• No results found

Eerste ervaringen op praktijkbedrijven met diepstrooisel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eerste ervaringen op praktijkbedrijven met diepstrooisel"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

EERSTE ERVARINGEN OP

PRAKT1 JKBEDRI JVEN MET

DIEPSTROOISEL

drs. Cock Huysman, PV ing. Tonnie Greutink, PV

Aan het begin van dit jaar is het Proefstation begonnen met een praktijkproef, waaraan

17 bedrijven met vleesvarkens en 2 bedrijven met gespeende biggen op diepstrooisel

deelnemen. Deze praktijkproef is onderdeel van een grote proef, die plaatsvindt in

samenwerking met de vakgroep Agrotechniek en Fysica van de Landbouwuniversiteit.

Het onderzoek wordt medegefinancierd door NOVEM en Ecopor B.V. Het proefbedrijf in

Raalte heeft één ronde vleesvarkens op diepstrooisel gehad en gebruikt het systeem nu

voor gespeende biggen.

Na zo’n korte periode zijn nog nauwelijks conclusies te trekken. Omdat de vraag uit de

praktijk groot is, worden hier de eerste ervaringen beknopt weergegeven.

De benodigde arbeid voor het omwerken van de strooisellaag is een knelpunt. Op 9

bedrijven is dit werk

deels gemechaniseerd.

De

arbeidstijd voor de verzorging van

het

bed was, volgens opgave van de varkenshouder zelf, gemiddeld 1 minuut per varken per

week op bedrijven met mechanisatie. Op bedrijven, waar het omwerken niet

gemechani-seerd is was dit gemiddeld ongeveer tweeëneenhalve minuut per varken.

Het diepstrooiselsysteem drijfmest. Eén bedrijf heeft nieuw gebouwd.

Het merendeel van de bedrijven wordt natuurlijk geventileerd. Het Proefstation voor de Varkens-houderij te Rosmalen heeft in augustus een afdeling met 80 vleesvarkens opgelegd: Ook deze afdeling wordt natuurlijk geventileerd. Op één bedrijf met mechanische ventilatie is door het IMAG in mei meetapparatuur ten behoeve van ammoniakmetingen geïnstalleerd. De resul-taten van deze metingen zullen in de loop van 1991 beschikbaar komen.

Alle bedrijven voeren met brijbakken. Zeugen en borgen worden op de meeste bedrijven gemengd opgelegd.

De bedrijven zijn begonnen met het verstrekken van standaard voer. Doordat het vleespercenta-ge enigszins tevleespercenta-genviel, is men op een aantal bedrijven overgegaan op het verstrekken van aangepast voer met een lagere energiewaarde. In een diepstrooiselsysteem worden varkens

gehouden op een laag zaagsel, meestal gemengd met houtkrullen. Met behulp van een additief wordt een composteringsproces geacti-veerd. Door de daarbij geproduceerde warmte verdampt overtollig vocht. Volgens de leveran-cier van het additief kan deze laag strooisel jaren blijven liggen: na ongeveer twee jaar moet alleen de bovenste 20 cm vervangen worden. Wekelijks wordt de mest op steeds een andere plek begraven, de bovenste laag omgezet en een middel ter bevordering van het composte-ringsproces toegevoegd. Door de importeur worden een aantal voordelen geclaimd zoals een verminderde ammoniakemissie, minder stankstoffen, lager energieverbruik, minder mineralengebruik, betere technische resultaten en betere gezondheid en welzijn van de var-kens.

Ook bereikt men een sterke vermindering van het mestvolume.

Deelnemende bedrijven

Er nemen nu 19 bedrijven deel aan de proef, waarvan 17 met vleesvarkens en 2 met gespeende biggen. Het aantal op diepstrooisel gehouden vleesvarkens varieert van 36 tot 860 per bedrijf. Alle deelnemende bedrijven werken met een laagdikte van minimaal 70 cm strooisel en met hetzelfde toevoegmiddel. De bezetting varieert van 0,92 tot 1,lO m2 per vleesvarken. Op de meeste bedrijven is een bestaande stal aangepast door het verwijderen van de roosters en het aanbrengen van zaagsel vermengd met

Technische resultaten

De technische resultaten worden op alle bedrij-ven berekend met hetzelfde managementpro-gramma, zodat ze onderling vergelijkbaar zijn. De gemiddelde groei varieerde van 614 tot 839 gram per dier per dag; de voederconversie varieerde van 2,81 tot 3,li en de vleespercen-tages van 51,2 tot 53,7%. Er kunnen nog geen relaties gelegd worden tussen de behaalde technische resultaten en andere factoren zoals de voeding ofde toestand van het bed.

Een vergelijking ten aanzien van de gezond-heidstoestand en de technische resultaten tus-sen halfroostervloer en diepstrooisel zal uitge-voerd worden op het proefbedrijf te Rosmalen.

6

(2)

Figuur 1. Door varkenshouders aangegeven arbeidstijd voor verzorging van het strooiselbed met de hand bij verschil-1 01mwti lende bedrijfsgrootte.

8 6 9 0 Ylnlmua tlld m Nulmum tlld Figuur 2. mlnutrn "1 173 2.6 1.6

Door varkenshouders aangegeven arbeidstijd voor verzorging van het strooiselbed met mechanisatie bij verschillende bedrijfsgrootte

188 203 682

0.6

kraan f,666

0 Ylnlaum tlld m Yulwm Ujd * 08m tlld p.r o.a.d

In de eerste ronden zal geprobeerd worden een aantal factoren, zoals bijvoorbeeld de voeding, te optimaliseren.

Arbeid en mechanisatie

De benodigde hoeveelheid arbeid is, zeker op de bedrijven waar het omwerken van het strooi-sel met de hand gebeurt, nog een knelpunt. Op diverse plaatsen wordt gewerkt aan de ont-wikkeling van een geschikte mechanisatie. Op 9 bedrijven werkt men nu met één of andere vorm van mechanisatie. Dit varieert van een frees tot een kraantje waarmee men de boven-ste laag omzet. Met name het mechanisch begraven van de mest stuit_nog op problemen. Op een aantal bedrijven werkt men met een kuilontgronder om sleuven te trekken. Uiteraard zijn er bij eventuele nieuwbouw meer mogelijk-heden om een goed functionerend systeem te ontwerpen.

De benodigde tijd voor de verzorging van het strooiselbed was op bedrijven met mechanisa-tie ongeveer 1 minuut per varken per week. Op bedrijven, waar het omspitten met de hand gebeurt, was dit ongeveer tweeëneenhalve minuut per varken. In de figuren 1 en 2 is het verschil in arbeidstijd met of zonder mechanisa-tie te zien op de verschillende bedrijfsgrootten.

Energieverbruik en gezondheid

Op de meeste bedrijven hebben zich geen grote gezondheidsproblemen voorgedaan. Oor-of staartbijten is op enkele bedrijven bij een klein aantal varkens waargenomen.

7

Ook bij de hoge temperaturen van begin augus-tus leken de varkens nauwelijks problemeñ te hebben.

Op de meeste bedrijven wordt bij opleg ont-wormd met een eenmalige injectie (Ivomec). Uit de beperkte resultaten van longleveronderzoek blijken tot nu toe infecties met spoelwormen geen probleem te vormen.

Toestand van het strooiselbed

Op alle bedrijven is de temperatuur van het strooiselbed wekelijks gemeten op vaste plaat-sen in het hok op een diepte van ongeveer 20 cm. De gemeten temperatuur schommelt meestal rond de 40°C. Daarbij moet opgemerkt worden dat de toplaag koeler is.

Op één bedrijf zijn problemen onstaan, omdat het strooisel door onbekende oorzaak te nat werd. Hier heeft men de afdeling enige tijd leeg laten staan, om het strooiselbed te laten her-stellen.

In de figuren 1 en 2 zijn temperatuur en droge stofgehalte van het “probleembedrijf” en van een normaal bedrijf weergegeven.

Opvallend bij het laatste bedrijf is dat de tempe-ratuur van het bed boven de 30% bleek te lig-gen en zelfs nog boven de 40°C lag toen het droge stofgehalte een dieptepunt bereikte. Dit droge stofgehalte is een gemiddelde van de laag. Mogelijk moet naast de temperatuur ook naar andere manieren gezocht worden om de toestand van het strooiselbed te beoordelen.

Figuur 3. Verloop van de temperatuur en het droge stofgehalte op een bedrijf zon-der problemen gt&ll CMlW da-whmlt. 6Or 10

c

26 i-21 0 t-t-t-+--i-+ t--i

i f-+-+-t-

F t t + t t 1--+

d

26 4 66766Mn12raU~~ffM~202121292426~ weeknummer

Figuur 4. Verloop van de temperatuur en het droge stofgehalte op een bedrijf met een te nat strooiselbed.

artin c&lu, &g.hd~

6Or _.. 40; 20L 1 0 t OC 6-+;-+::7 6 6lOlll2lSl416l6ffl6¶620~22222426 weeknummer -0aqahalta

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

• CPS-aanbieders lichte groei (eind 2003 20-25% marktaandeel lokaal bellen, andere

Victor beweert dat zijn conditie zoveel beter is dan die van zijn moeder dat hij de 10 km in minder tijd kan lopen dan Annet de 5 km. 7p 21 Onderzoek of dat volgens

Nog erger is dat Verenso ook cijfers heeft gebruikt van mensen die niet of nauwelijks gereanimeerd konden worden, namelijk van mensen die een zogenaamd niet- schokbaar ritme hebben..

In this paper, we report the synthesis of these ethers, their physicochemical properties such as aqueous solubility and log D, and in-vitro antimalarial activity in comparison with

Op basis van het advies van Kleindier Lief- hebbers Nederland (KLN) en de fokkers is van zoveel mogelijk onverwante dieren die een goede afspiegeling van de populatie vormen,

Variabelen IS t/m 15: Verschil tussen behandeld en onbehandeld voor het per- centage gaaf, stip en zacht.. Onderling: een zeer hoge negatieve correlatie tussen gaaf en