cf i-O rH O O O CO FO O rH IA VO rO "cf rO -*t 0N ON ON "T 1T\ VO O c— LA •"O O "cf rH O O O "CF C— IA] CM "*FR ( rH I—t I I—T O CM 00 O rH rO 00 CM O O O o m 't CM CM rH CM O O VO CM m t— cv CM CM CM O O 00 O VO IA O rO IA M ^ O O VO <sf CM "5F "«F ON ON ON CM CO O vo 00 f") O ON IA IA VO O 00 VO CO O r-H CM O O O O •^f -sj- O O "cf n % 3 I D D D "1 ' H H H ^ • 'S + » & , £ l , Q , 0 4 » £pO , £ > r Q . p £ , £ ) o © o o o O © O O O o © o &C5 Ol OO CO tl O VO VO VO g-t c5 -5f O ON IA & O "=F 2 O •cf 'S « • +S & O © O Ö O O O t— 00 00 rO •*f "3" •^f "«f 1—( O ON 1—I 1—1 rH OO O O O CO ON n t— IA VO rH CM ro H CO ^ rH rH CM IA IA VO rl C\l 1*1 CM CM CM O O O ON IA RO IA i-O i"0 ro rO rO O O 00 CM CM rH t— VO IA CM OJ CM CM O O O O "CF CM rH IA IA VO "CF CM CM rO ON <-0 CM VO CM VO RO 00 rH I •• Ö © •P O O rH rH © CO 00 CO •O & O •A O 6* O O O •cj* VO OO

(12)

Monster(s) ontvangen: 22 April 1953 Waterstandsproef W 4 Bijlage 3

SÊddösB: Ha de al a-oogst.

Di apt a van bo van tot aan 11 fprint

Kosten Monster X - f 19 Kosten Monster Volg­ nummer Merk v. h. monster ..Humus gloeiverl. % C a CO;S % P H N a C i % Gloeirest % N -water P -water K-water Magne­ sium a. 7.. Mangaan a. z. IJzer a. z. Alumi­ nium ^ a.z. a, P4131 40-c 4.4 O.72 7.3 0.026 0.17 3.6 2.7 25.O 85 5.0 1.0 0.625 P4132 40-BI 4.3 0.88 7.3 0.023 0.15 2.5 2.0 15.8 85 5.0 1.5 0.820 P413-3 40-m 4.2 0.76 It S 0.023 0.14 2.8 I.9 16.3 85 4.8 1.0 0.819 P4134 60-c 5.0 0.84 7.2 0.026 0.17 4.8 2.3 21.5 95 5.0 1.0 0.9j2C P4135 60-bl 4.6 1.16 7.1 0.026 O.18 3.7 2.8 20.0 90 4.0 1.0 0.925 P4136 60-m 4.8 O.60 7.1 0.026 0.17 4.4 2.7 20.3 90 5.0 1.3 0.925 P4137 80—c 4.7 0.80 7.2 0.026 O.17 3.7 2.1 22.3 85 4.5 1.0 0.824 P4138 80-bl 5.3 O.72 7.3 0.026 0.17 5.8 2.9 22.3 90 5.0 1.0 O.725 P4139 80-m 4*6 0.84 7.1 0.026 0.17 6.8 2.7 20.3 85 5.3 1.0 O.725 P4140 +60 kl gest. . 4.4 0.68 7.2 > 0.026 0.20 7.0 2.3 24.O 85 5.3 1.0 1.025 P4141 +60 kl gest. . 4.4 O.64 7.2 0.029 0.20 7'8 2.5 24.8 80 5.5 1.0 0.9 25 P4142 +60 kl f 5.3 1.84 7.6 0.003 0.05 ; 1-3 2.4 5.0 80 3.8 0.4 0.6 2C P4143 : +60 gr • 4.9 : I.72 7.6 0.006 O.O5 i 1.2 2.7 6.0 80 3.8 0.4 0.4 24 I

(13)

Groep Totaal

aantal Totaal gew. A B G

CC Kriel Boi 40bl 426 23295 146 47 144 66 21 2 40m 377 20110 163 25 133 48 7 1 40c 468 2235O 163 28 178 82 16 1 60bl 437 24705 232 37 102 53 12 1 60m 450 25555 204 53 146 42 4 1 60c 368 22360 I87 62 92 17 10 8 Obi 453 28870 222 101 98 28 4 80m 488 33745 196 134 114 42 2 80c 473 28810 230 74 130 35 3 1 40 1271 65755 472 100 455 196 44 4 60 1255 72620 623 152 340 112 26 2 80 1414 91425 648 309 342 105 9 1 bl 1316 76870 600 185 344 147 37 3 m 1315 79410 563 212 393 132 13 2 c 1309 73520 580 I64 400 134 29 ; 2

(14)

d Pruj k Grofheid F ijnheid Kno 1 aant as ti ng < Kurkwortel Groep 1 :

£

5 o 4 40-bI 2 5 5 5 7 5 n 3 5 4 : 5 0 5 » 4 51- 5 1 42 40-m 5 4k 4 li 0 8 ti 6 5h Ai 5 0 3 n 7 5 4i 0 7 • 4 0-c 8 6 6 52 o 6 » 9 6i 6-J 6 0 ; 5 f!

Buiten de proefi Kleine buizen, gestoomd en niet gestoomd.

3

j

T 7 ! 7 3 à60 kl.gest.

1 ; 7 0 2 HhóO kl.niet

I I j gest.

' 1 ' ! '

Hoe hoger cijfer hoe mooiere wortelpruik, hoe meer grove of fijne wortels, hoe meer knol of kurkwortelaantasting.

(15)

TOMATENPROEF IN WATEHSTMDSPUTTM 1953 «IV.

Beoordeling van de wortels 28 September en 3 October 1953»

De planten van alle 80 cm groepen hadden een sterk ontwikkelde wortel-pruik, die aan de wortelhals bestond uit fijne sterk vertakte bijwortels en onderaan uit vrij dikke zijwortels. De bijwortels bevonden zich vlak on­ der het grondoppervlak. De dikke zijwortels gingen zowel langs de potwand als midden in de pot vrij stijl naar beneden.

De wortels van de 80 cm groepen waren blank.

De wortel-ontwikkeling in de 40 cm groepen was iets minder dan in de 80 en 60 cm groepen. De wortels hadden een vuile kleur.

Hieronder volgt een beoordeling van de wortels in cijfers»

lîi j [Pruik

j

Grofheid i Fi jnhei d | Knol aantasting jKarücwortel ; Groep

1 8 !

7i

!

8 =—f—

-

1

I

2 \ 80-m 2

7

j

7i

S

0

1

3

:

n 3 7

6-k

!

7

1

\ 5 ï ! ! ) 3 ; »

't

4

7i

; 6*

i

o

j

3 ! 8 O-o 5 7 6-|-S 7

ï

»

I

1 !

1

> 4

S

n

6 7

j

7i

0 ! 3 ! ti 7 7 6

1

}

i

o ! \ 1 \ j 80-bl 8 7Ü- 7 ;

7t

!

0

i

: « 9 8 7

i

7i

!

6

i

4 it

De ontwikkeling van de wortels uit de 60 cm groepen was als die uit de 80 cm groepen, doch de wortels waren niet zo blank.

1

i

7 ; 7 6$ • 3 1 5 • 6 0-c 2 ;

j

7 !

6è !

1 \ ! 5

i

«

3

j

7 [

7

1

7

i f

1 ! 3

s

j

n 4 Î

6% j

7 1 1

i

j

4i

60-bl 5 ;

ót j

6i

6i-

j

î 2

! 4 » 6 ! 7 ! 7

7h

1

4

!

li

7

6 I 7 8 7 ! 9 7

6b

! i 7 1 0 1

3ÜS

6 O-ra H II

(16)

Monster(s) ontvangen: Bi.jlatfö 6» Waterstandsproef ÏÏ.4

Na afloop van de tomatencultuur. Diepte van boven tot aan het grint. Datum monstername 30 September 1953«

Kosten Monster X f = t Naaldwijk, 19

V o l , -nummer M e r k v . I i . monster .. I lumus gloeiverl.' ü/ o C a C O 3 % P H Na C l % Gloeirest % N -water P -p water1* az K -water Magne­ sium a. z. Mangaan a. z. IJzer a. z. Alumi­ nium a. z. 4389 40c 3.9 0.7 6 7.5 0.047 0.23 1.6 2.^37. 5 15.3 115 10.0 1.8 0.6 90 40bl 3.9 0.64 7.2 0.053 0.25 1.9 O.7I27. ? 4.3 96 5.0 1.5 0.8 91 4Cta 4.2 0.68 7.3 0.053 0.23 1.2 I.920 4.3 97 10.0 1.8 0.6 QO 60c A. 9 0.79 7.4 o . m s n.i8 1-1 § • C M 10.0 7 S < s . o l.x 0.6 93 60bl 3.9 O.72 7.3 0.059 0.22 O.9 2.525 8.0 99 5.0 1 . 5 0.2 94 6 Om 4.O 0.72 7.2 0.047 0.21 1.2 2.127. 5 6.0 77 5.0 1.5 0.2 95 80c 4.3 O.72 7-4: 0.061 0.22 0.4 3.030 14.8 125 5.5 1.5 0.3 96 80bl 4*6 0.76 7.3 0.047 0.I9 0.5 2.5j25 9.0 75 5.5 1.5 0.7 97 80m 3.9 O.84 7.1 0 • 0 -4 0.20 0.9 2.730 8.3 97 5.5 1.8 O.4 98 + 60 gest. 4.0 0.56 7.4: 0.050 0.20 0.6 2.430 10.0 107 10.0 2.0 0.6 99 + 60 Gr ges t, 4.4 0.88 7.4 0.047 O.I9 i.4 2.530 11.5 86 10.0 1.5 0.6 4400 +_ 60 aièt gest. 4.5 1.84 7.5 0.023 0.12 ; 1.2 2.020 i 2.8 86 10.0 1 . 3 : 0.1 01 + 60 niet gest. 4.3 ; 1.92 7.6 0.026 i. i 0.12 1 0.9 1 2.155 , 1 i ; 77 5.5 1.5 0.1 r

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

En ce qui concerne la densité des 'agents culturels', la place des Pays-Bas, très urbanisés, est tout à fait remarquable: à la première place pour les arts plastiques et la musique,

Het is evenwel opvallend, dat de auteur de sociale herkomst van zijn hoofdpersoon weinig in zijn beschouwingen betrekt, temeer daar Daum over die jaren zelf altijd het

Dit aspect van zijn werk wordt in Malandrino's politieke biografie gelukkig niet veronachtzaamd, al was het maar omdat Pannekoeks visie op het heelal veel overeenkomsten vertoont

Een eventuele verdere versnelling van klimaatverandering maakt duidelijk dat… Geen significante relatie Geen significante relatie Geen significante relatie Geen

Innovation and public-private partnerships are key to the Dutch approach: the government, private sector, and academia co-operate on topics such as sustainable energy technologies,

Een radicale compo- nent, samenhangend wellicht met Brugmans' Franse oriëntatie (het boek over Diderot van 1937 was overigens niet zijn dissertatie, 256), uitte zich onder andere

In de hierboven genoemde werken wordt onder andere getracht een antwoord te vinden op vragen als: hoe bracht een kind zijn jeugd door, welk onderricht kreeg het, hoe besteed- de

In de hierboven genoemde werken wordt onder andere getracht een antwoord te vinden op vragen als: hoe bracht een kind zijn jeugd door, welk onderricht kreeg het, hoe besteed- de