• No results found

Extra opgave middelloodlijnen en bissectrice - vwo 6 wisB - analytische meetkunde

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Extra opgave middelloodlijnen en bissectrice - vwo 6 wisB - analytische meetkunde"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Extra opgave Middelloodlijnen en bissectrice vwo 6 wisB, mei 2016, rlg

Gegeven zijn de punten A(–24,18), B(24, 18) en C(20, 40).

1. Bereken een vergelijking van de cirkel door de punten A, B en C.

(2)

Extra opgave Middelloodlijnen en bissectrice vwo 6 wisB, mei 2016, rlg

Uitwerking

1. Maak eerst een schets van de situatie!

Het middelpunt van de cirkel ligt op het snijpunt van de middelloodlijnen van de lijnstukken AB, BC en AC.

Je hebt er maar twee nodig, dus slim kiezen: De middelloodlijn van AB is de y-as: x = 0. Middelloodlijn van BC: MBC = (22, 29) 4 22 BC       dus 2 11       is een normaalvector van de middelloodlijn:

2x – 11y = 2·22 – 11·29 = –275, dus een vergelijking is 2x – 11y = –275.

(Een vergelijking van de middelloodlijn van AC is 2x + y = 25.)

Snijden met de andere middelloodlijn (x = 0) geeft y = 25, dus middelpunt M(0, 25). De straal = AM = BM = CM = 242(25 18) 2  625 25 .

De vergelijking van de cirkel is: x2 + (y – 25)2 = 625.

Andere aanpak:

A en B liggen op dezelfde hoogte en op gelijke afstand aan weerszijden van de y-as, dus het middelpunt M van de cirkel ligt op de y-as. Zeg middelpunt M = (0, m).

MA = MC (of A en C invullen in de cirkelvergelijking x2 + (y – m)2 = r2), geeft

242 + (m – 18)2 = 202 + (40 – m)2 → 576 + m2 – 36m + 324 = 400 + 1600 – 80m + m2

→ 44m = 1100 → m = 25 → M(0, 25) en straal 242(25 18) 2  625 25 . De vergelijking van de cirkel is: x2 + (y – 25)2 = 625.

2. 4 22 CB      en CB = 500 10 5 ; 44 22 CA     en CA = 2420 22 5

Voor de richtingsvector van de bissectrice moet je twee EVEN LANGE richtingsvectoren in de richting van CA en CB bij elkaar optellen (ruitconstructie), beide lengte 110 5 :

. 11 5 11 4 5 44 176 22 22 352 biss rv  CB CA                 → . 1 2 biss rv        , dus rc = 2. y = 2x + b door C(20, 40) geeft b = 0, dus de bissectrice gaat door de oorsprong. Andere aanpak:

We nemen de lijn k door O en C, vergelijking y = 2x (met

1 2 rv  

  

) en laten zien dat deze gelijke hoeken maakt met vectoren CA en CB. Omdat er maar één zo’n lijn is met deze eigenschap, moet dit dan wel de bissectrice zijn.

44 1 22 2 88 4 5 22 5 5 44 1 22 2 cos( (CA k, ))                                               en 4 1 22 2 40 4 5 10 5 5 4 1 22 2 cos( (CB k, ))                                               . Omdat de cosinussen van de twee hoeken gelijk zijn en beide hoeken duidelijk kleiner dan

(3)

Extra opgave Middelloodlijnen en bissectrice vwo 6 wisB, mei 2016, rlg

180º zijn, moet dus gelden (CA k, ) (CB k, )  

, dus k is bissectrice van ACB. En dus gaat de bissectrice door de oorsprong.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze figuur staat ook op de uitwerkbijlage. Figuur 2 staat ook op

[r]

uitwerkbijlage staat, is opnieuw een cirkel getekend met een koordenvierhoek ABCD. Er

[r]

Deze figuur staat ook op de uitwerkbijlage.. In figuur 2 is de bissectrice van hoek A

Teken middelloodlijnen op de zijden van de driehoek.. Snijpunt is plaats van

Teken middelloodlijnen op de zijden van de driehoek.. Snijpunt is plaats van

Bereken met behulp van normaalvectoren de hoek tussen de twee dakvlakken in graden nauwkeurig.. Let op: de dakvlakken maken een stompe hoek