• No results found

Vermindering in bemesting zichtbaar in ureumgehalte

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vermindering in bemesting zichtbaar in ureumgehalte"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● 24 Praktijkonderzoek 2000-3 Ureumgehalten

Ureum ontstaat bij een overmaat aan breekbaar ruw eiwit ten opzichte van pensaf-breekbare koolhydraten. In deze gevallen kan het eiwit niet effectief door de koe gebruikt wor-den en wordt het in de vorm van ureum via urine en melk uitgescheiden. Het ureumgehalte in de melk is dan ook een goede indicator voor de stikstofbenutting van de koeien. Een ureum-gehalte van 20 tot 30 mg per 100 g melk wordt als normaal beschouwd.

Het ureumgehalte is direct gerelateerd aan de OEB (onbestendig eiwit balans) van het rant-soen. Door het aanpassen van het rantsoen is bijsturen mogelijk zodat het ureumgehalte bin-nen de normale grenzen blijft en de stikstofbe-nutting van de veestapel gehandhaafd blijft.

Project Praktijkcijfers

In het kader van het project Praktijkcijfers wor-den gegevens verzameld van 240 bedrijven. Het doel is te laten zien wat in de praktijk mogelijk is op het gebied van mineralenmanagement. Naast tal van gegevens over de mineralen huis-houding, de bedrijfsomstandigheden en econo-mische resultaten, wordt van deze bedrijven sinds april 1997 het ureumgehalte in de melk bepaald.

Het verloop van het gemiddelde ureumgehalte in de tankmelk van deze bedrijven staat in figuur 1. Naast het ureumverloop staat ook het OEB gehal-te van vers gras weergegeven. Fluctuaties in het ureumgehalte komen sterk overeen met fluctu-aties in de OEB waarden van het verse gras. Als het rantsoen van de koeien voor het overgrote

Vermindering in bemesting zichtbaar in

ureumgehalte

Henk van der Mheen

Het ureumgehalte in melk is een maatstaf voor de hoeveelheid stikstof in het voer die niet door de koeien is benut. Omdat ureumgehalten snel en doorlopend beschikbaar zijn via de melkcontrole kunnen ze bruikbaar zijn bij het verbeteren van de voeding en stikstofbenutting van melkveebe-drijven. Het juist interpreteren van de cijfers en zoeken naar mogelijkheden voor het bijsturen van het rantsoen zijn van belang voor de stikstofbenutting.

Figuur 1 Verloop van ureumgehalte in tankmelk (gemiddelde van project praktijkcijfers)en het OEB gehalte van vers gras in Nederland

OEB in g/kg droge stof Ureumgehalte (mg/100g melk) 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 14-04-97 23-06-97 1-09-97 10-11-97 19-01-98 30-03-98 8-06-98 17-08-98 26-10-98 Datum Ureumgehalte OEB

(2)

25

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

Praktijkonderzoek 2000-3

deel uit gras bestaat komt dit uiteraard sterker naar voren dan wanneer koeien veel worden bij-gevoerd. In figuur 2 staan de ureumgehalten voor bedrijven met een beperkt en een onbeperkt beweidingsysteem. Gedurende de stalperiode zijn de gehalten vrijwel gelijk, maar tijdens de weideperiode zijn de fluctuaties bij het onbeperkt weiden veel duidelijker aanwezig.

Ondanks deze fluctuaties zijn de ureumgehalten binnen de deelnemende bedrijven van 1997 naar 1998 duidelijk verlaagd. Tevens zijn de grote pieken verminderd. Gedeeltelijk zal dit veroorzaakt zijn door het weer, maar ook een verandering in bemesting van grasland en het bewust bijvoeren van maïs heeft invloed gehad. Deelnemers aan het project praktijkcijfers bemestten hun grasland gedurende 1998 met 22 % minder stikstof dan in 1997. Dit heeft geresulteerd in een verlaagd ureumgehalte van de melk. In 1997 bleek het ureumgehalte in de zomer in de kustprovincies veel hoger te zijn dan in de ‘zand’ provincies. In 1998 was dit verschil grotendeels verdwenen.

Hoewel deze trend zichtbaar is blijven er nog steeds fluctuaties bestaan. Door het combineren van gegevens over bedrijf en bedrijfsvoering en een langere serie van ureumgehalten kunnen binnenkort fluctuaties in ureumgehalten beter worden geanalyseerd en kan een advies worden gemaakt dat beter is afgestemd op individuele bedrijven.

Gegevens van het project Praktijkcijfers kunnen dan de basis vormen van een nog gerichter gebruik van ureumgehalten in tankmelk in de advisering van de bedrijfsvoering van melkvee-bedrijven.

Figuur 2 Gemiddeld ureumverloop van bedrijven met een onbeperkt en een beperkt

beweidingssysteem

1-apr-97 1-jun-97 1-aug-97 1-okt-97 1-dec-9731-jan-98 2-apr-98 2-jun-98 2-aug-98 2-okt-98 2-dec-98 Datum 50 40 30 20 Ureumgehalte tankmelk (mg/100ml) Onbeperkt weiden Beperkt weiden Ureumgehalte tankmelk wordt beïnvloed door bemesting en gebruik grasland.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

printen (...) niet en sullen moogen vercoopen, maer voor sijn voorn, soon bewaeren ende hem soot moogelijck is int schil- deren ende perspectijven en boukonst te

Dat in onze cultuur het streven naar behoud van authentieke materialen en constructies juist in de afgelopen dertig jaar kwalitatief en kwantitatief zo sterk aan

25. Volgens partijen wordt in de haven van Rotterdam per jaar 6 mln ton metalen overgeslagen. De grootste speler op deze markt is Steinweg, die volgens een schatting van partijen

‘milieuzone - zones wet milieubeheer’, wordt de zinsnede ‘tenzij deze bij of krachtens de regels van de ter plaatse voorkomende bestemming(en) zijn toegestaan’ geschrapt, wordt voor

Voor fase 4 (westzijde Professor Uilkensweg) komt een nieuwe ontsluiting, waarbij de Joeswerd wordt doorgetrokken langs het P&R-terrein met ter hoogte van de Reitdiephaven een

La liste des produits et services écologiques pouvant être acquis avec des éco-chèques annexée à la convention collective de travail n° 98 du 20 février 2009

Substituting the eigenvalues (modal frequencies) and eigenvectors (mode shapes) measured from the damaged structure into this equation along with the mass and stiffness matrix from

Figure 3: a) Depth-integrated rates of gross primary production and respiration; b) calculated CO 2 air-sea exchange in the Den Osse basin in 2012.. Figure 2: a) pH; b) CO 2 ; c)