• No results found

Occidentalismes op de Revolutionaire Facebookpagina 'Kullina Khaled Said': Egyptische Beelden van het Westen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Occidentalismes op de Revolutionaire Facebookpagina 'Kullina Khaled Said': Egyptische Beelden van het Westen"

Copied!
101
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Universiteit van Amsterdam Maandag 31 maart 2014

Masterscriptie Midden-Oosten Studies Arabisch

Occidentalismes op de revolutionaire

Facebookpagina Kullinā Khaled Said

Egyptische beelden van het Westen

Bregje Galema

10497021

1e lezer: Dr. Robbert Woltering 2e lezer: Dr. Liesbeth Zack

(2)

2

Inhoudsopgave

Pagina:

Abstract...3

1. Inleiding...4

1.1 Beeldvorming over de ander...5

1.2 Imagologie...10

2. Historische occidentalismes in Egypte...14

3. Methodologie ...22

3.1 De Facebook pagina ‘Kullinā Khaled Said’………...22

3.2 De onderzoeksmethode...25

4. Analyse van de comments...30

4.1 Het Westen als voorbeeld...,...32

4.2 Westerse politieke inmenging in Egypte...37

4.3 Westerse samenwerking met het regime ...44

4.4 Samenzweringstheorieën over het Westen...49

4.5 Culturele beelden van het Westen...54

4.6 Het Westen als anti-islam...58

4.7 Economische beelden van het Westen...60

4.8 Overig...62

5. Conclusie...66

Bronnen……….70

(3)

3

Abstract

This research looks at the ways in which Egyptians portray the West. While many studies have focused on the more radical islamist views on the West, much less is known about the diversity of ideas about the West that exist within a non-western country. The aim of this study therefore is to find out about existing images of the West, or ‘occidentalisms’ in Egypt. While this study is too small to be representing the whole nation of Egypt, it can instead be viewed as a sample or an inventarisation of existing views on the West in Egypt.The researched data is from the Kullina Khaled Said (We Are All Khaled Said) Facebook page, a large Facebook page in terms of likes and user activity that had a major role in the Egyptian revolution of January 2011. Using

Netvizz, a data gathering and extraction application to research Facebook data that allows you to search the page’s comments by keyword, this study has made a random selection of 150 comments containing the words ‘the West’, ‘Europe’ and ‘America’. After selecting the

comments, the comments have been analyzed herein using imagology, a discipline that studies images and perceptions of people, cultures and societies. Following this analysis, the comments have been thematically categorized. Starting with the largest category, the categories are ‘the West as an example’(29%) , ‘Western interference in Egypt’(17%), ‘the Mubarak regime’s collaboration with the West’(10%), ‘conspiracy theories about the West’(10%), ‘cultural images of the West’(8%), ‘the West is anti-islam’(6%) ‘economic images of the West’(5%) and ‘other’ (15%). The comments articulate a clear resistance to Western power which is often perceived as dominating. This power is mostly seen as imperialistic and interventionist but also as cultural and economic. The occidentalisms articulate a nationalistic post-colonial discourse. In this discourse imperialism and nationalism are dominant. Imperialism as an external factor and nationalism as an internal factor shape occidentalisms in Egypt. Islam or religious differences seem to play a lesser role in shaping occidentalisms on the Kullina Khaled Said Facebook page. Although the West is portrayed as opposed to islam in one of the smaller categories, the West is not portrayed as intrinsically malicious. This study has disproved theories that islam is the defining factor in shaping negative images of the West. Instead, negative images of the West can be shaped by foreign policies of Western countries and interventionist rethoric as well as nationalism in Egypt.

(4)

4

1. Inleiding

Hoewel er veel vooronderstellingen bestaan over de manier waarop niet-Westerse volkeren tegen het Westen aankijken bestaan er weinig studies over dit onderwerp. Aan de manier waarop denkbeelden over en associaties met het Westen vormkrijgen wordt al helemaal weinig aandacht besteed. In Europa en de Verenigde Staten wordt voornamelijk aandacht geschonken aan ideeën over het Westen die een gevaar kunnen vormen voor Westerse belangen,

overheden en samenlevingen. Na 9/11 is er in het bijzonder veel aandacht voor extreme islamistische denkbeelden waarin het Westen soms als vijand die bestreden moet worden wordt afgebeeld. Er zijn echter weinig onderzoeken die met een brede visie nationale denkbeelden over het Westen onderzoeken. Want hoe denken bijvoorbeeld gewone Egyptenaren, afgezien van ideologische groeperingen binnen Egypte, over het Westen en waarmee associëren zij het Westen? Dit soort onderzoeken zijn nuttig omdat ze ons een gevarieerd beeld kunnen verschaffen van de verschillende denkbeelden die er in een land bestaan en de manier waarop die verschillende denkbeelden de extremere anti-Westerse beelden kunnen balanceren of versterken. Tevens leidt de kennis over denkbeelden over het Westen en hoe deze ontstaan mogelijk tot meer zelfreflectie bij Westerse landen wat betreft hun houding en acties vis-à-vis andere landen en wat deze daar teweeg brengen.

In dit onderzoek worden Egyptische denkbeelden en associaties met het Westen onderzocht. Ik claim niet dat dit onderzoek representatief is voor de natie Egypte, want voor een dergelijk onderzoek zou meer tijd en ruimte nodig zijn. Toch kan dit onderzoek dienen als een beginpunt en beschouwd worden als inventarisatie van bestaande ideeën en sentimenten over het Westen in Egypte. In het onderzoek zijn Facebook comments van een enorme

Facebookpagina geanalyseerd die een hoofdrol had in de Egyptische revolutie van 2011. De

Kullinā Khaled Said (Wij Zijn Allemaal Khaled Said) Facebook pagina werd opgericht in protest

tegen wijdverspreide marteling en machtsmisbruik door de Egyptische politie waarvan Khaled Said een recent dodelijk slachtoffer was. De pagina vergaarde in de tweede helft van 2010 zeer snel populariteit en speelde uiteindelijk een coördinerende rol in de anti-regime protesten.

(5)

5 De term occidentalisme is in diverse studies op verschillende manieren geïnterpreteerd. Soms worden er alleen negatieve of vijandige beelden van het Westen onder de term

verstaan.1 Andere keren wordt occidentalisme juist als een emancipatorisch discours beschouwd dat protesteert tegen Westerse macht.2 Hier wordt de definitie van Robbert

Woltering aangehouden, die niet van tevoren een discours afbakent maar een open benadering van de term heeft waarin occidentalisme alle beeldvorming over en voorstellingen en

verbeeldingen van het Westen behelst.3 Deze kunnen zeer gevarieerd zijn en daarom heb ik het hieronder zowel over occidentalisme als het meervoud occidentalismes.

‘Het Westen’ ten slotte, heb ik in deze studie beperkt tot Europa en de Verenigde Staten, de twee meest invloedrijke Westerse actoren. In deze studie wordt de

transcriptiemethode voor Arabische woorden van Willem Stoetzer gebruikt4 met het enige verschil dat de als ḫ wordt weergegeven. Om de leesbaarheid te vergroten is er voor bekendere namen als Gamal Abdel Nasser en Khaled Said geen transcriptie gebruikt, omdat deze namen volgens een vaste spelling bekend zijn in het Latijnse schrift.

Hieronder wordt eerst een theoretische inleiding gegeven die ingaat op de verhouding tussen oriëntalisme en occidentalisme en de imagologische benadering van de comments. In hoofdstuk twee wordt een overzicht gegeven van historische occidentalismes in Egypte en in hoofdstuk drie wordt de methodologie die voor deze studie gebruikt is uiteengezet. In hoofdstuk vier vindt de analyse van de comments plaats die naar aanleiding van thema in categorieën zijn ingedeeld. Er wordt een grafische weergave van de categorieën gegeven waarna de categorieën uitgebreid besproken en geanalyseerd worden.

1 Zie hiervoor Margalit, A. en I. Buruma, Occidentalism: The West in the Eyes of Its Enemies, (Londen:Penguin ,

2005).

2

Zie hiervoor Gray, Matthew, “Explaining Conspiracy Theories in Modern Arab Middle Eastern Political Discourse”, 172. of Sadiki, L. The Search for Arab Democracy: Discourses and Counter-Discourses (London: Hurst, 2004).

3

Woltering, Occidentalisms in the Arab World, 9.

4

(6)

6

1.2 Beeldvorming over ‘de ander’: oriëntalisme versus occidentalisme

In zijn beroemde boek Orientalism (1978) beargumenteerde Edward Said dat de ongelijke machtsrelatie tussen Europa en het Midden-Oosten sinds het koloniale tijdperk de

beeldvorming over de regio bepaald heeft. De creatie van ideeën over ‘de Oriënt’ binnen het Westerse denken gebeurde onder invloed van het Europese kolonialisme van het Midden-Oosten.5 Westerse mondiale dominantie zorgde voor een hegemonie van Europese ideeën die een discours creëerde waarin de Oriënt gerepresenteerd, beschreven en gereproduceerd wordt door het Westen, zonder dat daarbij de Oriënt de macht bezit om effectief deze ideeën te beïnvloeden of zich ertegen te verzetten.6 Said noemt dit invloedrijke discours waarin de Oriënt vaak afgebeeld wordt als inferieur, oriëntalisme:

Taking the late eighteenth century as a very roughly defined starting point Orientalism can be discussed and analyzed as the corporate institution for dealing with the Orient – dealing with it by making statements about it, authorizing views of it, describing it, by teaching it, settling it, ruling over it: in short, Orientalism as a Western style for dominating, restructuring, and having authority over the Orient.7

Naast het blootleggen van het oriëntalistische discours in het Westen waarin de Oriënt vaak op een neerbuigende en racistische manier benaderd wordt, heeft Said juist aangegeven dat beelden van de ander ook altijd beelden van ‘het zelf’ zijn. Een functie van de beelden die het Westen creëert van het Oosten is om het Westen als superieur af te beelden en in deze zin functioneert oriëntalisme dus als een spiegel voor ‘het betere zelf’:

Orientalism is never far from what Denys Hay has called the idea of Europe, a collective notion identifying “us” Europeans as against all “those” non-Europeans, and indeed it can be argued that the major component in European culture is precisely what made that culture hegemonic

5 Said, Orientalism, 4-6. 6 Ibid., 4-7. 7 Ibid., 3.

(7)

7

both inside and outside Europe : the idea of European identity as a superior one in comparison with all the non-European peoples and cultures.8

Beelden over de ander bevatten altijd beelden over ‘het zelf’en dienen vaak om die ‘zelf’ beter voor de dag te laten komen. Omdat het beeld van de ander gecontrasteerd wordt met hoe men zichzelf ziet, resulteert beeldvorming over de ander vaak in essentialistische en dialectische definities van de ander.9 Dit is nergens zo duidelijk als wanneer begrippen als ‘het Westen’ of ‘het Oosten’ ter sprake komen, die vaak worden gebruikt om een specifiek positief zelfbeeld te promoten. Geopolitieke entiteiten als ‘de Oriënt’ en ‘de Occident’ bestaan niet an sich, maar zijn uitvindingen die enkel betekenis aannemen in contrast met elkaar.10 Een sprekend voorbeeld wordt door Said aangehaald in een citaat van William Robertson Smith, een Britse oriëntalist uit in de 19e eeuw:

“The Arabian traveller is quite different from ourselves. The labour of moving from place to place is a mere nuisance to him, he has no enjoyment in effort [as “we” do], and grumbles at hunger or fatigue with all his might [as “we” do not]. You will never persuade the Oriental that, when you get off your camel, you can have any other wish than immediately to squat on a rug and take your rest (isterih), smoking and drinking. Moreover, the Arab is little impressed by scenery [but “we” are]”.11

Naast het feit dat de Arabier hier geportretteerd wordt als een studieobject waarover men kan generaliseren, is het hier duidelijk dat het beeld van de Arabier vrijwel volledig bepaald wordt door Smiths beeld van de Europeaan of de Westerling, die hij als superieur beschouwt. Het citaat weerspiegelt meer dit ideologische superioriteitsgevoel over het zelfbeeld van Smith dan enige objectieve informatie over Arabieren. Wanneer we het hebben over occidentalisme; beelden en ideeën -die in dit geval in Egypte- over het Westen bestaan, geldt ook voor deze beelden dat het niet slechts afbeeldingen van het Westen zijn, maar ook afbeeldingen van ‘het zelf’. De Egyptische intellectueel ‘Abd al-Wahhāb al-Masīrī (1938-2008) portretteerde het

8

Ibid., 7.

9 Ibid. 10

Carrier ed., Occidentalism: Images of the West, 3.

11

(8)

8 Westen bijvoorbeeld als een beschaving die weliswaar in technologisch en economisch opzicht ver ontwikkeld was, maar er geen morele waarden op nahield en uiterst materialistisch was.12 Het zelfbeeld dat al-Masīrī hier impliciet mee schetst en wil promoten, is dat van een

Egyptische beschaving die in moreel opzicht superieur aan het Westen is. Net zoals in het oriëntalistische beeld hierboven van Smith zit in het occidentalisme van al-Masīrī een gunstig zelfbeeld verpakt.

Naast de zelf-ander dialectiek die occidentalisme net als oriëntalisme in zich heeft, worden occidentalismes altijd deels gevormd door acties die het Westen onderneemt:

Often partly informed by ideological necessities and dogmatic rigour, partly constructed to fit propagendist rethoric, the perceptions of the West are always also shaped by realities on the ground involving an ‘actual West’.13

De ongelijke machtsverhouding waar oriëntalisme en occidentalisme uit voortkomen bleef niet beperkt tot de koloniale periode waarin het Midden-Oosten direct geregeerd werd door de Europese machten. De regio bleef onderhevig aan Westerse dominantie, al was dit na de Tweede Wereldoorlog politiek gezien steeds meer door de VS, die een groeiende invloed over de regio kregen, welke zich uitte in onder meer de Golfoorlog en de invasie van Irak in 2003.14 Zoals hierboven aangegeven speelde de dominante machtspositie van het Westen een leidende rol in de totstandkoming en verspreiding van oriëntalisme. Dit was reden voor Said om in

Orientalism te stellen dat er nooit een volwaardige tegenhanger van oriëntalisme in de vorm

van occidentalisme kan bestaan.15 De ongelijke machtsverhouding tussen oriëntalisme en occidentalisme moet dan ook benadrukt worden in die zin dat occidentalisme geen

vergelijkbare politieke macht achter zich heeft. Wel heeft de macht en de overheersing van het Westen invloed op occidentalisme. Occidentalisme kan niet om het Westen als mondiaal machtscentrum heen. In het Midden-Oosten is het debat over hoe om te gaan met het Westen de meest dominante en continuerende politieke kwestie16 en bij het creëren van

12

Woltering, Occidentalisms in the Arab World, 108.

13

Woltering, Occidentalisms in the Arab World, 79.

14 Hinnebusch, “Europe and the Middle East”, 20. 15

Said, Orientalism, 50.

16

(9)

9 occidentalismes moet er altijd worden gerefereerd aan of een standpunt ingenomen worden over ‘het Westen als het centrum van mondiale macht’.17 Minderwaardigheidscomplexen ten opzichte van het Westen, het gebruik van de retorische vorm ‘de Westerse getuige’, die hieronder behandeld wordt, en samenzweringstheorieën over het Westen komen allemaal voort uit de bestaande ongelijke machtsverhouding met het Westen.18 Hiermee bedoel ik niet dat ik occidentalisme van tevoren afbaken en definieer als een bepaald discours, want met occidentalisme bedoel ik alle beelden die gecreëerd worden over het Westen, in het geval van deze studie door Egyptenaren. Wat ik hiermee wil zeggen is dat oriëntalisme en occidentalisme in principe twee kanten van dezelfde medaille zijn, maar dat de consequenties van deze

discoursen verre van gelijk zijn door de ongelijke machtsverhouding die ze achter zich hebben. Said gebruikt de notie van Gramsci dat civil society direct beïnvloed wordt door de buitenlandse politiek die een land voert.19 Dus net zoals Egypte voor een Brit uit de negentiende eeuw

allereerst een Britse kolonie was20, beschouwen Egyptenaren het Westen primair als een imperialistische macht.

Een ander aspect van occidentalisme, en een die voortvloeit uit de hierboven besproken ongelijke machtsverhouding, is de invloed van oriëntalisme in niet-Westerse landen. Said zag deze invloed al:

Indeed, there is some reason for alarm in the fact that its influence has spread to “the Orient” itself: the pages of books and journals in Arabic (and doubtless in Japanese, various Indian dialects, and other Oriental languages) are filled with second-order analyses by Arabs of “the Arab mind,” “Islam,” and other myths.21

Oriëntalisme is een discours dat zich grotendeels verspreid heeft naar ‘de Oriënt’ zelf en aldaar invloed heeft op hoe mensen zichzelf zien in relatie tot ‘het Westen’. Gandhi heeft bijvoorbeeld zijn filosofie over het Indiase nationale karakter geformuleerd naar aanleiding van contact met

17

Carrier ed., Occidentalism: Images of the West, 26.

18 Ibid., 146-155. 19 Said, Orientalism, 11. 20 Ibid. 21 Said, Orientalism, 322.

(10)

10 westerlingen en oriëntalistische geschriften over de spirituele superioriteit van oosterlingen.22 Daarbij heeft Said juist aangegeven dat oriëntalisten de Oriënt representeren op basis van hun eigen observaties en studies van oriëntalisten voor hen, maar Arabische wetenschappers niet om Westerse publicaties heen kunnen.23 Gevolg hiervan is dat Oosterse studenten van Midden-Oosten studies van Westerse oriëntalisten leren over hun regio, en, omdat kennis macht betekent:

repeat to their local audiences the clichés I have been characterizing as Orientalist dogmas. Such a system of reproduction makes it inevitable that the Oriental scholar will use his American training to feel superior to his own people because he is able to “manage” the Orientalist

system; in his relations with his superiors, the European or American Orientalists, he will remain only a “native informant”.24

Kortom, occidentalisme bevat net als oriëntalisme ook altijd een zelfbeeld, dat door de invloed van oriëntalisme versterkt door Westerse macht, oriëntalistische aspecten kan bevatten. In hoofdstuk twee worden voorbeelden gegeven van historische occidentalismes in Egypte waaruit zal blijken hoe de hier besproken dialectiek tussen ‘het zelf’ en ‘de ander’, de ongelijke machtsverhouding tussen het Westen en Egypte en de invloed van oriëntalisme naar voren komt in occidentalismes. Hieronder wordt eerst een andere theorie behandeld die toegepast wordt in deze studie: imagologie.

22 King, “Orientalism and the Modern Myth of “Hinduism”,151. 23

Ibid., 324.

24

(11)

11

1.2 Imagologie

Een theorie die hieronder toegepast wordt bij de analyse van de comments is imagologie. Imagologie is een discipline die ontstaan is uit de vergelijkende literatuurwetenschap en zich bezighoudt met de bestudering van beelden en voorstellingen over naties en volkeren.

Imagologie kan gedefinieerd worden als de bestudering van ‘nationale stereotyperingen’.25 Het reduceren van naties en volkeren tot stereotypen is iets wat in alle tijden en alle plaatsen voorkomt en in zekere zin karakteristiek is voor de mensheid. Wat imagologen doen is niet het bevestigen of ontkrachten van deze stereotypen, maar zij bespeuren het bestaan van een bepaald discours en richten zich op het ontstaan van de stereotypen en de functie en de impact die zij hebben.26 Imagologen hebben bijvoorbeeld aangetoond dat historische omstandigheden bepalend zijn voor het ontstaan, het construeren, de verspreiding, de ontvangst en de impact van nationale stereotypen.27 Doordat de nationale stereotypen gevormd worden door

historische omstandigheden zijn ze ook veranderlijk. De relevantie van imagologie is duidelijk, aangezien het stereotyperen van naties negatieve gevolgen als discriminatie, racisme,

uitsluiting en oorlog kan hebben. Imagologie deconstrueert deze stereotypen en kijkt hoe ze zijn ontstaan en wat de doelstelling achter het geportretteerde beeld is. Dit wordt dan ook in deze studie gedaan voor de comments.

In de huidige studie worden de methodologische uitgangspunten gebruikt die Joep Leerssen aangedragen heeft. Leerssen behoort tot de meest vooraanstaande theoretici over imagologie en is redacteur van een bekend samengesteld werk over imagologie.28 De culturele context waaruit de nationale stereotypen ontstaan wordt binnen de imagologie de ‘spector’ of de ‘culture regardante’ genoemd, de natie waarvan een beeld wordt geschapen wordt de ‘spected’ of de ‘culture regardée’ genoemd.29 Leerssen beargumenteert dat zowel het beeld

25 Chew, “What's in a National Stereotype?”, 179-180. 26

Ibid., 182.

27

Ibid.

28 Dit werk is: Beller, Manfred en Joseph Theodoor Leerssen ed., The Cultural Construction and Literary

Representation of National Characters : a Critical Survey (Amsterdam: Rodopi, 2007).

29

(12)

12 dat geschapen wordt van de ‘culture regardée’, als de culturele context waaruit de ‘culture regardante’ de beelden construeert, stereotypen zijn:

Imagology is, pace Wellek, not a form of sociology; its aim is to understand a discourse of representation rather than a society. While it is obvious that current attributes concerning a given nation are textual tropes rather than sociological or anthropological data, the less obvious implication is equally true: the cultural context in which these images are articulated and from which they originate is that of a discursive praxis, not an underlying collective, let alone a national public opinion.30

Leerssen zegt dus dat de context waaruit de stereotypen ontstaan, net als de stereotypen zelf als een discours beschouwd moet worden en niet als representatief voor de publieke opinie van een bepaalde natie. Omdat imagologie een discipline is die toegepast wordt binnen de

literatuurstudies verwijst Leerssen met deze culturele context naar een literaire traditie. Een literaire traditie waarin een bepaalde natie gestereotypeerd wordt kan dus niet als ‘echt’ of als representatief voor een nationale publieke opinie beschouwd worden.

Toch geldt dat deze beelden ook weer niet volledig los van de werkelijkheid staan en in het geval van de huidige studie, waarin een groot aantal non-fictionele Facebook comments bestudeerd zijn, geldt in hogere mate dat de culturele context waaruit de occidentalismes gevormd worden, gedeelde sentimenten over het Westen in Egypte reflecteren, al zijn

bepaalde stemmen daar niet in vertegenwoordigd.31 Kortom, enerzijds is de culturele context waaruit de stereotypen ontstaan een discours dat niet direct met de werkelijkheid verward moet worden, anderzijds is er zeker in de huidige studie wel sprake van een relatie met de nationale publieke opinie.

In de imagologie moet rekening gehouden worden met de subjectiviteit van de bronnen, oftewel de comments. De ‘spected’ nationaliteit altijd afgebeeld vanuit de context en het perspectief van de ‘spector’. Omdat beelden over ‘de ander’ altijd in relatie staan tot beelden

30

Leersen, “Imagology: History and Method”, 27.

31

(13)

13 over ‘het zelf’ die men wil promoten, geldt dat de inherente beelden over ‘het zelf’ geen echte identiteiten reflecteren, maar eerder identiteiten waarmee men zich wil identificeren.32

Wanneer -om een voorbeeld van hierboven te gebruiken- al-Masīrī het Westen afbeeldt als materialistisch en zonder morele waarden, wil hij hiermee een beeld schetsen van een

Egyptische maatschappij met hoge morele waarden. Dit wil niet zeggen dat deze hoge moraal echt karakteristiek is voor Egypte, maar slechts dat al-Masīrī zich hier graag mee identificeert.

Imagologie bestudeert de karakteriseringen en eigenschappen die toegeschreven worden aan de ‘spected’ die voorbij gaan aan het meet- of testbare.33 Deze karakteriseringen noemt Leerssen ‘ingebeeld’ (imagined).34 Het statement ‘Nederland is een constitutionele monarchie’ is niet ingebeeld maar de zin ‘Nederlanders zijn een nuchter en hardwerkend volk’ is dat wel. Een ingebeeld discours onderscheidt een natie van andere naties als ‘anders’ of ‘typisch’ en verklaart deze ‘andersheid’ door er een collectieve psychologische motivatie aan toe te schrijven.35 Voor Montesquieu was deze psychologische motivatie bijvoorbeeld gegrond in klimaat. In zijn klimaattheorie waren Noorderlingen geschikter voor democratie en gelijkheid omdat zij door het klimaat waarin zij leven individualistischer, inventiever en

verantwoordelijker waren dan Zuiderlingen die volgens hem geschikter waren voor aristocratie en hiërarchie omdat hun temperament collectivistisch is, minder betrouwbaar en men het in zich zou hebben om te willen ‘pleasen’.36 In de huidige eeuw zijn dit soort racistische beelden niet meer houdbaar, maar ingebeelde karakteriseringen van een bepaalde natie, regio of zelfs werelddeel, zijn van alle tijden.

Tot nu toe is hier over ‘natie’ gesproken. Dit komt omdat imagologie traditioneel gericht was op de Europese literatuur en stereotypen van en over Europese volkeren. Er is echter geen reden waarom imagologie niet breder toegepast zou kunnen worden. Het zou een beperking zijn om alleen de beelden over natiestaten van andere natiestaten te bestuderen. Er wordt immers binnen huidige samenlevingen niet slechts over natiestaten gesproken, maar ook in 32 Ibid., 27. 33 Ibid., 27-28 34 Ibid. 35 Ibid. 36

(14)

14 termen van wereldregio’s (het Midden-Oosten, Zuid-Oost Azie) en zelfs werelddelen (Afrika) en geopolitieke entiteiten (het Westen, de derde wereld).

(15)

15

2. Historische occidentalismes in Egypte

Het is een onmogelijke taak om alle beelden die over het Westen hebben bestaan in Egypte in verschillende tijdperken te benoemen. Hier worden slechts een aantal periodes of keerpunten in de geschiedenis uitgelicht die veel invloed hebben gehad op het latere denken over het Westen.

De Middeleeuwen worden algemeen aangemerkt als een bloeiperiode voor de Arabische wereld. De tijd van het ‘Abbassiedenkalifaat37 (750-1258) wordt zelfs als haar Gouden Eeuw beschouwd, waarin politiek, economie en cultuur voor hun tijd hoogontwikkeld waren. Dit was een periode waarin de Arabische wereld sterk stond, onafhankelijk was en openstond voor invloeden van buitenaf.38 Het was ook een periode waarin voor moslims Europa relatief onbelangrijk was en veronachtzaamd werd; men hield zich meer bezig met toen relevantere, bloeiende regio’s zoals India, China en gebieden in Afrika.39 Door de relatieve intellectuele stagnatie waarin Europa zich in de Middeleeuwen bevond vond men dat Europa de Arabische wereld niets te bieden had.40

De Europese kruistochten van de 11e eeuw vormden een keerpunt in het denken over Europa, dat nu steeds meer de rol van vijand begon aan te nemen.41 Hier is het dat het beeld van de Westerse veroveraar ontstaat in de ogen van de Arabieren en het Westen een dreiging begint te zijn.42 In de 15e en 16e eeuw begon de economische opmars van Europa, en rond de 18e, 19e eeuw was het machtsevenwicht in de wereld ‘definitief’ in het voordeel van Europa bepaald.43 Nu ontstond er een nieuwe manier van denken over Europa, waarin Arabieren de macht en snelle technologische vooruitgang van Europa probeerden te verklaren en te onderzoeken hoe de Westerse know-how toegepast kon worden op de eigen samenlevingen

37

38

Bennison, The Great Caliphs, 9.

39

Labib ed., Imagining the Arab Other, 78-79.

40 Ibid. 41 Ibid., 79-80. 42 Ibid. 43

(16)

16 zonder daarbij traditionele waarden te verliezen.44 Muḥammad ‘Alī (1769-1849) die leider van Egypte was van 1805 tot 1848, had de ambitie om Egypte te moderniseren en stuurde

studenten naar Europa om daar de werking van staatsinstituties te bestuderen. Rifā‘ Rāfi‘ al-Tahtāwī (1801-1873) functioneerde als geestelijk begeleider van een groep studenten die in 1826 naar Parijs vertrok om daar een aantal jaar te studeren. In het verslag wat hij schreef in en over zijn jaren in Europa heeft hij gedetailleerde beelden van het Westen geconstrueerd. De titel van zijn werk taḫlīṣ al-ibrīz fī talḫīṣ bārīz (De Extractie van Puur Goud in het Beschrijven van

Parijs) geeft de positieve connotaties al weer die al-Tahtāwī met Parijs had en inderdaad voeren

positieve beelden van Europa de boventoon in zijn werk. Hij schreef bewonderend over de vrijheid die mensen genoten onder het politieke systeem, de technologische vooruitgang, en de rol die ratio innam in het Europese leven.45 Het volgende schreef hij bijvoorbeeld over de Parijzenaren:

Rather, they always wish to know the origin of things, while seeking proof to support it, to the

extent that the common people among them can also read and write and, like others, penetrate deep matters -each according to his circumstance. So the masses in this country are not like some herd of animals as in most barbarous countries.46

Negatieve beelden over Europa onbraken niet in De Extractie, en de marginale rol die religie in vergelijking met wetenschap werd toebedeeld, de losse omgangsvormen tussen man en vrouw en de ‘gierigheid’ van de Fransen, die hij contrasteerde met de vrijgevigheid van de Arabieren, werden afgekeurd door al-Tahtāwī.47 Hij benadrukte dat de islam het vergaren van nieuwe kennis stimuleert, waarmee hij het reizen naar ‘ongelovige landen’ om daar kennis op te doen rechtvaardigde48 Maar ondanks de aanwezigheid van (religieus) conservatisme bestond er in deze periode een zekere openheid voor het toepassen van Europese ideeën en het vormgeven van instituties naar Europees voorbeeld in Egypte.49 Later, toen de kolonialisatie van de

44 Ibid. 45

Al-Tahtāwī, Rifā‘ Rāfi‘, An Imam In Paris, 88-89.

46 Ibid., 173. 47

Ibid., 175-181.

48

Woltering, Occidentalisms in the Arab World, 44.

49

(17)

17 Arabische wereld inzette en grote vormen aannam in het Midden-Oosten, zou men hierover kritischer worden.

Muḥammad ‘Abduh (1849-1905) wordt gerekend tot de modernistische hervormers van de islam. Zijn denken concentreert zich rond de consequenties van moderniteit –

geïntroduceerd door Europa- voor de islam. De invloed van Europa werd in zijn tijd veel directer ervaren door de Egyptische bevolking in de vorm van Westerse wetten, politieke instituties en (missie)scholen en leermethoden.50 Hij bewonderde Europa om haar vooruitgang en

ontwikkeling maar vond het verkeerd om Europese wetten en instituties klakkeloos over te nemen voor gebruik in Egypte.51 Hij zag hierin het gevaar van een tweedeling in de

maatschappij veroorzaakt door onder andere de verspreiding van Europese (missie)scholen in Egypte.52 Deze scholen onderwezen de moderne wetenschappen en nauwelijks religie, al werd er op de missiescholen les in het christendom gegeven.53 De traditionele religieuze scholen onderwezen islam op ‘de oude manier’ en niet de moderne wetenschappen die volgens ‘Abduh essentieel waren voor het moderne leven.54 Er zou hierdoor een tweedeling in de samenleving ontstaan van groepen die door hun afwijkende educatie geen voeling meer met elkaar

hadden.55 ‘Abduh zag duidelijk voor zich dat de islam gemoderniseerd moest worden om opgewassen te zijn tegen modernisatie en hij heeft de islam geherformuleerd en

gemoderniseerd door de nadruk te leggen op het gebruik van ratio en interpretatie (iğtihād) van de islamitische bronnen.56

Wat hier belangrijk is, is niet hoe hij dat gedaan heeft maar de manier waarop hij tegen het Westen, of liever gezegd tegen de verwestering van Egypte aankeek, namelijk als een bedreiging voor de islam. Daarnaast zijn nog twee dingen belangrijk wat betreft ‘Abduhs visies op het Westen. ‘Abduh keerde zich, om de islam te moderniseren, ter inspiratie tot Westerse literatuur en bronnen. 57 Daarnaast heeft hij een beeld geschetst van wat Robbert Woltering

50

Hourani, Arabic Thought in the Liberal Age, 136.

51 Ibid., 137. 52 Ibid. 136-138. 53 Ibid. 54 Ibid., 137. 55 Ibid. 56 Ibid., 146-147. 57

(18)

18 ‘het toegeëigende Westen’ heeft genoemd: het afbeelden van een bewonderenswaardig

onderdeel van het Westen als onderdeel van de eigen cultuur of waarden.58 ‘Abduh schetst een beeld van de Westerse beschaving die geïnspireerd is door contact met de islam tijdens de kruistochten, waarna rationale stromingen als het protestantisme opkwamen ‘die erg op de islam lijken’.59 In ‘Abduhs denken zien we dat beelden over het Westen steeds meer

geconstrueerd werden naar aanleiding van Westerse invloeden in Egypte. ‘Abduh zag zowel positieve als negatieve kanten aan het Westen, maar zijn denken over het Westen was

gebaseerd op het beschermen van de integriteit van Egypte. Bij het occidentalisme van Gamal Abdel Nasser, de tweede president van Egypte, zien we dit nog duidelijker.

Nassers uitingen over het Westen gingen niet over het Westen an sich, maar over het Westen in Egypte, en daardoor vooral over de Britse bezetting van Egypte (1882-1956).60 Nasser hield zich niet bezig met culturele of religieuze beelden van het Westen, maar als nationalist wou hij Egypte bevrijden van Westerse politieke overheersing. Modernistische theorieën over nationalisme zoals die van Ernest Gellner houden dat de nationalist wil dat leden van zijn eigen natie die natie leiden en dat etnische grenzen de machthebbers niet van de rest van de bevolking mogen scheiden.61 Nassers preoccupatie was dus om Egypte vrij te maken van buitenlandse overheersing om plaats te maken voor een nationale regering. We moeten het occidentalisme van Nasser dus in het licht van zijn nationalistische ideologie zien, en niet als principieel antiwesters. Nasser beschouwde de VS bijvoorbeeld initieel als redelijk sympathiek, maar toen de Westerse mogendheden een militair defensiepact in de Arabische wereld

oprichtten62, was Nasser vastberaden om deze Westerse invloed, die hij beschouwde als een extensie van Westerse hegemonie in de Arabische wereld, tegen te werken.63 Vanaf dit moment (1955) verslechterde de relatie dan ook tussen Egypte en het Westen en ging Egypte

58 Ibid., 84. 59

Ibid., 53-54.

60

Egypte werd gedeeltelijke onafhankelijk van Groot-Brittannië in 1922, waarna Groot-Brittannië nog over vier belangrijke zaken zeggenschap bleef houden: het Suez kanaal, Sudan, defensie van Egypte in geval van

buitenlandse agressie en de bescherming van minderheden en buitenlandse belangen in Egypte. In 1956 werd de laatste voorwaarde door Egypte opgeheven toen Egypte het Suez kanaal nationaliseerde.

61 Soest, Magna van, vert. Naties en Nationalisme, 10. 62

Het Bagdad pact.

63

(19)

19 zich tot de Sovjet-Unie richten voor politieke en economische betrekkingen.64 Nassers

occidentalisme is al met al gevormd door een combinatie van politieke acties van het Westen en Egyptisch nationalisme.

Een andere en latere visie op het Westen is die van Muḥammad ‘Imāra (1931). ‘Imara, een Egyptische islamistisch denker, presenteert het Westen als de tegenhanger en vijand van de islam. Om de islam als tegenpool van het Westen af te beelden, schetst hij dan ook in zijn boek uit 2004 een islam die niet slechts een religie is, maar een volledige beschaving. Het Westen beeldt hij als seculier af, want het christendom is in het Westen volgens hem ‘ten onder gegaan’.65 Hij ziet dit als een negatieve ontwikkeling waardoor het christendom geen invloed meer heeft op de wet, de regering, onderwijs en opvoeding.66 Hij heeft een duidelijke afkeer van het Westen waar religiositeit geen rol meer speelt en waar wetenschappers ‘zielloos’ zijn omdat volgens hen ‘God dood is’.67 Hier tegenover beeldt hij de islam af als volledig en

alomvattend systeem ‘van religie en staat’.68 Hij schetst dus zowel de islam als het christendom als volledige beschavingen die vele aspecten van het leven omvatten, en niet als religies die slechts aanwezig zijn in de persoonlijke levenssfeer. Dat hij dit voor de islam doet is

kenmerkend voor het gedachtengoed van islamisten in het algemeen , maar dat hij het

christendom zo afbeeldt is tekenend voor het essentialisme wat hij voorschotelt. Het dient zijn argument om het christendom als tegenhanger van de islam af te schilderen, waardoor hij het Westen –dat haar religie, die als leidraad voor de politiek en maatschappij genomen dient te worden, heeft verworpen - als opponent van de islam af kan schilderen. ‘Imāra beeldt het Westen niet alleen af als een seculiere en ongelovige maatschappij, maar ook als een entiteit die de islam wil aanvallen. Volgens ‘Imāra wil het Westen de islam aanvallen omdat ‘het

kolonialistische project om seculariteit in de moslimsamenlevingen te brengen is mislukt’ en dat het Westen daarom een nieuw offensief teweegbrengt om ‘de islamitische opleving’ (ṣaḥwa) te doen neerslaan.69 Interessant is dat ‘Imara de islam als krachtig afbeeldt en het Westen –

64 Ibid. 65

‘Imāra, al-’islām wa l-ġarb: ’ ayna al-ḫat’a wa ’ ayna al-ṣawāb, 10.

66 Ibid. 67 Ibid., 12. 68 Ibid. 69 Ibid., 14.

(20)

20 waarvan ‘Imāra haar christendom en seculariteit ‘failliet’ verklaard70 - als de ideologisch

zwakkere opponent. Volgens hem is de islam dan ook ‘de enige cultuur’ die in staat is om Westerse dominantie in de regio te vervangen.71 ‘Imāra verwijst meerdere keren naar Westerse denkers en schrijvers om zijn argumenten te versterken. Om zijn argument te versterken dat het Westen een collectief offensief voert tegen de islam, noemt hij bijvoorbeeld Samuel

Huntington die islamitisch fundamentalisme als grootste gevaar voor de Westerse wereld heeft bestempeld na de teneergang van het communisme in zijn boek The Clash of Civilizations (1996).72

‘Imāra beeldt al met al het Westen af in religieuze termen en benadrukt de ‘vijandschap’ tussen de islam en het seculiere Westen. Hij beeldt de Westerse cultuur ook af als ideologisch zwak in tegenstelling tot de islamitische. Maar ook maakt ‘Imāra gebruik van wat Robbert Woltering ‘de Westerse getuige’ noemt; het gebruik maken van Westerse bronnen en personen die als autoriteiten beschouwd worden om zijn argumenten zwaarte geven.73

Rifā‘ Rāfi‘ al-Tahtāwī, Muḥammad ‘Abduh, Gamal Abdel Nasser en Muḥammad ‘Imāra zijn stuk voor stuk voorbeelden van Egyptische intellectuelen die elk een andere visie op het Westen hebben. Occidentalisme van het ‘gewone volk’ is echter lastiger te achterhalen dan dat van publieke figuren die gepubliceerd hebben of regelmatig in de media verschijnen. Tot voor kort waren enquêtes en interviews de enige manier om achter de mening van gewone mensen te komen. In 2008 kwam het boek Who Speaks for Islam? What a Billion Muslims Really Think uit waarin de resultaten van een enquête met tienduizenden moslims in meer dan 132 landen zijn gehouden.

Het boek vormt vooral een reactie op Amerikaanse vooroordelen over de islam in het post-9/11 tijdperk. De auteurs halen op een duidelijke manier vooroordelen over de islam onderuit: moslims hebben geen hekel aan het Westen om de vrijheden die er bestaat, zij bewonderen die juist.74 Wat moslims het meest aan het Westen bewonderen zijn democratie 70 Ibid.,13. 71 Ibid., 13. 72 Ibid., 15. 73

Woltering, Occidentalisms in the Arab World, 119.

74

(21)

21 en technologie en wat zij het minst aan het Westen bewonderen is ‘de morele neergang’ of de afbreuk van traditionele waarden.75 Meerderheden in een aantal landen waaronder Egypte vonden dat de VS de islamitische wereld wil ‘verzwakken en verdelen’.76 ‘De Westerse manier van leven’ zorgt voor meer afkeuring bij de radicalen dan bij ‘de gematigden’.77 Moslims hopen voor de toekomst op een betere economische situatie en werkgelegenheid, niet op het vechten van de jihad78 en ze betreuren ‘de haat tegen’ of ‘vernedering van moslims’ in het Westen.79

Hoewel de intentie van deze studie sympathiek is en de omvang ervan indrukwekkend, leggen de auteurs te veel de nadruk op de rol die religie speelt in het vormen van

occidentalisme. De auteurs behandelen kort de invloed van het kolonialisme en imperialisme maar besteden veel meer ruimte aan het uitleggen van islamitische concepten als ‘de vijf pilaren van de islam’. In die zin is de studie te veel een reactie op de vooroordelen die het wil ontkrachten. Hierdoor ‘vergeten’ de auteurs de invloed van nationale- en culturele identiteiten waaronder de kracht van het nationalisme, een ideologie die veel kracht heeft in het Midden-Oosten en bepalend is voor de houding tegenover het Westen. Door religie te veel te

benadrukken doen ze hetzelfde wat de oriëntalisten, overheids- en mediafiguren doen wiens visie ze willen ontkrachten: het uitvergroten van religie en het tot een verklaarbare factor voor de houding van mensen tegenover ‘het Westen’ maken. In plaats van verschillende aspecten in acht te nemen die tezamen bijdragen aan beeldvorming pikken zij enkel religie eruit. Ze maken islam van een alles verklarende negatieve factor tot een alles verklarende positieve factor:

Religion is not the primary problem, and making religion the problem is a mistake that weakens the positive power of religion and culture and obscures common values and concerns. This fear of Islam leads to the belief in a monolithical threat. Instead, Islam is an important and pervasive element of societies and definer of cultural and national identity. It should not be feared, but better understood.80 75 Ibid, 3. 76 Ibid., 19. 77 Ibid., 23. 78 Ibid., 3. 79 Ibid., 19. 80 Ibid., 30.

(22)

22 Desondanks blijft de studie waardevol, omdat het een van de weinige publicaties is die

occidentalisme van gewone mensen behandelt. Het zou echter een goed initiatief zijn om dit soort enquêtes per land te houden, zodat er een goed beeld te vormen is van de effecten van Westerse realpolitik -die per ‘moslimland’ erg kan verschillen- op occidentalisme en er rekening gehouden wordt met de verschillen in nationale identiteit.

We hebben gezien dat de historische Westerse expansie directe gevolgen had voor de beelden die in het Midden-Oosten over het Westen zijn ontstaan. Met ingang van het kolonialistische tijdperk zijn de beelden over Westerse ideeën en instituties ten negatieve veranderd. Werden deze eerder als ‘het moderne voorbeeld beschouwd’ (al-Tahtāwī), vanaf toen werd

verwestering gezien als een bedreiging voor de religieuze (‘Imāra) of nationale (Nasser)

identiteit. Maar in de occidentalismes hierboven zien we ook dat er een strijd gaande is tussen het aan de ene kant zich afkeren van het Westen, en het aan de andere kant ‘toe-eigenen van het Westen’ of het gebruik maken van ‘de Westerse getuige’. Men doet dit om Westerse

eigenschappen minder Westers te maken en dus toegankelijker voor de Arabische landen om te aanvaarden. Westers imperialisme in het Midden-Oosten heeft al met al gezorgd voor een tweeledig en paradoxaal beeld over het Westen: de vijand en ongewenste bezetter, en het Westen als baken van vooruitgang en ontwikkeling.81

81

(23)

23

3. Methodologie

3.1 De Facebookpagina ‘Wij Zijn Allemaal Khaled Said’

De Kullinā Khaled Said Facebookpagina waarvan de comments afkomstig zijn is een zeer populaire pagina met meer dan 3 miljoen likes. Qua grootte is de pagina hierin vergelijkbaar met bijvoorbeeld de Facebook pagina van voormalig president Mohamed Mursi (3.176.669 likes) en een van de grootste liefdadigheidsorganisaties in Egypte voor de oprichting van een ziekenhuis voor kinderen met kanker (3.953.947 likes).82 De pagina en zijn oprichter Wael Ghonim hebben sinds de revolutie internationale bekendheid genoten. De volgende gebeurtenissen hebben geleid tot de oprichting en de grote populariteit van de pagina.

Op 6 juni 2010 werd Khaled Said, een 28-jarige Egyptenaar uit Alexandrië, door de Egyptische politie opgepakt in een internetcafé in zijn woonplaats. Vervolgens is hij door hen – deels op klaarlichte dag op straat- doodgeslagen. Foto’s van Saids zwaar verminkte lichaam met zijn door mishandelingen onherkenbaar geworden gezicht werden openbaar gemaakt en

schokten Egyptenaren door het hele land. Khaled Said werd het symbool van machtsmisbruik en corruptie binnen het Egyptische politieapparaat, waarvan iedereen wist dat die

wijdverspreid was. Kort na Saids dood werd de Facebook pagina Kullinā Khaled Said (Wij Zijn

Allemaal Khaled Said) opgericht om uitdrukking te geven aan een nationaal gevoel van verdriet

en woede over Saids dood en oppositie tegen onderdrukking en marteling door de politie in Egypte. De pagina werd een paar dagen na de dood van Said opgericht door de jonge

Egyptenaar Wael Ghonim en had binnen enkele dagen 36.000 ‘likes’83 die uiteindelijk in slechts enkele maanden uit zouden groeien tot meer dan drie miljoen.84 Ghonim poste op de pagina berichten,‘posts’ waarin hij geweld en machtsmisbruik door de politie afkeurde, waarop Egyptenaren reageerden in de vorm van ‘comments’ en er discussies ontstonden over deze thema’s waarin mensen hun frustratie en verdriet over deze praktijken uitten. In de maanden na de dood van Khaled Said bleef de pagina groeien in aantal leden en werd hij ook steeds meer

82 “Facebook Pages Statistics & Number of Fans”. 83

Door de pagina te ‘liken’ worden mensen een soort leden van de pagina. Er wordt hier dan ook wel gesproken over leden.

84

(24)

24 anti-regime van karakter. Ghonim, die als beheerder van de pagina anoniem bleef, sprak zich op de pagina uit over diverse politieke ontwikkelingen in Egypte en riep op tot het houden van ‘silent stands’ of stille protesten tegen het gedrag van de politie85 en later tegen het hele regime. Ook de datum 25 januari 2011, waarop de grote protesten die Mubarak hebben doen aftreden begonnen, werd gepromoot en verspreid via de pagina.86 25 januari was nationale politiedag in Egypte, een dag waarop traditioneel de politie werd geëerd. Van de kant van de oppositie werd besloten om op deze dag juist protesten tegen misdragingen van de politie te plannen en deze te promoten door er een Facebook event87 van te maken.88 Hoewel

onduidelijk is of de beheerders van de pagina ook initiators van het idee waren89 was de Kullinā

Khaled Said pagina een belangrijke verspreider en promotor van deze protesten. Na het

aftreden van president Ben Ali van Tunesië en het slagen van de Tunesische revolutie veranderde Ghonim de naam van het event naar ‘25 januari: revolutie tegen marteling, armoede, corruptie en werkloosheid’ en breidde de focus van de geplande protesten zich uit naar het hele regime.90 Hoewel er terughoudend omgesprongen moet worden met het simplistisch bestempelen van de Arabische revoluties als ‘Facebookrevoluties’ en het

toeschrijven van een te grote rol aan sociale media, is de Kullinā Khaled Said Facebook pagina door verschillende toonaangevende media genoemd als aandrijvende en koersbepalende kracht in de 2011 revolutie.91

85

Lim, “Clicks, Cabs, and Coffee Houses”, 241.

86

Ibid., 243.

87

Een Facebook event is een middel dat gebruikt kan worden om gebruikers op de hoogte te stellen van

aankomende gelegenheden. De persoon die het event aanmaakt kan de leden van de groep of pagina uitnodigen en afhankelijk van hun reactie worden zij automatisch ingedeeld in de groepen: ‘komt’, ‘komt niet, ‘komt misschien’ of ‘niet geantwoord’. Wanneer een genodigde heeft bevestigd dat hij komt verschijnt het in de ‘news feed’ van hun persoonlijke Facebook pagina waardoor hun vrienden op de hoogte worden gebracht. Wanneer de datum van het event nadert verschijnt het event op de home page van de genodigden. Hierdoor kan men door het aanmaken van een event een groot aantal mensen bereiken. Zie:

http://whatis.techtarget.com/definition/Facebook-event.

88

Ghonim, Revolution 2.0, 121.

89

Ghonim noemt in zijn memoir (p.121) dat het idee voor de protesten van hemzelf kwam na geïnspireerd te zijn geraakt door een voormalig initiatief van de 6 April oppositiebeweging. Maar andere bronnen waaronder Lim (pagina 242) noemen dat 6 April de eerste oproep tot de protesten verspreidde.

90

Ibid., 136.

91 “Khaled Said: The face that launched a revolution”; Preston,“Movement Began With Outrage and a Facebook

Page That Gave It an Outlet”; Michael, “Khaled Said, Man Whose Death Sparked Revolution Remembered In Egypt”; “Anger in Egypt as police who killed Khaled Said get seven years”.

(25)

25 Nu ik de pagina en het doel ervan beschreven heb is het belangrijk om een indicatie te geven van wie er actief waren op de pagina. Anders gezegd: wie waren die mensen die comments achterlieten op de pagina? Netvizz, de applicatie die gebruikt is om toegang tot de Facebook data van de pagina te verschaffen heeft de gebruikersinformatie van de commenters

geanonimiseerd. Daarom ben ik om een beeld te geven van de gebruikers aangewezen op algemene data over internetgebruik in Egypte. Internetpenetratie in Egypte was 30.2% in 2010 en 35.6% in 2011.92 Voor de grote steden is dit aanzienlijk hoger en in Cairo hadden 64% van de huishoudens toegang tot het internet in 2010.93 Eind 2010 waren er rond de 5 miljoen Facebook gebruikers in Egypte en Facebook is na Google de meest bezochte website in het land.94 78% van de internetgebruikers in Egypte zijn tussen de 15 en 29 jaar, een enorme leeftijdsgroep die een derde van de totale bevolking uitmaakt95 en 36% van de commenters op de pagina zijn vrouwen.96 Hieruit kunnen we opmaken dat veel gebruikers die actief waren op de pagina jong zijn en afkomstig uit de grote steden. Wael Ghonim, die wel beschikking had over persoonlijke data van de gebruikers als beheerder van de pagina, onderschrijft in zijn memoir dat meer dan 70% van de leden onder de 24 jaar was.97

Volgens studies over mobilisatie en activisme speelt ‘biografische beschikbaarheid’; de afwezigheid van persoonlijke beperkingen, zoals het hebben van een full-time baan, getrouwd zijn en het hebben van familieverantwoordelijkheden, een belangrijke rol in het besluit van individuen tot participatie in sociale of oppositiebewegingen.98 Nu kan gesteld worden dat de

Kullina Khaled Said Facebook pagina een oppositiebeweging vormde, omdat de activiteiten niet

beperkt bleven tot het internet. Volgens Merlyna Lim hebben social media al sinds 2004 een substantiële rol gespeeld in Egyptisch politiek activisme.99 Ook in het geval van de Kullina

Khaled Said pagina zijn online- en straatactivisme niet van elkaar te scheiden. Juist doordat het

protest dat op de pagina gepland, bediscussieerd en aangekondigd werd, zich vanaf het begin

92 “UN Data Country Profile: Egypt”. 93

Lim, “Clicks, Cabs, and Coffee Houses”, 235.

94

Ibid., 235, 241.

95 Ibid. 96

Deze informatie heb ik van Bernhard Rieder, associate professor aan de Universiteit van Amsterdam en tevens ontwikkelaar van Netvizz. Hij is betrokken bij een groter project over de Kullina Khaled Said pagina.

97 Ghonim, Revolution 2.0, 84. 98

Lim, “Clicks, Cabs, and Coffee Houses”, 235.

99

(26)

26 vertaalde naar de straat in de vorm van de genoemde ‘silent stands’ en demonstraties kan de pagina gekenmerkt worden als een oppositiebeweging. Door Facebook kon de beweging jongeren bereiken die van oudsher een weerstand hadden tegen politiek activisme en mensen betrekken bij de straatprotesten die zich niet met politiek bezighielden, zoals voetbalsupporters die uiteindelijk een belangrijke rol in de demonstraties en de revolutie hebben gespeeld.100 Door de hoge werkloosheid in Egypte die ook als gevolg heeft dat jonge mensen steeds langer ongetrouwd blijven101 kan gesteld worden dat veel Egyptische jongeren een hoge biografische beschikbaarheid hebben.102 Ze zouden tijd vrij hebben om actief deel te nemen in bewegingen en organisaties omdat ze vaak geen werk en geen gezin hebben. De ondervertegenwoordiging van vrouwen als commenters zou als oorzaak kunnen hebben dat vrouwen meer

familieverantwoordelijkheden hebben. Maar ook andere invloedrijke ‘beperkingen’ uit de Egyptische context spelen een rol in de beschikbaarheid van mensen om deel te nemen in een oppositiebeweging als deze. Oorzaken als armoede waar 25% van de Egyptische bevolking onder lijdt 103 en analfabetisme dat heerst onder 27% van de nationale bevolking 104 en 17,7% van de stedelijke bevolking105, vormen beperkingen in de toegang tot internet en de

mogelijkheid om online actief te zijn in oppositiebewegingen. Over de identiteit van de leden kunnen we concluderen dat de meeste leden jong zijn, vaak in de grote steden wonen, dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in de comments en dat de grote arme, analfabete bevolkingsgroep niet vertegenwoordigd is in de meningen op de pagina.

100 Ibid., 242. 101

Barsoum, “No Jobs and Bad Jobs”.

102

Lim, “Clicks, Cabs, and Coffee Houses”, 235.

103 In 2011 “Egypt, Arab Republic: Data”. 104

In 2012 “The World Factbook, Literacy”.

105

(27)

27

3.2 Onderzoeksmethode

Met de Netvizz applicatie heb ik comments van de Kullina Khaled Said pagina kunnen extracteren die over het Westen gaan. Netvizz is een data verzamel- en extractie applicatie waarmee wetenschappers van Facebook data kunnen exporteren.106 Deze nieuwe en groeiende vorm van empirisch onderzoek wordt ook wel ‘data crawling’ genoemd.107 Via de search link van Netvizz kan op trefwoord binnen de pagina naar comments gezocht worden. Als resultaat geeft Netvizz in de vorm van een lijst de comments weer waarin de ingevoerde trefwoorden voorkomen, samen met voor elke comment de bijbehorende datum en het tijdstip. Ik heb met de Netvizz search link gezocht op de drie termen: al-ġarb (het Westen), ’amrīka108 (Amerika) en

’ūrūba (Europa).

Ik heb uit de resultaten die dit opleverde comments geanalyseerd voor de periode van juni 2010 tot juni 2011. De huidige studie focust dus op het eerste jaar dat de pagina actief was waarin hij een enorme groei doormaakte en de 2011 revolutie plaatsvond. Voor elke zoekterm heb ik vier comments per maand geselecteerd. Deze heb ik willekeurig uit de resultatenlijst van Netvizz gekozen, hierbij slechts lettend op de data zodat ik ze uit de juiste maanden

selecteerde. Naast de 144 comments die dit opleverde heb ik naar de ‘most liked’ comments uit twee tijdspannes gekeken waarin er bovengemiddeld veel activiteit was op de pagina: de week van 10 tot en met 16 juni 2010, de eerste week na de oprichting van de pagina en de week van 20 tot en met 26 januari 2011 waarin de grote demonstraties tegen president Mubarak

begonnen. Hierbij zaten 6 comments die iets over het Westen zeiden, wat het totale aantal comments die in deze studie geanalyseerd zijn tot 150 maakt.

Het is belangrijk om te vermelden dat het Westen geen grote rol speelt op de pagina. Alle drie de zoektermen komen gemiddeld ongeveer in minder dan één procent van de

106

Rieder, Bernhard, “Studying Facebook via Data Extraction: The Netvizz Application”,1.

107

Ibid.

108 Ik heb op de term ’amrīka (Amerika) in de betekenis van de Verenigde Staten van Amerika gezocht omdat in

Arabische dialecten meestal dit woord gebruikt wordt in plaats van het formelere al-wilāyāt al-mutaḥidda (de Verenigde Staten). Omdat ’amrīka soms zonder de Arabische letter hamza geschreven wordt heb ik met beide spellingen rekening gehouden bij het zoeken naar en selecteren van comments. Soms wordt in het Egyptische dialect de meer verengelste vorm ‘amīrka gebruikt, maar omdat de search link van Netvizz zo weinig resultaten weergaf voor deze spelling heb ik dit buiten beschouwing gelaten.

(28)

28 comments voor. Netvizz geeft geen statistische data over hoevaak de termen gemiddeld in de hele pagina voorkomen. Wel geeft Netvizz aan hoevaak een term procentueel in een tijdspanne voorkomt. Als we bijvoorbeeld de maand december 2010 nemen, zien we dat de term al-ġarb (het Westen) in iets meer dan 1% van de commentteksten van die maand voorkomt.109 Voor

’amrīka (Amerika) is dat 0,2 % en ’ūrūba (Europa) komt het minst voor, namelijk in 0.075% van

de commentteksten. Ter vergelijking: Rusland (rūsīya) komt in die periode in 0.08% van de comments voor, China (al-ṣīn) in 0,07% en ‘het Oosten’ (al- šarq) in 0.1%. Vergeleken met andere geografische termen is het Westen dus wel vaker onderwerp van gesprek op de pagina. Verder is het opvallend is dat voor al-ġarb en ’ūrūba de percentages in alle maanden vrijwel gelijk blijven, terwijl ’amrīka ten tijde van de revolutie omhoogschiet en in die periode in plaats van 0,2% in 0,7% van de comments voorkomt.

Ondanks dat al deze percentages klein lijken zijn er vanwege de enorme grootte van de pagina in termen van posts en comments duizenden comments waarin er iets over het Westen gezegd wordt. Daarbij is het feit dat de pagina duidelijk een Egyptische pagina is die over Egyptische binnenlandse issues gaat juist een plek waarop we een objectief beeld kunnen krijgen van wanneer en hoe het Westen gewoonlijk ter sprake komt in politieke en

maatschappelijke discussies van Egyptenaren, zonder expliciet naar meningen over het Westen te vragen onderwijl extreme of sociaal gewenste meningen uitlokkend. Het voordeel hiervan is dat er op deze manier observationele data geproduceerd wordt, dat wil zeggen data die documenteert wat mensen doen, en niet wat ze zeggen te doen.110 Je krijgt hierdoor

objectievere data dan bijvoorbeeld in interviews of enquetes, waar de spreker altijd beinvloed wordt door de vragen en de lichaamstaal van de interviewer.

De invloed die er wel is in het kader van de bestudering van deze comments, is de invloed van de posts op de comments. Wael Ghonim en de paar mede-beheerders die later voor de pagina kwamen werken hadden het alleenrecht om berichten te posten. In deze

109

In werkelijk is dit percentage nog iets kleiner omdat de search link van Netvizz als resultaat ook afgeleide woorden van al-ġarb als resultaat weergeeft zoals al-ġarbiyya, dat de naam is van een goevernement in Egypte en niets met het Westen in geopolitieke zin te maken heeft. De overgrote meerderheid van de resultaten leverde echter wel degelijk comments over het Westen op.

110

(29)

29 situatie zijn de comments die leden schrijven altijd reacties op posts en worden ze mede

gevormd door deze post. Echter, er moet rekening mee gehouden worden dat er in gevallen waarin er vele comments op een een post zijn, soms de toon ook door voorgaande comments op dezelfde post bepaald kan worden. Bij de analyse van de comments hieronder zal ik het altijd aangeven indien de post belangrijke invloed heeft op de inhoud van de comment.

(30)

30

4. Analyse van de comments

Na alle comments bestudeerd te hebben, heb ik naar aanleiding van thema de comments in acht categorieën ingedeeld. Deze categorieën kunnen beschouwd worden als thema’s waarmee het Westen geassocieerd wordt op de Kullina Khaled Said Facebook pagina. Hieronder zijn deze categorieën grafisch weergegeven in figuur 1. Het getal voor de komma is het nominale aantal comments dat in de betreffende categorie zit en het getal na de komma is het percentage van het totale aantal comments dat in die categorie zit.

Figuur 1.

Naast een thematische indeling van de comment waar dit onderzoek zich voornamelijk op richt, is het natuurlijk interessant om te weten of de comments positief of negatief over het Westen spreken. Gevonden is dat 56% op een negatieve manier over het Westen of een aspect van het Westen spreekt, 29% positief en 15% neutraal. In figuur 2 hieronder een grafische weergave hiervan. 44; 29% 26; 17% 15; 10% 15; 10% 11; 8% 8; 5% 9; 6% 22; 15%

thema's comments

Westen voorbeeld politieke inmenging samenwerking regime samenzweringstheorieen culturele beelden economische beelden Het Westen is anti-islam overig

(31)

31 Figuur 2.

Over de negatieve strekking van de comments zal hieronder nog het een en ander gezegd worden, maar de hoofdmoot van deze studie focust op de thema’s waar het Westen mee geassocieerd wordt door de commenters op de Kullinā Khaled Said Facebook pagina.

Zoals menselijke uitspraken moeilijk in hokjes te stoppen zijn, zo ook passen de comments, vooral als ze wat langer zijn, soms in meerdere categorieën. Wanneer dat het geval was heb ik naar het thema gekeken wat de boventoon voerde in de comment. Hieronder beschrijf ik op volgorde van groot naar klein de categorieën om een beeld te geven van de inhoud en de proportionaliteit van de thema’s die een rol spelen. De citaten van comments die hieronder weergegeven zijn ter illustratie zijn soms delen van comments, omdat niet altijd de hele

comment relevant is of omdat sommige comments erg lang zijn. In de bijlagen zijn de complete comments na te lezen die gebruikt zijn ter illustratie in de lopende tekst alsook de complete lijst met bestudeerde comments, ingedeeld per categorie.

44; 29% 83; 56% 23; 15%

strekking

comments

positief negatief neutraal

(32)

32

4.1 Het Westen als positief of als voorbeeld

De grootste categorie van de comments (29% en 44 comments) spreekt positief over het Westen of beeldt het Westen of een aspect ervan af als voorbeeld. Het is bekend dat het Westen historisch gezien vaak als voorbeeld werd gezien in Egypte. De intellectueel Taha Ḥussayn schreef in 1938 ‘God forgive me for saying so but we were their teachers in the Middle

Ages and antiquity. In order to become equal partners in civilization with the Europeans, we must literally and fortrightly do everything that they do’111 Toch hebben er -ondanks Ḥussayns

enthousiasme- altijd reserveringen bestaan over het in te grote mate een voorbeeld aan het Westen nemen. Hierboven hebben we gezien dat naarmate de Westerse inmenging in de regio toenam, het Westen steeds minder expliciet als voorbeeld werd genomen. Aan de grootste categorie van dit onderzoek is te zien dat het Westen in grote mate nog steeds een voorbeeld is in Egypte.

In deze categorie van comments wordt aan de politieke systemen, rechtsstaten en mensenrechten van het Westen een voorbeeld voor Egypte genomen. Dit moet gezien worden in de context van toenmalige gebeurtenissen in Egypte zoals de dood van Khaled Said en de groeiende oppositie tegen de autoritaire staat van president Hosni Mubarak. In het licht van deze zaken waar men tegen protesteerde, wordt het Westen afgeschilderd als positief. De functie van het Westen in deze comments is het aanscherpen van het –in dit geval negatieve- zelfbeeld. Hierboven is al beargumenteerd dat occidentalismes altijd een standpunt in moeten nemen vis-à-vis de machtspositie van het Westen en in deze categorie is dat duidelijk te zien. Het zelfbeeld van niet-Westerse volkeren ontwikkelt zich vaak in contrast tot de door hen gestileerde beelden van het Westen112:

111

Hussein, The Future of Culture in Egypt, 14.

112

(33)

33

People select one or another element as standing for the West according to their circumstances, which includes both their position relative to Western centres of power and the nature of the thing that they want to distinguish from the West.113

In comments kwamen zinnen voor als: ‘in Amerika zijn er instituties die machtsmisbruik

voorkomen’114, ‘in Europa behandelt de politie je met respect’115, ‘in het Westen is het nog niet

mogelijk om dat wat Khaled Said is aangedaan een kat aan te doen’.116Deze uitspraken doet men om het contrast met de onrechtvaardigheid en wetteloosheid in Egypte te ondertrepen. In het volgende voorbeeld wordt duidelijk hoe in occidentalisme aspecten van het Westen die niet met de gepromote visie stroken of die geen antithesis toelaten met de situatie in Egypte, buiten beschouwing worden gelaten:

Roger Clinton, de halfbroer van voormalig president van de Verenigde Staten Bill Clinton, heeft een jaar in de gevangenis gezeten tijdens zijn broers presidentschap. Op de laatste dag van zijn

113

Ibid, 26.

114

Comment 2010-08-10T16:45:34+0000, zie bijlagen op pagina 75.

115 Comment 2010-07-31T10:08:29+0000, pagina 75. 116

Comment 2010-06-13T00:55:21+0000, pagina 74.

2010-10-20T23:51:58+0000

Klassendiscriminatie kwam zeker voor in Europa en in het Westen in het algemeen, maar dat was in de Middeleeuwen toen de heersers en hun nageslacht een rang boven de mensen verheven waren. Dat ze hierin verder dan wij zijn gegaan, daar wijzen onze overheid en haar dwaze volgelingen tot op deze dag graag op. Zij zijn de achterlijken, niet het volk. Ik voel me alsof ik een muilkorf nodig heb zodra ik een van hen zie. Net alsof er geen gelijkheid en naleving van de wet was bij deze beschaafde volkeren nadat ze hebben bereikt wat ze nu hebben. Dat de broer van Bill Clinton in de gevangenis zat tijdens zijn

presidentschap betekende niet dat hij vrijgepleit werd. Is het logisch dat bij ons een invloedrijk iemand een moord pleegt en dat hij daarvoor gestraft wordt?! Voor de aanvoerders van dit soort discriminatie is in het Westen geen andere plek dan op de krantenpagina’s van de karikaturen waar ze bespot en vernederd worden.

(34)

34 presidentschap in 2001 was Clinton echter een van de honderden gevangenen aan wie de president gratie verleende.117 Vooral door de rechtste media werd dit bekritiseerd als een vorm van nepotisme.118 De comment geeft dus niet het complete verhaal weer, en laat relativerende aspecten die niet toestaan dat er in complete tegenstellingen over Egypte en Amerika

gesproken wordt, buiten beschouwing. De comment gaat voornamelijk over Egypte en het afbeelden van ‘het zelf’ door deze te contrasteren aan een afgebeelde ander.

Een ander aspect van de aanwezigheid van het Westen in deze comments, waarin het Westen een voorbeeldfunctie aanneemt, is de grote aanwezigheid van het Westen in Egypte. Het dagelijks leven in Egypte wordt net als in andere landen niet alleen economisch sterk beïnvloed door het Westen, maar ook cultureel gezien, in de media en in advertenties in het straatbeeld is het Westen alomtegenwoordig. Het gevolg is dat het Westen een veelgebruikte referentie is geworden. Robbert Woltering heeft geschreven over de kracht van Westerse cultuur in Egypte, waardoor Egyptische intellectuelen vaak Westerse bronnen aanwenden om hun argument mee te maken.119 In populaire Egyptische televisieprogramma’s als qāhira

yawm (Cairo Vandaag), een dagelijkse actualiteiten talkshow die uitgezonden wordt op het al-yawm kanaal120, worden bijvoorbeeld regelmatig vergelijkingen getrokken met het Westen, en vooral wanneer het om politieke processen gaat wordt aan het Westen een voorbeeld

genomen. In een comment die tevens tot de ‘most liked’ comments van de pagina behoorde, wordt ook een Amerikaans voorbeeld aangehaald:

117

Ross, “Clinton Pardons More Than 100”.

118 Morris, “Do the Clintons Now Support Jail Time for Perjurers?” 119

Woltering, Occidentalisms in the Arab World, 148.

120

Dit kanaal is eigendom van Orbit Communications Company, ook wel bekend als OSN.

2011-02-11T16:02:49+0000 (most liked)

De Amerikanen haatten Bush die hun kinderen vermoorde in twee oorlogen waar ze niets mee te maken hadden. Maar ondanks dat lieten ze hem zijn presidentsterm volmaken en niemand ging dit soort dingen over hem zeggen. De juiste woorden voor zijn term zijn dank aan president Mubarak voor zijn inzet voor de Arabische republiek Egypte.

(35)

35 Deze comment was een reactie op een post van Wael Ghonim van 11 februari 2011, de dag waarop Mubarak aftrad : ‘felicitaties aan Egypte, de crimineel heeft het paleis verlaten’121. Niet

alleen worden George W. Bush en Hosni Mubarak als presidenten met elkaar vergeleken, kennis bezitten over het Westen lijkt een soort macht te geven om in Egypte een argument te maken. Said heeft in Orientalism de relatie tussen kennis en macht uiteengezet. Vanwege de grote aanwezigheid van het Westen in Egypte is kennis over het Westen een soort macht over de eigen omgeving geworden.

In de comments hierboven wordt het Westen bewonderd om de daar aanwezige rechtstaten en mensenrechten. Ook de ontwikkeling en economie van de Westerse landen worden veelal bewonderd in deze categorie:

De commenter refereert naar de tijd waarin Amerika nog een kolonie van Groot-Brittannië was en criminelen net als katholieken, dissidente protestanten, armen en Ierse republikeinen gedeporteerd werden naar de Amerikaanse koloniën.122 Net als de andere comments in deze categorie blijkt uit deze comment een grote bewondering voor Amerika en wordt er een

voorbeeld genomen aan de ontwikkeling die het land heeft doorgemaakt. De vergelijking wordt getrokken tussen het eens ‘dorre land’ van Amerika en de woestijn in Egypte.

Een ander beeld dat naar voren komt van het Westen is een geïdealiseerd beeld, een voorstelling van een humaan en probleemvrij bestaan in het Westen:

121

Post 11 februari 2011:

122

Marfleet, Philip, “Explorations in a Foreign Land”, 26.

2010-07-05T09:56:00+0000

Weten jullie wie Amerika, die nu de grote macht is , gebouwd heeft? Engelse criminelen die

verbannen waren naar Amerika hebben haar gebouwd, en het land was dor! We moeten een manier vinden waarop we kunnen profiteren van onze criminelen, ze verbannen naar de woestijn zodat ze die bebouwen, niet om ze daar achter te laten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

− Door het directe contact van westerse kunstenaars met niet-westerse landen en niet-westerse kunstenaars zijn ze meer maatschappelijk betrokken geraakt: ze zijn zich bewust

opscheppen te hebben. Wat naar mijn mening niet discutabel kan en mag zijn, dat is het systeem van collectieve veiligheid, zoals dat in de NAVO is belichaamd. De

De chinese leiders staat geen politiek van ontspanning voor ogen. Daar voelen zij niets voor. Zij zouden bij een komende we- reldoorlog alleen maar winst behalen. Dat

It was simply assumed that In Late Antiquity Omboi was the nome capital and that the nome still consisted of the traditional first Upper Egyptian nome, including the towns in the

In kleine groepjes (Covid-19 proef) gaan jullie door de wijk op zoek naar de letters en hopen zo de wijk weer normaal te krijgen.. In verband met het coronavirus zijn

Edge Partitioning is a viable option to partition directed graphs or undirected graphs that have a minimal degree variation, which means that the degree of every node is more or

of mijn dochter en ik elkaar op een kruising tegenkwa- men, in een anachronistisch scenario: de negentienjarige moeder uit het land zonder koffie was onderweg naar het land van

Veel meer spellen om gratis te downloaden en het benodigde materiaal en