• No results found

Stel je doel samen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stel je doel samen"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Afstudeerprogramma semester 2 (2016-2017) Hogeschool van Amsterdam, ergotherapie 12 juni te Amsterdam

Studenten: Linda Jansen, 500696111

Dennis Keppel, 500626751 Lotte Pennings, 500689791

Coach: Inge Vromen

Tweede beoordelaar: Robbert Kruijne

Opdrachtgever: Ada Frans (Roads BV)

Opdracht: Kwaliteitszorg

(2)

Voorwoord

Voor u ligt het onderzoeksverslag “Stel je doel samen”. Dit verslag is geschreven in het kader van het afstuderen aan de opleiding ergotherapie van de Hogeschool van Amsterdam. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode van februari tot juni 2017.

Wij danken Ada Frans en Inge Vromen voor de begeleiding die zij ons hebben geboden en voor de concrete handvatten die zijn gegeven tijdens de totstandkoming van dit verslag. Tevens bedanken wij de vakgroep-DBC en de vakgroep Ergotherapie Psychiatrie Amsterdam die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van het eindproduct. Wij wensen u veel leesplezier toe.

Linda Jansen Dennis Keppel Lotte Penning

(3)

Samenvatting

Roads is een organisatie die mensen met complexe psychiatrische problematiek, verslavings- of justitiële achtergrond begeleidt naar dagbesteding en/of werk. De trajectcoaches van Roads begeleiden deze mensen intensief. Momenteel maken de trajectcoaches gebruik van een trajectplan om doelen die zij stellen met de cliënten inzichtelijk te maken voor cliënt, verwijzer en organisatie. Bij dit trajectplan ontbreekt het meten van de subjectieve doelstellingen en de subjectieve ervaringen.

Het doel van dit project was het ontwikkelen van een nieuw instrument dat subjectieve doelen/ervaringen en vooruitgang kan meten in samenwerking met de trajectcoaches van Roads. De opdrachtgever wil aan de cliënten, verwijzers en organisatie laten zien wat het belang is van het stellen van subjectieve doelen. Ook wil zij subjectieve ervaringen inzichtelijk maken alsmede het effect van de begeleiding. Hiervoor is de volgende onderzoeksvraag opgesteld:

“Op welke wijze kunnen de trajectcoaches van Roads meetbare subjectieve doelen stellen en subjectieve ervaringen inzichtelijk maken zodat de resultaten van de begeleiding

verantwoord kunnen worden aan cliënt, verwijzer en organisatie?”

Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag zijn er vooraf een aantal criteria verkregen waaraan het instrument volgens de opdrachtgever minimaal moet voldoen. De criteria van de opdrachtgever zijn aangevuld met criteria vanuit de individuele

literatuurstudies, bijeenkomsten met de opdrachtgever, vakgroep-DBC van Roads en de vakgroep Ergotherapie Psychiatrie Amsterdam. De resultaten van de literatuurstudies en de bevindingen uit het praktijkonderzoek zijn met elkaar verbonden waarna de definitieve criteria voor het instrument zijn opgesteld.

Het instrument is beroepsoverstijgend, heeft een korte afnametijd en wordt digitaal toegepast. Tevens is het instrument gericht op dagbesteding en werk, waarbij meetbare doelen worden opgesteld over de subjectieve ervaringen. De werkwijze van het instrument is gebaseerd op de werkwijze van de COPM. Het instrument heeft een schaalscore die

ingevuld wordt tijdens de begin-, tussen- en eindmeting. Er wordt ingegaan op persoonlijke informatie, vrijetijdsbesteding, (vrijwilligers)werk, opleiding/scholing, sociale contacten en persoonlijke kenmerken. Uiteindelijk wordt er door de cliënt een hoofddoel met subdoelen opgesteld waarin de wensen en ideeën van de cliënt worden meegenomen. De doelen worden met de begeleider besproken en vervolgens samen SMART geformuleerd. Het instrument is voorzien van een handleiding. Hierbij staat een voorbeeld geschreven over hoe het instrument moet worden ingevuld.

Op basis van het ontwikkelde instrument kan geconcludeerd worden dat men met dit instrument subjectieve doelen kan stellen en dat subjectieve ervaringen inzichtelijk worden gemaakt. Hierdoor kunnen de resultaten van de begeleiding worden verantwoord aan cliënt, verwijzer en organisatie.

Een eventueel vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op de implementatie van het instrument binnen Roads. Tevens wordt er door het projectteam aanbevolen om in de toekomst onderzoek te doen naar de toepasbaarheid, validiteit en betrouwbaarheid van het instrument.

(4)

Inhoudsopgave

Voorwoord 2 Samenvatting 3 1. Inleiding 5 1.1 Aanleiding 6 1.2 Probleembeschrijving 6 1.3 Doelstelling 6 1.4 Vraagstelling 7 2. Context 8

2.1 Werkwijze binnen Roads 9

2.2 Afbakening 9

3. Methode 10

3.1 Projectmatig werken 10

3.2 Aanpak van het project 10

4. Theoretisch kader 11

5. Bevindingen 12

5.1 Eisen van de opdrachtgever 12

5.2 Criteria op basis van de literatuuronderzoeken 13

5.3 Discussiepunten 15

5.4 Praktijkonderzoek 16

5.4.1 Aanpassing op basis van voorleggen aan cliënt 16

5.4.2 Aanpassing naar aanleiding van feedback vakgroep-DBC 16

5.4.3 Aanpassing naar aanleiding van feedback opdrachtgever 17

5.4.4 Aanpassing naar aanleiding van feedback vakgroep Ergotherapie Psychiatrie

Amsterdam 18 5.5 Discussiepunten 19 5.6 Definitieve criteria 19 6. Discussie 20 7. Conclusie 21 7.1 Advies 21 Begrippenlijst 23 Literatuurlijst 24

Bijlage 1: Stel je doel samen Bijlage 2: Topiclist vakgroep-DBC

(5)

1. Inleiding

Ongeveer 42% van de Nederlandse bevolking heeft in 2012 te maken gehad met psychische klachten. Van alle volwassenen in Nederland heeft ongeveer een vijfde deel een psychische stoornis. Dit percentage neemt alleen maar toe (Trimbos Instituut, 2012).

Het participeren in de vorm van arbeid draagt bij aan het welbevinden en herstel van mensen en leidt tot meer kwaliteit van leven. Het is voor mensen met een psychische aandoening echter niet vanzelfsprekend om te werken (Kolenberg, 2012).

Een van de organisaties die mensen met complexe psychiatrische problematiek, verslavings- of justitiële achtergrond begeleidt naar dagbesteding en/of werk is Roads. Roads is een zorgaanbieder, maatschappelijk ondernemer en is onderdeel van Arkin. Arkin is één van de grootste GGZ-aanbieders in Amsterdam en behandelt mensen met psychiatrische

stoornissen en complexe psychische- en verslavingsproblematiek (Arkin, 2017; Roads, 2017a).

In het traject begeleiden de trajectcoaches van Roads mensen met psychiatrische

problematiek. Momenteel maken de trajectcoaches gebruik van een trajectplan om doelen die zij stellen met de cliënten inzichtelijk te maken voor cliënt, verwijzer en organisatie. Deze doelen worden momenteel alleen objectief opgesteld. De trajectcoaches streven ernaar dat er niet alleen ruimte is voor het stellen van objectieve doelen, maar dat er ook ruimte komt voor het stellen van subjectieve doelen. Er is daarom vraag naar een instrument dat meetbare subjectieve doelen stelt en waarbij subjectieve ervaringen en resultaten

inzichtelijk worden gemaakt. Het instrument zal intern gebruikt worden om de kwaliteit van Roads te waarborgen.

In het kader van het afstuderen binnen de opleiding ergotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam is de vraag vanuit de opdrachtgever ontstaan om een instrument te ontwikkelen dat meetbare subjectieve doelen stelt en subjectieve ervaringen inzichtelijk maakt, zodat de resultaten van de begeleiding verantwoord kunnen worden.

Ergotherapie richt zich op het mogelijk maken van het handelen, zodat participatie - het deelnemen van mensen aan het dagelijks en maatschappelijk leven - gerealiseerd wordt ten behoeve van gezondheid en welzijn (Hartingsveldt, Logister-Proost, Kinébanian, 2010). “Handelen heeft voor ieder individu een subjectieve betekenis die op een bepaald moment in een bepaalde context plaatsvindt” (Hartingsveldt et al., 2010).

Roads richt zich op herstel waarbij arbeid wordt ingezet om duurzame participatie te bereiken (Roads, 2017b). Binnen Roads wordt er via de gedachtegang van de

herstelbenadering gewerkt, waarbij er wordt uitgegaan van mogelijkheden en talenten (RIBW Nijmegen en Rivierenland, 2017). Binnen dit afstudeerproject zal de visie van de

herstelbenadering worden gehanteerd.

Middels participerend onderzoek is er begonnen met een oriëntatie op de werkwijze van de werkplek bij Roads. Op methodische wijze is literatuuronderzoek verricht naar wat er bekend is betreffende het meten van (maatschappelijk) herstel bij cliënten met langdurige

psychiatrische problematiek. Ook is onderzoek gedaan naar wat bekend is over het stellen van doelen in het kader van rehabilitatie bij mensen met psychiatrische problematiek en wat bekend is over instrumenten die subjectief ervaren (voortgang of verandering) meten bij cliënten. Door de resultaten van de literatuurstudies en de bevindingen uit het

praktijkonderzoek met elkaar te combineren is er een theoretische basis om de criteria voor het instrument op te stellen. Na het opstellen van deze criteria zijn er verschillende

conceptversies gemaakt van het instrument die voorgelegd zijn aan deskundige

(ergo)therapeuten om feedback te verzamelen. De concrete werkwijze en resultaten worden in de volgende hoofdstukken besproken nadat de context van Roads is toegelicht.

(6)

1.1 Aanleiding

Wanneer een cliënt binnenkomt bij Roads vindt er een kennismakingsgesprek plaats. Hierin wordt geïnventariseerd wat de wensen en de behoeften zijn van de cliënt. Indien er gerichte of specifieke begeleiding nodig is, kan er worden doorverwezen naar trajectcoaching*, IPS, jobcoaching of re-integratie 2e spoor (Roads, 2016).

Bij het opstellen van het trajectplan worden de hulpvragen van de cliënt helder. Tevens worden er doelen opgesteld. Het formulier dat momenteel wordt gebruikt bij het opstellen van doelen (trajectplan) wekt weerstand op bij de coaches aangezien er alleen ruimte is voor objectieve doelen. Het trajectplan is opgesteld op basis van gestelde vragen vanuit de financierders. De coaches van Roads hechten namelijk ook waarde aan het opstellen van subjectieve doelen om aan het eind van het traject te laten zien dat er in het welbevinden van de cliënt vooruitgang is geboekt. Ook kan het worden gebruikt voor verantwoording aan de cliënt en om resultaten inzichtelijk te maken voor eigen management en opdrachtgevers binnen Roads. Daarnaast worden de doelen momenteel niet meetbaar geformuleerd, waardoor het niet mogelijk is om bij een tussenevaluatie te meten of de cliënt vooruit- of achteruitgang heeft geboekt.

Er is vraag naar een instrument dat zal bijdragen aan een nieuwe wijze van doelen stellen en het kunnen meten van de resultaten van de begeleiding van de cliënt. Het instrument zal intern worden gebruikt om onder meer de kwaliteit van Roads te waarborgen.

1.2 Probleembeschrijving

Momenteel worden er in het trajectplan alleen objectieve doelen geformuleerd. Wens vanuit de opdrachtgever is dat er ruimte komt voor de subjectieve ervaringen en het stellen van subjectieve doelen. De opdrachtgever denkt aan het gebruik maken van de werkwijze van The Canadian Occupational Performance Measure (COPM*) (The Canadian Occupational Performance Measure, 2017).

Als de cliënt bijvoorbeeld voorheen 40 uur per week werkte en nu 24 uur per week, wordt dat gezien als een achteruitgang. Als de cliënt hierbij meer tevreden is over zijn of haar

dagindeling en hierbij minder stress ervaart, is dit een subjectieve vooruitgang.

De opdrachtgever wil dat de subjectieve doelen concreet worden beschreven, zonder de druk op te voeren bij cliënten met bijvoorbeeld perfectionisme of dwangproblematiek.

Subjectief is gerelateerd aan de rollen die mensen hebben, wat zij belangrijk vinden en welke normen, waarden of levensvisie zij hebben (Granse, Hartingsveldt, & Kinébanian, 2012). Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan zelfverzekerdheid, (ervaren) stress en tevredenheid.

1.3 Doelstelling

Het doel van dit project is het ontwikkelen van een nieuw instrument dat subjectieve doelen/ervaringen en vooruitgang kan meten in samenwerking met de trajectcoaches van Roads. De opdrachtgever wil aan de cliënten, verwijzer en organisatie laten zien wat het belang is van het stellen van subjectieve doelen, het inzichtelijk maken van subjectieve ervaringen alsmede het effect van de begeleiding is.

(7)

1.4 Vraagstelling

Uit de eerder beschreven probleem- en doelstelling volgt de volgende hoofdvraag:

“Op welke wijze kunnen de trajectcoaches van Roads meetbare subjectieve doelen stellen en subjectieve ervaringen inzichtelijk maken zodat de resultaten van de begeleiding

verantwoord kunnen worden aan cliënt, verwijzer en organisatie?”

Naar aanleiding van de hoofdvraag zijn er drie deelvragen opgesteld waarbij individueel op methodische wijze een literatuurstudie is gemaakt. Om subjectieve doelen te kunnen meten, wordt eerst onderzocht hoe herstel wordt gemeten. Er zal gericht worden gezocht naar het meten van herstel bij mensen met langdurige psychiatrische problematiek, omdat dit het werkveld van de opdrachtgever betreft.

Daarnaast is gekeken naar wat bekend is over het stellen van doelen bij mensen met psychiatrische problematiek.

Om subjectieve ervaringen te kunnen meten, is onderzocht welke instrumenten al beschikbaar zijn om subjectief ervaren van cliënten te meten.

(8)

2. Context

De missie van Roads is “perspectief bieden” (Roads, 2017b). Bij Roads wordt er gewerkt aan sociale participatie en arbeidsre-integratie. Het middel en doel om dit te realiseren zijn arbeid en (arbeidsmatige) dagbesteding. Door cliënten een maatschappelijke rol te bieden, leggen ze de basis voor participatie en geven ze cliënten een concreet perspectief op hun toekomst (Roads, 2017b). Roads richt zich op maatschappelijk herstel* van cliënten.

De visie van Roads is dat iedereen het verdient om te participeren in de maatschappij. Roads ziet arbeid als het meest effectieve middel om duurzame participatie te bereiken. “Arbeid moet een integraal onderdeel vormen van het herstelprogramma en niet pas aan het einde van het traject in beeld komen” (Roads, 2017b).

Zo ervaart Roads dat mensen met psychiatrische problematiek of verslavingsachtergrond snel tussen wal en schip belanden wanneer zij niet individueel en intensief worden begeleid. Met passende arbeid werkt een cliënt vanuit zijn eigen kwaliteiten aan zijn zelfbeeld en ervaart hij/zij weer wat hij/zij kan. “Roads gelooft in samengestelde programma’s waarin behandeling, therapie, training en arbeid elkaar ondersteunen” (Roads, 2017b).

Door middel van samenwerkingen met bedrijven kan Roads de kwaliteit van zorg waarborgen en maximale kansen creëren voor de cliënt. Door de mogelijkheden van de cliënten te vergroten, kan Roads het beroep op de zorg verkleinen. Met het juiste netwerk rond de cliënt kan Roads de kans op terugval minimaliseren (Roads, 2017b). Werkplekken worden aangeboden binnen de eigen bedrijven van Roads, maar ook bij werkgevers buiten Roads. De mogelijkheid bestaat om binnen de organisatie een vak te leren en tegelijkertijd te werken (Roads, 2017c).

Binnen Roads werken de trajectcoaches vanuit drie verschillende trajectteams. De

trajectteams waarin gewerkt wordt zijn: IPS, Participatie en Re-integratie. Dit is schematisch weergegeven in tabel 1.

(9)

2.1 Werkwijze binnen Roads

Middels participerende waarneming en gesprekken met de opdrachtgever is de werkwijze van Roads in kaart gebracht. Het traject van een cliënt start met een kennismakingsgesprek met een intaker. Tijdens het gesprek wordt geïnventariseerd naar de huidige situatie waarin de cliënt zich bevindt. Er wordt gekeken naar de woonsituatie, het sociale netwerk, de financiën, de huidige dagbesteding en de vervoersmogelijkheden. Tevens worden de

interesses, kwaliteiten en (eventuele) verwachte problemen op het werk of in de begeleiding in kaart gebracht.

Nadat alle informatie is verkregen wordt er besproken welke dagbesteding, arbeidsmatige dagbesteding of activiteit past bij de cliënt en wordt de cliënt doorverwezen naar een trajectcoach, die de behandeling van de cliënt voortzet (Roads, 2016).

● Bij dagbesteding en inloop kan gedacht worden aan: koffie drinken, kletsen, koken, wandelen, kaarten, schilderen, timmeren, dieren verzorgen, tuinieren, Nederlandse les en computerles, theater, dans, muziek en sport (Roads, 2016).

● Bij arbeidsmatige dagbesteding en vakgericht werken wordt gedacht aan:

houtbewerken, fietsen repareren, bardienst draaien, lunch maken, serveren, kleding maken, schrijven, klussen, schoonmaken, en administratieve werkzaamheden. De cliënten krijgen geen salaris, maar wel een onkostenvergoeding van €1,00 per uur. Roads heeft winkels en bedrijven die producten of diensten verkopen aan klanten. Ook buiten de bedrijven en werkplekken van Roads kan arbeidsmatige dagbesteding gevolgd worden waarbij begeleiding vanuit Roads wordt gegeven (Roads, 2016)

● Daarnaast worden er trainingen en therapieën aangeboden zoals: Liberman modules, ergotherapie, mindfulness, assertiviteitstrainingen, creatieve therapie en

sollicitatietraining (Roads, 2016).

Om te kunnen deelnemen bij Roads is er een financiering nodig. Van dit geld worden

activiteiten, begeleiding en andere kosten betaald. Tijdens het intakegesprek zal er naar een passende financiering gezocht worden die aansluit bij de doelen van de cliënt. De

financiering hoeft niet door de cliënt zelf aangevraagd te worden. Er wordt vanuit Roads ondersteuning aangeboden om dit te regelen (Roads, 2016).

2.2 Afbakening

De opdrachtgever van het project is werkzaam als trajectcoach binnen het trajectteam re-integratie. Het trajectteam re-integratie is onderverdeeld in de volgende groepen:

● Behandeling volgens Diagnose Behandel Combinatie (DBC*);

● Begeleiding in kader van Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekering (UWV*); ● Begeleiding in kader van Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo*) . Het trajectplan dat gebruikt wordt om doelen te stellen, wordt gebruikt binnen het DBC-traject. De focus van het project is daarom op deze groep gericht.

(10)

3. Methode

3.1 Projectmatig werken

Om het proces van het project sturing te geven, is gebruik gemaakt van de methode ‘projectmatig werken’. Hiervoor is gekozen omdat projectmatig werken een structuur biedt die zorg draagt dat alle fasen werden doorlopen om tot een goed instrument te komen. Wanneer een fase doorlopen is, is deze voorgelegd aan de opdrachtgever zodat zij een ‘go’ kon geven om verder te gaan met het project. Door de bevindingen na elke fase voor te leggen aan de opdrachtgever, werd zij nauw betrokken bij de ontwikkelingen en de totstandkoming van het project.

3.2 Aanpak van het project

In het plan van aanpak is beschreven op welke manier er aan het onderzoek gewerkt wordt. Iedere student heeft een ochtend meegelopen met een trajectcoach om inzicht te krijgen in de werkwijze van de trajectcoaches. Tijdens deze ochtenden is informatie verkregen waarna de werkwijze is uitgewerkt.

Zoals hierboven is beschreven is de focus gelegd op het DBC-traject.Om tot criteria te komen waaraan het instrument moet voldoen, is besloten om de basis te leggen bij de eisen en wensen die zijn gegeven door de opdrachtgever en de bevindingen uit de literatuur. Er zijn uiteindelijk vier conceptversies ontwikkeld die steeds zijn voorgelegd aan verschillende deskundigen en betrokkenen om zo tot een instrument te komen dat de kwaliteit binnen Roads verbetert.

De eerste conceptversie is afgenomen bij een relevante cliënt uit eigen omgeving. Om meer feedback te krijgen, is gebruik gemaakt van de vakgroep-DBC. In deze vakgroep zitten alle DBC-trajectcoaches van Roads. Tevens hebben er feedback momenten plaatsgevonden met de vakgroep Ergotherapie Psychiatrie Amsterdam. In deze vakgroep zitten ervaren

ergotherapeuten die werkzaam zijn in de GGZ.

Tot slot hebben er individuele feedback momenten met de opdrachtgever plaatsgevonden. Al deze feedback momenten hebben geleid tot een instrument dat subjectieve doelen meet en subjectieve ervaringen inzichtelijk maakt.

(11)

4. Theoretisch kader

Volgens Driessen et al. (2013) is het meten van de kwaliteit van leven moeilijk, omdat het een subjectief begrip is. Het gaat niet om de manier van functioneren, maar wat iemand vindt over zijn/haar functioneren. De kwaliteit van leven kan worden beïnvloed door verschillende factoren: autonomie, zingeving en handelingscontrole.

Om de kwaliteit van leven te vergroten wordt er door Driessen et al. (2013) geschreven over het concept herstel. Voor het concept herstel is momenteel nog geen uniforme definitie beschreven. Echter wordt er wel gesproken over een persoonlijk en/of maatschappelijk ontwikkelingsproces (Driessen et al., 2013). Het herstelproces wordt verdeeld in vier fasen:

1. Overweldigd worden door de aandoening; 2. Worstelen met de aandoening;

3. Leven met de aandoening; 4. Leven voorbij de aandoening.

De fasering kan helpen begrijpen wat er precies gebeurt en hoe eventuele ondersteuning hierop afgestemd kan worden (Hendriken-Favier et al., 2012).

Herstel

Herstel hangt samen met empowerment en is niet los van elkaar te zien. Empowerment betekent het herwinnen van de eigen regie en/of het versterken van eigenwaarde (Granse, Hartingsveldt, & Kinébanian, 2012). Binnen GGZ Nederland richt herstel zich niet alleen op de afname van klachten en symptomen, maar ook op unieke persoonlijke processen waarin mensen proberen de draad weer op te pakken, de regie te hervinden en hun leven opnieuw inhoud en richting te geven (Granse et al., 2012).

“Het fundament van herstel is dat mensen met psychiatrische aandoeningen zelf bepalen welke betekenis ze aan hun problemen geven” (Wilken, 2010; Plooy & Droës, 2011; Ploeg & Griffioen, 2011). Het wordt gezien als een zoektocht of reis naar zin en hoop en naar een leven waarbij de ziekte/aandoening niet op de voorgrond staat. Hierbij ligt de focus om greep op eigen leven te krijgen, te kijken naar mogelijkheden, krachten vergroten en actief

zelfmanagement (Granse et al., 2012).

Herstelondersteunende zorg

“De focus van herstel en herstelondersteunende zorg ligt op kwaliteit van leven” (Granse et al., 2012). Wanneer men in sociale rollen, betekenisvolle activiteiten en participatie herstelt, neemt de kwaliteit van leven toe.

“Herstelondersteunende zorg is alle zorg die gericht is op het bevorderen van het

herstelproces” (Trimbos Instituut, 2012). Herstelondersteuning is afhankelijk van de fase waarin iemand zich bevindt en wat de persoon zelf belangrijk vindt (Granse et al., 2012). Er zijn twee factoren die het herstelproces kunnen bevorderen. Namelijk het stellen van doelen en positieve verwachtingen van herstel. In het onderzoek van Clarke et al. (2009) wordt aangetoond dat men beter in staat is doelen te behalen wanneer symptomen als minder stressvol worden ervaren.

Door het behalen van gestelde doelen wordt het psychologisch herstel weer bevorderd. Men geeft aan meer zelfvertrouwen en hoop te hebben in de toekomst en in het behalen van toekomstige doelen (Clark et al., 2009). Lage verwachtingen van herstel verhogen het risico op beperkingen en het vaker afwezig zijn op het werk (Ebrahim et al., 2015).

Herstelbenadering

De herstelbenadering richt zich niet alleen op het behandelen van de ziekte en problemen, maar ook op het hervinden van zin in het leven en van betekenisvolle rollen in de

samenleving (Herstelondersteuning, 2016). Het doel is om mensen te helpen die zoveel mogelijk zichzelf helpen. Hierbij wordt uitgegaan van mogelijkheden en talenten van die personen (RIBW Nijmegen en Rivierenland, 2017). De cliënt houdt de regie wat motiverend werkt voor cliënt en medewerker (RIBW Nijmegen en Rivierenland, 2017).

(12)

5. Bevindingen

5.1 Eisen van de opdrachtgever

In dit hoofdstuk staat beschreven welke eisen en wensen door de opdrachtgever vooraf zijn gegeven waaraan het instrument moet voldoen. Deze eisen en wensen zijn later door de bevindingen uit de literatuur omgezet in criteriapunten. In tabel 2 staan de eisen en de wensen van de opdrachtgever beschreven en deze worden tevens uitgelegd.

Tabel 2: Eisen van de opdrachtgever Eisen opdrachtgever Uitleg

Beroepsoverstijgend Het instrument is beroepsoverstijgend. Iedere werknemer van Roads kan het instrument gebruiken. Het product is in duidelijke en begrijpbare taal geschreven.

Korte afnametijd De opdrachtgever wil niet dat het instrument een extra formulier wordt dat ingevuld moet worden. Dit betekent dat het instrument kort en bondig is, waarin het resultaat overzichtelijk te zien is.

Digitaal Het instrument is digitaal toepasbaar, zodat Roads het digitaal kan doorsturen naar eventuele verwijzers en/of management om resultaten gemakkelijk inzichtelijk te maken.

Gericht op

dagbesteding en werk

De focus van het instrument ligt op dagbesteding en werk. Op deze gebieden wil de opdrachtgever dat ook de subjectieve doelen worden gemeten en niet alleen de objectieve doelen.

Meetbare doelen De opdrachtgever wil dat de doelen meetbaar worden geformuleerd, zodat vooruit- of achteruitgang inzichtelijker wordt gemaakt.

Subjectief ervaren Het instrument meet subjectieve doelen. Hierbij wordt de tevredenheid en de haalbaarheid van de doelen gescoord en wordt er beschreven wat cliënten in de toekomst willen bereiken betreffende dagbesteding en werk.

Werkwijze van de COPM

De wens vanuit de opdrachtgever is om gebruik te maken van de werkwijze van de COPM, omdat het een meetinstrument is dat tracht de uitvoering en tevredenheid te meten van dagelijkse activiteiten omtrent zelfredzaamheid, productiviteit en ontspanning (The COPM, 2017). Om deze reden zal de COPM als inspiratiebron worden gebruikt voor het instrument.

Schaalscore De wens van de opdrachtgever is om een schaalscore te gebruiken van 0-10. Cliënten gaan vaak kleine stapjes vooruit waardoor vooruitgang makkelijker aan te tonen is op een schaal van 0-10. De opdrachtgever wil ook graag de 0-10 schaal, omdat deze ook in de COPM wordt

(13)

5.2 Criteria op basis van de literatuuronderzoeken

Zoals eerder beschreven is er individueel op methodische wijze literatuuronderzoek gedaan. Momenteel is er nog geen instrument dat antwoord geeft op de hoofdvraag:

“Op welke wijze kunnen de trajectcoaches van Roads meetbare subjectieve doelen stellen en subjectieve ervaringen inzichtelijk maken waardoor de resultaten van de begeleiding verantwoord kunnen worden aan cliënt, verwijzer en organisatie?”

Er wordt gewerkt aan het ontwikkelen van instrumenten. Shanks et al. (2013) beschrijven dat er een raamwerk/kader ontwikkeld moet worden dat het beste bewijs bevat omtrent

herstelprocessen, wanneer herstel als uitkomst gemeten moet worden. Zij beschrijven dat er een gouden standaard ontwikkeld moet worden waarin wordt beschreven welke criteria er nodig zijn om alle onderdelen van herstel te kunnen meten.

Op basis van de bevindingen uit de literatuur zijn in tabel 3 criteria opgesteld die nodig zijn om meetbare subjectieve doelen te stellen en ervaringen/resultaten inzichtelijk te maken.

Tabel 3: Criteria vanuit de literatuur Criteria vanuit de

literatuur

Uitleg

Werkwijze van de COPM

De opdrachtgever wil dat de werkwijze van de COPM als inspiratiebron wordt gebruikt voor het ontwikkelen van het instrument. In het onderzoek van Kirsch & Cockburn (2009) is gebleken dat cliënten in de GGZ een gevoel van empowerment voelen, na het afnemen van de COPM. Tevens werd resultaat geboekt op de gebieden waarin zij de meeste beperkingen ervoeren. De COPM evalueert verandering in zowel de uitvoering als tevredenheid van cliënten. De COPM is bevorderend op het gebied van participatie, hervatting van het leven en sociale inclusie (Kirsch & Cockburn, 2009).

Begin-, tussen- en eindmeting

Voor financierders is de aandacht voor het meten van prestaties toegenomen. Een begin-, tussen- en eindmeting is van belang voor het management van instellingen om het effect van hun beleid te meten. Behandelaars en cliënten willen bevestiging of ze goed bezig zijn en de gewenste resultaten behalen. Dit kan inzichtelijk gemaakt worden door een begin-, tussen- en eindmeting (Movisie, 2015).

Persoonlijke kenmerken

De visie van de herstelbenadering wordt binnen Roads gehanteerd. De herstelbenadering kijkt naar de kwaliteiten en mogelijkheden van cliënten en niet naar de beperkingen (RIBW Nijmegen en Rivierenland, 2017). Daarom is gekozen om persoonlijke

kenmerken mee te nemen in het instrument. Het boek “Werken aan arbeidsproblemen” (Meer, Kinebanian, Thomas & Zeelen, 1995) is als inspiratiebron gebruikt om de vragen omtrent persoonlijke kenmerken op te stellen en is tevens het instrument dat nu bij Roads wordt gebruikt.

(14)

Vervolg tabel 3: Criteria vanuit de literatuur Criteria vanuit de

literatuur

Uitleg

Zelf doelen stellen Er zijn interventies die aantonen dat er sneller en meer doelen worden behaald wanneer de cliënt deze zelf heeft opgesteld. Zo hebben Swildens et al. (2012) aangetoond dat de Boston

Psychiatric Rehabilitation Approach effectief is bij het ondersteunen van cliënten met psychische aandoeningen bij het behalen van zelf geformuleerde doelen en bij het vergroten van de maatschappelijke participatie. Cliënten geven aan voorkeur te hebben voor meer invloed bij het opstellen van doelen. Het waarnemen van doelen is relevanter en meer cliëntgericht (Holliday, Cano, Freeman,

Playford, 2007). Meer aandacht voor het stellen van doelen door de cliënten zelf kan een cruciale rol spelen bij het invullen van de behandeling (Battle et al., 2010). Het is tevens van belang dat de professionals goed geschoold zijn in het ondersteunen van de cliënten bij het opstellen van doelen, waardoor de haalbaarheid van doelen wordt vergroot (Anthony, Ellison, Rogers, Mizock, & Lyass, 2014).

Haalbaarheid van doelen scoren

Vigez (2017) beschrijft dat de inschatting van het eigen vermogen om een doel te halen, af hangt van eerdere ervaringen. Het is bekend dat bepaald gedrag tot bepaalde uitkomsten leidt. Wanneer iemand weinig vertrouwen heeft in de haalbaarheid van het doel, blijkt het doel minder haalbaar te zijn dan als iemand ervan overtuigd is het doel te kunnen behalen. Dit doel wordt dan ook eerder behaald (Vigez, 2017). Om deze reden is ervoor gekozen om de haalbaarheid van de doelen te scoren.

Eind-, lange- en korte termijn doel

Door gebruik te maken van een doelenhiërarchie: eind-, lange- en korte termijn doel blijft het verband tussen de doelen en het

uiteindelijke streven van de cliënt duidelijk en overzichtelijk voor de cliënt en de coach. De prioriteit van de cliënt is in de

doelenhiërarchie terug te vinden (Granse et al., 2012).

SMART-regel Het opstellen van doelen, gericht op resultaat, kan een positief effect hebben op de duur van de therapie. Er is gekozen om een hulpmiddel te gebruiken voor het opstellen van de doelen namelijk de SMART-regel. SMART is een afkorting voor: specifiek,

meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden (Granse et al., 2012).

(15)

5.3 Discussiepunten

Tijdens het ontwikkelen van het instrument zijn er enkele keuzes overwogen. Er is

overwogen om een metafoor te gebruiken (bijvoorbeeld het KAWA-model). Het kan echter voor cliënten lastig zijn om uit te leggen wat er in hun leven speelt (waar zitten de

struikelblokken en waar liggen de geluksmomenten). Er is gekozen om dit niet in het

instrument toe te passen omdat de afnametijd kort moet zijn en het digitaal toepasbaar moet zijn. Tevens is de metaforische denkwijze voor een deel van de cliënten niet zinvol.

Er is overwogen om een formule te maken die de vooruit- of achteruitgang kan meten. In de COPM wordt bijvoorbeeld de score gemeten met betrekking tot de tevredenheid en de uitvoering van een activiteit. Uit verschillende ervaringen blijkt dat deze stap niet altijd wordt uitgevoerd. Daarom is ervoor gekozen om dit niet mee te nemen in het instrument.

Ook is er nagedacht om een grafiek in te voegen zodat vooruit- of achteruitgang visueel inzichtelijk kan worden gemaakt. Omdat een grafiek digitaal invullen lastig kan zijn voor de cliënt, is ervoor gekozen om dit niet te doen.

Er heeft een discussie plaatsgevonden om de kwaliteiten van de cliënt in kaart te brengen. Aangezien vanuit de herstelbenadering gekeken wordt naar de mogelijkheden van de cliënt en om in kaart te brengen hoe de cliënt zichzelf inschat, wordt dit onderdeel meegenomen in het instrument. In het instrument wordt dit aangeduid met de titel “Persoonlijke kenmerken”.

(16)

5.4 Praktijkonderzoek

Na het opstellen van de criteria is het instrument voorgelegd aan één relevante cliënt in eigen omgeving. Op basis van deze afname is het instrument aangepast. Daarna is het instrument kritisch doorgesproken met de vakgroep-DBC, de opdrachtgever en de vakgroep Ergotherapie Psychiatrie Amsterdam. De feedback uit deze vakgroepen is verwerkt en heeft geleid tot het definitieve eindproduct.

5.4.1 Aanpassing op basis van voorleggen aan cliënt

De eerste conceptversie van het instrument is voorgelegd aan één persoon uit eigen persoonlijke omgeving. Zij had moeite met het woord ‘dagbesteding’ en wist niet wat hieronder verstaan werd. Er wordt gevraagd om een cijfer te geven aan de dagbesteding, maar de cliënt kon dit niet invullen omdat zij de vraag niet begreep. Vragen bij “persoonlijke eigenschappen” waren voor haar moeilijk in te vullen. Bijvoorbeeld de zin “ik ben nooit afwezig” werd verward met concentratie in plaats van “aanwezig op het werk zijn”.

Deze punten zijn vervolgens bediscussieerd waarna de vragen anders opgesteld zijn en/of eventuele toelichtingen bijgevoegd zijn. Wat verder opviel was dat het instrument lastig digitaal in te vullen is. Dit is aangepast zodat de stukken tekst en tabellen niet verspringen tijdens het invullen.

5.4.2 Aanpassing naar aanleiding van feedback vakgroep-DBC

De tweede conceptversie van het instrument is voorgelegd aan de vakgroep-DBC. Er is uitleg gegeven over de totstandkoming van het instrument. Tijdens deze bijeenkomst is feedback verzameld door het instrument kritisch te laten bestuderen middels een topiclijst (bijlage 2). Hieruit zijn een aantal punten naar voren gekomen die hebben geleid tot extra criteria voor het instrument. Deze criteria zijn beschreven in tabel 4. Een criterium dat is aangepast is het criterium “Eind-, lange- en korte termijn doel”.

Tevens heeft de vakgroep-DBC haar enthousiasme en tevredenheid uitgesproken over het instrument. Zij gaven aan het instrument meteen te willen gebruiken en zien het instrument als een goede vervanging van het trajectplan en intakeformulier samen.

(17)

Tabel 4: Extra criteria vakgroep-DBC Criteria DBC-traject Uitleg

Persoonlijk instrument Omdat het instrument ingaat op persoonlijke aspecten van de

cliënt, wil de vakgroep-DBC “u” vervangen door “je”, zodat het instrument meer persoonlijk is.

Handleiding De vakgroep wil geen extra losse handleiding over het gebruik van het instrument. Zij willen een korte uitleg bij de vragen of eventueel op de eerste pagina een toelichting, zodat het duidelijk is wat de cliënt moet doen en hoe de cliënt het instrument moet invullen.

Gericht op

vrijetijdsbesteding, (vrijwilligers)werk, opleiding/cursus en sociale contacten

De vakgroep wil meer informatie verkrijgen omtrent vrijetijdsbesteding, (vrijwilligers)werk, opleiding/cursus en sociale contacten.

Hoofddoel en subdoel Vanuit de literatuur was het criterium om gebruik te maken van een lange- en korte termijn doel. De voorkeur van de vakgroep DBC is om gebruik te maken van een hoofddoel en subdoel, omdat bij een lange termijn doel gesuggereerd wordt dat er een lang proces aan het doel vast zit. Dit wil de vakgroep

voorkomen.

5.4.3 Aanpassing naar aanleiding van feedback opdrachtgever

De derde conceptversie van het instrument is voorgelegd aan de opdrachtgever. Zij heeft haar tevredenheid en enthousiasme over het instrument uitgesproken. Zij heeft adviezen gegeven over de formulering en het taalgebruik van vragen. Er is tevens gesproken over de privacy van de cliënt.

Om de privacy van de cliënt te kunnen waarborgen bij het invullen van het instrument, wordt het instrument verwerkt in het digitaal elektronisch patiëntendossier. Dit is een beveiligd systeem waar alleen de cliënten en trajectcoaches van Roads toegang toe hebben. Dit zorgt ervoor dat gegevens alleen zichtbaar zijn voor de trajectcoaches.

In tabel 5 staat de toelichting beschreven voor het criterium dat uit dit feedbackmoment is gekomen.

Tabel 5: Extra criterium opdrachtgever Criterium opdrachtgever Uitleg

Persoonlijke informatie Het onderdeel persoonlijke informatie ontbrak in het

instrument. Vanuit de opdrachtgever was de wens om dit wel in het instrument te verwerken. Door de persoonlijke

informatie toe te voegen aan het instrument kan het intakeformulier en trajectplan worden samengevoegd.

(18)

5.4.4 Aanpassing naar aanleiding van feedback vakgroep Ergotherapie Psychiatrie Amsterdam

De vierde conceptversie van het instrument is voorgelegd aan de vakgroep Ergotherapie Psychiatrie Amsterdam. Zij waren enthousiast over het instrument. Er is aangegeven dat het instrument tastbaar, overzichtelijk en in grote lijnen compleet is. De vakgroep vond het instrument er netjes uitzien en zij vonden het tevens prettig dat het instrument kort en bondig is.

De feedbackpunten zijn gericht op de formulering van zinnen en het stellen van doelen. Tevens heeft er een discussie plaatsgevonden of de scores van de begin-, tussen- en eindafname op aparte bladzijden of bij elkaar moeten staan. Naast de feedback die is verkregen, kwamen er nog twee criteria naar voren. De toelichting van de criteria staan beschreven in tabel 6. De leden van de vakgroep hebben aangegeven het instrument te willen hebben zodra het instrument af is.

Tabel 6: Extra criteria vakgroep Ergotherapie Psychiatrie Amsterdam Criteria vakgroep

Ergotherapie

Psychiatrie Amsterdam

Uitleg

Voorbeeld Het kan voor cliënten met een andere achtergrond en/of cognitieve beperking lastig zijn om een vraag met een

schaalscore te beantwoorden. De wens vanuit de vakgroep is dat een voorbeeldvraag in de handleiding wordt gezet, zodat het voor de cliënt duidelijk is hoe de vraag beantwoord moet worden.

Wensen/ideeën Feedback vanuit de vakgroep was om bij ieder domein ruimte te maken voor wensen/ideeën van de cliënt. Op deze manier kan er makkelijker naar het hoofddoel/subdoel worden gewerkt.

(19)

5.5 Discussiepunten

Om behandelingen te verantwoorden naar management en/of verwijzers moeten de doelen SMART worden geformuleerd. Het kan voor de cliënt echter lastig zijn om een doel te formuleren aan de hand van de SMART-regel. Er is daarom overwogen om de doelen samen met de begeleider op te stellen. Hierover is gediscussieerd in de vakgroep Ergotherapie Psychiatrie Amsterdam. Zij hebben twijfels over de gedachtegang van de therapeut bij het SMART maken van de doelen. Zij vinden dat het doel van de cliënt wordt overgenomen en wordt verbeterd door de begeleider, waardoor het doel niet meer ‘eigen’ is. Het projectteam heeft ervoor gekozen dat de cliënt het doel zelf opstelt. Omdat er wordt gewerkt vanuit de herstelbenadering en de doelen op deze wijze persoonlijk blijven. Als de doelen door de cliënt zijn opgesteld, worden deze samen met de begeleider besproken en uiteindelijk SMART geformuleerd. Dit is een nadrukkelijke eis van de opdrachtgever. De cliënt moet uiteindelijk akkoord geven over de SMART geformuleerde doelen.

Er is overwogen om de begin-, tussen- en eindafname op aparte bladzijden te zetten, zodat de cliënt niet wordt beïnvloed door eerdere ingevulde scores. De wens vanuit de

opdrachtgever is om de kolommen naast elkaar te laten staan. Hierdoor is het overzichtelijker of de cliënt vooruit- of achteruitgang heeft geboekt.

Tijdens het proces maakt de cliënt een persoonlijke ontwikkeling door, waardoor de cliënt positiever of negatiever in het leven is gaan staan. De cliënt kan hierdoor hetzelfde cijfer scoren terwijl er wel vooruit- of achteruitgang heeft plaatsgevonden. In overleg met de opdrachtgever heeft het projectteam ervoor gekozen om de kolommen naast elkaar te laten staan, zodat de cliënt zijn vorige scores kan zien en deze kan vergelijken.

5.6 Definitieve criteria

De resultaten van de literatuurstudies en de bevindingen uit het praktijkonderzoek zijn met elkaar gecombineerd waarna de definitieve criteria zijn opgesteld. In bijlage 4staat het volledige overzicht van de definitieve criteria. Een beschrijving van de definitieve criteria volgt in de conclusie.

(20)

6. Discussie

Voor dit onderzoek is op methodische wijze literatuur- en praktijkonderzoek uitgevoerd. Bij het verkrijgen van dit project is verwarring geweest over het interpreteren van de

onderzoeksvraag. De interpretatie van de opdracht werd door het management van Roads, de opdrachtgever en het projectteam een aantal keren gewijzigd waardoor de aanpak van het project ook veranderde. De verwachtingen van de verschillende betrokkenen over de aanpak van het project kwamen niet altijd overeen wat ertoe heeft geleid dat de partijen niet voortdurend op één lijn zaten in de eerste fase van het project.

Om de context van de hoofdvraag beter te begrijpen, is door ieder projectteamlid een dag in de praktijk meegelopen. Door een te hoge werkdruk en de reorganisatie binnen Roads was het niet mogelijk om collega’s van de opdrachtgever te interviewen. Dit heeft ertoe geleid dat er langer tijd nodig was om de werkwijze binnen Roads in kaart te brengen. Ondanks de vertraging die dit opleverde, is er uiteindelijk voldoende overeenkomsten bereikt om een zinvol instrument te ontwikkelen.

Mede door de hoge werkdruk en de reorganisatie binnen Roads was het ook niet mogelijk om het instrument bij cliënten af te nemen waardoor die ervaringen niet konden worden meegenomen tijdens de ontwikkeling van het instrument. Dit zorgt ervoor dat het product niet vanuit het cliëntenperspectief is ontwikkeld, ondanks dat de visie van de herstelbenadering gehanteerd werd. Ook kon er dan getoetst worden of het instrument toepasbaar was voor mensen die minder vaardig zijn met de Nederlandse taal of met een cognitieve beperking. Door de inbreng van de vakgroep DBC en de vakgroep Ergotherapie Psychiatrie Amsterdam is het instrument wel praktijkgericht geworden.

Het uiteindelijke resultaat is met enthousiasme in de praktijk ontvangen, omdat het gebaseerd is op bevindingen uit de literatuur en het instrument in wisselwerking met gebruikers en deskundigen is ontwikkeld. Door de deskundigen en het projectteam wordt gehoopt dat het instrument op korte termijn bij cliënten kan worden afgenomen, zodat er nog feedback op gekregen kan worden.

Er is een instrument ontwikkeld dat subjectieve doelen kan stellen, waarbij de resultaten inzichtelijk gemaakt kunnen worden. De ervaringen van de trajectcoaches binnen Roads en de ergotherapeuten die werkzaam zijn in de GGZ hebben een grote invloed gehad op de ontwikkeling van het instrument. Een meerwaarde van dit onderzoek is dat veel ervaren professionals het instrument kritisch hebben beoordeeld, wat de kwaliteit van het instrument vergroot.

De discussies gericht op de inhoud van het instrument staan beschreven in voorgaande hoofdstukken. Er is gediscussieerd over het gebruik maken van een metafoor en een

formule. Ook is nagedacht hoe de kwaliteiten van de cliënt in kaart kunnen worden gebracht. Tevens heeft er discussie plaatsgevonden hoe de doelen aan de hand van de SMART-regel kunnen worden opgesteld en hoe en waar de kolommen van begin-, tussen- en eindmeting worden ingevuld. Deze discussies zijn eerder toegelicht in de paragrafen 5.3 en 5.5. Het instrument zal eerst onderzocht moeten worden op toepasbaarheid. Vervolgens zal het instrument moeten worden voorgelegd aan het management van Roads. Als het

intakeformulier en het trajectplan worden vervangen door het instrument, zal dit tijd- en kostenbesparend zijn voor de trajectcoaches en cliënten van Roads.

(21)

7. Conclusie

Het doel van dit project was het ontwikkelen van een nieuw instrument dat subjectieve doelen/ervaringen en vooruitgang kan meten in samenwerking met de trajectcoaches van Roads. De opdrachtgever wilde aan cliënten, verwijzers en organisatie kunnen laten zien wat het belang is van het stellen van subjectieve doelen. Ook willen zij subjectieve ervaringen inzichtelijk maken alsmede het effect van de begeleiding.

In dit onderzoek is gezocht naar een antwoord op de hoofdvraag:

“Op welke wijze kunnen de trajectcoaches van Roads meetbare subjectieve doelen stellen en subjectieve ervaringen inzichtelijk maken zodat de resultaten van de begeleiding

verantwoord kunnen worden aan cliënt, verwijzer en organisatie?”

Op basis van de verkregen literatuur en feedback uit de vakgroepen zijn criteria opgesteld waarna het instrument is ontwikkeld. Doordat de focus van het instrument ligt op subjectieve ervaringen omtrent verschillende onderwerpen en het hierbij opstellen van persoonlijke doelen, kan subjectieve vooruitgang worden gemeten en de resultaten van de begeleiding inzichtelijk worden gemaakt.

De resultaten van dit onderzoek zijn terug te vinden in het hoofdstuk bevindingen. Een aanbeveling is om onderzoek te doen naar de toepasbaarheid van het instrument en de meningen van de cliënten over het instrument. Als dit onderzocht en eventueel aangepast is, kan het instrument geïmplementeerd worden binnen Roads.

Het instrument is beroepsoverstijgend, heeft een korte afnametijd en wordt digitaal toegepast. Tevens is het instrument gericht op dagbesteding en werk, waarbij meetbare doelen worden opgesteld over de subjectieve ervaringen. De werkwijze van het instrument is gebaseerd op de werkwijze van de COPM. Het instrument heeft een schaalscore die

ingevuld wordt tijdens de begin-, tussen- en eindmeting. Er wordt ingegaan op persoonlijke informatie, vrijetijdsbesteding, (vrijwilligers)werk, opleiding/scholing, sociale contacten en persoonlijke kenmerken. Uiteindelijk wordt er door de cliënt een hoofddoel met subdoelen opgesteld waarin de wensen en ideeën van de cliënt worden meegenomen. De doelen worden met de begeleider besproken en vervolgens samen SMART geformuleerd. Het instrument is voorzien van een handleiding. Hierbij staat een voorbeeld geschreven over hoe het instrument moet worden ingevuld.

7.1 Advies

Het advies is om het instrument door de cliënt zelf te laten invullen. Dit in verband met de werkwijze vanuit de herstelbenadering. Tevens kan de begeleider de cliënt beïnvloeden bij het beantwoorden van vragen of bij het opstellen van doelen. Dit wordt voorkomen als de cliënt het instrument zelfstandig invult. Mocht het voorkomen dat de cliënt het instrument niet zelfstandig kan invullen, dan is het advies dat de begeleider hierbij ondersteunt.

Een ander advies is om naast het instrument geen andere formulieren meer te gebruiken, zoals het intakeformulier en het trajectplan. Dit om tijd te besparen. Deze formulieren zijn in het instrument geïntegreerd.

De wens vanuit de opdrachtgever was om de kolommen van de begin-, tussen- en eindmeting naast elkaar te laten staan. Hierdoor is het volgens de opdrachtgever

overzichtelijker of de cliënt vooruit- of achteruitgang heeft geboekt. De cliënt zal hierdoor echter eerder geneigd zijn om een hoger cijfer te geven dan de vorige meting. Door het projectteam wordt aanbevolen om deze kolommen niet naast elkaar te gebruiken zodat de cliënt uitgaat van dat moment van scoren.

(22)

Een aanbeveling is om meer onderzoek te doen naar de toepasbaarheid van het instrument voor mensen die minder vaardig zijn in de Nederlandse taal of met een cognitieve beperking. Uit ervaring van de vakgroepen kwam naar voren dat andere culturen het lastig vinden een activiteit te moeten scoren met een cijfer. Het advies is om hier een alternatief voor te vinden. Dit zal echter verder onderzocht moeten worden.

Op basis van dit resultaat kan geconcludeerd worden dat met dit instrument de

trajectcoaches van Roads meetbare subjectieve doelen kunnen stellen en subjectieve ervaringen inzichtelijk kunnen maken zodat de resultaten van de begeleiding verantwoord kunnen worden aan cliënt, verwijzer en organisatie. Echter zal verder onderzoek nodig zijn naar de validiteit, betrouwbaarheid en afneembaarheid van het instrument.

(23)

Begrippenlijst

COPM Canadian Occupational Performance Measure

De COPM is een wetenschappelijk instrument dat ontwikkeld is om de eigen beleving en uitvoering van dagelijkse activiteiten te meten in een bepaalde tijd (The Canadian Occupational Performance Measure, 2017).

DBC Diagnose Behandel Combinatie

DBC is een zorgpakket met informatie over de diagnose en de

behandeling die een patiënt krijgt. Op het moment dat een patiënt zich met een zorgvraag meldt bij de zorgaanbieder, opent de

zorgaanbieder een DBC-traject. Tijdens een traject legt de

zorgaanbieder vast welke activiteiten zijn uitgevoerd om een diagnose vast te stellen en/of een aandoening te behandelen (Nederlandse Zorgautoriteit, n.d.).

Empowerment “Empowerment is een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en populaties greep krijgen op de eigen situatie en hun omgeven, via het verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie” (Granse et al., 2012).

Herstel “Herstel baseert zich op een mensvisie die de nadruk legt op de mogelijkheden die mensen hebben om eigen regie te nemen over het verloop van de zorgverlening, door zelfzorg een deel van de zorg over te nemen en – door training, therapie en externe steun – hun

zelfregulatie te verbeteren. Kernwoorden hierbij zijn het beperken van kwetsbaarheid en het vergroten van de veerkracht, in combinatie met het versterken van externe steun voor mensen die niet op eigen kracht (zelfhulp of anderszins) in staat zijn hun kansen op een kwalitatief goed leven te benutten” (GGZ Nederland, 2013).

Trajectcoaching “Trajectcoaching is het participeren in een zo maatschappelijk mogelijke omgeving of het voorbereiden op duurzame plaatsing in regulier werk” (Roads, 2017d).

UWV “UWV staat voor Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen”

(UWV, 2015). Zij zorgen voor een deskundige en efficiënte uitvoering van de werknemersverzekeringen, zoals de WW, WIA, WAO, WAZ, Wazo en Ziektewet. Daarnaast bieden zij arbeidsmarkt- en

gegevensdiensten. Ze voeren deze diensten uit als zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid” (UWV, 2015).

Validiteit “Een instrument is valide als het daadwerkelijk het begrip meet dat het beoogt te meten” (Nederlands Jeugdinstituut, 2017).

Wmo “Gemeenten moeten ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis

kunnen blijven wonen. De gemeente geeft ondersteuning thuis via de Wet maatschappelijke ondersteuning” (Rijksoverheid, 2015).

(24)

Literatuurlijst

Arkin. (2017). Over ons. Verkregen op 20 februari 2017, ontleend aan https://www.arkin.nl/over-ons/

Anthony, W.A., Ellison, M.L., Rogers, E.S., Mizock, L. & Lyass, A. (2014). Implementing and evaluating goal setting in a statewide psychiatric rehabilitation program. Rehabilitation

Counseling Bulletin, 57 (4), 228-237.

Battle, C.L., Uebelacker, L., Friedman, M.A., Cardemil, E.V., Beevers, C.G. & Miller, I.W. (2010). Treatment goals of depressed outpatients: A qualitative investigation of goals identified by participants in a depression treatment trail. J Psychiatr Pract, 16 (6), 425-430.

Clarke, S.P., Oades, L.G., Crowe, T.P., Caputi, P., & Deane, F.P. (2009). The role of symptom distress and goal attainment in promoting aspects of psychological

recovery for consumer with enduring mental ilness. Journal of Mental Health, 18 (5), 389-397. doi:10.3109/09638230902968290

Driessen, E., Holten, J., Huber, M., Passavanti, E., Sedney, P., & Vado Soto, X. (2013).

Begrippenkader, ervaringsdeskundigheid en aanverwante begrippen. Verkregen op 1

mei 2017, ontleend aan http://www.hva.nl/akmi/gedeelde content/publicaties/publicaties-algemeen/begrippenkader-ervaringsdeskundigheid.html

Ebrahim, S., Malachowski, C., Kamal el Din, M., Mulla., S.M., Montoya, L., Bance, S., & Busse, J.W. (2015). Measures of Patients’ Expectations About Recovery: A Systematic Review. Journal of Occupational Rehabilitation, 25, 240-255. doi:10.1007/s10926-014-9535-4

GGZ Nederland. (2013). Een visie op verslaving en verslavingszorg: focus op preventie en

herstel. Verkregen op 8 maart 2017, ontleend aan

http://www.ggznederland.nl/uploads/assets/asset_956849.pdf

Granse, M. le, Hartingsveldt, M. van, & Kinébanian, A. (2012). Grondslagen van de

ergotherapie. (3e druk). Amsterdam: Reed Business.

Herstelondersteuning. (2016). Werkplaats Herstelondersteuning: herstelondersteunende

zorg. Verkregen op 13 maart 2017, ontleend aan

http://www.herstelondersteuning.nl/wp content/uploads/2016/10/2016_web_Herstelo ndersteuning.pdf

Hartingsveldt, M. van., Logister-Proost, I., & Kinébanian, A. (2010). Beroepsprofiel

Ergotherapeut. Utrecht, Ergotherapie Nederland.

Holliday, R.C., Cano, S., Freeman, J.A., Playford, E.D. (2007). Should patients participate in clinical decision making? An balance block design controlled study of goal setting in a rehabilitation unit. J Neurol Neurosurg Psychiatry, 78, 576-580.

Kirsh. & Cockburn. (2009). The Canadian Occupational Performance Measure: A Tool for Recovery Based Practice. Psychiatric Rehabilitation Journal, (3):171-6.

Kolenberg. (2012). Stigma en Werk in beeld. Verkregen op 16 mei 2017, ontleend aan http://www.kcco.nl/doc/samen_sterk_tegen_stigma.pdf

Meer, D. van der., Kinébanian, A., Thomas, C., & Zeelen, J. (1995). Werken aan

arbeidsproblemen. Utrecht: Uitgeverij Lemma BV

Movisie.(2015). Gaan we nu ook effecten meten van geleverde zorg? Verkregen op 9 mei, ontleend aan

https://www.movisie.nl/artikel/gaan-we-nu-ook-effecten-meten-geleverde-zorg Nederlands Jeugsinstituut. (2017). Validiteit. Verkregen op 30 mei 2017, ontleend aan

(25)

Ploeg, G. van der & Griffioen, J. (2011). Van kans naar realiteit! Kansen voor mensen met

een langdurige psychische kwetsbaarheid. Utrecht: Initiatiefgroep

Herstelondersteuning.

Plooy, A. & Droës, J. (2011). Rehabilitatie in herstelondersteunende zorg. In: S. van Rooijen & J. van Weeghel (Red.). Psychiatrische revalidatie. Jaarboek 2010-2011.

Amsterdam: SWP.

Rijksoverheid. (2015). Zorg en ondersteuning thuis. Verkregen op 16 maart 2017, ontleend aan

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/zorg-en-ondersteuning-thuis/inhoud/wmo-2015

RIBM Nijmegen en Rivierenland. (2017). Herstelondersteunende zorg. Verkregen op 12 maart 2017, ontleend aan http://www.ribw-nijmegenrivierenland.nl/Onze- zorgvisie Roads. (2016) Welkom bij Roads! Folder. Amsterdam: Roads.

Roads. (2017a). Over Roads. Verkregen op 8 februari 2017, ontleend aan https://www.roads.nl/over-roads/

Roads. (2017b). Missie en visie. Verkregen op 6 maart 2017, ontleend aan https://www.roads.nl/over-roads/missie-en-visie/

Roads. (2017c). Begeleiding door Roads. Verkregen op 16 maart 2017, ontleend aan https://www.roads.nl/clienten/begeleiding-van-roads/

Roads. (2017d). Trajectcoaching. Verkregen op 8 maart 2017, ontleend aan https://www.roads.nl/?s=traject&x=0&y=0

Shanks, V., Williams, J., Leamy, M., Bird, V.J., Boutillier, C. le., & Slade, M. Measures of Personal Recovery: A Systematic Review. (2013). Psychiatric Services, 10, 974-980. Swildens, W., Busschbach, J.T. van., Michon, H., Kroon, H., Koeter, M.W.J., Wiersma, D. &

Os, J. van. (2012). Effectively working on rehabilitation goals: 24-month outcome of a randomized controlled trial of Borst Psychiatric Rehabilitation Approach. The

Canadian Journal of Psychiatry, 56 (12), 751-760.

The COPM. (2017). About the COPM. Verkregen op 31 mei 2017, ontleend aan http://www.thecopm.ca/about/

Trimbos Instituut. (2012). GGZ in tabellen. Verkregen op 16 mei 2017, ontleend aan https://assets.trimbos.nl/docs/0dd9e8b1-4a0e-4a1b-91d2-03c2711886d8.pdf Trimbos Instituut. (2012). Handreiking voor de implementatie van herstelondersteunende

zorg in de ggz. Verkregen op 12 maart 2017, ontleend aan

https://assets.trimbos.nl/docs/3bc38e33-b8ca-4bbc-ab90-413ccf3dbd60.pdf UWV. (2015). Over UWV. Verkregen op 16 maart 2017, ontleend aan

http://www.uwv.nl/overuwv/wat-is-uwv/

Vigez. (2017). Gedragsdeterminanten. Verkregen op 15 mei 2017, ontleend aan http://www.vigez.be/themas/algemenegezondheidsbevordering/

gedragsdeterminanten

Wilken, J.P. (2010). Recovering care: A contribution to a theory and practice of good care. Proefschrift. Amsterdam: SWP.

(26)

Bijlage 1: Stel je doel samen

‘Stel je doel samen’

‘Stel je doel samen’ is een instrument dat jouw ervaringen rondom de thema’s persoonlijke

informatie, vrijetijdsbesteding, (vrijwilligers)werk, opleiding & cursus en persoonlijke

kenmerken in kaart brengt.

Afstudeerproject van: Linda Jansen, Dennis Keppel & Lotte Pennings

Opleiding Ergotherapie, Hogeschool van Amsterdam

In opdracht van Ada Frans, Roads

Amsterdam, mei 2017

Naam cliënt:

Cliëntnummer:

Geboortedatum:

Naam trajectcoach:

Datum 1

e

afname:

Datum 2

e

afname:

Datum 3

e

afname:

(27)

Handleiding

’Stel je doel samen’ is een vragenlijst die ingaat op de onderwerpen: persoonlijke informatie, vrijetijdsbesteding, (vrijwilligers)werk, opleiding &

cursus en persoonlijke kenmerken.

Het is de bedoeling dat je de vragen t/m ‘doelen opstellen’ zelf invult. Neem de tijd om de vragen te beantwoorden en probeer in eigen woorden

te vertellen wat jouw ervaringen zijn. Als een onderwerp niet duidelijk is, vraag dan vooral toelichting aan je begeleider.

Als je bij het onderwerp ‘doelen opstellen’ bent, is het de bedoeling dat je zelf doelen gaat opstellen. De begeleider kan je hierbij ondersteunen

wanneer dit nodig is. Als je de doelen hebt geformuleerd zal de begeleider samen met jou de zelfgemaakte doelen bespreken.

In de vragenlijst kom je ook vragen tegen die beantwoord moeten worden door een X te zetten in het vakje dat voor jou van toepassing is.

De 0 = helemaal ontevreden; 10 = helemaal tevreden. Hieronder is een voorbeeld weergegeven waar de vraag is gescoord met een 7. Dit houdt

in dat hij redelijk tevreden is over zijn vrijetijdsbesteding.

Voorbeeld:

Datum 1e afname: 23-5-2017

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Welk cijfer geef je op dit moment voor de invulling van jouw

(28)

Persoonlijke informatie

Wat is je burgerlijke staat? (denk aan: relatie, alleenstaand, gehuwd, ongehuwd, gescheiden, weduwe, weduwnaar)

Hoe is je woonsituatie? (denk aan: welke plaats woon je?; in wat voor woning woon je?; koop- of huurhuis?)

Hoe is nu je gezinssituatie? (denk aan: partner, kinderen, andere familieleden)

(29)

Vrijetijdsbesteding

(activiteiten die je doet naast je opleiding en/of (vrijwilligers)werk)

Hoe ziet een doordeweekse dag voor jou er uit? (van het moment dat je opstaat tot het moment dat je naar bed gaat)

Wat zijn je hobby’s?

Welke activiteiten vind je het belangrijkst om te doen in je vrije tijd?

(30)

Vervolg vrijetijdsbesteding

In de tabel hieronder staan vragen die gericht zijn op je vrijetijdsbesteding.

Beantwoord de vragen door een X in het vakje te zetten dat voor jou van toepassing is.

0 = helemaal ontevreden; 10 = helemaal tevreden.

Leg hieronder uit waarom je vraag 1 en 2 zo hebt gescoord.

Zou je hier iets aan willen veranderen? Zo ja, wat zijn je wensen en/of ideeën?

Leg hieronder uit waarom je het cijfer van vraag 3 wilt behalen en hoe je dit wil aanpakken.

Datum 1e afname: Datum 2e afname: Datum 3e afname:

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1. Welk cijfer geef je op

dit moment voor de invulling van jouw vrijetijdsbesteding?

2. Hoe tevreden ben je

over dit cijfer?

3. Welk cijfer wil je

(31)

(Vrijwilligers)werk

Welk (vrijwilligers)werk doe je op dit moment?

Wat vind je belangrijk/leuk aan (vrijwilligers)werk?

Had je vroeger (vrijwilligers)werk? Zo ja, licht toe.

Wat voor soort (vrijwilligers)werk zou je willen doen?

(32)

Vervolg (vrijwilligers)werk

In de tabel hieronder staan vragen die gericht zijn op je (vrijwilligers)werk.

Beantwoord de vragen door een X in het vakje te zetten dat voor jou van toepassing is.

0 = helemaal ontevreden; 10 = helemaal tevreden.

Leg hieronder uit waarom je vraag 1 en 2 zo hebt gescoord.

Zou je hier iets aan willen veranderen? Zo ja, wat zijn je wensen en/of ideeën?

Leg hieronder uit waarom je het cijfer van vraag 3 wilt behalen en hoe je dit wil aanpakken.

Datum 1e afname: Datum 2e afname: Datum 3e afname:

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1. Welk cijfer geef je op

dit moment voor de invulling van jouw (vrijwilligers)werk?

2. Hoe tevreden ben je

over dit cijfer?

3. Welk cijfer wil je

(33)

Opleiding & cursus

Welke opleiding(en)/cursus(sen) heb je gevolgd of volg je? (indien opleiding gevolgd, benoemen of deze wel/niet behaald is)

Wat vind je belangrijk/leuk aan een opleiding/cursus?

Wat zijn/waren je sterke kanten bij het leren?

(34)

Vervolg opleiding & cursus

In de tabel hieronder staan vragen die gericht zijn op je opleiding & cursus.

Beantwoord de vragen door een X in het vakje te zetten dat voor jou van toepassing is.

0 = helemaal ontevreden; 10 = helemaal tevreden.

Leg hieronder uit waarom je vraag 1 en 2 zo hebt gescoord.

Zou je hier iets aan willen veranderen? Zo ja, wat zijn je wensen en/of ideeën?

Leg hieronder uit waarom je het cijfer van vraag 3 wilt behalen en hoe je dit wil aanpakken.

Datum 1e afname: Datum 2e afname: Datum 3e afname:

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1. Welk cijfer geef je op

dit moment voor jouw opleiding & cursus?

2. Hoe tevreden ben je

over dit cijfer?

3. Welk cijfer wil je

(35)

Persoonlijke kenmerken

Beantwoord de volgende vragen door een X in het vakje te zetten dat voor jou van toepassing is.

Datum 1e afname: Datum 2e afname: Datum 3e afname:

Helemaal

eens Eens Oneens Helemaal oneens Helemaal eens Eens Oneens Helemaal oneens Helemaal eens Eens Oneens Helemaal oneens

Ik ben ontspannen Ik ben altijd aanwezig Ik kom altijd op tijd Ik vertrek op tijd van huis Ik kan me goed concentreren Ik kan goed samenwerken Ik kan goed communiceren Ik kan goed plannen Ik heb zelfvertrouwen Ik kan omgaan met collega’s/ medestudenten/medecursisten Ik kan omgaan met leidinggevende/ docenten/begeleiders

(36)

Doelen opstellen

Denk na over doelen waar je graag aan zou willen werken. De begeleider kan je hierbij ondersteunen. Het is de bedoeling dat het doel begint

met ‘ik kan’.

Als je de doelen hebt geformuleerd zal de begeleider samen met jou de zelfgemaakte doelen bespreken.

Hoofddoel:

Behaald? JA /

NEE

Ik kan

Geef hieronder een cijfer tussen de 0-10 in hoeverre jij denkt dit doel te behalen.

Subdoel 1:

Behaald? JA /

NEE

Ik kan

Geef hieronder een cijfer tussen de 0-10 in hoeverre jij denkt dit doel te behalen.

Subdoel 2:

Behaald? JA /

NEE

Ik kan

(37)

Bijlage 2: Topiclist vakgroep-DBC

Vragen over tweede conceptversie instrument

Dagbesteding

- Is het volgens u voor de cliënt duidelijk wat er met ‘dagbesteding’ wordt bedoeld? Zo nee, wat zou u eraan veranderen?

Werk

- Is de vraag “Wat heeft u te bieden?” aanvallend voor de cliënt? Hoe zou u deze zin verwoorden?

Persoonlijke kenmerken

- Is het beter om het kopje “persoonlijke kenmerken” als eerste of later in het instrument vragen?

Overige vragen

- Komt het subjectieve voldoende in het instrument naar boven? - Van welke schaalmeting maakt u het liefste gebruik? (1-4 of 0-10?)

- Handleiding naast het instrumenten maken of in het instrument bijvoegen? - Doelen door de cliënt zelf laten opstellen of direct in samenwerking met de

begeleider?

- Het instrument thuis in laten vullen of in de behandeling? - Mist er nog iets aan het instrument?

(38)

Bijlage 3: Discussiepunten vakgroep Ergotherapie Psychiatrie

Amsterdam

Vragen over derde conceptversie instrument

- Is de uitleg duidelijk die wordt gegeven bij de onderdelen van het instrument - Is de uitleg leesbaar voor de cliënt?

- Komt het subjectieve voldoende in het instrument naar boven - Wat zijn volgens jullie verbeterpunten voor het instrument - Wat mist er in het instrument

(39)

Bijlage 4: Definitieve criteria

Definitieve criteria Uitleg

Beroeps overstijgend Het instrument is beroepsoverstijgend. Iedere werknemer van Roads kan het

instrument gebruiken.

Korte afnametijd De opdrachtgever wil niet dat het instrument een extra formulier wordt dat

ingevuld moet worden. Dit betekent dat het instrument kort en bondig is waarin overzichtelijk het resultaat te zien is.

Digitaal Het instrument is digitaal toepasbaar, zodat Roads het digitaal kan doorsturen

naar eventuele verwijzers en/of management om gemakkelijk resultaten inzichtelijk te maken.

Gericht op de

dagbesteding en werk

De focus van het instrument ligt op dagbesteding en werk. Op deze gebieden wil de opdrachtgever dat ook de subjectieve doelen worden gemeten en niet alleen de objectieve doelen.

Meetbare doelen De doelen worden meetbaar geformuleerd zodat vooruit- of achteruitgang

inzichtelijker wordt gemaakt.

Subjectief ervaren Het instrument meet subjectieve doelen. Hierbij wordt de tevredenheid en de

haalbaarheid van de doelen gescoord en wordt er beschreven wat cliënten in de toekomst willen bereiken betreffende dagbesteding en werk.

Werkwijze van de COPM

Er is gebruik gemaakt van de werkwijze van de COPM.

Schaalscore Het instrument bevat een schaalscore van 0-10. Zodat vooruitgang en/of

achteruitgang gemeten kan worden.

Begin-, tussen- en eindmeting

Het instrument heeft een begin-, tussen- en eindmeting dit is van belang voor het management van instellingen om het effect van hun beleid te meten.

Persoonlijke kenmerken

De herstelbenadering kijkt naar de kwaliteiten en mogelijkheden van cliënten en niet naar de beperkingen (RIBW

Nijmegen en Rivierenland, 2017). Daarom zijn de persoonlijke kenmerken meegenomen

in het instrument. Het boek “Werken aan arbeidsproblemen” (Meer, Kinebanian, Thomas &

Zeelen, 1995) is als

inspiratiebron gebruikt om de vragen omtrent persoonlijke kenmerken op te stellen evenals het instrument dat nu bij Roads wordt

gebruikt.

Zelf doelen stellen Er is voor gekozen om de cliënten zelf het doel te laten opstellen omdat er

interventies zijn die aantonen dat er sneller en meer doelen worden behaald wanneer de cliënt deze zelf heeft opgesteld

Haalbaarheid van doelen scoren

In het instrument wordt de haalbaarheid van doelen gescoord omdat, wanneer iemand weinig vertrouwen heeft in de haalbaarheid van het doel, blijkt het doel minder haalbaar te zijn dan als iemand ervan overtuigd is het doel te kunnen behalen. Dit doel wordt dan ook eerder behaald.

Smart-regel In het instrument wordt de SMART-regel gehanteerd om doelen op te stellen.

(40)

instrument het instrument het woord “je” gebruikt.

Handleiding In het instrument zit bij iedere vraag een korte uitleg zodat het duidelijk is wat de

cliënt moet doen en hoe de cliënt het instrument moet invullen.

Gericht op

vrijetijdsbesteding, (vrijwilligers)werk, opleiding/scholing en sociale contacten

Het instrument in aangevuld met de onderdelen: vrijetijdsbesteding, (vrijwilligers)werk, opleiding/scholing en sociale contacten.

Hoofddoel en subdoel Het instrument is gemaakt om hoofddoel en subdoel op te stellen. Persoonlijke

informatie

Het instrument bevat persoonlijke informatie

Voorbeeld Het instrument bevat een voorbeeldvraag in de handleiding, zodat het voor de

cliënt duidelijk is hoe de vraag moet worden beantwoord.

Wensen/ ideeën In het instrument is bij ieder onderdeel ruimte gemaakt voor wensen/ideeën van

de cliënt. Op deze manier kan er makkelijker naar het hoofddoel/subdoel worden gewerkt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook kan een interview met een direct betrokkene bij het opzetten van de hotspotmonitor (HSM) informatie geven over de sterke en zwakke punten van het instrument. Tegen

Uit de gemiddelde beoordeling van de geluidscompositie door alle participanten in het tweede experiment moet een locatie op de core a ffect cirkel worden samengesteld zodat deze

Ik zie hoe dikwijls uit vrouwengezichten een zuiver spiegelbeeld naar voren treedt, mijn handen die zich naar de hare richten, maar wordt bekropen door een dubbel leed:.. Zij

Omdat de toets niet kon worden uitgevoerd volgens de eisen die daaraan gesteld worden zijn de drie respondenten die aangaven geen mening te hebben over de invloed

Een definitie die daar niet veel van afwijkt, maar beter doet uitkomen waarom het recht kan worden gehandhaafd, is die van Meijers: 'een bijzondere door het recht

Hoewel 'n relatiewe klein groepie kinders bereik word, is dit van waarde, aangesien die kinders met 'n ander faset van die biblioteek te doen kry en kinders op

The research question is as follows: What is the prevalence and diversity of clinically relevant AmpC beta-lactamase genes in aquatic systems that are differently affected by

komen in grootte afhankelijk te stellen van de uitkomsten van het bedrijf. Uit deze formulering blijkt, dat het winstbegrip in de vervangingswaarde- theorie een