Name:
Number student card:
Examen Teleprocessing (22 Januari 2014) (Kris Steenhaut en Jacques Tiberghien) Vraag 1: 30p
Leg uit hoe de IP laag en IP routers kunnen helpen in het met elkaar laten samenwerken van heterogene netwerken.
1) Leg uit wat men bedoelt met heterogene netwerken
2) Wat moet hetzelfde zijn, wat mag verschillen om interopabiliteit mogelijk te maken 3) Wat gebeurt er in een IP router? Bespreek in detail in hoeverre de IP header informatie
een rol speelt. Vraag 2: 20p
1) Wat is de rol van UDP? Hoe ziet een UDP header eruit?
2) Welke rol vervult TCP? Waarom moet TCP ook netwerkcongestie helpen tegengaan? Hoe doet TCP dat?
3) Wat is VOIP (Voice Over IP) en hoe wordt VOIP bewerkstelligd? Gebruikt het TCP of UDP? Verklaar.
Vraag 3: 30p
Bespreek de evolutie in de modems voor het geschakelde netwerk via ISDN naar de huidige ADSL modems.
Vraag 4: 20p
Wat zijn de kenmerken van optische vezels? Hoe kan men optische technologie optimaal
(doeltreffend) aanwenden onder IP? Bespreek het nut van ASONs (Automatically Switched Optical Networks).