• No results found

P. Trio, Volksreligie als spiegel van een stedelijke samenleving. De broederschappen te Gent in de late middeleeuwen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "P. Trio, Volksreligie als spiegel van een stedelijke samenleving. De broederschappen te Gent in de late middeleeuwen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Recensies 405 schrijver en de schoolmeester maakten met de bode het hele vaste personeel uit. Hun beloningen werden onder 'diversen' geboekt.

Deze 'diversen' zijn interessanter dan uit het eraan gewijde paragraafje blijkt. Het zijn rubrieken van zeer verschillende lengte (van 7 regels tot anderhalve pagina druks) en zij bevatten in veel rekeningen posten die men elders zou verwachten: onder het hoofd 'arbeidsloon', bijvoorbeeld, of onder 'voerloon'; kosten van militaire expedities staan of hier, of onder een apart hoofd opgetekend; in het laatste geval zijn uitgaven voor wapens soms weer onder diversen geboekt. De schenking van baksteen aan de begijnen in 1396 staat onder 'van alrehand saken', het getob met de school, die voortdurend reparaties behoefde is daar meestal ook ondergebracht. En is het niet aardig om te weten dat broeder Johan van Liere in Gelder 'opten orgiën te spoelen pleich' en het instrument ook repareerde? Aan de rekeningen zijn enkele toevallig bewaard gebleven detailrekeningen en een paar lijsten van geheven belastingen voor oorlogsdoeleinden (ten behoeve van de hertog) en ten bate van de bouw van een nieuwe toren toegevoegd en het geheel is zeer zorgvuldig uitgegeven. Wel moet gezegd dat een persoonsregister waarin aanduidingen van het uitgeoefende ambacht doorgaans, maar niet consequent, (enkel) als achternamen worden opgenomen niet optimaal hanteerbaar is.

J. A. Kossmann-Putto

P. Trio, Volksreligie als spiegel van een stedelijke samenleving. De broederschappen te Gent in de late middeleeuwen (Dissertatie Leuven 1992, Symbolae Facultatis litterarum et philoso-phiae Lovaniensis. Series B XI; Leuven: Universitaire pers, 1993,471 blz., Bfl500,-, ISBN 90 6186 539 5).

Het werk waarop Paul Trio nu al weer zes jaar geleden in Leuven promoveerde was kennelijk van een dusdanige omvang dat het onmogelijk als één geheel kan worden gepubliceerd. Gelukkig zal er een drieluik verrijzen met de verwerking van de rijke inhoud van dat proefschrift. Het eerste luik is vier jaar geleden verschenen: De Gentse broederschappen (1182-1580). Ontstaan, naamgeving, materiële uitrusting, structuur, opheffing en bronnen. Verhandelingen der maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent XVI (Gent, 1990): een uitvoerige beschrijving van alle veertig broederschappen die er tussen 1182 en 1580 in Gent zijn geweest; tot broederschappen rekent Trio die gezelschappen, waarvan de oprichting en het lidmaatschap in de eerste plaats werden gemotiveerd door religieuze drijfveren, een duidelijk onderscheid dus ten opzichte van ambachts-, rederijkers- en schuttersgilden (vgl. BMGN, CVII ( 1992) 393-394). Wat thans ter tafel ligt is het tweede luik, volgens de titel handelend over de volksreligie. In het 'Woord vooraf' wordt ons het derde luik voor ogen gesteld, te publiceren in de reeks Pro civitate van het Gemeentekrediet; daarin zal de auteur zich richten op de geschiedenis van het algemeen kerkelijk en devotioneel leven van het laatmiddeleeuwse Gent.

Het is de vraag of deze materie zo'n uitgebreide publikatiereeks rechtvaardigt, maar het lijdt geen twijfel dat de auteur daardoor in staat is een grote hoeveelheid materiaal metterdaad te tonen. Het resultaat tot nu toe brengt de lezer tot de verzuchting dat de bomen het zicht op het bos wel bemoeilijken. In dit deel vielen me de herhalingen op, waarschijnlijk onvermijdelijk om elk boek ook zelfstandig te laten zijn. Ernstiger is dat ook de lectuur van deze uitgave wordt bemoeilijkt door de catalogiserende strekking van een groot deel van de publikatie. Het zou preferabel zijn geweest als tal van heuristische aangelegenheden in het eerdere werk zouden zijn gebleven en dat de auteur in deze verwerking zou hebben geprobeerd zich wat los te zingen van

(2)

406 Recensies het materiaal als zodanig door zich te richten op wat hij als zijn onderwerp ziet: de volksdevotie. Met die term belast hij zijn betoog, want wat waren de broederschappen sociaal gesproken? Daarover worden heel wat mededelingen gedaan zonder dat deze echter in een samenhangend betoog worden geëvalueerd. Eigenlijk is alleen hoofdstuk 6, 'Werking', gericht op de inhoude-lijke strekking van de broederschapsactiviteiten, waarbij overigens meer de verschijnselen als zodanig centraal staan dan dat de auteur zich concentreert op de doorleving van de betreffende activiteiten.

Uit het 'Besluit' (327-349) blijkt tenslotte hoe interessant de materie is en hoe veelzeggend de bevindingen van de auteur zijn. In die ruim twintig bladzijden staat in essentie waarover het hele boek eigenlijk zou hebben moeten gaan, ook in vergelijking tot andere studies en andere regio's. Het registrerende gedeelte van dit tweede luik blijft een rijke databank die heel wel aansluit op al de gegevens uit het eerste boek. Wellicht wordt het inzicht in de materie dat ons in de beide laatste hoofdstukken van dit boek wordt geschonken nader geaccentueerd door de uiteenzettin-gen in het derde luik: de auteur belooft immers impliciet dat dan wat hier als broederschapsde-votie wordt geopenbaard zal worden ingepast in het algemene religieuze patroon. In spannende afwachting van die voltooiing kan thans al worden vastgesteld dat Trio een rijke buit uit de Gentse archieven heeft opgeduikeld waarvan de betekenis niet alleen tegen de achtergrond van de reformatie maar ook als zelfstandig gegeven meer dan de moeite waard is.

J. van Herwaarden

W. Verbeke, e. a., ed., Serta devota in memoriam Guillelmi Lourdaux. Pars prior: Devotio Windeshemensis (Mediaevalia Lovaniensia, Series I/Studia XX; Leuven: Universitaire pers Leuven, 1992, x + 452 blz., Bf2200,-, ISBN 90 6186 463 1).

Deze bundel met zeventien opstellen verschijnt helaas na de dood (in 1989) van de Leuvense geleerde Willem Lourdaux. Zes opstellen zijn eigenlijk becommentarieerde tekstuitgaven. John van Engen levert de tekst van het Compendium decursus temporum monasterii Christifere Bethleemitice puerpere (41-78), in de jaren tachtig van de vijftiende eeuw geschreven door Petrus Impens. De inleiding (3-40) toont hoe belangrijk het Brabants perspectief op de oorsprong van de Moderne Devotie was ten opzichte van de veelal dominante visie die in de loop der tijd vanuit Windesheim is ontwikkeld. De bijdrage van Marcel Haverals bevat de publikatie van het traktaat Contra detractores monachorum van Dirc van Herxen (249-294; inl.: 241 -248), volgens een tussen 1420 en 1450 vervaardigd verzamelhandschrift dat zich thans in het Keulse Stadtarchiv bevindt (GB 4° 100, 23r-46v). Eveneens omvangrijk is de door Robrecht Lievens met de titel 'Tegen de tamboers' voorziene tekst van een dichtwerk van 672 strofen (358-381) die wellicht omstreeks 1.340, maar in ieder geval vóór 1434 door waarschijnlijk een 'leek van gevorderde leeftijd' (356) is geschreven en die bewaard is gebleven in een omstreeks 1434 te dateren handschrift uit Brussel (K.B 720-722; tekst gedicht: 40v-43v). Drie teksten van geringere omvang staan voorts in de bijdragen van respectievelijk Dirk van den Auweele en Amber Verrycken, die in hun bijdrage (79-114) over Jan van Huldenberghe — de stichter van OLV te Heer Isaaksbos — heel wat overhoop halen naar aanleiding van (?) de necrologie en een uitbreiding daarvan over genoemde Jan (tekst: 109-114); van Raf. de Keyser en Paul Trio: de tekst van de inclusio van Melle uit 1447 (199-202; inleiding: 189-198) en van Andries Welkenhuysen, die, ingeleid, vertaald en becommentarieerd, een Mariale kerstzang van 72 terzinen publiceert (427-452) die is te vinden in een omstreeks 1500 te dateren waarschijnlijk

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Twee van deze soorten, de driedoornige stekelbaars en de Europese paling, zijn potentiele trekvissen die een groot voordeel kunnen ondervinden van een goede verbinding

Gerard van Loon, Antwerpsch chronykje, in het welk zeer veele en elders te vergeefsch gezogte geschiedenissen sedert den jare 1500 tot het jaar 1574 zoo in die toen vermaarde

Wanneer ouders hun kind komen ophalen op het moment dat kinderen buiten spelen, dan wachten ouders met voldoende afstand op de buitenruimte.. Het kind wordt door een

Een van de grote gevolgen van de invloed van het humanisme is geweest dat men nu ook aandacht kreeg voor Jezus als leraar, voor zijn prediking, voor het feit dat Hij toch in de

ren hun ambt nog als persoonlijk bezit beschouwden en bijvoorbeeld doorgaven aan fami· lieleden (ambtsresignatie). Bovendien speelden patroon-cliëntrelaties een belangrijke rol

De Kerk, dat wil zeggen de rooms-katholieke Kerk - want van Hervorming en protestantisme was in Holland en Brabant in de eerste helft van de 16de eeuw, toen ons kookboek

3) embedded MNCs may discuss their opportunities in Costa Rica, spreading the news that it may be a profitable place to position and acting as a means of attracting new MNCs to the

een goed signaal betreffende het commitment van de uitvoeringsinstellingen zijn, wanneer het opdrachtgeverschap voor het programma niet automatisch bij BZK wordt neergelegd,