• No results found

Computerondersteuning bij het leren begrijpen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Computerondersteuning bij het leren begrijpen"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Citation for published version (APA):

Elst, van der, J. H. A. M. (1985). Computerondersteuning bij het leren begrijpen. (DCT rapporten; Vol. 1985.041). Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1985 Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

Commterondersteuninu bij het leren beurijpen.

J.H.A.M. van der Elst

Technische Hogeschoo 1 Eindhoven Afdeling Werktuigbouwkunde

Vakgroep Fundainentele Werktuigbouwkunde WFW 85 .U41

Eindhoven I augustus 1 9 85

1. Inleidinu

Dit rapport handelt over het onderzoekprojekt dat op basis van de notitie van J.D.Janssen[A] “Heroriëntatie op het werktuigkundig onderwijs als gevolg van computergereedschap” in oktober 1983 is gestart. Ongeveer twee jaar later en a l s afsluiting van mijn bijdrage aan dit projekii zal ik iri dit rapport een samenvatting geven van wat er zowel op de THE als de HTS-Venlo, binnen mijn gezichtsveld, aan computerondersteuning in het kader van het onäerwijs-ieerproces is gerealiseerd. Bovendien z a l in dit rapport aandacht worden besteed aan de wijze waarop de computer kan worden ingezet in het onderwijs-leerproces van de studenten binnen het Technisch Hoger en Hoger Technisch Onderwijs. Hierbij zal ik gebruik maken van de onderwijs-leer theorieën gebruikt door Wetkes en Pilot[Z], de Jong en Ferguson[3] en Rockart en Scott MortonC41. Deze theorieën vullen elkaar volgens mij voor een groot deel aan.

2. Onderwiis-leer theorieën

In het onderwijs aan de TH en het HTO neemt het leren oplossen van problemen van natuurwetenschappelijke aard een centrale plaats in. Daarom concentreer ik mij in dit rapport op het leren probleem- oplossen. In dit onderwijs moeten volgens Mettes en Pilot

(3)

een aantal onderwijsfunkties worden vervuld. Deze zijn: 1

.

aanbrengen van de oriënteringsbasis

2 . fasegewijze oefening 3 . toetsing

4 . terugkoppeling na het toetsen

ne Jong en Ferguson maken onderscheid tussen de verschi.llende soorten kennis, die een rol spelen bij het leren probleemoplossen. Deze zijn:

1 . declaratieve kennis 2. procedurele kennis 3 . strategische kennis

4. kennis van de probleemsi.t.uatie

Rockart en Scott Morton geven aan hoe men ervoor kan zorgen dat deze verschillende soorten kennis een gelntegreerd geheel gaan vormen van de cognitieve structuur van de student.

Test impli.cations of concepts in new situations

Acquire basic new

knowledge-factsfskillsf processes,concepts,etc

\

Embed new knowledge through reflection, practice, etc.

into existing concepts and generalizati.ons

In bovenstaand schema herkent men weer de onderwijsfunkties van Mettes en Pilot. Volgens mij moet. het "krj.ngproces" dat door Rockart en Scott Morton beschreven wordt, ook worden toegepast bij het aanbrengen van een goede orisnteringsbasis bij de student. In

(4)

deze oriënteringsbasis moeten alle soorten kennis, die door de Jong en Ferguson genoemd worden, aanwezig zijn. Hierbij wil j-k nog eens benadrukken, dat een goede oriënteringsbasis betekent dat er reeds een zekere mate van integratie van concepten, relaties, et.c.

in de cognitieve structuur moet hebben plaatsgevonden, voordat men zinvol kan gaan beginnen met de onderwijsfunktie "fasegewijs oefenen", waarbij het oplossen van complexe problemen centraal staat. Indien deze i.ntegratie heeft plaatsgevonden zal deze oriënteringsbasis voor de student tijdens het oefenen goed toegankelijk zijn. In dit projekt is de computer voornamelijk ingezet om een goede orihteringsbasis bij de student aan te brengen. Tevens is er ook geoefend in probleemoplossen m.b.v. de computer. De wijze waarop de computer werd gebruikt kan men veelal "simulatie" noemen. Er is vaak gebruik gemaakt van software, die ook in de beroepspraktijk van de ingenieur wordt toegepast. Hierdoor raken de computertoepassing als doel en het computer- gebruik als middel geïntegreerd. Een andere reden om de computer j.n te zetten is het vergroten van de motivatie van de student, door deze een oriëntatie te geven op de wijze waarop een modern werktuigbouwkundig ingenieur functioneert.

In dit projekt wordt de computer dus niet gebruikt om de docent te vervangen, maar als een extra facili.teit voor de student bij het leren begrijpen van de concepten en relaties, die in het te onder- wijzen vakgebied een rol spelen.

3. Inzet van de computer in het onderwijs-leerproces.

In het reyulj.ere onderwijs op de afd. W van de THE is de computer in het kader van het hier besproken projekt ingezet bij de on- derstaande vakken:

- Discrete Mechanische Systemen THE/Afd.W trim. 1.1

- Werktuigkundig Fysisch Praktikum THE/Afd.W trim. 1.1

- Inleidj-ng Dynamica THE/Afd.W trim. 1 . 3 - Werktuigkundig Regelen 1 THE/Afd.W trim. 2 . 3

(5)

Op de afd. W van de HTS-Venlo zijn handleidingen en software ontwikkeld in het kader van de vakken Meet- en regeltechniek, Machineonderdelen en Computer aided design.

3.1 Discrete Mechanische Systemen

Dit vak wordt gedoceerd in het eerste trimester van het eerste studiejaar. Een van de onderwerpen is een inleiding in de methode der eindige elementen. Studenten moeten in staat zijn om een- voudige lineaire vakwerken m.b.v. de methode der eindige elementen door te rekenen. Bovendien moeten ze inzicht krijgen in de ach- tergronden van deze methode. Tijdens een instructiemiddag hebben de studenten gewerkt met het eindige elementen programma RUBSIC.

De onderwijsfunkties, die we hiermee proberen te realiseren zijn:

-

het aanbrengen van een goede oriënteringsbasis

-

fasegewijze oefenen

De inzet van de computer j-n dit vak is geëvalueerd[5]. Op basis van deze evaluatie is besloten om deze instructiemiddag weer op dezelfde wijze te laten plaatsvinden in het studiejaar 85-86. Dit kan gepaard gaan met een onderzoek naar de optredende leereffecten en de relatie tussen deze leereffecten en de vormgeving[6] van de onäerwijs-ieer situatie. fie toetsen voor U i t ondeizoek zijn gereed.

3.2 Werktuiakundia Fysisch Praktikum en Inleidina Dynamica

Bij het Werktuigkundig Fysisch Praktikum (WFP) werd de computer vooral gebruikt om studenten te oriënteren op het gekozen vak- gebied en hen voor de studie te motiveren. Bij Inleiding Dynamica daarentegen werd de computer ingezet voor het verbeteren van de 0riënteringsbasi.s. Voor beide toepassingen maakten we gebruik van dezelfde software. Geprobeerd is om een koppeling te leggen tussen beide vakken wat betreft het onderwerp massa-veer systeem[7]. Deze koppeling tussen deze twee vakken is niet volledig gelukt[8]. Op basis van de evaluaties is besloten om in het kader van WFP specifiek aandacht te besteden aan parametervarj.at.ie. Daartoe is het gebruikte programmapakket uitgebreid met 2 onderwerpen uit de

(6)

VWO-natuurkunde: gaswetten en electriciteitsleer. Er is voor deze onderwerpen gekozen omdat ze uitgebreid op het. VWO aan de orde zijn geweest. Hierdoor kan de student zich volledig concentreren op de commandostructuur van de gebruikte software, zoals deze vaak voorkomt bij interactieve software op de afd.W van de THE en op het begrip parametervariatie. Het ziet er op dit moment naar uit dat voor het studiejaar 85-86 de inhoud van de praktika waarvoor de vakgroep WFW verantwoordelijkheid draagt en waar de computer wordt gebruikt er als volgt uitziet:

-

1. Ruimtelijk inzicht (VIEW) Parametervariatie (GASELEC) 2. Massa-veer systeem 1 (FYIO)

3. Massa-veer systeem 2 (FY10)

Omdat studenten vanaf het begin veel werken met het PRIME- computersysteem stel ik voor om een inleiding te geven in het gebruik van het PRIME Operating System (PRlMOS). Hierbij kan volstaan worden met een zeer eenvoudige inleiding van ongeveer 60 min. Het praktikum massa-veer systeem 2 kan voor een groot gedeelte vervallen. Bi] het praktikum massa-veer systeem 2 wordt namelijk ingegaan op een systeem van 2 massa's

,

2 veren en 2 áempers. Komt in de rest van hei: eerste studiejaar niet meer aan de orde. Het programmapakket dat zowel bij WFP als Inleiding Dynamica gebruikt werd, leverde enige problemen o p . Het: programma is zodanig gewijzigd dat ùeze problemen

,

naar verwachting, niet meer zullen optreden. Voorgesteld wordt dan ook, tevens gebaseerd op de evaluaties, om het programma pakket zowel Isij WFP als Inleiding Dynamica in het studiejaar 85-86 te gebruiken. Hierbij stel ik m.b.t. het WFP, de volgende onderverdeling voor (eventueel voor het studiejaar 86-87):

Dit

-

1. PRIMOS en VIEW

-

2. Parametervariatie

(7)

3.3 Werktuiukundiu Reuelen 1

Bij het vak Werktuigkundig Regelen 1" in het derde trimester van het tweede studiejaar is de computer vooral toegepast om een meer betere orienteringsbasis te krijgen. Bovendien is de computer gebruikt in het kader van het oefenen in probleemoplossen. Deze inzet van de computer is geëvalueerd[9]. Tevens i s er in [SI een voorstel gedaan m.b.t. de inzet van de computer bij dit vak voor het studiejaar: 35-86.

4. Voorbereidinu van nieuwe computertoepassinaen.

In het kader van dit projekt is er t.b.v. de HTS-Venlo program- matuur ontwikkeld en zijn er handleidingen geschreven. Deze soft- ware en handleidingen zullen worden gebruikt bij de vakken Hachine-onderdelen en/of Computer aided design en Meet- en regel- techniek.

4.1 Machine onderdelen o f CAD

Door H.W.A.Janssen is een handleiding geschreven om het eindige elementenprogramma RURSXC (ATSFEM) te gebruiken in het tweede studiejaar op de HTS. Rubsic is een interactief programma dat zeer gebruikersvrj.endelijk is. Tevens is er een programma ontwikkeld, waarmee de student de z.g. "vergeet-me-nietjes" vergelijkingen van een statisch bepaalde of ( en dit is veel interssanter) statisch onbepaalde constructie kan invoeren, waarna dit programma de onbekende grootheden uitrekent[lO]. Dit laatste programma kan worden toegepast in het huidige onderwijs om ervaring te krijgen in het doorrekenen van staafconstructies zonder dat er teveel tijd verloren gaat met standaard rekenwerk. Het eindige elementen methode programma kan alleen zinvol in het onderwijs worden ge- bruikt als "het kunnen werken met deze methode en/of inzicht hebben in deze methode" als doel van het. onderwijs wordt. opge- nomen.

(8)

4.2. Meet- en Reueltechniek

Op de HTS-Venlo zijn de pakketten PSI en TRIP beschikbaar. Boven- dien is een TARDIS-systeem aanwezig en een tweede in bestelling. T.b.v. het vierdejaars onderwijs in de Weet- en Regeltechniek op de HTS-Venlo zijn door M.Poels handleidingen bij deze pakketten geschreven. Bij dit vierdejaars onderwijs is "het leren gebruik maken van de computer bij het analyseren en ontwerpen van regel- systemen" ineer een doelstelli.ng van het onderwijs dan dat de computer: wordt gebruikt als een onderwijsmiddel. Alle vierde jaars studenten zullen gebruik gaan maken van PSI, TRIP en TARDIS in het studiejaar 85-86.

In het tweede studiejaar willen we ook gebruik maken van de pakketten PSI en TRIP. En het tweede studiejaar richten we ons echter meer op het aanbrengen van de orienteringsbasis van de student[Il]. Dus dan wordt de coinputer meer gezien als een onder- wijsmiddel dan als een onderwijsdoel. Een probleem was echter dat het leren werken met de pakketten te veel tijd van de student vergt. Om deze reden is er een nieuw pakket EASYPSI ontwikkeld. Uit pakiret maaki gebruik van het pairiet Psi en van het TÀEiDiC

systeem. EASYPSI is een menu-gestuurd programma, dat zeer gebruikersvriendelijk is. Zoals ook bij de andere toepassingen spelen grafieken een belangrijke rol[l2]. Het is de bedoeling dat in het studiejaar 85-86 alle tweede jaars studenten tenminste een maal met EASYPSI zullen werken. Dit is echter te weinig om een belangrijke rol te spelen bij het opbouwen van een goede orienteringsbasis. Er zal dan ook geprobeerd worden om het systeem ook beschikbaar te stellen in de zelfstudie tijd van de student.

5. Conclusies en aanbevelinuen.

Uit een groot aantal onderzoeken blijkt dat op dit moment het vervangen van de docent door Computer Ondersteund Onderwijs over het algeineen nog niet zo succesvol is[13]. Indien men echter gebruikt maakt van de specifieke kenmerken van een computersysteem

(9)

en de mogelijkheden hiervan, dan kan de computer wel zinvol worden ingezet in het onderwi.js-leerproces[l4]. Een voorbeeld hiervan i s de door een docent begeleide simulatie. Laurrillard[lS] stelt dat hierdoor verdieping van het inzi.cht in de concepten en rela- ties, die een belangrijke rol spelen in het betreffende vakgebied, plaatsvindt. Met andere woorden het "gevoel" om op het juiste moment die concepten, relaties en procedures toe te passen, die de oplossing van een probleem naderbij brengen, wordt vergroot. Dit wat hier "gevoel" genoemd wordt is volgens mij duidelijk gerela- teerd aan datgene wat de Jong "kennis van de probleemsituatie" noemt.

een

Door allerlei (zonder computer langdurige) berekeningen te laten uitvoeren door de computer, kan de student het geheel beter blijven overzj.en en kan hij zich beter concentreren op de wezen- lijke aspecten van de oplossingsmethode. Hij kan meer tijd besteden aan het interpreteren van de verkregen resultaten en kan reeds in een vroeg stadium in het curriculum een gefundeerd kriti.sch oordeel geven over de validiteit en betrouwbaarheid van de toegepaste modellen. Simon[16] rapporteert over een succesvolle toepassing van "simulations anä modeiiing" in het wetenscirappëiljk onderwijs in W. Duitsland.

Indien men zowel op de TH a l s op de HTS de computer meer wi.1 integreren in het onderwijs-leerproces van de student, dan zal dit wel betekenen dat men het onderwijs anders moet organiseren. Hierbij denk ik, dat- bijv. op de afd. Werktuigbouwkunde van de THE het aantal college-uren verminderd moet worden. In plaats van het volgen van deze colleges zal de student meer tijd gaan besteden aan het werken met computersoftware, die het leerproces van de student ondersteunt. Deze software zal in eerste instantie gericht zijn op het verdiepen van het inzixht in de kennis van de probleemsituaties, declaratieve en procedurele kennis, welke i.n een hoorcollege en/of d.m.v. schrifteli.jk studiemateriaal wordt aangeboden. Hierbij denk ik dan vooral aan simulaties welke d.m.v. schriftelijke studiematerka1 en/of door een docent worden

(10)

begeleid. Deze toepassing is vooral gericht op het aanbrengen en operationaliseren van de orienteringsbasis.

Men zal de computer en/of de software ook beschikbaar moeten gaan stellen aan de student voor gebruik bij zijn zelfstudie. Mijn mening is dat de computer steeds meer door de student gebruikt zal worden voor allerlei doeleinden die met zijn studie te maken hebben. Men ziet nu a1 dat er zeer veel gebruik gemaakt wordt van het beschikbare computersysteem om verslagen te maken. De student kan daardoor veel meer aandacht best.eden aan de kwaliteit van een verslag. Uit een onderzoek in de Verenigde StatenCl71 blijkt dat studenten veel interesse hebben om het gebruj.k van hun personal computer te integreren j.n hun studie. Een knelpunt hierbij was echter het. niet beschikbaar zijn van goede software. Men zal dan ook veel aandacht moeten besteden aan het ontwikkelen van der- gelijke software. In het hierboven aangehaalde onderzoek wordt de komst van de computer vergeleken met de opkomst van de televisie. Door de komst van de televj.sie gingen khderen veel tijd besteden aan het kijken naar dit medium. Vervolgens werd dit medium, eventueel met gebruik van een videorecorder, ingezet bij het onderwijs. Deze inzet was echter zo beperkt dat dit geen wezen- lijke verandering bracht binnen het onderwijs, maar wel het onderwi.js indirect beinvloedde doordat de tijdsbesteding van studenten veranderde. Ik vraag me echter af, waarom, nu er in een groot aantal prive-huishoudens reeds een videorecorder aanwezig is, we in onze studie-bibliotheken geen uitleen hebben van videoprodukties, die kunnen worden gebruikt bij de zelfstudie van de student. In dat geval zal het onderwijs wel veranderen. Ook kan ik mij voorstellen dat er in de nabije toekomst uitleen plaats zal vinden van educatieve software voor Personal Computers.

De computer kan ook worden ingezet tijdens instructies waarin het oefenen centraal staat. Wat de HIPS betreft zal men klassikaal moeten kunnen werken met de apparatuur of men zal ook hier tot een geheel andere organisatie van het onderwijs dienen te komen, dj., lijkt op de voorgestelde vorm op de THE. Hierbij dient men niet in

(11)

een valkuil te vallen door alleen de groepen te vergroten en instructj-es in te voeren. Dan krijgt men dezelfde problemen, die het Wetenschappelijk Onderwijs reeds decennia lang kenmerken: lage slagingspercentages en grote studievertraging.

Bij de ontwikkeling van de benodigde software kan men gebruik maken van software, die beschikbaar is in de beroepspraktijk en/of voor het wetenschappelijk onderzoek is ontwikkeld. Deze zal vaak voor een gedeelte moeten worden aangepast t.b.v. de specifieke doelstellingen van het onderwijs. Wat de apparatuur betreft kan men voor een groot aantal toepassingen gebruik maken van een Personal Computer met goede grafische mogelijkheden. Deze com- putersystemen dienen wel beschikbaar t.e zj.jn op het moment dat. men de computer op een breed terrein in het onderwijs-leerpzoces van de student wil inzetten. In het studiejaar 64-85 ontstonden er nog te vaak problemen bij het inroosteren van het computergebruik op het gewenste inoment. Bovendien moest er vaak gelmproviseerd worden.

Een andere mogelijkheid om de computer in het onderwijs toe te passen is in de vorm van C A ï i Computer Assist& instrüction i . Hi.erbij wordt de computer als tut.or gebruikt. Op een aantal HBO- instellingen loopt op dit moment een projekt, waarbij de computer wordt gebruikt om studenten vraagstukken uit de wiskunde, natuur- kunde en scheikunde te leren oplossen. (SCOOR) Dit projekt is enige jaren geleden gestart in het kader van de aansluitingsproblematiek tussen HAVO en HTS. Van dit projekt is een evaluatie beschikbaar[l8]. Ui.t deze eva1uatj.e blijkt niet dat CAI beter zou voldoen als onderwijsmethode dan de conventionele methoden. Men beveelt dan ook aan om verder onderzoek te verrich- ten naar de effektiviteit en de efficiëntie van CAI. In een aantal gevallen zal CAI een zinvolle plaats weten te vinden in het onderwijs, maar dan vooral voor die doelstellingen waar algo- rithmisch probleemoplossen centraal staat. Ook voor trainingsdoeleinden lijkt dit een zeer geschikte methode. Bij de RABO- bank wordt deze methode uitgebreid gebruikt bij het opleiden

(12)

van balie-personeel. Op de THE afd.W zou men kunnen denken aan doelen zoals het oefenen in het leren rekenen met matrices. Om de mogelijkheden van CAI na te gaan is het auteurssysteem MCSD( Modulair Cai System Delft ) zowel op de THE als de HTS-Venlo aangeschaft[19,20]. M.b.v. dit systeem kan de docent zelf les- materiaal t.b.v. CAI ontwikkelen. l3j.t auteurssysteem i s op een groot aantal computersystemen te gebruiken( bijv.: PRIME, IRM-PC, etc.

1 .

In het kader van het hier beschreven projekt is er nog geen gebruik van gemaakt. Dit was ook niet de bedoeling en ik wil ook adviseren om het in het kader van dit projekt niet al te veel te doen. Van de andere kant moet men er wel rekening mee houden dat het bestaat en in een aantal gevallen zou men er ook op de THE gebruik van kunnen maken. Het onderzoek op de THE moet echter vooral gericht zijn om het door ons zo yenoenkde Computer Geïntegreerd Leren.

De inzet van de computer in het studiejaar 84-85 op de afd. W van de THE is over het algemeen positief verlopen. Wil men de computer echter nog meer inzetten dan moeten daarvoor ook de voorwaarden worden gecreëerd. Begeleide simu1ati.e en modelvorming is zowel voor de TH aïs het Ï-ïTû de meest geschikte wijze on d ë coniputer i n

het regulier onderwijs t.b.v. het onderwijs-leer proces in te zetten. Bovendien kan mijns inziens de computer worden ingezet bij de zelfstudie van de student. Bij de inzet van de computer moet men zich wel voortdurend laten leiden door:

I. De doelstellingen van het onderwijs

2. De onderwijsfunkties die men wil en moet vervullen

3 . De wijze waarop de studenten gebruik maken van de aangeboden onderwijsmethoden

4. ne leerprocessen die kunnen worden gestimuleerd m.b.v. computertoepassingen.

Op het gebied van deze stimulerhg van leerprocessen in relatie met het gebruik van de computer vindt op dit moment onderzoek plaats door K.Samson van de groep Onderwijsresearch van de THE.

(13)

Literatuur

1. J.D.Janssen

Her0rj.entatj.e op het werktuigkundig onderwijs als gevolg van het computer gereedschap

Vakgroep fundamentele werktulgbouwkunde Eindhoven, oktober 1983

2. C.T.C.W.Me@tes en A.pilot

Over het leren oplossen van natuurwetenschappelijke problemen CDO/TH Twente

Enschede, maart 1980

3. T.de Jong en N.G.N.Ferguson-Hessler Cognitieve structuur en probleemoplossen onderafd. W & M / THE

Eindhoven, februari 1984

4. J.F.Rockart en M.S.Scutt Morton

Computers and the learning process in higher educati.on The Carnegie Commission on Higher Education, 1975

5 . J.H.A.M. van der Elst

De integratie van het computergebruik bij het vak DMS; een eerste onderzoek

WFW G5.017/TH Eindhoven Eindhoven, januarj. 1985

6 . J.H.A.M. van der Elst

Onderzoeksopzet van het project

li de integratie van de computer in de fundamentele vakken van

het. Technisch Hoger en Hoger Technisch Onderwi js" WFW 85.018/THE

(14)

7 .

8.

9.

J.H.A.M. van der Elst

Verslag van de resultaten op de retentietoets

'I massa-veer systemen I'

WFW 85.029 / THE Eindhoven, mei 1985

J.H.A.M. van der Elst

Computergebruik bij het vak It Inleiding Dynamica I'

WFW 85.038 / THE Eindhoven, juni 1985

J.H.A.M. van der Elst

ne inzet van de computer bij het vak Werktuigkundig Regelen I WFW 85. 039 /THE

Eindhoven, juli '1485

10.H.W.A.Janssen

De computer geïntegreerd in het mechanica-onderwijs Afstudeeropdracht W85-02/ HTS-Venlo

Eindhoven, juni 1985

ll.J.H.A.M. van der Elst en N.Poels

De computer geïntegreerd in het; onderwijs-leerproces; Een voorbee1d:Meet- en Regeltechniek

In i -Werktuigbouwkunde no.8-1985 2

12.N.Poels

De computer geïntegreerd in het. onderwijs Afstudeeropdracht W85-03/ HTS-Venlo

Venlo, juni 1985

13.J.A.Rulik,C-L.C.Kulik and P.A.Cohen

Effectiveness of Computer-based College Teaching: A Meta-analysis of Findings

Review of Educational Research no. 50 University of Michi.gan, 1980

(15)

14.D.A.Tawney(ed)

Learning through computers; an introduction to computer as- sisted learning in engineering, inatliematics and the sciences at tertiary level

National Development Programme en Computer Assisted Learning NDPCAL, 1979

15. D. Laurrillard in

J.Nc.Kenzie,L.Elton,R.Lewis(ed)

Interactive Computer Graphics in Science Teachhg London,1978

16.H.Si.mon (ea)

Computer Simulation und Modellbildung im Unterrjcht Uni.versitat von TÜbbingen

Oldenbourg,1980

17. I, .R. Caporael

College students'computer use

Journal of Higher Education, Vol.56,No.2(maart,april 1985)

18.M.H.J.Klopman-Beyers; Evaluat.iegroep SCOOR HBO/THT Eva1uatj.e

modellen in het HBO Enschede

,

mej. 1985

van de eerste reguliere invoering van TAIGA-Wi.skunde

19.C.van der Mast A Mu&Gp&* CAT; Sy;.teiii in :

N. Rushby ed 1

Selected Readings in Computer Based Learnhg London,l981

20.C.0.DeelstrarC.van der Mast en E.Winke1 Handleiding voor PLANIT

Vakgroep informatj.ca, TH Delft Delft, 1983

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Echter, een groot deel van de potentiële lerenden die in het kader van levenslang leren willen verder studeren in het hoger onderwijs worden niet gevat door deze

Gelet op de overweldigende steun voor de schikking en het zeer beperkte aantal opt-out kennisgevingen dat tot dusver ontvangen werd, heeft de raad van bestuur van Ageas tijdens

Nu is er een “trucje” om er maar 1 te hoeven gebruiken men kan bijvoorbeeld een 1 als rest heven bij de optelling van de eerste bit wanneer men wil aftrekken hierdoor moet er

Niveau VMBO - BASIS Leerjaar 2020-2021 Schooljaar 4 Docent(en) EliS Methode Edu4all Hoofdstukken Deel C en deel D..

Eerst wordt geoefend met een bestaande dialoog, waarin Karin en Mohamed zichzelf voorstellen aan elkaar, in het Nederlands en in het Engels.. Laat leerlingen deze dialogen

Ik vind dat met deze motie erg het beeld wordt gecreëerd dat de leden van de raad van toezicht echt niet goed zouden functioneren, en dat vind ik ze onrecht aandoen.. Vandaar dat ik

4 Nu kun de zalf in de potjes schenken of wanneer je etherische olie of vitamine E olie wilt toevoegen moet je de zalf laten afkoelen naar 40 graden Celsius en dan de etherische

Het huidige hoger onderwijs zou er weleens de hand in kunnen hebben dat studenten gefocust zijn op het leren voor studiepunten en het begrip ‘studiesucces’ zou weleens te