Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
ENTERITIS, ENTEROCOLITIS:
ACUTE, MATIGE INFECTIE IN AFWEZIGHEID VAN ONDERLIGGENDE
PATHOLO-GIEEN EN VAN EEN HISTORIEK VAN RECENTE REIZEN
• Klinische aspecten en commentaren o 4 tot 5 slappe defecaties/dag.
o Met of zonder systemische symptomen.
o Eerstelijnsbehandeling: herstel van de vocht- en elektrolytenbalans (oraal rehydratatiemiddel). o Loperamide kan gebruikt worden.
• Betrokken pathogenen o Campylobacter spp.
o Non typhoïde Salmonella enterica. o Yersinia enterocolitica.
o Shigella spp.
o Enterohemorrhagische Escherichia coli (= EHEC). o Plesiomonas shigelloides.
o Virussen [norovirussen, astrovirussen, rotavirussen, Human adenovirus F (serotypes 40 en 41), ...]. • Empirische anti-infectieuze behandeling
o ‟Watchful waitingˮ gezien de pathologie meestal autolimiterend is (de meerderheid van de patiënten heeft geen anti-infectieuze behandeling nodig, de behoefte aan antibiotica is afhankelijk van de klinische evo-lutie).
o Indien antibiotherapie nodig is, dan hangen regime en duur van de behandeling af van de betrokken patho-genen (gedocumenteerde behandeling).