• No results found

De uitleg van een informatiegarantie naar Nederlands en Engels recht : in een overnamecontract met een entire agreement clause

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De uitleg van een informatiegarantie naar Nederlands en Engels recht : in een overnamecontract met een entire agreement clause"

Copied!
62
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De uitleg van een

informatiegarantie naar

Nederlands & Engels recht

In een overnamecontract met een entire agreement clause

Auteur: Anne Molleman

Studentnummer: 6072798

Begeleider: Mw.Mr.G.C.de Heer

Augustus 2014 Masterscriptie

(2)

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1: Inleiding p. 4

Hoofdstuk 2: De uitleg van een commercieel contract naar Nederlands en Engels recht p. 5

2.1. De uitleg van een commercieel contract naar Nederlands recht p. 5

2.1.1. Wettelijke regels omtrent uitleg van commerciële contracten p. 5

2.1.2. Jurisprudentie op het gebied van uitleg van commerciële contracten p. 6

2.1.2.1. Standaard uitleg p. 7

2.1.2.2. Taalkundige uitleg behoudens tegenbewijs p. 8

2.1.2.3. Geen taalkundige uitleg op voorhand of door tegenbewijs p.10

2.1.3. Taalkundige uitleg onder invloed van een entire agreement clause p.11

2.1.4. De uitleg van een commercieel contract naar Nederlands recht p.12

kort samengevat

2.2. De uitleg van een commercieel contract naar Engels recht p.14

2.2.1. Geen wettelijke regels omtrent uitleg van commerciële contracten p.14

2.2.2. De afschaffing van de parol evidence rule p.14

2.2.3. Jurisprudentie op het gebied van uitleg van commerciële contracten p.15

2.2.3.1. Omstandigheden buiten het contract die mogen worden p.15

meegewogen

2.2.3.2. Omstandigheden buiten het contract die niet mogen worden p.18

meegewogen

2.2.3.3. Omstandigheden binnen het contract, de bewoording p.18

2.2.4. De opkomst van de entire agreement clause (doel, waarde, werking) p.19

2.2.5. De uitleg van een commercieel contract naar Engels recht p.24

kort samengevat

2.3. Rechtsvergelijking p.26

2.3.1. Formalisme – Realisme p.28

2.3.2. Literalisme – Contextualisme p.28

2.3.3. Faciliterende rol van de rechter – regulerende rol van de rechter p.29

2.3.4. Regels (formalisme, literalisme) – Standaarden (realisme, contextualisme) p.30

Hoofdstuk 3: De uitleg van een garantie in een overnamecontract p.32

naar Nederlands en Engels recht

3.1. De uitleg van een garantie in een overnamecontract naar Nederlands recht p.32

3.1.1. De betekenis van een garantie in een overnamecontract p.32

3.1.2. Uitlegregels voor garanties in een overnamecontract p.32

3.1.2.1. De mate waarin een bepaalde eigenschap of een bepaald resultaat

(3)

3.1.3. De uitleg van een garantie in een overnamecontract naar Nederlands

recht kort samengevat p.34

3.2. De uitleg van een garantie in een overnamecontract naar Engels recht p.35

3.2.1. De betekenis van een garantie (‘warranty’) naar Engels recht p.35

3.2.2. Uitlegregels voor garanties in een overnamecontract p.35

3.2.3. De uitleg van een garantie in een overnamecontract naar Engels recht kort p.38

samengevat

3.3. Rechtsvergelijking p.39

Hoofdstuk 4: De uitleg van een informatiegarantie in een overnamecontract p.40

naar Nederlands en Engels recht

4.1. De uitleg van een informatiegarantie in een overnamecontract naar p.40

Nederlands recht

4.1.1. Een informatiegarantie en de mededelings- en onderzoeksplicht p.40

4.1.1.1. De mededelings- en onderzoeksplicht in de zaak Maple Skate/Raps p.43

4.1.1.2. De mededelings- en onderzoeksplicht in de zaak Hoog Catharijne p.44

4.1.1.3. De mededelings- en onderzoeksplicht in de zaak Amodo/ING p.44

4.1.2. De uitleg van een informatiegarantie in een overnamecontract naar p.45

Nederlands recht kort samengevat

4.2. De uitleg van een informatiegarantie in een overnamecontract naar Engels recht p.46

4.2.1. Geen informatiegarantie maar ‘full and fair disclosure’ p.46

4.2.2. ‘Full and fair disclosure’ en de verhouding tussen onderzoek p.46

en mededeling

4.2.3. De uitleg van een informatiegarantie in een overnamecontract p.48

naar Engels recht kort samengevat

4.3. Rechtsvergelijking p.49 Hoofdstuk 5: Conclusie p.50

Bijlage I

p.52

Bijlage II

p.53

Literatuurlijst

p.54

Jurisprudentielijst

p.59

(4)

Hoofdstuk 1: Inleiding

In de fusie-en overnamepraktijk speelt informatie een belangrijke rol. Informatie over de doelvennootschap is de basis voor de koper om de waarde van de doelvennootschap te bepalen.1 Bovendien is informatie van belang om een adequate risicoverdeling te maken.2 Deze risicoverdeling wordt bewerkstelligd door garanties op te nemen in het overnamecontract.3 Met name bij de verkoop van aandelen op naam spelen garanties in het overnamecontract een belangrijke rol omdat de aandelen in handen zijn van een bekende (veelal kleine) groep aandeelhouders die wetenschap heeft omtrent feiten die belangrijk zijn bij de verkoop van de vennootschap.4

In het algemeen bewerkstelligen garanties een risicoverdeling tussen koper en verkoper.5 De informatiegarantie in het bijzonder verdeelt de risico’s omtrent de wetenschap van een koper en verkoper over bepaalde feiten.6 Door middel van garanties en met name een informatiegarantie kan de koper de verkoper dwingen essentiële informatie over de doelvennootschap bekend te maken.7 In de huidige tijd van economische crisis waarin tegenvallend rendement voor de verkoper vaker een reden zal zijn om de vennootschap van de hand te doen, kan met name een informatiegarantie de koper bescherming bieden tegen ontluisterende gebreken.8

In de fusie- en overnamepraktijk wordt bij het opstellen van het overnamecontract regelmatig gebruik gemaakt van standaardbepalingen die hun herkomst vinden in de Angelsaksische rechtspraktijk, zoals bijvoorbeeld een entire agreement clause.9 Problemen die zich kunnen voordoen bevinden zich vooral in de uitlegsfeer van dergelijke bepalingen. 10 De volgende vraag dient zich aan:

‘Biedt de informatiegarantie in een overnamecontract een koper dezelfde bescherming als onder het Engelse recht indien daarin als standaardbepaling een entire agreement clause is opgenomen?’

Om deze vraag te beantwoorden vergelijk ik de uitleg van een informatiegarantie naar Nederlands recht met de uitleg van een informatiegarantie naar Engels recht. De keuze voor een vergelijking van het Nederlandse recht met het Engelse recht is een specifieke keuze omdat het Engelse recht de bron is van de Common Law traditie.11 Door het Nederlandse Civil Law systeem te vergelijken met het

Engelse Common Law systeem komt het contrast tussen beide rechtssystemen waarschijnlijk het sterkst (in hun puurste vorm) naar voren.

In hoofdstuk 2 zal eerst de uitleg van een commercieel contract in algemeen worden geanalyseerd naar Nederlands en Engels recht. Hierbij is ook aandacht voor de invloed van de entire agreement clause op de uitleg van het contract. Vervolgens worden beide rechtsstelsels met elkaar vergeleken. In hoofdstuk 3 wordt de uitleg van een garantiebepaling in een overnamecontract naar Nederlands en Engels recht besproken. In hoofdstuk 4 zal vervolgens de uitleg van een informatiegarantie in een overnamecontract naar Nederlands en Engels recht aan bod komen. Tenslotte zal in de conclusie een antwoord op de onderzoeksvraag worden gegeven.

1 Van Frederikslust 2007, p. 238; zie ook Raaijmakers 2005, p. 129; zie ook Raaijmakers 2002, p. 19-20. 2 Bax 2003, p. 97.

3 Das 2009, p. 83.

4 Berkenbosch & Postma 1989, p.129-130.

5 Van Uchelen 2003, p. 14; zie ook McNaughton & Poxon. 6

Raaijmakers 2002, p. 197.

7 Meijer & Wessels 2009, p. 156; zie ook Schuit 2006, p. 5; zie ook Das 2009, p. 83. 8 Meijer & Wessels 2009, p. 156; zie ook Struycken 2013.

9 Busch & Schelhaas 2007, p. 289; zie ook Drion 2011.

10 Van Schaick 1998; zie ook Drion 2011; zie ook Tjittes 2009, p. 7. 11 Zwalve 2000, p. 82.

(5)

contract naar Nederlands en Engels recht

De informatiegarantie maakt deel uit van een overeenkomst tot verkoop van aandelen. De uitleg van commerciële contracten is onderwerp van dit hoofdstuk. Allereerst zal het Nederlandse recht

geanalyseerd worden, vervolgens het Engelse recht, waarna beide rechtsstelsels met elkaar worden vergeleken. Vaak wordt een entire agreement clause opgenomen in het commerciële contract.12 Welke invloed de entire agreement clause op de uitleg van een contract naar Nederlands en Engels recht heeft, zal eveneens in dit hoofdstuk worden geanalyseerd en vergeleken.

2.1. De uitleg van een commercieel contract naar Nederlands recht 2.1.1. Wettelijke regels omtrent uitleg van commerciële contracten

Het huidige Nederlandse Burgerlijk Wetboek kent anders dan het oude Burgerlijk Wetboek geen expliciete bepalingen die zijn gewijd aan de uitleg van contracten. Belangrijke rechtsregels met betrekking tot de uitleg van contracten uit het oude Burgerlijk Wetboek tot 1992 luidden:13

‘Artikel 1378: ‘Indien de bewoordingen eener overeenkomst duidelijk zijn, mag men daarvan door uitlegging niet afwijken.’

‘Artikel 1379: ‘Indien de bewoordingen eener overeenkomst voor onderscheiden uitlegging vatbaar zijn, moet men veeleer nagaan welke de bedoeling der handelende partijen geweest zij, dan zich aan den letterlijken zin der woorden binden.’

Uitgangspunt was de zuiver taalkundige uitleg.14 Enkel wanneer onduidelijkheid bestond over de betekenis van de woorden, mocht worden gekeken naar de partijbedoeling. Door het Haviltex-arrest ontviel aan artikel 1378 in het oude Burgerlijk Wetboek haar betekenis,15 nu de Hoge Raad had geoordeeld dat de betekenis van woorden pas duidelijk kan worden na uitlegging.16 De uitlegregels zijn bij de vernieuwing van het Burgerlijk Wetboek in 1992 dan ook geschrapt omdat zij deels overbodig en deels door hun te grote algemeenheid onjuist werden bevonden.17

Hoewel in het huidige recht op het eerste gezicht geen expliciete uitlegregels in het wetboek te vinden zijn, zijn deze impliciet wel aanwezig. Dit komt doordat naar Nederlandse recht tussen de eisen van totstandkoming van een contract en de methode van uitleg een onlosmakelijk verband bestaat.18 Bij de totstandkoming en de uitleg van een contract is de wil en het gerechtvaardigde vertrouwen van partijen belangrijk. De één vraagt om een meer subjectieve uitleg, de ander om een meer objectieve uitleg. Beide theorieën zijn verankerd in artikel 3:33 van het Burgerlijk Wetboek respectievelijk artikel 3:35 van het Burgerlijk Wetboek.19

Ook bestaat er een verband tussen de rechtsgevolgen en de uitleg, omdat bij de uitleg van het contract de bedoeling van partijen centraal staat. Hoewel beide theoretisch strikt gescheiden zijn, zal in de praktijk de bedoeling van partijen het rechtsgevolg zijn dat aan de overeenkomst kleeft.20 Het gaat om de aanvullende en beperkende werking van de redelijkheid uit artikel 6:248 van het Burgerlijk

12 Tjittes 2009, p. 9; zie ook Busch & Schelhaas 2007, p. 289; zie ook Drion 2011. 13 Van Schaick 1998.

14 Bierenbroodspot 2008.

15 Bierenbroodspot 2008; Aldus ook Bakker 2011. 16

Van Schaick 1998; HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635 m.nt. Brunner (Ermex c.s./Haviltex)

17 Parl. Gesch. BW Boek 6 1981, p. 916.

18 HR 17 december 1976, NJ 1977, 241 (Bunde/Erckens); HR 5 april 2002, NJ 2003, 124 (ABN AMRO/Malhi). 19 Tjittes 2009, p. 7.

20

Bierenbroodspot 2008, p. 66-67; HR 19 oktober 2007, JOR 2008/23 m.nt. prof. Mr. R.P.J.L. Tjittes (Vodafone/ETC) conclusie van A-G Langemeijer punt 2.12. en noot 8

(6)

De uitleg van een commercieel contract naar Nederlands recht

Wetboek.21 Sommige auteurs maken evenwel geen onderscheid tussen uitleg en de aanvulling en beperking van de redelijkheid en billijkheid.22 Over de al dan niet normerende werking van de

redelijkheid en billijkheid wordt dan ook verschillend gedacht.23 Zo zijn sommigen van mening dat de redelijkheid en billijkheid alleen voor de rechter een kader biedt om zijn oordeel op te baseren.24 Anderen kennen aan de redelijkheid en billijkheid wel degelijk een normerend werking toe op grond waarvan partijen tegenover elkaar staan.25 In dat geval gaat het om de werking van artikel 3:11, 3:12, 6:2 en 6:162 van het Burgerlijk Wetboek.26

In ieder geval zijn de redelijkheid en billijkheid ongeschreven objectief recht en is de rechter verplicht ambtshalve de redelijkheid en billijkheid toe te passen op grond van artikel 25 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.27 Echter: de rechter dient van deze mogelijkheid volgens vaste

jurisprudentie in geval van commerciële contracten terughoudend gebruik te maken omwille van de contractsvrijheid en rechtszekerheid, die vooral bij commerciële partijen belangrijk wordt geacht.28

2.1.2. Jurisprudentie op het gebied van uitleg van commerciële contracten

Op het gebied van uitleg van commerciële contracten is veel rechtspraak tot ontwikkeling gekomen die de subjectieve Haviltexmaatstaf heeft genuanceerd en ingekleurd. Deze rechtspraak is te verdelen in de volgende drie subcategorieën:

Standaard uitleg (2.1.2.1)

- HR 13 maart 1981 (Haviltex)29

- HR 17 september 1993 (Gerritse/HAS)30

- HR 24 september 1993 (Hol/FNV)31

- HR 20 februari 2004 (DSM/FOX)32

Taalkundige uitleg behoudens tegenbewijs (2.1.2.2)

- HR 19 januari 2007 (Meyer Europe/Pontmeyer)33

- HR 29 juni 2007 (Derksen/Homburg)34

- HR 19 oktober 2007 (Vodafone/ETC)35

- HR 9 april 2010 (UPC/Land)36

- HR 4 juni 2010 (Euroland/Gilde)37

Geen taalkundige uitleg op voorhand (fase I) of door tegenbewijs (fase II) (2.1.2.3)

- HR 19 november 2010 (Skare/Flexman)38

- HR 18 november 2011 (ISG/Meropa)39

- HR 5 april 2013 (Lundiform/Mexx)40

- HR 7 februari 2014 (Afvalzorg/Slotereind)41

21 HR 17 februari 2006, NJ 2006, 378 (Royal Sun Alliance); HR 19 oktober 2007, JOR 2008/23 m.nt. R.P.J.L. Tjittes (Vodafone/ETC) 22

Bakker 2011, p. 478; aldus ook Meijer & Wessels, p. 179.

23 Bakker 2011, p. 478.

24 Bakker 2011, p. 478 met verwijzing naar o.a. Koelemeijer 1999, p. 25-31. 25 Bakker 2011, p. 481 met verwijzing naar o.a. Van Schilfgaarde 1999, p. 811 en 814. 26 Bakker 481-482; anders Tjittes 2009, p. 14.

27 HR 19 oktober 2007, JOR 2008/23 m.nt. R.P.J.L. Tjittes (Vodafone/ETC) noot 6.

28 Schelhaas 2008, p. 6-7onder verwijzing naar HR 31 december 1993, NJ 1995, 389 (Matatag/De Schelde) en HR HR 15 oktober 2004, NJ

2005, 141 (GTI/Zürich); zie ook Meijer & Wessels 2009, p. 143, 178 en 179; zie ook Te Ronde 2008; zie ook Wissink 2011, p. 599.

29 HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635 m.nt. Brunner (Ermex c.s./Haviltex) 30 HR 17 september 1993, NJ 1994, 173 (Gerritse/HAS)

31 HR 24 september 1993, NJ 1994,174 (Hol/FNV) 32

HR 20 februari 2004, NJ 2005,493 mt.n. Du Perron (DSM/FOX)

33

HR 19 januari 2007, JOL 2007,38 (Meyer Europe/Pontmeyer B.V.)

34 HR 29 juni 2007, JOR 2007/198 (Derksen/Homburg)

35 HR 19 oktober 2007, JOR 2008/23 m.nt. R.P.J.L. Tjittes (Vodafone/ETC) 36 HR 9 april 2010, RvdW 2010,511 (UPC/Land c.s.) 37 RCR 2010/58 (Euroland/Gilde) 38 HR 19 november 2010, NJ 2010/623 (Skare/Flexman) 39 HR 18 november 2011, RCR 2012/8 (ISG/Meropa) 40 HR 5 april 2013, RvdW 2013/521 (Lundiform/Mexx)

(7)

2.1.2.1. Standaard uitleg

De Hoge Raad maakte in 1981 plaats voor een nieuwe uitlegmaatstaf: de Haviltexmaatstaf.42 De Hoge Raad overwoog:

‘De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van pp. [partijen] is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die pp. [partijen] in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen pp. [partijen] behoren en welke rechtskennis van zodanige pp. [partijen] kan worden verwacht.’43

Deze maatstaf werd het nieuwe uitgangspunt.44 De Haviltexmaatstaf strekt tot een reconstructie van de gemeenschappelijke bedoeling van partijen bij de rechtshandeling.45 Wanneer beide partijen iets anders bedoelen dan de tekst verwoordt, prevaleert de bedoeling.46 Latere arresten nuanceren de subjectieve Haviltexmaatstaf.

In geval van een overeenkomst waarbij geen van de partijen betrokken is geweest bij de totstandkoming daarvan of wanneer de overeenkomst eenzijdig tot stand is gekomen, geldt een

grammaticale uitleg. De grammaticale uitleg wordt ook wel de CAO-norm genoemd.47 De CAO-norm

noem ik enkel voor de volledigheid. Ik laat haar verder onbesproken omdat bij een overeenkomst tot verkoop van aandelen beide partijen, koper en verkoper, betrokken zijn bij de totstandkoming.48 Het standaard arrest op het gebied van uitleg is DSM/Fox.49 In de zaak DSM/Fox maakte de Hoge Raad duidelijk dat er geen strikt verschil bestaat tussen de CAO norm en de Haviltexmaatstaf omdat zij beide dezelfde oorsprong hebben. De Hoge Raad oordeelde dat er geen tegenstelling maar een vloeiende overgang bestaat tussen beide interpretatiemethoden:

‘De hiervoor in 4.2 – 4.4 [HR Haviltex en HR Gerritse/HAS] weergegeven rechtspraak heeft als gemeenschappelijke grondslag dat bij de uitleg van een schriftelijk contract telkens van beslissende betekenis zijn alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen. Ten behoeve van de werkbaarheid voor de praktijk en van de testbaarheid van het rechterlijk oordeel in cassatie, heeft de Hoge Raad een uitwerking van die vage norm gegeven voor de boven aangegeven, in het maatschappelijk verkeer vaak voorkomend typen van gevallen. In deze typologie heeft de CAO-norm betrekking op geschriften en verhoudingen waarvan de aard meebrengt dat bij die uitleg in beginsel objectieve maatstaven centraal dienen te staan.’50

41 HR 7 februari 2014, JIN 2014/67 (Afvalzorg/Slotereind)

42 HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635 m.nt. Brunner (Ermex c.s./Haviltex) 43

HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635 m.nt. Brunner (Ermex c.s./Haviltex) cassatiemiddel VI r.o. 2

44 Bierenbroodspot 2008; Bakker 2011; Tjittes 2009; Van Schaick 1998. 45 Van Schaick 1998; zie ook Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-III 2014/362. 46 HR 1 december 2000, NJ 2001, 196 (Bruin/NVC); zie ook Keijzer 2013 p. 115. 47 HR 17 september 1993, NJ 1994, 173; HR 24 september 1993, NJ 1994, 174. 48 Tjittes 1994, p. 412.; aldus ook Tjittes 2005.

49

Tjittes 2009, p. 8 en RJT 2012 2012.

50

(8)

De uitleg van een commercieel contract naar Nederlands recht

De Hoge Raad voegt hier nog aan toe dat:

‘[…] zowel aan de CAO-norm als aan de Haviltexnorm de gedachte ten grondslag ligt dat de uitleg van een schriftelijk contract niet dient plaats te vinden op grond van alleen maar de taalkundige betekenis van de bewoordingen waarin het is gesteld. In praktisch opzicht is de taalkundige betekenis die deze bewoordingen, gelezen in de context van dat geschrift als geheel, in (de desbetreffende kring van) het maatschappelijke verkeer normaal gesproken hebben, bij de uitleg van dat geschrift vaak wel van groot belang.’51

In de zaak DSM/Fox benadrukte de Hoge Raad dat taaluitingen slechts in hun context kunnen worden begrepen, zodat voor een zuiver taalkundige uitleg nooit plaats kan zijn.52 De zaak DSM/FOX maakte de praktijk bewust van de genuanceerde Haviltexmaatstaf naast de subjectieve Haviltexmaatstaf die al was aanvaard.53 Zoals Du Perron het zegt in zijn noot bij het DSM/Fox arrest:

‘De stelregel blijkt een meta-regel te zijn, die niet direct iets zegt over de manier waarop de uitleg in een concreet geval moet geschieden. Voorafgaand aan de keuze van de uitlegmethode die in een concreet geval moet worden gevolgd, moeten alle omstandigheden in het licht van redelijkheid en billijkheid worden beschouwd. Op grond daarvan moeten het uitlegdoel en de uitlegmethode worden gekozen die voor het concrete geval het meest geëigend zijn, waarbij voor de meest voorkomende typen gevallen in de vorm van de zuivere Haviltexmaatstaf en de cao-maatstaf standaard oplossingen bestaan.’54

De vraag dient zich nu aan hoe de omstandigheden in het geval van een commercieel contract in het licht van de redelijkheid en billijkheid moeten worden gewaardeerd.

2.1.2.2. Taalkundige uitleg behoudens tegenbewijs

Een objectieve uitleg aan de hand van de tekst is indien het commercieel zorgvuldig tot stand is gekomen, zoals blijkt uit de rechtspraak die volgt, het uitgangspunt.55 Een belangrijk arrest voor de uitleg van commerciële contracten is Meyer Europe/Pont Meyer.56 De Hoge Raad onderschrijft de vier omstandigheden die het hof als uitgangspunt had genomen om bij de uitleg van het contract aan de taalkundige betekenis van de bewoordingen - behoudens tegenbewijs - een op voorhand beslissend gewicht toe te kennen:

- De aard van de transactie.

- De omvang en gedetailleerdheid van het contract. - De wijze van totstandkoming van het contract.

- De aanwezigheid van een entire agreement clause in het contract. 57

In de zaak Meyer Europe/Pontmeyer bestond gelijkheid in de mate van deskundigheid tussen partijen.58 Door Van Schaick wordt gesteld dat de subjectieve Haviltexmaatstaf alleen een oplossing biedt wanneer er ongelijkheid bestaat tussen partijen.59 Hij stelt dat, wanneer de verantwoordelijkheid voor de dubbelzinnigheid van het beding uiteindelijk gelijk is, het niet redelijk lijkt om voorrang te geven aan de betekenis die door de ene partij wordt verdedigd, maar door de andere partij wordt

51 HR 20 februari 2004, NJ 2005,493 mt.n. Du Perron (DSM/FOX) r.o. 4.5.

52 Breeman 2012; zie ook noot Brunner HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635 (Ermex c.s./Haviltex). 53 Tjittes 2009, p. 18; aldus ook Wissink 2004; Wissink 2011, p. 587.

54

HR 20 februari 2004, NJ 2005, 493 m.nt. Du Perron (DSM/FOX).

55

Keijzer 2013; Tjittes 2009, p. 11.

56 HR 19 januari 2007, JOL 2007,38 (Meyer Europe/Pontmeyer B.V.). 57 HR 19 januari 2007, JOL 2007,38 (Meyer Europe/Pontmeyer B.V.) r.o. 3.4.3.

58 HR 19 januari 2007, JOL 2007,38 (Meyer Europe/Pontmeyer B.V.) conclusie punt 2. (feiten). 59 Van Schaick 1998.

(9)

bestreden.60 Een objectieve uitleg zou ook volgens Van Schaick in dit geval om die reden op zijn plaats zijn.

Volgens Tjittes daarentegen houdt de gewone uitleg volgens de Haviltexmaatstaf een subjectieve- objectieve uitleg in.61 Daarbij plaatst hij de uitleg van het contract in het spoor van de bepalingen omtrent de wils-vertrouwensleer verankerd in artikel 3:33 en 3:35 van het Burgerlijk Wetboek.62 In de omstandigheden die hierboven zijn genoemd weegt in die zin het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij zwaarder dan de wil der partijen. Een commerciële partij dient zelf het risico te dragen indien de tekst van het contract zijn of haar bedoeling niet goed verwoordt.63

Hierbij zij opgemerkt dat de keuze voor een voorshands grammaticale uitleg van commerciële contracten een bevoegdheid van de rechter betreft en geen verplichting.64 Immers alleen het toepassen van de Haviltexmaatstaf is een verplichting.65 Dit is positief omdat op die manier kan worden

ingespeeld op ontwikkelingen in de maatschappij en uitlegregels op die manier nooit achterhaald kunnen raken.66 Maar voor een uniforme toepassing van het recht is de Haviltexmaatstaf minder geschikt. Uniforme toepassing vereist een objectieve norm.67

De Hoge Raad bevestigt de objectieve uitlegmethode voor zorgvuldig tot stand gekomen commerciële contracten in zijn latere arresten Derksen/Homburg68 en Euroland/Gilde69 waarin het ging om de uitleg van een vaststellingsovereenkomst respectievelijk een afstandsovereenkomst.70

Hoewel de taalkundige uitleg (behoudens tegenbewijs) voor zorgvuldig tot stand gekomen

commerciële contracten sinds Meyer Europe/Pontmeyer uitgangspunt is, had de Hoge Raad inzake Vodafone/ETC71 waarin het ook ging om de uitleg van een commercieel contract om tweeërlei reden een ander oordeel. Allereerst overwoog de Hoge Raad dat het hof met de in beginsel taalkundige uitleg de verkeerde maatstaf had toegepast bij de uitleg van de algemene voorwaarden omdat daarover niet is onderhandeld.72 Daarnaast oordeelde de Hoge Raad dat het hof bovendien heeft miskend:

‘[…] dat de rechten en verplichtingen van partijen ten opzichte van elkaar niet alleen bepaald worden door hetgeen zij uitdrukkelijk zijn overeengekomen, doch ook door de redelijkheid en billijkheid die hun rechtsverhouding beheerst. Op grond daarvan moeten zij hun gedrag mede laten bepalen door de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij. Dit kan in het

onderhavige meebrengen dat ETC geen oneigenlijk gebruik mocht maken van het beltegoed omdat zij wist of had behoren te beseffen dat dit gebruik in de overeenkomst niet was verdisconteerd, en dat dit gebruik Vodafone onaanvaardbaar benadeelde.[…]’73

Uit dit arrest blijkt dat ook een commercieel contract, ongeacht de gekozen uitlegmethode, nimmer mag worden misbruikt.74 Het ging hier om de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid op grond van artikel 6:248 lid 1 Burgerlijk Wetboek. Zoals eerder gezegd is het in de praktijk moeilijk om een onderscheid te maken tussen de uitleg van de overeenkomst en het aanvullen of beperken van

60 Van Schaick 1998. 61 Tjittes 2009, p. 8. 62 Tjittes 2009, p. 8. 63 Tjittes 2009, p. 26.

64 Tjittes 2009, p. 27; HR 19 januari 2007, JOL 2007,38 (Meyer Europe/Pontmeyer B.V.) r.o. 3.4.3.; HR 29 juni 2007, JOR 2007/19

(Derksen/Homburg) r.o. 4.1.3.

65 Tjittes 2009, p. 27; aldus ook Wissink 2011, p. 591. 66 DiMatteo 2012 2012, p. 37.

67 Tjittes 2009, p. 18.

68 HR 29 juni 2007, JOR 2007/198 (Derksen/Homburg). 69 HR 10 juni 2010, RCR 2010/58 (Euroland/Gilde). 70 Derksen Homburg JOR 2007/198 noot 1.

71 HR 19 oktober 2007, JOR 2008/23 m.nt. R.P.J.L. Tjittes (Vodafone/ETC). 72 Tjittes 2009, p. 27-30; Vgl. Van Schaick 1998.

73 HR 19 oktober 2007, JOR 2008/23 m.nt. R.P.J.L. Tjittes (Vodafone/ETC) r.o. 3.5. 74 Tjittes 2009. p. 30.

(10)

De uitleg van een commercieel contract naar Nederlands recht

haar rechtsgevolgen op grond van de redelijkheid en billijkheid die in de wet is verankerd.75 Dit onderscheid wordt nog moeilijker omdat de Hoge Raad in DSM/FOX overwoog dat ook bij de uitleg van de overeenkomst de redelijkheid en billijkheid als maatstaf geldt.76

Zoals gezegd zijn commerciële contracten vaak opgesteld volgens Anglo-Amerikaanse model.77 Een interessant arrest in dit kader is UPC/Land.78 In dit arrest bevestigde de Hoge Raad de uitspraak van het hof. Het hof had binnen de Haviltexmaatstaf geoordeeld dat een zwaar gewicht toekomt aan de taalkundige betekenis van de in de desbetreffende overeenkomst gebruikte bewoordingen omdat:79

‘(…) met name aan de zijde van de Cignal-aandeelhouders – een groot aantal partijen bij de totstandkoming van deze overeenkomst was betrokken, dat de Cignal-aandeelhouders allen afkomstig zijn uit de Verenigde Staten, dat de overeenkomst is opgesteld in de Engelse taal en dat daarin volgens de Anglo-Amerikaanse rechtstraditie de afspraken tussen partijen tot in detail zijn vastgelegd (…).’80

Hieruit blijkt dat men binnen de Haviltexmaatstaf rekening kan houden met culturele of sectorale voorkeuren voor een tekstuele uitleg.81 Wanneer partijen weten hoe het Engelse juridische begrippenkader in elkaar steekt, mogen zij in dergelijke zeldzame gevallen verwachten dat het overnamecontract volgens de Engelse methode wordt uitgelegd, ook waar Nederlands recht van toepassing is.82

2.1.2.3. Geen taalkundige uitleg op voorhand of door tegenbewijs

In de zaak Lundiform/Mexx83 leek de Hoge Raad aan bepaalde omstandigheden gewicht toe te kennen

die er toe leiden dat een commercieel contract niet taalkundig dient te worden uitgelegd.84 De Hoge Raad overwoog dat op grond van de volgende stellingen van Lundiform, de door het hof genoemde reden vervalt om bij de uitleg van de overeenkomst groot gewicht toe te kennen aan de bewoording van de tekst. 85 Van belang werd geacht dat: 86

- Partijen niet over de schriftelijke overeenkomst hadden onderhandeld, en in het bijzonder niet over het beding dat hier relevant is.

- Lundiform bij de totstandkoming van de overeenkomst niet werd bijgestaan door juristen. - Het modelcontract was opgesteld door de juridische afdeling van Mexx.87

Hoewel voor met zorg gesloten commerciële contracten een taalkundige uitleg gerechtvaardigd lijkt en de rechter vaak op voorhand de taalkundige uitleg kiest, benadrukte de Hoge Raad in zijn onlangs gewezen arrest in de zaak Afvalzorg/Slotereind88 nogmaals dat:89

75 Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-III 2014/402; zie ook Bakker 2011; en HR 19 oktober 2007, JOR 2008/23 m.nt. R.P.J.L. Tjittes

(Vodafone/ETC) 2.12 conclusie Langemeijer.

76 HR 19 oktober 2007, JOR 2008/23 m. nt. R.P.J.L. Tjittes (Vodafone/ETC) noot 8; HR 20 februari 2004, NJ 2005, 493 (DSM/FOX) r.o.

4.5. 77 Drion 2011. 78 HR 9 april 2010, RvdW 2010,511 (UPC/Land c.s.) 79 Idem r.o. 3.3. 80 Idem r.o. 3.3. 81 Wissink 2011, p. 593. 82 Tjittes 2008 p. 119. 83 HR 5 april 2013, RvdW 2013/521 (Lundiform/Mexx). 84 Piet 2013, p. 175.

85 Keijzer 2013; aldus ook Piet 2013, p. 174 . 86 idem

87 HR 5 april 2013, RvdW 2013/521 (Lundiform/Mexx) r.o. 3.4.3. 88

HR 7 februari 2014, JIN 2014/67 (Afvalzorg/Slotereind).

89

(11)

‘[…] Ook indien groot gewicht toekomt aan de taalkundige betekenis van gekozen

bewoordingen, de overige omstandigheden van het geval steeds kunnen meebrengen dat een andere (dan de taalkundige betekenis) aan de bepalingen van de overeenkomst moet worden gehecht. Beslissend blijft aldus de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over een weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.[…]’90

De Hoge Raad gaat zelfs nog een stapje verder en oordeelde dat de Haviltexmaatstaf in het geval van een commercieel contract zelfs een vergaande afwijking van de tekst kán inhouden:

‘[…] Dit is niet zonder meer anders waar een beding verstrekkende gevolgen heeft, zoals een vervalbeding, of waar het een overeenkomst tussen twee professionele partijen betreft die zich hebben laten bijstaan door externe, ter zake kundige juridische adviseurs.[…]’91

Er zijn blijkbaar twee stadia te onderscheiden.92 Eerst dient de rechter te beoordelen of aan de taalkundige uitlegmethode groot gewicht toekomt.93 Het bestaan van dit eerste stadium volgde al eerder uit de arresten HR Skare/Flexman94 en HR ISG/Meropa.95 Daarna staat dit oordeel nog open voor tegenbewijs dat een andere dan de taalkundige uitleg moet worden toegepast waarbij volgens het arrest HR Melfund Wagram96 aan het bewijsaanbod in beginsel geen bijzondere eisen mogen worden gesteld.97

2.1.3. Taalkundige uitleg onder invloed van een entire agreement clause

Een entire agreement clause houdt letterlijk in dat de overeenkomst waarvan de bepaling deel uitmaakt de gehele overeenkomst tussen partijen weergeeft.98 Op het eerste gezicht is het daarom vreemd dat de Hoge Raad in de zaak Meyer Europe/Pontmeyer99 en het hof in de zaak IPG

Nederland/My Point100 aan de entire agreement clause waarde hecht om aan de objectieve uitleg groot gewicht toe te kennen. Een entire agreement clause begrenst immers alleen het object van de uitleg en regelt niets over de uitleg zelf.101 Wel kan worden gesteld dat door een entire agreement clause op te nemen in een zorgvuldig tot stand gekomen commercieel contract partijen belang hechten aan de tekst van het uiteindelijke contract.102 Commerciële partijen nemen dan ook vaak een entire agreement

clause op om de rechtszekerheid te bevorderen omtrent de uitleg.103

90 HR 7 februari 2014, JIN 2014/67, (Afvalzorg/Slotereind) r.o. 4.2.2. 91 Idem r.o. 4.2.2.

92 Piet 2013. 93 Idem, p. 174.

94 HR 19 november 2010, NJ 2010/623 (Skare/Flexman) r.o. 3.4.1. 95 HR 18 november 2011, RCR 2012/8 (ISG/Meropa) r.o. 3.3.2. 96 HR 29 juni 2013, NJB 2012/1611 (Melfund/Wagram). 97 Piet 2013, pag. 174.

98

Tjittes 2009, p. 28.

99 HR 19 januari 2007, NJ 2007, 575 (Meyer Europe/Pontmeyer B.V.).

100 Hof Amsterdam 14 februari 2012, ECLI:NL:GHAMS:2012:BV7744 (IPG Nederland/My Point). 101 Tjittes 2008; aldus ook Busch & Schelhaas 2007, p. 289.

102 Tjittes 2009, p. 28; aldus ook Tjittes 2007, p. 420 en 423; zie ook Busch & Schelhaas 2007, p. 299. 103 Schelhaas 2008, p. 289.

(12)

De uitleg van een commercieel contract naar Nederlands recht

Zoals eerder gezegd geldt de Haviltexmaatstaf na HR Meyer Europe/Pontmeyer ook in geval van commerciële contracten onverkort en op die manier oordeelde de Hoge Raad in de zaak

Lundiform/Mexx dat:

‘Opmerking verdient dat een ‘entire agreement clause’ een relevante omstandigheid kan zijn bij de uitleg van een overeenkomst waarvan deze clause deel uitmaakt [vgl. HR Meyer Europe/Pontmeyer]. Welke betekenis aan een dergelijke clause toekomt, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de bewoordingen van de clause, de aard, de inhoud, de strekking en de mate van gedetailleerdheid van de overeenkomst waarvan de clause deel uit maakt, en de wijze waarop de clause tijdens de onderhandelingen ter sprake is gekomen en onderdeel van de overeenkomst is geworden.

Daarbij zij aangetekend dat een ‘entire agreement clause’ op zichzelf geen uitlegbepaling is. De clause heeft een specifieke herkomst en functie in de Anglo-Amerikaanse rechtssfeer, en heeft naar Nederlands recht niet zonder meer een bijzondere betekenis.’104

Uit Lundiform/Mexx blijkt dat niet veel waarde wordt gehecht aan de entire agreement clause wanneer deze geen onderdeel uitmaakt van een gedetailleerd en omvangrijk contract.105 Daarbij was de entire agreement clause als standaardbepaling in een modelcontract toegevoegd door de juridische afdeling van Mexx.106 Het was hier anders dan in de zaak Meyer Europe/Pontmeyer niet de bedoeling van partijen om groot gewicht toe te kennen aan de tekst van het contract of de bepaling.

Zoals blijkt uit Lundiform/Mexx dient de betekenis van een entire agreement clause naar Nederlands recht net als elke andere contractsbepaling achterhaald te worden door middel van uitleg aan de hand van de Haviltexmaatstaf.107 De entire agreement clause beperkt daarom alleen het object van uitleg, maar impliceert niet dat de woorden binnen het contract objectief dienen te worden uitgelegd.108 De

entire agreement clause is binnen de Haviltexmaatstaf zoals blijkt uit de zaak Meyer

Europe/Pontmeyer enkel een indicator in de richting van de taalkundige uitleg.109 Uit Lundiform/Mexx blijkt dat de waarde die aan een entire agreement clause naar Nederlands recht wordt gehecht, beperkt kan zijn.110

2.1.4. De uitleg van een commercieel contract naar Nederlands recht kort samengevat

In het recent gewezen arrest Afvalzorg/Slotereind111 benadrukt de Hoge Raad dat de Haviltexmaatstaf onverkort geldt bij de uitleg van commerciële contracten naar Nederlands recht. Er lijken twee stadia te onderscheiden bij de uitleg van commerciële contracten. 112 In het eerste stadium beoordeelt de rechter of bij de uitleg van het commerciële contract op voorhand (behoudens tegenbewijs) groot gewicht toekomst aan de tekst van het contract. Dit volgt uit het arrest Meyer Europe/Pontmeyer113 in navolging van Derksen/Homburg114 en Euroland/Gilde.115

104 HR 5 april 2013, RvdW 2013/512 (Lundiform/Mexx) r.o. 3.5.3. 105 HR 5 april 2013, RvdW (Lundiform/Mexx) r.o. 3.5.3. 106 HR 5 april 2013, RvdW 2013/521 (Lundiform/Mexx) r.o. 3.4.3. 107 HR 5 april 2013, RvdW 2013/512 (Lundiform/Mexx) r.o. 3.5.3.

108 Tjittes 2009, p. 28; zie ook Tjittes 2005 p. 24-25, p. 2; zie ook Busch & Schelhaas 2007 p. 299 109

HR 19 januari 2007, JOL 2007,38 (Meyer Europe/Pontmeyer B.V.) r.o. 3.4.3.

110 Tjittes 2005 p. 24-25.

111 HR 7 februari 2014, JIN 2014/67 (Afvalzorg/Slotereind). 112 Piet 2013, p. 174.

113 HR 19 januari 2007, JOL 2007,38 (Meyer Europe/Pontmeyer B.V.). 114 HR 29 juni 2007, JOR 2007/198 (Derksen/Homburg).

(13)

Daarentegen dient een commercieel contract dat niet met zorg is opgesteld niet op voorhand objectief te worden uitgelegd. Dit blijkt uit het arrest Lundiform/Mexx.116

Partijen kunnen na het passeren van het eerste stadium alsnog bewijs aandragen dat pleit voor een subjectieve uitleg.117 Aan dit bewijs worden geen bijzondere eisen gesteld. Dit blijkt uit het arrest

Melfund/Wagram.118

Daarnaast kan binnen de Haviltexmaatstaf aan de taalkundige betekenis van de bewoording groot gewicht toekomen wanneer partijen weten hoe het Engelse juridische begrippenkader in elkaar steekt. Partijen mogen dan verwachten dat het overnamecontract volgens de Engelse methode wordt

uitgelegd.119 Dit blijkt uit het arrest UPC/Land.120

Ook de aanvullende en beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid kan van toepassing zijn bij het bepalen van de rechtsgevolgen van een commercieel contract.121 Blijkens Vodafone/ETC mag ook een commercieel contract dat een leemte laat nimmer worden misbruikt.122

Tenslotte blijkt dat de entire agreement clause niet per definitie pleit voor een objectieve uitleg.123 Wat de werking van de entire agreement clause precies is, zal moeten worden beoordeeld in het licht van de omstandigheden van het geval.124 In het geval van een met zorg opgesteld commercieel contract zoals in de zaak Meyer Europe/Pontmeyer lijkt de clausule wel te pleiten voor een meer objectieve uitleg, omdat partijen hebben beoogd de gehele overeenkomst in het document vast te leggen en dus grote waarde hechten aan de uiteindelijke tekst van het contract.125

116 HR 5 april 2013, RvdW 2013/521 (Lundiform/Mexx) r.o. 3.4.3.

117 Piet 2013, p. 174; HR 19 januari 2007, JOL 2007. 38 (Meyer Europe/Pontmeyer B.V.). 118 9 november 2012, JOR 2012/317 (Melfund/Wagram) r.o. 3.5.2.

119 Tjittes 2008 p. 119.

120 HR 9 april 2010, RvdW 2010,511 (UPC/Land c.s.).

121 HR 19 oktober 2007, JOR 2008/23 m.nt. R.P.J.L. Tjittes (Vodafone/ETC). 122 Tjittes 2009, p. 30.

123 Tjittes 2005.

124 HR 5 april 2013, RvdW 2013/512 (Lundiform/Mexx) r.o. 3.5.3.

125 HR 19 januari 2007, JOL 2007,38 (Meyer Europe/Pontmeyer B.V.) r.o. 3.4.3.;Tjittes 2009, p. 28; aldus ook Tjittes 2007, p. 420 en 423;

(14)

De uitleg van een commercieel contract naar Engels recht

2.2. De uitleg van een commercieel contract naar Engels recht

2.2.1. Geen wettelijke regels omtrent uitleg van commerciële contracten

In tegenstelling tot het Nederlandse contractenrecht is het Engelse contractenrecht niet gecodificeerd. Het Engelse contractenrecht is hoofdzakelijk te vinden in ‘the common law of contracts’ oftewel de uitspraken van rechters; precedenten.126 In verband met het beperkte bestek van deze scriptie leidt het te ver om het Engelse recht op dit punt uitputtend te beschrijven, maar noemenswaardig is vooral het onderscheid dat wordt gemaakt tussen rechtspraak naar ‘common law’ en naar ‘equity’. Common law en equity waren van oudsher processueel gescheiden. Sinds 1875 is er geen processuele scheiding meer, maar materieel rechterlijk is er nog steeds een duidelijk onderscheid tussen common law en

equity.127

Equity is enigszins vergelijkbaar met de beperkende en aanvullende werking van de redelijkheid en

billijkheid zoals bekend in de Nederlandse rechtstraditie.128 Bij het beoordelen van een rechtsvordering gestoeld op equity komt aan de rechter grote discretie toe.129 De vordering die is ingesteld op grond van common law wordt meestal van rechtswege toegewezen, de rechter hoeft hier geen normatief oordeel over te vormen.130

In verband met de objectieve uitleg, die in Engeland heersende leer is, speelt equity een belangrijke rol. De objectieve uitleg gaat uit van gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij.131 Echter wanneer de wederpartij niet in good faith is, kan een beroep worden gedaan op equity (of

misrepresentation).132 In dat geval is er ruimte voor een subjectieve uitleg.133 Hierbij zij opgemerkt dat de hiervoor genoemde good faith, die naar Engels recht nodig is om een overeenkomst aan te gaan, niet hetzelfde inhoudt als de goede trouw naar Nederlands recht. 134

2.2.2. De afschaffing van de parol evidence rule

Van oudsher staat het Engelse recht sceptisch tegenover de betrouwbaarheid van mondelinge

verklaringen.135 Hierdoor ontstond de parol evidence rule.136 De parol evidence rule hield kort gezegd in dat wanneer de woorden van het contract duidelijk waren geen bewijs kon worden aangedragen dat de bedoeling van partijen anders was.137

In 1986 heeft de Engelse Law Commission voorgesteld de parole evidence rule niet meer op te vatten als een regel van materieel recht, maar de schriftelijke formulering van de overeenkomst, behoudens tegenbewijs door middel van extrinsic evidence, te beschouwen als behelzende de gehele

overeenkomst die tussen partijen is gesloten.138 Op de afschaffing van de parol evidence rule is veel kritiek gekomen. De parol evidence rule leek gerechtvaardigd. Zo stelt Davies dat het redelijk is om

extrinsic evidence buiten beschouwing te laten omdat fouten in de onderhandelingen niet automatisch

fouten in de uiteindelijke tekst van de overeenkomst betekenen.139

126 Chitty 31st ed. 1-003; zie ook Zwalve 2000, p. 493. 127 Zwalve 2000, p. 57.

128 Hondius 2014/25; zie ook Ermers, p. 322; zie ook Veenstra 2009 129 Zwalve 2000, p. 57. 130 Zwalve 2000, p. 57. 131 DiMatteo 2012, p. 31. 132 Calnan 2013, p. 100. 133 DiMatteo 2012 2012, p. 31. 134 Chitty 31st ed. 1-039. 135 Zwalve 2000, p. 572. 136 Idem, p. 575. 137 McCamus 2005, p. 195

138 Zwalve. p. 574; zie ook Calnan 2013, p. 25; zie ook Law Com No 154 at 2.45 139 Davies 1992; aldus ook McLauchan 2012.

(15)

In het huidige Engelse recht wordt de parol evidence rule dus niet meer als traditionele - harde - regel toegepast. De parole evidence rule speelt nu nog slechts een mogelijke rol wanneer partijen

uitdrukkelijk zijn overeengekomen dat de overeenkomst hun gehele overeenkomst bevat door middel van een entire agreement clause.140

2.2.3. Jurisprudentie op het gebied van uitleg van commerciële contracten

Op het gebied van uitleg van contracten naar Engels recht is Investors Compensation Scheme Limited v Bromwich Building Society (ICS)141 sinds 1998 de standaardzaak.142 In deze zaak worden de algemene gezichtspunten in het Engelse recht wat betreft de uitleg van contracten (‘interpretation’) omschreven.143 Het citaat uit de ICS-zaak waarin Lord Hofmann aangeeft hoe uitleg van contracten dient plaats te vinden, is opgenomen in Bijlage I. Voor wat betreft de omstandigheden die een rol spelen bij de uitleg van een commercieel contract kan uit de ICS-zaak een drietal soort

omstandigheden worden onderscheiden:144

Omstandigheden buiten het contract die mogen worden meegewogen (ICS 1+2) (2.2.3.1)

Omstandigheden buiten het contract die niet mogen worden meegewogen (ICS 3) (2.2.3.2)

Omstandigheden binnen het contract ( ICS 4+5) (2.2.3.3)

Bij de bespreking van deze omstandigheden komen tien principes naar voren die in het Engelse recht gelden bij de uitleg van een overeenkomst. Deze principe zijn ontleent aan ‘Principles of contractual

interpretation’ geschreven door R. Calnan. Een overzicht is opgenomen in Bijlage II.

2.2.3.1. Omstandigheden buiten het contract die mogen worden meegewogen

De objectieve maatman145

In het Engelse recht is voor de uitleg van contracten de verwachting van de redelijke persoon - met als doel het achterhalen van de partijbedoeling - het uitgangspunt.146 De manier waarop de rechter de bedoeling van partijen benaderd is door aansluiting te zoeken bij een objectieve factor, geabstraheerd van de subjectieve bedoeling van partijen;147 de redelijke persoon als objectieve maatman.148 De ratio hierachter is de redelijke verwachting die gerechtvaardigd is.149

Indien de subjectieve partijbedoeling een andere is dan de verwachting van de objectieve maatman die redelijkerwijs uit de tekst gelezen kan worden, prevaleert vrijwel altijd de laatste.150 De tekst zal voor de rechter de voornaamste bron zal zijn om de objectieve bedoeling van partijen te achterhalen.151 De objectieve maatman is een niet vaststaand begrip, maar eerder een standaard waaraan gemeten wordt.152 De uitleg naar redelijkheid die door het open karakter van de maatman ontstaat, dient echter niet zover te gaan dat de rechter het door hem meest gewenste (of rechtvaardige) resultaat in de plaats stelt van wat partijen zijn overeengekomen.153 Dat zou de uitkomst van de onderhandeling kunnen

140 Zwalve 2000, p. 574; aldus ook Chitty 31st ed.12-103; aldus ook Calnan 2013, p. 43.

141 House of Lords (Verenigd Koninkrijk) 19 juni 1997, Investor Compensation Scheme Ltd v. West Bromwich Building Society [1998] 1

WLR 896.

142 Veenstra 2009; zie ook Buxton 2010, p. 254; zie ook Calnan 2013 p. 6. 143

Nicholls 2005.

144 Veenstra 2009. 145 Tjittes 2009, p. 14. 146 Calnan 2013: Principle 1.

147 Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-III 2013/355. 148 Steyn 1997, p. 400.

149

Steyn 1997, p. 400.

150 Steyn 1997 ; zie ook Veenstra 2009.

151 Calnan 2013, Principe 2; zie ook Staughton 2003. 152 Steyn 1997.

(16)

De uitleg van een commercieel contract naar Engels recht

frustreren.154 Zo benadrukt ook Lord Mustill in de zaak Charter Reinsurance Co Ltd v. Fagan155 waarin het ging om de uitleg van de woorden ‘sum actually paid’:

‘In the end, however, the parties must be held to their bargain.’156

In deze zaak werd afgeweken van de normale betekenis van de woorden en geoordeeld dat vorderingen die nog niet waren betaald, maar wel opeisbaar en bepaalbaar waren, ook onder ‘sum

actually paid’ moesten worden geschaard.157 Context

Bij het achterhalen van de objectieve verwachting van de redelijke persoon, de objectieve maatman zal aansluiting worden gezocht bij de achtergrond waartegen het contract is gesloten.158 Sinds ICS is de tekt-in-contextuitleg de heersende leer.159 In de zaak in Rainy Sky SA v. Kookmin Bank160 waarin het ging om de interpretatie van een bepaling in een bankgarantie oordeelde de Supreme Court dat:

‘The language used by the parties will often have more than one potential meaning. I would accept the submission made on behalf of the appellants that the exercise of construction is essentially one unitary exercise in which the court must consider the language used and ascertain what a reasonable person, that is a person who has all the background knowledge which would reasonably have been available to the parties in the situation in which they were at the time of the contract, would have understood the parties to have meant. In doing so, the court must have regard all the relevant surrounding circumstances. If there are two possible constructions, the court is entitled to prefer the construction which is consistent with business common sense and to reject the other.’161

De rechter zal wanneer een bepaling in een bepaalde context voor meerdere uitleg vatbaar is, kiezen voor de uitleg die het best past bij de ‘business common sense’.162 In de zaak Charter Reinsurance Co Ltd v. Fagan163 werd ‘business common sense’ omschreven als ‘gezond commercieel verstand’ in een bepaalde tak van handel, in dit geval de verzekeringsbranche:

‘One often reads in the cases of commercial common sense, or business common sense; but that is not some arcane substance of a special and unusual nature. It is common sense or reasonableness in the context of the business in question. (…)’ 164

Contracten worden niet alleen in de context gelezen waarin ze zijn gesloten, maar bepalingen in het contract zelf worden ook in hun context gelezen: contracten worden in hun geheel gelezen.165 De metafoor die Lord Mustill gebruikte in Charter Reinsurance Co Ltd v Fargan:166

‘The words must be set in the landscape of the instrument as a whole.’167

154 Davies 2011.

155 House of Lords (Verenigd Koninkrijk) 22 mei 1996, Charter Reinsurance Co Ltd v. Fagan [1997]. 156 Idem 313, 388.

157 Idem

158 Steyn 1997, p. 400; aldus ook Calnan 2013, Prinicipe 4. 159 RJT 2012.

160 The Supreme Court (Verenigd Koninkrijk) 2 november 2011, Rainy Sky SA v Kookmin Bank [2011] 1 W.L.R. 2900 161 Idem 2908.

162 Veenstra 2009.

163 House of Lords (Verenigd Koninkrijk) 22 mei 1996, Charter Reinsurance Co Ltd v. Fagan [1997] AC 313. 164 Idem 356.

165 Calnan 2013, p. 29 Principe 3.

166 House of Lords (Verenigd Koninkrijk) 22 mei 1996, Charter Reinsurance Co Ltd v. Fagan [1997] AC 313. 167 Idem 384.

(17)

In de zaak Homburg Houtimport BV v. Agrosin Private Ltd168 waarschuwt Lord Bingham voor het te consequent doorvoeren van interpretatie op grond van de context van het contract.169 Er moet niet altijd gezocht worden naar perfecte harmonie binnen de overeenkomst. Zoals gezegd dient de rechter niet in te grijpen in de uitkomst van de onderhandelingen die tussen partijen hebben plaatsgevonden.170 De Supreme Court in de zaak Rainy Sky v. Kookmin Bank neemt het uitgangspunt aan dat wanneer de woorden van het contract ondubbelzinnig zijn, de tekstuele uitleg wordt gevolgd.171 De Supreme Court overwoog namelijk stellig:

‘Where the parties have used unambiguous language, the court must apply it.’ 172

In de zaak Rainy Sky v. Kookmin was de Supreme Court evenwel van mening dat de bepaling ‘all

such sums’ dubbelzinnig was en zocht in deze zaak aansluiting bij de mening van Steyn, die stelt dat

er vaak geen eenduidige betekenis is en de rechter in dat geval aansluiting zal zoeken bij het commerciële doel van het contract: 173

‘Often there is no obvious or ordinary meaning of the language under consideration. There are competing interpretations to be considered. In choosing between alternatives a court should primarily be guided by the contextual scene in which the stipulation in question appears. And speaking generally commercially minded judges would regard the commercial purpose of the contract as more important than niceties of language. And, in the event of doubt, the working assumption will be that a fair construction best matches the reasonable expectations of the parties.’174

De zaak Rainy Sky toont aan dat de achtergrond waartegen het commerciële contract is gesloten ook op zichzelf een belangrijke factual matrix kan zijn.175

Niet alleen het doel afgespiegeld tegen de commerciële achtergrond wordt meegewogen bij het bepalen van de factual matrix, maar ook de aard van de transactie. Zo blijkt uit de zaak The Square Mile Partnership Ltd v. Fitzmaurice McCall Ltd176 waar het de uitleg van een overeenkomst tot verkoop van aandelen betrof:

‘In those circumstances, what is the effect of the agreement? In my judgment, it is necessary to recall the nature of the transaction.(…)‘177

In de zaak Prenn v. Simmonds178 - waarin het ging om de vraag wat ‘profits’ betekende; óf de gescheiden winsten óf de geconsolideerde winst - werd de betekenis achterhaald door te kijken naar het doel van deze specifieke commerciële overeenkomst. In dit geval het voorzien in een prikkel voor Dr. Simmonds om te blijven werken, welk doel alleen kon worden behaald wanneer het ging om geconsolideerde winst:

168

House of Lords (Verenigd Koninkrijk) 13 maart 2003, Homburg Houtimport BV and Others v Agrosin Private Ltd and Another [2003] UKHL 12.

169 Idem 715, 737.

170 House of Lords (Verenigd Koninkrijk) 22 mei 1996, Charter Reinsurance Co Ltd v. Fagan [1997] AC 313, 388. 171

Davies 2012, p. 27-28; aldus ook RJT 2012.

172

The Supreme Court (Verenigd Koninkrijk) 2 november 2011, Rainy Sky SA v Kookmin Bank [2011] 1 W.L.R. 2900, 2908.

173 Idem 2909. 174 Steyn 1997. 175 Calnan 2013, p. 46.

176 Court of Appeal (Civil Division) 18 december 2006, The Square Mile Partnership Ltd v. Fitzmaurice McCall Ltd [2006] EWCA Civ

1690.

177

Idem [71].

(18)

De uitleg van een commercieel contract naar Engels recht

‘ (…) the commercial, or business object, of the transaction, objectively ascertained, may be a surrounding fact (…) And if it can be shown that one interpretation completely frustrates that object to the extent of rendering the contract futile, that may be a strong argument for an alternative interpretation.’179

In geval derden betrokken zijn bij het contract, wordt gepleit voor een beperking van de context.180 Zo stelt Berg dat bij een bedrijf de opstellers van de overeenkomst vaak niet dezelfde personen zijn als degenen die daarmee later te maken krijgen. 181 De context bij uitleg van commerciële contracten moet volgens Berg dan ook beperkt zijn tot de achtergrondkennis van de opvolgers tot wie de overeenkomst eigenlijk is gericht (derden).182 Zo is de uitkomst van de contextuele benadering in geval van commerciële contracten uiteindelijk objectief.183

2.2.3.2. Omstandigheden buiten het contract die niet mogen worden meegewogen

Bewijs uit precontractuele onderhandelingen en postcontractueel gedrag mag niet worden gebruikt bij de uitleg van contracten.184 Dit komt voort uit de omstandigheden die in de voorgaande paragraaf zijn genoemd, maar hier van de andere kant bekeken tot de uitkomst leiden dat de objectieve uitleg aan de hand van de redelijke maatman stopt waar de subjectieve uitleg begint.185 Bewijs uit de

precontractuele onderhandelingen en postcontractuele gedragingen wordt immers verondersteld gelijk te staat aan subjectief bewijs.186

Daarentegen stelt Nicholls dat de rechter bij zijn contextuele uitleg toch al beïnvloed is door buitencontractuele gebeurtenissen (onderhandelingen en gedragingen na contractsluiting).187 En in geval van equity worden ook buitencontractuele omstandigheden meegewogen voor de uitleg van een overeenkomst.188 Bovendien stelt hij dat het niet rechtvaardig is dat de rechter zich dient te verplaatsen in de redelijke persoon en niet alle informatie tot zijn beschikking heeft teneinde zich een volledig beeld te kunnen vormen van de context waarin het contract is gesloten.189

2.2.3.3. Omstandigheden binnen het contract, de bewoording

De normale betekenis van de door de partijen gekozen woorden is nog steeds het uitgangspunt.190 Alleen wanneer de rechter door overige omstandigheden (de context) aanleiding heeft te

veronderstellen dat een redelijk persoon (in de positie van partijen) een andere betekenis zou hebben aangenomen, gebruikt hij deze andere betekenis.191 Hierbij is terughoudendheid vereist wanneer het partijen betreft die niet kennelijk voor onnatuurlijke woorden hebben gekozen en het contract is opgesteld met hulp van deskundigen.192

179 House of Lords (Verenigd Koninkrijk) 20 juli 1971, Prenn v. Simmons [1971] 1 WLR 1381, 1385. 180 Veenstra 2009; aldus ook Calnan 2013 p. 51.

181 Berg 2006. 182 Idem. 183 Veenstra 2009. 184 Calnan 2013 2013, p. 53. 185 Calnan 2013 2013, p. 53.

186 Veenstra 2009; zie ook Calnan 2013, p. 51. 187 Nicholls 2005.

188 Idem. 189 Idem.

190 Veenstra 2009; zie ook Calnan 2013 Principe 5 191 Idem; zie ook Calnan 2013 Prinicipe 6 192 Idem; zie ook Berg 2006

(19)

Lord Hoffman neemt in de zaak ICS afstand van het formalisme/literalisme door te overwegen: 193 ‘The meaning which a document (or any other utterance) would convey to a reasonable man

is not the same thing as the meaning of its words. The meaning of words is a matter of dictionaries and grammars; the meaning of the document is what the parties using those words against the relevant background would reasonably have been understood to mean.(…)’194

De uitleg van woorden naar huidige Engelse recht bevindt zich in het midden tussen de letterlijke betekenis van de woorden en het doel van de woorden.195

In de zaak Mannai196 was het meteen duidelijk dat partijen de verkeerde woorden hadden gekozen en dat dus een andere uitleg omwille van het commerciële doel wenselijk was.197 Het was duidelijk dat het doel van de huurder was om een pauze-clause uit te oefenen. Daarom was de melding van opzegging meteen effectief op de volgende dag in plaats van op de datum die was genoemd in de overeenkomst.

Er kan zelfs in vergaande mate worden afgeweken van de tekst van de overeenkomst, wanneer het onwaarschijnlijk is dat partijen hebben willen overeenkomen op een manier die niet in

overeenstemming is met normale gang van zaken.198 Zoals Lord Diplock het verwoordde in de zaak Antaios Compania Naviera SA v. Salen Rederierna AB:

‘If detailed semantic and syntactical analysis of words in a commercial contract is going to lead to a conclusion that flouts business commonsense, it must be made to yield to business commonsense.’199

Maar Steyn daarentegen benadrukte de algemene tekstuele uitleg voor commerciële contracten in de zaak Society of Lloyd’s v. Robinson:

‘Loyalty to the text of a commercial contract, instrument, or document read in its contextual setting is the paramount principle of interpretation.’200

2.2.4. De opkomst van de entire agreement clause (doel, waarde en werking)

De entire agreement clause is de verklaring dat het document waarvan de entire agreement clause deel uit maakt de hele overeenkomst tussen partijen inhoudt en dat deze overeenkomst alle eerdere

afspraken vervangt.201

Doel

Sinds de parol evidence rule niet meer geldt, kunnen partijen allerhande extrinsic evidence aandragen dat de uitleg van de overeenkomst zou kunnen beïnvloeden.202 Dit zorgt ervoor dat de rechter zal

193 DiMatteo 2012, p. 35.

194 House of Lords (Verenigd Koninkrijk) 19 juni 1997, Investor Compensation Scheme Ltd v. West Bromwich Building Society [1998] 1

WLR 896, 912-913.

195 Chitty 31st ed. 12-050.

196 House of Lords (Verenigd Koninkrijk) 21 mei 1997, Mannai Investment Co Ltd v. Eagle Star Assurance Co, [1997] A.C. 749, 755. 197

Calnan 2013 2013 principe 7; zie ook Tjittes 2009 p. 71.

198 Calnan 2013 2013, p. 99.

199 House of Lords (Verenigd Koninkrijk) 26 juli 1984, Antaios Compania Naviera SA v. Salen Rederierna [1985] A.C. 191, 201. 200 Society of Lloyd’s v. Robinson [1999] 1 All ER.

201 Chitty 31st ed. 12-104; zie ook Barber 2012, p. 1. 202 Calnan 2013 2013, p. 25.

(20)

De uitleg van een commercieel contract naar Engels recht

moeten onderzoeken of de partijen objectief de bedoeling hebben gehad om ook volgens dit bewijs overeen te komen of niet.203 Dit veroorzaakt een hoop gegraaf, waarbij de oppervlakte - de

bewoording - bij commerciële contracten vaak al duidelijk is.204 Dat is de reden waarom commerciële partijen vaak een entire agreement clause opnemen in hun overeenkomst.205 Een entire agreement

clause zorgt er voor dat de parol evidence rule weer geldt,206 althans indien men aan de entire

agreement clause een beslissende waarde hecht.207 Waarde

Welke waarde aan de entire agreement clause gehecht zou moeten worden is discutabel.208 Volgens McLauchlan zou de entire agreement clause beschouwd moeten worden als sterk overtuigend dat de schriftelijke overeenkomst de gehele overeenkomst tussen partijen is, maar niet beslissend.209 De bepaling kan immers als standaard bepaling zijn opgenomen zonder dat de partijen hierover overeenstemming hebben bereikt.210 Omdat het uitgangspunt geldt dat contracten worden uitgelegd naar de objectieve partijbedoeling zal het echter uiterst moeilijk zijn, zo niet onmogelijk, om aan te tonen dat het schriftelijke contract een andere dan de objectieve partijbedoeling weergeeft wanneer men niet buiten het geschrift kan kijken.211 Het gezichtspunt in het Engelse recht is dat de entire

agreement clause evenwel geen vaste waarde toekomt.212 Werking

In de zaak Inntrepreneur213 waarin het ging om een afnameovereenkomst van bier door de huurder van een café van een door de verhuurder aangewezen bierbrouwer, waarbij de huurder zei niet gebonden te zijn aan de afname van bier omdat de vertegenwoordiger van de bierbrouwer dat had toegezegd, oordeelde de High Court dat de entire agreement clause in verschillende gedaante voorkomt en dat in dit geval het contract de gehele overeenkomst bevatte en de huurder daarom nog steeds gebonden was het bier af te nemen.214 In een groot aantal zaken waarin over de werking van de entire agreement

clause onenigheid bestond, werd geoordeeld dat aan de entire agreement clause een beslissende

werking toe kwam omdat partijen die objectief gezien zo hadden bedoeld.215 Deze zaken bevestigen de kracht van de entire agreement clause om na de afschaffing van de parol evidence rule weer

rechtszekerheid te creëren omdat de overeenkomt de enige vorm van bewijs is.216

Er werden in de zaak Inntrepreneur217 vijf gezichtspunten genoemd die een opening bieden voor een niet beslissende werking van de entire agreement clause:218

‘(1) a pre-contractual statement will only be treated as having contractual effect if the evidence shows that parties intended this to be the case. Intention is a question of fact to be decided by looking at the totality of the evidence;

203 Calnan 2013 2013, p. 25. 204

High Court of Justice Chancery Division (Verenigd Koninkrijk) 28 juli 2000, The Inntrepreneur Pub Company (GL) v East Crown

Limited [2000] 2 Lloyd’s Rep. 611 at [7]; zie ook Davies 2012, p. 28.

205

Calnan 2013 2013, p. 25.

206 Calnan 2013 2013, p. 26. 207 McLauchlan 2012. 208 Calnan 2013, p. 26.

209 McLauchlan 2012; zie ook Law Com No. 154 at 2.15. 210 Calnan 2013, p. 26; aldus ook McLauchlan 2012. 211 Calnan 2013, p. 27; aldus ook McLauchlan 2012. 212 Wilmot-Smith 2006, p. 122.

213 High Court of Justice Chancery Division (Verenigd Koninkrijk) 28 juli 2000, The Inntrepreneur Pub Company (GL) v East Crown

Limited [2000] 2 Lloyd’s Rep. 611.

214 Idem at [8]. 215 Barber 2012. 216 Barber 2012.

217High Court of Justice Chancery Division (Verenigd Koninkrijk) 28 juli 2000, The Inntrepreneur Pub Company (GL) v East Crown Limited

[2000] 2 Lloyd’s Rep. 611.

(21)

(2) the test is the ordinary objective test for the formation of a contract: what is relevant is not the subjective thought of one party but what a reasonable outside observer would infer from all the circumstances;

(3) in deciding the question of intention, one important consideration will be whether the statement is followed by further negotiations and a written contract not containing any term corresponding to the statement. In such a case, it will be harder to infer that the statement was intended to have contractual effect because the prima facie assumption will be that the written contract includes all the terms the parties wanted to be binding between them;

(4) a further important factor will be the lapse of time between the statement and the making of the formal contract. The longer the interval, the greater the presumption must be that the parties did not intend the statement to have contractual effect in relation to a subsequent deal; (5) a representation of fact is much more likely intended to have contractual effect than a statement of future fact or a future forecast.’219

Uit de hierna volgende rechtspraak blijkt dat aan de entire agreement clause voorafgaande afspraken of verklaringen in stand blijven in de omstandigheden dat:

Er voorgaande afspraken zijn die door de overeenkomst niet worden uitgesloten (2.2.4.1.)

of er deel van uit maken (prior agreements en implied terms)

Er voorgaande verklaringen zijn waarop is gerekend bij het aangaan (2.2.4.2)

van de overeenkomst en die van toepassing blijven (representation)

Partijen niet de subjectieve bedoeling hadden de voorgaande afspraken uit te sluiten (2.2.4.3.) (equity: rectification of estoppel)

2.2.4.1. Voorgaande afspraken en implied terms

De zaak Fulton Motors220 is een voorbeeld waarin voorgaande afspraken in stand bleven. Het ging in deze zaak om een duurovereenkomst tussen Fulton en Toyota. Fulton en Toyota hadden afgesproken om het duurcontract te beëindigen. Echter stuurde Toyota daarna een nieuw contract met een

begeleidend schrijven dat het nieuwe contract geen afbreuk zou doen aan hun eerdere afspraak (het duurcontract te beëindigen), maar enkel was bedoeld voor een beperkte periode. Per abuis stond in dit contract een entire agreement clause. The Court of Appeal overwoog in dit geval dat:

‘the parties could not have intended the form of agreement including the entire agreement clause to express the entire agreement between them’221

Eenzelfde situatie deed zich voor in de zaak Whitehead Mann Ltd.222 Het ging in deze zaak om een bedrijfsovername door middel van een activa-passiva transactie die bestond uit meerdere contracten. De Court of Appeal oordeelde dat de entire agreement clausule in het laatste document de andere contracten niet uitsloot:

“that the wording of the clause is important, and that it must be read in its context, against the background that it was designed as one part of a package of agreements intended to be concluded at the same time (…) Against that background, the words ‘any other agreement

219 High Court of Justice Chancery Division (Verenigd Koninkrijk) 28 juli 2000, The Inntrepreneur Pub Company (GL) v East Crown

Limited [2000] 2 Lloyd’s Rep. 611at [10].

220 Court of Appeal (Verenigd Koninkrijk) 23 juli 1999, Fulton Motors Ltd v Toyota (GB) Ltd [1999] EWCA Civ 1776. 221 Idem.

222 Court of Appeal (Civil division) (Verenigd Koninkrijk) 11 oktober 2006, Whitehead Mann Ltd v Cheverny Consulting Ltd [2006] EWCA

(22)

De uitleg van een commercieel contract naar Engels recht

preceding the date of this agreement’ are to be read as not excluding agreements which were part of that agreed package.”223

Deze werking werd niet bepaald door nauwkeurige lezing van de entire agreement clause maar door een onderzoek naar de omstandigheden van het geval.224 In al deze zaken zou het zinloos zijn als de

entire agreement clause zou prevaleren boven de voorgaande afspraken.225 Het resultaat in deze zaken kan begrepen worden door te kijken naar de bedoeling van de partijen.226

Ook kunnen sommige ‘implied terms’ (geïmpliceerde afspraken) in stand blijven indien de entire

agreement clause geïmpliceerde afspraken uitsluit. Geïmpliceerde afspraken komen veel voor in

commerciële contracten vanwege gebruiken in de handel.227 Deze gebruiken hoeven volgens Steyn niet expliciet te worden opgeschreven in het contract.228 Lacunes in het contract worden immers opgevuld met de impliciete bedoeling van partijen indien objectief vastgesteld kan worden dat partijen deze bedoeling hadden.229

In de zaak Exxonmobil Sales and Supply Corp230 v. Texaco Ltd, waarin het ging om een overeenkomst tot verkoop van diesel oordeelde de Queen’s Bench Division dat de geïmpliceerde afspraken in het contract gevonden konden worden en daarom niet door de entire agreement clause werden uitgesloten:

‘These terms may not be excluded by the entire agreement clause because it could be said that such a term is to be found in the document or documents forming part of the contract”231

Omdat geïmpliceerde afspraken deel uit maken van de overeenkomst, worden deze dus niet per definitie uitgesloten door de entire agreement clause.232

2.2.4.2. Voorgaande verklaringen waarop is gerekend bij het aangaan van de overeenkomst

Kort gezegd houdt een ‘representation’ een verklaring in die ertoe heeft geleid dat de koper het contract sloot.233 Men zou kunnen denken dat een entire agreement clause representations uitsluit en een aansprakelijkheid op grond van misrepresentation op die manier ook is uitgesloten.234 Het is echter belangrijk om een onderscheid te maken tussen de entire agreement clause en de non-reliance

clause.235 De non-reliance clause houdt in dat de partijen niet op eerdere verklaringen hebben vertrouwd en sluit aansprakelijkheid op grond van misrepresentations uit.236 De entire agreement

clause sluit in principe alleen de aansprakelijkheid voortvloeiend uit voorgaande, onderliggende

overeenkomsten uit.237

223 Court of Appeal (Civil division) (Verenigd Koninkrijk) 11 oktober 2006, Whitehead Mann Ltd v Cheverny Consulting Ltd [2006] EWCA

Civ 1303. at [91]. 224 Barber 2012. 225 Barber 2012. 226 Barber 2012 . 227 Steyn 1997. 228 Steyn 1997. 229 Calnan 2013, principe 8

230 Queen’s Bench Division (Commercial Court) (Verenigd Koninkrijk) 1 augustus 2003, Exxonmobil Sales & Supply Corp v Texaco Ltd

[2003] EWHC 1964 (Comm); [2004] 1 All E.R. (Comm) 435.

231 Idem.at [25]-[26]. 232 Barber 2012.

233 Zwalve 2000, p. 529; aldus ook Twomey 2013. 234

Barber 2012.

235 Mason 2014.

236 Barber 2012; zie ook Mason 2014. 237 Mason 2014.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In zijn motivering geeft hij als redenen hiervoor aan een recente door hem in gang gezette wijziging van de Rijks- wet goedkeuring en bekendmaking verdragen (met een

Primair geschreven voor rechtenstudenten in de bachelorsfase van de academische studie, kan het boek niettemin ook van nut zijn voor anderen die een eerste

Een en ander vloeit echter voort uit een brief van de Staatssecretaris van BZK uit april 200g, volgens welke alleen partijen die bij de verdeling van 25 zetels in het Parlement

Naar Engels recht dient een overeenkomst met een implied term te worden aangevuld, indien aan de volgende vereisten is voldaan: 27 (1) het moet redelijk en billijk zijn om

Het Openbaar Ministerie meende dat artikel 119 Grondwet niet alleen het initiatief tot de ver- volging van ambtsmisdrijven van Kamerleden voorbe- houdt aan de regering of de

Primair geschreven voor rechtenstudenten in de bachelorsfase van de academische studie, kan het boek niettemin ook van nut zijn voor anderen die een eerste

Het valt niet uit te sluiten dat onder deze omstandigheden zou zijn geoordeeld dat het enkele feit dat Albert Heijn lid is van de NFV, en dat een onderdeel van dat lidmaatschap

Het wetsvoorstel verhoging griffierechten werd – na veel kritiek – eind april ingetrokken, het wets- voorstel boerkaverbod wordt, met weinig enthousiasme door de (nieuwe) minister