• No results found

Preventieve Inzet Mind Body Interventies bij Adolescenten en  Jongvolwassenen: effectief om depressieve klachten te reduceren?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Preventieve Inzet Mind Body Interventies bij Adolescenten en  Jongvolwassenen: effectief om depressieve klachten te reduceren?"

Copied!
47
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Preventieve Inzet Mind Body Interventies bij Adolescenten en Jongvolwassenen:

effectief om depressieve klachten te reduceren?

Niels Wilmink

7014B457HY: Masterthese Forensische Orthopedagogiek

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Universiteit van Amsterdam

Eerste beoordelaar: Mw. dr. P.H.O. Leijten

(2)

Voorwoord

Aanleiding voor het schrijven van dit verslag is de afsluiting van de masteropleiding Forensische Orthopedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam. Graag wil ik in het bijzonder Patty Leijten bedanken voor de leermomenten en begeleiding. Verder gaat mijn dank uit naar mijn ouders en vriendin die mij zijn blijven steunen gedurende alle fases van de studie. Als laatste wil ik Muhiddin Mirzaev bedanken, die zijn woning beschikbaar heeft gesteld om gezamenlijk te werken na sluiting van universitaire bibliotheken. Mijn hoop is dat ik met de opgedane kennis uit de masteropleiding een positieve bijdrage ga leveren aan het werkveld.

Niels Ronald Martina Wilmink Groningen, 21 maart 2021

(3)

Samenvatting

Een depressie heeft een negatief effect op het welzijn van een adolescent of jongvolwassene. Wanneer er niet vroegtijdig adequaat wordt ingegrepen kan dit ingrijpende negatieve

gevolgen hebben op de levensloop. Daarom is het belangrijk om het optreden van

depressieklachten zoveel mogelijk te voorkomen. Cognitieve gedragstherapie is de meest gebruikte vorm van behandelen bij depressie klachten en gericht op het modificeren van negatieve gedachten. Een relatief nieuwe vorm van interveniëren is de mind body

interventie, die niet gericht is op het modificeren van de negatieve gedachten maar op de verhouding tot deze gedachten. Als deze methode werkt zouden mind body interventies preventief kunnen worden ingezet.

Vier studies, twee naar het universele- en twee naar het selectieve preventieve effect van mind body interventies op depressieve gevoelens bij adolescenten, zijn meegenomen in deze analyse. Met behulp van het statistische analyseprogramma Jasp is een meta-analyse uitgevoerd waaruit blijkt dat er sprake is van een significant, doch beperkt, depressieve gevoelens verlagend effect.

Het gevonden effect suggereert dat mind body interventies als universele en selectieve preventiemethode depressieve klachten kunnen reduceren. Echter was er bij de geïncludeerde studies sprake van enige prestatiebias en detectiebias. Daarnaast waren de effectgroottes heterogeen, mogelijk veroorzaakt door diversiteit op het gebied van sociaal economische status en culturele verschillen in de onderzoekspopulatie. Om een effect beter te kunnen vaststellen is er behoefte aan meer en gedegen onderzoek. Bijvoorbeeld een geïndiceerde preventiemethode, waarbij aan de hand van quasi-experimenteel onderzoek met experimentele en controlegroep met voor- en nameting, het effect van een mind body interventie op depressieve klachten op een objectieve wijze wordt gemeten.

(4)

Abstract

Depression adversely affects the well-being of an adolescent or young adult. If adequate action is not taken early, this can have drastic negative consequences for the rest of their lives. That is why it is important to prevent the occurrence of depression symptoms as much as possible. Cognitive behavioural therapy is the most commonly used form of treatment for depression and is aimed at modifying negative thoughts. A relatively new form of

intervention is the mind body intervention, which is not aimed at modifying negative

thoughts but the attitude towards them. If this method works, mind body interventions could be used preventively.

Four studies, two on the universal and two on the selective preventive effect of mind body interventions on depressive feelings in adolescents, are included in this meta-analysis. With the aid of the statistical analysis program JASP, a meta-analysis was performed which shows that there is a significant, but limited effect in reducing depressive feelings.

The effect found suggests that mind body interventions as a universal and selective prevention method can reduce depressive symptoms. However, there was some performance bias and detection bias in the included studies. In addition, the effect sizes were

heterogeneous, possibly due to diversity in the field of socio-economic status and cultural differences in the study population. In order to better determine an effect, more and thorough research is needed. For example, an indicated prevention method, in which the effect of a mind body intervention on depressive complaints is measured objectively on the basis of quasi- experimental research with an experimental and control group with pre- and post- measurement.

Keywords: Mind body interventions, mindfulness, prevention, depression, adolescence

(5)

Inhoudsopgave

Voorwoord ... 2 Samenvatting ... 3 Abstract ... 4 Inleiding ... 6 Methode ... 8

Data bronnen, zoekprocedures, studie selectie, inclusie criteria en data collectieproces ... 8

Data collectie en - extractie ... 9

Risico op bias analyse ... 10

Data analyses ... 10 Publicatiebias ... 11 Resultaten ... 11 Studie selectie ... 11 Studie kenmerken ... 12 Risk of bias ... 13

Resultaten van individuele studies ... 14

Samengevoegde resultaten ... 14

Publicatiebias ... 15

Discussie ... 18

Sterke punten, beperkingen en toekomstige studies ... 19

Aanbeveling voor vervolg-onderzoek ... 20

Conclusie ... 21

Referenties ... 22

Bijlagen ... 25

Bijlage 1 ... 25

INCLUSIECRITERIA META-ANALYSE PREVENTIEVE JEUGDINTERVENTIES ... 25

VERSIE DEC 2018 ... 25

Bijlage 2 ... 27

Search Preventieve Interventies Mentale Gezondheidsproblematiek bij Jongeren ... 27

Bijlage 3 ... 34

META-ANALYSIS ON PREVENTIVE YOUTH INTERVENTIONS ... 34

(6)

Inleiding

Een stemmingsdaling is een normaal gevolg van een vervelende gebeurtenis, zoals het verlies van een geliefde of het moeten omgaan met tegenslagen (Fowler, 1987). Wanneer deze neerslachtige stemming gedurende langere periode aanhoudt en een belemmerend effect heeft op het dagelijks functioneren kan er worden gesproken over depressiviteit (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders fifth edition, 2014). Uit

prevalentieonderzoek komt naar voren dat er bij kinderen en adolescenten een stijgende lijn zichtbaar is op het gebied van depressieklachten, zowel op nationaal als mondiaal niveau (World Health Organisation, 2017; Depressie - Cijfers | NJi, 2019). Zes procent van de jongeren tussen de twaalf en achttien rapporteerde in 2016 te kampen met depressieve klachten, dit percentage is verdubbeld ten opzichte van het percentage in 2014 (Depressie - Cijfers | NJi, 2019; Bockting, Boerema & Hermens, 2010).

Het is van maatschappelijk belang om te voorkomen dat problematiek ontstaat of verergert. Wanneer jongeren gedurende langere periodes depressieve klachten ervaren kan dit een belemmerend effect hebben op hun dagelijks functioneren binnen meerdere

leefgebieden. Zo kunnen naast het sociaal functioneren prestaties op het gebied van studie, werk dan wel andere vormen van dagbesteding hieronder lijden. In het ergste geval kunnen aanhoudende depressieve klachten leiden tot gedachten over de dood en resulteren in suïcide of pogingen tot (Hodgman & McAnarney, 1992). Een ander negatief, maar veelvoorkomend, gevolg van depressie is het ontstaan van andere vormen van

psychopathologie (Borsboom, Cramer, Schmittmann, Epskamp & Waldorp, 2011). Van de volwassenen die kampen met psychosociale problematiek kampte 50% gedurende hun adolescentiefase al met klachten (Kim Kohen et al., 2003). Preventief ingrijpen in de adolescentiefase kan derhalve problemen in latere levensfasen voorkomen.

Centraal in ons begrip van hoe een depressie zich ontwikkelt is het wederkerige verband tussen verstoorde cognities en gedrag. Mensen met depressieve klachten hebben veelal negatieve kerngedachten. Deze over-gegeneraliseerde overtuigingen hebben betrekking op zichzelf en hun omgeving en zijn gevormd door levenservaringen en

interpersoonlijke contacten (Beck & Beck, 2011). Omdat cognities en gedrag zo nauw met elkaar verbonden zijn is cognitieve gedragstherapie (CGT) de meest gangbare behandeling bij depressie. Cognitief-gedragsmatige elementen, het in kaart brengen van en vervolgens modificeren van cognities, zijn vaak verweven in andere veelgebruikte

behandelmethodieken (van Rooijen, 2018). Wanneer klachten hardnekkig en hevig van aard zijn kan worden gekozen voor medicamenteuze behandeling. Vaak gebeurt dit voorafgaand

(7)

aan of parallel aan een CGT behandeling. De meest voorkomende antidepressiva die worden voorgeschreven zijn serotonineheropnameremmers (SSRI’s), tricyclische antidepressiva (TCA) en monoamino-oxidaseremmers (MAO-remmers) (van Marwijk et al., 2003).

De meeste interventies bij depressieklachten zijn curatief; zij worden ingezet

wanneer reeds sprake is van depressieve klachten en zijn wetenschappelijk goed onderzocht (van Rooijen, 2018). Onderzoek naar preventieve interventies die worden ingezet om depressieve klachten te voorkomen zijn in mindere mate onderzocht. Verder blijkt uit een studie van Weisz et al. (2005) dat curatieve interventies doorgaans effectiever zijn dan preventieve interventies. Daar waar preventieve interventies een gemiddelde effectgrootte hebben van 0.50, wat wijst op een middelgroot effect; hebben curatieve interventies een gemiddelde effectgrootte van 0.79. Dit wijst tevens op een middelgroot effect, echter vanaf 0.80 zou, op basis van wetenschappelijke consensus, worden gesproken van een groot effect (de Veld, 2018). Meer kennis over de effectiviteit van preventieve interventies is belangrijk om op basis daarvan beleidsbesluiten te kunnen nemen. In deze meta-analyse wordt daarom het effect van preventieve interventies op depressieve gevoelens bij jongvolwassenen en adolescenten onderzocht. Centraal staat het mogelijke effect van mind body interventies op klachten bij adolescenten die nog geen depressie hebben ontwikkeld.

De laatste twee decennia worden mind body interventies steeds meer ingezet

wanneer er sprake is van depressieklachten. Mind body interventies zijn gebaseerd op 3000 jaar oude boeddhistische filosofie en worden in oosterse culturen eeuwenlang gebruikt binnen de gezondheidszorg, zowel medisch als geestelijk. Er zijn verschillende vormen van mind body interventies; naast meditatie is er geleide visualisatie-meditatie,

biofeedbacktherapie, progressieve relaxatie en nog tal van andere methodieken (Salmon et al., 2004). Binnen deze studie zullen mind body interventies als geheel worden beschouwd en onderzocht. Dit omdat het werkzame element bij de verschillende mind body

interventievormen grotendeels overeenkomt. Wanneer mensen negatieve gedachten hebben kunnen ze in het negatieve opgaan, ermee gefuseerd zijn. Dit kan een paradoxaal effect hebben: het kan ertoe leiden dat men juist meer denkt aan de negatieve gedachten. Daar waar traditionele cognitieve gedragstherapie gericht is op het modificeren van negatieve cognities, zijn mind body interventies gericht op cognitieve defusie, niet de inhoud veranderen maar de verhouding tot de inhoud veranderen (Salmon et al., 2004; Fisher & Wells, 2015). Op deze manier kunnen mind body interventies mogelijk bijdragen aan een betere resistentie ten aanzien van negatieve gedachten en hiermee depressieve klachten voorkomen. Wanneer adolescenten leren om tot cognitieve defusie ten aanzien van hun

(8)

negatieve gedachten te komen kan dit er wellicht voor zorgen dat ze minder negatieve gevolgen ervaren van de negatieve/neerslachtige gedachten (Fisher & Wells, 2015;

Williams, 2008). In een studie van Raes, Griffith, van der Gucht & Williams (2013) is een effect gevonden tussen mind body interventies en het verminderen van depressieve

gevoelens bij adolescenten. Onderzoek naar het effect van mind body interventies op het reduceren en mogelijk voorkomen van psychopathologie is schaars en daarom van belang.

In deze studie zal aan de hand van een meta-analyse onderzocht worden in hoeverre het mind body interventies lukt om depressieve klachten bij adolescenten en

jongvolwassenen te voorkomen. De onderzoeksvraag van dit onderzoek luidt: ‘In hoeverre kunnen mind body interventies depressieve gevoelens bij adolescenten en jongvolwassenen verminderen?’

Methode

Als richtlijn voor de structuur en opbouw van deze meta-analyse is de PRISMA checklist geraadpleegd (Moher et. al. , 2009).

Data bronnen, zoekprocedures, studie selectie, inclusie criteria en data collectieproces Wetenschappers aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) hebben 410 studies geselecteerd die voldeden aan de volgende inclusiecriteria: (a) de participanten zijn random toegewezen aan condities. (b) De interventie is gericht op het voorkomen van

stemmingsklachten, angstklachten, gedragsproblemen of een combinatie van deze. (c) Er is sprake van een psychosociale interventie. (d) de interventie is gericht op kinderen of jongeren (t/m 21 jaar). (e) Er is sprake van universele dan wel selectieve preventie.

Voor het identificeren van studies hebben de onderzoekers gebruikgemaakt van de volgende databanken: PsycInfo, ERIC, google Scholar, EBSCOhost, Web of science, Sciencedirect en Medline. In bijlage 1 staan de inclusiecriteria en in bijlage 2 de zoekprocedures en zoekresultaten.

Uit deze 410 reeds geselecteerde studies zijn de studies geselecteerd voor deze meta-analyse. Dit is gedaan op basis van de volgende aanvullende criteria: de psychosociale interventie betrof een mind body interventie, één van de uitkomstmaten was depressieve klachten, de participanten waren jongvolwassenen en/of adolescenten (12 t/m 20 jaar) en de studie vond plaats op een middelbare school.

(9)

Data collectie en - extractie

Een meta-analyse dient te voldoen aan vijf assumpties. Allereerst is het van belang dat een effect duidelijk gedefinieerd is, dit wil zeggen dat zowel de afhankelijke als de onafhankelijke variabele is vastgesteld. In deze studie betreft de onafhankelijke variabele de mind body interventie en de afhankelijke variabele de mate van depressieve klachten. Op deze manier zijn onderzoeksresultaten goed met elkaar te vergelijken. Ten tweede dient omschreven te zijn waar de interventie heeft plaatsgevonden en is een duidelijke afbakening van de onderzoeksgroep vereist; binnen deze studie hebben alle betrokken onderzoeken plaats gevonden op een school en bestonden de participanten uit jongvolwassenen en/of adolescenten. Ten derde dienen alle onderzoeken die betrekking hebben op het onderzochte effect meegenomen te zijn in de meta-analyse. Deze assumptie is lastig te behalen omdat een onderzoeker niet altijd toegang heeft tot alle onderzoeken binnen dat domein. Zo kan het zijn dat bepaalde studies niet zijn gepubliceerd, of gepubliceerd zijn op een wijze waar slechts gelimiteerd toegang toe is. Voor het includeren van studies is in deze meta-analyse gebruik gemaakt van een selectie studies, samengesteld met behulp van gangbare databases binnen de gedragswetenschappen. Ten vierde dienen alle betrokken studies methodologisch juist te zijn opgezet. Om hieraan te kunnen voldoen is alleen gerandomiseerde onderzoek met controlegroep (RCT) geselecteerd binnen deze studie. Ten vijfde dienen binnen geïncludeerde studies soortgelijke effectmaten te zijn gebruikt. Voor geïncludeerde onderzoeken is binnen deze meta-analyse, aan de hand van beschrijvende statistieken, de Cohen’s D met bijbehorende standaardfout op dezelfde manier berekend (Hak, van Rhee & Suurmond, 2016).

De geïncludeerde studies zijn aan de hand van 53, door UvA wetenschappers samengestelde, variabelen gecodeerd. De codes gaven inzicht in algemene studie kenmerken, het gehanteerde onderzoeksdesign, interventie kenmerken, informatie over participanten en de gevonden onderzoeksresultaten. Voor het coderen is gebruik gemaakt van een handleiding, met daarin per variabele een beknopte omschrijving. Deze handleiding is in te zien in bijlage 3. De gecodeerde variabelen zijn vervolgens samengevoegd in een Excel bestand. Om iets te kunnen zeggen over de mate van betrouwbaarheid ten aanzien van gecodeerde data is de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid op verschillende manieren

berekend. Voor categorische variabelen is de Cohen’s kappa gebruikt als vergelijkingsmaat. Voor nominale variabelen het percentage overeenstemming en voor continue variabelen is de correlatie berekend. In tabel één zijn de uitkomsten hiervan weergegeven.

(10)

Tabel 1

Overzicht interbeoordelaarsbetrouwbaarheid berekening van relevante variabelen

Variabelen Berekening Uitkomst

Land Percentage overeenkomst 100%

Opzet Cohen’s Kappa 1

Preventieniveau Cohen’s Kappa 1

Interventie Percentage overeenkomst 100%

Weken Correlatie 0.98

Bijgewoonde sessies Correlatie 1

Aantal proefpersonen Correlatie 0.96

Gemiddelde leeftijd Correlatie 0.99

Sociaal economische status Cohen’s Kappa 1

Meetinstrument Percentage overeenkomst 100%

Risico op bias analyse

De kwaliteit van betrokken studies is van invloed op de kwaliteit en daarmee validiteit van de meta-analyse. Aan de hand van richtlijnen zoals beschreven in het

Cochrane handboek is gekeken naar de uitvoering, analyses en de wijze van rapporteren van betrokken studies om het mogelijk optreden van prestatiebias en detectiebias te detecteren (Cumpston et. al., 2019).

Data analyses

Om te bepalen of er een verschil is in de mate van depressieve klachten van deelnemers in de interventieconditie ten opzichte van de controleconditie. Is aan de hand van gemiddelde scores en standaarddeviaties, na afloop van de interventie, de Cohen’s D en standaardmeetfout berekend. De meta-analyse is uitgevoerd met het programma Jasp, er is gekozen voor de classical meta-analyse restricted maximum likelihood. Om middels een visuele inspectie de verschillende effectmaten met elkaar te vergelijken is een forest plot gegenereerd. Op de x-as zijn hier de effectmaten weergegeven in een 95%

betrouwbaarheidsinterval. Dit betrouwbaarheidsinterval geeft aan dat wanneer de onderzoeksprocedure met vergelijkbare populatie herhaald zou worden, verwacht mag worden dat 95% van de berekende parameters binnen dit interval valt. Op de y-as zijn geïncludeerde studies weergegeven.

(11)

individuele effectgroottes goed weerspiegelt is het van belang inzicht te hebben in de mate van samenhang tussen de verschillende effectgrootten en bijbehorende populaties. Deze heterogeniteitstest is gedaan aan de hand van de Cochrane’s Q test met bijbehorende p-waarde. De Cochrane’s Q test geeft informatie over de gewogen som van de gekwadrateerde verschillen tussen de geobserveerde effecten en het gewogen gemiddelde effect. Om te bepalen of de nulhypothese, er is geen samenhang tussen mind body interventies en de mate van depressieve gevoelens bij adolescenten en jongvolwassenen, al dan niet verworpen kon worden is de Wald test uitgevoerd.

Publicatiebias

Binnen de wetenschap kan het voorkomen dat onderzoeken met statistisch

significante uitkomsten een grotere kans hebben om gepubliceerd te worden. Wanneer er voor het includeren van studies in deze meta-analyse geen toegang was tot niet

gepubliceerde onderzoeksresultaten, kan dit een negatieve invloed hebben op de validiteit van de meta-analyse. Met tot mogelijk gevolg overschatting van de onderzoeksresultaten. Met behulp van Jasp is een funnel plot gegenereerd, middels een visuele waarneming kan hier een schatting worden gemaakt van het al dan niet aanwezig zijn van publicatiebias.

Resultaten Studie selectie

Van de 410 studies uit de oorspronkelijke systematische review voldeden vier studies aan de inclusiecriteria voor deze meta-analyse. De geïncludeerde studies zijn uitgevoerd op middelbare scholen en evalueerden, in hoeverre een mind body interventie leidde tot een afname van depressieve klachten. In figuur 1 is weergegeven hoe van de oorspronkelijke systematische review is gekomen tot de selectie van studies in deze meta-analyse op basis van inclusiecriteria.

(12)

Figuur 1

Flow diagram van het selectieproces van studies voor deze meta-analyse

Artikelen gevonden middels PsycINFO & Medline (N = 8,805) G eïnclud ee rd G eschik thei d Identif ica tie & Sc re en in g Artikelen geïncludeerd na systematische review (N = 410)

Onderzoeken geëxcludeerd o.b.v. inclusiecriteria meta-analyse (N = 9) • Buiten de vastgestelde leeftijdsgroep (3)

• Ander preventieniveau (5)

• Mate van depressie geen uitkomstmaat (1)

Onderzoeken geïncludeerd in meta-analyse (N = 4) Unieke artikelen na verwijderde duplicaten (N = 6,293)

(13)

Studie kenmerken

Om de mate van depressieve gevoelens vast te stellen hebben de geïncludeerde studies gebruikgemaakt van zelfrapportage instrumenten. Adolescenten en jongvolwassenen rapporteerden voorafgaand en na afloop van de interventie over de mate waarin zij

depressieve gevoelens ervaarden. De studies hadden een gerandomiseerd onderzoeksdesign met controlegroep, er was sprake van een voor- en nameting. Tussen de geïncludeerde studies waren een aantal verschillen. Bij twee van de studies was er sprake van

clusterrandomisatie, waarbij adolescenten en jongvolwassenen aan condities werden toegewezen op basis van hun schoolklas, bij de overige twee studies werd op individueel niveau gerandomiseerd. Verder verschilde het aantal proefpersonen, van 27 proefpersonen in de studie van Bluth et al., (2015) tot 308 proefpersonen in de studie van Johnson, Burke, Brinkman & Wade (2016). De studies zijn in verschillende landen uitgevoerd: twee in Australië, één in Colombia en één in de Verenigde Staten. In Tabel 2 zijn de

studiekenmerken te zien. Risk of bias

Om zicht te krijgen op de mate waarin gevonden resultaten beïnvloed zouden kunnen zijn door verborgen variabelen zijn aan de hand van richtlijnen uit het Cochrane handboek de uitvoering, analyses en de wijze van rapporteren van geïncludeerde studies onder de loep genomen (Cumpston et. al., 2019).

Om de mogelijkheid van prestatiebias te minimaliseren is bij de geselecteerde studies een vast interventie protocol gevolgd. Verder vond de interventie plaats onder leiding van een extern getrainde professional. Er zijn stappen genomen om deelnemers betrokken te houden gedurende het onderzoek en uitvaldata zijn meegenomen in de onderzoeksresultaten. Desondanks lijkt op basis van het onderzoeksdesign sprake te zijn van enige bias. Dit heeft ermee dat deelnemers in de controle- en experimentele groep niet volledig van elkaar gescheiden waren na afloop van of gedurende de interventie. Zo is het denkbaar dat deelnemers uit de experimentele groep buiten schooltijden om expliciete details met betrekking tot de interventie hebben gedeeld met deelnemers uit de controle groep.

Deelnemers zijn niet geblindeerd toegewezen aan groepen, ze wisten in welke groep ze vielen en waren op de hoogte van de vorm en inhoud van de interventie. De mate van depressiviteit voor en na afloop van de interventie is aan de hand van zelfrapportage instrumenten verzameld. Hierdoor is sprake van enige detectiebias, wellicht wilden

(14)

adolescenten graag een effect van hun inspanningen zien. Dit wil zeggen dat het denkbaar is dat gevonden effecten mogelijk een overschatting van het daadwerkelijke effect zijn. Resultaten van individuele studies

De resultaten van de individuele studies worden weergegeven in tabel 3 en figuur 3. Drie van de vier studies (Burckhardt, Manicavasagar, Batterham, Hadzi-Pavlovic, & Shand, 2017; Johnson, Burke, Brinkman, & Wade, 2016; Velásquez, López, Quiñonez, & Paba, 2015) vonden een significant negatief effect van mind body interventies op depressiviteit. Dit houdt in dat depressiviteit significant lager is in de experimentele groep dan in de controle groep. De studie van Bluth et al. (2015) vond geen statistisch effect van mind body interventies op de mate van depressiviteit. Geen van de vier studies vond een significant effect dat zou duiden op iatrogeniteit.

Samengevoegde resultaten

De meta-analyse voegt de resultaten van de vier studies samen en berekent een gecombineerde effectmaat, weergegeven onderaan de forest plot in Figuur 3. Om iets te kunnen zeggen over de nulhypothese, de stelling dat mind body interventies geen effect hebben op depressieve klachten bij adolescenten en jongvolwassenen, is de Wald test uitgevoerd. De uitkomsten van de Wald test, met onder meer de gecombineerde effectmaat (Cohen’s D = -0.115) met bijbehorende p-waarde (0.022), zijn af te lezen in Tabel 4.

Op basis van deze resultaten zou de nulhypothese verworpen worden en de

alternatieve hypothese, de mind body interventie heeft een significant effect op de afname van depressieve klachten bij adolescenten en jongvolwassenen, worden aangenomen. Kanttekening hier is dat de gevonden Cohen’s D, volgens een artikel gepubliceerd door het Nederlands Jeugd Instituut (2018), als verwaarloosbaar dient te worden geïnterpreteerd.

De heterogeniteit van de effectgroottes berekenen is noodzakelijk om te kunnen bepalen of effectgroottes van de geïncludeerde studies goed met elkaar vergeleken kunnen worden binnen een meta-analyse. Uit de Cochrane Q statistiek (12.075) en bijbehorende p-waarde (0.007) blijkt dat er sprake is van significante heterogeniteit. Dit betekent dat de effectgroottes van de onderzoeken dusdanig van elkaar verschillen dat deze niet als één geheel gezien zouden mogen worden. Het gevonden effect moet derhalve beschouwd worden als aanduiding van een mogelijke werking van mind body interventies op het

verminderen van depressieve gevoelens bij adolescenten en jongvolwassenen. Het gevonden effect kan mogelijk niet naar individuele interventies of doelgroepen gegeneraliseerd

(15)

Publicatiebias

Om iets te kunnen zeggen over de kans op publicatiebias is een funnel plot

gegenereerd, deze is te zien in figuur 2.Na een visuele inspectie is te zien dat er sprake lijkt te zijn van symmetrie, de effectgroottes van de vier studies staan dicht bij elkaar. Dit

suggereert dat er niet tot nauwelijks sprake is van publicatiebias. Tabel 2

Studiekenmerken van geïncludeerde studies

Geïncludeerde studies

Auteurs Bluth et. Al. Johnson et al Burckhardt et al Velázquez et al

Interventie Mindfulness Mindfulness ACT Yoga

Preventieniveau Selectief Universeel Universeel Selectief

Land Verenigde Staten Australië Australië Colombia

Meetinstrument Zelfrapportage Zelfrapportage Zelfrapportage Zelfrapportage

Proefpersonen 27 308 122 125

Onderzoeksopzet RCT Cluster RCT Cluster RCT RCT Noot: RCT = randomized controlled trial, ACT = acceptance and commitment therapy.

Tabel 3

Resultaten geïncludeerde studies

95% betrouwbaarheidsinterval (BHI)

Studie Cohen’s D standaardfout Onderzijde Bovenzijde Gewicht

Johnson -0.07 0.02 -0.10 -0.04 43.10%

Burckhardt -0.31 0.12 -0.54 -0.07 12.57%

Bluth 0.19 0.18 -0.17 0.55 6.47%

Velasquez -0.16 0.03 -0.22 -0.10 37.86%

Noot: Onder studie is gekozen voor de naam van de hoofdonderzoeker van desbetreffend onderzoek

Tabel 4

Resultaten Wald Test

95% betrouwbaarheidsinterval

Cohen’s D Standaardfout Z-score P-waarde Onderzijde Bovenzijde

(16)

Figuur 2

Funnel plot van geïncludeerde studies

Geobserveerde uitkomst

Noot. X-as = Cohen’s D, Y-as = standaard error

(17)

Figuur 3

Geïncludeerde studies zijn onderstaand weergegeven in het forest plot

Noot. Iedere horizontale lijn representeert een individuele studie, het blok geeft de effectmaat weer en de lijn representeert het 95% betrouwbaarheidsinterval. Aan de rechterzijde is de effectmaat weergegeven met daarachter het 95% betrouwbaarheidsinterval

(18)

Discussie

Doel van deze meta-analyse was het effect van mind body interventies op

depressieve gevoelens onderzoeken bij adolescenten en jongvolwassenen. Proefpersonen van geïncludeerde studies hebben, voorafgaand aan en na afloop van de mind body interventie aan de hand van zelfrapportage vragenlijsten, aangegeven in hoeverre zij

depressieve klachten ervaren. Drie van de vier studies vonden een significant negatief effect, wat wil zeggen dat deelnemers in de experimentele groep aangaven na de interventie minder depressieve klachten te ervaren dan deelnemers in de controle groep. De vierde studie vond geen significant effect. De meta-analyse vond gemiddeld een significant negatief effect. Dit geeft aanwijzingen dat mind body interventies depressieve gevoelens bij adolescenten en jongvolwassenen mogelijk kunnen reduceren.

De bevinding dat mind body interventies mogelijk een rol kunnen spelen in het voorkomen of remmen van depressieve gevoelens bij adolescenten en jongvolwassenen is belangrijk, omdat effectief vroeg ingrijpen het persoonlijk welbevinden, de zelfredzaamheid en eigen regie zou kunnen vergroten op zowel de korte- als lange termijn (Borsboom, Cramer, Schmittmann, Epskamp & Waldorp, 2011). De bevinding kan mogelijk verklaard worden door cognitieve defusie. Cognitieve defusie houdt in dat mensen de verhouding ten aanzien van hun negatieve gedachten veranderen. Met andere woorden, mind body

interventies verminderen depressieve gevoelens mogelijk doordat deze jongeren leren om bewust aandacht te geven aan het hier en nu en daardoor negatieve gedachten op te merken zonder hier een oordeel aan te geven (Salmon et al., 2004; Fisher & Wells, 2015). De gevonden resultaten komen overeen met resultaten van Raes, Griffith, Van der Gucht en Williams (2013) die aan de hand van een studie binnen het voortgezet onderwijs sterke aanwijzingen vonden voor het effect, in zowel preventieve als curatieve zin, van mind body interventies in het verminderen van depressieve gevoelens bij adolescenten.

Uit de homogeniteitstoets bleek dat de bevindingen van de vier geïncludeerde studies dusdanig van elkaar verschillen dat deze statistisch gezien niet goed met elkaar vergeleken kunnen worden. Dit kan mogelijk worden verklaard door verschillen in de opzet van de vier studies. Bij studies van Velásquez, López, Quiñonez, & Paba, (2015) en Bluth et al. (2015) was sprake van selectieve preventie. Dit wil zeggen dat binnen desbetreffende

onderzoeksgroepen sprake was van een verhoogd risico op de aanwezigheid of ontwikkeling van psychosociale klachten ten opzichte van studies van Burckhardt, Manicavasagar,

Batterham, Hadzi-Pavlovic, & Shand, (2017) en Johnson, Burke, Brinkman, & Wade, (2016), waar het preventieniveau universeel was ("Preventief jeugdbeleid | NJi", 2021).

(19)

Binnen studies waar sprake was van selectieve preventie lag de sociaal economische status van deelnemers lager. Wat als een risicofactor kan worden beschouwd in het ontwikkelen van psychosociale klachten (Suldo, Shaunessy & Hardesty, 2008). Een andere verklaring is dat culturele verschillen hebben bijgedragen aan heterogeniteit. Twee van de studies vonden plaats in Australië, één in Colombia en één in de Verenigde Staten. De studie in de

Verenigde Staten had een etnisch diverse onderzoeksgroep (Bluth et al., 2015). Deelnemers uit collectivistische culturen hanteren wellicht vaker ontwijkende coping strategieën

waardoor er in mindere mate sprake is van probleemherkenning ten aanzien van

psychosociale problematiek. Een andere mogelijke verklaring is dat binnen collectivistische culturen meer waarde wordt gehecht aan eer dan aan eerlijkheid ten opzichte van

participanten uit individualistische culturen (Sheu & Sedlacek, 2004; Kortmann, 2016).De heterogene bevindingen betekenen dat het belangrijk is om het gevonden effect voorzichtig te interpreteren. Het gevonden effect generaliseerd mogelijk niet naar de populatie.

Een andere reden om terughoudend te zijn ten aanzien van het gevonden effect, is dat detectiebias mogelijk een rol heeft gespeeld bij de resultaten van geïncludeerde studies. Deelnemers zijn niet geblindeerd toegewezen aan groepen en waren op de hoogte van de vorm en inhoud van de mind body interventie. Verder is aan de hand van

zelfrapportagelijsten, waarvan de psychometrische kwaliteit omstreden is, de mate van depressiviteit gemeten.

Sterke punten, beperkingen en toekomstige studies

Een sterk punt van de meta-analyse is dat deze, door studies samen te voegen, de bewijskracht van het onderzochte type interventies vergroot en daarmee een positieve aanvulling is op wetenschappelijke kennis van individuele studies naar het effect van mind body interventies op depressieve gevoelens bij adolescenten en jongvolwassenen. De meta-analyse vraagt aandacht voor een, voor westerse begrippen, relatief nieuwe vorm van interveniëren. Vanuit cognitieve gedragstherapie worden mind body interventies gezien als derde golf gedragstherapie interventies (Fisher & Wells, 2015). Een ander sterk punt is dat onderzoek naar het effect van mind body interventies op het verminderen van depressieve gevoelens bij adolescenten en jongvolwassenen in potentie een belangrijke maatschappelijke bijdrage kan leveren. Wanneer het werkzame element, cognitieve defusie, wetenschappelijk kan worden bewezen zou dit een rol kunnen spelen in het ontwikkelen van effectieve universele preventieve interventies. Dit zou bij kunnen dragen aan het terugdringen van prevalentiecijfers, niet alleen van depressieve klachten maar mogelijk ook andere vormen

(20)

van psychopathologie die het dagelijks functioneren van adolescenten en jongvolwassenen belemmeren.

De meta-analyse heeft een aantal beperkingen. De eerste beperking is dat er slechts vier studies geïncludeerd zijn en dat de effectgroottes van deze studies heterogeen waren. Dit maakt het moeilijk om het daadwerkelijke effect van dit type interventies nauwkeurig in te schatten. Een andere beperking is dat de mate van depressiviteit werd bepaald aan de hand van zelfrapportagelijsten. Ondanks het feit dat hiervoor gevalideerde meetinstrumenten zijn gebruikt was er een verhoogde kans op interpretatiebias, de betrouwbaarheid van

zelfrapportagelijsten is discutabel waardoor het effect mogelijk overschat is. Tot slot vond in de studies slechts één voor-en nameting plaats. Hierdoor kan moeilijk worden vastgesteld in hoeverre het gevonden effect beklijft bij de proefpersonen. Het kan zijn dat effecten kort van duur zijn en met de tijd afnamen.

Aanbeveling voor vervolg-onderzoek

Een effectieve universele preventie methodiek gericht op het reduceren van depressieve klachten en het verhogen van de weerbaarheid ten aanzien van mogelijke toekomstige klachten, zou een groot maatschappelijk nut hebben. Vroegtijdig ingrijpen kan voorkomen dat problematiek voortduurt of verergert (Hodgman & McAnarney, 1992; Borsboom, Cramer, Schmittmann, Epskamp & Waldorp, 2011). Om te bepalen of mind body interventies depressieve klachten, vanuit cognitieve defusie, kunnen reduceren voor adolescenten en jongvolwassenen is het echter noodzakelijk om meer onderzoek te doen. Belangrijk is om dit onderzoek methodologisch dusdanig in te richten dat de kans op beïnvloeding van het effect door bias wordt geminimaliseerd.

De opzet hiervan zou een quasi-experimenteel onderzoek met experimentele en controlegroep met voor- en nameting kunnen zijn. Na zes maanden zal een tweede nameting volgen. De onderzoeksgroep zou bestaan uit een geïndiceerde homogene groep van 377 proefpersonen, middelbare scholieren tussen de 12 en 18 jaar oud, met beginnende depressieklachten (Fraenkel, Wallen & Hyun, 2012; McDole Rao & Rao, 2020). Het instrument om, tijdens de verschillende meetmomenten, de ernst van depressie als toestand in kaart te brengen is de Beck Depression Inventory-II (BDI-II-NL-R). Onderdeel van de BDI-II-R is een oudervragenlijst, ouders/verzorgers zal gevraagd worden deze in te vullen (Does van der, 2002). De BDI-II-NL-R is in 2004, door de Commissie

Testaangelegenheden Nederland (COTAN), op uitgangspunten testconstructie,

(21)

2004). Gebruik van de BDI-II-R zal de kans op interpretatiebias reduceren doordat de mate van depressie zal worden bepaald aan de hand van meerdere bronnen, namelijk de

adolescent en diens ouder/verzorger. Proefpersonen in de experimentele groep volgen het Dot Be (mindfulness in schools curriculum) programma. Proefpersonen in de controle groep volgen een extra wiskunde les tijdens interventiemomenten. Na afloop van de interventie en laatste nameting zal de data geanalyseerd worden middels statististische technieken. Aan de hand van de resultaten zal de nulhypothese worden getoetst. Door de nameting zal getoetst kunnen worden of een eventueel gevonden effect na afloop van de interventie beklijft. Als dit het geval is zou dit betekenen dat adolescenten geleerd hebben meer aandacht te geven aan het moment met als gevolg dat negatieve gedachten minder negatieve invloed hebben op hun geestelijk welbevinden.

Conclusie

Deze meta-analyse suggereert dat mind body interventies kunnen bijdragen aan het reduceren van depressieve klachten bij adolescenten en jongvolwassenen. Dit effect wordt mogelijk verklaard doordat mind body interventies jongeren cognitieve defusie leert: het vermogen om bewust aandacht te schenken aan het hier en nu en gedachten of gevoelens op te merken zonder hier een oordeel aan te geven. Dat alleen preventieve studies zijn

geïncludeerd suggereert dat mind boy interventies een reducerend effect heeft op klachten die nog niet of nauwelijks ontwikkeld zijn. Het aantal studies was klein, had verschillende beperkingen en vraagt om nader onderzoek. Belangrijk is dat lange termijn effecten worden getoetst en de invloed van huidige methodologische beperkingen worden gereduceerd.

(22)

Referenties

American Psychiatric Publishing. (2014). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders fifth edition (5th ed.). Washington DC.

Beck, J., & Beck, A. (2011). Cognitive behaviour therapy. New York: GUILFORD Press. Bluth, K., Campo, R., Pruteanu-Malinici, S., Reams, A., Mullarkey, M., & Broderick, P.

(2015). A School-Based Mindfulness Pilot Study for Ethnically Diverse At-Risk Adolescents. Mindfulness, 7(1), 90-104.

Bockting, C., Boerema, I., & Hermens, M. (2010). Update Multidisciplinaire Richtlijn voor de diagnostiek, behandeling en begeleiding van volwassen patiënten met een

depressieve stoornis. GZ - Psychologie, 2(1), 40-43.

Borsboom, D., Cramer, A., Schmittmann, V., Epskamp, S., & Waldorp, L. (2011). The Small World of Psychopathology. Plos ONE, 6(11), e27407.

Burckhardt, R., Manicavasagar, V., Batterham, P., Hadzi-Pavlovic, D., & Shand, F. (2017). Acceptance and commitment therapy universal prevention program for adolescents: a feasibility study. Child And Adolescent Psychiatry And Mental Health, 11(1).

Cumpston, M., Li, T., Page, M., Chandler, J., Welch, V., Higgins, J., & Thomas, J. (2019). Updated guidance for trusted systematic reviews: a new edition of the Cochrane

Handbook for Systematic Reviews of Interventions. Cochrane Database Of Systematic Reviews.

Depressie - Cijfers | NJi. (2019). Geraadpleegd van https://www.nji.nl/nl/Databank/Cijfers-over-Jeugd-en-Opvoeding/Cijfers-per-onderwerp/Cijfers-per-onderwerp-Depressie Does, A.J.W. van der (2002). BDI-II-NL. Handleiding. De Nederlandse versie van de Beck

Depression Inventory-2 edition. Lisse: Harcourt Test Publishers

Effectgrootte - Effectieve jeugdhulp | NJi. (2018). Retrieved 7 March 2021, from https://www.nji.nl/Effectgrootte

Egbering, I., Vermeulen, C., & de Leng, W. (2004). Geraadpleegd van

https://www- cotandocumentatie-nl.proxy.uba.uva.nl:2443/beoordelingen/b/13570/beck-depression-inventory-ii/

(23)

Fisher, P., & Wells, A. (2015). Treating Depression. Newark, NJ: John Wiley & Sons, Incorporated.

Fowler, J. (1987). Bereavement: Studies of grief in adult life. Nurse Education Today, 7(3), 143.

Fraenkel, J., Wallen, N., & Hyun, H. (2012). How to design and evaluate research in education (8th ed.). New York: McGraw-Hill.

Hak, T., van Rhee, H., & Suurmond, R. (2016). How to Interpret Results of Meta-Analysis. SSRN Electronic Journal.

Hodgman, C., & McAnarney, E. (1992). Adolescent Depression and Suicide: Rising Problems. Hospital Practice, 27(4), 73-96.

Johnson, C., Burke, C., Brinkman, S., & Wade, T. (2016). Effectiveness of a school-based mindfulness program for transdiagnostic prevention in young adolescents. Behaviour Research And Therapy, 81, 1-11.

Kim-Cohen, J., Caspi, A., Moffitt, T., Harrington, H., Milne, B., & Poulton, R. (2003). Prior Juvenile Diagnoses in Adults With Mental Disorder. Archives Of General Psychiatry, 60(7), 709.

Kortmann, F. (2016). Culturele competenties in psychiatrie en psychologie (1st ed., pp. 23-27). Assen: Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum.

van Marwijk, H., Grundmeijer, H., Bijl, D., van Gelderen, M., de Haan, M., & van Weel-Baumgarten, E. et al. (2003). NHG-Standaard Depressieve stoornis (depressie). Huisarts En Wetenschap, 46(11), 237-237.

McDole Rao, C., & Rao, R. (2020). Sample Size Calculator by Raosoft, Inc. Geraadpleegd van http://www.raosoft.com/samplesize.html

Moher D, Liberati A, Tetzlaff J, Altman DG, The PRISMA Group (2009). Preferred

Reporting Items for Systematic Reviews and Meta-Analyses: The PRISMA Statement. PLoS Med 6(7): e1000097.

Preventief jeugdbeleid | NJi. (2021). Geraadpleegd van

(24)

Raes, F., Griffith, J., Van der Gucht, K., & Williams, J. (2013). School-Based Prevention and Reduction of Depression in Adolescents: a Cluster-Randomized Controlled Trial of a Mindfulness Group Program. Mindfulness, 5(5), 477-486.

van Rooijen, K. (2018). Preventie en behandeling van depressie Wat werkt?. Geraadpleegd van

https://www.nji.nl/nl/Download-NJi/Wat-werkt-publicatie/(311053)-nji-dossierDownloads-WatWerkt_Depressie.pdf

Salmon, P., Sephton, S., Weissbecker, I., Hoover, K., Ulmer, C., & Studts, J. (2004).

Mindfulness meditation in clinical practice. Cognitive And Behavioral Practice, 11(4), 434-446.

Sheu, H., & Sedlacek, W. (2004). An Exploratory Study of Help-Seeking Attitudes and Coping Strategies Among College Students by Race and Gender. Measurement And Evaluation In Counseling And Development, 37(3), 130-143.

Suldo, S., Shaunessy, E., & Hardesty, R. (2008). Relationships among stress, coping, and mental health in high-achieving high school students. Psychology In The Schools, 45(4), 273-290.

de Veld, D. (2018). Effectgrootte - Effectieve jeugdhulp | NJi. Geraadpleegd van https://www.nji.nl/Effectgrootte

Velásquez, A., López, M., Quiñonez, N., & Paba, D. (2015). Yoga for the prevention of depression, anxiety, and aggression and the promotion of socio-emotional

competencies in school-aged children. Educational Research And Evaluation, 21(5-6), 407-421.

Weisz, J., Sandler, I., Durlak, J., & Anton, B. (2005). Promoting and Protecting Youth Mental Health Through Evidence-Based Prevention and Treatment. American Psychologist, 60(6), 628-648.

WHO: World Health Organization (2017). "Depression: let’s talk" says WHO, as depression tops list of causes of ill health.

Williams, J. (2008). Mindfulness, Depression and Modes of Mind. Cognitive Therapy And Research, 32(6), 721-733.

(25)

Bijlagen Bijlage 1

INCLUSIECRITERIA META-ANALYSE PREVENTIEVE JEUGDINTERVENTIES VERSIE DEC 2018

1. RCT Participanten zijn random toegewezen aan condities We nemen niet mee: quasi-experimental study, case study, matched control group design, propensity score matching.

2. Mentale gezondheid De interventie richt zich op het voorkomen van:

- Stemmingsklachten (e.g., mood, depression, dysthymia) - Angstklachten (e.g., anxiety, fear, panic)

- Gedragsproblemen (e.g., disruptive behavior, conduct problems, antisocial behavior, oppositional behavior, defiance)

We nemen niet mee: bullying, risky sexual behavior, gambling.

3. Psychosociale interventie Het betreft een psychosociale interventie. We nemen niet mee: medicatie.

4. Kinderen en jongeren Gemiddelde leeftijd van participanten is -9 maanden (zwangerschap) t/m 21 jaar.

Het is geen probleem als een deel van de participanten ouder is dan 21 jaar, zolang de gemiddelde leeftijd maar niet ouder is dan 21 jaar.

(26)

5. Preventie Er is sprake van universele of selectieve preventie (ipv indicatieve preventie of behandeling).

We nemen niet mee: studies die jongeren hebben geselecteerd op basis van beginnende/reeds ontwikkelde problematiek, studies met kinderen in behandeling.

(27)

Bijlage 2

Search Preventieve Interventies Mentale Gezondheidsproblematiek bij Jongeren Patty Leijten

Janneke Staaks

(Peter Hoffenaar en Geertjan Overbeek)

Research Question: We willen een meta-analyse doen van de effectiviteit van “preventieve interventies om mentale gezondheidsproblematiek bij jongeren te voorkomen”. De meta-analyse omvat zowel een brede range aan uitkomsten (conduct problems, ADHD, anxiety, depression, substance use, addiction) als een brede range aan interventies (parenting programs, school-based interventions). Hiermee kunnen we onder andere vragen

beantwoorden over welke vormen van problematiek beter te voorkomen zijn dan andere, en of vroegere interventie effectiever is dan latere interventie

Databases

PsycINFO 3.619 results (December 8, 2017)

Medline 5.186 results (December 8, 2017)

Total 8.805 results

Total, deduplicated x.xxx results

Other search techniques

● Expert consultation (how, who)

○ E.g. contacting authors, discussion lists, fora, presentation, discussion with expert panel

(28)

● Citation tracking (how; which articles, which database) ○ Backward citation tracking (literature list)

○ Forward citation tracking (cited by in GS/WoS/Scopus)

● Hand searching: manually scanning the index of sources, without the use of search technique.

○ e.g. journal where you’ll submit the SR

○ Publication bias concerns? => conference proceedings

○ Language concerns? => journals in that language (e.g. Dutch, German, etc) ○ Is grey literature important? => professional journals (beroepstijdschriften),

websites of organisations that publish reports, etc.

Extra information

● Tutorial Refworks for Systematic Reviews

● Checklist Known-item search you’ll need this checklist, when you cannot find the full-text version of the references you’ve found

PsycINFO

Ovid

#1 children (0-21)

(preschool age 2 5 yrs OR school age 6 12 yrs OR adolescence 13 17 yrs).ag. OR

nursery school students/ OR kindergarten students/ OR preschool students/ OR elementary school students/ OR primary school students/ OR middle school students/ OR junior high school students/ OR high school students/ OR junior college students/ OR

(29)

(infan* OR baby* OR babies OR toddler* OR child* OR kid OR kids OR prepubescen* OR prepuberty* OR teen* OR young* OR youth* OR girl* OR boy* OR preadolesc* OR adolesc* OR young adult*).ti,ab,id.

Results: 1.159.040

#2 At risk children/prevention programmes

((at risk populations/ OR disadvantaged/ OR early intervention/ OR prevention/ OR (at risk OR high risk OR increased risk OR preventi* intervention* OR prevention program* OR risk factor* OR (risk ADJ3 (child* OR youth OR adolesc* OR family OR families OR population))).ti,ab,id.) AND (parent training/ OR family intervention/ OR school based intervention/ OR group intervention/ OR intervention/ OR (intervention* OR program* OR training*).ti,ab,id.)) OR (health promotion OR stop smoking in school* trial* OR

achievement mentoring OR learning to avoid steroids OR big brother* big sister* OR blues program* OR brief alcohol screening OR child first OR family interagency resource* OR communities that care OR CTC youth OR CTC-YS OR coping power OR EFFEKT OR entwicklungsforderung in familien OR familia* unida* OR family check-up* OR family checkup* OR FCU OR family foundations OR good behavio?r game OR GBG OR guiding good choices OR GGC OR head start OR highscope OR high scope OR incredible years OR KEEP SAFE OR lifeskills OR life skills training OR LST OR nurse-family partnership OR NFP OR (parent management ADJ3 oregon) OR PMTO OR positive action OR positive family support OR prevention plus wellness OR project northland OR toward* no drug abuse OR TND OR promoting alternative thinking strateg* OR (paths ADJ3 (curriculum OR project OR intervention)) OR raising healthy children OR strengthening families OR

(30)

strong african american families OR SAAF OR teaching kids to cope OR TKC OR triple p or positive parenting program*).ti,ab,id.

Results: 109.205

#3 Outcome

acting out/ OR aggressive behavior/ OR antisocial behavior/ OR attention deficit disorder with hyperactivity/ OR behavior problems/ OR conduct disorder/ OR explosive disorder/ OR externalization/ OR impulse control disorders/ OR oppositional defiant disorder/ OR rebelliousness/ OR tantrums/ OR (acting out OR aggress* OR antisocial OR ADHD* OR behavi* difficult* OR conduct disorder* OR ((defiant OR disruptive OR dysfunctional* OR explosiv* OR maladaptiv* OR problem*) ADJ3 (behavio* OR disorder*)) OR externali* OR hyperactiv* OR misbehavio* OR misconduct OR tantrum*).ti,ab,id. OR alcohol abuse/ OR alcoholism/ OR cannabis/ OR drug abuse/ OR drug addiction/ OR drug dependency/ OR hashish/ OR marijuana/ OR marijuana usage/ OR tobacco smoking/ OR (addict* OR

((alcohol OR cannabis OR cigaret* OR drug* OR hashish OR marijuana OR nicotin* OR smoking OR tobacco) ADJ2 (addict* OR depend* OR disorder* OR intoxication OR misuse OR "use" OR withdrawal)) OR substance abuse OR substance depend* OR substance

misuse OR "substance use").ti,ab,id. OR major depression/ OR recurrent depression/ OR reactive depression/ OR dysthymic disorder/ OR seasonal affective disorder/ OR

"depression (emotion)"/ OR affective disorders/ OR (affective symptom* OR affective disorder* OR depress* OR dysthymi* OR mood disorder*).ti,ab,id. OR exp anxiety

disorders/ OR anxiety/ OR fear/ or panic/ OR panic attack/ OR emotional disturbances/ OR (acrophobi* OR agoraphobi* OR anxiety OR anxiousness OR claustrophobi* OR emotional disturbance* OR emotional problem* OR panic OR phobi* OR social fear).ti,ab,id.

(31)

Results: 783.249

#4 Study type

(cohen?s d OR control group* OR control condition* OR effect size* OR RCT* OR random*).ti,ab,id.

Results: 251.379

1 AND 2 AND 3 AND 4 3.619 results

Medline

Ovid MEDLINE(R) Epub Ahead of Print, In-Process & Other Non-Indexed Citations, Ovid MEDLINE(R) Daily and Ovid MEDLINE(R) 1946 to Present

#1 children (0-21)

infant/ OR child, preschool/ OR child/ OR adolescent/ OR (infan* OR baby* OR babies OR toddler* OR child* OR kid OR kids OR prepubescen* OR prepuberty* OR teen* OR young* OR youth* OR girl* OR boy* OR preadolesc* OR adolesc* OR young adult*).ti,ab,kf.

Results: 4.187.603

#2 At risk children/prevention programmes

((primary prevention/ OR "early intervention (education)"/ OR vulnerable populations/ OR risk factors/ OR (at risk OR high risk OR increased risk OR preventi* intervention* OR

(32)

prevention program* OR risk factor* OR (risk ADJ3 (child* OR youth OR adolesc* OR family OR families OR population))).ti,ab,kf.) AND (intervention* OR program* OR training*).ti,ab,kf.) OR (health promotion OR stop smoking in school* trial* OR

achievement mentoring OR learning to avoid steroids OR big brother* big sister* OR blues program* OR brief alcohol screening OR child first OR family interagency resource* OR communities that care OR CTC youth OR CTC-YS OR coping power OR EFFEKT OR entwicklungsforderung in familien OR familia* unida* OR family check-up* OR family checkup* OR FCU OR family foundations OR good behavio?r game OR GBG OR guiding good choices OR GGC OR head start OR highscope OR high scope OR incredible years OR KEEP SAFE OR lifeskills OR life skills training OR LST OR nurse-family partnership OR NFP OR (parent management ADJ3 oregon) OR PMTO OR positive action OR positive family support OR prevention plus wellness OR project northland OR toward* no drug abuse OR TND OR promoting alternative thinking strateg* OR (paths ADJ3 (curriculum OR project OR intervention)) OR raising healthy children OR strengthening families OR strong african american families OR SAAF OR teaching kids to cope OR TKC OR triple p or positive parenting program*).ti,ab,kf.

Results: 287.598

#3 Outcome

problem behavior/ OR acting out/ OR aggression/ OR attention deficit disorder with hyperactivity/ OR conduct disorder/ OR "disruptive, impulse control, and conduct disorders"/ OR "attention deficit and disruptive behavior disorders"/ OR (acting out OR aggress* OR antisocial OR ADHD* OR behavi* difficult* OR conduct disorder* OR ((defiant OR disruptive OR dysfunctional* OR explosiv* OR maladaptiv* OR problem*) ADJ3 (behavio* OR disorder*)) OR externali* OR hyperactiv* OR misbehavio* OR misconduct OR tantrum*).ti,ab,kf. OR alcoholism/ OR cannabis/ OR marijuana abuse/ OR

(33)

"tobacco use disorder"/ OR smoking/ OR (addict* OR ((alcohol OR cannabis OR cigaret* OR drug* OR hashish OR marijuana OR nicotin* OR smoking OR tobacco) ADJ2 (addict* OR depend* OR disorder* OR intoxication OR misuse OR "use" OR withdrawal)) OR substance abuse OR substance depend* OR substance misuse OR "substance use").ti,ab,kf. OR depressive disorder/ OR depressive disorder, major/ OR dysthymic disorder/ OR seasonal affective disorder/ OR depression/ OR mood disorders/ OR (affective symptom* OR affective disorder* OR depress* OR dysthymi* OR mood disorder*).ti,ab,kf.

OR exp anxiety disorders/ OR anxiety/ OR fear/ OR panic/ OR (acrophobi* OR

agoraphobi* OR anxiety OR anxiousness OR claustrophobi* OR emotional disturbance* OR emotional problem* OR panic OR phobi* OR social fear).ti,ab,kf.

Results: 1.177.585

#4 Study type

randomized controlled trial/ OR randomized controlled trials as topic/ OR randomized controlled trial.pt OR (cohen?s d OR control group* OR control condition* OR effect size* OR RCT* OR random*).ti,ab,kf.

Results: 1.583.683

(34)

Bijlage 3

META-ANALYSIS ON PREVENTIVE YOUTH INTERVENTIONS CODING MANUAL

GENERAL GUIDELINES

- Report each effect size on a separate row. This includes effect sizes on different outcomes (e.g., depression and anxiety), by different informant (e.g., parent and self-reported anxiety), on different time-points (e.g., immediate posttest and 6 month follow-up) etc.

- Include only outcomes that are relevant for our meta-analysis (depression, anxiety, conduct problems).

- Conduct problems includes disruptive behavior, noncompliance, aggression, delinquent behavior, antisocial behavior and general externalizing behavior. We exclude attitudes towards violence and specific measures of ADHD symptoms.

- Depression include both general measures of depression and specific measures of mood (e.g., sadness, worrying)

- Anxiety includes both general measures of anxiety and specific phobias (e.g., fear of darkness in young children)

- If depression and anxiety are measured individually, code them as “depression” and “anxiety.” If “internalizing problems” are measured generally (e.g., CBCL internalizing scale), code this as “internalizing.”

- Not sure if an outcome first our criteria? Check with us!

- We exclude combined measures of externalizing and internalizing problems (e.g., CBCL total score or SDQ total problem score).

- Multiple intervention conditions in one study? Code each intervention versus control comparison (e.g., Intervention A versus control, Intervention B versus control). This means

(35)

each comparison is reported on a different row. The Ms and SDs of the control condition are then the same for each comparison; the Ms and SDs of the intervention condition are unique for each comparison.

- Multiple control conditions in one study? Select the lowest intensity control condition (e.g., no intervention instead of care as usual)

- Multiple papers about one study? These papers have the same basic Study# (e.g., 120a and 210b). Compare the information across papers to identify each of the unique effect sizes.

- If information is not reported, code 99 (i.e., missing data). Avoid leaving cells empty.

- Questions? Never hesitate to ask.

- Save your file as Codebook_Excel_[firstname lastname] and email it to us by March 12th (first 10 studies) and April 9th (remaining studies).

PART 1: GENERAL STUDY CHARACTERISTICS

Variable DESCRIPTION EXAMPLE ANSWER

CATEGORIES

Coded_by Your own first name + first

letter of your last name.

Patty L

Study# Study ID. First number in

the pdf name.

24_Hoffenaar_2011

(36)

Country Where the study was conducted.

(participants/procedure)

If not reported, country of the lead author’s research institute.

Author Last name of the lead

author.

24_Hoffenaar_2011

Author = Hoffenaar

Year Publication year of the

paper.

24_Hoffenaar_2011

year = 2011

Report_title Title of the paper/report

that the Ms and SDs are extracted from.

Study_title Title of the study/project

(not the name of the intervention, but of the project that evaluated the intervention)

The Prevention Intervention

Project; ORCHIDS.

DOI Digital object identifier

(DOI) .

(37)

Registered Whether the trial was registered online (procedure). If not reported, code “no.”

Yes

No

Registry_name Name of the online

register.

If not registered, code 99

German Clinical Trials Registry

Registration_number If not registered, code 99

PART 2: DESIGN CHARACTERISTICS

Variable DESCRIPTION EXAMPLE ANSWER

CATEGORIES

Design RCT or cluster RCT. “schools or

classrooms were randomized” = cluster RCT RCT Cluster RCT

(38)

Unit For cluster RCTs only: Unit of randomization (procedure) Schools, classrooms, towns.

Prevention_level Was the intervention offered to everyone (i.e., universal prevention) or were

participants selected based on risk factors (i.e., selective prevention)?

(procedure/participants)

Universal

Selective

Control_type What was offered to

participants in the control condition? (procedure) Book/leaflet = minimal intervention No intervention Minimal intervention Waitlist control Care-as-usual (CAU)

Multi-method Did the study included

multiple of the following methods to assess relevant youth mental health outcomes*: questionnaires/interviews, Yes (multiple methods) No (single method)

(39)

observations; official records (e.g., police records)

(results)

*this includes only outcomes included in this

meta-analysis.

Multi-informant For studies using

questionnaires only: Did multiple informants (i.e., children, parents, teachers) report on relevant youth mental health outcomes?

(results)

*this includes only outcomes included in this

meta-analysis.

Yes (multi-informant)

No (single informant)

IntentionToTreat(ITT) Do the authors report that they analyzed their data in line with Intention to Treat Principles?

Yes

(40)

If not reported explicitly: Did authors impute missing data? (if yes, then code “yes” for ITT). Is the N in the results table smaller than the N of enrolled participants? (if yes, then code “no” for ITT)

PART 3: INTERVENTION CHARACTERISTICS

Variable DESCRIPTION EXAMPLE ANSWER

CATEGORIES

Program Name of the

program/intervention that was evaluated.

Target To whom was the intervention

delivered?

Children

Parents

Teachers (and school personnel)

(41)

Children + Parents

Children + Teacher

Parent + Teacher

Children + P + T

Grandparents

Delivery What was the main* delivery

method? *>50% of the sessions Individual (face-to-face) Group (face-to-face) Online Self-administered offline (e.g., booklet)

Weeks# Duration of the intervention in

weeks. If expressed in months, multiple the months by 4.

3 months = 12 weeks

Sessions#_offered Number of sessions offered to participants

(42)

Sessions%_attended Average percentage of sessions attended by the participants.

0 to 100

PART 4: PARTICIPANT CHARACTERISTICS

Variable DESCRIPTION EXAMPLE ANSWER

CATEGORIES

N_total Total number of participants at

the start of the study for this specific intervention versus control comparison.

(participants)

Age_min Age of the youngest

participant in the study in years (round number).

Age_max Age of the oldest participant in

the study in years (round number)

(43)

Age_mean Mean age of the participants in the study in years (two

decimals)

6.48

%girls Percentage of girls in the

study.

0 to 100

%minority Percentage of ethnic minority

youth in the study.

0 to 100

SES General level of

socioeconomic status of the participants in the study.

Disadvantaged

Non-disadvantaged/mixed

PART 5: OUTCOME CHARACTERISTICS

Variable DESCRIPTION EXAMPLE ANSWER CATEGORIES

Followup_term When assessment of this specific effect size took place, expressed in number of months after the end of the

intervention.

Immediate posttest = 0

1 yr follow-up = 12

(44)

(results)

%dropout Percentage of participants

who dropped out of the study between

enrollment and the specific follow-up assessment.

0 to 100

Outcome Type of outcome Anxiety

Depression Conduct Alcohol Smoking Drugs Internalizing Method Questionnaire Observation Official record Diagnostic interview

Informant For questionnaires only:

Who filled in the questionnaire?

Child

(45)

Teacher

Peer/friend

Care worker

Combined reports

Not applicable

Measure Full name of the

questionnaire, observation tool or official register.

Child Behavior Checklist

Interv_pre_N N in the intervention condition at pretest.

Interv_pre_M Mean score of participants in the intervention

condition at pretest.

Interv_pre_SD Mean standard deviation of participants in the intervention condition at pretest.

Control_pre_N N in the control condition at pretest.

Control _pre_M Mean score of participants in the control condition at pretest.

(46)

Control _pre_SD

Mean standard deviation of participants in the control condition at pretest.

Interv_fu_N N in the intervention condition at

posttest/follow-up.

Interv_fu_M Mean score of participants in the intervention

condition at posttest/follow-up.

Interv_fu_SD Mean standard deviation of participants in the intervention condition at posttest/follow-up.

Control_fu_N N in the control condition at posttest/follow-up.

Control _fu_M Mean score of participants in the control condition at p posttest/follow-up.

Control _fu_SD Mean standard deviation of participants in the

(47)

control condition at posttest/follow-up.

OR Only if ORs are reported instead of Ms and SD.

OR_pvalue Only if ORs are reported

instead of Ms and SD: p-value of the OR.

PART 6: RISK OF BIAS, DIFFICULTY, AND COMMENTS

Coding_difficulty How difficult was it to extract information from this paper?

Easy

Average

Difficult

Comments Any thoughts, questions,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In dit onderzoek wordt gekeken of Narrative Foreclosure, Growth Motivation en Rumination factoren zijn die beïnvloed worden door de cursus „Op verhaal komen‟.. In dit onderzoek

Er is nog weinig kennis over deze effecten van een PPI op het welbevinden op lange termijn, waardoor het niet mogelijk is om na te gaan of PPIs gunstig kunnen zijn voor mensen

Daarnaast werden de studies geïncludeerd wanneer zij (2) betrekking hadden op de effectiviteit van PPI’s conform de definitie van Sin en Lyubomirsky, hiervoor dienden de

him to the Eastern Frontier where he became the first official war artist in South Africa; to Australia with Augustus Gregory; to Mocam- bique and the Zambesi with

In the light of the central argument, the purpose of this article is therefore to highlight the complex nature of the feminist perspective on security, with special reference

The resolution of the controversy allows us to interpret recent measurements in a unified manner. The experimental observations, that the solid ridge angle and its stretch at

Daarnaast laat deze studie zien dat een intensievere vorm van begeleiding niet voor meer effect zorgt op afname van depressieve klachten of op toename van psychologische

The Dutch Folktale Database contains fairy tales, traditional legends, urban legends, and jokes written in a large variety and combination of languages including (Middle and