• No results found

Winterteelt tomaten, 1960 : no. 2 Project II-21

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Winterteelt tomaten, 1960 : no. 2 Project II-21"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

r b

Bibliotheek Proefstation Naaldwijk

A

TATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

Winterteelt tomaten,i960, no.2. Project 11-21.

door:

W.van Ravestijn.

(2)

Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas te Naaldwijk. ft o r R WINTERTEELT TOMATEN 1960. no 2. Project 11-21. Inleiding.

Hoewel de winterteelt met tomaten in i960 door schimmelziekten (Rhizoctonia solani en Didymella lycopersici) geheel als mislukt moet worden beschouwd (zie bijlage 1) zullen hieronder toch de gevonden gegevens edokumenteerd en gecommentarieerd worden.

Proefopzet en Resultaten.

Het lag in de bedoeling d.m.v. bewaard kiemkraehtig stuifmeel een voldoende vruchtzetting gedurende de wintermaanden te krijgen. Onder deze omstandigheden kan men wel bloemvorming en bloei constateren, maar de gevormde bloemen bevatten geen of slechts in zeer geringe mate stuif­ meel. Bovendien heeft dit stuifmeel veelal een zeer geringe kiemkracht. De volgende objecten werden vergeleken.

1 . Alleen trillen.

2. Trillen + bestuiven met bewaard tomaatstuifmeel.

3. Trillen + bestuiven met bewaard Lycopersicum peruvianum stuifmeel. 4. Trillen + bestuiven met bewaard Lycopersicum hirsutum stuifmeel.

De tomaatplanten werden volgens de in bijlage 2 opgenomen plattegrond uit-geplant.

Het te bewaren stuifmeel werd na het verzamelen gedurende 2-§ uur bij 15$

rel. luchtvochtigheid voorgeüroogd. Ha het voordrogen wond de bewaring

(3)

2.

de diepvries uit, waardoor de temperatuur in de koelbak tot +.4-7°C opliep. De buizen met stuifmeel werden toen (+,11 uur) in het koellichaam van de koelkast gezet om het stuifmeel zo vitaal mogelijk te houden. Om +_ 16 uur was de diepvries weer in orde. De buizen met stuifmeel zijn toen weer in

in de koelbak geplaatst. De kiemingspercentages van het vers gewonnen

zu n

stuifmeel üi in bijlage 3 opgenomen. De kiemkracht van het stuifmeel na de bewaring geeft bijlage 4« Duidelijk blijkt, dat de kiemkracht zeer sterk was achteruit gegaan, vooral het stuifmeel van Lycopersicum peru-vianum. Aangezien dit stuifmeel in andere proeven veelal juist wel gemakkelijk bewaarbaar bleek te zijn, moet deze enorme inactivering van het stuifmeel voor een groot gedeelte aaanhet oplopen van de temperatuur gedurende de bewaring worden toegeschreven.

Het lag in de bedoeling vooral de bloemen van de onderste trossen met bewaard stuifmeel te bestuiven. Helaas bleken alle 1e trossen volkomen waardeloos te zijn. Eiet één eerste tros kwam in bloei. Er werden zelfs geen gerste bloemen gevormd. De trossen waren steeds zeer klein en droog­ den volkomen in, waarna ze veelal afvielen. De 2e tros was slechts weinig beter. Bij de 3e tros kwam wel bloei voor.

De bestuivingen en het trillen vond vanaf 2 februari tot 20 mei plaats. Op de bestuivingsdata werd behalve het bewaarde stuifmeel ook vers ge­ wonnen stuifmeel te kiemen gelegd. Gedurende de eerste drie data was geen vers stuifmeel aanwezig, maar later werd wel stuifmeel gevonden. Aan­ vankelijk had dit vers gewonnen stuifmeel een iets lager kiemingsper-centage aan het bewaarde stuifmeel. Ha +_ 14 dagen gaf het vers gewonnen stuifmeel ongeveer gelijke of hogere kiemingspercentages dan het be­

waarde stuifmeel. Een verbetering van de opbrengst viel uus>nauwelijks

te verwachten als men deze cijfers bekijkt. Van § april tot 25 mei is de oogst genoteerd, (bijlage 5)« Daarna werden geen waarnemingen meer ver­ richt, omdat de planten er bizonder slecht bijstonden en een hoog per­ centage uitviel.

Hoewel de oogst met het nodige voorbehoud benadert dient te worden (enkelvoud, uitval en,z.) wordt toch wel de indruk gewekt, dat bij het begin van de oogst de bestoven groepen iets produktiever waren dan de groep planten, die alleen werden getrild (geen stuifmeel en later een te lage kiemkracht ?). Bij het eind van de waarnemingen was deze lijn niet meer te onderdennen. .Alleen bleken de met peruvianum bestoven planten in produktie achter te blijven. Aangezien de resultaten nog minder waren

(4)

3 .

(wat gewicht aangaat) dan bij (ie controle planten, kan dit wellicht even­ zeer aan andere omstandigheden worden toegeschreven dan aan de bestuiving met dit weinig kiemkrachtige stuifmeel. Anderzijds is het echter niet uitgesloten, dat bestuiving met dood stuifmeel de kans op bestuiving met het eigen kiemkrachtige stuifmeel verkleint, doordat de stempel reeds volledig "bezet" is.

De proefneemster s

Wil v. Ravestijn.

(5)

TàyL+ft. / .

PROEFSTATION VOOR DE GROENTE- EN FRUITTEELT ONDER GLAS te Naaldwijk. Tomaten in grindcultuur, nateelt 1959 ón winterteelt 1960.

Stellers G.P.A. van Holsteijn. Datum : s december i960.

Proefnrs

Dat er van de proeven met tomaten in grind en lava in het najaar van 1959 en in grind in het voorjaar van i960 geen verslagen verschenen zijn vindt zijn oorzaak in het mislukken van heide proeven, doordat het grootste deel van de planten reeds in een zeer jong stadium wegviel. Onderstaand zal een overzicht worden gegeven van de mogelijke oorzaken van het misluk­ ken van deze proeven en zal worden nagegaan met welke middelen dit in het vervolg kan worden voorkomen.

Het verloop van de proef in 1959»

Daar hij vorige proeven gebleken was, dat de concentratie van de

voedingsoplossing van zeer groot belang geacht kan worden op de groei en de vruchtzetting van de tomaten werd besloten verschillende concentraties met elkaar te vergelijken in grind en in lava. Op 24 juli werden planten van het ras Roba#, die opgekweekt waren in grind, uitgeplant - zowel in grind als in lava. De bedden met lava werden tweemaal daags bevloeid, terwijl de grindbedden driemaal daags bevloeid werden. Reeds na 5 dagen waren zoveel planten weggevallen, dat men besloot alles op te ruimen en opnieuw te be­ ginnen. Hiervoor werden planten genomen die opgekweekt waren in perspot. Ook nu gingen weer zeer veel planten na ongeveer een week dood, waarbij het opviel dat de planten in lava het moeilijkst weggroeiden en hiervan dan ook de meeste wegvielen. Beide keren bleek dat de planten in grond veel minder last van deze"ziekte" hadden.

Als mogelijke oorzaak van dit alles kan genoemd worden een te hoge temperatuur op de scheiding van grind en lucht, waardoor de planten als het ware gekookt werden. De meeste planten vertoonden n,l. op de stam precies boven het grind een bruine ring die wat stug aanvoelde. Hierdoor zou het te verklaren zijn dat.de planten in grond minder last"van deze "ziekte" hadden, omdat de warmte hier meer wordt geabsorbeerd en minder teruggekaatst. Tooh blijft de vraag waarom de planten in lava zo slecht weggroeiden, daar dit substraat toch eigenlijk tussen grind en grond in staat wat betreft de terugkaatsing van de warmte. Ook is het niet geheel duidelijk waarom juist bij die teelt in 1959 zoveel, planten wegvielen, omdat bij proeven in voor­ afgaande jaren daarvan geen hinder werd ondervonden. Het is helaas niet mogelijk hier een afdoend, antwoord op te geven.

Het verloop van de proeven in 1960.

Omdat er zulke goede resultaten behaald waren met de teelt van winter-tomaten in 1958 en daar de opkweekinstallatie in december weer beschikbaar moest zijn voor de opkweek van tomatenplanten voor de Floriade in Rotterdam, werd besloten nogmaals een winterteelt met tomaten op te zetten, waarbij in enkele bedden de zoutconcentratie van de voedingsoplossing verhoogd zou worden door toevoeging van NaCl.

Op 28 oktober werden planten die gezaaid waren in zand en toen een grootte hadden van + 3 om opgepot in grind. Na 10 dagen vielen er verschil­ lende planten weg, in sommige bakken zelfs 60^. Op dezelfde plaats werden andere planten gezet, doch ook deze werden allemaal binnen enkele dagen

aangetast -T.N.O.

(6)

Bijlage 2 . Plattegrond Steinerkas (no. 2) v. bestuivingspr. met "bewaard lycopereicum

stuifmeel. bed 5 contrôle 8x 7x 6x 5x 4x 3x 2x

1x

bed 6 x1 0 x11 x12 x1 3 x14 xi 5 xi6 beh 1 Haeh 2 ®8maat st.m. bed 1-8x 7x 6x 5x 4x 3x 2x 1 x 'bed x 9 x1 0 x11 x1 2 x1 3 x14 x15 x16 jbed 7 bed 8 8x X 9; 7x x10 6x x11 5x x1 2 4x xl 3 I 3x x14 2x X15 '• 1 X x16 ï; *Fëh 3 4 lyc.hirs.st.m. 8x u 6x 5x 4x 3x 2x 1 x 'bed x 9 x1 0 x11 x1 2 x13 x14 xi 5' x16i rails

(7)

K*\ 0) CÖ 'O •H pq ö td > Ö •H h <D -P <U X> U <D >

u

o o > O) •H 0) -p u o o CQ rH 0 0 a ch •H -P CQ 0) H3 1—1 0) n CÖ N JH 0) > ON • ips ö ON <1) T~ U Ö O •H £ O) Ö t3 a) i—i Ö rH CÔ f» N 05 -P <» M E*0 -H cd +3 ö a) o fn CD ft m -ri ho -p ä •H 0 a « 0) •rl CD W U gem. • a ft o gem. C\tt V| T-V CD|

vor k1 C\J| LP4 LT* r-|vO* O CMS KN| KM iry iKvosvû! -ri, t-t -ï—i vo| OOi 00; Q ^ C\JS hO* ^

VO • a ft o • • X> rQ • • • rH i—1 M . ... . . . ,Q fil fit fit fit fi

. . . £î '•—f rH rH i—1 i—i • • • • • • • JD rO fjQ rO rQ rO rO • • • • • « • rH rH rH rH i—1 i—1 rH VO • a ft o rçj ITN fH NA LT\ <D "3" v-î» VO O ON i- CD ON K\ UA LTN LTN VO "5d~ co on ir— T- c— O ^ CM CJ ITS Kt • a ft o • • rQ fit • • • rH rH U VO U 00 Vû CD C\J IfN !> . . .

fit fit fil fit fil fit

. . . 1—1 £i 1—Il—1 (—Il—1 00 CM GO CM t— CM CM CM LP* VO LTN LfA

• • • • • • •

fil fit • • • • • • • tO fil fit fit &

H H rl rl H H H R- CD T- CO ON O vfl •<J" ^ CM •<- N"N LT\ KA ITS Kt • a ft o • • RO & • • 1—1 1—1 . . . * . .

fii fii fit fii & , a

. . . i—1 i—li—li—I i—1 i—i

• • • • • • •

Q ,a fi fit fit fit fit

• • • • • « • rH rH rH rH rH rH rH ITS Kt • a ft o ON T~ T-LPs N\ CM K"\ CD CM KN LT\ "3- T- T- fil VO M3 -si- f- O ^ ^ CM X\ KN LPs KN LTN LT\ T- ^ T- LTN KN • a ft o & • • rÔ rH rH h "xi CO U CD O \0 0 CM CM !> . . .

fit fil fil fil fil • » • • • • £1

1—Ii—1 rH 1—Ii—Ii—1 • • • • • • • rH rH rH rH rH rH rH KN • a ft o & • • rÔ rH rH h "xi CO U CD O \0 0 CM CM !> N"\ CM CVI O w ^ trvxO ir\ vo O CM KN O CM 00 CM LP\ t- LPs ^ LPS (M opm. • • ^ ,-Q • • rH rH • » • • • •

& & & & & fii • • • • • •

rH ^ i—1 rH rH i—1 • • • • • • • |û P ,û P • • • • • • • rû P i 1 1—1 PJ 1—Il—Il—1|—1 (M T£. O LT\ *vj- t— h- IA IA CM O O O VO t>- VO KN N"\ LPv LTN VO IT\ •vO hC\ ^1- ON r- CD KN KN : P\ CM ^l" KN -=J-•*— opm.j • « & • • rO rH rH • * • • • • fi fit fi fit fi fi . . . t—Ii—Ii—Ii—Ii—Ii—1 • • • • • • • rC3 . . . fil fi fil fi fil fi

i—1 r—1 i—1 rH !—1 rH i—1

•*—

o

•QFVÛ O O

IA W (A r- LfN VO NA N"\ CM "^l" ^J-VO VO O VO t— 00 •>}- T- IA T-"Si" IT\ T- (A KMAKN

datum vo vo r— r— i i i i Cvi CTWO CD CD CD CO 00 ON ON 1 1 1 1 1 1 ""3" VO CO r- fA "t M CM CM KN ON ON ON ON ON ON ON 1 1 I 1 1 1 1 00 O "vt" Lf\ VO t— T— T— T— T— t— 1— C\i 110 1 s KN VO i- CM KN 00 EH £"4 EH SJ -p -p -p -p ^ LT\ t~-r t~-r CM EH EH EH EH VO o\ ON ^1* CO 0"\ T- CM l<"\ "=3" *4" PH P4 PM f*H -P -P -P -P -P -P O t-O O Ifi T— T— T- K\ ->3- -=^-PM P-I ^ C— C— VO 00 -=3" ON T- CM KN w w a w M a -p -p -p -p -p -p -P O 00 CD t— KN T" UN T- T- CM KN ^ w w a M s a w o u o 2 f-+ -O T--p o +1 +3 a CQ o •H • © P< S +5 0) CD -P Cd <D 0) ta) a • cd -P tö XI cd o cö •H U i—1 0) i—1 QÛ CD O 0) Q) -P U <D 0) £î 0 Ö £! O •H • fl fH •H cd 2 03 Q> T- -tt •H T" o U + 1 -p > + 1 o Qi <D + 1 n a •H O 0) 'T3 i—1 0 ••-i 0) a) i 0) •H "d à ä «H Pî •H a cd 0) î> -P a> CQ U o O -P •rH p O) "TJ O ä a ». - d CQ 0) 0 0 N •H •H U CQ > •H rû P4 0 •H 0) •H U P •T* cö 0 • 0 Ö Ö T? CD •o ft O •H ON 1 1 CM 0) U 0 ft P4 0 O O * al i

(8)

Bijlage 4.

Kiemingspercentages. kieming

waard s '

sdata, be- .Bewaring. vers

s tuil meel. kieming

waard s '

t.meel. tomaat peruvianum ïïirsutum

vers s tuil meel. kieming waard s ' t.meel. voor ! na voor na voor na vers s tuil meel. 2/2 (1) 62 15 35 3 41 22 - V 4/2 (2) 62 13 35 4 41 25 - | 9/2 (3) 62 16 35 0 41 17 ~ I 12/2 (4) 62 28 35 3 41 36 22 15/2 (5) 62 16 35 2 47 8 3 I H/2 (6) 62 0 35 0 47 21 1 ! i 19/2 (7) 62 21 35 1 47 11 2 j 22/2 (8) 62 16 35 0 47 13 7 -! 24/2 (9) 62 23 35 1 47 22 20 S 26/2 (10) 62 35' 35 0 21 10 48 j 29/2 (11 ) 62 20 35 0 21 12 32 f 2/3 (12) 62 51 35 0 21 17 15 4/3 (13) 62 21 35 0 21 12 22 j 7/3 (14) 31 28 35 0 21 2 22 | 9/3 (15) 31 18 35 0 21 5 26 l 11/3 (16) 31 6 35 1 21 12 15 14/3 (17) 31 0 51 3 21 7 12 I 16/3 (18) 31 10 51 9 46 18 20 j 18/3 (19) 31 3 51 9 46 20 48 j 21/3 (20) 31 8 51 5 46 11 22 S 23/3 (21 ) 31 12 51 8 46 11 1 5

Î

25/3 (22) 31 18 51 14 46 7

h

11 -4 28/3 (23) 31 5 51 7 46 8 13

I

30/3 (24) 31 8 51 11 46 11 1o i 1/4 (25) 31 5 51 32 46 34 22 4/4 (26) 31 8 51 12 46 14 15 6/4 (27) 31 4 51 21 46 11 8

f

8/4 (28) 31 21 51 14 38 22 12 ! 11/4 (29) 31 6 51 4 38 13

i

1 0

f

13/4 (3D) 31 4 56 12 ! 38 12 19 1 15/4 (31) . 5$ }Ö 56 31 ! 39 23 ? 20/4 (32) 31 6 56 11 ! 58 6 10 : 22/4 (33) 31 4 56 9 38 13 16 ; 25/4 (34) 31 12 56 13 ! 38 8 \ 8 I \ 27/4 (35) ! 31 -V2 56 1 -V0i 38 -J2 -Vr, 29/4 I (36) ; 31 10 56 30 I 38 6 ; 16 2/5 f (37) 28 7 56 1 5 1 4 8 4 : 17 6/5 f (38) 28 5 56 20 48

i

13 15 9/5 (39) 28 I 4 56 13 48 9 19 V. = Geen stuifmeel. 1

(9)

Bijlage 5.

Bed 2. Tomaatstuifmeelbest.

Bed 3. -bye, peruvianum

datum datun datum da tun

aant gew. 0,3,11 "t \ gew. aant. ; «ew. aant. gew.

1/4

'{

1/4

. 14pl.

8/4 19

550

Ï

8/4 15

48O

I

U/4

18 300.'

37

850

13/4

.7

400 t.:

22

880

19/4 27

1

lOcP-

64 1950

19/4 30

' m o 52

199O

22/4 34

1400 22/4

25

1050

26/4 31

1530 26/4

45

2040 $ 'I

27/4 40

2160

27/4

29

1350

i

28/4

46 2390

215

9430

28/4 45

.2.15,0

j

196

8580

2/5 71

3500

2/5 71

3110

4/5 51

2500

337

15430

4/5 30

1440

297 1313O

6

/5 25

11 00

6/5

48

1950

9/5 39

1770

9/5 37

1740

I726O 11/5

13

500

4M 18800

11/5

3,...

440 « 391

I726O

13/5 13

" 380

13/5

19

740

14/5

6

pOO

14/5

7

180

16

/5 14 090

16/5

10 34O

18/5

ö

280 455

2045O

18/5 15

56O

442 19080

20/5

0

2p

980

20/5

7

25O

21/5 13

520

21

/5

7

32O

23/5

23

/5 14

550

25/5 10

440 503

2239O 25

/5 18

i 30 488 , 2093O

Bed

4

Lyc-hirsutum

j

Bed 6 controle

1

/4

1/4

e/4 D 350

8/4

3

120

13/4

25^

280

15

630

13/4

2

. 70

5

190

19/4 25^ 850

38

I40O

1

y/4

1 2 ...

. 470

17

660

22/4

20

950

22/4 385pl

1350

26/4

16

710

26/4 385pl

I960

27/4

28

1550

27/4 20

IO5O

28/4 22

1

500

124 619O

28

/4

32

1930 136

6950 2/5

49"

2810

2/5 34

1940

4/5

34

185Q_ 207 10850

4/5

56

3000 226 11890

! 6/5 67

31 20 '

6/5

60

325O

! 9/5

61

269O

9/5 57

279O

11/5 44

1.9.9Q 379

19650

11/5 19

I29O

362 ; 19220

13/5 31

1420

13/5 30

I33O

U/5 17

840

H/5 11

510

i

I

16/5 22

940

16/5 i 17

850

i I

18/5 39

1380

488 24230i

I 18/5

!

15

1

640 1 1 4 ' 6 4 0

435

22550 Î 20/5

' 9

400 It ! 20/5 !

15

1

640 1 1 4 ' 6 4 0 1

i

21

/5 i 9

360 ' 21/5 : 5 180 I -23/5 10

360

23/5

» 10

i

84O >

'25/5

14

520 ! 530

25870

25/5

: 26 ... . 1.0.80 '

490

25290

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1°. Die Volumenverringerung des frischen Holzes verläuft zwar, wie die Gewichtsabnahme im Anfang a m schnellsten, jedoch geht diese Schwindung viel allmähliger vor sich als

Het streven naar duurzaamheid betekent in deze context dat we niet (teveel) moeten interen op deze hulpbronnen, zodat ook toekomstige generaties in hun behoefte naar welvaart

Arboretum. juist in dien tijd had ik het genoegen den energieken man te ontmoeten. De toen 51-jarige maakte een !evens-.. Hij was van een breedgeschouderde,

Maak afspraken over waar de gemeente wel en niet over spreekt met journalisten. Maak vooraf met de initiatiefnemer duidelijke afspraken over wie de persvoorlichter is en wat de

cycle components of housing starts significantly differ from one in case of ordinary standard errors, they do not significantly differ from one when we do not include an intercept

The observation that the rs4349147 KO cells −/− and −/A Drs4349147 display similar susceptibility to infection as G/A and G/− cells, despite the fact that IL-32 expression is

By incorporating intima material heterogeneity in the FE computations and performing a parametric study on local material properties with approximately 1200 simulations, the

NB dit overkoepelende Informatieblad omarmt verschillende instrumenten met gedeelde generieke kenmerken: curatieve bestrijding, fixeren en isoleren van de overlast-veroorzakende