• No results found

Gezondheidsclaims : is het middel erger dan de kwaal?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gezondheidsclaims : is het middel erger dan de kwaal?"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gezondheidsclaims: is het middel erger

dan de kwaal?

Esmee Tiemissen

Studentnummer: 6068766

Mastertrack: Privaatrechtelijke Rechtspraktijk Consumentenrecht

(2)

Inhoudsopgave

Inleiding ... 3 1. Juridisch kader ... 5 1.1 Inleiding ... 5 1.2 Voedingsclaims ... 6 1.3 Gezondheidsclaims ... 6 1.3.1 Generieke gezondheidsclaims ... 7 1.3.2 Specifieke gezondheidsclaims ... 7 1.3.3 Medische claims ... 7

1.4 Algemene beginselen van de ECV ... 8

1.5 Afbakening van gezondheidsclaims in het gebruik ... 9

1.6 Samenvatting... 11

2. Procedures ... 12

2.1 Generieke gezondheidsclaims ... 12

2.2 Specifieke gezondheidsclaims ... 13

2.3 Uitkomsten van de procedure ... 14

2.3.1 Gebrek aan wetenschappelijk bewijs ... 14

2.3.2 Weinig toegestane claims ... 16

2.4 Samenvatting... 17

3. Voedingsprofielen ... 19

3.1 Discussie ... 19

3.2 Totstandkoming ... 19

3.4 Samenvatting... 21

4. Handhaving van de Verordening. ... 22

5.1 De NVWA ... 23

5.2 De Keuringsraad Kennis en Advies Gezondheidsreclame ... 25

5.3. De Reclame Code Commissie (RCC) ... 26

5.4 De Consumentenbond ... 28

5.4 Samenvatting... 28

Conclusie ... 30

(3)

Inleiding

In de jaren zestig van de vorige eeuw kwam er meer aandacht voor voedselkwaliteit en voor gezondheidseffecten. Dit was ook de tijd waarin het eerste product op de markt kwam met een claim. De margarine ‘Becel’ zou namelijk de kans op hart- en vaatziekten verkleinen, dankzij een verhoogd gehalte aan linolzuur.1 Door de groeiende aandacht voor de gezondheid de laatste decennia, hebben vele fabrikanten sindsdien hun producten aangeprijsd door

voedings- en gezondheidsclaims op hun producten te zetten. Gezondheidsclaims blijken een grote impact te hebben op de perceptie van consumenten over wat gezonde voeding is. Dit leidt tot een stijging in aankopen van dergelijke producten.2

Om misleiding met deze claims tegen te gaan, ontstond op nationaal niveau wetgeving ten aanzien van de claims. Vóór 2007 was deze wetgeving slechts op nationaal niveau geregeld. Tegenwoordig is de regelgeving geharmoniseerd op basis van Verordening (EG) 1924/2006 (oftewel de ‘claimsverordening’, of ECV), waardoor verschillen in regimes gelijkgetrokken worden en de consument beter beschermd kan worden tegen misleiding.3 Door de verordening is de regelgeving omtrent de claims een stuk strenger geworden dan voorheen. Zo is het niet langer toegestaan om onbewezen claims te maken. De medische claim van Becel is ook niet langer toegestaan. De fabrikanten mogen nog slechts claimen dat hun margarine het cholesterolgehalte in het bloed verlaagt.4

Bij het gebruik van claims op verpakkingen van voedingsmiddelen kan er veel mis zijn. Zo hield de Consumentenbond in 2014 een steekproef onder 8 zogenoemde

‘superfoods’, die tegenwoordig een trend zijn vanwege de grote hoeveelheid vitamines en andere stoffen die ze zouden bevatten. De helft van de etiketten bleek fouten te bevatten. ‘Als consumenten aan de dagelijks aanbevolen hoeveelheid van sommige van die vitamines willen komen, zouden ze kilo’s van deze bessen moeten eten. Terrasana (cacaonibs), Planetbio (macapoeder) en Kruidvat (tarwegraspoeder) gaan zwaar de fout in met de vermelde

1 Van Boekel, Je bent wat je eet, Stichting Bio-Wetenschappen en Maatschappij, 2011/30. p. 9.

2

Schuch, J. & Co, The role of category average reference points and health halos in purchase

intentions of healthy and hedonic food, Advances in Consumer Research, 2014/42.

p. 670-671.

3

Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (PbEG 2006, L 404).

4

(4)

hoeveelheden op de verpakking. In alle drie de gevallen wordt de hoeveelheid mineralen of vitamines schromelijk overdreven, soms met een factor 400’, alsdus de Consumentenbond.5

Doordat consumenten niet zelf hun eten kunnen controleren op voedingsstoffen en het verband tussen deze voedingsstoffen en hun gezondheidsvoordelen ook niet, is het belangrijk dat ze beschermd worden tegen misleiding. Daarom zal ik in deze scriptie onderzoeken in hoeverre de Claimsverordening voor de Nederlandse consument bescherming biedt tegen misleidende claims op etiketten van voedingsmiddelen. Omdat voedingsclaims relatief

eenvoudig te controleren zijn en er minder misleiding mogelijk is, zal ik me met name richten op gezondheidsclaims. Ik zal beginnen met de belangrijkste punten van de ECV te schetsen. Vervolgens zal ik de hoofdpunten van de ECV toetsen om te zien hoe hier in de praktijk mee omgegaan wordt en of consumenten minder misleid zullen worden. Voornamelijk de

procedure en de voedingsprofielen uit de Verordening zal ik hierbij beoordelen. Ten slotte neem ik de handhaving onder de loep, want zonder dit belangrijke middel zal de ECV niet het effect hebben dat het nastreeft. Ik zal mij in dit onderzoek voornamelijk richten op literatuur en de discussie die omtrent de verschillende onderwerpen van de Verordening gaande is.

5

Consumentenbond, Onzin op etiketten ‘superfoods’, 11 juni 2014 [online via www.consumentenbond.nl].

(5)

1. Juridisch kader

1.1 Inleiding

Sinds 2007 is Verordening (EG) 1924/2006 in werking getreden (de Europese Claims Verordening, oftewel ECV).6 Deze ECV reguleert op Europees niveau de verschillende claims die op verpakkingen van voedingsproducten staan en is de grootste bron van

regelgeving wat betreft voedings- en gezondheidsclaims. Van belang is dat deze regulering, betreffende het gebruik van deze claims, op Europees niveau plaatsvindt. Vóór 2007 werd het gebruik van claims nog voor een groot deel op nationaal niveau gereguleerd.7 Bij het

opstellen van de ECV is er echter voor gekozen om deze verschillende regimes te

harmoniseren. Verschillen in regimes kunnen namelijk de interne markt verstoren.8 Daarbij kunnen consumenten beter gefundeerde keuzes maken wat betreft gezonde voeding als er een duidelijke en uniforme regeling bestaat.9

Volgens artikel 2 lid 2 onder 1 ECV is een claim: ‘elke boodschap of aanduiding die

niet verplicht is op grond van de communautaire of nationale wetgeving, met inbegrip van illustraties, grafische voorstellingen of symbolen, ongeacht de vorm, waarmee gesteld, de indruk gewekt of geïmpliceerd wordt dat een levensmiddel bepaalde eigenschappen heeft’.

Deze claims zijn volgens de ECV te categoriseren als voedingsclaims of gezondheidsclaims, waarbij de gezondheidsclaims onder te verdelen zijn in generieke en specifieke

gezondheidsclaims.

In dit hoofdstuk zal ik het juridisch kader schetsen van de Claimsverordening en voornamelijk de soorten claims die door deze Verordening worden gereguleerd. Hiermee tracht ik duidelijk te maken waar de ECV op toe ziet en waarop niet. De formuleringen van de claims zijn van belang voor een begrip waar de voedingsstof voor dient. Dit kan tot een verwarrende situatie leiden, zoals in de laatste paragraaf beschreven wordt.

6

Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (PbEG 2006, L 404).

7

Hawkes, C., Nutrition labels and health claims: the global regulatory environment, New York:

WHO, 2004.

8

Bremmers, Claims, consumentenbescherming en concurrentiekracht, Ars Aequi, mei 2014/05. p. 384.

9

Bremmers, Claims, consumentenbescherming en concurrentiekracht, Ars Aequi, mei 2014/05. p. 384.

(6)

Figuur 910

1.2 Voedingsclaims

Een voedingsclaim zegt iets positiefs over de samenstelling van een product, zoals ‘light’, ‘vetarm’, ‘vezelrijk’ of ‘zonder toegevoegde suikers’. In de bijlage van de ECV wordt aangegeven wat de voorwaarden zijn voor het gebruik van een van deze claims.11 Voor het gebruik van de term ‘vetarm’ mag het vetgehalte van het product bijvoorbeeld maximaal 3 g/100 g voor vaste stof of 1,5 g/100 ml voor vloeibare stoffen bedragen. De vraag of voldaan is aan deze voorwaarden is vrij eenvoudig en relatief objectief vast te stellen, aangezien alleen gecontroleerd hoeft te worden of het product een bepaalde hoeveelheid van een stof bevat.

1.3 Gezondheidsclaims

Een gezondheidsclaim beschrijft het verband tussen een voedingsstof in een product en het effect op de gezondheid. De gezondheidsclaims worden onderverdeeld in generieke en specifieke claims (zie figuur 1).

10

Figuur 1. Vindplaats: Bremmers, Claims, consumentenbescherming en concurrentiekracht, Ars Aequi, mei 2014/05.

11

(7)

1.3.1 Generieke gezondheidsclaims

De generieke claims uit artikel 13 lid 1 ECV betreffen de groei en ontwikkeling en de functies van het lichaam (sub a), psychologische functies of gedragsfuncties (sub b) en een afslankend of verzadigend effect (sub c).

Een voorbeeld hiervan is ‘Vitamine C draagt bij aan de instandhouding van het immuunsysteem’. Alleen wetenschappelijk bewezen claims mogen op etiketten voorkomen.12 Om een soortgelijke claim te mogen gebruiken, moeten bedrijven een aanvraagprocedure doorlopen en onder andere wetenschappelijke documenten aandragen.13 Aangezien het hier gaat om het effect dat een voedingsstof op het lichaam heeft, is het moeilijker dan bij voedingsclaims om vast te stellen of deze claim benut mag worden.

1.3.2 Specifieke gezondheidsclaims

Een specifieke gezondheidsclaim, oftewel claim inzake risicobeperking, impliceert dat de consumptie van het levensmiddel een risicofactor voor het ontstaan van een ziekte bij de mens in significante mate beperkt.14 Een voorbeeld hiervan is ‘Calcium helpt het verlies van botmineralen bij vrouwen in de menopauze te verminderen. Een lage botmineraaldichtheid is een risicofactor voor botbreuken en osteoporose’.15

1.3.3 Medische claims

Zoals artikel 14 lid 1 ECV in een verwijzing naar Richtlijn 2000/13/EG bevestigt, zijn medische claims niet toegestaan. Volgens Informatieblad 79 van de NVWA houdt een medische claim in: ‘een bewering waarin gesteld of gesuggereerd wordt dat een product ziekten bij de mens kan voorkomen, behandelen of genezen’.16

Zoals de website van de NVWA ook aangeeft, leidt het gebruik van medische claims in veel gevallen ertoe dat het product wordt beschouwd als een geneesmiddel, waardoor het onder de Geneesmiddelenwet valt. Die wet stelt dat een geneesmiddel alleen met een handelsvergunning op de markt mag komen en verbiedt het maken van reclame voor geneesmiddelen zonder die vergunning.17

12

Rijksoverheid, Wat moet er op het etiket van voedingsmiddelen staan? [online via www.rijksoverheid.nl]

13

Art 15 Verordening (EG) nr. 1924/2006.

14

Artikel 2 lid 5 Verordening (EG) nr. 1924/2006.

15

Zie het EU register in de bijlage van Verordening (EU) 432/2012.

16

NVWA, Verbod op medische claims op levensmiddelen, Informatieblad 2013/79

17

(8)

De boete voor het maken van een medische claim op een levensmiddel bedroeg vroeger 10 procent van de jaaromzet van de winkelier. Tegenwoordig wordt in de praktijk een boete van zo’n € 30,000 gehanteerd.18

1.4 Algemene beginselen van de ECV

Naast de eerder genoemde specifieke eisen voor voedingsclaims en gezondheidsclaims, gelden er ook algemene eisen, zoals dat een claim niet misleidend mag zijn en niet mag impliceren dat een evenwichtige, gevarieerde voeding niet voldoende is.19

Overwegende dat het Hof van Justitie het naar aanleiding van Richtlijn 84/450/EEG inzake misleidende reclame noodzakelijk acht om bij uitspraken in zaken over

reclamekwesties de gevolgen voor een doorsnee consument voor ogen te houden, wordt in de ECV de maatstaf van een ‘gemiddeld consument’ genomen. Dit houdt in dat claims door een redelijk goed geïnformeerde, redelijk oplettend en voorzichtige consument begrepen moeten kunnen worden. Dit is geen statistisch criterium, maar een oordeel van nationale rechtbanken en autoriteiten.20 Dit is van belang, aangezien de EU flexibiliteit ten aanzien van de bewoordingen van de claim toestaat. De bewoordingen van de claimaanvragen zijn

meestal niet erg geschikt voor marketingdoeleinden. De claims kunnen namelijk vrij complex zijn, zie dit voorbeeld van een niet-toegelaten claim: ‘OPC Plus has been shown to increase

the microcirculation and may therefore reduce the risk of chronic venous insuffiency’.21

Bij het herformuleren van een dergelijke complexe tekst, kan de claim de essentialia van de geauthoriseerde tekst gaan missen, waardoor deze niet in de gebruikte vorm toegelaten is.22 Om te voorkomen dat verpakkingen teruggenomen moeten worden, waarna veelal het levensmiddel inclusief verpakking wordt vernietigd, heeft een aantal lidstaten richtlijnen uitgevaardigd ten aanzien van de flexibiliteit in de toegestane bewoordingen van

gezondheidsclaims.23 Nederland heeft geen soortgelijke richtlijn uitgevaardigd.

18

De Graaf, Megaboetes bij medische claims, Biofood, mei 2013. p. 4.

19

Artikel 3 Verordening (EG) nr. 1924/2006.

20

Overweging 15 Verordening (EG) nr. 1924/2006.

21

Een vertaling: ‘Het is aangetoond dat OPC Plus de microcirculatie verhoogt en daardoor het risico van chronische veneuze insufficiëntie kan verlagen’, zie Bremmers, Claims,

consumentenbescherming en concurrentiekracht, Ars Aequi, mei 2014/05. p. 387.

22

Ibidem. p. 387.

23

Ibidem. p. 387

De belgische Federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu, Richtsnoeren betreffende de flexibiliteit in de toegestane bewoording van

(9)

De Keuringsraad Kennis en Advies (voorheen Keuringsraad KOAG/KAG) heeft wel zelf het initiatief genomen om een indicatieve lijst gezondheidsaansprijzingen op te stellen. Deze Keuringsraad houdt namens de Stichting Openlijke Aanprijzing Geneesmiddelen (KOAG) en de Stichting Aanprijzing Gezondheidsproducten (KAG) toezicht op publieksreclame voor geneesmiddelen, medische (zelfzorg) hulpmiddelen en gezondheidsproducten.24

De lijst die deze Keuringsraad heeft opgesteld, geeft een idee wat wel en niet is toegestaan qua claims. Ook kunnen bedrijven hun reclame-uitingen voor

(gezondheids)producten preventief laten toetsen bij de Keuringsraad. Door het

samenwerkingsverband tussen de Keuringsraad en de NVWA, de nationale handhavende instantie, wordt voorkomen dat de NVWA een maatregel neemt tegen die getoetste reclame-uiting. In zekere zin is het hierdoor voor bedrijven beter vast te stellen welke uitingen wel of niet geoorloofd zijn.

1.5 Afbakening van gezondheidsclaims in het gebruik

Zoals hiervoor al is beschreven, dienen gezondheidsclaims van medische claims te worden gescheiden en zijn medische claims zelfs verboden. Het hanteren van een medische claim, kan ten gevolge hebben dat het levensmiddel als een geneesmiddel wordt gekwalificeerd, waarna de Geneesmiddelenwet erop van toepassing is.

Juridisch gezien zijn gezondheidsclaims en medische claims streng afgebakend. Gezondheidsclaims hebben betrekking op de instandhouding van de gezondheid en de beperking van een risicofactor, terwijl medische claims preventie, behandeling en genezing van een ziekte betreffen. Hiermee maakt iedere vermelding van een ziekte een claim tot een medische claim.25

Preventie van een ziekte en het beperken van een risicofactor voor het ontstaan van een ziekte hebben echter in de praktijk niet altijd een duidelijk onderscheid. De volgende voorbeelden geven een beeld van het grijze vlak waarop de claims zich soms kunnen

bevinden. Zo mag een gezondheidsclaim niet de woorden ‘neusverkoudheid’ of ‘bij verstopte neus’ bevatten omdat er dan een gezondheidsprobleem wordt opgelost, maar zijn de termen ‘om vrijer te ademen door de neus’ of ‘verzachtend bij koude’ wel toegestaan.26

24

Voor meer informatie over de Keuringsraad, zie www.koagkag.nl/Home.

25

Gezondheidsraad, Voedingsmiddelen en –supplementen met claims over gezondheidseffecten, 10 juni 2003/09.

26

Op basis van de Indicatieve lijst gezondheidsaanprijzingen van de Keuringsraad. Vindplaats: http://www.koagkag.nl/Database-claimsverordening-en-indicatieve-lijst

(10)

Ook kan eenzelfde product zowel medicinale als voedingseigenschappen hebben. Knoflook werd bijvoorbeeld in Nederland in pilvorm verkocht als voedingssupplement, terwijl het in Duitsland een tijd is verkocht als medicijn. Knoflook draagt namelijk bij aan een goede darmfunctie én draagt bij aan het corrigeren van een hoge bloeddruk.27 Hoewel bekend is dat vitamine C scheurbuik voorkomt en een gebrek aan foliumzuur tijdens de zwangerschap spina bifida28 kan veroorzaken, zal het vrijwel onmogelijk zijn om dit niet als een medische claim te formuleren.29

De hiervoor beschreven overlap tussen medische claims en gezondheidsclaims en hiermee soms geneesmiddelen en voedingsmiddelen, bestond al voor de inwerkingtreding van de Claimsverordening. Voor consumenten zal het niet altijd duidelijk zijn wanneer een product slechts een levensmiddel is of juist een geneesmiddel. Een claim die een bewering doet over de gezondheid van de gebruiker, zal snel tot de aanname leiden dat het product gevolgen heeft voor de gezondheid en daarmee in meerdere en mindere mate zal beschermen tegen ziekten, bijvoorbeeld door het versterken van het immuunsysteem. Daarmee kunnen voedingsproducten met gezondheidsclaims de indruk wekken dat het geneesmiddelachtige effecten heeft. Dat gezondheidsclaims anders geformuleerd dienen te zijn om niet als medische claim gezien te worden, doet daar weinig aan af. De claims zijn voorzichtig geformuleerd om niet als medische claim gezien te worden, maar het effect dat geclaimd wordt is daarmee niet anders. Hoewel een spray ‘om vrijer te ademen door de neus’ in zijn bewoordingen dus niet specifiek gericht mag zijn op neusverkoudheden, stond dit er vóór de Claimsverordening wel op en is dit toch het doel van de spray, wat de meerderheid ook zo zal zien. De strenge procedure waarmee claims worden geautoriseerd, waarbij grondig

wetenschappelijk bewijs voor het gezondheidseffect vereist is30, versterkt de verwarring eerder dan omgekeerd.

Hoewel de ECV de verwarring omtrent gezondheidsclaims en medische claims niet veroorzaakt heeft, is een van de doelen van de Verordening wel om duidelijkheid voor consumenten te creeëren. Op grond van bovengenoemde redenen schiet de ECV mijn

insziens daarin tekort. Door slechts te verwijzen naar het verbod op medische claims, gaat de Verordening voorbij aan een aspect van de claims dat meer aandacht verdiend. Dat de

27

Bremmers, Claims, consumentenbescherming en concurrentiekracht, Ars Aequi, mei 2014/05. p. 391.

28

Een medische term die doorgaans bekend is als ‘open ruggetje’.

Bremmers, Claims, consumentenbescherming en concurrentiekracht, Ars Aequi, mei 2014/05. p. 390-391.

30

(11)

formuleringen van de claim op grond van de ECV aangepast zijn, maakt de claim voornamelijk onduidelijker voor het doel waarvoor het product te gebruiken is.

1.6 Samenvatting

De Claimsverordening heeft gezorgd voor een internationale regulering van voedings- en gezondheidsclaims om een interne markt te creëren en consumenten duidelijk en uniform te informeren over hun voeding. Bij de genoemde voedingsclaims is vrij eenvoudig vast te stellen of de bewering toegestaan is: er hoeft slechts getoetst te worden of er een bepaalde hoeveelheid van een voedingsstof aanwezig is. Een gezondheidsclaims beschrijft vervolgens het verband tussen de aanwezigheid van deze voedingsstof en het effect dat deze stof op je lichaam kan hebben. Deze claims mogen niet misleidend zijn of impliceren dat een

evenwichtige gevarieerde voeding niet voldoende is. De maatstaf die hiervoor gebruikt wordt is die van de ‘gemiddelde consument’, welk oordeel aan nationale autoriteiten wordt

voorbehouden. De flexibiliteit die toegestaan is in de bewoordingen van de claims, moet dus door deze gemiddelde consument begrepen worden. Dit heeft er toe geleid dat lidstaten zelf richtlijnen hebben uitgevaardigd om aan bedrijven duidelijk te maken welke formuleringen duidelijk zijn en welke te ver gaan. In Nederland is geen richtlijn uitgevaardigd, maar heeft de Keuringsraad het initiatief genomen om een lijst van toegestane gezondheidsaanprijzingen op te stellen. Door het samenwerkingsverband tussen de Keuringsraad en de NVWA, de Nederlandse handhavingsinstantie, heeft de lijst een zekere autoriteit. Onder andere op deze lijst is dan ook te zien waar de grens ligt tussen gezondheidsclaims en niet toegestane medische claims. Het verschil in afbakening zal door consumenten niet altijd duidelijk begrepen worden. Mijn inziens creëren de soms onduidelijke bewoordingen van de claims juist verwarring bij consumenten over de gezondheids- of geneeskundige waarde.

(12)

2. Procedures

De procedure om een claim aan te vragen verschilt onder de ECV enigszins per type claim. In de volgende paragrafen zal dit onderscheid uitgelegd worden. In de paragrafen daarna

beschrijf ik de gevolgen van de beschreven procedure.

2.1 Generieke gezondheidsclaims

De autorisatieprocedure van generieke gezondheidsclaims is in eerste instantie lichter dan die van claims inzake risicobeperking. Lidstaten hadden tot 31 januari 2008 de mogelijkheid een lijst met generieke gezondheidsclaims bij de Europese Commissie in te dienen, tezamen met de toepasselijke voorwaarden en verwijzingen naar wetenschappelijk bewijs.31 Lijsten met meer dan 44.000 gezondheidsclaims zijn hierop door de Commissie ontvangen.32 Na

consolidatie en intrekking van sommige claims bleven er 4.637 generieke gezondheidsclaims over. Over deze lijst heeft de European Food Safety Authority (EFSA) haar advies gegeven, waarna de Commissie volgens artikel 13 lid 3 een communautaire lijst van 222 toegestane generieke gezondheidsclaims inclusief voorwaarden voor het gebruik ervan heeft opgesteld.33 De volgens dit artikel gestelde termijn van 31 januari 2010 heeft de Commissie niet gehaald, waardoor de Verordening (EU) Nr. 432/2012 tot vaststelling van de lijst pas op 14 december 2012 van toepassing werd.34

De zojuist beschreven procedure is een relatief eenvoudige, aangezien de lidstaten lijsten aan konden leveren met de basale informatie, waarna de claims samen in een lijst werden opgenomen. Generieke gezondheidsclaims aan deze lijst toevoegen volgt dezelfde uitgebreide procedure als de aanvraag voor specifieke gezondheidsclaims, die hierna wordt beschreven.

De claims uit de lijst van vastgestelde toegestane gezondheidsclaims zijn door elke exploitant van een levensmiddelenbedrijf te gebruiken. Dit werkt als volgt. In de lijst zijn claims opgenomen inclusief de voorwaarden voor het gebruik van deze claim. Dit betekent dat de stof waarvoor de claim wordt gedaan in voldoende mate aanwezig of afwezig moet zijn om het beoogde effect dat de claim beschrijft te bewerkstelligen. Om bijvoorbeeld de

31 Zie artikel 13 lid 2 Verordening (EG) nr. 1924/2006. 32 Zie Verordening (EU) Nr. 432/2012, overweging 4.

33

Zie Verordening (EU) 432/2012, die in de bijlage 222 goedgekeurde claims bevat.

34

(13)

claim ‘Tarwezemelenvezels dragen bij tot een snellere darmpassage’ te gebruiken, moet volgens de bijlage van Verordening (EU) Nr. 432/2012 voldaan zijn aan de volgende voorwaarden:

(a) De claim mag alleen worden gebruikt voor levensmiddelen met een hoog gehalte aan die vezels, zoals bedoeld in de claim VEZELRIJK, zoals vermeld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1924/2006.

De claim ‘vezelrijk’ is een voedingsclaim uit de ECV, welke toegestaan is als het vezelgehalte van het product minimaal 6 g/100 g of 3 g/100 kcal bedraagt.

(b) Om de claim te dragen moet informatie aan de consument worden verstrekt dat het gunstige effect wordt verkregen bij een dagelijkse inname van ten minste 10 g tarwemelenvezels.

2.2 Specifieke gezondheidsclaims

Claims inzake ziekterisicobeperking en claims die verband houden met de ontwikkeling en gezondheid van kinderen mogen ingevolge artikel 14 ECV slechts worden gedaan indien er volgens artikel 15 tot en met 18 een vergunning is verleend om deze op te nemen in een communautaire lijst van toegestane claims.35

De procedure die doorlopen dient te worden door een bedrijf is de volgende. Het bedrijf dient een aanvraag op te stellen, die de volgende gegevens bevat: (1) de naam en het adres van de aanvrager, (2) de nutriënt of andere stof, het levensmiddel of categorie levensmiddelen waarvoor de gezondheidsclaim wordt gedaan, (3) een verslag van de verrichte onderzoeken (inclusief onafhankelijke collegiaal getoetste studies), die aantonen dat de claim aan de criteria van de ECV voldoet, (4) indien nodig een aanwijzing betreffende de informatie die door eigendomsrechten is beschermd, vergezeld van een verifieerbare staving, (5) een verslag van andere wetenschappelijke studies die voor de gezondheidsclaim van belang zijn, en (6) een voorstel voor de tekst van de gezondheidsclaim waarvoor een vergunning wordt aangevraagd, met inbegrip van specifieke voorwaarden voor het gebruik ervan. De toets is daarmee in feite of de voedingsstof het geclaimde gezondheidseffect heeft. Blijkens de vele documenten die aangedragen moeten worden, is duidelijk en goed onderzocht wetenschappelijk materiaal nodig om deze causaliteit te bewijzen.

Dit uitgebreide voorstel wordt naar de bevoegde nationale autoriteit van de lidstaat toegezonden. Voor Nederland is dit de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

35

(14)

De NVWA stuurt deze aanvraag vervolgens door naar de European Food Safety Authority (EFSA), die binnen zes maanden een advies uitbrengt over de aanvraag. Vervolgens beslist de Europese Commissie op grond van dit advies tot het al dan niet afgeven van de gevraagde vergunning. Zodra een vergunning is afgegeven en de aangevraagde claim op de

communautaire lijst van toegestane claims is opgenomen, kan deze claim onder de geldende voorwaarden door elk levensmiddelenbedrijf worden gebruikt.

2.3 Uitkomsten van de procedure

Het blijkt erg lastig om genoeg wetenschappelijk bewijs te verzamelen om een

gezondheidsclaim geautoriseerd te krijgen. Daarnaast is er maar een kleine hoeveelheid claims goedgekeurd, tegenover een grote hoeveelheid ingediende claims. Deze aspecten van de strenge procedure hebben gevolgen. Hoewel het achterliggende idee – dat slechts sterk gefundeerde claims consumenten beschermen - in het belang van de consument lijkt, zal ik in de komende paragrafen toetsen of dit daadwerkelijk zo is. Ik zal me hierbij beperken tot de gevolgen van de eis tot het indienen van streng wetenschappelijk bewijs en het lage aantal toegestane claims.

2.3.1 Gebrek aan wetenschappelijk bewijs

In de praktijk blijken aanvragen veelal afgewezen te worden bij een gebrek van het vereiste wetenschappelijk bewijs.36 Dat er slechts 222 claims toegestaan zijn, waarvan ongeveer 100 andere stoffen dan vitaminen en mineralen betreffen, betekent dat de aanvragen door de EFSA streng beoordeeld zijn. De afgewezen claims hoeven niet onjuist te zijn, maar ze voldoen niet aan de hoge eisen van de EFSA. Voor goedkeuring van een aanvraag is niet voldoende dat er sterke aanwijzingen zijn dat een bepaalde stof een effect heeft of dat jarenlange ervaring een effect aantoont. De werking dient volledig bewezen te zijn in wetenschappelijke studies.

Door de strenge procedure, waarbij weinig claims geautoriseerd worden door onder andere het gebrek aan wetenschappelijk bewijs, betekent dat het vooral voor kleine en middenbedrijven lastig zal zijn om een aanvraag te doen. Volgens Wim Saris, hoogleraar humane voeding aan de Universiteit van Maastricht, is het voor voedingsbedrijven vrijwel onmogelijk om te voldoen aan de eisen van de EFSA. De bedrijven moeten daarvoor

36

Belhadj, Levensmiddelenclaims: regels en actie tegen negatieve besluiten, 7 maart 2012 [online via www.nysingh.nl].

(15)

uitgebreide proeven doen, die vergelijkbaar zijn met experimenten waarmee nieuwe

medicijnen worden getest. ‘Farmaceutische bedrijven spenderen soms een miljard om er dan achter te komen dat een bepaald medicijn niet werkt zoals gedacht. De voedingsindustrie heeft heel andere marges op haar producten, en kan dat soort onderzoek niet betalen, met het risico uiteindelijk met lege handen te staan. Zeker omdat slechts een klein percentage van de nieuwe producten door de consument wordt geaccepteerd.’37

Op de strenge selectie is kritiek ontstaan vanuit verschillende bewegingen. NPN, de branchevereniging voor gezondheidsproducten38, meent bijvoorbeeld dat niet alleen

misleidende claims zullen verdwijnen, maar ook veel goede informatie over

gezondheidseffecten van voeding en voedingsstoffen verloren zullen gaan doordat veel informatie aan de consument onthouden zal worden. Bovendien menen zij dat bedrijven minder bereid zullen zijn om te investeren in innovatie en onderzoek naar gezonde stoffen van voeding, wanneer zij het effect daarvan niet kunnen communiceren naar de consument.39

Aan de andere kant meent de directeur van consumentenorganisatie Foodwatch40, Bart van Opzeeland, juist dat de procedure niet exclusief genoeg is. Hij is blij dat het grootste gedeelte van de aangevraagde claims verboden is, aangezien hij vindt dat gezondheidsclaims alleen op medicijnen thuishoren. Hij meent namelijk dat gezondheid niet afhangt van een product, maar van een gezond voedingspatroon.41

Mijn kanttekening daarbij is dat consumenten beter op de hoogte zullen zijn welke producten binnen zo’n gezond voedingspatronen passen, indien zij geïnformeerd zijn over de stoffen die een product bevat. Mijn grootste zorg is dat ongezonde producten de indruk kunnen wekken gezond te zijn, indien zij slechts één aanbevolen ingrediënt bevatten,

waardoor een claim kan worden gedaan. Een voorbeeld hiervan is ‘Katja drop’, waarbij op de verpakking in grote letters ‘geen vet’ stond. Katja drop bevatte inderdaad geen vet, net als alle reguliere drop, maar wel veel suiker. De claim was dus misleidend voor consumenten. Na een klacht ingediend te hebben, werd de Consumentenbond in het gelijk gesteld.42 Een

37

Versluis, Vitaminen voor de Claim, Gezondgids, juni 2014. p. 3.

38

Onder gezondheidsproducten worden voornamelijk voedingsupplementen, zoals vitamine- en kruidenpreparaten en natuurproducten verstaan. Zie www.npninfo.nl.

39

NPN, Met de nieuwe Claimswet gaat meer verloren dan goed is voor consument, persbericht NPN. 16 mei 2012.

40

Foodwatch streeft naar eerlijke en transparante productinformatie op voedingsmiddelen. Zie www.foodwatch.org.

41

Gunneman, C., Gezondheidsclaims op voedingsmiddelen beperkt, verpakkenmagazine, 2013/1.

42

Consumentenbond, ‘Geen vet’ in dropjes is onzin’, 4 januari 2006 [online via www.consumentenbond.nl].

(16)

oplossing hiervoor zouden de voedingsprofielen van artikel 4 ECV kunnen zijn. Zie hiervoor hoofdstuk 3 over voedingsprofielen.

2.3.2 Weinig toegestane claims

Wat opvalt in de lijst van communautaire genererieke gezondheidsclaims, is dat ruim 100 van de 222 toegestane claims de relatie tussen vitamines/mineralen en de gezondheid betreffen. Dat veel claims over vitaminen en mineralen goedgekeurd zijn, is natuurlijk niet vreemd, aangezien deze stoffen al jarenlang als de basis van een goede gezondheid verondersteld worden. Er is uitvoerig onderzoek naar gedaan, waardoor er genoeg wetenschappelijk bewijs voor de aanvraag van een claim is.43

Een van de gevolgen van het weinige aantal toegestane claims, is dat fabrikanten hun best zullen doen om een van de toegestane claims op hun product te krijgen. De Gezondgids uit 2014 van de Consumentenbond geeft hier een interessant voorbeeld van. Aangehaald zijn fabrikanten die zuivelproducten met probiotica maken. Jarenlang hebben deze fabrikanten op hun producten geclaimd dat deze probiotica goede bacteriën zijn die een gezondheidseffect hebben. De bedrijven Danone en FrieslandCampina zijn hier voorbeelden van. Danone fabriceerde de yoghurtdrank Actimel en FrieslandCampina had Vivit.44

Nadat probiotica niet op de geautoriseerde lijst van gezondheidsclaims verscheen, zijn Danone en FrieslandCampina vitamines toe gaan voegen aan hun producten. Tegenwoordig bevat Actimel dan ook de claim ‘Actimel bevat vitamine B6 en vitamine D die het

immuunsysteem ondersteunen’. Vivit bevatte vroeger verscheidene B-vitaminen, samen met vitamine E. Tegenwoordig is vitamine E (die alleen de volgende onbegrijpelijke claim mag dragen: ‘beschermt cellen tegen oxidatieve stress’) verdwenen en staat vitamine D op de ingrediëntenlijst, waarvan geclaimd mag worden dat hij ‘bijdraagt tot een normale werking van het immuunsysteem’.45

De voorbeelden van de yoghurtdrankjes staan echter niet alleen. Dit is een effect dat bij meerdere producten te zien is. Het bedrijf Hero haalde eenzelfde soort truc uit met Fruit & Co-sap met vezels die de weerstand zouden verhogen. Nu die claim is afgekeurd, bevat het sap extra vitamine C, waardoor eenzelfde claim op het product mag staan. Een ander voorbeeld zijn de potjes glucosamine, welke de claim droegen dat glucosamine kraakbeen

43

Grit, EFSA vooral positief over gezondheidsclaims bij vitamines en mineralen, Waar&Wet, oktober 2011.P. 6.

44

Versluis, Vitaminen voor de Claim, Gezondgids, juni 2014.

45

(17)

gezond houdt. Deze claim is echter afgekeurd, waardoor de potjes deze claim niet meer mogen dragen. Nadat aan die pillen vitamine C was toegevoegd, mocht deze claim er wel weer op staan.46

Hetgeen deze situaties des te ongewenster maakt, is dat relatief weinig Nederlanders aan een vitaminetekort lijden. Met een gevarieerd dieet krijg je voldoende vitamines binnen. Slechts voor speciale groepen, zoals jonge kinderen, zwangere vrouwen en ouderen wordt aangeraden om extra vitaminen tot zich te nemen.47

Concluderend kan gezegd worden dat - hoewel de reden voor de korte lijst van geautoriseerde claims een goede is, namelijk alleen claims toelaten die écht bewezen zijn - het blijkt dat fabrikanten andere wegen hebben gevonden om een claim op hun product te krijgen en daarmee consumenten te misleiden. Aan de ene kant is het duidelijk dat de lijst consumenten dient te beschermen, door alleen claims op te nemen die onomstotelijk

wetenschappelijk bewezen zijn. Aan de andere kant zorgt de korte lijst ervoor dat fabrikanten zich in het nauw gedreven voelen, wat consumentenmisleiding in de hand werkt. Het doel van de ECV om transparantie over voedsel te bevorderen, wordt tegengewerkt door fabrikanten die bijvoorbeeld onnodige vitamines toevoegen om het maar de schijn van gezondheid te geven.

2.4 Samenvatting

In eerste instantie was de autorisatieprocedure voor generieke gezondheidsclaims lichter dan die van specifieke gezondheidclaims, doordat lidstaten lijsten van claims aan konden dragen, waarna deze goed- of afgekeurd werden door de Europese Commissie en de EFSA. Slechts een klein deel van de aangevraagde gezondheidsclaims is goedgekeurd en deze claims zijn nu door alle fabrikanten, wiens producten voldoen aan de voorwaarden voor het gebruik van de claim, te gebruiken. Fabrikanten die een nieuwe claim geautoriseerd willen zien, moeten deze zelf laten goedkeuren door het indienen van wetenschappelijk bewijs. Dit geldt voor zowel generieke gezondheidsclaims als claims inzake risicobeperking.

Deze procedure wordt als streng beschouwd. Aan de kant van de branchevereniging voor gezondheidsproducten wordt gevreesd dat bedrijven minder bereid zullen zijn om gezonde stoffen te onderzoeken, wanneer zij het effect niet kunnen vertellen aan de consument. Aan de zijde van de consumentenorganisatie is men blij dat slechts een klein

46

Ibidem.

47

(18)

percentage claims goedgekeurd is, maar wordt gesteld dat gezondheidsclaims alleen op medicijnen thuishoren, doordat gezondheid niet van een product afhangt, maar van een gezond voedingspatroon.

Doordat de procedure om claims aangevraagd te krijgen streng is, hard wetenschappelijk bewijs vereist en daardoor maar weinig claims op de geautoriseerde lijst terecht komen, snijdt de EVC mijn inziens zichzelf in de vingers.

(19)

3. Voedingsprofielen

Volgens artikel 4 van de ECV zou de Europese Commissie uiterlijk op 19 januari 2009 specifieke voedingsprofielen opstellen, waar voorwaarden aan verbonden zouden zijn met betrekking tot het gebruik van voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen of categorieën levensmiddelen. Dit zou betekenen dat voedingsmiddelen met een bepaald gehalte aan suikers, vetten, trans- en verzadigde vetten of zouten, geen gezondheidsclaim mogen dragen.48 Deze voedingsprofielen beperken dus de mogelijkheden van bedrijven om ongezonde producten als gezond voor te stellen, waardoor de mogelijkheden om aan valse marketing te doen beperkt worden. Het instellen van deze profielen zou moeten bijdragen aan de bescherming van de consument.

3.1 Discussie

In de lidstaten is een flinke discussie ontstaan omtrent de totstandkoming van de voedingsprofielen. Vanuit verschillende partijen in de levensmiddelenindustrie en

daaromheen komen meningen naar voren met redenen waarom voedingsprofielen al dan niet vastgesteld dienen te worden. Zo zouden er geen slechte of goed voedingsproducten zijn, slechts verkeerde diëten. Het gehele voedingspatroon dient volgens dit perspectief in acht te worden genomen, niet de specifieke producten hieruit. Een andere reden is dat er in de voedingsprofielen geen rekening gehouden met de eetcultuur van de verschillende lidstaten. Ook veranderen voedingskundige inzichten, waar bij de vaststellling van voedingsprofielen geen rekening mee wordt gehouden.49

3.2 Totstandkoming

Tot dusver zijn er geen voedingsprofielen of criteria hiervoor tot stand gekomen. Wel is er een adviesgroep met werkgroepen opgericht om de Europese Commissie te adviseren ten aanzien van de voedingsprofielen. Zij hebben contact gehad met consumenten, openbare gezondheidsgroepen, sectoren van de voedingsindustrie en belanghebbenden.50

48

Gezondheidsraad, Nu met extra bacteriën! Voedingmiddelen met gezondheidsclaims, Signalering ethiek en gezondheid, 29 juni 2005.

49

De Groote, Y., Schrappen voedingsprofiel biedt zekerheid, Wetenschap & toezicht, 2014/3.p. 18.

50

(20)

Sinds oktober 2008 heeft de werkgroep van de Europese Commissie geen officiële documenten gepubliceerd.51

Frédéric Vincent, woordvoerder van de Europese Commissie op het gebied van Gezondheid en Consumentenbescherming, gaf in 2011 aan dat het gezien de politieke interesse en het intense debat omtrent de voedingsprofielen, onduidelijk is wanneer de voorstellen aan lidstaten zullen worden gestuurd. Hij benadrukte daarbij dat de Commissie elke intentie heeft om de voedingsprofielen tot stand te laten komen en de discussie nog steeds gaande is.52 Drie jaar later lijkt er niet veel veranderd te zijn, wanneer Frédéric Vincent in 2014 aan hetzelfde tijdschrift laat weten dat het onderwerp waarschijnlijk op de agenda van de volgende belaste Commissionaris terecht zal komen en dat het aan hem is of te beslissen wanneer, hoe en of dit onderwerp behandeld zal worden in de zitting tot 2019.53

Ook het evaluatierapport over de ECV dat voor januari 2013 was aangekondigd54, is nooit verschenen. Daarnaast lijkt de Nederlandse overheid geen drang te voelen om de

voedingsprofielen op tafel te krijgen. Op vragen uit de Tweede Kamer gaf voormalig minister Klink (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de minister van Landbouw,

Natuur en Voedselkwaliteit, een weergave van zijn mening inzake de voedingsprofielen. Hij gaf aan dat de levensmidddelenindustrie hem heeft laten weten dat er veel producten zijn, waaronder de producten van Yakult, die volgens de voorstellen voor de voedingsprofielen geen claim meer kunnen dragen. Nederland heeft er dan ook bij de Europese Commissie op aangedrongen dat de effecten van de profielen op de Europese markt goed worden gewogen, waarbij rekening wordt gehouden met bestaande voedingspatronen, waarbij bedrijven kunnen blijven innoveren. Daarbij zegt hij dat producenten significante verbeteringen en innovaties moeten kunnen claimen en een profiel dat niet onnodig moet blokkeren. Hij meent dat hiervan bijvoorbeeld sprake is in geval van de probiotische melkdranken (waaronder die van Yakult), waarbij de Europese voorstellen de mogelijkheid van een gezondheidsclaim

blokkeren. Hij adviseert daarom om deze producten binnen het profiel van zuivel te laten blijven en daarmee de mogelijkheid behouden om gezondheidsclaims te blijven gebruiken.55

51

Working Group on nutrition and health claims (in opdracht van de Europese Commissie), Working document on the setting of nutrient profiles, DG SANCO, 21 oktober 2008.

52

Watsen, E., EC dithers over nutrient profiles as timetable slips two years, Food Manufacture, laatst bijgewerkt op 21 januari 2011. [online via www.foodmanufacture.co.uk].

53

Gander, P. ‘Where is the EU’s nutrient profiling model?’, Food manufacture, laatst bijgewerkt op 19 september 2014. [online via www.foodmanufacture.co.uk].

54

Artikel 26 Verordening (EG) nr. 1924/2006.

55

(21)

Hier valt te lezen dat minister Klink de kant van de ondernemingen heeft gekozen, door te stellen dat de voedingsprofielen de ondernemingen blokkeren. Over de bescherming van consumenten spreekt hij niet.

3.4 Samenvatting

De Europese Commissie is inmiddels ruim zes jaar te laat met het invoeren van de voedingsprofielen. Dit komt voornamelijk doordat er een discussie vanuit de lidstaten is opgewaaid over de verschillende belangen die meespelen bij het vaststellen van de profielen. Zo is men het niet eens over de hoeveelheid van een stof die maximaal in een product

aanwezig mag zijn, over de vraag of het niet het gehele voedingspatroon is dat ongezond is in plaats van één product, en is het lastig om rekening te houden met de eetcultuur van

verschillende lidstaten. Het gevolg hiervan is dat er tot op heden geen voedingsprofielen zijn vastgesteld, waardoor gezondheidsclaims gedaan kunnen worden voor elk product dat slechts één gezond bestanddeel bevat. Ook Nederland lijkt naar aanleiding van de uitspraken van voormalig minister Klink geen groot voorstander te zijn van de profielen.

(22)

4. Handhaving van de Verordening.

Handhaving op basis van de ECV geschiedt op nationaal niveau. In de eerste paragraaf zal ik beschrijven hoe deze handhaving voor de inwerkingtreding van de ECV plaatsvond en in de tweede paragraaf zal ik beschrijven hoe er tegenwoordig, na de inwerkingtreding,

gehandhaafd wordt.

Handhaving is zo van belang, omdat er een verscheidenheid aan doelen worden nagestreefd. Zo waarborgt het de kwaliteit, veiligheid en gezondheid, maar ook de vrije handel en regulering van de concurrentie.56 Doordat de handhaving in de

voedingsmiddelenindustrie zich gedeeltelijk op publiek en gedeeltelijk op privaat vlak afspeelt, wordt er door verschillende partijen op verschillende wijzen gehandhaafd.

Voor de inwerkingtreding van de ECV waren er weinig mogelijkheden om claims te beoordelen. Aangezien de claims toen nog niet op internationaal niveau gereguleerd waren, was het aan elk individueel land om een beleid ten aanzien van misleidende claims op te stellen. Er bestond bijvoorbeeld een vrijwillige ‘Gedragscode ten behoeve van

wetenschappelijke onderbouwing gezondheidseffecten’, op initiatief van de Stichting Voedingscentrum Nederland. Deze was echter vrijblijvend, aangezien productenten niet verplicht waren de gedragscode te volgen.57

Ook de gezondheidsraad stelde in 2003: ‘In de winkels verschijnen steeds meer voedingsmiddelen en voedingssupplementen met beweringen – claims – die de indruk wekken dat het product ‘gezond’ of ‘gezonder’ is. Die indruk is niet altijd juist. De huidige regelgeving rond claims laat ruimte voor verwarring’.58

Het RIVM sloot zich in 2005 hierbij aan door te stellen dat voor producten vaak de bewijslast voor de gebruikte

gezondheidsclaims ontbreekt, en de consument vervolgens misleid wordt door bijvoorbeeld te rooskleurige reclameboodschappen.59

56

Havinga & Van Waarden, (in opdracht van de wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid)

Veilig voedsel: toezicht vertrouwen? Sectorschets toezicht in de voedselsector, 2013/70. p. 13.

57

Schreuder, S.A.M.M., Gezondheids- en/of medicinale claims als mogelijkheid voor afzetvergroting

van blauw bes voor verse consumptie in Nederland, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, 2006/15.

p. 16.

58

Gezondheidsraad, Voedingsmiddelen en –supplementen met claims over gezondheidseffecten, 10 juni 2003/09.

59

Busch, Havelaar & Kramers (red) Ons eten gemeten. Gezonde voeding en veilig voedsel in

(23)

In Nederland ziet de NVWA toe op de naleving van de regels omtrent het gebruik van voedings- en gezondheidsclaims. Dit wordt in samenwerking gedaan met de Reclame Code Commissie (RCC) en de Keuringsraad Kennis en Advies. De RCC toetst of een reclame-uiting voldoet aan de regels van de Nederlandse Reclame Code en de Keuringsraad houdt toezicht op reclame-uitingen voor gezondheidsproducten.

5.1 De NVWA

Door de inwerkingtreding van de Claimsverordening en met name door de lijst van geautoriseerde claims, heeft de NVWA een handvat gekregen om gezondheidsclaims beter te kunnen toetsen. De NVWA heeft in de eerste drie jaar na de inwerkingtreding van de ECV rapporten opgesteld met betrekking tot het gebruik van voedingsclaims. Hierin werd onderzocht in hoeverre de levensmiddelenindustrie voedingsclaims gebruikte conform de Verordening, hoe de NVWA deze claims beoordeeld heeft en welke handhavingsacties uitgevoerd zijn.60

Opvallend aan deze rapporten is de stijgende lijn van producten waarop

voedingsclaims conform de ECV werden gebruikt. In 2008, een jaar na de inwerkingtreding van de ECV, voldeed slechts 43% van de 100 geteste voorverpakte levensmiddelen.61 In 2009 stond op 54% van de 131 beoordeelde levensmiddelen een conforme claim en in 2010 is dit percentage verder gestegen naar 70% op 105 levensmiddelen.62

Hoewel deze getallen erop lijken te wijzen dat de ECV snel effect heeft gehad na de inwerkingtreding, dient er een kanttekening gemaakt te worden bij dit positieve resultaat. Zoals ook in de rapporten is beschreven, was de lijst met toegestane generieke en specifieke gezondheidsclaims op de momenten dat de rapporten uit kwamen nog niet vastgesteld. Deze lijst is pas in 2012 vastgesteld, wat vermoedelijk de reden is dat de NVWA slechts

voedingsclaims (en geen gezondheidsclaims) heeft beoordeeld. De criteria voor het gebruik van voedingsclaims waren ten tijde van de inwerkingtreding van de ECV namelijk al wel bekend, aangezien deze in de bijlage van deze Verordening al vastgesteld waren. Doordat gezondheidsclaims ingewikkelder zijn in het gebruik dan voedingsclaims, is het aannemelijk dat de ontwikkeling van de naleving van gezondheidsclaims anders zal verlopen. Dit

60

NVWA, Monitoring voedingsclaims 2008. NVWA, Handhaving voedingsclaims 2009.

NVWA, Handhaving voedingsclaims 2010, okt 2010.

61

NVWA, Monitoring voedingsclaims 2008.

62

NVWA, Handhaving voedingsclaims 2009. NVWA, Handhaving voedingsclaims 2010, okt 2010.

(24)

betekent dat de cijfers geen goed beeld geven van het gebruik van gezondheidsclaims. De rapporten bieden echter wel een goede indicatie in hoeverre de claimsverordening serieus wordt genomen door de NVWA en hoe de NVWA tegen foutieve claims optreedt.

In de rapporten wordt aangegeven dat fabrikanten met producten die niet aan de claimverordening voldeden een schriftelijke waarschuwing kregen en een termijn waarbinnen de etiketten aangepast moesten zijn. Een boeterapport werd opgemaakt wanneer fabrikanten zich vervolgens niet aan deze termijn hielden.63

Nu de lijst met toegestane gezondheidsclaims vastgesteld is, heeft de NVWA recent een rapport naar buiten gebracht over de handhaving van de claimsverordening op

ontbijtgranen.64 Deze keer werden de producten beoordeeld op zowel voedings- als gezondheidsclaims.65 In 70% van de gevallen werden de voedingsclaims weer op correcte wijze gebruikt. Van de gebruikte gezondheidsclaims voldeed slechts 31% aan de

wetgeving.66 Zoals enkele jaren eerder werd in de meeste gevallen weer een schriftelijke waarschuwing gegeven. Wanneer er een gezondheidsclaim werd gebruikt die niet op de lijst van toegestane claims stond, werd er direct een boeterapport opgemaakt. Ook werd een termijn vastgesteld waarbinnen de etiketten aangepast dienden te zijn. Wanneer de producten dan nog steeds niet voldeden aan de ECV, werd nogmaals een boeterapport opgemaakt.67 De hoogte van die boete varieert tussen € 450 en € 900, afhankelijk van de ernst van de

overtreding en de grootte van de onderneming.68

Aangezien de NVWA slechts vier korte rapporten gepubliceerd heeft inzake voedings- en gezondheidsclaims, rest de vraag in hoeverre foutieve claims actief worden opgespoord en in hoeverre hiertegen wordt gehandhaafd.

Actief inspecteren van voedingsmiddelen blijkt de NVWA weinig nog te doen. Dit lijkt twee belangrijke oorzaken te hebben. De eerste belangrijke oorzaak is de bezuinigingen waar de NVWA mee te maken heeft gehad. In het voorwoord van het jaarverslag van de instantie in 2008 werd daardoor met nadruk geschreven over de bezuiningen en de noodzaak

63

NVWA, Handhaving voedingsclaims 2009. P. 1

64

Handhaving claimsverordening op ontbijtgranen 2014, 1 juli 2015.

65

Er werden in totaal 120 producten gecontroleerd. Op vrijwel alle producten werd één of meer voedingsclaims aangetroffen (bij 70% op correcte wijze) en op 71 producten werden

gezondheidsclaims gevonden (31% correct).

66

NVWA, Handhaving claimsverordening op ontbijtgranen 2014, 1 juli 2015.

67

NVWA, Handhaving claimsverordening op ontbijtgranen 2014, 1 juli 2015. p. 9.

68

(25)

om maatregelen te nemen. Er werd geschreven over zogenoemde ‘efficiencymaatregelen’, welke onvoldoende zouden zijn om de bezuigingen in de daarop volgende jaren op te vangen. Het stellen van prioriteiten in het toezicht en het maken van harde beleidskeuzes werd in 2008 als onvermijdelijk gezien.69

Onderzoeksjournalist Marcel van Silfout heeft in opdracht van Stichting Maatschappij en Veiligheid een onderzoek uitgevoerd naar de NVWA en beschrijft in zijn onderzoek hoe de bezuinigingen de instantie in zo’n tien jaar sterk hebben verzwakt. Dit heeft onder andere te maken met de overheveling van de instantie van het ministerie van Volksgezondheid naar Landbouw en later naar Economische Zaken. Zo is de mankracht in ongeveer tien jaar tuin van 3700 naar 2175 voltijd medewerkers verminderd en wordt het wegvallen van

gezaghebbende kennis binnen de NVWA, een te grote afstand tot het ministerie van Volksgezondheid en sterk verminderde inspecties als zorgerlijk ervaren.70

De Consumentenbond ervaart hetzelfde beeld als hiervoor geschetst. Henry Uitslag, campagneleider voeding bij de Consumentenbond stelde in de Gezondgids van 2013 ook dat de bezuiningen op de NVWA desastreus hebben uitgepakt. Hij meent dat de situatie verre van verbeterd is: ‘De NVWA moet echt in staat worden gesteld om te controleren of bedrijven zich wel aan de wet houden’.71

Yvonne Huigen, specialist etikettering bij de NVWA, beaamt deze situatie. ‘Wij hebben te weinig mensen en middelen. Daarom moeten wij keuzes maken en leggen we de prioriteit bij zaken, die te maken hebben met voedselveiligheid, zoals de besmetting van voedsel met salmonellabacteriën’.72

Uit bovenstaande blijkt dat de NVWA weinig zelf op zoek gaat naar producten met foutieve claims. Wel is er een mogelijkheid om zelf een probleem aan te dragen ter

onderzoek. Zo heeft de NVWA een Klantcontactcentrum dat 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar is. Er kan telefonisch of via een formulier een melding gedaan worden, naar aanleiding waarvan de NVWA onderzoek kan doen naar de vermeende misstand.

5.2 De Keuringsraad Kennis en Advies Gezondheidsreclame

Hoewel de NVWA de toezichthouder is op het gebied van voedings- en gezondheidsclaims, zijn er ook andere organisaties die deze handhaving proberen aan te vullen. Zoals eerder

69

NVWA, Zacht waar het kan. Hard waar het moet. Jaarverslag 2008. p. 2.

70

Van Silfhout (in opdracht van de Stichting Maatschappij en Veiligheid), UITGEBEEND – de strijd

om voedselveiligheid, september 2013. p. 2.

71

Polderman, N., Onbestrafte missers, Gezondgids oktober 2013. p. 9.

72

(26)

beschreven heeft de Keuringsraad Kennis en Advies Gezondheidsreclame onder andere een lijst opgesteld van toegestane Nederlandse bewoordingen voor gezondheidsclaims, gebaseerd op de geautoriseerde Europese lijst. Bedrijven met producten in de categorie

zelfzorggeneesmiddelen, medische (zelfzorg)hulpmiddelen en gezondheidsproducten kunnen bij deze Keuringsraad advies vragen of hun claim preventief laten toetsen.73

De Keuringsraad is een iniatief tot zelfregulering vanuit de markt en is opgericht door betrokken bracheorganisaties. De Keuringsraad is derhalve geen handhavende instantie en kan geen boetes opleggen. Wel spreekt de Keuringsraad partijen op eigen initiatief aan op foutieve reclame-uitingen.74 Indien de partij de uiting vervolgens niet aanpast, kan het dossier overgedragen worden aan de NVWA.75

De Keuringsraad publiceert meerdere malen per jaar over het aantal gedane

meldingen en over hoe deze meldingen afgehandeld worden. Dit betreft niet alleen meldingen ten aanzien van gezondheidsclaims, maar ook ten aanzien van verboden medische claims. Tussen februari en juni 2015 is er een totaal van 94 meldingen behandeld en werden bij 66 (70,2%) meldingen de uiting aangepast of was er een toezegging dat de uiting niet meer verspreid zal worden.76

Hoewel de Keuringsraad geen handhavende instantie is en geen boetes mag opleggen, laten de publicaties zien dat de Keuringsraad actief gezondheidsclaims monitort en een vrij hoog percentage van succes heeft bij het doen aanpassen van foutieve claims. Wat betreft de gezondheidsclaims zullen deze vrijwel alleen gemonitord worden wanneer ze op

gezondheidsproducten voorkomen, aangezien de Keuringsraad zich in deze markt heeft gespecialiseerd.

5.3. De Reclame Code Commissie (RCC)

Ook deze organisatie gaat uit van het zelfregulerende systeem van de markt. De RCC heeft in de Nederlandse Reclame Code (NRC) regels vastgesteld waar reclame aan moet voldoen. Deze regels zijn door bedrijven uit de markt vastgesteld (adverteerders, reclamebureaus en media), waarbij het idee is dat de markt zelf verantwoordelijkheid neemt voor de inhoud en

73

Vindplaats: www.koagkag.nl/Home.

NVWA, Claims levensmiddelen [online via www.nvwa.nl].

74

Keuringsraad Kennis & Advies, Clearance en monitoring [online via www.koagkag.nl].

75

Keuringsraad Kennis & Advies, Veelgestelde vragen [online via www.koagkag.nl].

76

Keuringsraad Kennis & Advies. Monitoring update t/m juni 2015 [online via www.koagkag.nl]. p. 2.

(27)

verspreiding van reclame-uitingen.77 Onder reclame-uiting wordt onder meer telemarketing, verpakking en etiketten verstaan.78

De RCC heeft een Reclamecode Voor Voedingsmiddelen (RVV) ontwikkelt, waarin onder andere informatie wordt verstrekt over correct gebruik van gezondheidsclaims. Deze code verwijst ook naar een richtsnoerdocument van de Stichting Bewoording

Gezondheidsclaims, waarin samengevat wordt hoe bedrijven gebruik kunnen maken van correct geformuleerde gezondheidsclaims.79

Naast deze regelgeving is er ook een website (www.checksrc.nl) opgericht om adverteerders stapsgewijs te helpen om een correcte claim te gebruiken. Hier kan onder andere om gericht advies gevraagd worden. In tegenstelling tot de preventieve toetsing van de Keuringsraad, wordt de adverteerder niet gevrijwaard als de reclame-uiting later toch door de RCC of CvB afgekeurd wordt.80

De RCC biedt voor consumenten de mogelijkheid om kosteloos een klacht in te dienen. Voor ondernemers zijn hier kosten aan verbonden tot € 1.000,- per klacht.81 De RCC toetst vervolgens of er sprake is van een overtreding, waarna de adverteerder wordt

aangeschreven om de reclame-uiting aan te passen of het gebruik te stoppen. Tegen een uitspraak van de RCC kan bezwaar worden gemaakt door de adverteerder en deze kan in beroep gaan bij het College van Beroep (CvB).82 Indien de adverteerder na afwijzing van de reclame-uiting deze niet wijzigt of stopt, wordt hij op een online non-compliance lijst

geplaatst.83

Hoewel er geen duidelijke informatie beschikbaar is hoeveel meldingen van foutieve gezondheidsclaims de RCC binnen krijgt en er weer sprake is van een zelfregulerende instantie die geen boetes oplegt, tracht de RCC net als de Keuringsraad het voor bedrijven eenvoudig te maken om te voldoen aan de Claimsverordening. Dit doet de RCC door het geven van een richtsnoer en een preventieve toetsing. Door bedrijven op een publieke non-compliance lijst te zetten, heeft de RCC een sterker drukmiddel in handen dan de

Keuringsraad.

77

RCC, Nederlandse Reclame Code [online via www.reclamecode.nl].

78

RCC, Definitie van reclame [online via www.reclamecode.nl].

79

RCC,Richtsnoerdocument ClaimsVo, december 2013 [online via www.reclamecode.nl/nrc].

80

RCC, CopyAdvies [online via www.checksrc.nl/copy_advies].

81

RCC, Een klacht indienen? [online via www.reclamecode.nl].

RCC, Kosten voor bedrijven/organisaties en klager(s) die een klacht indienen in het belang van hun

beroep en/of bedrijf [online via www.reclamecode.nl].

82

RCC, Wie zijn wij? [online via www.reclamecode.nl].

83

(28)

5.4 De Consumentenbond

Ook de Consumentenbond treedt op tegen misleidende claims, voornamelijk op etiketten. Hierbij gaat het zowel om gezondheidsclaims als om andere misleidende claims. De

Consumentenbond startte hiertegen eind 2012 de zogeheten ‘Kletsplaatjes’ campagne. Op de pagina van deze campagne wordt nieuws gedeeld met betrekking tot foutieve etiketten en ontwikkelingen in de politiek. Onderdeel van deze campagne is een online community waar consumenten misleidende etiketten kunnen delen.84 Ook is op de website een ‘Wall of Shame’ ingericht, waar supermarktproducten met misleidende claims op terecht komen.85

Er wordt zelfs beschreven welke fabrikanten om welke reden overstag gingen en hun etiketten aan hebben gepast: sommigen geven de Kletspraatjes campagne als reden op, anderen zeggen al van plan te zijn geweest het etiket aan te passen of door andere redenen het hebben

aangepast.86 De Consumentenbond stelt fabrikanten aan te spreken met het verzoek hun product aan te passen en zij die hier geen gehoor aan geven te melden bij de NVWA.87

Van bovengenoemde zelfregulerende instanties is de Consumentenbond duidelijk online het meest actief en het meest uitgesproken. Er wordt duidelijk gecommuniceerd welke fabrikanten om welke redenen aangesproken zijn, terwijl de Keuringsraad geen namen noemde. Het is aannemelijk dat de reden hiervoor ligt bij het soort bedrijfsvoering. Zo is de Keuringsraad opgericht vanuit de markt, waardoor het meer voor de hand ligt om een goede samenwerking met die bedrijven te onderhouden en hen niet aan de schandpaal te nagelen. De Consumentenbond is echter een vereniging, die opkomt voor de belangen van

consumenten en wordt dus mede mogelijk gemaakt door de lidmaatschapsbijdragen van de leden. Daardoor heeft het weinig belang bij het onderhouden van goede banden met bedrijven en juist belang bij het communiceren van resultaat naar de leden.

5.4 Samenvatting

Handhaving van de Claimsverordening is voorbehouden aan de lidstaten van de Europese Unie. De ECV heeft een beoordelingskader opgesteld, aan de hand waarvan claims wel of

84

http://www.consumentenbond.nl/community/forum/consumentenzaken/voeding-levensmiddelen/welk-kletsplaatje-heb-jij-gezien-deel-hier-misleidende-etiketten

85

RCC, Kind en reclame [online via www.reclamecode.nl].

86

Consumentenbond, Fabrikanten overstag onder druk van Kletsplaatjes campagne [online via

www.consumentenbond.nl].

87

Consumentenbond, Fabrikanten overstag onder druk van Kletsplaatjes campagne [online via

(29)

niet toegestaan zijn en daarmee gehandhaafd kunnen worden. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit toe op het gebruik van voedings- en gezondheidsclaims in Nederland. Er worden door deze instantie schriftelijke waarschuwingen en boetes uitgedeeld, wanneer niet wordt voldaan aan de eisen voor het gebruik. Deze boetes variëren tussen de € 450 en € 900 en zijn dus vrij laag vergeleken met de boetes die staan op het gebruik van een medische claim (€ 30.000). Het is gebleken dat de NVWA door vele bezuinigingen prioriteiten in haar werk heeft gesteld, waardoor de nadruk tegenwoordig meer ligt op voedselveiligheid en niet op het controleren en handhaven van claims. Dat is jammer, want de NVWA is de enige publieke instantie die daadwerkelijk kan handhaven tegen verkeerd gebruikte claims. Als de NVWA dit maar weinig doet, is de pakkans van bedrijven die incorrecte claims gebruiken klein.

Er zijn wel andere zelfregulerende bedrijven die het gebrek aan voldoende toezicht zelf oppakken. Zo houdt de Keuringraad toezicht op gezondheidsproducten, controleert de Reclame Code Commissie reclames en verpakkingen, en gebruikt de Consumentenbond voornamelijk het publieke domein om misleidende etiketten en hun producenten aan de kaak te stellen.

Deze bedrijven mogen geen boetes opleggen, maar hebben vaak positieve resultaten na het aanspreken van bedrijven. Uit de rapporten blijkt dat er bij steekproeven vaak niet toegestane claims worden gevonden. Er wordt zowel door de NVWA als door de

Keuringsraad, RCC en Consumentenbond voornamelijk onderzoek gedaan nadat er een melding is binnengekomen. Hierdoor schiet de handhaving tekort.

(30)

Conclusie

Als rode draad door deze scriptie liep Verordening (EG) 1924/2006, die als doel heeft om de interne markt te reguleren en consumentenbescherming te bieden door een uniform en duidelijk systeem van voedings- en gezondheidsclaims aan te bieden. Verschillende aspecten van deze Verordening heb ik getoetst om te zien in hoeverre de ECV die

consumentenbescherming ook daadwerkelijk levert.

Ten eerste kan geconcludeerd worden dat de formuleringen die de ECV biedt niet altijd duidelijk zijn voor consumenten. Hoewel de levensmiddelenindustrie de claim mag herformuleren om deze in makkelijkere bewoordingen om te zetten, is het belangrijk dat de formulering geen medische claim gaat inhouden. Een gezondheidsclaim mag dus stellen dat er wordt bijgedragen aan de gezondheid of een ziekterisicovermindering, maar een ziekte mag niet voorkomen worden. Deze afbakening zal door veel consumenten niet direct begrepen worden, waardoor het nog steeds onduidelijk kan zijn in hoeverre de voedingsstof gewoon gezond is of geneeskundige effecten heeft. Op dit punt schiet de ECV naar mijn mening tekort in het duidelijk maken voor consumenten welk effect hun eten nu precies heeft, wat juist het doel was van de ECV.

Daarentegen heeft de procedure om een gezondheidsclaim aan te vragen duidelijk het doel om consumenten te beschermen, door slechts claims toe te staan die op grond van hard wetenschappelijk bewijs zeker zijn te stellen. Om dit wetenschappelijk bewijs te verkrijgen, moeten bedrijven veel geld investeren. Er is dan ook kritiek ontstaan over deze strenge selectie, omdat gevreesd wordt dat naast de misleidende claims ook veel goede informatie over de gezondheidseffecten van voedingstoffen verloren zal gaan. Daarbij zijn er bedrijven die sindsdien onnodige voedingsstoffen toevoegen, om maar een gezondheidsclaim op hun product te mogen zetten. Aan de ene kant beschermt de ECV consumenten dus door alleen gezondheidsclaim te autoriseren die écht waar zijn, aan de andere kant is het gevolg ervan dat consumenten op andere manieren misleid worden. De strenge toetsing heeft dus niet alleen zijn doel volbracht.

Waar de procedure erg streng bevonden wordt, is er sprake van de omgekeerde situatie in het geval van de voedingsprofielen. Doordat er een discussie is ontstaan om het belang van deze profielen, zijn deze – zes jaar na de deadline – nog steeds niet vastgesteld. Ook lijkt er geen sprake van te zijn dat de profielen snel vastgesteld zullen worden. Hierdoor kunnen er nog steeds gezondheidsclaims worden gedaan op producten die ongezond zijn.

(31)

De ECV is in het leven geroepen om de nationale systemen inzake voedings- en gezondheidsclaims te reguleren en te harmoniseren. Ik acht het daarom onverstandig om de handhaving van deze Verordening in handen te laten van diezelfde nationale systemen. Dit wordt versterkt doordat bij onderzoek naar de verschillende aspecten van de ECV is gebleken dat belangrijke onderdelen lang op zich hebben laten wachten bij de vaststelling, of nog steeds niet zijn vastgesteld. Zoals in Nederland gebleken is, wordt er door verschillende partijen zeker een poging gedaan om toezicht te houden op correct gebruik van

gezondheidsclaims. Doordat er echter flink bezuinigd is op het publieke handhavingsorgaan, de NVWA, zijn er meerdere partijen die menen dat die handhaving niet meer het gewenste niveau heeft. Controles blijken nog weinig te gebeuren, waardoor de pakkans van bedrijven die onjuiste claims gebruiken klein is. Ook zijn de boetes erg laag. Door deze handhaving aan elk individueel land over te laten, is deze afhankelijk van de kwaliteit en inzet die elk

individueel land biedt. Dat de ECV in verschillende mate in Europa wordt nageleefd en

daarmee tegen het oorsponkelijke idee van harmonisering in lijkt te gaan, lijkt onontkomelijk. Concluderend kan gezegd worden dat de Claimsverordening in haar doel een mooi idee had om het doel van consumentenbescherming te verwezenlijken. In sommige aspecten is dat doel voorbij geschoten en wordt misleiding in de hand gewerkt, zoals door de strenge procedure en de zwakke handhaving. Verder biedt de ECV geen duidelijke afbakening van de claims en wordt er gewoonweg niks gedaan met de voedingsprofielen. Het beste van de ECV is dat er nu een duidelijk beoordelingskader is welke claims wel of niet toegestaan zijn. Helaas wordt die in Nederland weinig afgedwongen.

(32)

Literatuur

Artikelen

Belgische Federale overheidsdienst 2014

De belgische Federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu, Richtsnoeren betreffende de flexibiliteit in de toegestane bewoording van

gezondheidsclaims – 2e versie, november 2014.

Belhadj 2012

Belhadj, E., Levensmiddelenclaims: regels en actie tegen negatieve besluiten, 7 maart 2012 [online via URL: http://www.nysingh.nl/pub/actueel/2012-03/Levensmiddelenclaims-regels-en-actie-tegen-negatieve-besluiten.html].

Bremmers 2014

Bremmers, H., Claims, consumentenbescherming en concurrentiekracht, Wegwijs in de

wirwar van de voedings- en gezondheidsclaims, Ars Aequi, mei 2014/05.

Busch, Havelaar & Kramers 2004

Busch, M.C.M., A.H. Havelaar & P.G.N. Kramers (red) Ons eten gemeten. Gezonde voeding

en veilig voedsel in Nederland, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2004.

Consumentenbond 2006

Consumentenbond, ‘Geen vet’ in dropjes is onzin’, 4 januari 2006 [online via www.consumentenbond.nl].

Consumentenbond 2014

Consumentenbond, Onzin op etiketten ‘superfoods’, 11 juni 2014 [online via www.consumentenbond.nl].

(33)

De Graaf 2013

De Graaf, T., Winkeliers en producenten opgepast. Megaboetes bij medische claims, Biofood, mei 2013.

De Groote 2014

De Groote, Y., Schrappen voedingsprofiel biedt zekerheid, Wetenschap & toezicht, 2014/3.

Gander 2014

Gander, P. ‘Where is the EU’s nutrient profiling model?’, Food manufacture, laatst bijgewerkt op 19 september 2014. [online via www.foodmanufacture.co.uk]

Gezondheidsrada 2003

Gezondheidsraad, Voedingsmiddelen en –supplementen met claims over gezondheidseffecten, 10 juni 2003/09.

Gezondheidsraad 2005

Gezondheidsraad, Nu met extra bacteriën! Voedingmiddelen met gezondheidsclaims, Signalering ethiek en gezondheid, 29 juni 2005.

Grit 2011

Grit, C., EFSA vooral positief over gezondheidsclaims bij vitamines en mineralen, Waar&Wet, oktober 2011.

Gunneman 2013

Gunneman, C., Gezondheidsclaims op voedingsmiddelen beperkt, verpakkenmagazine, 2013/1.

Havinga & Van Waarden 2013

Havinga, T. & Van Waarden, F. (in opdracht van de wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid) Veilig voedsel: toezicht vertrouwen? Sectorschets toezicht in de

(34)

Hawkes 2004

Hawkes, C., Nutrition labels and health claims: the global regulatory environment, New York: WHO, 2004.

Keuringsraad Kennis & Advies 2015

Keuringsraad Kennis & Advies. Monitoring update t/m juni 2015 [online via www.koagkag.nl].

NPN 2012

NPN, Met de nieuwe Claimswet gaat meer verloren dan goed is voor consument, persbericht NPN. 16 mei 2012.

NVWA 2008

NVWA, Monitoring voedingsclaims 2008.

NVWA 2009

NVWA, Handhaving voedingsclaims 2009.

NVWA 2010

NVWA, Handhaving voedingsclaims 2010, okt 2010.

NVWA 2008

NVWA, Zacht waar het kan. Hard waar het moet. Jaarverslag 2008.

NVWA 2013

NVWA, Verbod op medische claims op levensmiddelen, Informatieblad 2013/79

NVWA

NVWA, Handhaving claimsverordening op ontbijtgranen 2014, 1 juli 2015.

Polderman 2013

(35)

Rijksoverheid

Rijksoverheid, Wat moet er op het etiket van voedingsmiddelen staan? [online via www.rijksoverheid.nl]

Schreuder 2006

Schreuder, S.A.M.M., Gezondheids- en/of medicinale claims als mogelijkheid voor

afzetvergroting van blauw bes voor verse consumptie in Nederland, Praktijkonderzoek Plant

& Omgeving, 2006/15.

Schuch, J. & Co 2014

Schuch, J. & Co, The role of category average reference points and health halos in purchase

intentions of healthy and hedonic food, Advances in Consumer Research, 2014/42.

Tweede Kamer 2008

Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, ingezonden brieven 15 december 2008

Van Boekel (red) 2011

Van Boekel, T. (red), Je bent wat je eet, Stichting Bio- Wetenschappen en Maatschappij, 2011/30.

Van Silfhout 2013

Van Silfhout, M. (in opdracht van de Stichting Maatschappij en Veiligheid), UITGEBEEND

– de strijd om voedselveiligheid, september 2013.

Versluis 2014

Versluis, K., Vitaminen voor de Claim, Gezondgids, juni 2014.

Watsen 2011

Watsen, E., EC dithers over nutrient profiles as timetable slips two years, Food Manufacture, laatst bijgewerkt op 21 januari 2011. [online via www.foodmanufacture.co.uk]

Voedingscentrum 2015

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Niemand heeft er ooit over gedacht om de respectieve bijdragen van de Utrechtse hoogleraren Suijling en Van Brakel te meten door het aantal door hen gepubli- ceerde bladzijden

Gratis producten, misleidende en/of agressieve telefonische verkoop en misleidende gezondheidsclaims maken relatief veel slachtoffers; van vakantieclubs en

Mathieu Pater is een van de muziektherapeuten bij Papageno en doet promotieonderzoek naar de effecten van deze

Indien voorafgaand qan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter bezwqqr is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, knn een verzoek om voorlopige

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

• To determine the differences of individual characteristics (type of contract, gender, age, tenure and qualification) on the psychological contract, job insecurity

192 Grogan AJ firstly determined that all matters where the cause of action falls within the scope of the LRA, and where the LRA provides a remedy, fall

"politieke euthanasie", omdat ons land er niet in was geslaagd de juiste opvang te bieden en pleitte ervoor hem naar een