• No results found

Afghanistan en de Chinese energieveiligheid : interne en geopolitieke uitdagingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Afghanistan en de Chinese energieveiligheid : interne en geopolitieke uitdagingen"

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Afghanistan en de Chinese energieveiligheid

Interne & geopolitieke uitdagingen

_______________________________________________________________

FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN

Politicologie

Moska Ghazizoi 5881552 Universiteit van Amsterdam

Bachelor project: Energy and Geopolitics in China and the European Union Scriptiebegeleider: Dr. Mehdi Parvizi Amineh

(2)

Abstract

De groeiende Chinese economie zorgt voor een Chinese energie importafhankelijkheid. Dit resulteert in Chinese buitenlandse investeringen in instabiele regio’s. De economische investeringen van China in Afghanistan brengen politieke, economische en geopolitieke uitdagingen met zich mee. Afghanistan heeft een zwakke staat. Het land wordt als gevolg van langdurig conflict gekenmerkt door politieke onrust, onderontwikkelde economie en sociale misère. De aanwezigheid van de Taliban en de handel van drugs zijn directe gevaren voor de politieke en economische belangen van China in de Xinjiang provincie. Hiernaast is de aanwezigheid van de Amerikaanse militairen en de NATO in Afghanistan een gevaar voor de politieke en economische invloedsferen van China.

(3)

Voorwoord

Dit onderzoek vindt plaats in het kader van mijn bachelor scriptie Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Ik wil allereerst mijn scriptie mentor M.P. Amineh bedanken voor zijn academische begeleiding en feedback. Hiernaast wil ik mijn beste vriendin Jelena Tonian bedanken voor haar morele steun gedurende mijn onderzoek. Ik heb veel plezier beleeft aan het doen van dit onderzoek en genoten van het onderwerp.

(4)

Kaart 1, China

Bron: Lonely Planet (2014), http://www.lonelyplanet.com/maps/asia/china/ Kaart 2, Afghanistan

(5)

Inhoudsopgave

Abstract ...1

Voorwoord ………..2

Lijst met illustraties ………6

Lijst met afkoringen ………7

1. Introductie...9 1.1 Inleiding …...9 1.2 Onderzoeksdoelstellingen ...9 1.3 Probleemstelling ...10 1.4 Onderzoeksmethode...11 1.5 Theoretischkader...11

1.6 Structuur van de Thesis...13

2. China in Afghanistan ...14

2.1 Inleiding ...14

2.2 De Chinese energie importafhankelijkheid ...14

2.3 De Cino-Afghaanse betrekkingen ...17

(6)

3. Afghanistan...21

3.1 Inleiding...21

3.2 Afghanistan: staat, economie en samenleving...21

3.3 De Afghaanse energiesector...23

3.4 Binnenlandse & geopolitieke uitdagingen...27

Conclusie...31

(7)

Lijst met illustraties

Kaarten

Kaart 1, China Kaart 2, Afghanistan

Figuren en tabellen

Figuur 2.1a, Totale energie consumptie van China in 2009 Figuur 2.1b, Top tien netto olie importerende landen in 2011 Figuur 3.2a, Aardgas en aardolievelden in Afghanistan

(8)

Lijst van afkortingen

BNP bruto nationaal product

NOCs Chinese nationale olie maatschappijen FSI Failed-States Index

VS Verenigde Staten

NATO Noord Atlantische Bondgenootschap IEA International Energy Agency

EIA Energy Information Administration MOM Afghan Ministry of Mines

CIA Central Intelligence Agency

NDRC Nationale Ontwikkeling en Hervorming Commissie NEA National Energy Administration

CNPC China National Petroleum Corporation SINOPEC China Petroleum & Chemical Corporation FDI Federal Direct Investment

MCC Metallurgical Corporation of China JCCL Jiangxi Copper Corpoartion

AGE Afghan Gas Enterprise

USGS United States Geological Survey AGS Geological Survey

(9)

XUAR Xinjiang Ugur Autonome Regio

ETLO East Turkmenistan Liberation Organization CRC China Railways Corporation

(10)

1. Introductie

1.1 Inleiding

De Chinese economie is na de Koude Oorlog aanzienlijk gegroeid. Met een jaarlijkse stijging in bruto nationaal product (bnp) van gemiddeld tien procent, heeft China in de 21ste eeuw de tweede grootste economie van de wereld (World Bank, 2013). De economische hervormingen van 1978 naar een vrije markt economie en het vermogen van China om zich aan te passen aan de snelle globale economie, hebben een belangrijke rol gespeeld in zijn opkomst als economische macht (World Bank 2013, Amineh & Yang 2012). De grote economie van China is afhankelijk van energiebronnen zoals; kool, olie en gas. De nationale energiebronnen zijn sinds 1993 niet voldoende voor de eigen consumptie en economie. Hierdoor is China afhankelijk van de import van energie uit het buitenland (IAE, 2013). De meeste reserves zijn nu te vinden in het Midden-Oosten, Latijns-Amerika, Afrika, Rusland en Centraal Eurazië. Door de wereldwijde toenemende vraag naar energiebronnen bewegen staten en niet statelijke actoren zich ruimtelijk in deze regio. Hierdoor nemen de internationale politieke spanningen toe (Amineh & Houweling, 2007). Onderzoek binnen dit onderwerp is belangrijk, omdat energieveiligheid door de toenemende globale vraag naar energiebronnen een steeds belangrijkere plaats inneemt in de internationale politiek en verhoudingen.

1.2 Onderzoek doelstellingen

De Chinese energie importafhankelijkheid en zijn zoektocht naar energiebronnen drijft zijn nationale olie maatschappijen (NOCs) naar instabiele regio's. Zo heeft de China National Petroleum Corporation (CNPC) eind 2011 een 25 jarig contract afgesloten met de Afghaanse overheid om olie uit dit land te exploiteren, te produceren en te transporteren. De CNPC schatte in 2012 jaarlijks 1.5 miljoen vaten olie te exploiteren. Afghanistan ligt in Zuid Azië en heeft olie reserves in het Amu Darya gebied in de noordelijke provincie Faryab en Sar-e-Pul (Ishaq & Farooqui, 2013). Afghanistan grenst hiernaast aan de grote energiereserves van de Kaspische landen Iran en Turkmenistan (Amineh, 2003). Naast de minerale voordelen heeft dit land echter

(11)

ook een lange geschiedenis van interne en externe conflicten. Volgens de zogenaamde Failed-States Index (FSI) van het World Peace Funds (2013) behoort Afghanistan tot de top tien van werelds meest zwakke staten. Er is sprake van politieke en economische instabiliteit als gevolg van de afwezigheid van een sterke staat. Naar aanleiding hiervan wil dit onderzoek de mogelijke politieke uitdagingen voor de Chinese energieveiligheid in Afghanistan analyseren. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt:

Welke mogelijke geopolitieke en interne uitdagingen zij te analyseren voor de energieveiligheid van China in Afghanistan in de post 9/11 periode, tussen 2001-2012?

De hoofdvraag zal worden beantwoord aan de hand van de volgende deelvragen: a) Wat zijn de kenmerken van de Chinese energie importafhankelijkheid? b) Wat is het economisch en geopolitiek belang van Afghanistan voor China? c) Wat is de energie capaciteit van Afghanistan?

d) Welke interne politieke uitdagingen heeft Afghanistan voor China? e) Welke interne economische uitdagingen heeft Afghanistan voor China? f) Welke geopolitieke uitdagingen van Afghanistan zijn er te analyseren?

1.3 Probleemstelling

In dit onderzoek is de energieveiligheid van China in Afghanistan de afhankelijke variabel. De interne politieke, economische en geopolitieke uitdagingen van Afghanistan vormen de onafhankelijke variabelen. Voor de energiesituatie van China zal worden gekeken naar de energietrend van het land tot 2012. Voor de politieke uitdagingen van Afghanistan zal aandacht worden geschonken aan de periode 2002 tot en met 2012. Deze tijdsperiode begint met de militaire interventie van de Verenigde Staten (VS) en het Noord Atlantische Bondgenootschap (NATO) in 2001. Deze gebeurtenissen leidden in 2002 tot de val van het Taliban regime. De Chinese activiteiten hebben sindsdien in Afghanistan toegenomen. De analyse eindigt in 2012 vanwege de beschikbaarheid van wetenschappelijke databronnen.

(12)

Voor de energie importafhankelijkheid van China wordt in dit onderzoek gekeken naar: zijn totale energieproductie, energieconsumptie en energie import. Het economisch en geopolitiek belang van Afghanistan voor China wordt geanalyseerd door de post 9/11 Cino-Afghaanse betrekkingen te bestuderen. Binnen dit kader wordt er naar de Afghaanse energiecapaciteit gekeken door een overzicht te geven van zijn minerale welvaart en reserves. Voor de politieke uitdagingen van het Afghaanse landschap zal een analyse worden gegeven van de aanwezigheid van gewelddadige groeperingen. De economische uitdagingen zullen worden geanalyseerd door de bestudering van de Afghaanse drugshandel. Ten slotte zal de geopolitieke uitdaging voor de Chinese energieveiligheid in Afghanistan worden bestudeerd door de militaire aanwezigheid van de VS en de NATO.

In dit onderzoek zijn de volgende hypothesen geformuleerd: H1: China heeft een energie importafhankelijkheid.

H2: Het politieke en economische landschap van Afghanistan leidt tot interne en geopolitieke uitdagingen voor de Chinese energieveiligheid.

1.4 Onderzoeksmethode

In dit onderzoek worden zowel kwantitatieve als kwalitatieve databronnen geraadpleegd. Kwantitatieve primaire data zullen in de vorm van cijfers en grafieken van de International Energy Agency (IEA), de US. Energie Information Administration (EIA), de Wereld Bank en het Afghaanse ministerie van Mijnen (MOM) gebruikt worden. Hiernaast zal er gebruik worden gemaakt van secundaire literaire bronnen in de vorm van wetenschappelijke artikelen. Naar aanleiding van de beperkte tijd en omvang van dit onderzoek, betreft het vooral een literaire studie .

1.5 Theoretisch kader

Voor dit onderzoek is één theoretisch model en twee theoretische concepten relevant: het Scarcity-Model, radicale geopolitiek en de Failed-States. Het Scarcity Model van Amineh &

(13)

Houweling (2007) is belangrijk in dit onderzoek, omdat het een handig instrument biedt voor de verklaring van de groeiende interactie tussen energie producerende en consumerende landen in de context van geopolitiek. Binnen dit model worden drie vormen van schaarste onderscheiden: Demand-induced-scarcity, Supply-induced-scarcity en Structural-scarcity. De eerste vorm van schaarste wordt veroorzaakt door de toenemende wereldvraag naar energie als gevolg van groeiende economieën, groei van de bevolking en technologische vooruitgang (Amineh & Houweling, 2007: 374-375). De Demand-induced-scarcity veroorzaakt een Supply-induced-scarcity, omdat de groeiende vraag en verbruik van energie de aanbod van energie schaarser maakt. Een zichtbaar gevolg hiervan is stijging in de energieprijzen (Ibid. 375). De derde vorm van energieschaarste is het Structural-scarcity. Dit treedt op wanneer een supermacht met opzet het aanbod van natuurlijke hulpbronnen tegenhoudt. Op deze manier wordt de toegang tot natuurlijke hulpbronnen gecontroleerd voor bepaalde partijen (Ibid). In dit onderzoek is vooral het Demand-induced-scarcity model van belang. Het helpt namelijk om de pogingen van China te begrijpen m.b.t. het veilig stellen van zijn energieaanbod. Dit in een context van toenemende binnenlandse en internationale vraag naar energiebronnen.

Naast het Scarcity-Model is het theoretisch concept radicale geopolitiek van Julien Mercille (2008) belangrijk in dit onderzoek. Het helpt om het politiek gedrag van staten in de internationale energiemarkt beter te begrijpen. Volgens de radicale geopolitiek zijn economische belangen de voornaamste reden van beleidskeuzes. De dominantie van economie over politiek in de relatie tussen staten, betekent dat beleidsvorming voor een groot gedeelte beïnvloedt wordt door economische motieven en economische belangen van verschillende aandeelhouders (Mercille, 2008: 576). Deze economische logica geeft meer begrip over de economische beweegredenen van het buitenlands beleid van China. De radicale geopolitieke perspectieven helpen om de rol van energieveiligheid in het Chinese buitenlandse beleid te begrijpen.

Tenslotte neemt het concept van de Failed-State van Robert Rothberg (2004) een belangrijke plaats in dit onderzoek. Dit concept is handig voor de analyse van de Afghaanse staat, economie en samenleving. Failed-State geeft een beschrijving van staten die niet langer in staat zijn om de

(14)

fundamentele taken van een natiestaat uit te voeren (Rothberg, 2004). Binnen dit concept wordt er een onderscheid gemaakt tussen zwakke staten, gefaalde staten en uiteengevallen staten. Zwakke staten blijven in gebreke in de voorziening van publieke goederen zoals veiligheid, regel en wetgeving, eigendomsrechten, scholen en ziekenhuizen. Gefaalde staten worden gekenmerkt door chronisch geweld, corruptie, slechte infrastructuur en roofzuchtige heersende regeringen. Uiteengevallen staten heersen d.m.v. wapens zonder een publieke autoriteit. De voornaamste oorzaken voor Failed-States wordt gezocht in burgeroorlogen, geweld en de opkomst van strijdende niet statelijke groeperingen gefinancierd door kostbare mineralen of drugs.

In 2005 werd voor het eerst door het Wereld Vredes Fonds en Foreign Policy de Failed-States Index (FSI) gepubliceerd. Dit is een lijst van alle landen op de wereld die berekent zijn tot een zwakke, gefaalde en uiteengevallen staat. Aan de hand van twaalf geformuleerde sociaal, politiek en economische indicatoren worden de posities van de landen op de lijst bepaald (Foreign Policy, 2005). In de recente uitgave van de FSI (2013) scoort Afghanistan hoog op deze indicatoren (World Peace Funds, 2013). Afghanistan behoort tot de top tien van de meest zwakke staten op de wereld. Het land wordt gekenmerkt door politieke instabiliteit, economische onderontwikkeling, de handel in drugs en sociale onrust. Het is dan ook belangrijk om aan de hand van dit theoretisch concept de mogelijke politieke en sociaaleconomische uitdagingen van Afghanistan te bepalen.

1.6 De structuur van de Thesis

In hoofdstuk 2 wordt aandacht geschonken aan de Chinese energie importafhankelijkheid en de Cino-Afghaanse betrekkingen. In hoofdstuk 3 wordt aandacht geschonken aan de staat, economie en samenleving van Afghanistan en zijn energiesector. Hiernaast zal er een analyse worden gegeven van de interne politieke, economische en geopolitieke uitdagingen van Afghanistan. Uitsluitend volgt de conclusie met de opsomming van de onderzoeksbevindingen en het antwoord op de onderzoeksvraag.

(15)

2. China in Afghanistan

2.1 Inleiding

De groeiende Chinese economie is afhankelijk van fossiele brandstoffen. Hoewel kool de grootste energiebron is in de Chinese energiemix, vormt olie een belangrijk factor van onzekerheid. In dit hoofdstuk zal allereerst de energie importafhankelijkheid van China worden geïllustreerd en besproken. Vervolgens zal de post 11/9 Cino-Afghaanse betrekkingen worden geanalyseerd in het licht van de energie importafhankelijkheid van China. Het zal duidelijk worden dat de Chinese belangen in Afghanistan verder gaan dan olie alleen.

2.2 De Chinese energie importafhankelijkheid

De Volksrepubliek China ligt in Zuidoost Azië (zie kaart 1). Het heeft een populatie van ongeveer 1,349,585,838 miljard (1ste op de wereldlijst) en een totale oppervlakte van 9,596,961 km kwadraat (4de op de wereldlijst) (CIA, 2014). De Chinese economie kende in 2012 een bnp van 8.227 triljoen dollar en een jaarlijkse bnp groei van 7,8% (World Bank, 2014). China heeft hiermee een snel groeiende economie en staat op de tweede plek als de grootste economie van de wereld.

De groeiende Chinese economie zorgt voor een stijging in de Chinese vraag naar energie. In 2009 vormde kool 70%, olie 19% en aardgas 4% van de totale Chinese energie consumptie. Na kool is olie de tweede grootste energiebron voor de Chinese economie.

(16)

Fig. 2.1a Totale energie consumptie van China in 2009

Bron: Energy Information Administration (EIA), 2009

( http://www.eia.gov/countries/cab.cfm?fips=CH)

In 2012 produceerde China zelf 4,416.18 duizend vaten olie per dag. Dit terwijl het in datzelfde jaar 10,276.83 duizend vaten per dag consumeerde (EIA, 2014). China verbruikt dus meer olie dan dat het zelf produceert. Dit resulteert in een energie importafhankelijkheid van olie. In de top tien lijst van netto olie importeurs van de wereld stond China in 2011 op de tweede plaats (zie fig. 2b).

(17)

Fig. 2.1b Top tien netto olie importerende landen in 2011

Bron: Energy Information Administration (EIA), 2012 ( http://www.eia.gov/countries/cab.cfm?fips=CH)

Hoewel de Chinese economie vooral afhankelijk is van kool vormt olie een belangrijk element in de energie onzekerheid van het land (Leung, 2011: 1330). De internationale koolmarkt is namelijk relatief in balans door de beschikbaarheid en grote reserves van kool. Maar olie hiertegen is schaarser en voor de energiezekerheid van China is het belangrijk dat het meerdere leveranciers heeft. Aanbod diversiteit speelt hierdoor een cruciaal rol in het energiebeleid van China (ibid. 1333).

China wordt dus door zijn energie importafhankelijkheid gedwongen om de aanbod en vrije toevoer van energie buiten zijn nationale grenzen veilig te stellen. Dit stelt de Chinezen echter voor een aantal geopolitieke uitdagingen. Allereerst is het niet makkelijk voor China om zijn olieaanbod diversiteit te vergroten door zich naast het Midden-Oosten te richten op Rusland, Centraal Azië en Afrika. Dit heeft te maken met de vrij late economische ontwikkelingen van China. De grote olie-import landen zoals de VS en Europese landen hanteren al sinds 1990 een

(18)

energie strategie om minder afhankelijk te zijn van het Midden-Oosten. Zij hebben zich meer gericht op de VS zelf, Rusland, Centraal Azië en Afrika. Hierdoor is de import van olie uit deze landen voor China lastig, omdat zij vooral georiënteerd zijn op de Amerikaanse en Europese markten (Amineh & Yang, 2012:27). Verder vormt de capaciteit van de pijplijnen in buurlanden voor energie import een ander obstakel voor de Chinese energieveiligheid.

Het belang van energie in het Chinees beleid wordt duidelijk doordat de overheid naast de Nationale Ontwikkeling en Hervorming Commissie (NDRC), vier ministeries opgericht heeft die toezicht moeten houden op het energie beleid van het land. Hiernaast heeft de overheid in 2008 zijn eigen nationale Energy Administration (NEA) gelanceerd voor het beheer van de Chinese energie (EIA, 2014).

In de import van energie -met name olie- spelen de Chinese nationale olie maatschappijen een belangrijke rol. Tussen 1994 en 1998 hervormde de overheid de staatsgeleide olie en gas sectoren. Hieruit ontstonden China National Petroleum Corporation (CNPN) en China Petroleum & Chemical Corporation (Sinopec). Deze twee conglomeraten domineren de Chinese olie markt. Samen met zijn dochter bedrijf PetroChina is de CNPN verantwoordelijk voor ongeveer 60% tot 80% van totale olie en gas output in China (Ibid).

2.3 De Cino-Afghaanse betrekkingen

Afghanistan speelt een belangrijke rol in de regionale economische integratie van China in Centraal en Zuid Azië. Onder anderen doordat China zijn westelijke provincie Xinjian, die grenzen deelt met Afghanistan, Pakistan, Kazakstan, Kirgistan en Tajikistan, wil ontwikkelen tot een energie center. China wil infrastructuur netwerken bouwen om Xinjiang te verbinden met de Chinese kusten en landen in Centraal en Zuid Azië (Wishnick, 2012:84). Dit in het kader van het ‘Ga West’ strategie van de leiders in Beijing sinds 2000. Voor de integratie en economische ontwikkeling van Xinjiang in Centraal en Zuid Azië, is handel met landen uit deze regio belangrijk. Dit is ook de reden waarom Xinjiaanse bedrijven betrokken zijn bij de Chinese investeringen in

(19)

Afghanistan.

De Cino-Afghaanse betrekkingen werden na ongeveer 25 jaar in december 2001 formeel geopend. China beloofde om 4 miljoen dollar te doneren aan humanitaire hulp in Afghanistan (Ludwig, 2013: 403). In januari 2002 deed China een tweede belofte tijdens het Tokyo Donors Conferentie om nog eens 1 miljoen dollar te doneren. China heropende ook zijn ambassade in de hoofdstad Kaboel in 2002 (MOFA, PRC 2003). In datzelfde jaar ondertekenden de Chinese autoriteiten op 22 december het Verdrag van Kaboel. Dit was een non-interventie overeenkomst waaraan Iran, Pakistan, Tajikistan, Turkmenistan en Uzbekistan ook deel aannamen (MFA, IRA 2002). China beloofde hierbij om de Afghaanse territoriale integriteit en soevereiniteit te respecteren, door de vrede missie en wederopbouw te steunen (MOFA, PRC, 2003). Hierna zijn er weinig politieke bilaterale overeenkomsten afgesloten tussen China en Afghanistan. De Afghaanse president Hamid Karzai bracht twee korte bezoeken aan China in 2003. Verder bezocht de Afghaanse minister van buitenlandse zaken Rangi Dafdar Spanta Beijing in 2007. Dit werd opgevolgd door het bezoek van de Chinese minister van Buitenlandse Zaken eind dat jaar (Sharma, 2011:205). Verder bracht Hamid Karzai drie dagen bezoek aan Beijing vanaf maart 25 tot en met maart 27 in 2010

Wat opvalt, is dat de post 11/9 Cino-Afghaanse betrekkingen niet zozeer worden gekenmerkt door politieke bilaterale overeenkomsten, maar vooral door commerciële overeenkomsten. Sinds Afghanistan in 2007 zijn grenzen heeft geopend voor buitenlandse investeringen (FDI) zijn de pogingen van Beijing in deze richting zichtbaar (Sharma, 2011:203). De Chinese betrokkenheid in Afghanistan begint in de 21ste eeuw met investeringen door Chinese bedrijven, om de minerale welvaart van Afghanistan te exploiteren (Downs, 2012:65). De waarde van de Afghaanse mineralen is door Amerikaans geologisch onderzoek vastgesteld op 1 triljoen dollar en door de Afghaanse ministerie van Mines (MOM) op 3 triljoen dollar. In 2007 sloot MOM een dertig jarig contract met de staatsgesteunde Metallurgical Corporation of China (MCC) en Jiangxi Copper Corpoartion (JCCL). Dit contract hield in dat 11 miljoen ton koper zou worden geëxploiteerd uit de Aynak mijnen in de provincie Logar. Aynak ligt 35 km in het

(20)

zuidoosten van Afghanistan en heeft de grootste niet geëxploiteerde koper velden van de wereld (Ibid.). De MCC beloofde om honderden miljoenen te investeren in infrastructuur projecten die de Afghanen zou voorzien van meer dan 10,000 banen (Wishnick, 2012: 84).

Chinese bedrijven hebben grote investeringen gedaan in de ontwikkeling van aardolie in Afghanistan. MOM ondertekende in december 2011 een dertig jarig contract met China National Petroleum Company (CNPC). Dit contract zorgde voor de exploitatie van olievelden en raffinaderijen in het Amu Darya haven gebied, in het Noordwesten van Afghanistan. Samen met zijn Afghaanse partner Watan Oil & Gas hebben zij hun rechten verzekerd op drie olie blokken met een investering van 400 miljoen dollar. De CNPC begon in oktober 2012 officieel met de werkzaamheden (Wishnick, 2012: 85). Deze Chinese FDI is de grootste investering die in Afghanistan is gedaan en neemt 40% van de Afghaanse overheidsinkomsten voor zijn rekening (Sharma, 2011:204).

De Chinese en Afghaanse autoriteiten hebben toegestemd voor de bouw van een spoorweg verbinding tussen de mijnen van Aynak in het zuiden van Kaboel, Torkham aan de Pakistaanse grens in het zuiden, en Hairaten in het noorden van de Afghaanse grens met Uzbekistan (Wisknick, 2012:84). Dit zou de ontwikkeling van de mijnen en de export van zijn bronnen naar Centraal Azië, China en Pakistan vergemakkelijken. De Aynak-Hairatan verbinding zou verbonden worden met de eerste grote commerciële spoorweg van Afghanistan. De nieuwe spoorweg wordt sinds februari 2012 gebruikt voor het vervoer van vracht vanuit Heiraten naar Mazar-e-Sharif. De helft van de Afghaanse handel gaat hierdoor nu door Hairatan. De Aynak-Torkham spoorweg verbinding zou toegang geven tot de grenzen van Pakistan vlakbij de Khaiber doorgang (Ibid.). Islamabad en Beijing hebben deze mogelijkheid al een tijdje in gedachten en Kaboel heeft recentelijk een overeenkomst met Beijing getroffen om de haalbaarheid van de aanleg van spoorwegen en wegen tussen China en Iran door Afghanistan te bestuderen (Khatinoglu 2009). Dit zou de mogelijkheid van een handelsverbinding naar het Midden-Oosten door Iran kunnen vergroten.

(21)

Turkmenistan door Afghanistan en Tajikistan naar Xinjiang. Op deze manier zal Afghanistan betrokken worden bij de groeiende Chinese energie pijplijn netwerk in Centraal Azië (Wishnick, 2012: 86).

China heeft bovendien deel genomen aan de bouw van de 2,700 km lange snelweg verbinding tussen Kaboel en andere grote Afghaanse steden, een project van 2.5 miljard dollar. Op deze manier hoopt Beijing om een verbinding te realiseren met Kandahar en de Pakistaanse poort Gwadar aan de Arabische Zee (Ibid.). China investeert al tien jaar in de ontwikkeling van deze handelspoort om olie en gas te kunnen vervoeren naar Xinjiang.

Deze investeringen in de mijnen, olie en infrastructuur in Afghanistan kunnen worden begrepen door de bredere Chinese strategie om van Xinjiang een grote handelspoort te maken voor Centraal-Eurazië en Zuid Azië. De realisering van deze projecten zou de geopolitieke positie van China versterken doordat het een veilige toevoer biedt van handel in energie (Sharma, 2011 :204).

2.4 Conclusie

Energieveiligheid is belangrijk voor de groeiende Chinese economie. Zoals geanalyseerd is, is de Chinese energie importafhankelijkheid groot. Maar de Chinese strategie in Centraal en Zuid Azië gaat verder dan alleen het veiligstellen van zijn energieaanbod. Voor China is het ook belangrijk dat zijn provincie Xinjiang geïntegreerd wordt in de bredere economische activiteiten van deze regio. Voor de economische ontwikkeling van China, is de ontwikkeling van handelsroutes die het Midden-Oosten, Centraal Eurazië en Zuid-Azië met China verbinden cruciaal. Het belang van Afghanistan voor de Chinese economie en energieveiligheid gaat dan ook verder dan de beschikbaarheid van natuurlijke energiebronnen.

(22)

3. Afghanistan

3.1 Inleiding

Door jaren van intern en extern conflict is de Afghaanse staat, economie en samenleving heel erg ontwricht. In de 21ste eeuw kampt het land met politieke instabiliteit, economische onderontwikkeling en sociale misère. Hoewel Afghanistan rijk is aan kostbare mineralen, zijn deze natuurlijke hulpbronnen niet geëxploiteerd en ontwikkeld. De aanwezigheid van kool, gas en olie reserves bieden wel economische prikkels voor de Chinese investeerders. De politiek-economisch context van Afghanistan stelt de politiek-economische betrokkenheid van China echter voor een aantal belangrijke politieke, economische en geopolitieke uitdagingen.

3.2 Afghanistan: staat, economie & samenleving

De Islamitisch Republiek van Afghanistan heeft een totale oppervlakte van 652230 km² en ligt in Zuid-Azië. Het land grenst in het westen aan Iran, in het zuiden aan Pakistan, in het oosten aan China en in het noorden aan Tadzjikistan, Oezbekistan en Turkmenistan (zie kaart 2). Het heeft een populatie van ongeveer 31 miljoen (CIA, 2014) en een GDP van 20.50 miljard dollar (World Bank, 2014). Afghanistan behoort tot een van de armste landen van de Wereld.

Afghanistan is in 1747 opgericht door Ahmad Shah Durrani na de vereniging van de Pashtun stammen. In de negentiende eeuw onderging Afghanistan in de context van het Engels en Russisch imperialisme buitenlandse interventies en interne conflicten (Rubin, 2009:13). Na het Verdrag van Gandamak (1879) werd Afghanistan iets stabieler doordat het uitgeroepen werd als bufferstaat tussen de Britse en Russische Rijken. In 1919 won het land zijn onafhankelijkheid van de Britten (CIA, 2014). In 1973 en 1978 vonden er twee coupes plaats. Deze werden opgevolgd door de militaire interventie van Rusland (1979-1989) om het Afghaanse

communistische regime te steunen in hun strijd tegen de Moedjahedien (Rubin, 2009:15). Deze fundamentalistische vredesstrijders werden op hun beurt gesteund door de VS in de bredere context van de Koude Oorlog.

(23)

Na de val van het communistische regime trokken de Russen en Amerikanen zich terug en werd Afghanistan achtergelaten in chaos. Het land werd gekenmerkt door regionale competitie. Het was een uiteengevallen staat zonder een werkzame veiligheidsapparaat met een hoog gemobiliseerd en gewapend volk. Afghanistan was in toenemende mate afhankelijk van internationale organisaties, buitenlands geld en de drugshandel voor overleving. Hiernaast waren er veelvuldig gewapende groepen aanwezig die transnationaal met statelijke en niet statelijke beschermheren verbonden waren (Ibid).

Na de jaren van chaos en burgeroorlog verscheen de Taliban, een fundamentalistische groepering gesteund door Pakistan, in 1996 op het toneel. Het streng islamitisch regime van de Taliban werd in 2001 ten val gebracht door de (NATO) onder leiding van de VS, met behulp van de Afghaanse Noordelijke Alliantie. Dit gebeurde in het kader van War on terrorisme en de jacht op Osama Bin Laden onder de George Bush regering (CIA, 2014).

De Afghaanse samenleving is als gevolg van dertig jaar conflict heel erg ontwricht. Een derde van de populatie is gevlucht, meer dan 1 miljoen Afghanen zijn omgekomen bij gewapende conflicten, miljoenen zijn zwaar gewond geraakt, getraumatiseerd en gestorven als gevolg van het gebrek aan voedsel, schoon drinkwater en medische zorg (Thier, 2009:2). Hoogopgeleide Afghanen gingen het land uit terwijl wapens het land binnen stroomden. De binnenlandse economie en traditionele structuren van besturing en vreedzaamheid werden hierdoor geteisterd door criminaliteit, corruptie en drugshandel. De economie van Afghanistan is grotendeels verwoest en heel erg afhankelijk van de import van voedsel en de export van opium en heroïne (Ibid. 6).

In 2001 werd er op de conferentie in Bonn het politiek proces voor de wederopbouw van Afghanistan besproken. Sinds 11 september 2001 kregen schurken en zwakke staten zoals Afghanistan veel aandacht in de Nationale Veiligheidsstrategie van de VS. Ze werden gezien als broedplaats voor de vijand, voor het terrorisme en criminele netwerken (Ibid.3). Voor de internationale veiligheid, was het belangrijk dat er in Afghanistan een legitiem centraal overheid werd gerealiseerd met een goed functionerende overheidsapparaat. Naar aanleiding hiervan werd er allereerst in 2004 een nieuwe grondwet aangenomen, gevolgd door de presidentiële

(24)

verkiezingen in datzelfde jaar en de verkiezingen van de Nationale Vergadering in 2005 (CIA, 2014). Hamid Karzai werd gekozen als President in 2004 en in 2009. Het International Security Assistance Force (ISAF) bood steun bij de vorming van het Afghaanse leger. De NATO onder leiding van VS bood verdere militaire steun totdat de Afghaanse staat en politie apparaat sterk genoeg zouden zijn om zichzelf te verdedigen.

De Afghaanse grondwet van 2004 heeft een visie van een hoog gecentraliseerde staat waarbij al het economische en politieke macht vanuit de hoofdstad Kaboel voortvloeit. De Afghaanse realiteit staat hier echter tegenover. De meerderheid van de Afghanen leven namelijk in kleine gemeenschappen waarin kwesties van besturing zoals eigendomsrechten, water, natuurlijke hulpbronnen en huwelijken in behandeling worden genomen door traditionele middelen op lokaal niveau (Tier, 2009: 5). De pogingen van de internationale gemeenschap en de Afghanen om een bekwaam en legitiem overheid te ontwikkelen is moeilijker te realiseren dan gedacht. Een herleving van de Taliban, de voortdurende provinciale onstabiliteit vooral in het zuiden en oosten van het land en de opium economie vormen serieuze uitdagingen voor de Afghaanse overheid (CIA, 2014).

3.3 De Afghaanse energiesector

De ontdekking van Afghaanse petroleum bronnen vindt zijn oorsprong in 1936 maar groeide pas echt uit na de technische en financiële steun van de Sovjet Unie in 1957 (MOM, 2014). Vooral in de noordelijke regio’s zoals in het Amu Darya bassin werden significante ontdekkingen gedaan van petroleumbronnen. Er werden toen meer dan acht gas velden geboord en onderzocht waarvan er drie uitgroeiden tot mega gasproducenten.

In de jaren 50’ van de vorige eeuw was het Gas & Transmission Department door het Afghaanse ministerie van Mijnen in het leven geroepen om de werkzaamheden rondom de exploitatie en productie van gas te regelen. Hiernaast had de Afghaanse overheid in de jaren 60’ van de vorige eeuw het Director of Exploration of Oil & Gas opgericht om de uitbreiding van de petroleum werkzaamheden te accommoderen. In totaal werden er 144 gasputten geboord in de drie grote producerende gasvelden Gerguduq, Yatimtag en Khoja Gogerdak. Ook werden er exploitaties

(25)

gedaan in de gasvelden Juma, Bashikurd, Khoja Bolan, Jangle-e-Kolan, Chechchi en Shakarak. Na de terugtrekking van de Sovjet militairen in 1989 ging de productie en werkzaamheden rondom gas drastisch omlaag. Tijdens de Afghaanse burgeroorlog en onder de Taliban werd er heel weinig geëxploiteerd. Na de invasie van de Amerikanen in 2001 en de val van het Taliban regime begonnen de werkzaamheden weer langzaam op gang te komen. In februari 2011 werden 34 aardgas putten in de drie producerende gasvelden gebruikt voor productie. Het Afghaanse bedrijf Afghan Gas Enterprise (AGE) heeft in datzelfde jaar een put in de Shakarak gasveld succesvol weer in werking gezet. Het was weer de eerste grote bijdrage aan het Afghaanse gasaanbod sinds decennia. De AGE produceert momenteel per dag ongeveer 450,000 kubieke meter aardgas. Een groot gedeelte hiervan gaat d.m.v. een grote pijplijn naar de noordelijke mest en elektriciteitsfabriek in Mazar-e-Sharif. De rest wordt verdeeld via een netwerk van pijpleidingen naar binnenlandse klanten in Sheberghan, Khoja Dokho, Aqcha en andere dorpen in de Jowzian provincie.

Volgens de ontdekkingen van de United States Geological Survey (USGS) en de Afghanistan Geological Survey (AGS) in 2006, heeft Afghanistan in het noorden in totaal 1.6 miljard aardolie reserves, totaal 16 triljoen kubieke meter aan gasreserves en een totaal van 0.50 miljard aan vloeibaar gasreserves (MOM, 2014). De meerderheid van de niet geëxploiteerde aardolie bevindt zich in de Tajik-Afghaanse rivierbedding en voor aardgas geldt dit in het Amu Darya rivierbedding (Zie Fig. 3.2a). Het gaat in totaal om een oppervlakte van 515,000 km².

(26)

Fig. 3.2a Aardgas en aardolievelden in Afghanistan

Jurassic Evaporite Basin Subsalt carbonates - Amu Darya Eastern Suprasalt Thrust and Folds – Afghan-Tajik

Bron: Ministry of Mines (MOM), 2012 (http://mom.gov.af/en/page/4713)

Afghanistan heeft vijf grote en één kleine sedimentaire rivierbeddingen die nog niet geëxploiteerd zijn (Zie Fig. 3.2b). In het verleden waren petroleum verkenningen en

ontdekkingen beperkt gebleven tot het noordelijke gebied van de Amu darya en de Afghan-Tajik. De aanwezigheid van olie in het Tirpul gebied is bevestigd door kleinschalig onderzoek maar de andere gebieden zijn nog niet verkend (Ibid).

(27)

Fig. 3.2b Niet geëxploiteerde sedimentaire rivierbeddingen in Afghanistan

Bron: Ministry of Mines (MOM), 2014 (http://mom.gov.af/en/page/4788)

De Afghaanse-Tajik, Amu darya en Kushka rivierbeddingen representeren een geheel petroleum systeem. De Kushka gebied is een verlenging van het Amu Darya gebied dat grote velden heeft in Turkmenistan en Uzbekistan, inclusief het zuidelijke Turkmeense Yolotan veld dat bekend staat als het grootste gasveld van de wereld (MOM, 2014).

Afghanistan is rijk aan koper, ongebruikt ijzer, goud, zilver, waardevolle stenen, uranium en heeft naar schatting 1,596 miljoen vaten olie reserves en 15,687 triljoen kubieke voet gas reserves (Norling 2008). Hiernaast zijn er recentelijk ook weer nieuwe ontdekkingen gedaan van industriële metalen zoals koper, goud, ijzer, kobalt en lithium met een waarde van meer dan 1 triljoen dollar (Risen 2010). De aanwezigheid van deze edelmetalen en energiebronnen zijn een prikkel voor de Chinese commerciële belangen in het land.

(28)

3.4 De binnenlandse en geopolitieke uitdagingen van Afghanistan

Interne politieke uitdaging

Een van de belangrijkste politieke uitdaging voor China in Afghanistan is de aanwezigheid van gewelddadige islamitische groeperingen zoals de Taliban. Het gevaar bestaat dat instabiliteit en terrorisme zich verspreidt naar de Chinese Xinjiang Ugur Autonome Regio (XUAR). De etnische instabiliteit in XUAR vormt een grote bedreiging voor de interne veiligheid van China. Dreigingen van binnenlandse terroristische activiteiten, kwamen gedurende de opstanden van 2008 en juli 2009 in de hoofdstad van Xinjiang Urumqi boven het licht. Deze gebeurtenissen verhoogden het gevoel van onveiligheid in de regio (Reeves, 2010: 26).

In Xinjiang leeft onder anderen de etnische Ugur populatie en zij streven naar onafhankelijkheid van China. Deze etniciteit zou in het verleden militaire banden hebben gehad met de Al-Qaeda. De Ugur separatisten bevinden zich ook in Afghanistan (Pantucci, 2010:21). De provincie Xinjiang is belangrijk voor China vanwege zijn reserves van natuurlijke hulpbronnen en zijn functie als toegangspoort tot bronnen in Centraal Azië en Rusland. Twee vijfde van de Chinese staalkool is opgeslagen in de mijnen van Xinjiang, één zevende deel van de Chinese oliereserves en een kwart van zijn petroleum reserves zijn te vinden in deze provincie. Hiernaast heeft Xinjinag ook 17.4 triljoen kubieke meter aan gasreserves (Ibid. 22).

Hoewel de meerderheid van de Ugur een Chinese nationaliteit heeft verdedigd een kleine groep Ugur nationalisten gewelddadig separatisme aan (Brown 2010). De Oost Turkmeense Bevrijdingsorganisatie (ETLO) gevestigd in Xinjiang vecht voor een onafhankelijke Ugur-staat door gebieden in Xinjiang te bezetten. De Chinese overheid beschouwd de ETLO als een binnenlandse terroristische organisatie. Er wordt gedacht dat zij banden hebben met buitenlandse organisaties zoals de Wereld Ugur Congres van Rebiya Kadeer in de VS. De Chinese overheid is bang dat de ETLO gebruik maakt van de politieke instabiliteit in Afghanistan om contact te maken met buitenlandse religieuze en militaire groepen. Dit soort interactie leidt volgens Beijing tot meer radicalisering van de ETLO en verbetering in zijn organisatorische bekwaamheid en tactiek. Volgens de Chinese analisten zijn er honderden ETLO militairen actief in Afghanistan en belangrijke leiders zouden trainen met de Al Qaeda in Pakistan (Hu, 2009:32).

(29)

In februari 2010 werd de Ugur leider Abdul Haq al-Turkistani in Pakistan gedood door een antiterrorisme aanval van de Amerikanen. Dit bevestigde voor de Chinezen dat Ugur extremisten banden onderhouden met buitenlandse terroristische organisaties (Reeves, 2010: 87).

Instabiliteit in Afghanistan kan ook overslaan naar andere gebieden van Centraal en Zuid Azië die aan Xinjiang grenzen, waardoor onrust dichterbij zijn omgeving zal komen (Wishnick, 2012: 88). De voortdurende conflicten in Afghanistan zijn bovendien een gevaar voor de veiligheid van de groeiende Chinese netwerken van energiepijpleidingen.

De aanwezigheid van gewelddadige islamitische groeperingen in Afghanistan vormen op deze manier een directe bedreiging voor de Chinese energieveiligheid in Xinjiang. Een instabiel Xinjiang is economisch niet gunstig voor China. Er zijn ook voorbeelden van directe bedreigingen van de Taliban gericht aan de Chinese economische activiteiten in Afghanistan. Zo moest China Railways Corporation (CRC) zijn werkzaamheden eind 2004 stil leggen vanwege geweld gericht aan de werknemers. Dit Chinees bedrijf nam deel aan de bouw van de 2,700 km lange snelweg dat Kaboel moest verbinden met andere grote Afghaanse steden. De ontwikkeling van de infrastructuur in Afghanistan vormt een belangrijk element in de regionale economische strategie van China. Gedurende de werkzaamheden van de CRP werden werknemers gedood, ontvoerd en aangevallen door de Taliban (Ibid.86). De Afghaanse veiligheidsapparaat is nog niet zo ver ontwikkeld om effectief op te treden tegen dit soort geweld.

Hoewel de onderontwikkelde infrastructuur van Afghanistan een belemmering is voor de Chinese economische activiteiten, heeft het voordelen voor de Chinese veiligheid. Het gebrek aan wegen tussen Afghanistan en Xinjiang beperkt de stroom van gewelddadige groepen vanuit Afghanistan naar China (Ibid.).

(30)

uitdaging voor China in Afghanistan. Oorspronkelijk vond drugshandel plaatst tussen de Chinese provincie Yunnan, Myanmari in Laos en Vietnam. Dit werd de Gouden Driehoek genoemd (Townsend, 2005:3-4). Maar de toename in de productie van heroïne in Afghanistan en het succesvolle antinarcotica beleid in de Gouden Driehoek, heeft ervoor gezorgd dat de handel van drugs zich verplaatst heeft naar de zogenaamde Gouden Halvemaan: Afghanistan, Pakistan en Iran (Reeves, 2010: 28). Sinds China de grenzen van Xinjiang heeft geopend voor handel en investeringen is het kwetsbaarder geworden drugshandel. Het fungeert als ingang van drugs vanuit de Gouden Halvemaan. Volgens Chinese deskundigen vindt één derde van de heroïne in China zijn oorsprong in deze landen. In 2008 was dit 8.8 procent. In de hoofdstad van de Xinjiang provincie Urumqi komt ongeveer 70% van de heroïne uit Afghanistan, Pakistan en Iran. De handel van drugs in Afghanistan hangt samen met de aanwezigheid van gewelddadige groeperingen in Afghanistan. Het vormt namelijk een belangrijke bron van inkomsten voor deze groepen. Zoals eerder geanalyseerd is de aanwezigheid van gewelddadige groeperingen een gevaar voor de Chinese economische activiteiten in Afghanistan en veiligheid in de onrustige Xinjiang provincie. Naast de sociale gevolgen van het gebruik van drugs zoals HIV, betekent de handel van drugs dat gewelddadige groepen zichzelf kunnen blijven financieren.

Geopolitieke uitdaging

Een belangrijke geopolitieke uitdaging voor China in Afghanistan is de aanwezigheid van de VS militaire basis en de NATO. De aanwezigheid van de VS in Afghanistan wordt door de Chinese overheid gezien als de expansie van de militaire macht van de VS vanuit de Stille Oceaan in Azië, naar Centraal Azië om zo China te omcirkelen (Small, 2010:88). De VS heeft grote militaire basissen in de oostelijke buren van China in Zuid-Korea en Japan. Het gaat vooral om de aanwezigheid van ver ontwikkelde wapens in zijn buurlanden. De NATO en ISAF maken gebruik van zeer geavanceerde militaire instrumenten. Hierdoor heeft de grote rivale van China een sterke militaire aanwezigheid in het westen en oosten van zijn nationale grenzen (Hu, 2009:32-33).

(31)

China wil niet dat de VS politiek, economisch en militair betrokken blijft in Afghanistan door zijn angst voor een strategische omcirkeling van zijn rijk (Swain, 2010:4). China is bang dat de toename in het aantal VS militaire troepen in Afghanistan, de radicale extremisten zoals de Taliban dichterbij zijn nationale grenzen beweegt. Verder wil China niet gezien worden als voorstander van de handelingen van de VS in Afghanistan. China wil geen militaire betrokken in zijn buurland, omdat het niet neergezet wil worden als vijand van de Islamitische wereld. Dit zou namelijk meer problemen veroorzaken in Xinjiang en zijn buitenlandse belangen zoals energie in het gevaar brengen (Sharma, 2010: 210).

Voor de Chinese pogingen om Afghanistan te integreren in de bredere economie van Centraal Azië is de aanwezigheid van de VS en NATO enerzijds wel voordelig. Zij promoten namelijk stabiliteit en wederopbouw door de ontwikkeling van een nieuwe zijderoute (Wishnick, 2012: 85). Volgens Washington zal vrije handel en de ontwikkeling van energie en transportnetwerken, Afghanistan een betere positie geven in Centraal en Zuid Azië. Deze plannen van de VS lopen parallel met de plannen van China. Dit biedt de mogelijkheid tot samenwerking tussen China en de VS. Maar tegelijkertijd is het nadelig voor China wanneer het zijn energie in de regio moet vervoeren door Amerikaanse pijpleidingen. Daarom willen de Chinese autoriteiten zelf een pijpleiding tussen Turkmenistan, Afghanistan, Tajikistan en Xinjiang realiseren. Afghanistan zal op deze manier betrokken worden bij de groeiende Chinese energie pijpleidingnetwerk in Centraal Azië. Maar belangrijker nog kan het de lang besproken pijpleiding tussen Turkmenistan, Afghanistan, Pakistan en India (TAPI) die de VS steunt, vervangen.

Deze politieke en economische factoren zijn de reden, waarom de autoriteiten in Beijing de overeenstemming van de VS met de Taliban voor meer stabiliteit en de terugtrekking van hun militaire troepen steunen. Maar Beijing is zich bewust dat Afghanistan in een chaos kan belanden wanneer de VS en de NATO zich terug zullen trekken. Hierdoor roept China op voor de ontwikkeling van een internationale vredesmacht onder leiding van de Verenigde Naties (VN) (Sharma, 2010: 210).

(32)

Conclusie

Uit de voorafgaande hoofdstukken is allereerst naar voren gekomen dat de groeiende Chinese economie een energie importafhankelijkheid voor China teweeg brengt. Dit omdat de Chinese economie meer energie verbruikt dan dat het zelf produceert. Hierdoor is China gedwongen om het energieaanbod en toevoer in het buitenland veilig te stellen. Verder is het ook belangrijk voor China dat het niet afhankelijk is van een enkele energieleverancier maar meerdere leveranciers heeft. Een nadeel hiervan is dat Chinese bedrijven in politiek instabiele gebieden investeren om hun energieaanbod te vergroten. In dit onderzoek gold Afghanistan als voorbeeld voor een politiek instabiele regio. Zoals bestudeerd is de Afghaanse staat, economie en samenleving als gevolg van jaren lange interne en externe conflicten, heel erg ontwricht. Het Afghaanse politiek-economische landschap, stelt hierdoor de energieveiligheid van China voor een aantal belangrijke politieke, economische en geopolitieke uitdagingen.

Het is duidelijk geworden dat de Chinese belangen in Afghanistan ten eerste verband houden met de minerale welvaart van Afghanistan. Zoals aangetoond beschikt Afghanistan onder anderen over kool en niet geëxploiteerde gas en olievelden. Het is ook naar voren gekomen dat de Chinese belangen verder gaan dan alleen het veilig stellen van de Afghaanse energieaanbod. Afghanistan speelt namelijk een belangrijke rol in de bredere geopolitieke strategie van China om zijn provincie Xinjiang, te integreren in de economie van Centraal-Eurazië en Zuid-Azië. China wil op deze manier zijn positie in de regio versterken. De politiek, economisch en geopolitieke uitdagingen voor de Chinese veiligheid in Afghanistan, moeten ook begrepen worden vanuit dit perspectief.

De politieke onrust en de aanwezigheid van de Taliban vormen een direct gevaar voor de Chinese economische activiteiten in Afghanistan en politieke stabiliteit in Xinjiang. Zoals is gebleken is een instabiel Xinjiang niet gunstig voor de economische plannen van Beijing. Verder is het risico voor de instroom van terroristen vanuit Afghanistan naar China vergroot, mede omdat de overheid de grenzen van Xinjiang open heeft gegooid voor handel. Deze politieke uitdaging gaat samen met de economische uitdaging van Afghanistan. De economie van Afghanistan draait vooral op de handel van opiaten en heroïne. Door jarenlang conflict hebben

(33)

andere economische sectoren zich niet goed kunnen ontwikkelen. De handel van drugs is een gevaar voor de Chinese veiligheid omdat een voedingsbodem biedt voor de gewelddadige groeperingen in Afghanistan en in Xinjiang. Het wordt door China gezien als een middel waarmee de Taliban en de ETLO hun gewelddadige aanvallen kunnen blijven financieren. Dit is weer verbonden aan het gevaar voor de versterking van politieke instabiliteit in Xinjiang.

De politieke onrust en aanwezigheid van terroristische groeperingen in Afghanistan hebben ook geleidt tot een belangrijk geopolitieke uitdaging voor China in de regio: de militaire aanwezigheid van de VS en de NATO. Voor de Chinese veiligheid is het niet gunstig dat zijn grote rivale, de VS, in zowel zijn oostelijke als westelijke buurlanden militair aanwezig is. Op deze manier voelen de Chinese autoriteiten zich omcirkeld door de VS. Hoewel een stabiel buurland gunstig is voor de Chinese activiteiten in de regio steunt Beijing de terugtrekking van de Amerikaanse militairen. China wil namelijk niet als voorstander worden gezien van de Amerikaanse activiteiten in de regio. Vanwege zijn buitenlandse energiebelangen en de onrust in Xinjiang wil China niet afgebeeld worden als vijand van de islamitische wereld.

Naar aanleiding van al het voorafgaande kunnen de geformuleerde hypothesen van dit onderzoek worden aangenomen. Het is duidelijk geworden dat de groeiende Chinese economie ervoor zorgt dat China importafhankelijk is van energie. Ten slotte vormen de politieke, economische en geopolitieke kenmerken van Afghanistan belangrijke uitdagingen voor de energie en veiligheid van China.

(34)

Bronnenlijst

Boeken

O’Brien, R. and Williams, M. (2010) Global Political Economy: Evolution and Dynamics. New York: Palgrave Macmillan.

Rotberg, I. R. (2003) When States Fail: Causes and Consequences. Princeton: Princeton University Press.

Townsend, J. (2005) China & Afghan Opiates: assessing the risks. Uppsala: Silk Road Studies Program.

Wetenschappelijke artikelen

Amineh, M.P. And Houweling, H.: (2007) ‘Global Energy Security and Its Geopolitical Impediments – The Case of the Caspian Region’, Perspectives on Global Development and Technology (6)pp. 365-388.

Amineh, M. P., Yang, G.: (2012)''INTRODUCTION: CHINA’S AND THE EUROPEAN UNION’S ENERGY SECURITY CHALLENGES IN THE TWENTY-FIRST CENTURY'', in Secure Oil and Alternative Energy: The Geopolitics and Energy Paths of China and the European Union. Boston-Leiden: Brill.

Brown, M. (2010) ‘’Xinjiang on Fire Again’’, Stanford Journal of East Asian Affairs, pp. 10-14.

De Graaff, N.: (2011) ‘A global energy network? The expansion and integration of non-triad national oil companies’, Global Networks 11 (2), pp. 262-283.

Downs, E.: (2012) '' China Buys into Afghanistan'', Sais Review of International affairs, 32(2): 65-84.

Hu, J. (2009) ‘’America‘s New Afghan Strategy and the Effect it has on Chinese Security along its Western Border’’, North and Northwest Asia Research Journal No. 3. pp. 29-33.

(35)

Ishaq, S., Farooqui, S.: (2013) ´´Afghanistan-Under Explored Basins and Hydrocarbon Potential Study´´, 29 Januari 2013. Beschikbaar op: http://www.searchanddiscovery.com/documents/2013/10478ishaq/ndx_ihaq.pdf

(Geraadpleegd op 12-12-2013).

Leung, G. C. K.: (2011) ''China's energy security: Perception & Reality'', Energy Policy 39, pp. 1330-1337.

Ludwig, J. Z.: (2013) ‘’Sixty years of Sino-Afghan relations’’, Cambridge Review of International Affairs, 26:2, 392-410, DOI:10.1080/09557571.2013.790585

Mercille, J.: (2008) ‘The radical geopolitics of the US foreign policy: Geopolitical and geoeconomic logics of power’, Political Geography 27, pp. 570-586.

Norling. N. (2008) ‘The Emerging China-Afghanistan Relationship’, CACI Analyst. Te vinden op: http://www.cacianalyst.org/?q=node/4858 (geraadpleegd op 8 januari 2014). Pantucci, R. (2010) ‘’China's Afghan Dilemma’’, Survival: Global Politics and Strategy, 52 (4): pp. 21-27, DOI: 10.1080/00396338.2010.506813

Reeves, J. (2010) “Does China’s Afghan Foreign Policy Constitute a Grand Strategy?’’, Defense Concepts, Vol. 5, pp. 30-31.

Risen, J. (2010) ‘US Identifi es Vast Mineral Riches in Afghanistan’, New York Times. Te vinden op: http://www.nytimes.com/2010/06/14/world/asia/14minerals.html (Geraadpleegd op 8 januari 2014).

Rubin, B. R. (2009) 'The Transformation of the Afghan State', in The Future Of Afghanistan. Washington, DC: United States Institute of Peace.

Sharma, R.: (2010) '' China's Afghanistan Policy: Slow Recalibration'', CHINA REPORT 46 : 3 (2010): 201–215.

(36)

No. 33, Vol. 3: 81-97.

Swaine, M. (2010) ‘China and the AfPak Issue’, China Leadership Monitor, No. 31 (15): pp. 1–22.

The Failed States Index (2005) in Foreign Policy 149, pp. 56-65.

Thier, J. A. (2009) 'Introduction: Building Bridges', in The Future Of Afhanistan. Washington, DC: United States Institute of Peace.

Townsend, J. (2005) China & Afghan Opiates: assessing the risks. Uppsala: Silk Road Studies Program.

Wishnick, E. (2012) '' There goes the neighborhood: Afghanistan's Challenges to China's Regional Security Goals'', Brown Journal of World Affairs, volume 6(1): 83-100.

Websites

Central Intelligence Agency (CIA) (2014) ‘’’The world factbook: China’’. Te vinden op https://www.cia.gov/library/publications/the-worldfactbook/geos/ch.html

(geraadpleegd op 8 januari 2014).

Central Intelligence Agency (CIA) (2014) 'The World Factbook: Afghanistan'. Te vinden op: (https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/af.html

(geraadpleegd op 8 januari 2014).

Energy Information Administratio (EIA) (2014) ‘’Country Analysis: China’’. Te vinden op: (( http://www.eia.gov/countries/cab.cfm?fips=CH (geraadpleegd op 8 januari 2014).

Ministry of Foreign Affairs, Islamic Republic of Afghanistan (MFA, IRA), ‘Kabul Declaration on Good Neighborly Relations’, 22 December 2002. Te vinden op: http://www.mfa.gov.af/Documents/ImportantDoc/Kabul%20Declaration%20on%20Goo d%20Neighborly%20Relatons.pdf (Geraadpleegd op 08-01-2014).

(37)

Ministry of Foreign Affairs, People’s Republic of China (MOFA, PRC) (2003) ‘China and

Afghanistan’. Te vinden op:

http://www.mfa.gov.cn/eng/wjb/zzjg/yzs/gjlb/2676/t15822.htm (Geraadpleegd op 08-01-2014).

Reuters (2012) ´´China's CNPC begins oil production in Afghanistan´´, 21 oktober 2012. Beschikbaar op: http://uk.reuters.com/article/2012/10/21/uk-afghanistan-oil-idUKBRE89K07Y20121021 (Geraadpleegd op 12-12-2013).

The World Bank (2013) ''China Overwiew'', december 2013. Beschikbaar op: http://www.worldbank.org/en/country/china/overview (Geraadpleegd op 12-12-2013).

World Bank (2014) 'Countries: Afghanistan'. Te vinden op: http://www.worldbank.org/en/country/afghanistan (geraadpleegd op 8 januari 2014).

Wishnick, E. (2012) '' There goes the neighborhood: Afghanistan's Challenges to China's Regional Security Goals'', Brown Journal of World Affairs, volume 6(1): 83-100.

World Peace Funds (2013) ´´The Failed States Index 2013´´. Beschikbaar op: http://ffp.statesindex.org/rankings-2013-sortable (Geraadpleegd op 12-12-2013).

World Bank (2014) ‘’China’’. Te vinden op: http://www.worldbank.org/en/country/china (geraadpleegd op 8 januari 2014).

(38)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor vluchten die na zaterdag op Schiphol zijn aangekomen en nog zullen aankomen worden afspraken gemaakt om personen die als eindbestemming een ander land hebben dan Nederland

We hebben alles gegeven waar we toe in staat waren, maar het is waar, onder de streep is gebeurd wat niet de bedoeling was: de Taliban weer terug aan de macht.. Militairen,

Om deze vragen te kunnen beantwoorden, heb ik bij het onderzoek voor mijn proefschrift 11 alle boeken geanalyseerd die militairen over hun ervaringen in Afghanistan

Mijn eigen thuisfront heeft mij altijd gesteund in mijn keuzes die ik heb gemaakt en dat gold eveneens voor deze uitzending.. Hoe je het ook wendt of keert, het was voor mijn

Het rapport van de Nederlandse Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) omschrijft fragiele staten als ‘staten met een overheid die nauwelijks functioneert, die niet in staat of

Corruptie blijkt meer toelaatbaar voor Afghanen als het naar Afghaanse maatstaven acceptabel is.. Sommige corrupte gedragingen blijken nor- maal en geaccepteerd en min of meer

Daarnaast richt discussie over lastenverdeling zich binnen NAVO niet alleen meer op de kwantitatieve bijdrage die wordt geleverd door landen maar worden de omstandigheden waar-

Building on Regional Command South’s experience and enabled by TF2010, the COIN Contracting Guidance directs all regional com- mands in Afghanistan to set up CCMBs to support