• No results found

Joke Spaans en Jetze Touber (reds.), Enlightened Religion: From Confessional Churches to Polite Polity in the Dutch Republic. Brill's Studies in Intellectual History 297

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Joke Spaans en Jetze Touber (reds.), Enlightened Religion: From Confessional Churches to Polite Polity in the Dutch Republic. Brill's Studies in Intellectual History 297"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

bmgn — Low Countries Historical Review | Volume 136 (2021) | review 20

Published by Royal Netherlands Historical Society | knhg Creative Commons Attribution 4.0 International License

doi: 10.51769/bmgn-lchr.9900 | www.bmgn-lchr.nl | e-issn 2211-2898 | print issn 0165-0505 Joke Spaans en Jetze Touber (reds.), Enlightened Religion: From Confessional Churches to Polite Polity in the Dutch Republic. Brill’s Studies in Intellectual History 297 (Leiden/Boston: Brill, 2019, 378 pp., isbn 978-90-04-29892-7).

Met Enlightened Religion: From Confessional Churches to Polite Piety in the Dutch Republic hebben Joke Spaans en Jetze Touber een fraaie bundel artikelen samengesteld. Het doel van deze uitgave is om te laten zien hoe de talrijke vernieuwingen in bijvoorbeeld het veld van de filosofie en filologie in de zeventiende en achttiende eeuw de christelijke religie beïnvloedden en veranderden. In het eerste deel van het boek staan de auteurs stil bij de wijze waarop nieuwe ontdekkingen en de daarmee gepaard gaande nieuwe zienswijzen ook religie veranderden. In het tweede deel staat een aantal concrete personen centraal.

Het eerste deel van de bundel opent met een scherpe analyse van Henri Krop. Zijn bijdrage werpt een nieuw licht op het debat over de wijze waarop de Verlichting tolerantie zou hebben gepropageerd. In zijn analyse van het gedachtegoed van Gisbertus Voetius tot Baruch Spinoza en van Gerard Noodt tot Jean Barbeyrac werpt hij licht op de samenhang tussen een veranderend religiebegrip en een nieuwe opvatting van tolerantie. Hij laat zien dat na 1700 denkers de idee van een ware religie loslieten en gingen rekenen met het bestaan van meerdere religies. Hierdoor veranderde ook de visie op tolerantie. Wie immers het ideaal van de ene ware religie losliet, kon tolerantie ook niet langer zien als een tijdelijk noodzakelijk kwaad. Tolerantie werd inderdaad meer en meer gezien als een voorwaarde voor een goed functionerende samenleving.

Jetze Touber laat in een fraai geschreven bijdrage zien hoe de

bestudering van het Schrift de visie op de wereld van Deventers burgemeester Gijsbert Cuper (1644-1716) veranderde. Naast bijvoorbeeld de historisch-kritische Bijbelexegese en de etnografie droeg ook de bestudering van het Schrift eraan bij dat de drie-eenheid van Bijbel, aarde en menselijke cultuur werd verbroken. De oude theorie, door Touber uiteengezet aan de hand van Brian Walton, die leerde dat God de mensheid het Schrift had gegeven, bleek onhoudbaar. Uit allerlei ontdekkingen bleek dat er te veel verschillende schriften waren om te kunnen volhouden dat ze afstamden van een soort oerschrift. Touber laat in zijn bijdrage zien hoe Cuper het geloof verloor dat het Schrift deel uitmaakte van Gods voorzienig bestel.

Een iets ander karakter heeft de bijdrage van Martin Gierl. Hij vestigt de aandacht op het Duitse piëtisme – de stroming die in devotionele literatuur trachtte mensen aan te sporen tot een diep doorleefd geloof en tot een innige liefde tot Christus – en op de wijze waarop ideeën werden verspreid.

(2)

De piëtistische kritiek dat het de kerk zou ontbreken aan een waar, diep doorleefd geloof stootte op orthodox wantrouwen en verweer. De orthodoxie meende dat de samenkomsten van piëtisten de kerk ondermijnden en dat piëtisten te sterk goede daden beklemtoonden ten koste van een waar geloof. Gierl laat zien hoe de keus voor een bepaald genre de inhoud kon beïnvloeden en beschrijft daarbij hoe in eerste aanleg theologen de controverse tussen piëtisme en orthodoxie trachtten te beslechten door het klassieke theologische dispuut. Doordat de opponenten het klassieke dispuut verlieten en zich wendden tot de geschiedschrijving, veranderde ook de aard van het debat. Het doel van het klassieke dispuut was immers heterodoxe ideeën uit te bannen, terwijl het doel van de geschiedschrijving was om ze vast te leggen. Op die manier droeg het genre bij aan de libertas philosophandi.

In het tweede deel is onder andere een bijdrage opgenomen van Trudelien van ’t Hof over Romeyn de Hooghe (1645-1708) en zijn postuum gepubliceerde Hieroglyphica (1735). Het boek van De Hooghe biedt een verhaal over het ontstaan, het verval en de reformatie van religie, vanaf de oudheid tot in De Hooghes eigen tijd. Aan de hand van een drietal thema’s – te weten predestinatie en de vrede van de kerk, het reële bestaan van de duivel,

en priesters en vroom gedrag – laat Van ’t Hof zien hoe lastig het is De Hooghe in te delen in een bepaalde categorie. De wijze waarop hij zijn gedachtegoed presenteerde was vaak ambigu en tegenstrijdig.

Een artikel van geschiedfilosoof Wiep van Bunge is gewijd aan de Franse filosoof Pierre Bayle en de vraag naar de verhouding tussen geloof en rede bij Bayle. Van Bunge kiest op grond van een heldere analyse van teksten van Bayle partij in het debat over Bayle en concludeert dat hij waarschijnlijk de filosofie boven het christendom verkoos. Van Bunge plaatst zijn analyse van Bayle’s positiekeuze tegen de achtergrond van de Refuge en stelt dat de religieuze ijver van de Franse filosoof is overschat. Dat laatste lijkt mij wat eenzijdig: er is al vaker op gewezen dat door het wegvallen van de oude structuren nieuwe ideeën onder de gevluchten relatief vrij konden circuleren. Het wegvallen van structuren gaf aan dissident geloof de ruimte.

Al met al is de bundel Enlightened Religion het waard om gelezen en herlezen te worden. De bundel biedt meer dan ik heb genoemd en levert een waardevolle bijdrage aan het onderzoek naar de verhouding tussen verlichting en religie. Deze vraagstelling wordt in het tweede deel minder sterk vastgehouden en daar is de thematische samenhang dan ook minder sterk dan in het eerste deel. De auteurs hebben ervoor gekozen het debat over Verlichting en moderniteit links te laten liggen en, zoals Spaans en Touber in hun inleiding beschrijven, te proberen ‘to see things their way’. Deze benadering blijkt vruchtbaar: het laat zien hoe religie veranderde en hoe intellectuele cultuur en religie op elkaar inwerkten. Touber en Spaans hebben een mooi boek uitgegeven!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

As mentioned earlier , this study is based on the grounded theory approach , therefore , the researcher's understanding of the way in which institutions of higher

“Het CPB stelt dat de wijkteams de zorg niet goedkoper ma- ken voor gemeenten, maar juist duurder?. De zorgprofessionals in de wijkteams zouden mensen graag doorverwijzen naar

Of nu voor een 'reformatorische', een 'protestantse' of een 'Nederlandse' Verlichting gekozen wordt, het heeft er in deze discussie wel eens de schijn van dat er alleen in

Het college kan in dit soort gevallen het advies van de bewonersvertegenwoordiging naast zich neerleggen, maar in de praktijk komt dit niet veel voor. Bij het wijkbud- get

Alciato and Bocchi wrote in the first half of the sixteenth century, at the dawn of the confessional age. Yet the stress on private spirituality persists in later collections, such

conditions. Techt)_Q.[ogical: the application characteris .. Economic the cost of materials, the control of procurement sources, etc. The contradictory nature of these

The definition of the two parameters is as follows: constancy is how uniformly an event occurs over a time period and contingency measures the repeatability of patterns over

In het huidige onderzoek is onderzocht in hoeverre er een verband was tussen de mate van emancipatie, seksuele communicatie, demografische kenmerken van Nederlandse vrouwen,