• No results found

Honingzwamverrassing

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Honingzwamverrassing"

Copied!
59
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

.

.

Moreheila esculcnlll (L : Fr.) Pen;. Ge~one morielje. Foto: Ruth van Crevel. Oe Nedtrland.w Mycologischt Vettnlglng

Opgericht in 1908. beeft de Vereniging 3ls doel de beoefening \':111 de m)'t'Ok!gie in ruime 2in te be\'Otdeml.ln \'oor· en naja:u- v.'Ofdcn wekelijks excursies georganis.eetd. \'Cn:kt worden er v.·crb clen gehouden en in de winter \'USCheidcne landdijke bijeenkomsten. Te,ens is de NMV :~eticf in de 113tuurbesc.hcnning waar het p:ll.idestoclcn betn:fL

De bibliotheek van de NMV is gehuisvest in het Centmal Bwuu voor Schimmelculture~ Uppsnlnla:~n 8. Postbus 85167, 3508 AD Utrecht. Inlichtingen-bij de bibliolhl-caris. H.A. van der Aa (tel. 030-5432320).

Het contactblad van de vereniging, Cool ia. ven;chijnt viem1aal perjanten wordt aan de leden toegestuurd. De contributie voor de NMV bedr.~:~gt Euro 18,-· voor gewone leden (Euro 20 indien adres in het buitenland). en Euro 8.-voor huisgenootleden (krijgen geen Coolia) en juniorleden (nog geen 25 jnar or MUdent aan Universiteit of HBO: krijgen Coo!Îll). üc:lawl.scll3p voor hetlen~n: Euro 340.-; voor hulsg~ Euro 170.-.

Informatie is vukrijgbaar bij de secretaris. Nieuv.-e leden en adreswijril:,ingm dienen gemeld te Mnkn bij: Marjo Dam, Hooischdl L3, 6581 SLMalden(td.IP..4-3582UI).

v.-Wsite bttp:l/www.sd.J.-un.nllmJUnm,·/

INHOUD

In memoriam Milaren van Vuurc

Ter herinnering :130 1annie van Zanen-Delver, 1936-2001 Kroonjuwelen en andere mycologisc.be Snuisterijen 3. Het zuidelijke

gedeelte van hel Bunderbos c.:L, ~ 1. Bollen

Ontdekkingstocht in Ascoland: Rhó>discino 1/gnyoiD (Fr.) Hafellner. door P J. Keizer

Oranjestemming. door K. van VlieL B. de Vries en 1. Wismnn

Cedergrondbekerz.wam (Geoporu sunmuia11a): mekt en gij zult vinden7

door A. van den Berg-Blok en 1. j\nema·Balkc Column. door Ecf Amolds

De gruslandpaddestoelflorn van een proeftuin met natuurlijke vegetatie.

door M.W. Dekker. P. Brtmcr enG. L.ondo Bijzondere waJirnernlngen en vondsten

Vohvui~lla bombydmz nog eens bij een conifeer, door W. Oams

Tnmdla K'irthii Dic:dericb en Cosmosporojlm-o~'iridis (Fuekel) Remman & Samuel$

in Nederland. door L Spier

• Honingzwamverrnssing, door AJ. TC111101Shuiz.en. A.. Lamour, A. P~rez-Sierrn en D. Volker Correspondentie

Auctuatie-inde)l, voor vcrbetering vatbaar. door L. Jalink De hi~rarchie in het schimmel rijk. door M.E. Noordelons Paddestoelen in het mesolithicum. door J.P.H.M. Adema Boekbesprekingen. door M.E.. Noortieloos en N. Dam

Verslag v3Jl de Aoradag in leiden op JO lll33rt 2001. door R. Chrispijn Uit de tijdschriften,~ H.A. van der Aa

Vumigingsmededtlin.gen

• Nieuwjaarsbijeenkomst op zaterdag 12 januari 2002 • Aorndag

• Algemene ledenvergadering • Te koop

• Index coolia

• Uitslag van de enquête over coolia

Ge%ochc opslagruimte voor het lll'Chief van het kane.ringsproject NMV • Aanvulling op nog leverbare publicaties van de NMV

1-3 -1 S-8 9-10 11-12 IJ· IS 16 17-24 2.5·26 26-27 28 29·30 31·32 33-37 38-42 43-49 SO-S I Sl-S2 S3-S4 54 54 S4-S6 S6 S6 COOLIA. CONTACI'BLAD DER NEDERLANDSE MYCOLOGISCHE VERENIGING ISSN:0929-78.3

(3)

lN MEMORIAM MAARTEN

VAN

VUURE

Op

15

sept

e

mber 200

1

overleed op

de

l

eeftijd van 83 jaar ons

lid Maarten

van

Vu ure. De

hand

tu

ss

en

Maarten

011

de Nederlandse Mycologische Vereniging dareert

al van

zeer lang

g

dcdcn

.

In het

toenmalige verenigingsblad

Fungus

van

15

o

.

ktober

1941

staal al

s

nieuw lid

(juniurliu) genoemd

de heer M.

van

Vuurc

woonachtig

te Amsterdam.

Zo zouden we

dus

kunnen vma:-;tcllcn

dat Maarten

zestig jaar

b

i

j

de

mycologen hoorde.

Die periode moet

echter

z

eker

langer hebben

geduurd.

want

niem~1nd

wordt

zomaar lid

van

de

NMV.

Ook

bij

Maarten ging daar ongetwijfeld

een

langere

periode aan vooraf

waarin

zijn

U

efde

voor de

natuur

en zijn

belangstelling

voor

paddestoelen

gestalte kreeg

in de Nederlandse

Jeugdbond

\'

Oor Nawur

s

tudie

,

de

NJN.

De jeugdbond

is in belangrijke mate

vormend geweest

voor

de

later

e

int

e

resse

s

van Maarten

z

oal

s

hij

ons

tijdens

een voordracht

in

1995 vertelde

.

H

e

t lidmaatschap is

in die zestig

jaar enkele malen

onderbroken geweest.

Maarten

trdfen

wc aan al

s

nieuw

lid in

1952

.

En meteen daarna

was

hij

zeer actief

in de NMV

.

Op

de jaar

v

ergadering aan

het

eind van

1953

bes:Joot het

bestuur dat

het g

e

wenst

was dat

e

r

me

e

r publiciteit

(toentertijd

zei

men

nog

propaganda)

gemaakt zou

worden

voor

de

NMV.

Een propagandacommissie

werd

ingesteld en

i

11

het

eerste

nummer

van

Coolia

in

1954

deed

Maarten

e

en

o

proep

aan

de leden

van de NMV om

hun mycologische kennis

te

delen met

belangstel

lenden

buiten d

e

vereniging, om zodoende

het ledental

(in

die tijd rond de 200) te

laten toenemen

.

Voor

z

over

ik kon

nagaan

is

di

t het eerste

berichtje

van

Maarten over

m

y

colo

g

i

s

che zaken.

Daarna

zou

Maarten

nog

regelmatig

in Coolia schrijven

,

eigenlijk

altijd over de twee

paddestoelgeslachten

die

hem het meest na

stonden

,

narnelijk

Lactarius

(m

e

lk

z

wam) en

R11ss111a

(

russula

)

.

En

m

et

name

voor zijn

werk

aan

het

geslacht

RussuJa

is

hij in d

e

NMV een belangrijk en gewaardeerd mycoloog gewe

es

t. Het

geslacht

RussuJa

zit

in

z

ek

e

re

z

in

v

ol t

e

genstrijdigheden

:

enerzijds vrijwel altijd opvallende

hoedkJeuren (geel

,

uranj

e

.

rood. purper. paars. blauw

of groen}

,

anderzijds

het maar

op

beperkte

schaal

ta

x

onomische

betekeni

s

hebben

van

die kJeuren. Het

opvallende (en aantrekkelijke) van

die

rus

s

ula

's

wa

s

dus

tegelijkertijd ook het misleidende. In

zo'n variatie van (op zichzelf weer

verand

e

rlijk

e)

kleL1ren

kun je niet

altijd

j

e weg vinden

in

een

nauwgezette

beschrijving en

mycol

o

gen die

z

ich met

de

russula-studie bezig houden.

staan

erom bekend dat

hun

kl

e

uren-w

oo

rdenschat

vele

malen

groter

is

dan

van de gemiddelde

Nederlander. Toch

~chuih

daarin een gevnar: in

het

bloemrijke

proza

waarin alle kleurschakeringen

worden

hcli

t

ht.

wordt de karakteristiek van

de

soort

naar de achtergrond

gedrongen. Maarten heeft

hel ooit

(

op een ru

s

su

la

-

slUdiedag) zo gezegd:

"Hoe

groot

de

variatie va

n de

hoedkleur

van

e

e

n

~orm

O

tl

k

mag

z

ijn

.

toch

is die

s

chommelin

g alt

ijd

binn

e

n

een zeker

kader

en is

het hier

de kun

s

t

o

m

d

eso

ndank

s

het typerende

van

deze kleurenvaJiatie

in

een

beschrUving

va

s

t te

l

e

gg

e

n

"

.

Niet

v

o

o

r niet

s

had Maarten

het

hier nver

een ku

nst:

in

de

pure weten!>chap wordt

kleu

r

louter

ge

reduceerd

tot

een

dorre

opsomming van

kleurencodes. In

een

bespreking

van

het m

e

er dan

duizend pagina's

dikke boek over rus

s

ula's van

d

e

Fran

s

e

mycoloog

(net als

Maarten amateur en

l

e

raar) Henri

Romagnesi

s

tak Maarten

zijn

bewondering voor dit boek

(J

oo

r

h

e

m trd

fe

nd

de

ru

s

sula-b

ijbel genoemd

)

niet onder

stoelen

of

banken. Maar

(4)

door die nuancering de eigenheid van de afzonderlijke soonen naar de achtergrond werd gedrongen.

Vanaf het eind van de vijftiger jaren tot aan plusminus 1980 heeft Maarten het fundament gelegd voor een groot deel van zijn kennis van de Nederlandse russula's. Maarlens russula-kennis was welbekend, niet alleen bij de Nederlandse mycologen. ook in het buitenland kende men hem goed. mede doordat hij ook publiceerde in buitenlandse tijdschrifteu. Plannen van de NMV om lijsten te publiceren v:m de: in Nederland voorkomende paddestoelen waren al jaren tevoren gemaakt. maar Z()als Lovele goede voornemens maar beperkt uitgevoerd. Door Maarten was er een complete lijst gemaakt van de Nederlandse russula's, waarbij de wetenschappelijke grondslag voor die lijst werd geleverd door de al eerder gememoreerde russula-bijbeL In die tijd bleek echter de regelgeving ten aanzien van wetenschappelijke namen behoorlijk veranderd te zijn. en het was nodig om Maartens lijst op dat aspect deels aan te passen alvorens ze werd gepubliceerd. Die taak kwam bij mij terecht, en zo heb ik een aanlal jaren intensief met Maarten samengewerkt om de lijst gepubliceerd te krijgen. Bij her aanpassen van de lijst bleek één soon russula's geen geldige naam te hebben, en Maarten had het recht (en ik met hem de eer) deze soort officieel een naam te geven: Russula clariww Kuyp. & Vuurc 1985 (Tweegeurrussula).

Maartens kennis was geen privé-zaak. Op excursies en werkweken toonde hij graag zijn vondsten aan anderen en legde hij uit hoe een bepaalde russula. ondanks de bedrieglijke variatie in kleur, toch herkend kon worden aan bepaalde eigenaardigheden bînnen dat kleurengamma, en aan andere eveneens subtiele kenmerken als geur en smaak. Velen van ons bewaren goede herinneringen aan een russula-studiedag in 1990. wa:.~rbij Maartens hulp essentieel was.

Maarlens leem1eesterschap heeft succes gehad. Toen zes jaar na het verschijnen van de eerste russula-lijst voor Nederland een tlieuwe lijst werd voltooid. bleek het aantal taxa voor Nederland met 19% te zijn toegenomen. Maar waar die toename met 199f nog de indruk kon wekken dat het goed ging met de russula's, toonden de feiten (de cijfers van de kartering) eerder het tegendeel aan. Vele soonen gingen (en deels gaan nog steeds) sterk achteruit. door de grote menselijke invloed op ecosystemen, waarbij we met n~unc vermesting, verdroging en verzuring moeten noemen. Als natuurliefhebber in brede zin ging die achteruügang van de natuurkwaliteit Maarten zeer aan het hart. Tijdens een lezing in 1995, ter gelegell11eid van de toekenning aan hem van de Cool- en Van der Lckprijs, schetste Maarten zijn levenslange fascinatie voor de natuur, waarbij paddestoelen weliswanr de hoofdmoot vormden maar zeker niet het enige waren in de natuur wnamaar zijn aandacht uitging.

ln 2000 bezochten wij Maarten nog in Lochem. Vanwege zijn voorgenomen verhuizing naar een nieuw tehuis, moest zijn huis aan de Prins Willem Alexanderlaan worden opgentimd. Het opmimen betrof toen zijn colleelies van andere boeken. Maarlens belangstelling was namelijk veel breder dan de natuurstudie: hij las en wist ook het een en ander van de Duitse en Russische literatuur. Maarten had ook een grote belangstelling voor de wijsbegeerte. En tijdens dat laatste bezoek schonk hij mij een uantal lïlosofïsche geschriften, met name van Duitse en Franse existentialistische filosofen uit de twintigste eeuw. Op zulke momenten realiseer je je dat de NMV meer is dan een club waar mensen louter over paddestoelen praten, ook gemeenschappelijke interesses op gebied van muziek.

(5)

liter.~ tuur of wat dan ook vinden dan een natuurlijke plek.

Tijdens dat bezoek gaf Maarten aan graag nog één of enkele dagen naar de werkweek van de NMV in het Winterswijkse te willen gaan. een gebied waar bij al meer dan

50 jaar myco

logisch actief was geweest. Helaas is het hem niet mogelijk geweest ook ~1an die werkweek deel te nemen.

Maartens overlijden is het afscheid van een markant lid

van

de NMV. Tegl!lijkenijd weten we dm zijn werk aan de Nederlandse russula's. zowel door het door hem ver7.amelde en gedocumenteerde materiaal, alsook via een nieuwe generatie russula -specialisten die hij mede op weg geholpen heeft, nog zijn invloed zal blijven uitoefenen.

(6)

T

E

R HERINN

E

RING

AAN JANNIE VAN ZANE

N

-D

E

L

VER,

1936-2001

Op wnensdag 7 november l.I. namen wij afscheid vun Jannetje van Zanen-Delver. voor velen in de Nederlandse Mycologische Vereniging en de Amsterdamse KNNV·afdeling bekend als J:lnnie. Tijdens t.lc bijeenkomst in het cn:maturiurn Schagen vcrtelde Ger van Zanen over haar leven. dat begon op I mei in Edam. en na een maandenlange 1.icl..tcpenodc eindigde in Amsterdam. op I november 2001. Zij vond een leven:.taak 111 het onderwijs. maar combineerde dar met haar grote hefde voor de natuur. Zij bereisde. ,amen met Ger. vele delen ,·an Europa. vaak 111 KNt V-,·erband. en later ook met de !\IV. ltJtkns talrijke buitenlandse werkweken. Na vele verre reizen bleet voor haar nog .:én grote ''ens over. en dat was ccn reis naar Ierland. Dtc \\Cn~ kwam in het jaar 2000 in \ervulhng. maar het zou haar laatste grote reis worden. Zij heeft er volledig \':Jn kunnen gcnietcn Toen er plannl!n gemaakt werden voor een reb in 2001 openbaarde ztch Je ziekte. die haar noodlollig 70U worden. lannic deelde met Ger de pu~~ie voor paddestoelen. Velen van tln'> ;.uilen zich ha:u herinneren. als zij tijdens werkweken en werkgroepavonden bezig was om de bijzondere vondsten van die dag vasttt: leggen in prachtige tekeningen en aquarellen.

Tijdens de afscheidsplcchtigheid in Schagen sprak Atle van den 13crg namens de aanwezige mycologen woorden van waardering en van dank. De laatSic jaren ging zij niet meer vaak mee op excursie, maar mailkte het. op de achtergrond voor Gcr wel 111ogclijk om zijn centrale rol in de werkgroep Mycologisch Onderzoek Usselmcerpolders te blijven vervullen. Maar er was veel meer! J:mnic was vaak heel duidelijl- :tanwct.ig tijden-. bijeenkomsten van K.!\lNV en NMV en toonde ZICh ook altijd betrokken htj h~t persoonlijke wedervaren van de vele \•ncndcn dil· zij z1ch in deze verenigingen wist te vcrwen en.

Tijdens haar ziekte nam Jannie van haar \ ricndea af chcid door hen fraaie eigengc:maakte kannen te sturen met woorden van Janl-en woorden van bcru.,ung. Want zij wist al :.pocdtg dat zij niet meer beter zou worden. en aanvaardde het on,ennijdelijke. Naast dc natuur tudie was J:mnie ook een fervente volksdanscres. en wa.~ lange tijd actief als zilversmiL Veel stoffelijke blijken van haar creativiteit zullen er mede VC)Or 1.orgen dat wij Jannic nict licht wllen vergeten. Wij wensen Ger toe dat hij dit v.:rhcs Lal kunnen dragen en na een jaar van grote z.orgcn de draad wct:r spoedig helemaal lal kunnen oppakken. Maar Jatmie zal. ook tijdens de excursies in de Flevopold~rs. nog lang over zijn. en over onze ~chouders mee blijven kijken.

(7)

KROONJUWEL

EN

EN ANDERE

MYCOLOGISCHE

SNUISTERIJEN 3

.

HET ZUIDELIJKE GE

DEELT

E

VAN

H

E

T

B

U

NDERBOS C.A

.

J

o

BoUeo

Het Einde 39. 6181 JS Elsloo

Bollen, J.A.G. 2002. Crown Jewds and othcr Mycological Ornmnents 3. Thc southern part of Bunderbos c.a. CouiÎ;1 -15(1 ): 5-~.

Thc third pan ofthis ~erics Qn areasof spcci:tl mycological interest in the Nelherlands descnbcs the ~nut hem pan of the Bundcrbos. a deciduous forest on a steep slope of the i'vleuse-valley. The area b '<truateû .i [C\\ kilomctrc~ non.b oî Ma~tricht in thc prO\ i nee ol Limburg and Î!-reknO\\ ned for its nch mycoflora In I 5 )eun. of in\ entory -115 taxa. of\\ hich 70 red-li'>ted specie!.. have been rccorded. Voorwoord (door

L

.

hlink. de samensteller van deze rubriek)

De hellingbossen tussen Bundc en Elsloo staan bekend om hun mycologische rijkdom. Het meest paddestoelenrijke hok van heel Limburg (Jalink, in prep.) ligt grotendeels in deze hel -lingbussen. Ook landelijk gezien neemt dit gebied een belangrijke plaats in: het staat op de vierde plaats in de landelijketop 200 van mycolog·ische kroonjuwelen (Jalink. 1999). Jo Bollen inventan!:>eena120jaar in ditgebied en het i!. daarom zeer verheugend dat Jo de lezer in enkele aflevcnngen

van

deze rubriek laat meegenieten van de nJkdom

van

dit gebied.

Inleiding

De hellinghossen tussen Bundeen Elsloostrekken zich uit overeen lengte vao ongeveer

5 k.m

.

De breedte varieert van enkele hnnderden meters tot meer dan een kilometer. Sinds de verkoop in de jaren 70 van de Ge u lse gemeentebossen aan Staatsbosbeheer staat het hele aaneengesloten helüngboscomple" tussen Bunde en Elsloo bekend onder de naam Bunderbos c.a. (cum anne:d~J. Plaatselijk worden voor de verschillende delen v:m het bos nog de oor pronkelijke namen gebruikt Het Bunderbo!-

c.a.

laat zich verdelen in een noordelijke en een widelijke helft. de grens ligt ongeveer bij Geulle. In het noordelijke gedeelte richting Elsloo liggen het Lage bol:- en het Hoge bos met aansluitend het Kasteelpark (eigenaar gemeente Stein). Meer richting Gculle liggen de Pastoorsberg, de Snijdersberg, de Moorveldsberg en tenslotte In de Breuk gelegen nabij de watermolen van Geulle. De paddestoelenllora van dit noordelijke gedeelte van hei Bunderbos c.a. komt aan de orde in de volgende allevering van deze rubriek 1 Bollen. in prep.).

In deze atlevering wordt het zuidelijke gedeelte van het Bunderbos c.a. beschreven. Tot hetwidelijke gedeelte horen onder andere het Geulier bos. het Am1enbos. het Dennenbos en de Wanten berg. Dit zuidelijke gedeelte van het Bunderbos inventariseer ik zo'n 15 par. Mijn inventarisaties in dtt bos vinden één à t\vee keer per maand plaats.

Bodem en geologie

De bodem in dit gebied bestani voomnmelijk uit een mengeling van leem. zand en oude l.leilagcn van pleistocene Maasafzeningcn. en tertiaire grofzandige grindlagen en kleilagen. gedeeltelijk bedekt met zandige löss. In de hoger gelegen gedeeltes zijn nog res.tanten löss aanweûg. De lager gelegen gedeeltes bestaan voornamelijk uit jonge

rivierkÎ~igronden.

(8)

Voor het ontstaan van dit gebied moeten wc terug naar het einde van het tertiair. zo'n 65 tot 2.3 miljoen jaar geleden. (Ummels et al., 1998). Toen de zee zich definitief had teruggetrokken. bleef er een vlak landschap over. In samenhang met gcbergtevom1ing cider~. 1.0als bijvoorbeeld de Ardennen in België. onderging ons land een kantelende beweging. De Mans, die toen van Visé (België) richting Aken (Duitsland) liep en één rivier met de Rijn vormde. werd gedwongen zijn stroom meer naar het westen te verleggen. Hierdoor zijn de maasterrassen ontstaan. met als laatste de helling die zich uitstrekt van Bunde 101 Elsloo.

In de huidige tijd fungeert het hellingbos als een groot afwateringsgebied van het plateau gelegen ten westen van Schirnmerl. De diepe insnijdingen in de hellingen zijn olllstaan door de vele dwars op de hellingen gelegen afwaterende bronnen en beken. Waar de oude klei lagen kalkhoudend zijn, is het bronwater oververzadigd van kalk en vormen zich kalkmanteltjes om stenen, takjes en derg-elijke. Deze worden ook wel'kalkpoppetjes' genoemd. In heldere zuurstof1ijke bronbeekjes en bronputten worden de larven afgezet van diverse salamandcrsoorten, waaronder de zeer zeldzame vuursalamander.

Begroeiing

In de hogere en drogere bosgedeeltes worden eiken en berken vergezeld door boomsoorten zo. als robinia, beuk. esdoorn, haagbeuk, kastanje en zoete kers. De ondergroei bestaat onder ande -re uit hazelaar. kamperfoelie en vlier. Als bodembedekkers treffen we klimop. braam. varens en dj verse andere planten aan. In de lagere. naltere bosgedeeltes is het bos geschikt vQor vocht· minnende soorten zoals els, es, populieren wilg. Hier treffen we een ondergroei aan van lijster -bes, meidoorn, sleedoorn. vlier met als bodembedekkers braam, klimop. een bes, grote keveror -chis, breedbladige wespenorchis en vcrder vele bijzondere planten. Aanplant van rijnspar heeft zo'n 45 jaar geleden plaatsgevonden op een perceel beneden in het Geul se bos en in een helling van het Armenbos. Enkele oude grove dennen vinden we richting Bunde. Het beheer in het Bunderbos c.a. is gericht op zo natuurlijk mogelijk bos. Dood hout blijft veelal liggen. Wel worden de paden vrij gehouden van omgewaaide bomen. Er wordt zorg gedragen voor de afvoer van bronwater en de beken worden regelmatig schoongemaakt.

I.Vlycoflora

De totale soortenlijst bedraagt425 soorten fungi. Maar liefst I 6% hiervan, ofwel 70 soorten, staan op de Rode Lijst (Arnolds & Van Ommering. 1996). Over enjge bijzondere vondsten uit dit gebied is al eerder gepubliceerd (Bollen, 2000, 200Ja, 200Jb).

Ondanks het feit dat dit gebied al 15 jaar intensief wordt geïnventariseerd komen er nog steeds nieuwe en bijzondere soorten bij. Zo werd op 28 augustus I 999 op een bolle rest-slOmp van een twee jaar eerder omgewaaide Canadapopulier de zeer fraaie Oranjerode henen-zwam (Pluteus aurantiomgosum) aangetroffen. Enkele andere recente waarnemingen betreffen de Rossige stekelzwam (Hydnwn rufescens), de Kleine trompetzwam (Pseudocrcuerl'l/us un du-lmus), de Goudplaatzwam (Pflyllopoms pel/etieri) en de Geschubde boleet (Strobilomyces stro-bilaceus). De laatstgenoemde twee soorten werden gevonden op een twee meter hoog, zandig/ Jemig en mosbedekt talud langs een bronbeekje. Hieronder volgt een overzicht van de Rode lijst-soorten die tijdens 15 jaar inventariseren in het zuidelijke gedeelte van het Bunderbos zijn aangetrot·fen. Het betreft de kilometerhokken met coördinaten 179/323, 179/324 en 180/324.

(9)

Ernstig hcdrcigd (EIJ, S soorten) C\wwdt•rma u•,.,.l'i (Rode korrclhocd)

l·(wlnum mji•sn·11.v (Rossige stekclz.wam) Chitlcu roch/ea//1 (Donker hazenoor)

Pscudrwratercl/us umlula/tu (Kleine trompetzwam)

RussuJa lilacco (Lila russula) Bedreigd (OE, 22 sourtcn)

Clal'lliina l't~KfiS/1 (Rimpelige koraalzwam) Coltril'ia J.'l'l'l!llltÎ.I' (Echte lolzwam)

Corti11uritts ai/Jm'iolaceas (Lila gonlijn;r.wam) /Jditatula intl!grella ( Plooiplaalzwammetje) /Jisdori,v l'l'IIO.m (Grote adcrbekcrzwam) f)llmolltillio lllht•ro.w ( Ancmonenbckerzwam) E111oltmt11 c•udtrrmm (Violette satijnzwam) E11tolo11111 int'lllt/1/11 (Groensteclsatijnzwam) E11trJ/o11111 cllfllyhat'/1111 (Biauwplaatstaalsteeltje) GI'IISII'IIIIIfW<'tinatulll (Grote aardster)

Gt•astmm comlli11um (Tepel aardster) Ci\'rotln11 lividus ( Elzenbolcel)

Helvel/a at ra (Roctkluil'zwarn) Hydnellum cont·n•sn:ns (Gezoncerdc stekclzwam)

1/ydllum rt!pmrt!wn (Gele stckelzwam) Lactarius t/('cipiem (Pelargor•iummclkzwam) Morcll<'lla escule11ta (Gewone rnClrielje) Otid<·a alutat't'll (Zccmkleurig hazenoor) Pltyllopoms pclleticri (GoudpiLiatzwam) Ramaria al>iL'filltl (Gmenwordendc koraaJzwam) Srmbilomyces stmbi/aceus (Geschubde boleet) Triclwlrmw co/umbeltu (Wiue duif"ridderzwam)

Kwetsbaar (KW, 32 soorten) Asrcniplwra lyt'Ufil'rdoide.ç (Pocdcrzwamgast)

Lac-tarius tomrillt!SII.I' (Baardige melkzwam) tluri.vculpium ,."[Kare (Ûorlepelzwam) l.Jwrariu,\' ''ellert'us (Schaapje)

Bulefll.\ luridus (Nct:>teligc heksenbolect) Mat•nwystidia t'llt'lllllis (Levenraanzwam) /Jo/eru., mdiw11s (Wortelende boleet) Marasmill.\' cnlraere1u (Hoornstccltaailing) Clul'lllillofJSis lrell'eola (Gele knotszwam) t\1/mdre//a scmilibera (Kapjcsrnorieljc) Clitocybe xeormpa (Grote trechtcrzwam) Pt':i~.a lwdia (Bruine hckerzwam) Colly/Jia tubl'l'o.w ( Purperknolcol lybia) Plureus aurwtriorttJ:o.çu,\' (Oranjerode hertenzwam)

Coriolopsis tm~:ii (BIe kc hmstelkurkzwam) Plulert.v h•mri1111.1' (Goudgele hertenzwam)

Dalrli11ia concelltl'h'a ( Kogcllwulskoolzwam) Rus.1·ulc1 ht!fl!ropllyl/a (Vorkplaatrussula) E11toloma sericellum (Snecuwv loksatijnzwam) R11s.w/a pserulointegra (Kicibosrussu la) Entolmna sermlofilm (Zwansneesatijnzwam) Ru.vsult1 ri.l'igalli11a (Abri kozenrussula) Gcastmm.ftmln'i<ttum (Gewimperde aardster) Sclli:oplryllum commrme (Waaiertje) Helvel/a aawbulum ( Bokaalkluifzwam) Triclwloma .fii!I'WII ( Bcrkeridc.JerL.wum) Helvel/a macropu.\' (Sc.:hotclkluifzwam) Tridwloma m/phureu111 (NarcisridderLwam) Hell,ellu cJrti'lerii (Grote schotclkluifzwam) 1),/opilu.vfel/eu.\' ( Binere boleet)

l11onotus lrispidtls (Ruige weerschijnzwam) Volvariel/a pu.villa (Kleine heurszwam)

Gevoelige (GE, 11 soorlcn)

Clal'ulinupsis sului/is (Bleke sikkelkoraalzwam) Umw•t•lla glintll'l'llla (Oranjcbru i ne

k lccl'panl~ol)

Cy,l'tolt•fJiota lilleknul/i i ( Violetstel i ge parasol

-/.warn)

Limon•l/a vlno.l·om/le.w:l.!/1.1' (Wijnrode kl ecf-pnrasol)

l~xitlia .mcdwrina (Bruine suikcrl.w~un)

L!.!piota fellil/a (Pantcrparasolz.wam) l'helli11us tomlo.\'11.\' (Viltige vuurzwam) Lepiow grangei ( Groenschubbigc.parasolzwam) Plicaturopsi.\' crispa (Pionivlicswaaienjc) Lc'ucuagaricus btul/uurrii (Bloedende c.:hampignonparasol)

(10)

Beheersadviezen

Gezien hetgrote belang van dit gebied volgen hier nog enkele behecrsadviezcn. Het is belang· rijk orn overmatige bramenopslag te verwijderen. zowel in de droge al~ natte gedeelte!. v;m het bol>. Bij nieuwe aanplant dient men bij voorkeur gebruik te mak.:n van mycorrizavomJende boomsoorten. zoals berk. beuk. eik en haagbeuk voor de droge gedeeltes en els en wilg voor de nauere gedeeltel>. Vcrder is ook de aanplant van c~. meidoom en sl.:.:doom gun tig \OOr de mycoflora. Voortl> kan men de omgewaaide bomen. voorzoverzede toegangspaden niet \Cr -sperren. laten liggen. zoals nu al gebeurt. De vele soorten saprofyten maken hier dankbaar gebruik \'an.

Dankwoord

Mijn dank gaatuit naar de mycologcn die hun waarnemingen stuurden naar de kartering van de NMV. De gegevens ingestuurd tot en met 1996 Lijn opgenomen in dit artikel. Met name wil ik de volgende personen en instanties bedanken: alle medewerkers aan de kartering van de NMV. de leden van Je Paddestoelen Studiegroep Limburg en in bijzonder mevrouw Tonny Jet-ten Bollen voor de vele inventarisaties. Piet Kelderman en Hans Crul!lcn voor de vek ûeter-mtnalics en controles van diverse soorten en Staatsbosbeheer voorde vcrleende vcrgunmng.:n. En ren slone dank aan y,·anka Pfeifer en Leo Ja link voor de veri...TCgcn hulp btj dit :~nil...cl Literatuur

Amolds. EJ.M .. Ommcring. G. ''<111. 1996. Bedreigde en kwetsbare paddcMoelen in Ncd~rlnnd. Toelichting op de Rode Lijst. Rappon LKC Natuurbcheer nr. 24.

Bollen. J. 2000. De Oranjerode henezwam, een fra~ic vondst in het Bunderbl)S<.:h. PSL-Nicuw> 7( 1): 12.

Bollen, J. 2001a. De Kleine trompet?. wam in het Bunderho~cl1. PSL-Nicuws 8( 1): 11.

Bollen. J. 2001 b. De Geschubde boleet in het Bundcrbosch. PSL-Nieuws 8(2): R.

Bollen. J. in prep. Kmonjuwelen en andere mycologische ~nuisterijen 4. Het noordelijke gedcchc van

het Bunderbo~. Coolia.

Jalinl... L.I\IL 1999. Op 1.oek n:lllr de mycologische kroonju~elen van i':ederlnnd. I. De 100 mct:St

waardevollo: l.•lometerhol..kcn Coolia 42(3)· 143-162.

Ja1inl... L.~l. m prep. De mycologische kroonjuwelen van L1mburg. Een verl.ennmg ten behoe'c VJJl

bescherrmng. beheer en ond~r1.ock. Natuurhistori~..:h Maandblad.

Ummels, J. ~~ al. 1998. Geulle. He(c)ml"lsbreed Flor;1 en Fauna van Gculle Uilgave Heemkunde Vereniging Geulle

(11)

O

NT

D

EKKINGST

O

C

HT

IN

ASCOLAND:

RHI

ZO

DI

SC

I

N

A

L

I

GNYO

T

A

(

FR.

>

H

AFEL

L

NE

R

Pet

e

r-Jan

Ke

iz

er

Krui.,weg :!3. 3513 CS Utrecht

Kl· 11

cr.

P.J 2002. ExplorJliOn in A~coland: Rhi:odiscina /igm·o1a (Fr. J H;.afellner. Coolia 45( J ): 9-10. Rlu;:.mli~cina /ignyottt tFr ) Hafelioer was found on rollen wood in a park near Leiden, Thc

Ncth.:rlamb.

A shon descnpuon and

111ic

r

ogr:1ph are

prcsented.

Thc ~pede~ is rarely

r

eponed. but

probahl)

of

t

c

n

ovcr

l

oo

k

ed.

O

p

ce

n kl

e

in

e exc

ur

s

i

e

n

a

ar h

e

t land

goe

d Ou

d-

P

o

el

gees

t

bij L

e

id

e

n

o

p

1

7

n

o

v

e

mb

e

r

was

h

et

duid

e

lijk

dat. ondank

s

Jat h

e

t

n

og

in

h

e

t

g

e

he

e

l

ni

e

t had

gevro

r

e

n

,

h

e

t

e

inde

van

h

e

t

pa

dd

estoe

l

e

n

seizoe

n

v

an

:

200

0

toc

h

we

l

i

n

z

i

c

h

t

w

as.

D

e p

a

d

d

es

t

oele

n

di

e

in

sy

mbi

ose

m

e

t

hom..:n l!roeien ware

n

a

l

ve

r h

ee

n

, eve

n

a

l

s vee

l

va

n

de

op

de grond

g

r

oeie

nde

o

pruim

ers.

Va:~

l-.

ziJn

tie

h

ou

t

paddes

t

oelen d:

:

m

ec

u

g

r

oep

waar nog we

l

he

t

not.lige aa

n t

e beleven

va

l

t.

Up

cc.!n

hed

ster

k

vcrrot

~tul-.je

hout

zaten

kleine

oranje

bekertje

s.

D

e wa achtige

consr,.tcntte

en de 'dunheid

'

van

die

bekertjes deden a

l

vermoeden

dal he

t

om

een

Orbi/ia

ging. Dat betekem: meenemen en thui

s

nog eens nakijken

welke

~oort

dat zou k

u

nnen

zijn

(he

t wa'

0.

alnell).

Onder de

ll)ep

bleek dat e

r

een ander.

nog klctnt::r

bekerzwammetje op

hetLclfûc \tukje

hout

zat.

Het

bestond

uit heel

kleine. zwane. min of

meer

vlakke

~chutcltjc,.

De

\TUChtlichaampjc~

"aren zo

klein. dat je daar al bij voorbaat

moedeloo

s

van

"unit

T

cgen beter weten in

t

cx:h

maar even een

microsco

o

ppreparaatje

gemaakt en zie

daaL

op\

allende

Z\\arte

2-cellig.e

sporen

eJJ

een dikke zwarte wand van

het ascocarp.

D

at

i~

to

c

h

wel weer

leuk. Zulke

s

poren kende

ik wel van enkele korstmo sen.

bij,•

oorbeeld

Buellta';,., o.a.

8. pwrcri.fnnnis

(VIiege

nstrontjesmos). Omdat er

oo

k vee

l

algen op en

tus~en

het

ro

t

ll' hout

zaten dacht tk

inde

r

daad met

een

korstmo~

te maken te hebben.

Korstmo~sen

Ltjn

immer

!>

een same

nl

eving

v~Hl

een c

hi

mme

l

met

a

l

gen.

Dete

r

mine

r

e

n m

et

een

h.or;.tmo;.sen

n

ora

l

e

i

d

t

inde

r

daad

t

ot

Buellia punCT{{onnis.

maar die

zie

t

e

r r

och we

l

wa

t

anders u

i

t.

In h

e

t

algemee

n h

eeft deze ee

n

vr

ij

d

ik

grijswi

t th

a

llu

s.

wa

t

in d

ir

geva

l

o

ntbr

a

k

.

M

aa

r

nog

b

e

lan

g

rijk

e

r

versc

h

i

ll

e

n

L

at

e

n in d

e

mi

c

r

osco

pi

sc

h

e

ke

nm

e

rk

e

n

.

Om d

e

ver

m

oe

d

e

n

s

t

e

bev

es

ti

ge

n h

eb

ik ma

a

r

ee

n

s

een

'ec

ht

' exe

mpl

aa

r

va

n

B.

punc1{(ormis

opgcwd11

t::

n

b

e

kek

e

n

.

H

e

t wu

s

dad

e

lijk t

e z

i

e

n

dat d

e

bl

a

uwkl

e

urin

g v

an

de asci

e

n d

e

vor

m

va

n ti

e

p

a

raf

yse

n

h

ee

l

and

e

r

s

wa

r

e

n

.

du

s

exit

8. pum:1ij'ormis.

And

e

r

e

k

o

r

s

tm

osse

n

h.

wa

111

en

ook

ni

e

t

i

n

aa

nm

e

rkin

g.

D

aaro

p maar

e

en

s

geke

k

en

waa

r ll

e

s

l

e

ut

e

l

s

in D

e

nni

s

(

198

1

l

h

een zou

d

en

l

e

i

de

n

. Zonde

r

a

l t

e veel

p

r

ob

l

e

m

en kom je zo

bij

Karschia ligny01a

en

Je bcschnjving

kl

opte aardig

.

Een

goede fo

t

o en beschrijving van deze soort vond i

k

ook

i

n

Brettcnha~h &

KränzJi

n

(1984).

Verdere bevestiging

volgde

uit de besch

ri

jving mel

(

mattgc) ekctronenmicroscopicfoto van

ue sporen i

n

Ca longe

&

Rodrigue

s

(

1986)

.

Yol);tens

Hufc

ll

ncr ( 1979) Î!.

Karse/ria

cen

ver Lamelgenus m

e

t dive

r

se.

nogal verschillende soorte';,.

Een aantal min

of meer "erwante

soo

rten kunnen

be

t

er tot de korstmossen worden

gerekend. onder meer bij de genera

Buellia

en

Rlri:ocarpnn.

Enkele

andere soonen groeten

(12)

.

.

Figuur 1. Rhi::.odiscina lignyota. a.

Schematische doorsnede apothe

-cium (m:ta!Slrecpje

=

100 J.!m). b.

sporen. c. asci. d. parafysen (maat

-Streepje b.c.d = I 0 J,tm).

genoemd. De saprotroof op hoUL levende soorten Lijn

door Hafellner afgesplit~t. onder me.:r het gcl>lacht

Rhil.odiscina, waaronder dus R. lignyata.

ln het Nationaal Herbarium in Leiden bevindt zich één collectie uit Nederland: Huysman no. I 471. gevonden 4 april 19-17 te Enghuizen. Hummelo. Uit het grotere aantal collecues uit de ons

omringende landen valt af te leiden dat deze soort

waarschijnlijk ook bij on~ niet zcldtaam i~. uJieen

weinig opgemerkt.

BeschrijYing (Fig. 1)

Apotheciën verspreid groeiend. ''lnk schotelvonnig

met smaJ opstaand randje. zwart. tot ca. 0.3(-0,5) mrn

diameter.

Sporen zwart. smal ellip~oïd. tweecellig. bij het septurn wat ingesnoerd. één cel vaak wat smaller en langer. J 1-13 x 3.7-5 ~m. gladwandig. Asci ca. 37 x 13 !lJll, de top met \'erdiktc wand, blauw met l\tel

-zer's reagens. Sporen onregclmaûg in de aJ.CU\ lig· ge,nd. 8 per ascus. Parafysen dikwijls vertakt.

gesep-teerd, in een gelige massa ingebed. Op doorsnede valt de zwarte buitenwand van het apothecium op. waarmee het door middt:l van donkere hyfen 3an het sub traat gehecht is.

Op Internetsite hup://ccfb.comell.edulbiotaweb/LP99-000294p.html is een goede

albedding v3n de soon te vinden.

Dank uan Marijke Nauta voor controle van de determinatie en hulp bij het vinden van

literatuur.

Lileraluur

Brcitcnb:~ch. J .. Kränzlin. F. 1984. Pilze der Schweiz Band L Ascomyccten. Vering Mycologia.

Luzcrn.

Calongc. F.D., Rodrfgucs. N.B. 1986. Nucvos datos para el cat:llogo de ascomycctcs cspui\olcs. 11. Rcgistro de un ge nero y siete especias nuevas pam espaiia. Bol. Soc. Micol. Madrid ( 11 ):

21-25.

Denni~. R,W.G. 1981. British Ascomycetcs. Rcvised edition. Vering J. Cramcr, Vaduz, Hafellncr, J. 1979. Karschia. Bcihefte zur Nova Hedwigia 62. Verlag J. Crarn~r. Vaduz,

(13)

ORANJESTEMMING

Koos van

Vliee,

Bernhard de

Vriesz

co Jaap Wisman·1

1

Co

nin

c

k

s

tra

a

t

6

7

-

17,

38

11 WG Am

e

rsfoort

z

R

oc

rd

o

mplaan

222, 7905

EL H

o

o

ge

v

e

en

3

1rcncl

a

an

53. 3832

CB

L

e

u

s

d

e

n

V !kt. J. W.

va

n

. Vri

es, B. de. Wisman, J. 2002.

Ora

n

ge

Moml. Cool ia 45( 1 ): I 1-12.

Tulmficium vermifemm was found for the first time in The Netherlands on rhe Oranjewoud !.!~lat\! ne~tr Heercnveen in the province

o

f

Fricsktnd.

W

c

Jicpc11

ni

e

t

m

e

t

toet

ers

,

tromm

e

l

s e

n

v

l

a

gge

n, ma

a

r l

e

uk wa

s

h

e

t

w

e

l r

o

nd h

e

t

l

a

nd

goe

d

i

n

O

ranj

e

w

o

ud bij H

ee

renv

ee

n in Fri

es

land

.

D

a

ar

h

e

bben

w

e op 9 m

e

i

2001 h

e

t land

g

o

e

d

bezoc

ht. H

e

t park b

es

laat

o

n

ge

v

e

er 4

0

ha

e

n

bes

ta

a

t

u

i

l

e

en

lange

st

ro

o

k

o

ud

e g

ra

sve

ld

e

n

wa

ar

o

mh

ee

n

ve

r

sc

hill

e

nd

e

b

os

p

e

r

ce

l

e

n

s

taan. Alle

s

in d

e

Eng

e

l

se

land

sc

h

apss

tijl. D

e

g

ra:-.

ve

ld

e

n be

s

t

a

an

voo

r

ee

n

g

root

de

el uit mo

s

w

a

arbij

o.

a. prachli

ge

v

e

ld

e

n

ri

e

mpj

ess

m

os

(Rhytidiadelphus lureus)

en thujamos

(Thuidiwn tamariscinum).

Bij

ee

n

v

ij

ve

rr

a

nd

vo

nd

e

n

we

k

o

n

i

n

gsv

aren

(Osnwnda regalis)

en b

ij

een

a

ndere vijver wa

s z

elf

s

plaat

s

voor

ee

n

vee

nm

os

(Sphagnum denticulatum).

H

e

t

b

os

b

e

st

aa

t uit

zo

w

e

l

l

oo

ll1

o

ut

al

s

na

a

ldh

o

ut.

O

p

va

ll

e

nd fra

a

i

z

ijn d

e zee

r

o

ud

e ei

k

e

n en b

e

uk

e

n. Ook mo

o

i

e

rott

e

nde

s

tr

o

nk

e

n m

e

t

o

.

a

.

v

i

e

rl

a

ndm

os

(Tetraphis pellucida).

Hi

e

r

e

n d

a

ar

s

t

o

nd

e

e

n

o

ud

e

thuj

a o

f

l

age

n

d

o

d

e s

tukk

e

n

thu

j

ah

o

ut O

o

k

d

e

fi

j

n

s

par

e

n

de clou

g

la

ss

par waren

v

an d

e

partij

.

M

e

t

ee

n

gev

o

e

l

van

"

We

z

ien

w

e

l of we ook wat fungi

v

inden"

war

e

n w

c

b

ego

nn

en

m

et ee

n

g

r

oe

n

e

plam

e

nlij

s

t.

Z

oal

s ge

bruik

e

lijk w

e

rd

e

n k

o

r

s

tvormi

ge

fun

g

i

zo

selec

t

ie

f m

oge

lijk v

e

r

z

ameld.

z

od

a

t

de

do

os

j

es

ni

e

t bij d

e e

er

s

t

e

m

e

ter

s

kruipwe

r

k

a

l

z

ijn

v

o

l

gep

r

o

pt

,

in

e

lk

h

ec

t

o

met

e

rh

o

k

o

pni

e

uw

.

J

aa

p

vo

nd

ee

n

s

tuk

ro

nd

s

ling

e

r

e

nd

Lhujah

o

ut.

E

r

ble

e

k

J

e

n

e

verbeskor

s

t

z

wam

(Amylostereum laevigatum)

op

Ie

z

iuen

.

Op

ve

rd

e

r

verteerd thuj

a

h

o

ut

z

at h

e

t

IJ

s

kri

s

tal

z

w

a

mmetj

e

(Stypella verm(f'ormis).

On

z

e

b

eg

e

l

e

id

s

t

er

p

a

kte

e

en dikk

e

halt

ve

rl

ee

rd

e e

ikentak

o

p w

a

ar

o

p e

e

n

tandj

esz

wam zal. In d

e v

er

o

nd

e

r

s

t

e

lling dat w

e

hi

e

r

e

inddi

jk e

en m

oo

i

e

Eik

e

nlam.lje

sz

w

a

m

(Hyphodomia quercina)

hadd

e

n w

e

rd

di

e

ver..~ameld:

h

e

t ble

e

k Franj

e

tandj

esz

w

a

m

(Hyphodontia barba-jovis)

te

zijn

.

Op op

e

n

pl

e

kk

e

n

s

t

o

nd

v

aak

sa

l

o

mon

szege

l met

o

p d

e

dode

s

t

e

n

ge

l

s va

n

vo

ri

g

ja

a

r

natuurlijk

G

ladhari

g

fr

a

n

je

kelkj

e (Lasiohelonium nidulum

).

Op

o

v

er

j

a

ri

ge s

t

e

ngel

s v

an adelaar

s

v

a

r

e

n

zoc

ht

e

n we naar h

e

t V

a

renw

asj

e

(Phlebiella fi/icina).

m

a

ar h

e

t

e

ni

ge

wat w

e

v

o

nd

e

n

w

as

h

e

l

Boo

t

s

p

a

ri

g

vli

es

j

e

(Athelopsis lembospora).

In h

e

t park st

o

n

d

natuurlijk

oo

k

ee

rt

g

r

oe

p oud

e

r

o

dodendron

s. A

l

s

je zo

'

n struw

ee

l

i

n

d

u

i

kt

voe

l

je a

l

g

a

uw aan j

e

kni

n dat d

e

ho

e

v

ee

lheid

o

n

ve

rteerd

e

h

o

utj

es daa

r

aa

n

z

i

e

nli

j

k i

s

.

D

e

d

o

d

e sc

h

o

r

s

bl

ee

kt

zo

wit op dat h

e

t lijkt

a

l

so

f

o

v

e

ral

kor

s

t

jes z

itt

e

n

.

Uit

è

e

n vo

l

ge

p

ro

pt

v

akj

e

kwam

e

n lat

e

r twe

e s

o

o

rt

e

n

:

Glad

s

p

o

ri

g

dwer

g

kor

stj

e

(Trechispora m/l(lerens)

e

n

ee

n

o

nb

e

k

e

nd k

o

r

s

tj

e

m

e

t

g

r

o

l

e cys

tid

e

n

.

Ond

e

r d

e

mic

ros

l:

OO

p blek

e

n d

e c

y

s

tid

e

n b

e

h

o

or

l

ijk

f

or

s

t

e

zijn

:

88-115

x

12-16 ~1111:

b

ove

ndi

e

n war

e

n

z

e

zee

r dikwand

ig e

n

a

myloïd

.

Het

o

pp

e

r

v

lak van d

e cys

ticl

e

n

w

as

ove

r

groe

id

m

e

t

s

m

a

ll

e

kr

o

nk

e

li

ge

h

y

f

e

n. D

e s

p

o

ren

waren aan

v

ank

e

lijk m

oe

ilijk t

e

vind

e

n.

(14)

liJn

rx

'J"'r.:nrno~tcn ".1rcn lh 1. x \ ~ l 'i J.lm llc:t

".1'

,,.,..r~<J..I.ut dil Olt~'t Je

'"'>r1

I IJO lo!.;uf\ .10 J~ ;.~ltrJJ \k :.~Jhxldrn~ ce~~n 1.••1111 en J11~ JC h'"'g'lleiJcn rn k' en Je hJ' c \ anJc fr~/>u/r, wm ', ""''' rum

I B"urd I Ob.:~\ C:\ Julr .. h 111~

llguun liet " Je t:cr-ce 'nnJ,r '.10 een wun dae uul. dJcr' 111 l:urupo~ Jdt1!.l.lm '' IIIJ••rhl.llll ,, u/. l'}l!!IJ IIIJ gr•ICII mce,t.al up

c.tJ.I.en dat: nog 111 de 111'<1111 Hl

,cru al. h.1ngcn mc:e,l<~l

•'P

"til!

••I

hud.ur en en c•n'

1!"''

.al •'P

nl<l•l<lcndrun Onhc:\\ u't '"" 1k '' a.ml~o• '.1n ""''' 'nnJ,c,·n hd•hc:n \\e Ol>i_! lo!.Jl ~eru•t tn l'CO rracd &:n 'and;au uugc:l.cl.en "'er Je 'cl den en 'IJ' er' '.an het l.lllJg•ICJ l>c.· t1>talc ..._,,,;: ' .. n J. tJa~ I'I:Jh1Cf 11 <; '-t"!ften huj;C'IC'

rJ.mten, .l<J 'o4w>nal lllth"<n en ln.henen en .I\ '"''""'n lun):a /~rl Je adel oor I \\ct\."n \\at lf: an .Je n.uuur hcclt tC\\ct:ggctlra"ht •

Het \\eer \\J' k\.",tclrJI; /11111111! en ''dlrlhl heelt '"'1. de c:ntmaro~gc er lllc: gdcn.l c.IJt "e

r·''

om 1e' uur ·, nmliJag, untJd..ten

dut nu~ nrJJtjckc,tcn emdrg 11111 l.ltcrntuur

l:rrl.."un. J. IIJnn•t.uu. K. H) \,~r~ku. 1.. I \JXt! Th~: C't!IIICIII~I'III.' 111 Nunh Europc. V.al I!· 1520 1~22. fit:. IUI'i cnl!lll

(15)

CEDE

RG

RO

DBEKE

RZWAl\'

1

(

GEOPORA

SU

J

\1/NE

RI

ANA):

ZOEKTE GU

ZULTV1 DE

?

Annt.'ke ''an den 8crg-BiokJ en Joke Anema-BalkeJ ' Iereliaan 19~. 1902

J

K Capelle a/d IJssel

'L. C\1uperusplams 267.

2902

XG Capelle u/dIJ. sel

Berg-Blo!.,. A E , •• n ûcn. Anem.s-Ball..c. J 100~ Cet1p(Jra Slllllfltrialltl ~ed, and lhuu 'halt find" (\1\lha .l_' 1 11 11-1 "i

Puhl••hcJ rc\.,,nl'

,,f

Gt!t1pnrd wmlltrwna suggest lhat chi' 'f'<!Cie" J!. C.\trcmc:l> ran: 10 The 'clhcrlanJ• \ •Urtc:"nl •mali J, ... -:aJ 'Uf'\c~ h""'e'eli. fl!\e~h th.sl "' .. izeabk trunbodu:' are readrl) t1t01nJ uom l.tte Januaf) 1111 earl) !\la) ~) m;J~ appear m large nurnlx,... >CM aleer )~. under

Cc:dar ere:.:-. 10 liardcn' ••r p.1Ib "uh '-UIIïc•ent needie lmer 10 '-Upport !hen 'UppQ•cd .;;Jprutroph1c gm\qh . umc (>"!1-..c.:n.acu•n, 'uggnt lh..at the almost exciUSJ\C: a.-.,ocJ:uion "'•th Ct·dnn m1ght rmohe llthc.>r l.adl•r' a.• "dl

Ttjden, Je Zucd-llolland,c z\\afi1dag 2001 \enelde Frouke Escher In de l..offiepauLe O\er

h~·t \oorl..~lmen

'·m

Je Ccdergrondbekerz\\am in Hendnk-ldo-Ambacht en omgenng. Al "''n \ J.IJr tödd liJ met -.ucce~ naar dez.c mooie beker7\\ am dce onder ccûcr'i groeit.

1 ceu" ,gîcng g~:worden hebben wiJ ~:en onderzoekje gcdann en Capelle :llû IJo;.,el. Op ûe

ti eh

of

met de benen\\

a

gen -.peuren naar ceders. Vlakbij huis

was

het meteen r.Jal..: een

\Citmu•n met een ceder en daaronder meer dan 100 exemplaren. ln andere tuinen met ceder..

'' Jn:n m~:c,tal mender uf geen bekers aanwezig. Tn tien tuinen verdct:ld O\'Cr '1er

km

-hnl..l..en henben WIJ de :tan\\enghetd van deze bekerzwam vastge,teld. ln een eerder anikei

10 Ct~tllca 'Jo FnedJilf 'an den Bergh 'raagt hcj zich af waarom deze paddc\toel LO tddLaam "'· tl'f\\ •Jl er toch ZO\ eel tuinen zijn waarin een ceder .Laat. Het antwoord LOU

kunnen LIJn: JC moet er" cl naar zoel-en.

J, dele padde,tocl werkehjk zo zeldzaam ah tn Het Overzicht 'Laat en daarom op

Je Rode Ltj).t, uf kumt het omdat de mee~te mycologen nog in winterslaap LIJn btj zijn ver -'dcijning.'1 liet lelt dat de ceder hier niet van nature voorkomt. maar aangeplant wordt in mce~wl panicuhcre. du~ niet vrij toegankelijke. tuinen. kan ook van invloedtijnop het

aan-tal waamcmingcn. Wij vcrmoeden dat gericht zoeken bij fedcrs veel nieuwe vindplnatsen kan opleveren. I lier geldt mogelijk hc!Lcll'de als voor het Hulstdeksclbckcrtjc (Tmchi/n ili

-t·inu). <.lat volgens Het Overzicht ~!echts eenmaal is gemeld. maar naar onze t:rvaring bijna bij iedere hulstboom waaronder dood. nfgcvallen bind ligt. te vinden ist Daanwast volt het ~:chtcr ook niet Lilt te liluiten dat de recente vondsten verband houden met de stecd~ zachtere

\\anten •.

In het datahcJ.tand van de kancring is de eerste melding van de Ccdergr

ondbekcr-"' am uil IC)

JO

.

Oaam;t

pa_.,

weer een waarneming uit

1980.

In de Ven;precdin~s:ula.-. TI Lijn

5 ''aamemmgcn uit 5 uurhokken mgctel..cnd. waarvan 2 in Zutd·Holland. Uit pubhcaties in

Couha hhjl..cn nog enkele 'indplaatsen die niet in het bestand staan. nl. in Leiden. Oegs

t-!!Ce,t. Oordrecht en EindhO\cn. DaarbiJ komen dan de waarnemingen van Froub.e Escher uH

llendnl..-ldo-Ambacht. Z\\ ijndrecht. Alblas. erdam en Dordrecht, totaal

1

9

vmdpla:uscn in

(16)

Ceuergrondbekerzwam (Geopom sunmeriana). Van Maerlantpark. Capelle aan den !Jssel.

17 m::tan 100 I. Foto Joke Anema.

gedaan in Middelharnis en De Lier. In figuur I zijn deze vondsten in Zuid-Holland samen

met de onze in kaart gebracht. Volgens deze gegevens blijkt dat we van~d· h:.~lf januari tut begin mei naar de Cedergrondbekerzwam kunnen zoeken. Dat dit zeker een frisse neus

waard is bewijzen de ervaringen van Frouke die zelfs een keer 440 exemplaren in één tuin

vond' Waar de zwam eenmaal gesignaleerd is. lijkt hij standplaatstrouw. Van negen locaties. die Frouke gedurende drie achtereenvolgende jaren heeft gevolgd. zijn er maar

twee waarop hij één ja<~r ontbreekt. In het Amsterdamse onderzoek werd deze paddestoel in

een tuin in Am$telveen drie achtereenvolgende jaren gezien. Als bijbehorende boom wordt ceder, atlascetler. libanonceder. of himalayaceder gemeld.

Volgens Het Overzicht groeit de Cedergrondbekert.wam saprotroof op deels verteerde naalden op humusam1e grond onder ceder en soms lJOk taxus (niet vcrmeld bij de

Zuid-Hollandse vondsten). Het voorkomen ervan zou dus afh:111kelijk 2ijn van het voorhanden zijn van naaldstrooisel onder de boom. Dit zou betekenen dat hij in mooi aangeharkte perkjes niet groeit. Zo staan er op de begraafplaats Crooswijk in Rotterdam v..:cl ceders. maar er werken ook veel tuinlieden. Slechts bij één ceder aan de buitenrand

met strooisel eronder stonden enkele exemplaren. Rob Chrispijn heeft zo'n zelfde ervaring opgedaan op de Oosterbegraafplaats in Amsterdam: veel ceders. geen Cedergrondbeker-zwammen. Er zijn echter ook waarnemingen waarbij het lijkt alsof hij in rijen op de wortels van de boom groeit, of tussen de voegen van tegels staat. al zijn dit v:1ak wat kleinere exemplaren. Ook Fricdjof van den Bergh heeft al enkele kanttekeningen geplaatst bij de ecologie van deze paddestoel zoals de7.e vermeld wordt in Het Overzicht. Hij suggereert dat er misschien wel een mycorrizavcrhouding bestaat.

De verspreiding van de Ccclergrondbekerzwam in Groot-Brittannië, aan de hand van gegevens uit de British Mycological Society uatabr~se (vrij te raadplegen via internet).

lijkt vooral samen te vallen met het gebied van de mooie tuinen en parken. narnelijk een smalle !>trook van iets ten zuiden van Londen tot aan Wales (53 opgaven. in 1936 en verder in toenemende mate tussen 1960 en 2000). Als bijbehorende blJOill wordt steeds ceder

(meestal atlascedcr) orgcgeven.

;\fbceldingen en (microscopische) beschrijvingen zijn o.a. te vinden in Pilzc der

Schweiz deel I, Putldestoelen en schimmels van West-Europa en in De fungi van Nederland 2b. Pezizales deel 11 onder de verouderde naam Sepulwria ,wmneriana.

(17)

180 H5

!:

470

..

435 .;zo c.s .;oo

Figuur .I. Verspreiding van Geopora

.swm1eriana

in Zuid-Holland. X = opgaven volgens atlas, • = nieuwe opgaven.

Met dank aan Frouke Escher, Grieta Fransen,

Mets

Huisman en Mien de Ligny voor het beschikbaar stellen van hun waarnemingen die nog niet in het karteringsbcstand zijn opgenomen. en aan Ad van den Berg voor het maken van bet versprcidingskaartje.

Literatuur

Adema. J.P.H.M. 1999. Paddestoelen in Leiden. Coolia 42(1):21-31.

Adema. J.P.H.M. 1999. Nogrnaals de Cedcrgrondbekerzwam. Coolia 42(3): 187.

Adermt, J.P.H.M. 1999. P:tddcstoelen in Leiden 2-een eerste aanvulling. Coolia 44(3): 178-181. Arnolds. E .. Kuyper, Th.W., Noordcloos, M.E. (red). 1995. OverJ.icht van de paddestoelen in

Nederland. Uitgave Nederlandse Mycologische Vereniging. Wijslcr.

Arnolds, E .. Kuyper. Th.W., Noordeloos. M.E. (red): 1996. Overzicht van de paddestoelen in

Nederland .. Supplement 2. Namenlijst. Rode Lijst. Uitgave Nederlandse Mycologische Vereniging. Wijster.

Bergh. F.A. van den. 1999. Voorjaarspaddestoelen in de tuin. Cool ia 42( I ):38-41.

Breitcnbach, J.. Kränzlin. F. 1981. Pilze der Schweiz. Band I. Ascomyccten. Verlag Mycologia,

Lu7.em.

CAB! Bioscicnee BMS Pages. internetsite http:l/194.131.255.3/bmspagcs!BMSFRD/bmsfrd.htm. Chrispijn. R. {red). 1999. Champignons in de Jordaan. Schuyt & Co Uitgevers en Importeurs BV.

Haarlem.

Kaartenbijlage Overlicht van de paddestoelen in Nederland 11. 2000. Uitgave Nederlandse Mycologische Vereniging. Baarn.

Maas Geestcranus, R.A. 1969. De fungi van Nederland 2b. Peziznles 11. Wetenschappelijke Mededelingen Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging. nr. 80.

(18)

z

L

::J .J

0

u

Voorlopig de laatste atlevering in mijn truffelfeuilleton. De afgelopen herfst had ik tijdens een

congres in Picerno. Zuid-ltalië. de gelegenheid om de truffeljacht van nabij mee te maken. In gezelschap van en.kele Italiaanse mycologen en Jokale truffelzoeker Francesco bezocht ik de

beukenbossen in de uitlopers van de Apennijnen op ongeveer 1000 meter hoogte. Het belang -rijkste gereedschap van Francesco zijn drie truffelhondjes van het ras Lagotto. Vrolijke, langha

-rige. gevlekte keffertjes die uitstekend voor het opsporen van truffels kunnen worden afgericht.

De puppies worden verwend door het hondenvoer te mengen met fijngcstampte truffels. Daarcl

-oor leren ze de smaak en geur kennen en waarderen. Vervolgens rolt het baasje truffels over de

grond. Daar rennen ze speels achteraan. maar voordat ze de truffels kunnen opeten, worden ze

Mgepakt. Tenslotte worden truffels in de tuin begraven en door de hondjes met hun neus opgespoord en vervolgens opgedolven. Dan zijn ze klaar voor het echte werk. het zoeken van

truffels in het bos.

Zo te zien hebben de Lagol!o's van Francesco daar Jol in want kwispelend dartelen ze

door het beukenbos. Hier en daar stnan ze stil en beginnen ze te graven. Dan is Francesco er vlug bij om met zijn graafstok het werk over te nemen. Bijna altijd is het raak en komt er een

truffel tevoorschijn die soms wel twee decimeter in tie grond verborgen is. Mijn bewondering voor de capaciteiten van de hondenneus stijgt met sprongen. Vaak heeft een hond de truffel al

zelf in zijn bek en moet het baasje er bliksemsnel bij zijn om te voorkomen dat de lekkemij in een hondenmaag verdwijnt. Als compensatie krijgen de hondjes na elke geslaagde vondst een

hondenkoek je.

Na een uunje lopen hebben we een aardige collectie truffels bij elkaar: zo'n 30 vrucht -lichamen van de Teertruffel (T. mesewericum), wat minder Roodbruine truffels (T. rufum) en enkele Holle truffels (T. excavarum). Helaas voor Francesco is er geen enkele bij met co

mmer-ciële waarde. De honden graven alle truffels op die een sterke aromatische geur hebben. Daar-toe behoon bijvoorbeeld ook de Gewone meandertruffel (Ciwiromyces meandrij(mnis). Hon-den zijn dus niet alleen bruikbaar voor de truffeloogst maar zeker ook waardevol bij mycol ogi-sche inventarisaties.

Ik mocht de buit mee naar huis nemen voor nadere studie. Ik bewaarde ze in afgeslo-ten plastic doosjes in het koelkasje van de minibar op mijn hotelkamer. Toen ik 's avonds op mijn kamer kwam. hing er een vreemde geur alsof de vloer pas geasfalteerd was. Het konden

toch niet die truffels zijn in hun doos achter twee deuren? Toen ik het doosje met de Teenrullel opende. deinsde ik bijna achteruit vanwege de massieve stankmuur. in sommige boeken

om-schreven als een mengsel van teer en jodiumtinctuur. Toch schijnt ook deze tmffel bij voldoen -de verdunning een redelijk aangenaam aroma te verspreiden. Volgens Francesco wordt hij

nogal eens als vervalsing van echte zwarte truffels aangeboden. Overal waar grof geld te

vcrdienen is, wordt ook vals gespeeld.

In Nederland is nog nooit een Zwarte truffel gevonden, maar de Zomertruffel is wijd verbreid in Engeland en komt ook voor in België en Midden-Duitsland. Ze zou best ergens in

Zuid-Limburg kunnen groeien. Wie huurt er eens een tl1lffclhondjc?

16

0

0

0

;u

", ",

"

)>

;u

z

0

r

0

(I)

(19)

D

E G

RASL

A

ND-PADD

ES

TOEL

F

LORA VA

N EEN PROE

FT

UI

N

M

E

T

NATUU

RLUKE

VEGETATIE

1\

l.W

.

De

k

ke

r

'. P.

Br

e

m

er

&

G.

LondoJ

1De Wildkamp 21. ~162 GH Epe. =Roelingsbeek I. 8033 BM Zwolle.

'Proeftuin 13. 392.S BJ ScherpenLecl

l)dl.cr. ~1.\V .. Bremer. P .. L~1nc.lo. G. 2002. Thc grassland-myconura 111 created habiwts with

'puntarh:m" vcgctation. CI)Olia -15( I): 17-2-1.

Variou-'> types of grasslnnu habitats wcre created in a gareJen by using various kinds of

'uh~tr;ttc in 1972 and locss-~ubstratc in 1976. Within 10 ycars species-rich vegetations of thc tlriiH'II(IIhaiflll, Them-Airion. Calrhion. Mc.wbromium and Galio-Kot!lerio11 types cstablished

thcmwlv..:~.

rrom 1982. for a pcriod of live ycars, thc mycollora was monitored. At least 62 spedes wcrc fnund. Thc light clayey habiHtts werc thc richest in species: the nutrient-poor sand habituts appcarcd lU be th..: pooröt. Charactcri~tic species establishcd themsclves in all habitat.<>. 11 appe::~red

that lll·gmrl'bt'·"pecie" c;tn cswbli~h thcmsclves and form fruit-boclies within six yean. after IJle crc.uion of thc habitat. IL was not clcar whcthcr establishment took place from spores transponed b) thc "tnd ur from 'pores/mycdia that wt:rc tmnsported with the substrJte.

Inleiding

In ll)7J \\erd kasteel BroekhuiLen te Leersum in gebrmk genomen als één der vestigingen van bet Rtjl.'tn'lltuut voor Natuurbeheer. In het jaar

lbam.t \\crd op het terrein van de vroegere

ltllle\IUtn een proeftuin aangelegd. Omdat daar 'mcgcr inten~ief gemest i . was de grond te \'öè(bdrijk om als basis te dienen voor soor-tenrijke gm~landvcgetmies die een relatief voed

-'clamt milieu vereisen. Daarom werd deze grond pla:tt,clijk ruim een halve meter diep nfgegraven

en Vl!rvangcm door voedsel- en kalkam1 zand uit de Utn:r.:htse heuvelrug. Van de uitgegravt:n

vocusclrijke grond werden twee heuvels

op-geworpen (B en 1-1). Op ûc vocdsclarrne basis wc.:rdcn rdiëfrijke milieus gecreëerd met diverse

gmnu~oorten afkomstig uit verschi llcnde delen 'an Nederland (tabel I. liguur I). Het bleek mo -gclijl. op

uc

lOgevormde milieus in vijf tot tien

Jaar :.oortcnrijkc graslandvegetaties te verkrijgen utt o.a. het Zilverhaververbond (Thero-Airiolll).

Droge Kalkgmslanden (Mcl>obromion). Duin

vi-8 "

-=

lO

r :

l

r-111

5Jonderzoch\t= "•"kt!fl ~ ~ndtr~ grtnu·n

~code van dt vaktten

U

dwan.doo,.Sf'\e<tf' Figuur

J

.

Plattegrond van de voorm

a-lige proeftuin op Km;teel Broekhuizen met de verschillende milieutypen. Voor

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Maar alhoewel verstedelijking de belangrijkste oorzaak voor veranderin- gen tussen 1975-1984 en 1985-1999 blijkt te zijn, kan het maar de helft van de toename in ‘warme’

Tabel 1 geeft een overzicht van de vaatplanten, mossen en lichenen die op de Bijlagen (II, IV of V) van de Habitatrichtlijn vermeld staan. Tabel 2 geeft een overzicht van

uitstel van opdrachten zien, lijkt dat in evenwicht te zijn met de bedrijven waarmee het in 2020 beter is gegaan, aldus de branchevereniging.. Groei

verslechtering, want meer risico. Ik ben ook ondernemer en alleenstaande moeder van een zoon van 12. De dilemma's in onze huidige samenleving in een notendop. Er zijn vier dingen

Hij is boven ons en zegent ons steeds weer, en zegent ons steeds weer.. Zo zegent Hij ons nu en morgen en tot

This discussion of Miracle Rising® was mainly an effort to open up opportunities for educators of History to see how this historical milestone of South Africa becoming a

Left ventricular mass index (LVMi) will be positively associated with plasma renin activity (PRA-Surrogate), angiotensin I (Ang I), angiotensin converting enzyme (ACE-

Bij regionale KA gaat het om meer structureel betrekken van KI bij gebiedsontwik- keling (actoren en processen), en juist een verankering in gebiedsprocessen moet de koppeling