• No results found

Corporate social responsibility en het aandeel van een Nederlandse bank : een kwantitatieve inhoudsanalyse naar het verband tussen het verschijnen van nieuwsberichten over ING omtrent corporate social responsibility en

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Corporate social responsibility en het aandeel van een Nederlandse bank : een kwantitatieve inhoudsanalyse naar het verband tussen het verschijnen van nieuwsberichten over ING omtrent corporate social responsibility en "

Copied!
35
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen

Corporate social responsibility en het aandeel van

een Nederlandse bank

Een kwantitatieve inhoudsanalyse naar het verband tussen het verschijnen van nieuwsberichten over ING omtrent corporate social responsibility en de veranderingen in de

beurswaarde van het aandeel ING Group N.V..

Afstudeerproject – Corporate Communicatie

Naam: Jelle Evertsen

Studentnummer: 10596445

Docenten: Jelle Boumans en Alma van den Berg Datum: 6 juni 2016

(2)

1 Abstract

Het voorspellen van de beurs is een vraagstuk waar de wetenschap zich al jaren over buigt. Onderzoekers probeerden al eerder door middel van het beleid omtrent de corporate social responsibility (CSR) van een organisatie de beurswaarde van deze organisatie te voorspellen. Er mist echter onderzoek naar het verband van nieuwsberichten omtrent dit beleid en de beurswaarde van de organisatie. Dit onderzoek focust zich op de nieuwsberichten omtrent de CSR-onderwerpen ‘duurzaamheid’, ‘arbeid en werknemers’, ‘filantropie’ en

‘klantgerichtheid’ over een Nederlandse bank, ING. Er wordt een kwantitatieve

inhoudsanalyse uitgevoerd naar 193 nieuwsberichten over ING omtrent CSR uit het jaar 2000 tot en met 2015. Deze nieuwsberichten worden vergeleken met de veranderingen in de

beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.. Hiermee wordt een poging gedaan een manier te vinden om de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. te voorspellen. Uit de

resultaten is gebleken dat er geen verband is tussen de nieuwsberichten over ING omtrent CSR en de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.. De aard van het nieuwsbericht bleek hier geen modererend effect op uit te kunnen oefenen. De verandering in de

beurswaarde van een Nederlandse bank kan dus niet voorspeld worden op basis van een nieuwsbericht omtrent CSR over deze bank.

Introductie

De beschikbaarheid van informatie wordt steeds belangrijker. Men zegt dan ook wel: “kennis is macht”. Een schoolvoorbeeld hiervan is de beurs. Een aandeelhouder die meer informatie heeft over de organisatie achter een aandeel zal sneller geneigd zijn te investeren in dit aandeel (Fang & Peress, 2009). Echter, een vraagstuk waar wetenschap zich al jaren over buigt is welke informatie leidt tot een stijging en welke informatie leidt tot een daling in de beurswaarde van het aandeel (Li, Chen, Jiang & Chen, 2016). De voorspelbaarheid van de beurs omtrent de berichtgeving over corporate social responsibility (CSR) is één van de onderwerpen binnen dit vraagstuk waar de bevindingen over verdeeld zijn. CSR is de inzet van het bedrijfsleven om bij te dragen aan duurzame economische ontwikkeling, het werken met werknemers, hun gezinnen en de lokale gemeenschappen (WBCSD, 2001) en wordt steeds relevanter onder banken in Europa (Barth & Wolff, 2009). Onder andere omdat het publiek steeds vaker aangeeft meer te willen zien van haar bank op het gebied van CSR (Khan, Halabi & Samy, 2009). Er is echter nog niks bekend over het daadwerkelijke gevolg van het verschijnen van nieuwsberichten over de banken omtrent CSR op het aandeel van deze banken. Veel onderzoekers hebben al eerder gepoogd een manier te vinden om de beurs

(3)

2

te voorspellen aan de hand van CSR (Cormier & Magnan, 2007; Carnevale, Mazzuca & Venturini, 2012). Veelal zonder sterk resultaat. Dit onderzoek doet een nieuwe poging, gebaseerd op voorgaande literatuur. Is het daadwerkelijk mogelijk om aan de hand van berichtgeving over CSR de beurswaarde van het aandeel van een bank te voorspellen?

Door de grote rol die CSR tegenwoordig speelt (Blowfield & Murray, 2008; Bhattacharya & Sen, 2004), worden organisaties steeds vaker gedwongen verder te kijken dan de winst en meer te investeren in een CSR beleid. Er is al veel onderzoek gedaan naar het toepassen van zo’n beleid. Aan de ene kant wordt er aangetoond dat een sterk CSR beleid zorgt voor een hogere koop- en investeerintentie van de consument (Sen, Bhattacharva & Korschun, 2006). Aan de andere kant wordt daarentegen aangetoond dat hogere investeringen in een CSR-beleid zorgen voor een lagere investeerintentie, omdat de shareholders hun winst zien verdwijnen (Bechetti, Ciciretti, Hasan & Kobeissi, 2012). Het deelnemen aan CSR-activiteiten kan dus verschillende effecten hebben op de beurswaarde van een bank. Er is echter weinig bekend over het effect van de kanalen waarmee de informatie over deze CSR-activiteiten verspreid wordt op de beurswaarde van de banken. Omdat informatie een

belangrijke voorspeller is van de beurs (Li et al., 2016), zal meer onderzoek op dit gebied de wetenschap een stukje dichterbij brengen bij een nieuwe manier om de beurs te voorspellen. Dit onderzoek probeert daar aan bij te dragen. Een bredere kennis over het voorspellen van de beurswaarde van banken aan de hand van nieuwsberichten over deze banken omtrent CSR zal daarbij ook bijdragen aan een sterkere investeerstrategie voor investeerders. De banken zelf kunnen zich met deze kennis daarnaast strategischer profileren in de landelijke nieuwsmedia omtrent CSR wanneer ze rekening houden met de effecten op hun aandeel. Het doel van deze studie is het in kaart brengen van het verband tussen het verschijnen van verschillende soorten nieuwsberichten over Nederlandse banken omtrent CSR en de veranderingen in de

beurswaarde van het aandeel van deze banken.

Er is al veel onderzoek gedaan naar het verband van mediaberichtgeving en de activiteit op de beurs (Kleinnijenhuis, Schultz, Utz & Oegema, 2013; Mitchell & Muhlerin, 1994).

Nieuwsberichten met een negatieve aard leiden al snel tot negatieve effecten op de

beurswaardes van organisaties (Tetlock, 2007). Dit geldt ook voor het nieuwsberichten over banken en de beurswaarde van banken (Wisniewski & Lambe, 2013). Het is voor een bank dus belangrijk dat de media positief over haar bericht. Om deze positieve media-aandacht te genereren houden steeds meer organisaties, zoals banken, zich bezig met CSR. Hiermee stralen ze een sterker sociaal karakter uit en creëren ze een positievere band met hun

(4)

3

stakeholders (Sen, Bhattacharva & Korschun, 2006). Eerder onderzoek toont echter aan dat deze positieve ontwikkeling geen goede invloed heeft op de shareholders van de organisatie (Orlitzky, 2013; Becchetti et al., 2012). Dit valt te verklaren door verder onderzoek dat laat zien dat de meeste social responsibility activiteiten geen positief effect hebben op de financiële prestaties van een organisatie (Lankoski, 2000; Barnett & Salomon, 2006). Dit verschilt echter in hoe het nieuws gebracht wordt. Wanneer het nieuws over CSR-activiteiten door een onafhankelijke bron wordt gebracht, bijvoorbeeld door een krant, reageren de stakeholders positiever dan wanneer het nieuws vanuit de organisatie zelf komt (Yoon, Gürhan-Canli & Schwarz, 2006).

Het uitvoeren van een CSR-beleid leidt dus tot verschillende positieve effecten bij

shareholders (Du, Bhattacharva & Sen, 2007), terwijl het verschijnen in de media hiervan een negatief effect heeft op de beurswaarde van de organisatie (Johansen, 2013). De aard van het nieuws in de media op het gebied van CSR blijkt daarnaast verschillende effecten te hebben op de beurs. Opvallend genoeg heeft een negatief nieuwsbericht over het ontslag van personeel en een toenemende werkeloosheid volgens het onderzoek van Boyd, Hu en

Jagannathan (2005) een positief effect op de beurs. Daarentegen heeft het bekend maken van milieuonvriendelijke acties van een organisatie een negatief effect op de beurswaarde van die organisatie (Flammer, 2012). Het onderzoek van Cormier en Magnan (2007) beschrijft ten slotte dat er zo goed als geen significante effecten te vinden zijn op de beurswaarde van een organisatie in Europa, wanneer die organisatie met nieuws naar buiten komt over hun duurzame en milieuvriendelijke activiteiten.

Er valt dus nog geen algemene uitspraak te doen over het verband tussen CSR-berichtgeving in het nieuws en de financiële gevolgen voor een organisatie. Voor een bank is dit

onderzoeksgebied nog onduidelijker, omdat de meeste studies zich richten op een

verschillende set aan organisaties. Er is dus nog een onbekend verschil in het verband tussen het CSR-onderwerp waarmee een bank in het nieuws komt, de financiële gevolgen hiervan voor de bank en welk modererend effect de aard van het nieuwsbericht hierop kan uitoefenen. Deze studie levert een bijdrage aan het in kaart brengen van dit probleem en focust zich op de Nederlandse bank ING, de enige bank in Nederland die al langer dan 15 jaar op de beurs genoteerd staat.

In dit onderzoek wordt geprobeerd een antwoord te vinden op de vraag: “In hoeverre kan de

beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. voorspeld worden op basis van het verschijnen van nieuwsberichten over ING omtrent CSR?. Hierbij wordt de volgende verdiepende

(5)

4

deelvraag gesteld: “Welk modererend effect kan de aard van het bericht uitoefenen op het

verband tussen de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. en het verschijnen van nieuwsberichten over ING omtrent CSR?”. Er wordt een kwantitatieve inhoudsanalyse

uitgevoerd naar de nieuwsberichten uit 2000 tot en met 2015 over ING waarin het CSR-onderwerp “duurzaamheid en milieu”, “arbeid en werknemers”, “filantropie” of

“klantgerichtheid” voor komt. Deze nieuwsberichten worden onderscheiden in het feit of ze positief, neutraal of negatief nieuws over ING melden en vergeleken met de activiteit van het aandeel ING Group N.V..

In dit artikel wordt eerst een theoretisch kader opgesteld waarin verschillende deelvragen ontwikkeld en geformuleerd worden. Hierna zal de methode van het onderzoek besproken worden waarop de resultaten van de analyse volgen. Daarna worden de conclusies

geformuleerd met de daarop aansluitende implicaties van het onderzoek. Ten slotte worden er suggesties gedaan voor onderzoek wat hier eventueel op zou kunnen volgen.

Theoretisch kader

De aandeelprijzen van organisaties op de beurs reflecteren de waarde die investeerders aan de organisaties geven. Het nieuws zorgt er voor dat investeerders volledig geïnformeerd zijn over de verschillende organisaties waarin zij geïnteresseerd zijn. De hoeveelheid beschikbare informatie over een organisatie staat dan ook in een positief verband met het

aandeelrendement van de organisatie (Fang & Peress, 2009). Wanneer een investeerder volledig op de hoogte is van het nieuws, zal nieuwe informatie de factoren die de waarde van een aandeel bepalen beïnvloeden (Becchetti et al., 2012). Aandelen van een organisatie met veel media-aandacht beschikken hierdoor over een hogere volatiliteit op de beurs dan aandelen van organisaties met weinig media aandacht (Fang & Peress, 2009). Ook kan de aard van nieuwe informatie in het nieuws verschillende effecten hebben op de beurswaardes van de organisatie. Dit effect is echter anders voor elk soort berichtinhoud, organisatie en situatie (Veronesi, 1999; Flammer, 2012; Tetlock, 2007; Boyd et al., 2005). In dit onderzoek wordt er gekeken naar het effect van nieuwe informatie in de vorm van CSR-berichtgeving op de beurswaardes van een organisatie.

Om dit effect te onderzoeken is het belangrijk dat het begrip ‘CSR’ eerst goed gedefinieerd wordt. Het begrip, CSR, kent meerdere definities. Omdat corporate social responsibility een overkoepelende term is voor verschillende gebieden, zoals duurzaam ondernemen en

(6)

5

2013). De World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) geeft de volgende definitie aan CSR: “De inzet van het bedrijfsleven om bij te dragen aan duurzame

economische ontwikkeling, het werken met werknemers, hun gezinnen en de lokale gemeenschappen” (WBCSD, 2001). Volgens Clarkson (1995) is het essentiële idee achter CSR daarbij het geven van een goede reden aan organisaties om zich in te zetten voor de belangen van meer soorten stakeholders. De Commision of the European Communities (2001) stelt daarentegen dat CSR een concept is waarbij organisaties vrijwillig bepalen zich in te zetten voor milieu en maatschappij. Over het algemeen beschrijft de literatuur dat elke organisatie die CSR toepast zich begeeft in een andere context, waarin zelden alle dimensies van CSR voorkomen. In dit onderzoek wordt de algemeen geaccepteerde definitie van het WBCSD aangehouden en wordt CSR onderscheiden in vier verschillende dimensies.

Duurzaamheid

Flammer (2012) toont aan dat milieuvriendelijk gedrag in bepaalde omstandigheden leidt tot een positieve waardering op de beurs. Dit geldt vooral voor organisaties die zich uitzonderlijk veel bezig houden met het milieu. Milieuonvriendelijk gedrag leidt daarnaast volgens het onderzoek tot een negatieve volatiliteit op de beurs. De aandeelprijzen van organisaties die zich bezig houden met milieuvriendelijke CSR zullen echter voornamelijk profiteren van de consumenten en investeerders die zich ethisch verantwoord voelen en hun investeringskeuzes baseren op het ethisch handelen van een organisatie (Becker-Olsena, Cudmoreb & Hill, 2006). Haan et al. (2012) vinden daarentegen een negatieve relatie tussen corporate

environmental performance en het aandelenrendement van een organisatie. De

milieuvriendelijke acties zullen de organisationele doelen bedreigen en de dividenduitkering van de shareholders in gevaar brengen. Het onderzoek van Miras-Rodríguez, Carrasco-Gallego en Escobar-Perez (2014) beschrijft daarnaast dat organisaties vooral aan een duurzame vorm van CSR doen wanneer zij hun reputatie willen verbeteren. Organisaties zullen echter eerder een niet-duurzame vorm van CSR bedrijven wanneer zij streven naar economische voordelen. Verder onderzoek beschrijft dat het bekend maken van duurzame en milieuvriendelijke activiteiten van een organisatie geen duidelijk positief of negatief effect op de beurswaardes van deze organisatie heeft (Cormier & Magnan, 2007). Er is veel onderzoek gedaan naar het verband tussen het duurzame en milieuvriendelijke beleid en de beurswaarde van organisaties. Er mist echter onderzoek wat het verband tussen nieuwsberichten in

(7)

6

milieu en de beurswaarde van deze banken kan beschrijven. Er worden daarom drie deelvragen opgesteld.

RQ1a: In hoeverre is er een verband tussen het verschijnen van een nieuwsbericht over ING omtrent duurzaamheid en milieu en de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.? RQ1b: In hoeverre kan de aard van het nieuwsbericht over ING omtrent duurzaamheid en milieu een effect uitoefenen op het verband dat het nieuwsbericht heeft met de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.?

Arbeid en werknemers

Onder CSR valt ook het belang dat de organisatie bij haar werknemers en werknemers van andere organisaties heeft. Het is van belang dat een organisatie zorgt voor arbeidsvriendelijke omstandigheden. Arbeidsonvriendelijke omstandigheden binnen een organisatie staan

namelijk in een negatief verband met de beurswaarde van de organisatie (Kappel, Schmidt & Ziegler, 2009). Daar tegenover staat een positief verband tussen goede

arbeidsomstandigheden in een organisatie en het aandeelrendement van de organisatie (Faleye & Trahan, 2011). Het onderzoek van Faley en Trahan (2011) beschrijft dat de positieve uitkomsten van goede arbeidsomstandigheden en tevreden werknemers uiteindelijk

winstgevend zijn en dus de interesse wekken van de shareholders. Positieve omstandigheden leiden dus tot positieve veranderingen op de beurs en negatieve omstandigheden leiden tot negatieve veranderingen op de beurs. Er is echter nog weinig bekend over de kanalen die door middel van het communiceren van deze omstandigheden de veranderingen tot stand brengen. Het naar buiten komen met nieuws omtrent arbeid en werknemers heeft verschillende

positieve en negatieve gevolgen voor de beurswaarde van een organisatie in Europa. Veel hiervan zijn echter niet significant en Nederland wordt hier niet specifiek in mee genomen (Carnevale et al., 2012). Er kan dus nog weinig gezegd worden over het verband tussen nieuwsberichten in landelijke media omtrent banken en hun activiteiten op het gebied van arbeid en werknemers en de veranderingen in de beurswaarde van deze banken. Omdat dit onderzoek zich focust op ING worden de volgende twee deelvragen opgesteld.

RQ2a: In hoeverre is er een verband tussen het verschijnen van een nieuwsbericht over ING omtrent arbeid en werknemers en de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.?

RQ2b: In hoeverre kan de aard van het nieuwsbericht over ING omtrent arbeid en werknemers een effect uitoefenen op het verband dat het nieuwsbericht heeft met de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.?

(8)

7

Filantropie

Filantropie wordt vaak door een bank toegepast in de vorm van sponsoring en donatie om haar betrokkenheid met de maatschappij te laten zien en hiermee haar reputatie te verbeteren (Yusof, Manan, Karim & Kassim, 2015). Filantropie is voor elke organisatie de

verantwoordelijkheid om bij te dragen aan een hogere levenskwaliteit en een sterkere maatschappij (Crane & Matten, 2004). Het bekend maken van sponsoractiviteiten van een organisatie staat in een negatief verband met de aandeelrendementen van die organisatie (Mazodier & Rezaee, 2013). Dit valt te verklaren door verder onderzoek wat aantoont dat filantropie door de ogen van de consument de minst belangrijke factor van CSR is

(Ramasamy & Yeong, 2009). Er is echter nog geen onderzoek gedaan naar het effect van filantropie op de beurswaarde van een organisatie, wanneer een organisatie hiermee in landelijk nieuws komt. In dit onderzoek wordt er gezocht naar het verband van

nieuwsberichten over de filantropische activiteiten van een Nederlandse bank en de veranderingen in de beurswaarde van deze bank. Dit is nog niet te onderbouwen met de resultaten van eerder onderzoek. Daarom worden opnieuw de volgende twee deelvragen gesteld.

RQ3a: In hoeverre is er een verband tussen het verschijnen van een nieuwsbericht over ING omtrent filantropie en de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.?

RQ3b: In hoeverre kan de aard van het nieuwsbericht over ING omtrent filantropie een effect uitoefenen op het verband dat het nieuwsbericht heeft met de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.?

Klantgerichtheid

Ook klantgerichtheid is tegenwoordig een belangrijk onderwerp binnen CSR (Yusof et al., 2015). Bij de klantgerichtheid van een organisatie draait het om de commitment van een organisatie om de kwaliteit en innovatie van de service en ervaring van de klant te

waarborgen. Het centraal stellen van de klant is volgens Auger, Devinney en Louviere (2006) door de ogen van de klant het belangrijkste initiatief wat een organisatie kan tonen op het gebied van CSR. Echter, het onderzoek van Gummesson (2008) stelt dat het voor organisaties onrealistisch is om zich enkel te focussen op de klant. Bij een te grote focus op de klant zullen overige stakeholders en shareholders op de tweede plaats gezet worden en dit kan negatieve financiële gevolgen hebben. Daarentegen heeft het centraal stellen van de klant door een bank een sterker effect op de houding van de klant dan wanneer de bank zich bezig houdt met duurzame of filantropische activiteiten (Lynette, McDonald & Lai, 2010). Een hogere

(9)

8

klanttevredenheid zorgt dan ook voor een positief effect op de beurswaarde van de organisatie (Ittner, Larcker, Taylor & Kassim, 2009). Ook hier geldt het dat er veel bekend is over de effecten van gebeurtenissen omtrent klantgerichtheid en de beurswaarde van de organisatie, maar dat er nog onderzoek mist naar de kanalen waarin deze gebeurtenissen verspreid worden. Er is nog geen onderzoek gedaan naar het effect van het verschijnen van het

onderwerp ‘klantgerichtheid’ omtrent een Nederlandse bank in een landelijk nieuwsmedium op de beursverandering van deze bank. Daarom worden de volgende laatste twee deelvragen opgesteld.

RQ4a: In hoeverre is er een verband tussen het verschijnen van een nieuwsbericht over ING omtrent klantgerichtheid en de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.?

RQ4b: In hoeverre kan de aard van het nieuwsbericht over ING omtrent klantgerichtheid een effect uitoefenen op het verband dat het nieuwsbericht heeft met de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.?

Methode

Om een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag wordt er een analyse uitgevoerd naar nieuwsartikelen over ING omtrent corporate social responsibility. Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van het verband tussen het CSR-onderwerp waarmee ING in het nieuws komt, de aard hiervan en de verandering in de beurswaarde van ING is er gekozen voor een kwantitatieve inhoudsanalyse. Deze methode maakt het mogelijk om het onderzoeksmateriaal op een systematische wijze te analyseren. Het materiaal is daarbij tot stand gekomen door onafhankelijke journalisten, wat er voor zorgt dat de uiteindelijke dataset niet gemanipuleerd is door invloeden van buitenaf. Er is gekozen om een dataset samen te stellen die door vier verschillende codeurs kwantitatief geanalyseerd wordt aan de hand van een codeboek. De dataset bestaat uit alle onderzoekseenheden. De onderzoekseenheden in dit onderzoek zijn alle nieuwsberichten over ING omtrent CSR in de periode van 1 januari 2000 en 31 december 2015 uit de Telegraaf, het Algemeen Dagblad, het Financieel Dagblad en de Volkskrant. Deze onderzoekseenheden worden gekoppeld aan de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. van de dag van en de dag voor het verschijnen van het nieuwsbericht.

Periode

Er is voor deze periode gekozen, omdat er hiermee extra informatie gehaald kan worden uit het verband door de jaren heen. Door de jaren heen is er veel gebeurd en dit zou een effect kunnen hebben op de sterkte van het gemeten verband. De financiële crisis heeft er

(10)

9

bijvoorbeeld voor gezorgd dat de mate van CSR-activiteiten minder werd (Rodolfo, 2012). Een crisis onder banken kan er daarnaast voor zorgen dat de houding tegenover CSR verandert (Sigurthorsson, 2012). Een analyse over een langere periode zorgt dus voor een hogere externe validiteit. Er is daarnaast specifiek gekozen voor de periode 1 januari 2000 tot en met 31 december 2015, omdat het via een niet betaalde weg niet mogelijk is om

betrouwbare beursnotaties terug te vinden van de jaren voor het jaar 2000.

Dagbladen

Om een hoge externe validiteit te genereren is er gekozen voor twee sensatiedagbladen en twee kwaliteitsdagbladen. Het Algemeen Dagblad en De Telegraaf vallen onder de sensatiedagbladen en Het Financiële Dagblad en De Volkskrant vallen onder de

kwaliteitsdagbladen. Er is specifiek gekozen voor de verschillende soorten dagbladen aan de hand van de hoogste oplage over ING omtrent de CSR-onderwerpen.

Dataset

De dataset wordt verzameld door middel van LexisNexis. Hierin worden de geselecteerde kranten binnen de geselecteerde periode doorzocht aan de hand van een zoekterm (zie appendix). Deze zoekterm is samengesteld door het uitvoeren van pre-tests en zorgt voor de meest relevante zoekresultaten. De zoekterm zorgt voor 431 nieuwsartikelen over vijftien jaar. Omdat de beurs niet actief is in het weekend worden nieuwsberichten van zaterdag en zondag niet mee genomen. Daarnaast wordt er per nieuwsbericht gecontroleerd op relevantie.

Wanneer het artikel niet duidelijk over één van de CSR-onderwerpen gaat wordt deze als ‘niet relevant’ beschouwd en niet meegenomen. Dit zorgt ervoor dat er een dataset overblijft van 184 relevante nieuwsberichten. Doormiddel van een census sample wordt de gehele populatie in de dataset geanalyseerd.

Procedure en operationalisatie variabelen

Tijdens de inhoudsanalyse worden de variabelen in de nieuwsartikelen gecodeerd aan de hand van het opgestelde codeboek. Het codeboek zorgt er voor dat de codeur de nieuwsartikelen codeert zonder dat hier eigen interpretatie aan te pas komt. De analyse van elk nieuwsartikel bestaat uit het beantwoorden van algemene en specifieke vragen over de inhoud waarbij de variabelen gemeten worden.

De algemene vragen geven informatie over de administratieve variabelen van het

nieuwsartikel. De administratieve variabelen beschrijven het artikel zonder in te gaan op de daadwerkelijke inhoud. Hierbij wordt onder andere duidelijk in welk medium het artikel staat

(11)

10

en wanneer het artikel verschenen is. Enkel de laatste algemene vraag is voor eigen interpretatie vatbaar en luidt: “Wat voor soort publicatie is het stuk?”. De mogelijke antwoorden, zoals ‘column’ en ‘achtergrond verhaal’, zijn daarom duidelijk beschreven en onderscheiden in het codeboek.

Na de algemene vragen volgen de specifieke vragen over de variabelen in de inhoud van het nieuwsbericht. Door middel van deze vragen worden de laatste onafhankelijke variabelen vast gesteld. De eerste vraag luidt hierbij: “Welk soort CSR-onderwerp komt er voor in het

artikel?”. De variabele is het soort CSR-onderwerp en wordt gemeten door de gehele inhoud van het nieuwsbericht te analyseren. De variabele bestaat uit vier mogelijke scores: (1) ‘Milieu en duurzaamheid’, (2) ‘Arbeid en werknemers’, (3) ‘Filantropie’ en (4)

‘Klantgerichtheid’ en beschrijft de berichtgeving omtrent corporate social responsibility binnen het artikel. De contexteenheid van deze variabele is hier het volledige bericht. Het CSR-onderwerp wat het meest centraal staat in het bericht wordt mee genomen in de analyse.

De variabele ‘Aard van het artikel’ wordt gemeten met de vraag: “Wat is de aard van het nieuwsbericht?”. De variabele wordt gemeten door middel van het lezen van het gehele nieuwsbericht. Hierbij wordt bepaald of het artikel (1) positief, (0) neutraal of (-1) negatief nieuws bericht over ING en derden als milieu, arbeiders, consumenten en

belangenorganisaties. Het gaat hierbij om de daadwerkelijke informatie die gegeven wordt in het nieuwsbericht. Een artikel dat positief nieuws over ING en derden bericht omtrent CSR, zoals het winnen van een prijs op het gebied van duurzaamheid, wordt hierbij dus

gewaardeerd met de score: 1. Wanneer het niet duidelijk is of het bericht positief of negatief nieuws bericht over ING en derden wordt deze gewaardeerd met de score: 0. Een bericht wat duidelijk negatief nieuws over ING en derden bericht, zoals het ontslaan van personeel door ING, wordt hierbij gewaardeerd met de score: -1. Het is hierbij dus van belang dat er niet wordt gelet op de toon van het nieuwsbericht.

Intercodeurbetrouwbaarheidsanalyse

Om de betrouwbaarheid van de variabelen te controleren is een

intercodeurbetrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd, door middel van de analyse methode ‘Lotus’, naar de mate waarin de verschillende codeurs dusdanig op dezelfde wijze de variabelen waarderen. De gestandaardiseerde Lotus bleek voor de variabelen

‘CSR-onderwerp’ en ‘Aard van nieuwsbericht’ respectievelijk 0,94 en 0,9. Deze betrouwbaarheid voldoet aan de geaccepteerde normen en draagt bij aan een hogere betrouwbaarheid van het

(12)

11

onderzoek. In Tabel 1 staan de gestandaardiseerde resultaten van Lotus vermeld per variabele. In Tabel 2 staan de resultaten per codeur beschreven.

Tabel 1: Gestandaardiseerde Lotus

Lotus S-Lotus

CSR-Onderwerp 0,96 0,94

Aard van nieuwsbericht 0,93 0,9

Tabel 2: Lotus per codeur

Totaal Codeur 1 Codeur 2 Codeur 3 Codeur 4

CSR-Onderwerp 0,94 0,86 0,98 0,95 0,97

Aard van nieuwsbericht 0,9 0,77 0,94 0,89 0,98

Prominentieanalyse

Na de codeerprocedure is er een tabel gevormd wat een prominentieoverzicht geeft van de verschillende variabelen. Tabel 3 toont aan dat er in totaal 184 relevante nieuwsberichten geanalyseerd zijn. Hiervan ging het grootste aantal, 67, over het CSR-onderwerp

‘klantgerichtheid’. Negatieve berichtgeving is het meest prominent omtrent de CSR-onderwerpen. Dit bleek vooral zo te zijn omtrent het onderwerp ‘arbeid en werknemers’.

Tabel 3: Het soort CSR-onderwerp in het nieuwsbericht versus de aard van het nieuwsbericht

Welk soort CSR onderwerp komt er voor in het

nieuwsbericht? Totaal Duurzaamheid en milieu Arbeid en werknemers Filantropie Klantgerichthe id Wat is de aard van het nieuwsbericht ? Negatief 16 33 8 26 83 Neutraal 1 10 2 13 26 Positief 19 13 15 28 75 Totaal 36 56 25 67 184

(13)

12

Ook is er een prominentieanalyse uitgevoerd van de prominentie van de CSR-onderwerpen in nieuwsberichten over ING door de jaren heen. In figuur 1 is uiteengezet hoe vaak het CSR-onderwerp voorkwam in de landelijke media van 2000 tot en met 2015. De grafiek laat onder andere zien dat de mate van CSR-berichtgeving omtrent ING door de jaren heen zo goed als verdubbeld is. Daarnaast is de berichtgeving omtrent ‘klantgerichtheid’ erg toegenomen en kreeg het onderwerp ‘filantropie’ meer aandacht in de jaren tussen 2004 en 2011. Het aantal nieuwsberichten over ING omtrent ‘duurzaamheid en milieu’ en ‘arbeid en werknemers’ is relatief constant gebleven.

Figuur 1: Prominentie CSR-onderwerpen van 2000 tot en met 2015

Beurswaardes

De beurswaardes van het aandeel ING Group N.V. uit de periode 1 januari 2000 tot en met 31 december 2015 worden via het programma ‘Google Finance’ gegenereerd. De verandering van de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. betreft hier de afhankelijke variabele en wordt aan elk artikel gekoppeld. Aan de hand van de methode van Gunthorpe (1997) en Strauß, Vliegenthart en Verhoeven (2016) is er een methode ontwikkeld waarin de beursveranderingen per dag in kaart worden gebracht en er gecontroleerd wordt op de beursveranderingen van de dag ervoor. Elke onderzoekseenheid, een verschenen

nieuwsbericht over ING omtrent CSR, wordt gekoppeld aan de openings- en sluitingswaarde van het aandeel ING Group N.V. van de dag van en de dag voor het verschijnen van het nieuwsbericht. De verandering van de beurswaarde van het aandeel op deze dagen wordt

0 10 20 30 40 50 60 2000 t/m 2003 2004 t/m 2007 2008 t/m 2011 2012 t/m 2015 Duurzaamheid en milieu Arbeid en werknemers Filantropie

(14)

13

hierbij berekend aan de hand van de gegenereerde beurswaardes. Daarnaast worden alle beursveranderingen van de dagen waarop geen nieuwsbericht over ING omtrent een van de CSR-onderwerpen verschenen is ook meegenomen in de dataset. Er ontstaat een dataset met alle beursveranderingen van het aandeel ING Group N.V. uit de periode 1 januari 2000 tot en met 31 december 2015. In deze dataset zijn de nieuwsberichten omtrent de CSR-onderwerpen gekoppeld aan de beursveranderingen van de dagen waarop deze berichten verschenen.

Dummyvariabelen

Nadat de nieuwsartikelen gecodeerd zijn, de verandering van de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. voor elke datum is bepaald en de gecodeerde data is gekoppeld aan de genoteerde veranderingen zijn alle nodige data verzameld voor de analyse. Voorafgaand aan het analyseren van de data worden eerst nieuwe variabelen aangemaakt. De onafhankelijke variabelen worden opgesplitst in verschillende dummyvariabelen. Per CSR-onderwerp worden er drie dummyvariabelen gevormd. Voor het CSR-onderwerp ‘duurzaamheid en milieu’ zijn deze drie variabelen: ‘Wel (1) of niet (0) een nieuwsbericht verschenen over ING omtrent duurzaamheid en milieu’, ‘Wel (1) of niet (0) een negatief nieuwsbericht verschenen over ING omtrent duurzaamheid en milieu’ en ‘Wel (1) of niet (0) een positief nieuwsbericht verschenen over ING omtrent duurzaamheid en milieu’. Voor elk CSR-onderwerp wordt een zelfde soort set aan dummyvariabelen aangemaakt.

Analyse

Om een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag wordt een analyse uitgevoerd naar de afhankelijke variabele ‘Verandering van de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.’ en de aangemaakte dummyvariabelen. Er wordt hierbij gekeken of er een significant verband te vinden is in de verandering van de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. die teweeg wordt gebracht door het verschijnen van een nieuwsbericht over ING omtrent een bepaald CSR-onderwerp, het verschijnen van een negatief nieuwsbericht over ING omtrent een bepaald CSR-onderwerp en het verschijnen van een positief nieuwsbericht over ING omtrent een bepaald CSR-onderwerp.

Omdat het hier gaat om twaalf onafhankelijke dummyvariabelen en een afhankelijke variabele op ratio niveau, wordt er een meervoudige regressieanalyse uitgevoerd. Hiermee wordt er gekeken naar hoeveel van de variantie van de verandering van het aandeel ING Group N.V. verklaard of voorspeld kan worden op grond van het verband tussen de verandering van het beursaandeel ING Group N.V. en het verschijnen van een nieuwsbericht over ING omtrent

(15)

14

een van de CSR-onderwerpen en de aard van dit nieuwsbericht. Aan de hand hiervan kunnen de deelvragen beantwoord worden.

Er wordt een meervoudige regressieanalyse uitgevoerd naar het effect van alle

dummyvariabelen op de verandering van het aandeel ING Group N.V.. De beursverandering van de dag voor dat het nieuwsbericht uit de onderzoekseenheden is verschenen wordt in de analyse mee genomen als controlevariabele. Deze variabele wordt constant gehouden bij het meten van de overige variabele. De analyse resulteert in een model waarmee er per CSR-onderwerp in gegaan kan worden op de deelvragen. De deelvragen van het CSR-CSR-onderwerp ‘duurzaamheid en milieu’ (RQ1a, RQ1b) worden beantwoord door een analyse van de variabelen ‘CSR_Duurzaamheid’, ‘Duurzaamheid_Negatief’ en ‘Duurzaamheid_Positief’ uit het regressiemodel. Hierbij wordt er gekeken of er een significant effect gevonden kan worden tussen de verandering van het aandeel ING Group N.V. en het verschijnen van een nieuwsbericht over ING omtrent het CSR-onderwerp ‘duurzaamheid en milieu’, het verschijnen van een negatief nieuwsbericht over ING omtrent het CSR-onderwerp

‘duurzaamheid en milieu’ en het verschijnen van een positief nieuwsbericht over ING omtrent het CSR-onderwerp ‘duurzaamheid en milieu’. Hetzelfde geldt voor de deelvragen die gesteld zijn bij de overige CSR-onderwerpen en de dummyvariabelen die hierbij horen.

Resultaten

Er is een regressiemodel ontwikkeld waarin wordt gekeken naar het mogelijke effect van nieuwsberichten omtrent de vier CSR-onderwerpen ‘duurzaamheid en milieu’, ‘arbeid en werknemers’, ‘filantropie’ en ‘klantgerichtheid’ op de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. en het modererende effect wat de aard van het nieuwsbericht hierop kan

uitoefenen. De beursverandering van het aandeel ING Group N.V. is de afhankelijke variabele van het regressiemodel. De onafhankelijke variabelen zijn als volgt: het wel of niet

verschijnen van een bericht omtrent het CSR-onderwerp ‘duurzaamheid’, het wel of niet verschijnen van een negatief bericht omtrent het CSR-onderwerp ‘duurzaamheid’, het wel of niet verschijnen van een positief bericht omtrent het CSR-onderwerp ‘duurzaamheid’ en een identieke set variabelen voor de onderwerpen ‘arbeid en werknemers’, ‘filantropie’ en ‘klantgerichtheid’. Daarnaast dient de verandering in de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. van de dag voor dat het nieuwsbericht is verschenen als onafhankelijke

controlevariabele. Het regressiemodel is niet significant, F (13, 4030) = 1,39, p = 0,153. Het model is daarnaast erg zwak: 0,4 procent van de verschillen in de veranderingen van de beurswaarde van het aandeel kan voorspeld worden door het verschijnen van een

(16)

15

nieuwsbericht omtrent de CSR-onderwerpen ‘duurzaamheid en milieu’, ‘arbeid en

werknemers’, ‘filantropie’, ‘klantgerichtheid’ en de aard van deze berichtgeving (R2 = 0,00). Het regressiemodel is dus niet bruikbaar om de veranderingen in de beurswaardes van het aandeel ING Group N.V. te voorspellen op grond van berichtgeving over ING omtrent de CSR-onderwerpen en de aard van deze berichtgeving.

Duurzaamheid en milieu

Voor het CSR-onderwerp ‘duurzaamheid en milieu’ zijn de volgende twee deelvragen opgesteld in het theoretisch kader: ‘In hoeverre is er een verband tussen het verschijnen van

een nieuwsbericht over ING omtrent duurzaamheid en milieu en de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.?’ (RQ1a) en ‘In hoeverre kan de aard van het nieuwsbericht over ING omtrent duurzaamheid en milieu een effect uitoefenen op het verband dat het

nieuwsbericht heeft met de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.?’ (RQ1b). Door

middel van het opgestelde regressiemodel kan er een antwoord gevonden worden op deze vragen.

De analyse laat zien dat bij het verschijnen van een mediabericht omtrent het CSR-onderwerp ‘duurzaamheid’ (M = -0,08, SD = 0,29) de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. gemiddeld met 0,16 punten meer daalt dan wanneer er geen bericht omtrent dit onderwerp verschijnt (M = 0,02, SD = 0,31), b* = -0,05, t = -0,53, p = 0,596, 95% CI [-0,78; 0,45]. Het verschijnen van een bericht omtrent het CSR-onderwerp 'duurzaamheid’ heeft een zeer zwak negatief effect op de verandering van de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.. Dit effect is niet significant. Wanneer het nieuwsbericht echter negatief is (M = -0,09, SD = 0,33) stijgt het aandeel gemiddeld met 0,06 punten meer dan wanneer het nieuwsbericht niet

negatief is (M = 0,02, SD = 0,31), b* = 0,01, t = 0,20, p = 0,842, 95% CI [-0,57; 0,70]. Het negatief zijn van het nieuwsbericht omtrent het CSR-onderwerp ‘duurzaamheid’ heeft een zeer zwak positief effect op de verandering van de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.. Dit effect is niet significant. Wanneer het nieuwsbericht positief is (M = -0,07, SD = 0,27) stijgt het aandeel gemiddeld met 0,08 punten meer dan wanneer het nieuwsbericht niet positief is (M = 0,02, SD = 0,31), b* = 0,02, t = 0,26, p = 0,796, 95% CI [-0,55 0,71]. Het positief zijn van het nieuwsbericht omtrent het CSR-onderwerp ‘duurzaamheid’ heeft een zeer zwak positief effect op de verandering van de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.. Dit effect is echter ook niet significant. Een bericht over duurzaamheid omtrent ING zal er niet toe leiden dat de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. met zekerheid zal stijgen of dalen. Ook wanneer er specifiek gekeken wordt naar de aard van het bericht.

(17)

16

RQ1a wordt beantwoord met de bevinding dat er geen significant verband te vinden is tussen het CSR-onderwerp 'duurzaamheid en milieu’ en de veranderingen in de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.. Ook is er geen significant verband tussen de aard van het

nieuwsbericht omtrent ‘duurzaamheid en milieu’ en de veranderingen van het aandeel en wordt RQ1b ook beantwoord met de bevinding dat er geen verband is gevonden. De veranderingen in de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. kunnen niet voorspeld worden op basis van het verschijnen van een nieuwsbericht over ING omtrent het CSR-onderwerp ‘duurzaamheid en milieu’ en de aard van het CSR-onderwerp oefent hier geen modererend effect uit.

Arbeid en werknemers

Voor het CSR-onderwerp ‘arbeid en werknemers’ zijn er ook twee deelvragen opgesteld: ‘In

hoeverre is er een verband tussen het verschijnen van een nieuwsbericht over ING omtrent arbeid en werknemers en de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.?’ (RQ2a) en ‘In hoeverre kan de aard van het nieuwsbericht over ING omtrent arbeid en werknemers een effect uitoefenen op het verband dat het nieuwsbericht heeft met de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.?’ (RQ2b). Het opgestelde regressiemodel geeft antwoord op deze

deelvragen aan de hand van de gevormde dummyvariabelen.

Het model laat onder andere zien dat de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.

gemiddeld met 0,16 punten meer daalt bij het verschijnen van een bericht in de media omtrent het CSR-onderwerp ‘arbeid en werknemers’ (M = -0,13, SD = 0,46) dan wanneer dit niet gebeurt (M = 0,02, SD = 0,31), b* = -0,06, t = -1,58, p = 0,114, 95% CI [-0,35; 0,04]. Het verschijnen van een bericht omtrent het CSR-onderwerp ‘arbeid en werknemers’ heeft een zwak negatief effect op de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.. Dit effect is echter niet significant. Wanneer het nieuwsbericht negatief is (M = -0,15, SD = 0,53) daalt de waarde van het aandeel gemiddeld met 0,02 punten meer dan wanneer het nieuwsbericht niet negatief is (M = 0,02, SD = 0,31), b* = -0,00, t = -0,13, p = 0,897, 95% CI [-0,24; 0,21]. Het negatief zijn van het nieuwsbericht omtrent het CSR-onderwerp ‘arbeid en werknemers’ heeft een zeer zwak negatief effect op de verandering van de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.. Dit effect is niet significant. Wanneer het nieuwsbericht omtrent ‘arbeid en werknemers’ positief is (M = -0,08, SD = 0,28) stijgt het aandeel gemiddeld met 0,06 punten meer dan wanneer het nieuwsbericht niet positief is (M = 0,02, SD = 0,31), b* = 0,01, t = 0,43, p = 0,664, 95% CI [-0,20 0,32]. Het positief zijn van het nieuwsbericht omtrent het CSR-onderwerp ‘arbeid en werknemers’ heeft een zeer zwak positief effect op de verandering

(18)

17

van de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.. Dit effect is echter ook niet significant. Een bericht over arbeid en werknemers omtrent ING zal er niet toe leiden dat de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. met zekerheid zal stijgen of dalen. Ook wanneer er specifiek gekeken wordt naar de aard van het bericht.

RQ2a wordt beantwoord met dat er is geen significant verband gevonden is tussen het

verschijnen van een nieuwsbericht omtrent het CSR-onderwerp ‘arbeid en werknemers’ en de veranderingen in de beurswaarde van ING. Het antwoord op RQ2b luidt ook dat er geen significant verband gevonden is tussen de verandering van het aandeel ING Group N.V. en de aard van het nieuwsbericht. De beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. kan niet

voorspeld worden op basis van het verschijnen van een nieuwsbericht over ING omtrent het CSR-onderwerp ‘arbeid en werknemers’. Ook oefent de aard van dit nieuwsbericht geen modererend effect uit.

Filantropie

Ook voor het CSR-onderwerp ‘filantropie’ zijn er twee deelvragen opgesteld. Deze luiden: ‘In

hoeverre is er een verband tussen het verschijnen van een nieuwsbericht over ING omtrent filantropie en de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.?’ (RQ3a) en ‘In hoeverre kan de aard van het nieuwsbericht over ING omtrent filantropie een effect uitoefenen op het verband dat het nieuwsbericht heeft met de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.?’

(RQ3b). Het opgestelde regressiemodel beschrijft het antwoord op de deelvragen aan de hand van de drie dummyvariabelen.

De beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. stijgt gemiddeld met 0,09 punten meer bij het verschijnen van een bericht in de media omtrent het CSR-onderwerp ‘filantropie’ (M = 0,06, SD = 0,44) dan wanneer dit niet gebeurd (M = 0,02, SD = 0,31), b* = 0,02, t = 0,41, p = 0,680, 95% CI [-0,34; 0,52]. Het verschijnen van een bericht omtrent het CSR-onderwerp ‘filantropie’ heeft een zeer zwak positief effect op de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.. Dit effect is echter niet significant. Wanneer het nieuwsbericht negatief is (M = 0,01, SD = 0,28) daalt de waarde van het aandeel gemiddeld met 0,10 punten meer dan wanneer het nieuwsbericht niet negatief is (M = 0,02, SD = 0,31), b* = -0,01, t = -0,41, p = 0,683, 95% CI [-0,59; 0,39]. Het negatief zijn van het nieuwsbericht omtrent het CSR-onderwerp ‘filantropie’ heeft een zeer zwak negatief effect op de verandering van de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.. Dit effect is niet significant. Wanneer het nieuwsbericht omtrent ‘filantropie’ positief is (M = 0,08, SD = 0,54) daalt het aandeel gemiddeld met 0,03 punten meer dan wanneer het nieuwsbericht niet positief is (M = 0,02,

(19)

18

SD = 0,31), b* = -0,01, t = -0,13, p = 0,899, 95% CI [-0,49; 0,43]. Het positief zijn van het nieuwsbericht omtrent het CSR-onderwerp ‘filantropie’ heeft een zeer zwak negatief effect op de verandering van de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.. Dit effect is echter ook niet significant. Een bericht over filantropie omtrent ING zal er niet toe leiden dat de

beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. met zekerheid zal stijgen of dalen. Ook wanneer er specifiek gekeken wordt naar de aard van het bericht.

Ook hier is het antwoord voor zowel RQ3a als RQ3b dat er geen significant verband is gevonden tussen de variabelen. De verandering van de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. staat niet in verband met een nieuwsbericht over het CSR-onderwerp

‘filantropie’. Ook niet wanneer het nieuwsbericht negatief of positief van aard is. De veranderingen in de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. kunnen daarom niet voorspeld worden op basis van het verschijnen van een nieuwsbericht over ING omtrent het CSR-onderwerp ‘filantropie’ en de aard van het onderwerp oefent hier geen modererend effect uit.

Klantgerichtheid

Evenals bij de overige CSR-onderwerpen zijn er voor het CSR-onderwerp ‘klantgerichtheid’ twee deelvragen opgesteld in het theoretisch kader: ‘In hoeverre is er een verband tussen het

verschijnen van een nieuwsbericht over ING omtrent klantgerichtheid en de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.?’ (RQ4a) en ‘In hoeverre kan de aard van het nieuwsbericht over ING omtrent klantgerichtheid een effect uitoefenen op het verband dat het nieuwsbericht heeft met de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.?’ (RQ4b). Doormiddel van het

opgestelde regressiemodel kan er een antwoord gevonden worden op deze laatste vragen.

De beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. stijgt gemiddeld met 0,04 punten meer bij het verschijnen van een bericht in de media omtrent het CSR-onderwerp ‘klantgerichtheid’ (M = 0,03, SD = 0,21) dan wanneer dit niet gebeurt (M = 0,02, SD = 0,31), b* = 0,01, t = 0,41, p = 0,685, 95% CI [-0,14; 0,21]. Het verschijnen van een bericht omtrent het CSR-onderwerp ‘klantgerichtheid’ heeft een zeer zwak positief effect op de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.. Dit effect is echter niet significant. Wanneer het nieuwsbericht negatief is (M = 0,00, SD = 0,14) daalt de waarde van het aandeel gemiddeld met 0,05 punten meer dan wanneer het nieuwsbericht niet negatief is (M = 0,02, SD = 0,31), b* = 0,01, t = -0,47, p = 0,641, 95% CI [-0,26; 0,16]. Het negatief zijn van het nieuwsbericht omtrent het CSR-onderwerp ‘klantgerichtheid’ heeft een zeer zwak negatief effect op de verandering van de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.. Dit effect is niet significant. Wanneer het

(20)

19

nieuwsbericht omtrent ‘klantgerichtheid’ positief is (M = 0,04, SD = 0,23) daalt het aandeel gemiddeld met 0,02 punten meer dan wanneer het nieuwsbericht niet positief is (M = 0,02, SD = 0,31), b* = -0,00, t = -0,15, p = 0,881, 95% CI [-0,22; 0,19]. Het positief zijn van het nieuwsbericht omtrent het CSR-onderwerp ‘klantgerichtheid’ heeft een zeer zwak negatief effect op de verandering van de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V.. Dit effect is echter ook niet significant. Een bericht over klantgerichtheid omtrent ING zal er niet toe leiden dat de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. met zekerheid zal stijgen of dalen. Ook wanneer er specifiek gekeken wordt naar de aard van het bericht.

Ten slotte is ook hier het antwoord voor zowel RQ4a als RQ4b dat er geen significant verband is gevonden tussen de variabelen. De verandering van de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. staat niet in verband met een nieuwsbericht over het CSR-onderwerp ‘klantgerichtheid’. Ook niet wanneer het nieuwsbericht negatief of positief van aard is. De veranderingen in de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. kunnen daarom niet voorspeld worden op basis van het verschijnen van een nieuwsbericht over ING omtrent het CSR-onderwerp ‘klantgerichtheid’ en de aard van het onderwerp oefent hier geen

modererend effect uit.

Het aandeel ING Group N.V. voordat het bericht verscheen

In het regressiemodel is voor elke variabele gecontroleerd op de verandering in de beurswaarde van het aandeel ING Group N.V. van de dag voor dat het bericht uit de

onderzoekseenheid is verschenen. Deze variabele dient als onafhankelijke controlevariabele en is constant gehouden, b* = -0,01, t = 0,45, p = 0,653, 95% CI [-0,02; 0,01]. Deze variabele heeft een zeer zwak verband met de beurswaarde van het aandeel en is niet significant.

Discussie

Met deze studie is onderzocht in hoeverre de beurswaarde van het aandeel van een Nederlandse bank te voorspellen is op basis van het verschijnen van een nieuwsbericht omtrent CSR over de betreffende bank en in hoeverre de aard van dit nieuwsbericht hier een bijdrage aan kan leveren. De resultaten van dit onderzoek maken duidelijk dat de

veranderingen in de beurswaarde van het aandeel van een Nederlandse bank niet in een direct verband staan met de nieuwsberichten die verschijnen over de bank omtrent de

CSR-onderwerpen ‘duurzaamheid en milieu’, ‘arbeid en werknemers’, ‘filantropie’ en

‘klantgerichtheid’. Ook laten de resultaten zien dat de aard van het betreffende nieuwsbericht geen invloed uit kan oefenen op dit eventuele verband. Er wordt geconcludeerd dat de

(21)

20

verandering in de beurswaarde van het aandeel van een Nederlandse bank niet te voorspellen is aan de hand van het verschijnen van een nieuwsbericht over de betreffende bank omtrent

corporate social responsibility.

Deze conclusie ligt op één lijn met wat Cormier en Magnan (2007) al eerder vonden. Dit onderzoek beschreef dat berichtgeving over de duurzame ontwikkelingen van organisaties in Europa verschillende minimale positieve en negatieve effecten heeft op de beurswaarde van deze organisaties, maar dat het gros van deze effecten niet significant is. Ook sluiten de resultaten aan op het onderzoek van Carnevale, Mazzuca en Venturini (2012). Zij vonden dat nieuws vanuit een organisatie omtrent het CSR-onderwerp ‘arbeid en werknemers’ niet tot significante veranderingen in de beurswaarde van de organisatie leidde. Beide onderzoeken ondervonden dus net als dit onderzoek dat de beurs niet te voorspellen valt door het

analyseren van nieuwsberichten omtrent de CSR-onderwerpen ‘duurzaamheid en milieu’ en ‘arbeid en werknemers’. De resultaten spreken echter de bevindingen van Mazodier en Rezaee (2013) tegen. Zij vonden dat het bekend maken van sponsoractiviteiten van een organisatie in een negatief verband staat met het aandeelrendementen van die organisatie. Dit onderzoek vindt echter geen verband tussen het verschijnen van nieuwsberichten over

filantropie omtrent ING en haar aandeel. Dit is te verklaren door het feit dat in dit onderzoek wordt gekeken naar nieuwsberichten in landelijke media van slechts één bank en in het

onderzoek van Mazodier en Rezaee (2013) naar de officiële bekendmakingen vanuit meerdere organisaties. Dit schetst gelijk één van de beperkingen van dit onderzoek.

Mede door de korte periode waarin het onderzoek opgezet en uitgevoerd moest worden en de beperkte ervaring van de onderzoeker en zijn onderzoeksteam zijn er enkele beperkingen die de validiteit van het onderzoek aangetast hebben. Beginnend bij het feit dat het verband tussen de berichtgeving omtrent CSR en de verandering van de beurswaarde van slechts één

Nederlandse bank is onderzocht. Dit heeft gezorgd voor een lage sample waarmee het onderzoek is uitgevoerd. De externe validiteit van het onderzoek werd hierdoor verder verlaagd, omdat het slecht generaliseerbaar is naar andere banken in Nederland. Het

onderzoek is hierdoor dus minder relevant voor de praktijk. ING was tot voor kort weliswaar de enige Nederlandse beursgenoteerde grootbank. Een grotere dataset was dus niet mogelijk. Een vervolgonderzoek zal in een later stadium uitgevoerd moeten worden, wanneer er een grotere dataset mogelijk is. Dit is mogelijk, omdat ABN Amro sinds 20 november 2015 ook haar beursgang heeft gemaakt (ANP, 2015). Deze bank is in tegenstelling tot ING meer op

(22)

21

een combinatie van beide banken daarom leiden tot een grotere dataset en een hogere externe validiteit, omdat het sample uit de dataset meer generaliseerbaar zal zijn naar de praktijk.

De analysemethode die ontwikkeld is om de activiteit op de beurs te analyseren behoort ook tot de beperkingen van dit onderzoek. De methode is opgezet aan de hand van de studies van Gunthorpe (1997) en Strauß, Vliegenthart en Verhoeven (2016), maar kon niet aan alle eisen voldoen. De studies maken duidelijk dat er veel variabelen zijn die invloed hebben op de beurs. Tijdens de analyse moet er gecontroleerd worden op deze variabelen. Echter, in dit onderzoek werd alleen gecontroleerd op de verandering van beurswaarde van de dag vóór het verschijnen van het nieuwsbericht. De kans is hierbij dus groot dat het zuivere effect van het veranderen van de beurswaarde door middel van het verschijnen van het nieuwsbericht over ING omtrent een van de CSR-onderwerpen niet is gemeten, omdat het effect beïnvloed is door andere onbekende variabele. De interne validiteit is dus laag, omdat de kans groot is dat er niet gemeten is wat er gemeten moest worden. In vervolgonderzoek zal er een langere periode uitgezet moeten worden, waarin het onderzoek kan worden uitgevoerd. Deze periode zal moeten worden gebruikt om meer variabelen, waarop het gemeten effect gecontroleerd kan worden, te vormen en mee te nemen in het onderzoek. Daarnaast kan de extra tijd gebruikt worden om de onderzoekers zich meer te laten verdiepen in de beurs en het vormen van de methode die haar veranderingen gaat meten.

Zoals in het theoretisch kader beschreven, is er eerder al veel onderzoek gedaan naar de effecten van het CSR-beleid en het naar buiten komen met dit CSR-beleid op de beurswaardes van banken en organisaties in het algemeen. Echter, er is hiervoor nog geen onderzoek gedaan naar de effecten van nieuwsberichten over banken omtrent CSR in landelijke media op de beurswaarde van deze banken. Dit onderzoek gaat dieper in op het effect van corporate social

responsibility in landelijke nieuwsmedia en heeft zich specifiek gericht op Nederlandse

banken en hun beursveranderingen. Hiermee is er een basis gevormd in dit onderzoeksgebied waar verder op gebouwd kan worden door middel van vervolgonderzoek.

De bevindingen van dit onderzoek tonen aan dat banken in Nederland zich op het gebied van de beurswaarde van hun aandeel geen druk hoeven te maken over nieuwsberichten in

landelijke media over hen omtrent CSR. Zoals in het theoretisch kader beschreven heeft het CSR-beleid van banken daadwerkelijk wel een effect op hun beurswaarde, maar voor het verschijnen van nieuwsberichten over gebeurtenissen omtrent dit beleid is tot zover nog geen significant effect gevonden. Tot nu toe zullen banken in Nederland zich in de praktijk dus

(23)

22

meer moeten focussen op de literatuur die beschrijft op welke manier zij hun CSR-beleid het beste kunnen uitvoeren en wat de beste manier is om hier zelf mee naar buiten te komen.

Dit onderzoek heeft enkele beperkingen, wat de validiteit ervan een stuk lager maakt. Toch legt het de basis voor verder onderzoek wat zich verder kan gaan verdiepen in de rol van nieuwsberichten in landelijke media omtrent de CSR van banken en het verband hiervan met de beurswaarde van deze banken. Veel onderzoekers hebben al eerder gepoogd een manier te vinden om de beurs te voorspellen, veelal zonder sterk en betrouwbaar resultaat. Dit

onderzoek heeft aangetoond dat het aandeel van een Nederlandse bank nog niet te voorspellen is op basis van het verschijnen van een nieuwsbericht omtrent corporate social responsibility. De beurs blijft nog een mysterieus en onvoorspelbaar wezen, voor nu.

(24)

23 Referenties

Adams, C. A. (2002). Internal organisational factors influencing corporate social and ethical reporting: Beyond current theorising. Accounting, Auditing & Accountability Journal,

15(2), 223-250.

doi:http://dx.doi.org.proxy.uba.uva.nl:2048/10.1108/09513570210418905

ANP. (2015, 11 19). Het Parool. Opgehaald van parool.nl:

http://www.parool.nl/binnenland/beursgang-abn-amro-levert-3-3-miljard-euro-op~a4191139/

Auger, P., Devinney, T. M., & Louviere, J. J. (2006). Using best-worst scaling methodology to investigate consumer ethical beliefs across countries. Journal of Business Ethics,

70(3), 299-326. doi:10.1007/s10551-006-9112-7

Barnett, M. L., & Salomon, R. M. (2006). Beyond dichotomy: The curvilinear relationship between social responsibility and financial performance. Strategic Management

Journal, 27(11), 1101-1122. doi:10.1002/smj.557

Barth, R., & Wolff, F. (2009). Corporate social responsibility in Europe: Rhetoric and

realities. Edward Elgar Publishing. doi:10.4337/9781848447233

Becchetti, L., Ciciretti, R., Hasan, I., & Kobeissi, N. (2012). Corporate social responsibility and shareholder's value. Journal of Business Research, 65(11), 1628-1635.

doi:10.1016/j.jbusres.2011.10.022

Becker-Olsen, K. L., Cudmore, B. A., & Hill, R. P. (2006). The impact of perceived corporate social responsibility on consumer behavior. Journal of business research, 59(1), 46-53. doi:10.1016/j.jbusres.2005.01.001

Bhattacharya, C. B., & Sen, S. (2004). Doing better at doing good: When, why, and how consumers respond to corporate social initiatives. California management review,

47(1), 9-24. doi:10.2307/41166284

Blowfield, M., & Murray, A. (2008). Corporate responsibility: A critical introduction. Oxford University Press.

Boyd, J. H., Hu, J., & Jagannathan, R. (2005). The stock market's reaction to unemployment news: Why bad news is usually good for stocks. The Journal of Finance, 60(2), 649-672. doi:10.1111/j.1540-6261.2005.00742.x

(25)

24

Clarkson, M. (1995). A Stakeholder Framework For Analyzing and Evaluating Corporate Social Responsibility. The Academy of Management Review, 20(1), 92-118. doi:10.5465/amr.1995.9503271994

Communities, C. o. (2001). Promoting a European Framework for Corporate Social

Responsibilit. Brussels: COM.

Crane, A., & Matten, D. (2004). Business ethics: A European perspective: managing

corporate citizenship and sustainability in the age of globalization. Oxford: Oxford

University Press.

de Haan, M., Dam, L., & Scholtens, B. (2012). The drivers of the relationship between

corporate environmental performance and stock market returns. Journal of Sustainable

Finance & Investment, 2(3), 338-375. doi:10.1080/20430795.2012.738601

Du, S., Bhattacharya, C. B., & Sen, S. (2007). Reaping relational rewards from corporate social responsibility: The role of competitive positioning. International journal of

research in marketing, 24(3), 224-241. doi:10.1016/j.ijresmar.2007.01.001

Faleye, O., & Trahan, E. A. (2011). Labor-friendly corporate practices: Is what is good for employees good for shareholders? Journal of Business Ethics, 101(1), 1-27.

doi:10.1007/s10551-010-0705-9

Fang, L., & Peress, J. (2009). Media Coverage and the Cross-section of Stock Returns. The

Journal of Finance, 64(1), 2023-2052. doi:10.1111/j.1540-6261.2009.01493.x

Flammer, C. (2012). Corporate Social Responsibility and Shareholder Reaction: The

Environmental Awareness of Investors. Academy of Management Journal, 56(3), 758-781. doi:10.5465/amj.2011.0744

Gummesson. (2008). Customer centricity: reality or a wild goose chase? European Business

Review, 20(4), 315-330. doi:http://dx.doi.org/10.1108/09555340810886594

Gunthorpe, D. L. (1997). Business ethics: A quantitative analysis of the impact of unethical behavior by publicly traded corporations. Journal of Business Ethics, 16(5), 537-543. doi:10.1023/a:1017985519237

Hagen, I., & Fliflet, E. R. (2012). From green to gold-alchemy in the 21st century?: the effect of voluntary environmental initiatives, certifications, and awwards on short-term stock returns in Norway and Sweden. Opgehaald van http://hdl.handle.net/11250/169959

(26)

25

Ittner, C., Larcker, D., Taylor, D., & Kassim, N. (2009). Commentary: The Stock Market's Pricing of Customer Satisfaction. Marketing Science, 28(5), 826-835.

doi:10.1287/mksc.1090.0526

Johansen, M. T. (2013). Responsibility Announcements on a Company’s Stock Returns and Market Efficiency. Doctoral dissertation, BI Norwegian Business School.

Kappel, V. L., Schmidt, P. S., & Ziegler, A. (2009). Human Rights Abuse and Corporate Stock Performance - An Event Study Analysis. SSRN Electronic Journal.

doi:10.2139/ssrn.1341149

Khan, H. U., Halabi, A. K., & Samy, M. (2009). Corporate social responsibility (CSR) reporting: a study of selected banking companies in Bangladesh. Social responsibility

journal, 5(3), 344-357. doi:10.1108/17471110910977276

Lankoski, L. (2000). Determinants of environmental profit: An analysis of the firm-level

relationship between environmental performance and economic performance.

Helsinki University of Technology.

Li, Q., Chen, Y., Jian, L. L., Li, P., & Chen, H. (2016). A Tensor-Based Information Framework for Predicting the Stock Market. ACM Transactions on Information

Systems, 34(2), 1-30. doi:10.1145/2838731

Mazodier, M., & Rezaee, A. (2013). Are sponsorship announcements good news for the shareholders? Evidence from international stock exchanges. Journal of the Academy of

Marketing Science, 41(5), 586-600. doi:10.1007/s11747-013-0325-x

McDonald, L. M., & Lai, C. H. (2011). Impact of corporate social responsibility initiatives on Taiwanese banking customers. International Journal of Bank Marketing, 29(1), 50-63. doi:http://dx.doi.org/10.1108/02652321111101374

Miras-Rodriguez, M. D., Carrasco-Gallego, A., & Escobar-Pérez, B. (2014). Has the CSR engagement of electrical companies had an effect on their performance? A closer look at the environment. Business Strategy and the Environment, 24(8), 819-835.

doi:10.1002/bse.1848

Nayyar, P. R. (1995). Stock Market Reactions to Customer Service Changes. Strategic

(27)

26

Ramasamy, B., & Yeung, M. (2009). Chinese consumers’ perception of corporate social responsibility (CSR). Journal of Business Ethics, 88(1), 119-132. doi:10.1007/s10551-008-9825-x

Rodolfo, C. H. (2012). Examining CSR reporting and economic crisis a study of GRI

reporting companies. Asian Economic and Financial Review, 2(1), 30-39. Opgehaald van http://search.proquest.com/openview/a3c96c40e6c5c79fd1b15103925525b6/1?pq-origsite=gscholar

Sen, S., Bhattacharya, C. B., & Korschun, D. (2006). The role of corporate social

responsibility in strengthening multiple stakeholder relationships: A field experiment.

Journal of the Academy of Marketing science, 34(2), 158-166.

doi:10.1177/0092070305284978

Sigurthorsson, D. (2012). The icelandic banking crisis: a reason to rethink CSR? Journal of

Business Ethics, 111(2), 147-156. doi:10.1007/s10551-012-1207-8

Tetlock, P. C. (2007). Giving Content to Investor Sentiment: The Role of Media in the Stock Market. The Journal of Finance, 62, 1139-1168.

doi:10.1111/j.1540-6261.2007.01232.x

Veronesi, P. (1999). Stock market overreactions to bad news in good times: a rational expectations equilibrium model. Review of Financial Studies, 12(5), 975-1007. doi:10.1093/rfs/12.5.975

Wisniewski, T. P., & Lambe, B. (2013). The role of media in the credit crunch: The case of the banking sector. Journal of Economic Behavior & Organization, 85, 163-175. doi:10.2139/ssrn.1696105

World Business Council for Sustainable Development. (2002). The Business case for sustainable development: Making a difference towards the Earth summit 2002 and beyond. Corporate Environmental Strategy, 9(3), 226-235. doi:10.1016/s1066-7938(02)00071-4

Yoon, Y., Gürhan-Canli, Z., & Schwarz, N. (2006). The effect of corporate social responsibility (CSR) activities on companies with bad reputations. Journal of

(28)

27

Yusof, J. M., Manan, H. A., Karim, N. A., & Kassim, N. A. (2015). Customer's Loyalty effects of CSR Initiatives. Procedia-Social and Behavioral Sciences, 170, 109-119. doi:10.1016/j.sbspro.2015.01.020

Bijlage

1. Zoekopdracht LexisNexis

De artikelen voor de inhoudsanalyse zijn gegenereerd door middel van LexisNexis. In

LexisNexis is via de optie “Power Search” de volgende zoekopdracht ingevuld. Hierbij werd gezocht in een periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2015 in de Telegraaf, het AD, het NRC en het Financiële Dagblad.

ATLEAST5(ING) W/15 (duurzaamheid OR duurzaam OR groenbank OR CSR OR

(werknemer W/5 ING) OR werknemersbelangen OR hergebruik OR klimaat OR milieu OR arbeidsomstandigheden OR circulair OR circulaire economie OR donatie OR sponsor OR klantbelang OR klantvriendelijkheid OR (klanten w/3 ING) OR service OR productservice) AND NOT "politiek klimaat" AND NOT "economisch klimaat" AND NOT "financiële klimaat" AND NOT "economische klimaat" AND NOT "tour" AND NOT "op kopen" AND NOT "Direct"

2. Codeboek

Inleiding codeboek

In het volgende codeboek wordt stap voor stap uitgelegd hoe de vier onderzoeken van ‘Team Beurswaarde’ uitgevoerd dienen te worden. De onderzoeken zijn gevormd door Yvonne Kleyhorst, Camille van Niekerk, Evan Blommaert en Jelle Evertsen en betreffen alle vier een kwantitatieve inhoudsanalyse gericht op organisaties in de media. Het codeboek zorgt er voor dat de inhoudsanalyse door elke codeur zonder eigen interpretatie ingevuld kan worden.

Bericht

De context eenheid van elk artikel bestaat uit de tekst van het artikel alleen. Er zal dus niet naar eventuele afbeeldingen, video’s of doorverwijzende links worden gekeken. Alle berichten zijn artikelen uit gedrukte dagbladen die online, via LexisNexis zijn verkregen.

Procedure tijdens coderen

(29)

28

het artikel worden gelegd ten tijde van codering. Er zijn middels LexisNexis 431 relevante artikelen gevonden voor het onderzoek van Jelle, 124 relevante artikelen voor het onderzoek van Evan, 202 relevante artikelen voor het onderzoek van Yvonne en tenslotte 467 relevante artikelen voor het onderzoek van Camille. Evan maakt gebruik van artikelen verschenen in de jaren 2006 tot en met 2015 en Camille van de artikelen die gedurende het jaar 2015

verschenen zijn. Yvonne maakt gebruik van artikelen die zijn verschenen vanaf 20 november 2015. Er is voor deze periode gekozen vanwege de beursgang van de ABN AMRO op 20 november 2015. Jelle maakt ten slotte gebruik van artikelen die zijn verschenen in het jaar 2000 tot en met 2015.

Betrouwbaarheid

De intercodeurbetrouwbaarheidsanalyse heeft aangetoond dat de variabelen in de analyse op een betrouwbare manier worden gemeten. De codeerprocedure is daarmee betrouwbaar verklaard.

Vragen (F: Filter)

F1. Wie is de codeur?

Noteren: cijfer van de codeur

1 = Yvonne Kleyhorst

2 = Camille van Niekerk

3 = Jelle Evertsen

4 = Evan Blommaert

F2. Wat is het berichtnummer?

Vanaf 1000 bij artikelen van Camille.

Vanaf 2000 bij artikelen van Yvonne.

Vanaf 3000 bij artikelen van Evan.

(30)

29

F3. Op welk thema heeft het artikel betrekking?

Context-eenheid: gehele artikel

1 = ABN Amro en toon → Vul alleen B1 en B2 in 2 = Shell en toon → Vul alleen B1 en B2 in 3 = ING en CSR → Vul alleen B3 in 4 = Shell in rechtszaken → Vul alleen B4

F4. Is het artikel relevant?

1 = Ja

2 = Nee

(A: Algemeen)

A1. Wat is de datum waarop het bericht is gepubliceerd?

Op de volgende manier noteren: DD/MM/JJJJ

Voorbeeld: 6 mei 2015: 06/05/2015

A2. In welk medium staat het artikel?

Noteren: het cijfer van het medium

1 = Het Financiele Dagblad

2 = De Volkskrant

3 = De Telegraaf

4 = Algemeen Dagblad

5 = ANP

(31)

30

Noteren: cijfer van het soort publicatie

1 = Nieuwsbericht

2 = Interview (overheersend in het artikel zijn vragen en antwoorden)

3 = Column / opiniestuk / stuk op de opiniepagina / het betoog / forum / podium / PS

4 = Achtergrondverhaal (geen actueel nieuws en het artikel bevat meer dan 750 woorden)

5 = Hoofdredactioneel commentaar

6 = Overig

A4. Wat is de kop van het artikel?

Noteren: schrijf titel en eventueel ondertitel uit

A5. Hoeveel woorden heeft het artikel?

Noteren: cijfer van het aantal woorden

(B: Thema)

B1. Wat is de aard van het meeste prominente nieuws in het artikel?

Context-eenheid: headline en eerste alinea

Noteren: cijfer van het soort artikel

1 = financieel

2 = non-financieel

Financieel nieuws beslaat alle informatie omtrent de micro-economische en macro-economische ontwikkelingen bij Shell of ABN AMRO, of macro-economische oorzaken en gevolgen bij Shell of ABN AMRO. Non-financieel nieuws beslaat alle informatie die hier buiten valt. Deze informatie kan onder andere gaan over plannen, kansen, risico’s,

gebeurtenissen en andere ontwikkelingen die niet direct economisch van aard zijn.

Voorbeeld: “Overname BG door Shell kost duizenden banen” is non-financieel nieuws. “Bezuinigingen bij Shell door schrappen duizenden banen” is financieel nieuws. B2. Wat is de toon van het bericht?

(32)

31

Context-eenheid: referentie aan organisatie in kwestie (ABN AMRO of Shell)

-1 = negatief

0 = neutraal of gebalanceerd

1 = positief

De toon wordt niet beoordeeld op het waardeoordeel of interpretatie van de auteur van het bericht, maar op de mate waarin het artikel een succes of mislukking voor Shell en de ABN AMRO beschrijft. Negatief (-1) geeft een mislukking aan, positief (1) een succes. De afwezigheid van een succes of mislukking, of de aanwezigheid van beiden in gelijke mate, resulteert in een score van 0. Bijvoorbeeld: “Groot verlies voor Shell / ABN AMRO” zal een score krijgen van -1. “Nieuwe plannen van Shell / ABN AMRO voor komend jaar” een score van 0 en “Verwachtingen Shell / ABN AMRO zijn positief” een score van 1.

B3.1. Welk soort CSR onderwerp komt er voor in het bericht?

Context-eenheid: referentie aan CSR onderwerp

1 = Milieu en duurzaamheid

 ING wordt hierbij in verband gebracht met gebeurtenissen omtrent het milieu en duurzaamheid. Denk hierbij aan het milieu vriendelijker maken van de

werkzaamheden van ING en het starten van projecten op het gebied van duurzaamheid, zoals duurzaam beleggen.

2 = Arbeid en werknemers

 ING wordt hierbij in verband gebracht met gebeurtenissen omtrent arbeid en werknemers. Denk hierbij aan het aanscherpen van contracten, het uitkeren van bonussen, het ontslaan van werknemers en het verbeteren van een arbeidscontract.

3 = Filantropische activiteiten

 ING wordt hierbij in verband gebracht met gebeurtenissen omtrent, sponsoring, vrijwilligerswerk en verdere acties die geen verbeterde financiële positie op leveren. Denk hierbij aan het sponsoren van het Nederlands elftal of het uitgeven van donaties aan goede doelen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

H1: Positive (negative) media exposure on corporate social responsibility of an organization has a significant positive (negative) effect on the corporate financial performance

Evaluations of third parties like the Dutch consulting firm Steward Redqueen and the German Ministry for Economic Cooperation and Development, sustainability reports of

In order to examine the intervening effects of exploitation efforts on the relationship between corporate social responsibility and a firm’s financial performance,

Unilever meldt in het jaarverslag van 2009 dat het bedrijf zich sterk richt op herstructurering en kostenbesparingen, waarbij de focus ligt op het elimineren

Keywords: Corporate social responsibility, corporate social irresponsibility, country-level, industry-level, firm-level, environmental score, social score, corporate governance score,

In line with earlier research I also find evidence for a positive correlation between female representation in a board and CSR pillar scores at a 5% level for Environmental

Additionally, regarding nationality, previous research showed an evident link between the CSR and managers’ national culture and how it plays a significant role in

Foreign MNCs could better capitalise on their greatly successful/high impact CSR initiatives by making more information available on their corporate website as well as