VOQIILOPIG OVERZICHT VAN NORMEN VOOR DE BEPALING VAU DE KAPITAALSCHADE MN BOOMGAARDEN ALS GEVOLG VAN DE WATERSNOOD
I n h o u d
T o e l i c h t i n g pag. 2
Maximumlijn
Appelen, struikvorm ("blijver- en wijkersysteem) Appelen, ("vrijo spil" "beplanting)
Appelen, hoogatam (blijverbeplanting) Appelen, struikvmrm ("bli jverbeplanting)
Kersen, struikvorm (blijver- en wijkerbeplanting) Pruimen, struikvorm (blijverbeplanting)
Zwarte bessen (volveldsteelt) Rode bessen (volveldsteelt) Frambozen (volveldsteelt) Kruisbessen (volveldsteelt) Bramen (volveldsteelt)
Nadere omsohrijving van de plantsystemen per fruitsoort Normen voor de rooikosten
B i j l age I a
" I b
" I e
» l d
•» I e
» I f
I g
" I h
" I i
I j
» I k
" I I
" I I I
Samengesteld doori C. Bos P.A. Spoor Landbouw-Eoonomisch Instituut Afd. Tuinbouw (Dr J.H« van Stuyvenberg)2
-KAPITAALSCHADE AAN BOOMGAARDEN ALS GEVOLG VAN DE WATERSNOOD
In deze nota is een voorlopig overzicht gegeven van een aan-tal normen voor de "bepaling van de kapitaalwaarde van "boomgaarden en klein fruit. Deze gegevens zijn in zoverre voorlopig, dat de methode van berekening en de "basisgegevens nog niet, zoals gebrui-kelijk is, zijn getoetst aan het oordeel van een oommissie van advies. Om deze rodon is in deze nota in hoofdzaak volstaan met het vermelden van do uitkomsten van de berekeningen. Een uitvoerige toe-lichting hierop wordt gegoven in het binnenkort verschijnende vol-ledige rapport.
Uitgangspunten
Berekend is de rentabiliteitswaarde. Hierbij is uitgegaan van ©en zodanig opbrongstprijspoil, dat in het gemiddelde fruitbedrijf een bedrijfsleidingsloon wordt verkregen van 15f> van de totale kosten
(excl. dit bedrijfsleidingsloon), doo.h waarbij hierboven ^een winst wordt gemaakt.
Uiteraard zullen, bij op zichzelf gelijkwaardige boomgaarden, door vakkundiger fruittelers hogere opbrengsten verkregen worden. •
Voor deze gunstiger gevallen is slechts dat deel van de renta-biliteit in aanmerking genomen, dat voortvloeit uit de kwaliteiten van de boomgaard, M.a.w. de rentabiliteitswaarde is berekend op grond van de rentabiliteit, zoals deze zou zijn in handen van de
"grens-ondernemër" voor de betreffende categorie (en leeftijd).van boomgaar-den.
Uitkomsten van de berekeningen
xj
De uitkomsten van de berekeningen per type boomgaard ' zijn opgenomen in de grafische voorstellingen van bijlage I, De daarin getrokken curven geven de waarde (afhankelijk van de leeftijd) in het meest gunstige geval (maximumlijn). Onder deze grafieken zijn verschillende lßeftijdsschalen gegeven, welke gebruikt kunnen wor-den, naar gelang van de in een bepaald geval te verwachten levens-duur,
x) Volgens afspraak met de Tuinbouwvoorlichtingsdienst zouden voor appelen en peren dezelfde cijfers worden gebruikt,
3
-In de eerste van deze grafieken (struikvormappeleii; blijver-en wijkerbeplanting) komt onder invloed van de wi jkerbeplanting eblijver-en . dubbele top voor. Wil men dit afwijkende verloop, dac zich, onder in-vloed van toevallige omstandigheden gemakkelijk enigszins kan wijzi-gen, buiten beschouwing laten, dan kan gebruik gemaakt v/orden .;an het verloop volgens de streepjeslijn.
In deze zelfde grafische voorstelling is bovendien een streep— lijn getrokken, aangeduid met "grensboomgaard". Deze curve stelt voor het waardevorloop van een boomgaard waarmee -onder normale omstandig-heden- de ondernemer, over de gehele levensduur van de boomgaard ge-rekend, juist een arbeidsinkomen zal verdienen, gelijk aan het loon van een volwassen vaste arbeider, doch daarboven geen
bedrijfslei-dingsloon. Door interpolatie on extrapolatie kan do waarde van tussen beide curven en van daaronder liggende boomgaarden worden gevonden. De wijze van interpoleren zal afhankelijk moeten zijn van de bij de taxatie door de Tuinbouwvoorlichtingsdienst gevolgde lijnj deze in-terpolaties zullen daarom dan ook door deze-"'dienst zelf worden uitge-voerd, Een voor dit geval (appelstruikvorm, blijver- en wijkersysteem)
gevonden taxatieschaal zal, daar in beginsel bij andere typen boom-gaarden volgens dezelfde schaal zal zijn getaxeerd, ook voor andere fruitsoorten kunnen worden gebruikt.
De gegeven, maximum lijnen gelden voor het meest gunstige geval, met dien verstande dat uitgegaan is vaa de veronderstelling dat de., boomgaarden aangeplant zijn mrj'b variëteiten die op ho-ï . ogenblik van aan-plant behoorden tot de groep van aanbevelenswaardige rassen.
Het is duidelijk dat er daaronder zijn die hogere en andere die wat
lagere geldopbrengsten geven. Daar een bedrijf echter'aangewezen is op meerdere rassen, die hoewel zij onderling verschillen in
oogst-waarde,'bij een rationele..bgdrijfsvoering in het. bedrijf vun'gelijke be-tekenis geacht worden, is?- -in dit geval- bij de taxatie hierin geen
verschil gemaakt.
Een moeilijkheid doet zichvhie:r voor bij de pruimen, daar hier de groep aanbevelenswaardige rassen zeer beperkt is en verhoudingsge-wijs verder boven de overige rassen uitsteekt.
4
-In de grafiek voor de waardebepaling van pruimenpercelen is het waardeverloop van met deze rassen aangeplante percelen met een
streepjeslijn aangegeven, terwijltxn in normale verhouding met.de overige rassen liggende lijn geetrokken is» Bij de verwerking van de taxatiegegevons tot geldwaarden kan dit onderscheid van belang
zijn. „ Bij do minder moderne beplantingen (struikvorm:-/blijvcrbcplan-.
ting (matig sterke en sterke onderstam) en hoogstam-blijverbcplan-ting) valt op dat eorst na enkele jaren enige waarde aan de
be-planting wordt toegekend. Dit betekent dat tot dat tijdstip in het normale fruitbedrijf de aanplanting nog met voordeel doorgeplant of zelfs gerooid en door een moderner systeem vervangen kan wor-den. Baar echter tot een dergelijke aanplanting thans slechts zal worden overgegaan als de bedrijfsomstandigheden hiertoe leiden,
(bijv. gemengd bedrijf), moet n.o.m. hieraan toch in'het'begin een waarde gelijk aan de aanplantkostcn worden toegekend. Het verdere verloop zou dan kunnen zijn zoals door de streepjeslijn is aange-geven.
Daar ten aanzien van de levensduur van een boomgaard verschil-lende mogelijkheden bestaan,zijn, zoals reeds werd opgemerkt, in de grafieken meerdere Hceftijdsschalen gegeven. Dit aantal kan even-tueel neg naar behoefte wordon uitgebreid.
Deze te verwachten levensduur is, behalve van do dalende pro-ductie van de bomen en de afnemonde kwaliteit van het fruit, in
sterke mate afhankelijk van oen eventuele snelle of minder snelle veroudering (d.w.z. minder courant worden) van het rassensortiment. Bij aarr:>l'."ïvt bestaat dit doorgaans uit op dat moment goed geachte rassen. Op latere leeftijd kunnen deze op de markt echter min of meer verdrongen zijn door nieuwe betore rassen. De gcldopbrongsten zullen dan relatief snel dalen.
Bij een rationele bedrijfsvoering dient met het rooien van de. boomgaard niet te..worden gewacht tot de gcldopbrengston om bovenge-noemde en andere -cultuurtechnische« :-o.".en.an boneden de kosten zijn gjdaaidi
5
-De mogelijkheid door tijdig te rooien de gemiddelde- rentabiliteit op te voeren speelt hier een "belangrijke rol. Door dit tijdig, rooi on wordt de levensduur van boomgaarden van de "beste kwali-teit met 15 à 20^o "bekort. In de practijk ziet men dan ook dat op de betere bedrijven relatief sneller wordt gerooid. De bereke-ningen voor de rentabilitoitswaarde zijn gebaseerd op de juiste levensduur. De waarde is dus in de grafieken reeds minimaal als er nog een zeker overschot van opbrengsten boven kosten ie.
Op hot eind van dö levensduur is de waarde negatief in ver-band met de nog te maken kosten van het rooien. Voor de bepaling
van do schadevergoeding bij waardeloos geworden boomgaarden dient de afgelezen waarde echter nog te worden verhoogd met do vergoe-ding voor de rooikösten. Op deze wijze wordt de negatieve waarde op het eind van de levensduur in dé schadevergoeding gecompen-seerd.
In bijlage II i3 een nadere precisering gegeven van de ty-pen boomgaarden waarvoor schadonormen zijn berekend.
Bijlage III geeft normen voor de rooikösten van verloren ge-gane percelen. Daar de omstandigheden van geval tot geval sterk kunnen verschillen zijn> ook hier slechts grenzen gegeven
waartus-sen n.o.m. de rooikostenvergoeding zou moeten liggen.
o ro ' u> •£» vji ON —J co vo M H O H >_l l _ l ro w > U I ON - 1 M 1-» H-" H CO 'A :~, H, fu • H V-1 <D O ct> > J ) J \ > H M - O - M - M - U i ~-P* - V J 1 - O N _ ~ J -co -vo o " M - M ro _ H u> _ M VJ1 - & - « M "co - I - J VO _ro (3 -M ro ' -ro -ro +» -ro VJ1 "os -JO _ro co -ro vo _u> -<JJ M ro _u« UJ _Ui -U« VJ1 -UJ ON AJJ c» -Ui vo •" • i - 1 — r — r - " r " -" r j — - T — r — i H | " ^ 1 \ ^ s . -ro . \ > s >» ^
- u • \
-•**> | \ -yjy ' / \ 1 os \ • 4 \ -os ! § \ ' o 1-co « f /
to ; -NO | P" . M 1 / * : i /-K i /
• / VJI , - O N i , M 1 » -CD » / . « 1 / M "VO 1 i <" 1 »ö-
g
: a
1 / >*• -ro , ' «» IO 1 / JV3 1 /* : / /
ro • / /
"ü1 . 1 s/ . /
•£ • / /
* : / /
"CO ' / / (/ / U CD / | / "O CD ' / <* / /^ - • / /
, P > / / . • w / / ro '/ i Ui f I 1 i i 1 i i i i i i 1 1 1 1 1 1 1 1(14600) > v
(15500) \ \
(16300) \
(16700)
(16800)
(16900)
(I69OO)
( I / 8 0 0 )
(16700)
/ t 1 1 1 1 1 1 i" 1
\ \
\ )
| \ i 1/3
sr
l
»O CD H ? 3IP
0 0 . «4 H CD H- HS*
— ' CD {S C J . K CD h 0 ' CD •ö H l Cfl H-3 1 1 • 25 0 0 - 47OO7 2 0 0 1 0 0 0 0 - I25OO- I47OO-1 6 I47OO-1 0 0 .17 ooo_
17400_
16800-16200.
16200.
16100-
16500-
16400-
16300-
15900-
15500-
14700-
13900-
12800-117 oc>
10500-
9200-
7800-6 3 0 a
4900-
3700-
2500-
1500-50CL
- 3 ^ 0 .
'* -80CL -100CL? v y
V f •
V * ON —3 0 0 VOi—i—i—r
^ ro o j -fs> VJ1 H H ON - J H CD M «4 P H, f') • H H 0)°
M
O *° • O fl> T i j | r M ro u> 4*. vjn o s - J 00 - VO M O H M M - IV) h-1 t-1 _ «m M ON 1-J oo »-» VO Ö - ro roca
£
VJ1 [ \ > O» ro - 4 N> 0 0<8
w
N O J£
u> V j l _ ro O ro M ~ ro ro - u > ro - 4 * . _ ro VJI ro ON —3 0 0 ro - v o <_u ~ o —3 00 u> VO 4*. o • 4 > ro .4=» 4> •Vji 4^ ON •C* —3-1200_
\-> O ro ÜJ \J\ ON i ' i 1 ! — i — j r CO VO o t-J ro M H H U» .£* U I o\ S" H» P> • H H pu O O
8«
*• CD I »i W_ - K D - L o f - u i - O N — j - c o -AO . H O " V-J " r o *u> . M -f* . M U i . \-> o \ - I-J -o (-" co•s
O - ro . !\) IV) . ro . ro ro U I . ro ON ro — j ro co . ro vo . u> o ro Lu U» U I ON —J Co 00 Ui .,!,. . ,1 J Lpv - 0 • ' -J f1" co 1L \D •| ' L I-» O 1 H H • 1 M ro I H > * • e H ^ O
S£
1•f»,
'y
.tf,
Y
y
M X H p< HSTO°2
O Ho
il.
H M M h-O - h-> - ro r i j j -ro - vj» ON 0 - CD VO H - O *J1 _o\ _ - J - C o - \ o t-J M M * » . M VJ1 ON M CD ro o DO ro rvj ro ro ro o\ H •ro UJ CD V-13 "I
KS\ - O N ro M ro ro ro H-' T - O1 3
B H-H» O «H« a u s . , ta cf e-i. H & <D H ro et-H* Ö 0*3 t1100 1100 J
1900
2900
4000
5300
6600
7500
2200-
35OO-
49OO-
67OO-
84OO-
95OO-7800
7100
6700
5700
2400
1300
400
-300
-700
-900
8200 IO3OO.
/ 84OO
10400-/8200
10200-
9700-890a
8000-7000
I4700 58CQ
3600 4500
3000
17 09
-7OG
i
F« T " M H p. * H»« O O O H H M H M N> f\3 M OJ U> U« VJ1 U> VJ1 o\ C» VO O -C \ CO Vu o - o CO M <0 (D H) e+ ü : P*
r i
P
Pu
I u> * M o o o V» I • < - » P' (D *d CD 4 fr ^ t-t iM 2:JOOJ H - H1 hw fO hro Ho Lo r o j H J J h +>> VJ. CN
t-vn
o\
-vji CO 'O h C N \- CD O -Co M CO 0) H) c+ f *2600-3400.
3600.J
2700J
1800
B H- pj1000-200..
0: HH--300 J
f" H> !» • H M A-0 .O 0 * 0 •" CD 1 H H H M — w -— -_ - ' -~ « -O I-1 U i CT a VO H-1 O t-1 H1 ->• VJ1 M VO ro o ro W ro ro IV) IV> ro VJ1 CTs
3
M H O t -ro _ . i>-VT — C a VO t-1 O 1 -H rot;
H M •es a H VD fO O ru ro ro ro ro -F* ro - vn ro _ o^*3
_ • ' - j - OJ o o •-* H -— -• " " / - / 1 • M 11 Öi
•-> w <D •t) H O p.i .6
cf F ' <0 1 - .- t N> 1 ^ H- a o. 1 u> S 1 9 0 0 1000 1 B 0 Ô 1 5 0 0 -1 9 0 0 _ 2 3 0 0 2 6 0 0 - 28OO2 8 0 0 2 9 0 0 - 29OO2 9 0 0 2 9 0 0 2 8 0 0 2 7 0 0 -26ûO_ 25OO-24OO _ 2 2 0 0 2 1 0 0 I 9 O O 1600 1 4 0 0 1 2 0 0 1 0 0 0 7 0 0 4 0 0 2 0 0 1 0 0 2 0 0 4 0 0 , 4 0 0 -w H-e j . M OÇ , <D H e_i.r i H , « M O O
V
l'; H & o 0 * 0 *# ! fir HBijlage II BESCHRIJVING VAN BE PLANTSYSTEMEN PEE FRUITSOOKT
/..Tyoolon.struikvorm blijver- en wijkerbeplanting (zie bijlage Ia)
De "beplanting is uitgevoerd volgens het "blijver*- en wijker— systeem, waarbij de blijvers op matig tot sterke onderstammen on do vvijkers op zwakke onderstammen op de halve afstand van de blij-vers sijn geplant, Be plantafstand van de blijblij-vers bedraagt 6 x 7 ra,
Bo boomgarrd is bij een normale ontwikkeling in het 7© jaar nage-noeg in volle productie. Bo wijkerbomen sijn van hot $Q tot het 12o
jaar gerooid.
Be beplanting is uitgevoerd vplgens het 'vrije11 spillensysteem, waarbij alle bomen van een lange paal zijn voorzien. Be bomen zijn
veredeld op een zwakke onderstam. Be plantafstand bedraagt 2»25 x 4 m« Be beplanting ia bij een normale ontwikkeling hot 6e jaar nagenoeg in volle productie.
Be beplanting is uitgevoerd met hoogstammen als blijverbeplan-ting. Be plantafstand van de bomen bedraagt 10 x 10 m en 8 x 10 m,
Be boomgaard is bij een normale ontwikkeling hot 15e jaar nagenoeg in volle productie.
Appelen, strnijcyorra blijverbeplanting /zie bijlage ld)
Be beplanting is uitgevoerd mot alleen blijvorbomon op matig sterkoooff sterke onderstammen, Be plnrxtafatanù bedraagt 5 x 6 m. Bij een normale ontwikkeling is de boomgaard het 10e jaar nagonoog in volle productie.
Kers en t struik vor m blijver- en wi^^ j Ice rbcp?. anting (zie bijlage Ie) Be beplanting is uitgevoerd volgons het blijver- en wijker-systeem, waarbij krieken als blijvers en morellen als wijkers zijn geplant, Bo plantafstand van de blijvers bedraag 8 x 10 m, Be wijkers staan op de halve afstand. Be boomgaard is bij een normale ontwikkeling het 9 Ö jaar nagenoeg in volle productie. Be wijkers worden van het 11e tot het 13 jaar gerooid.
Do beplanting is uitgevoerd met alleen blijverbomen. DG plantafstand bedraagt gemiddeld 5 x 5 ra. Bij een normale ontwikke-ling is de aanplant in het 8e jaar nagenoeg in volle productie. Zwarte Jbessen, volveldsteelt (sie bijJLag_e IgJ
Plantafstand van 1,50 x 2 m tot 1,75 x 2,25 m. 3:'.j een nor-male ontwikkeling is do aanplant het 3e jaar nagenoeg in volle pro-ductie.
Rode bessen, vol voids teelt (zie bijlage JEh)
De plantafstand bedraagt 1,25 x 1,75 m, Bij een normale ontwik-keling is de aanplant het 7e jaax nagenoeg in volle productie.
Fr^_mbozenj,_ volveldsteelt (zie bijJLa^e^JE_jij
De rijenafstand bedraagt 1,50 ra tot 1,75 m» De afstand op de rijen is 0,40 à 0,50 m. Bij een normale ontwikkeling is de aan-plant het 2e à 3© jaar nagenoeg in volle productie.
Kru^sbes£enjr^j^ol^_el_dlste_eltr .(z_ie bi jlag_e JE;Q
De plantafstand van de struiken bedraagt 1,75 x 1>75 m & 2 x 2 m. Bij een normale ontwikkeling is de aanplant het 7o jaar nagenoeg in volle productie.
Bramen, volveldsteelt (zie Wjlja£CL Ik)
De plantafstand bedraagt 2,50 x 2,50 m. Bij een normale ont-wikkeling is de aanplant hot 3e jaar nagenoeg in volle produotie.
Bijlage III NOEMEN VOOR DE BEPALING VAN DE VERGOEDING VAN DE ROOIKOSTEN
Bij do berekening van de rooikosten heeft het zelfde uitgangs-punt gediend als "bij -de voorgaande "berekeningen. Ook hier zijn dus 15/u bedrijfsleidersloon op "basis van de kosten in het gemiddelde fruitbedrijf als kosten ingecalculeerd«
Onder de kosten van hot rooien van een "beplanting zijn "begre-pen de kosten van het rooien van de "bomen, het klein maken en het
opruimen van het hout, het verwijderen van wortelreste'n en het diontmaken van de "boomgaten. Bij het "bepalen hiervan is aangenomen iat het rooien van de "bomen in het merendeel dor gevallen mechanisch gesohiedt. Tevens is het rooien van het windscherm, voorzover het in een normale verhouding tot het te rooien perceel voorkomt ("bijv. ca 100 m per ha), in de kosten berekend.
Daar het ons niet bekend is, dat het dodo hout een andere waar-de heeft dan als brandhout en waar-de vraag naar brandhout als gevolg van het grote aanbod nihil is, is geen ro3twaardo aangehouden.
Bij het bepalen van de rooikosten zijn de volgende factoren van betekenis!
1« de leeftijd van de beplanting 2, do intensiteit van do beplanting 3. de boomvorm en do fruitsoort 4» 2ie ontwikkeling van de bomen
5» de onwang en de plaats van het -vindscherm
6. plaatselijke omstandigheden bijv. de toestand van de grond en de bereikbaarheid van het perceel
De geldbedragen die als normen ter vergoeding van de rooikos-ten bij benadering zijn berekend zijn gegeven per leeftijdsklasse. Naast een gemiddeld bedrag per klasse is een spreiding vermeld, zo-7 dat aan do hand van de onder punt 2 t/m 6 genoemde factoren het be-drag kan worden vastgesteld.
F r u i t s o o r t A p p e l , p e e r p r u i m en k e r s "bessen framboos "braam L e e f t i j d s k l a s s e n 4*"i*<" 1 0 en o u d e r 1 - 3 . 4 en o u d e r 1 2 en o u d e r 1 2 en ouder S p r e i d i n g i n g l d p e r h a 1 0 0 - 4 0 0 4 0 0 - 1 1 0 0 1 1 0 0 - 1 7 0 0 1 0 0 - 3 0 0 3 0 0 - 6 0 0 1 0 0 - 2 0 C1' 200-400 1 0 0 - 3 0 01' 4 0 0 - 7 0 0 Gemiddeld b e d r a g i n g l d . p e r ha 2 5 0
750
I4OO 200 450 I 5 0 300 200 55O l) mede afhankelijk van het feit of de palen met hot draad reeds geplaatst zijnBovendien kan het voorkomen, dat zware windschermen van popu-lieren of andere "boomsoorten, do rooikosten aanmerkelijk verhogen, vooral als de ommanteling van de "boomgaard direct op, de slootkant staat. In deze gevallen kunnen de kosten nog f. 300,- per ha ho-ger zijn.