• No results found

DENKEND AAN HOLLAND… De implementatie en de effectiviteit van het buitenlandpolitieke aspect van het internationaal cultuurbeleid (2013-2016) door de Nederlandse ambassade in Tsjechië, nadat zij de transitie van middelg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "DENKEND AAN HOLLAND… De implementatie en de effectiviteit van het buitenlandpolitieke aspect van het internationaal cultuurbeleid (2013-2016) door de Nederlandse ambassade in Tsjechië, nadat zij de transitie van middelg"

Copied!
49
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DENKEND AAN HOLLAND…

De implementatie en de effectiviteit van het buitenlandpolitieke aspect van het internationaal cultuurbeleid (2013-2016) door de Nederlandse ambassade in Tsjechië, nadat zij de transitie van middelgrote post naar kleine post heeft ondergaan.

Elsje den Braber 6121144

MA Scriptie Algemene Cultuurwetenschappen Universiteit van Amsterdam

Eerste lezer : Tamara van Kessel Tweede lezer: Carlos Reijnen 28 juli 2013

(2)

VOORWOORD

Voor u ligt mijn master scriptie waarmee ik de studie Algemene Cultuurwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam afrond. Deze scriptie heb ik geschreven als onderdeel van mijn stage bij de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in de Tsjechische Republiek, waar ik van maart tot en met juni 2013 heb meegelopen op de beleidsafdeling en in het bijzonder bij Pers en Culturele Zaken.

Vanwege het , soms, prachtige lente weer in Praag en de vele culturele activiteiten die in dit seizoen werden georganiseerd ben ik er helaas niet in geslaagd deze scriptie aan het einde van mijn stage af te ronden. Dank ben ik verschuldigd aan mijn stagebegeleider Christoffer Jonker waarvan ik, juist in deze drukke maanden, de tijd kreeg om thuis of in het park aan mijn scriptie te werken. Daarnaast kon ik altijd bij hem terecht met vragen over het standpunt van de Nederlandse ambassade in Praag omtrent sommige onderwerpen en heeft hij mij aan een aantal interessante contacten voorgesteld. Daarnaast wil ik mij vrienden Egide van der Heide en David Lodder bedanken voor hun steun en suggesties. Ook bedank ik mijn scriptiebegeleider Tamara van Kessel, voor haar positieve kijk en kritische feedback.

(3)

INHOUDSOPGAVE

INLEIDING...4

1 HET INTERNATIONAAL CULTUURBELEID VAN NEDERLAND...7

1.1 Definities culturele diplomatie en publieksdiplomatie...7

1.2 Culturele diplomatie en publieksdiplomatie zoals gedefinieerd in Meer dan Kwaliteit...9

1.2.1 Samenwerking tussen het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap en het Ministerie van Buitenlandse Zaken...12

1.2.2 Kritische analyse van de samenwerking tussen het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Buitenlandse Zaken...14

1.3 De creatieve industrie als visitekaartje van Nederland...16

2 OP WELKE MANIER IMPLEMENTEERT DE NEDERLANDSE AMBASSADE IN TSJECHIË HET INTERNATIONAAL CULTUURBELEID?...17

2.1 Hoogtepunten uit de Nederlands- Tsjechische culturele betrekkingen...18

2.2 De Nederlandse ambassade in Tsjechië...19

2.3 Implementatie van het Internationaal Cultuurbeleid 2013-2016...20

2.3.1 Beleidsimplementatie in de literatuur...20

2.3.2 Beleidsimplementatie in de praktijk: Duidelijke en heldere doelstellingen...21

2.3.3 Beleidsimplementatie in de praktijk: Voldoende financiële middelen...23

3 DE TSJECHISCHE BLIK OP NEDERLANDSE CULTUUR...27

3.1 Please indicate how positive or negative your relationship to the Netherlands is? ...28

3.2 Have you ever visited the Netherlands?...29

3.3 What comes to your mind at first, when we say ‘the Netherlands’ or ‘Holland’?...30

3.4 To what extent do the following characteristics correspond to the Netherlands?...32

3.5 How often did you personally notice in recent years, information or promotion of Dutch cultural or social events organizes in the Czech Republic?...33

(4)

3.5.1 How often did you personally notice in recent years, information or promotion of Dutch

cultural or social events organizes in the Czech Republic? By regions. ...34

3.6 In what regard is the Netherlands an interesting country for you? ...35

3.7 Which name of the country sounds better to you? ...36

4 AANBEVELINGEN AAN DE NEDERLANDSE AMBASSADE IN TSJECHIE...37

4.1 Product: Het organiseren van interessante, multidisciplinaire, evenementen...38

4.2 Plaats: De wenselijkheid van activiteiten in de regio...41

4.3 Promotie: Naam en logo...42

CONCLUSIE...45

(5)

INLEIDING

De reputatie en beeldvorming van Nederland spelen een steeds grotere rol bij onze belangen in het buitenland. Een instrument om die positief te beïnvloeden is internationale culturele samenwerking, waarbij de ontwikkeling van Nederlandse cultuur samengaat met het bevorderen van bredere politieke, sociale en economische betrekkingen met andere landen. Ook wordt er gewerkt aan een positief beeld van Nederland in het buitenland.1

Dit is een van de negen beleidsthema’s van De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS), een aparte budgettaire constructie binnen de rijksbegroting waarin de buitenlandactiviteiten van verschillende departementen zijn gebundeld. Ondanks dat de HGIS zich voornamelijk richt op het creëren van een grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening, goed bestuur, minder armoede en een toegenomen menselijke ontplooiing wereldwijd, wordt er ook geld

vrijgemaakt voor het inzetten van culturele activiteiten voor andere doelstellingen, zeker wat

internationale samenwerking tussen landen betreft. Of, zoals het hoofd van de beleidsafdeling van de Nederlandse ambassade in Tsjechië het noemt: ‘Cultuur als olie van de diplomatie’.

Maar hoe gebeurt dit in de praktijk? Omdat Nederland inmiddels in maar twee landen een specifiek cultureel instituut heeft, namelijk het Erasmushuis in Jakarta en het Instituut deBuren in Brussel, worden culturele taken vaak door ambassades uitgevoerd. Ambassades vervullen een belangrijke positie in de uitvoering van het internationaal cultuurbeleid; zij kunnen subsidies verlenen aan lokale instellingen die samen willen werken met Nederlandse instellingen of artiesten en zij kunnen zelf, in samenwerking met lokale partners, culturele activiteiten ontwikkelen om hiermee de politieke, sociale en economische betrekkingen met het doelland te bevorderen. De lokale

medewerkers van een ambassade zijn hierbij van groot belang: zij kennen het gastland en de lokale culturele sector vaak goed, wat in het voordeel van de ambassade werkt.

Vanwege mijn persoonlijke interesse in internationale betrekkingen en de implementatie van het internationaal cultuurbeleid door diplomatieke vertegenwoordigingen in het buitenland, heb ik in het voorjaar van 2013 een onderzoek gedaan bij de Nederlandse ambassade in Tsjechië naar de implementatie en de effectiviteit van het internationaal cultuurbeleid aldaar. De Nederlandse ambassade in Tsjechië is een van de vele Nederlandse ambassades wereldwijd die door recente bezuinigen is gekort in hun medewerkers en uitgaven. Hierdoor heeft zij de afgelopen jaren een transitie van middelgrote post naar een kleine post doorgemaakt.

1 Homogene Groep International Samenwerking 2013 (HGIS- nota 2013). rijksbegroting.nl/binaries/pdfs/hgis-nota.pdf

(6)

Desondanks is Tsjechië nog wel prioriteitsland voor het internationaal cultuurbeleid in de regio Centraal en Midden-Europa gebleven en handhaaft zij een hoog ambitieniveau. Juist hierdoor is het interessant om te onderzoeken op welke manier de Nederlandse ambassade in Tsjechië het

internationaal cultuurbeleid implementeert en of dit, ondanks gelimiteerde middelen, effectief gebeurt. De onderzoeksvraag in deze scriptie is daarom: In hoeverre is de implementatie van het buitenlandpolitieke aspect van het internationaal cultuurbeleid door de Nederlandse ambassade in Tsjechië effectief?

De effectiviteit zal gemeten worden door de mate waarin de activiteiten bijdragen aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen. Om tot een antwoord te komen word de onderzoeksvraag opgedeeld in verschillende deelvragen. Met als doel de visie en strategie van de Nederlandse overheid op het gebied van internationaal cultuurbeleid te verduidelijken en een onderscheid te maken tussen de cultuurpolitieke- en buitenlandpolitieke doelstellingen van dit beleid, zal ik in mijn eerste hoofdstuk een analyse maken van de meest recente kamerbrief over (internationaal)

cultuurbeleid Meer dan Kwaliteit. Ook de kritische reacties op dit beleid zal ik kort behandelen. Belangrijke begrippen in het internationaal cultuurbeleid zijn culturele diplomatie en publieksdiplomatie. Culturele diplomatie kan worden gezien als een onderdeel van het bredere, publieksdiplomatie, maar omdat dit sterk samenhangt en op veel terreinen overlapt, is het lastig om dit onderscheid precies te duiden.2 Het verschil zit voornamelijk in de sector of sfeer waar zij zich op richten. De reputatie en beeldvorming van Nederland spelen zowel bij culturele diplomatie als bij publieksdiplomatie een belangrijke rol en de Nederlandse overheid is constant bezig dit

internationale culturele profiel te versterken, om zodoende positieve aandacht voor Nederland te genereren. Maar welk cultureel profiel of nationaal symbool wil de Nederlandse overheid als visitekaartje van culturele diplomatie gebruiken? En hoe kan dit praktisch worden ingezet om het imago van Nederland in het buitenland te versterken?

In het tweede hoofdstuk zal ik in een praktisch kader analyseren hoe de Nederlandse ambassade in Tsjechië het internationale cultuurbeleid implementeert. Allereerst is het van belang om kort een aantal historische culturele betrekkingen tussen Nederland en Tsjechië te schetsen, om zodoende te beseffen dat deze culturele banden al enkele eeuwen bestaan. Daarnaast is het van belang om de huidige situatie op de ambassade te beschrijven, waaruit zal blijken dat de werkdruk op de ambassade de afgelopen jaren zeer is toegenomen en dit zijn uitwerking heeft gehad op de medewerkers.

Aan de hand van praktijkervaring en uit gesprekken met hoofd Pers en Culturele Zaken en de plaatsvervangend Ambassadeur/het hoofd van de beleidsafdeling zal vervolgens duidelijk worden 2 Melissen, 2005: 10

(7)

hoe op dit moment de culturele keuzes worden gemaakt, waar de prioriteiten liggen en welke middelen hiervoor ingezet worden. Voor een eerste inzicht in de effectiviteit van de implementatie heb ik twee criteria geselecteerd uit het werk van Mazmanian en Sabatier, waarin uiteen wordt gezet waar een beleid aan moet voldoen wil zij effectief geïmplementeerd kunnen worden. Zo moet het beleid duidelijke en heldere doelstellingen hebben en moeten er voldoende financiële middelen zijn om het beleid te implementeren.3

In hoofdstuk drie zal ik aan de hand van een recent imago onderzoek (maart 2013), uitgevoerd door het Tsjechische onderzoeksbureau STEM in combinatie met de Nederlandse ambassade, conclusies trekken over de beeldvorming van Nederland, en in het bijzonder de Nederlandse cultuur, in Tsjechië. Door dit onderzoek als uitgangspunt te nemen wil ik concluderen hoe de Tsjechische blik op Nederland en haar cultuur is. De analyse die hierbij gemaakt moet worden, is of de Nederlandse ambassade door middel van haar implementatie bijdraagt aan de

(buitenlandpolitieke) beleidsdoelstellingen van het internationaal cultuurbeleid.

In het laatste hoofdstuk zal ik door een verbinding te leggen tussen het internationaal cultuurbeleid en de manier waarop de Nederlandse ambassade dit implementeert, en de Tsjechische blik op Nederlandse cultuur, een aantal adviezen geven over de manier waarop de Nederlandse ambassade dit eventueel kan verbeteren. Dit zal ik doen aan de hand van 3 van de 4’ps van het marketingbeleid: product, plaats en promotie.

1 HET INTERNATIONAAL CULTUURBELEID VAN NEDERLAND

Alvorens dieper in te gaan op de implementatie van het internationaal cultuurbeleid door de

Nederlandse ambassade in Tsjechië, lijkt het mij nodig om de veelgebruikte, maar veelal onduidelijke, begrippen culturele diplomatie en publieksdiplomatie nader toe te lichten en de beleidsnota Meer

(8)

dan Kwaliteit (2011) van toenmalige staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Zijlstra en de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken (BZ), Rosenthal, te analyseren.

1.1 Definities culturele diplomatie en publieksdiplomatie

In zijn onderzoek naar de rol van culturele diplomatie in internationale betrekkingen, haalt Simon Mark, verbonden aan het Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael, verschillende definities van culturele diplomatie aan en concludeert hij dat ‘there is no general agreement among scholars about cultural diplomacy’s relationship to the practice of diplomacy, its objectives, practitioners, activities, timeframe, or whether the practice is reciprocal or not’.4 Kortom, volgens hem is er geen eenduidige definitie van culturele diplomatie, wat wellicht door het gebruik van het woord ‘cultuur’ komt, waar ook verschillende definities voor bestaan. Traditioneel gezien wordt onder cultuur nog altijd de ‘high-culture’ verstaan: visuele kunst, literatuur, theater, ballet en muziek. Maar tegenwoordig wordt hier ook de populaire cultuur onder verstaan: culturele activiteiten die de massa aantrekken. Daarnaast valt ook de uitwisseling van ideeën en informatie( zoals het geven van standpunten over mensenrechten) steeds meer onder cultuur, waardoor de lijn tussen publieksdiplomatie en culturele diplomatie erg klein wordt en het lastig is een eenduidige definitie te geven.5

Zowel Mark als Cynthia Schneider, onderzoeker bij het Amerikaanse Center for Arts and Culture, stellen dat de definitie van de Amerikaanse onderzoeker Milton Cummings voor culturele diplomatie het meest omvattend is: ‘(Cultural diplomacy is) the exchange of ideas, information, art and other aspects of culture among nations and their peoples in order to foster mutual

understanding’.6 Mark versimpelt deze definitie tot ‘the deployment of a state’s culture in support of its foreign policy goals or diplomacy’.7

Culturele diplomatie wordt dus gezien als een diplomatiek instrument, maar geniet volgens Mark nog te weinig wetenschappelijke aandacht en wordt niet genoeg op haar waarde geschat. Hier zijn volgens Mark drie redenen voor: allereerst weten maar weinig politici en diplomaten wat culturele diplomatie precies inhoudt. Volgens Jan Melissen, ook verbonden aan het Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael, komt dit omdat de praktijk van culturele diplomatie vrij jong is. Zo is er pas na de Tweede Wereldoorlog aandacht gekomen voor culturele diplomatie en waren beleidsmakers voor die tijd blind voor de culturele dimensie van 4 Mark, 2009: 4

5 Melissen, 2005: 25 6 Schneider, 2003: 1 7 Mark, 2009: 7

(9)

internationale betrekkingen.8 Ten tweede zegt Mark dat culturele diplomatie voor politici en diplomaten een bijzaak lijkt; ‘they may support cultural diplomacy in principle, but in practice tend to place it at the lower end of their work priorities. In a world in which diplomatic services have to deal with a wider range of issues within a shorter timeframe and on tighter budgets, the human, time and financial resources which cultural diplomacy requires are often not available’.9 Omdat de kracht van culturele diplomatie nog niet genoeg erkend wordt, heeft het geen prioriteit boven andere zaken en wordt het onderaan de ladder gezet. Ten slotte stelt Mark dat het resultaat van culturele diplomatie lastig te meten is. Zo is het gemakkelijk om te meten hoe veel mensen bij een cultureel evenement aanwezig waren of hoe de media op een evenement heeft gereageerd, maar is het lastig om uit te zoeken of deze evenementen in het kader van culturele diplomatie de houding van mensen ten opzichte van een land ook hebben veranderd.10 En als er al een

veranderde houding is, heeft dit dan ook positieve economische gevolgen gekend? En zou dit ook niet zonder deze evenementen in het kader van culturele diplomatie zijn gebeurd?

Jan Melissen meent dat culturele diplomatie gezien kan worden als een onderdeel van de bredere, publieksdiplomatie. Toch is het lastig om dit onderscheid precies te duiden, omdat het sterk samenhangt en op veel terreinen overlapt, zeker in Nederland waar dit allebei door de overheid wordt uitgevoerd.11 Want zowel bij culturele diplomatie, als bij publieksdiplomatie wordt de buitenwereld beïnvloed met als doel de bilaterale relatie tussen landen te versterken. Bij culturele diplomatie gebeurt dit beïnvloeden door culturele uitwisseling en bij publieksdiplomatie wordt getracht om door middel van informatievoorziening meer openheid te geven en hierdoor begrip voor Nederlandse standpunten- en zienswijzen te krijgen. Zoals de naam al doet

vermoeden staat bij publieksdiplomatie de publieke opinie centraal. De beïnvloeding van de buitenwereld door middel van publieksdiplomatie en culturele diplomatie wordt ook wel ‘nation branding’ genoemd.12

Culturele diplomatie behoort net zoals publieksdiplomatie tot een vorm van ‘soft power’, een concept dat is geïntroduceerd door Joseph Nye, professor aan de Harvard University.13 Soft power staat tegenover hard power; met gebruik van economische en militaire hulp krijgen wat je wilt. Met ‘soft power’ bedoelt Nye ‘the ability to get what you want through attraction rather than through coercion or payments’. De gewenste uitkomst is een beter imago ván en meer waardering vóor een land. Met soft power wordt geprobeerd om iemands gedachten onbewust zó te vormen, dat deze positief uitpakken voor de uitvoerende instantie (bijvoorbeeld de Nederlandse overheid). 8 Melissen,2005: 167 9 Mark,2009: 3 10 Ibidem 11 Melissen, 2005: 25 12 Byvanck, 2005: 14 13 Ibidem: 3

(10)

Dat soft power geen, zoals het woord soft impliceert, zachtaardige en suffe bezigheid is, kunnen we zien uit de doelen die hiermee nagestreefd worden.14 Zo wil de Nederlandse overheid culturele diplomatie en publieksdiplomatie gebruiken om haar bilaterale relaties te versterken.

1.2 Culturele diplomatie en publieksdiplomatie zoals gedefinieerd in Meer dan Kwaliteit. In de beleidsnota Meer dan Kwaliteit (2011) voor de periode 2013-2016 staat dat culturele diplomatie een onderdeel is van het internationaal cultuurbeleid. De Nederlandse overheid hanteert dezelfde definitie voor culturele diplomatie als Simon Mark, die meent dat culturele diplomatie ‘the deployment of a state’s culture in support of its foreign policy goals or diplomacy’ is.15 Zo meent de Nederlandse overheid dat culturele diplomatie het benutten van kunst en cultuur voor internationale betrekkingen inhoudt.16 Door middel van culturele diplomatie wordt Nederland de mogelijkheid geboden om zich in het buitenland op een bepaalde manier te profileren en daarmee te positioneren. Het moet geen eenrichtingsverkeer zijn, maar een proces van bruggen bouwen en dialogen aangaan waardoor respect voor bepaalde zienswijzen en standpunten kan worden ontwikkeld. Volgens Melissen vereist dit een lange termijn strategie, omdat het gebaseerd is op wederzijds vertrouwen, wat moet worden gewonnen door middel van zorgvuldige communicatie.17 Door deze communicatie en het inzetten van publieksdiplomatie kunnen sterke relaties worden opgebouwd die, samen met culturele diplomatie, grotendeels zullen bepalen hoe de uit te dragen boodschappen ontvangen worden.

Culturele diplomatie versterkt de positie van Nederland, zowel in cultureel, buitenlandpolitiek als economisch opzicht. De regering stimuleert een internationaal niveau van Nederlandse topinstellingen en benadrukt verbanden tussen cultuur, economie en diplomatie.18

Zoals in artikel 8 van de Rijksbegroting 2013 staat aangegeven, tracht de Nederlandse overheid om door middel van culturele diplomatie ook de buitenlandpolitieke en economische positie van Nederland te versterken. In zijn toespraak ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van SICA deelt de huidige minister van Buitenlandse Zaken, Frans Timmermans, zijn visie op internationaal cultuurbeleid en culturele diplomatie:

Wat ik wil benadrukken en wat de kern is van mijn betoog: internationaal cultuurbeleid en culturele diplomatie gaat over zien en gezien worden. [..] Gezien worden ook daar waar we

14 Ibidem: 10 15 Ibidem: 7

16 Rosenthal,U. en H. Zijlstra, 2011: 5 17 Melissen, 2005: 12

(11)

meestal niet vaak gezien worden en waar het wel in ons belang is om iets te laten zien. Dit is de kern van de inzet die wij willen kiezen.19

Ondanks dat hij niet heeft meegeschreven aan de beleidsbrief Meer dan Kwaliteit, komen zijn standpunten overeen met die van de toenmalige ministers Rosenthal en staatssecretaris Zijlstra. Daarnaast benadrukt Timmermans in zijn toespraak het belang van ‘zien en gezien worden’ in het buitenland: leren van wat er ergens anders gebeurd, maar ook de noodzaak voelen om te laten zien wat voor een samenleving Nederland is, door middel van culturele diplomatie en

publieksdiplomatie.

Zoals Melissen stelt kennen culturele diplomatie en publieksdiplomatie vele

overeenkomsten, maar zijn ze toch niet geheel hetzelfde. Voor de Nederlandse overheid zijn activiteiten die onder publieksdiplomatie vallen, activiteiten ten behoeve van bredere beeldvorming, draagvlak en beleidsondersteuning. Het resultaat van deze activiteiten is het verkrijgen van meer begrip voor Nederlandse standpunten en zienswijzen, het stimuleren van samenwerking met het buitenland in de vorm van uitwisseling van kennis en ervaring en het helpen uitdragen van een realistisch en positief beeld van Nederland voor politieke en economische doeleinden.20 Interessant hierbij is de combinatie van de woorden ‘positief’ en ‘realistisch’ die de Nederlandse overheid gebruikt. Het realistische beeld dat Nederland wil uitdragen, moet dus wel positief zijn. Omdat publieksdiplomatie en culturele diplomatie wordt uitgevoerd door de Nederlandse overheid en strategisch wordt ingezet, worden hierbinnen relatief veilige keuzes gemaakt. Ook de Werkgroep Holland Imago stelt dat het belang van een positieve beeldvorming van Nederland in het buitenland nauwelijks overschat kan worden. Want een positieve beeldvorming in het buitenland is volgens hen in grote mate bepalend voor de houding die men aanneemt tegenover onze internationale politieke en economische activiteiten.21

Maar wat is het internationale culturele profiel wat Nederland als visitekaartje van culturele diplomatie wil gebruiken en waarmee zij een goede beeldvorming van Nederland in het buitenland wil realiseren? In de beleidsnota Koers Kiezen (2006-2009) beschrijven de toenmalige staatssecretarissen van BZ, Nicolai, en OCW, van der Laan, dat zij Nederland internationaal op de kaart willen zetten als ‘land van inventiviteit, creativiteit en kwaliteit’.22 Zowel in de beleidsnota Grenzeloze Kunst (2009-2012), als in de beleidsnota Meer dan Kwaliteit (2013-2016) wordt door de toenmalige ministers van BZ en OCW gesteld dat er gericht moet worden ingezet op disciplines 19 Timmermans, 2009.

20 Ministerie van BZ, 2011:

21 Cornelissen geciteerd in Hautekiet, 2005: 95 22 Van der Laan, M. en A. Nicolai, 2006: 4

(12)

waarin Nederland internationaal sterk staat; design, mode en architectuur (de creatieve industrie). Door te kiezen voor de creatieve industrie wordt het economisch en cultureel belang

samengebracht. In paragraaf 1.3 zal ik terugkomen op de creatieve industrie als focus van het huidige internationaal cultuurbeleid.

Buiten deze sectorale focus van het beleid is er ook een geografische focus. Het

internationaal cultuurbeleid moet zich volgens Rosenthal en Zijlstra specialiseren op landen waar voor Nederland de grootste kansen liggen omdat Nederland er vele economische, politieke of historische banden mee heeft. Dit is kwalijk, vindt Els van der Plas, voormalig directeur van het Prins Claus Fonds, omdat er moet worden uitgegaan van culturele kwaliteiten in plaats van historische of politieke banden.23 Met deze uitspraak onderstreept Van der Plas de voelbare spanning tussen de doelstellingen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die samen verantwoordelijk zijn voor het internationaal cultuurbeleid. Desalniettemin moet er praktisch gekeken worden naar de inzetbaarheid van het internationaal cultuurbeleid en moéten er door financiële beperkingen wel prioriteiten worden aangebracht. Want ondanks dat het internationaal cultuurbeleid wereldwijd inzetbaar is, is dit vanuit politieke overweging niet wenselijk. Daarom zijn er een aantal prioriteitslanden en regio’s aangebracht, te weten Duitsland, België (Vlaanderen), het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Italië, Spanje, Brazilië, Turkije, Rusland, China, India, Zuid-Afrika, Indonesië, Japan en Centraal – en Oost Europa (met name Tsjechië en Hongarije). Ook wordt uitgezocht hoe de samenwerking met de Arabische regio kan worden gestimuleerd. Uit deze lijst blijkt dat er de geografische focus zeer breed is.

1.2.1 Samenwerking tussen het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap en het Ministerie van Buitenlandse Zaken

De visie en strategie van de Nederlandse overheid op het gebied van internationaal cultuurbeleid valt te lezen in de beleidsnota Meer dan Kwaliteit. Uit deze brief blijkt dat de coördinatie van het

internationaal cultuurbeleid van Nederland in handen ligt bij het Ministerie van OCW en het Ministerie van BZ.24 Dit is niet altijd het geval geweest, beschrijft Roel Pots in Cultuur, koningen en democraten. Bij het ontstaan van het eerste buitenlandse beleid dat zich ook op cultuur richtte in 1970, lag de coördinatie in eerste instantie bij het ministerie van BZ, die in 1967 ook de

Coördinatiecommissie Internationale Culturele Betrekkingen (CICB) had opgericht.25 Het doel van dit 23 Van der Plas, 2005: 53

24 Rosenthal, U. en H. Zijlstra, 2011: 5 25 Pots, 2000: 353

(13)

eerste internationaal cultuurbeleid en de CICB was grotendeels om in het buitenland positieve aandacht voor Nederland en Nederlandse standpunten en zienswijzen te genereren. De nadruk lag hierbij op de buitenlandse dimensie van het cultuurbeleid. In 1982 begon ook het toenmalige Ministerie voor Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC) een eigen internationaal cultuurbeleid te ontwikkelen waarbij de kunst en cultuur centraal stond. Eind jaren tachtig kwam de nadruk steeds meer op de culturele dimensie van het buitenlandbeleid te liggen.26 De inwerkingtreding van de HGIS cultuurgelden in 1997 leidde pas tot een vernieuwde en nauwere samenwerking tussen het

Ministerie van OCW en het Ministerie van BZ, maar in het huidige internationaal cultuurbeleid voor de periode 2013-2016 zien we de scheiding tussen cultuurpolitieke en buitenlandpolitieke doelen, en daarmee de scheiding tussen de Ministeries, weer terug.27

Het Ministerie van OCW richt zich op de intrinsieke waarde van kunst. Zij is verantwoordelijk voor de aansturing van fondsen en ondersteunende instellingen en zorgt ervoor dat deze instellingen in staat zijn om internationale activiteiten te ontplooien.28 Vanuit deze invalshoek zou kunst en cultuur mogen schuren en prikkelen en streeft het internationaal cultuurbeleid cultuurpolitieke doelen na. Cultuurpolitieke doelen van het internationaal cultuurbeleid zijn: door gerichte keuzes binnen de culturele basisinfrastructuur te maken een hoog niveau bij de Nederlandse topinstellingen realiseren en bij te dragen aan een vooraanstaande internationale marktpositie van Nederlandse kunstenaars en instellingen.29 Uit deze doelen blijkt dat het vanuit een cultuurpolitiek oogpunt belangrijk is voor Nederland dat topinstellingen zich internationaal kunnen presenteren en meten. Bijvoorbeeld, als het een dans ensemble betreft, door een tour te maken langs verschillende landen.

Daarnaast, en dit hangt met het eerste doel samen, wil het Ministerie van OCW Nederlandse (jonge) kunstenaars en instellingen de kans geven om zich op de internationale kunstmarkt te bewijzen door ze deel te laten nemen aan belangrijke internationale evenementen, zoals biënnales en beurzen.30

Het Ministerie van BZ is verantwoordelijk voor diplomatieke posten in het buitenland en coördineert daarnaast bilaterale jaren en manifestaties. Voor het Ministerie van BZ wordt het internationaal cultuurbeleid voornamelijk beschouwd als instrument van diplomatie waarmee andere, buitenlandpolitieke doelen kunnen worden nagestreefd. Het internationaal cultuurbeleid wordt door het Ministerie van BZ als een middel gezien dat tot doel heeft om bij te dragen aan de versterking van het Nederlands economisch belang, door verbanden tussen cultuur, handel en economie te benadrukken, en om kunst en cultuur te benutten voor het bevorderen van

26 Ibidem

27 Minnaert, 2009: 10

28 Rosenthal, U. en H. Zijlstra, 2012: 4 29 Ibidem: 2

(14)

buitenlandse betrekkingen (culturele diplomatie).31 Door middel van Nederlands culturele uitingen tentoon te stellen in het buitenland, kan de dialoog worden aangegaan tussen verschillende culturen en overheden en kan cultuur openingen bieden voor nieuwe contacten.32 Volgens Frans Nauta, oprichter van de onafhankelijke denktank Stichting Nederland Kennisland welke dient als

bemiddelaar tussen overheid en het bedrijfsleven, zouden we tegenwoordig weer een voorbeeld moeten nemen aan de Gouden Eeuw ‘toen kunsten, wetenschappen, handel en geldwezen de Republiek tot grote bloei brachten’.33 Want dat is de inzet die BZ met het internationaal cultuurbeleid kiest en waar zij naar streeft.

De verschillende benaderingen van het internationaal cultuurbeleid door het Ministerie van OCW en het Ministerie van BZ zijn complementair; ze sluiten elkaar niet uit. Waar het vanuit cultuurpolitiek oogpunt belangrijk is dat de uitwisseling van kennis en ervaringen van kunstenaars een positief effect op de kwaliteit van kunst en cultuur kan hebben, zorgt meer kwaliteit tegelijkertijd voor een hoger aanzien van de Nederlandse kunst en cultuur, wat vanuit buitenlandpolitiek oogpunt gezien belangrijk is. Voor het Ministerie van OCW wordt de kunst en cultuur als een doel op zich gezien en voor het Ministerie van BZ zijn kunst en cultuur vooral een middel om een ander doel te bereiken.

31 Ibidem: 6 32 Ibidem

(15)

1.2.2 Kritische analyse van de samenwerking tussen het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Buitenlandse Zaken

Toch moet er kritisch gekeken worden naar een samenwerking tussen deze twee Ministeries omdat dit zowel positieve, als negatieve gevolgen kan hebben. Een positief gevolg zou kunnen zijn dat er meer kennis kan worden gedeeld, maar een negatief gevolg zou kunnen zijn dat er geen gerichte focus en geen goede coördinatie is omdat de doelstellingen van de Ministeries afzonderlijk niet op één lijn liggen.

In Nederland geldt nog altijd het Thorbecke principe dat de kunst geen regeringszaak is. Ondanks dat dit op papier ook de werkwijze is, zijn de diplomatieke vertegenwoordigingen in het buitenland, die onder het Ministerie van BZ vallen, impliciet wél een beoordelaar van kunst door de subsidie die zij verlenen en de keuzes die zij hierbij maken.34 Hierdoor is de subsidie niet waardevrij. Daarnaast worden vanuit het buitenlandpolitieke aspect ook focuspunten aangebracht in het

internationaal cultuurbeleid, zoals de focus die op de creatieve industrie moet liggen omdat dit in lijn ligt met de buitenlandpolitieke doelen die hiermee worden nagestreefd. Het probleem van de overheid als beoordelaar van kunst en cultuur door middel van de subsidie die zij toekent, kan deels overkomen worden wanneer de cultureel attaché of cultureel medewerker op een ambassade niet wordt aangestuurd door het Ministerie van BZ, maar door een fonds dat primair vanuit het cultureel belang werkt.35

Een andere oplossing waar zowel Bert van Meggelen, oprichter van Stichting Maatwerk, een bureau voor stedelijke projecten en culturele planologie als Boris Dittrich, oud politicus, voor pleiten is om meer culturele instituten, zoals het Erasmushuis in Jakarta, op te richten die puur vanuit cultuurpolitiek oogpunt werken.36 Omdat deze culturele instituten onder het Ministerie van BZ vallen, moet men zich wel kritisch afvragen of deze instituten werkelijk vanuit cultuurpolitiek belang

werken.37 Daarnaast geeft de oprichting van culturele instituten in het buitenland geen garantie voor de realisatie van cultuurpolitieke doeleinden van het internationaal cultuurbeleid. In het huidige economische klimaat zal daarom ook niet snel geïnvesteerd worden in nieuwe culturele instituten. Sterker nog, het Nederlands cultureel instituut in Parijs, het Institut Néerlandais, zal aan het einde van dit jaar de deuren sluiten vanwege een financieringstekort.

34 Rijksoverheid. Rijksbegroting 2013. 35 Dittrich, 2005: 40

36 Van Meggelen, 2005: 26; Dittrich, 2005: 60 37 Rijksoverheid. Rijksbegroting 2013.

(16)

Volgens Alexandra Landré, zelfstandig curator en kunsthistorica verbonden aan de Gerrit Rietveld Academie, worden met dit huidige internationaal cultuurbeleid ‘de vleugels van kunst en cultuur, net zoals bij een vogel, ingekort. Doordat de Nederlandse overheid vanuit buitenlandpolitiek oogpunt gezien veilige keuzes maakt en geen experimentele, kleinschalige en moeilijke kunst

sponsort in het internationaal cultuurbeleid, verliest de kunst en cultuur zijn democratische waarde. Dat het internationaal cultuurbeleid geen kritische posities toe laat is zeer kwalijk’.38

Ook George Lawson, voormalig directeur van Stichting Internationale Culturele Activiteiten (SICA), zegt dat we met dit huidige internationale cultuurbeleid, waar een onderscheid wordt gemaakt tussen de cultuurpolitieke en buitenlandpolitieke doelen, moeten oppassen voor de kloof die tussen beide Ministeries ontstaat. Toch stelt hij dat ‘de intrinsieke waarde van kunst niet altijd tegenover het gebruik van kunst als onderdeel van een politiek gewenste culturele dialoog staat. Heel esthetische kunst die zich in een bepaalde conflictueuze context manifesteert, kan een uiterst

krachtige boodschap zijn’.39 Kunst en politiek kunnen in het verlengde van elkaar staan, maar volgens Lawson heeft Nederland hier nog geen goed beleid voor ontwikkeld.

Zowel Landré, als Lawson, als Byvanck, directeur van Marres, centrum voor

hedendaagse cultuur in Maastricht, menen dat het in de toekomst mogelijk zou moeten zijn om de doelen samen te laten vallen waardoor er meer samenhang in het internationaal cultuurbeleid komt. De overheid moet er dan volgens hen niet voor schuwen om onconventionele kunst ook als

waardevolle Nederlandse kunst aan te prijzen. Het conflictpotentieel zal voor een meer gevarieerd beeld van de Nederlandse identiteit zorgen.40 Wanneer het Ministerie van BZ dit gevarieerde culturele profiel uitdraagt, kan zij hiermee tegelijkertijd de democratische waarden van Nederland promoten. Want alleen als er sprake is van ‘samenhang’ zoals Toinne Minnaert, junior docent-onderzoeker aan de Universiteit Utrecht, dat noemt, kunnen er met één beleid zowel

buitenlandpolitieke als cultuurpolitieke doelen worden nagestreefd.41 Minnaert ontkent echter dat er in dit huidige beleid sprake is van samenhang en meent dat de enige samenhang die hij in de

afgelopen beleidsstukken ziet, het nietje is waarmee de nota bijeen wordt gehouden.42 De verdeeldheid tussen de twee ministeries is volgens hem ook te zien aan de wijze waarop de HGIS cultuurmiddelen door afzonderlijk worden verdeeld. Volgens Minnaert is er geen enkele noodzaak meer voor de Ministeries om rond de tafel te zitten.43

38 Persoonlijk interview met Landré op 10-06-2013 39 Lawson geciteerd in Schuring, 2008

40 Byvanck, 2005: 15 41 Minnaert, 2009: 6 42 Ibidem: 11 43 Ibidem: 12

(17)

1.3 De creatieve industrie als visitekaartje van Nederland

The task for smaller powers is to be heard on the stories that matter to them, to explain their positions and aspirations during the non-crisis moments, and to do so in a way that captures attention.44

De uitvoering van publieksdiplomatie en culturele diplomatie verschilt uiteraard in grote en kleine landen. Ten eerste verschilt het doel waar naar gestreefd wordt: waar grote landen die toch al genoeg aandacht krijgen, zoals Amerika bijvoorbeeld, hun beleid vooral moeten uitleggen en ‘re-branden’, moeten kleine landen, zoals Nederland, allereerst de aandacht op zich weten te vestigen.45 Zoals eerder genoemd is het beeld dat men in het buitenland heeft van Nederland hierbij erg belangrijk. Daarom draait het bij de uitvoering van het internationaal cultuurbeleid niet alleen om het tonen van aspecten van de Nederlandse cultuur, zoals Nederlandse dans en theater ensembles bijvoorbeeld, maar om een weloverwogen, strategische presentatie van een nationaal symbool, waarbij de link wordt gelegd met economie en technologie, om op die manier de buitenlandpolitieke doelen van het internationaal cultuurbeleid te kunnen bereiken.46 Dit nationale symbool wordt getoond met als doel zo veel mogelijk mensen geïnteresseerd te krijgen in Nederland en zodoende de economie te

versterken en het toerisme te laten toenemen.

In de afgelopen beleidsbrieven over internationaal cultuurbeleid valt te lezen dat er ook voor de periode 2013-2016 moet worden ingezet op de culturele sector waar Nederland goed in is, namelijk de creatieve industrie. Dit is tevens een van de negen topsectoren van de overheid en al jaren één van de snelst groeiende sectoren van de Nederlandse economie. De creatieve industrie is kenmerkend voor moderniteit en innovatie en een duidelijke kenbaarheid is wat een brand nodig heeft om sterk te worden.47 Met dit internationaal cultuurbeleid ondersteunt de Nederlandse overheid de creatieve industrie en kan het Nederland hiermee internationaal op de kaart zetten.

Zoals in paragraaf 1.2 is te lezen, is een expliciet doel van het internationaal cultuurbeleid 2013-2016 om het Nederlands economisch belang te versterken en dit is bij uitstek waar de creatieve industrie goed voor te gebruiken is. De creatieve industrie kan gebruikt worden om meer synergie tussen economie en cultuur te creëren en daarmee de doelstellingen van het internationaal cultuurbeleid te behalen. Daarom is het de taak van Nederlandse diplomatieke

vertegenwoordigingen in het buitenland om zich op deze sector te concentreren. Maar wat is de creatieve industrie precies?

44 Smith geciteerd in Batora,2005: 6 45 Batora, 2005: 7

46 Mark, 2009: 23 47 Betsky, 2005: 22

(18)

Zoals de naam al doet vermoeden gaat het om een connectie tussen creativiteit en industrie, die tot uiting komt in bedrijven die hun bestaansrecht vinden in creativiteit, innovatie en

ondernemerschap. Volgens sommigen doet de focus op vernieuwing en innovatie geen recht aan de traditie, maar kan het wel verklaard worden, stelt van Meggelen. ‘Rembrandt, van Gogh en

Mondriaan waren ook vernieuwers. In deze eeuw geldt dat voor Rem Koolhaas’.48

De term creative industries komt uit het Verenigd Koninkrijk en werd in 1997 gedefinieerd als clusters van creatieve bedrijven met activiteiten ‘which have their origin in individual creativity, skill and talent and which have a potential for wealth and job creation through the generation and exploitation of intellectual property’.49 Sectoren die tot de creatieve industrie behoren zijn:

architectuur, mode, gaming, design, reclame en nieuwe media. De creatieve industrie in Nederland is geconcentreerd in de steden Rotterdam (architectuur), Eindhoven (technologische hart), Delft ( industrieel design), Utrecht (gaming) en Amsterdam (de creatieve meltingpot).50 Toch is internationalisering voor de creatieve industrie zelf ook een must.51 Voor creatieve bedrijven die willen groeien is Nederland namelijk al snel te klein. Diplomatieke vertegenwoordigingen in het buitenland kunnen actief potentiële klanten benaderen en Nederlandse bedrijven helpen de

buitenlandse markt te betreden.52 In het begin kan de overheid een extra financiële bijdrage leveren, maar het is de bedoeling dat er al snel geen overheidssteun meer nodig is omdat culturele en commerciële bedrijven zullen samenwerken. Juist omdat in deze sector de link kan worden gelegd tussen cultuur en economie is zij niet afhankelijk van subsidie, wat in tijden van de economische crisis een groot goed is.

2 OP WELKE MANIER IMPLEMENTEERT DE NEDERLANDSE AMBASSADE IN TSJECHIË HET INTERNATIONAAL CULTUURBELEID?

Omdat Nederland in nog maar twee landen een specifiek cultureel instituut heeft, wordt het internationaal cultuurbeleid in het buitenland vaak door ambassades uitgevoerd, die onder het Ministerie van BZ vallen. Het doel van deze diplomatieke vertegenwoordigingen in het buitenland is om de buitenlandpolitieke doelen van het internationaal cultuurbeleid na te streven. In hoofdstuk één is uiteengezet welke doelen de Nederlandse overheid met het internationaal cultuurbeleid nastreeft en in dit hoofdstuk zal duidelijk worden op welke manier de Nederlandse ambassade in Tsjechië deze probeert te realiseren.

48 Van Meggelen, 2005: 28 49 Van den Steenhoven, 2005: 77 50 Nuffic

51 Dercon, 2005: 34 52 Ibidem: 37

(19)

2.1 Hoogtepunten uit de Nederlands- Tsjechische culturele betrekkingen

Tsjechië, en voornamelijk Praag, kenmerkt zich door een rijk cultureel leven, met name op het gebied van muziek, architectuur en literatuur. Daarnaast heeft het jonge Tsjechische publiek, dat goed Engels spreekt, belangstellig voor internationale producties, films en tentoonstellingen. Er zijn veel

contacten tussen Nederlandse en Tsjechische culturele instellingen en de ambassade vervult hierbij de rol van makelaar; zij kan Nederlandse en Tsjechische instellingen met elkaar verbinden.

Omdat het internationaal cultuurbeleid niet zomaar overal in de wereld kan worden

overgenomen moet er gekeken worden naar de situatie in het gastland. In het Meerjaren Beleidsplan Cultuur 2013-2015 dat door Katarina Skocdopolova en Sara Hlobil in december 2012 is opgesteld, wordt Tsjechië omschreven als een regionaal cultureel centrum met een Europese uitstraling dat een brugfunctie tussen West en Oost Europa vervult. Ook wordt gemeend dat de evenementen die in Praag plaatsvinden een grote impact op andere landen in Centraal en Oost Europa hebben.53

Sinds de jaren ’90 is Tsjechië een prioriteitsland binnen het internationaal cultuurbeleid. Dit komt onder andere door culturele banden die terug reiken tot de 16e eeuw, toen in 1512, een jaar na het verschijnen van Erasmus’ Lof der Zotheid de Tsjechische vertaling al klaar was en onder

Tsjechische humanisten werd verspreid. Volgens hoogleraar Midden en Oost Europese Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, Hans Renner kan dit als een van de hoogtepunten in de

Tsjechisch- Nederlandse betrekkingen tot dusver worden gezien.54 Een andere gebeurtenis in diezelfde eeuw waarbij de Nederlands- Tsjechische culturele banden werden versterkt is de verplaatsing van het keizerlijk hof van het Heilig Roomse Rijk van Wenen naar Praag in 1583, onder leiding van keizer Rudolf II. Hierdoor werd Praag het culturele en economische centrum van het rijk. Omdat keizer Rudolf II een groot liefhebber van kunst was, trokken vele Nederlandse kunstenaars naar Praag en hebben zij een belangrijke bijdrage geleverd aan de kunststijl die aan het keizerlijk hof werd bedreven; het maniërisme.55

Een speciale plaats binnen de historische Nederlands-Tsjechische culturele betrekkingen is er ook voor Jan Amoz Komensky, beter bekend als Comenius. Na de Slag bij de Witte Berg in 1620 verloren de Tsjechische protestanten al hun rechten en werden ze gedwongen katholiek te worden of te emigreren. Zeker honderdduizend protestanten vluchtten in deze tijd naar het buitenland,

waaronder ook naar Nederland.56 Comenius was één van hen. Hij verbleef 14 jaar in Amsterdam en na zijn overlijden werd hij begraven in Naarden.

53Skocdopolova, K en S. Hlobil, 2012. 54 Renner, 2005: 43

55 Sedova, 2011: 11 56 Renner, 2005: 48

(20)

Comenius had een grote bewondering voor de Nederlandse samenleving en werd in Nederland vooral om zijn pedagogische en didactische geschriften gewaardeerd. Ook in Tjechië wordt hij nog gewaardeerd, zo staat hij op het Tsjechische 200 Kroon bankbiljet afgebeeld met achter hem de vestingstad Naarden. Dit zijn nog maar een aantal voorbeelden waaruit blijkt dat er ook in de geschiedenis sprake was van een culturele uitwisseling tussen Nederland en Tsjechië.

2.2 De Nederlandse ambassade in Tsjechië

Wanneer we kijken naar de voorwaarden die de Nederlandse ambassade in Tsjechië aan culturele instellingen stelt en de manier waarop zij de buitenlandpolitieke doelen van het internationaal cultuurbeleid nastreeft, moeten we de huidige situatie op de ambassade in het achterhoofd houden. De beleidsafdeling van de ambassade is in de afgelopen jaren namelijk teruggegaan van vijf naar twee uitgezonden medewerkers en van zeventien naar tien lokale medewerkers; waarmee de post in transitie is van ‘middelgrote post’ naar een ‘kleine twee mans post’.57 De afdeling Pers en Culturele Zaken bestaat uit één vaste, lokale seniormedewerker en is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het internationaal cultuurbeleid, wat in het Jaarplan 2013 gespecificeerd staat als het initiëren en bevorderen van Nederlandse culturele projecten in Tsjechië en de bemiddeling hierbij. Omdat de post in de afgelopen jaren flink is gekrompen, is er in 2013 nog maar weinig sprake van zelf

geïnitieerde projecten. Wel worden er in 2013 nog zo’n 60 projecten ondersteund, wat aangeeft dat de ambassade op een hoog ambitieniveau opereert.58 De ambassadeur en plaatsvervangend ambassadeur stellen dat de huidige bezetting van de post niet overeen komt met het ambitieniveau dat de post heeft, wat resulteert in een toegenomen werkdruk en een grotere last voor de

medewerkers. Vooral bij de culturele afdeling lijkt het van belang om administratieve lasten te laten verlichten door stagiaires, wat momenteel ook gebeurt. Toch moet er een structurele oplossing voor deze situatie komen.

Volgens ambassadeur Ed Hoeks moeten er in deze ‘transitional phase’ duidelijkere prioriteiten worden aangebracht in wat er moet gebeuren, zo hoeft volgens hem niet hetzelfde gerealiseerd te worden als toen er nog zeventien mensen op de post werkten. Behalve minder geld is er tegenwoordig ook minder tijd beschikbaar om hetzelfde te realiseren. Daarnaast moeten de medewerkers op de ambassade zich beseffen dat ze allen tot de beleidsafdeling behoren en verder denken dan hun eigen werkgebied. De beleidsafdeling, die officieel bestaat uit Pers en Culturele Zaken, Economische Zaken en Politieke Zaken moet steeds meer geïntegreerd raken en op een beter en hoger niveau samenwerken.

57 Nederlandse ambassade in Tsjechië, 2012.

58 Ter vergelijking: de Nederlandse ambassade in Berlijn realiseert gemiddeld 200 projecten met 10 culturele medewerkers

(21)

De beleidsafdeling moet samen prioriteiten in het beleid aanbrengen waardoor het niet meer voorkomt dat er half werk geleverd wordt. Dit staat ook aangegeven in het advies dat de Raad voor Cultuur aan culturele vertegenwoordigingen in het buitenland geeft.59

Een voorbeeld van een geslaagde samenwerking tussen de verschillende afdelingen komt naar voren in de sponsoring van het reSITE festival en conferentie. Van 19 tot 23 juni 2013 vond dit festival en conferentie plaats in Praag, waarbij de focus lag op de notie van design, cultuur, politiek, financiën en stedelijke ontwikkeling. Zoals in het internationaal cultuurbeleid staat aangegeven zijn design en architectuur de prioriteiten van het internationaal cultuurbeleid en daarmee ook van de Nederlandse ambassade in Tsjechië. De ambassade heeft zowel financieel als organisatorisch bijgedragen aan dit festival. Zo heeft zij door een interdisciplinaire samenwerking tussen de verschillende afdelingen (Economische Zaken en Pers- en Culturele Zaken) een sponsor voor het festival kunnen regelen, waardoor er interessante Nederlandse gasten konden worden uitgenodigd zoals Winy Maas (MVRDV Architects) en Kees Christiaanse (KCAP Architects). Omdat deze

Nederlanders zogenaamde ‘keynote speakers’ tijdens de conferentie waren, en in hun speech vele Nederlandse voorbeelden aanhaalden, heeft de Nederlandse creatieve industrie tijdens dit festival veel positieve aandacht gehad.

2.3 Implementatie van het Internationaal Cultuurbeleid 2013-2016

2.3.1 Beleidsimplementatie in de literatuur

In de literatuur over beleidsimplementatie zijn traditioneel gezien twee benaderingen te

onderscheiden: de ‘top-down’ benadering en de ‘bottum-up’ benadering. Volgens Hill en Hupe is de meest omvangrijke definitie van beleidsimplementatie afkomstig van Mazmanian en Sabatier, die uit gaan van de ‘top-down’ benadering en implementatie zien als ‘the carrying out of a basic policy design, usually incorporated in a statute but which can also take the form of important executive decisions or court decisions.´60 Bij de ‘top-down’ benadering zijn beleidsvorming en

beleidsimplementatie twee verschillende processen die na elkaar plaatsvinden. Allereerst wordt er een beleid gemaakt, daarna wordt het beleid geïmplementeerd. Dit is direct waar de grootste kritiek op deze benadering vandaan komt; volgens critici wordt er geen rekening gehouden met processen op uitvoerend niveau en onvoorziene omstandigheden die daar kunnen optreden.

59 Raad voor Cultuur, 2010: 8

(22)

Een benadering die tegen de ‘top-down’ benadering in gaat is de ‘bottum-up’ benadering,

waarbij in beleidsimplementatie meer sprake is van interactie tussen de beleidsmakers en uitvoerders en waarbij acties en beslissingen op uitvoerend niveau uiteindelijk het beleid zullen vormen. Een van de voorstanders van een ‘bottum-up’ strategie is Lipsky, die de focus legt op ‘those who are charged with carrying out policy rather than those who formulate and convey it’.61 Hiermee stelt hij dat de uitvoerders van een beleid een grote invloed hebben op de implementatie van een beleid.

In deze scriptie zal ik uit gaan van de ‘top-down’ benadering, omdat de Nederlandse overheid allereerst het beleid vast stelt, wat daarna door de diplomatieke en culturele vertegenwoordigingen in het buitenland uitgevoerd moet worden. Om te meten hoe het internationaal cultuurbeleid geïmplementeerd wordt wil ik kijken naar twee vereisten voor effectieve implementatie: duidelijke en heldere doelstellingen en voldoende financiële middelen.62 De effectiviteit van de implementatie van het internationaal cultuurbeleid door de Nederlandse ambassade in Tsjechië wil ik meten door te kijken naar een recent uitgevoerd onderzoek onder de Tsjechische bevolking , waaruit we kunnen opmaken in hoeverre de beleidsdoelen van het internationaal cultuurbeleid 2013-2016 worden nagestreefd.

2.3.2 Beleidsimplementatie in de praktijk: Duidelijke en heldere doelstellingen.

Om een beleid effectief te kunnen implementeren moet dit beleid allereerst duidelijke en heldere doelstellingen hebben. Wanneer we kijken naar de doelstellingen die in Meer dan Kwaliteit worden geschetst, valt ons een aantal zaken direct op. Allereerst valt de verdeeldheid tussen cultuurpolitieke en buitenlandpolitieke doelen op, maar voor dit onderzoek zijn alleen de buitenlandpolitieke doelen van belang omdat deze worden uitgevoerd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, waar de ambassade onder valt. Deze buitenlandpolitieke doelen zijn erg algemeen geformuleerd. Zo wordt er enkel tot doel gesteld dat er moet worden bijgedragen aan de versterking van het Nederlands economisch belang, door verbanden tussen cultuur, handel en economie te benadrukken en om kunst en cultuur te benutten voor het bevorderen van buitenlandse betrekkingen. Voor de

doelstellingen van dit internationaal cultuurbeleid zijn vervolgens programma’s geschetst waarin de doelstellingen tot uitwerking zouden moeten komen, zoals bijvoorbeeld de keuze dat de focus moet liggen op de creatieve industrie en de gerichte geografische focus die moet worden gekozen. Verder is er bij dit beleid geen praktische uitwerking geschetst, terwijl juist het strategische deel van het internationaal cultuurbeleid gebaad is bij een concrete politieke sturing.63

In lijn met het internationaal cultuurbeleid 2013-2016 heeft de Nederlandse ambassade in

61 Hill. M en P.Hupe, 2002: 9 62 Ibidem: 7

(23)

Tsjechië zichzelf ook doelen gesteld die zij met het internationaal cultuurbeleid wil bereiken. Zo zal zij zich toeleggen op het versterken van het internationale culturele profiel en daardoor bijdragen aan een positieve beeldvorming van Nederland als kansrijke partner en creatief en innovatief land. Dit wil zij doen door het ontwikkelen, onderhouden en benutten van multidisciplinaire activiteiten en netwerken en het verkennen van de ‘synergie’ tussen cultuur en economie en zodanig het economische potentieel van cultuur uitdiepen, zoals staat aangegeven in het Jaarplan 2013.64

In de doelstellingen van de culturele afdeling van de ambassade zie je terug dat deze meer gespecificeerd zijn dan de doelstellingen uit het internationaal cultuurbeleid. In een persoonlijk gesprek met het hoofd van de beleidsafdeling wordt toegelicht dat de Nederlandse ambassade grotere evenementen met een internationale uitstraling wil ondersteunen om zodoende de verbinding tussen handel, economie en cultuur te leggen. Zoals duidelijk blijkt uit de hierboven genoemde doelen wordt cultuur gebruikt voor andere doeleinden, of, zoals het hoofd van de beleidsafdeling zegt ‘cultuur wordt gebruikt als olie van de diplomatie’. Een recent voorbeeld waarin dit duidelijk naar voren komt is de Rademakers Collectie in de National Gallery in Praag van 3 mei 2013 tot 31 augustus 2013. Op de opening van deze tentoonstelling waren zowel de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Frans Timmermans, als de Tsjechische minister van Buitenlandse Zaken, Karel Schwarzenberg, aanwezig. Met hun aanwezigheid en hun speech lieten ze beiden zien dat ze kunst en cultuur belangrijk vinden. Echter, Timmermans was niet alleen gekomen om de tentoonstelling te openen, het gesprek dat hij daarbij met Schwarzenberg over politieke zaken had was minstens zo belangrijk.

Daarnaast legt ook de Nederlandse ambassade in Tsjechië , net zoals in Meer dan Kwaliteit staat geschetst, voor de praktische uitvoering van het internationaal cultuurbeleid de focus op de creatieve industrie, omdat deze topsector de meeste kansen biedt om cultuur en economie te verbinden. Een geslaagd voorbeeld van een festival waarin de synergie tussen cultuur en economie wordt versterkt én dat door de Nederlandse ambassade is ondersteund is het Enter: Biopolis festival dat van 4 tot 12 april 2013 in Praag werd georganiseerd. Dit is een uniek festival, waarin kunst, wetenschap en techniek samenkomt en waar wordt gekeken naar de toepasbaarheid van kunst. Nederland werd tijdens dit festival vertegenwoordigd door Jalila Essaïdi (1980). Met haar Bulletproof Skin wist zij de interesse van vele bezoekers te wekken. Het idee achter dit kunstproject is om met behulp van spinnenzijde de menselijke huid zó te manipuleren dat deze ondoordringbaar wordt voor kogels. Spinnenzijde kent namelijk unieke materiaaleigenschappen en is sterker dan staal, waardoor het perfect is om kogels te weren en dus geschikt voor de militaire wereld.

Tevens is het materiaal biologisch afbreekbaar en kan het samen werken met de menselijke huid, waardoor het bovendien interessant wordt voor de biomedische wetenschappen.

(24)

Doordat de Nederlandse ambassade het festival financieel heeft ondersteund, zijn er diverse verbindingen gelegd en netwerken uitgebreid. Er bestaan plannen om volgend jaar een soortgelijk festival in de regio Eindhoven te organiseren - het technologische hart van Nederland. De

Nederlandse ambassade in Tsjechië speelt in deze plannen de rol van makelaar tussen het Tsjechische en het Nederlandse veld.

2.3.3 Beleidsimplementatie in de praktijk: Voldoende financiële middelen.

Naast heldere doelstellingen moeten er voor een goede implementatie van een beleid ook voldoende financiële middelen beschikbaar zijn. Zoals in paragraaf 2.2 is geschetst, zijn er ook steeds minder financiële middelen beschikbaar om de doelstellingen van het internationaal cultuurbeleid te realiseren. Zo bezuinigt de ambassade in 2013 15 % ten opzichte van 2012.65 De subsidie valt samen in één fonds, het Programma Kleine Activiteiten non- ODA, welke uit twee subfondsen bestaat; het subfonds internationaal cultuurbeleid (ICB) en het subfonds publieksdiplomatie (PD). In 2013 is er € 54.000 voor ICB en €10.000 voor PD beschikbaar. De Nederlandse ambassade heeft het overgrote deel van het geld uit het subfonds ICB, namelijk €40.000, gereserveerd voor twee evenementen rondom Nethworks.cz.66

Nethworks.cz werd eerder in 2009 en 2010 georganiseerd en was een multidisciplinaire manifestatie met activiteiten op het gebied van cultuur, economie en politiek. Ook in 2013 zou Nethworks.cz de vlag zijn waaronder verschillende, door andere partijen geïnitieerde projecten zouden hangen. Zo zou de Nederlandse deelname aan verschillende festivals die in dezelfde tijd vallen, onder de naam Nethworks.cz nog eens extra gepromoot worden en zou er een

randprogrammering plaatsvinden. Het doel van Nethworks.cz was niet om een ‘Nederlandse maand te organiseren, zoals de Zwitserse ambassade jaarlijks in Praag doet om de historische en culturele relatie tussen Zwitserland en Tsjechië te vieren, maar om in een tijdsbestek van 3 maanden alle Nederlandse deelnames aan festivals en lezingen te bundelen en nog extra te promoten door het een eigen naam (Nethworks.cz) en logo te geven.

65 Ibidem 66 Ibidem

(25)

Door onvoldoende personeel en financiële middelen was het niet mogelijk om een kwalitatief

programma te ontwikkelen en is besloten de Nederlandse overkoepeling van de projecten af te halen. Er is besloten dit geld voor meerdere (vaak jaarlijks terugkerende) individuele projecten te gebruiken. De vraag die hierbij gesteld moet worden is wat het bereik en de effectiviteit van deze kleine

projecten is. Uit het imago onderzoek dat is uitgevoerd door het Tsjechische onderzoeksbureau STEM, wat uitvoeriger in hoofdstuk drie besproken zal worden, blijkt dat grotere projecten in Praag meer impact hebben dan kleine projecten, omdat kleine projecten al snel bedolven worden door de hevige concurrentie van andere culturele organisaties.

Voor de financiële ondersteuning van ambassades met een versterkte culturele component, zoals de Nederlandse ambassade in Tsjechië, worden in het kader van het programma Kleine

Activiteiten non-ODA gedelegeerde ambassade budgetten ter beschikking gesteld. De ambassade is dus binnen de richtlijnen vrij om het geld, naar eigen inzicht, te besteden aan culturele projecten. Om de beschikbare middelen zo effectief mogelijk in te zetten moeten er uiteraard keuzes worden gemaakt bij de beoordeling van de Tsjechische ingediende aanvragen. Aan de culturele samenwerking en de verlening van subsidie zijn door de ambassade een aantal algemene beoordelingscriteria verbonden:

1. De subsidie aanvraag kan alleen worden ingediend door een lokale organisatie die verantwoordelijk blijft voor de uitvoering van en het toezicht op de activiteit. Dit

beoordelingscriterium is ingesteld om de samenwerking tussen Nederlandse en Tsjechische culturele organisaties te stimuleren. Wanneer een Nederlandse organisatie zelf subsidie zou kunnen

aanvragen, zou dit enkel een tentoonstelling van Nederlandse cultuur in het buitenland zijn maar zou dit de interculturele samenwerking niet bevorderen, waardoor ook cultureel ondernemerschap niet gestimuleerd wordt.

2. De activiteiten moeten bijdragen aan de versterking van het culturele profiel van Nederland en de culturele samenwerking tussen Nederland en Tsjechië. Het culturele profiel van Nederland is volgens de Nederlandse ambassade in Tsjechië dat van modern, creatief en innovatief land. Wanneer een project daar aan bijdraagt, komt het in aanmerking voor subsidie, zegt het hoofd van de afdeling Pers en Culturele Zaken.

3. De activiteiten moeten van een zekere kwaliteit zijn, die zowel aan de Nederlandse als aan de Tsjechische standaard voldoet. De kwaliteit wordt zowel bepaald door de Tsjechische organisatie die de aanvraag doet, als door de beleidsmedewerkers van de ambassade. Wanneer een aanvragende partij onbekend is wordt er eerst nagetrokken of deze partij betrouwbaar is en wat voor projecten de partij in de afgelopen jaren heeft gerealiseerd.

4. De kwaliteit van zowel de Tsjechische als de Nederlandse organisatie moet van zekere hoogte zijn, vooral op financieel gebied.

(26)

5. Het ‘cost-effect’ ratio moet acceptabel zijn. De ‘cost-effect’ ratio moet vanuit verschillende perspectieven bekeken worden; zo ondersteunt de ambassade geen business class tickets omdat ze vindt dat de reis van Nederland naar Praag te kort is en het sponsoren van business class tickets geen gewenst effect oplevert. Aan de andere kant worden soms wel dure ‘artist fees’ betaalt, omdat het dan al een heel succes is dat diegene naar Tsjechië kan komen. Wanneer het effect enorm is, mogen de kosten ook wat hoger zijn.

6. De subsidie mag alleen gebruikt worden voor de activiteit en er mag geen winst op gemaakt worden.

7. De activiteit moet plaatsvinden in Tsjechië. 8. De activiteit moet in de toekomst plaatsvinden.

De lokale medewerkster op de culturele afdeling maakt samen met het hoofd van de beleidsafdeling de keuze over welke te sponsoren projecten en hoe veel geld hier naar toe gaat. Zoals genoemd, is het handig om met lokale medewerkers te werken: buiten dat zij het gastland en de culturele sector in het gastland goed kennen, spreken zij ook de taal, wat de communicatie vergemakkelijkt. Hierdoor zijn zij de rode draad in het aangaan en onderhouden van plaatselijke netwerken.67 Toch kan

persoonlijke betrokkenheid een keerzijde hebben wanneer het gaat om objectieve en neutrale besluitvorming. Zo worden er door de Nederlandse ambassade in Tsjechië vele projecten op standaard jaarlijkse basis ondersteund, ongeacht welke Nederlandse artiesten er worden uitgenodigd.

Door de huidige bezuinigingen bij de ambassades moet er in de toekomst sterker gezocht worden naar andere vormen van steun en samenwerking dan alleen door middel van subsidies. Zo wordt het culturele veld aangemoedigd om de economische waarde van kunst op te zoeken en het cultureel ondernemerschap te benadrukken. In de literatuur komen we verschillende definities van cultureel ondernemerschap tegen. Zo draait het volgens Hagoort, lector Kunst & Economie aan de Hogeschool voor de kunsten in Utrecht, bij cultureel ondernemerschap om het aanboren van nieuwe financieringsbronnen, het tot stand brengen van een ondernemend organisatieklimaat, het

aantrekken van nieuwe publieksgroepen en bovenal om het bereiken van een gemeenschappelijke inzet om dit ondernemerschap daadwerkelijk te kunnen realiseren.68 Hoewel Hagoort het begrip cultureel ondernemerschap voor het eerst in Nederland introduceerde, werd hier pas echt veelvuldig over gesproken toen de staatssecretaris voor cultuur en media, Rick van der Ploeg, het cultureel ondernemerschap eind jaren ’90 hoog op zijn cultuurpolitieke agenda plaatste.

67 Raad voor Cultuur, 2010: 12 68 Hagoort, 2011: 437

(27)

Het werd tot hoeksteen van het (nationaal) cultuurbeleid verklaard. Onder cultureel

ondernemerschap verstond van der Ploeg een open opstelling van de cultureel ondernemer, met een alerte blik op kansen en mogelijkheden. Ook spoorde hij de cultureel ondernemer aan om niet te schromen voor het bewandelen van ‘nieuwe en onconventionele wegen’.69 Ten slotte besteedt de cultureel ondernemer in zijn optiek aandacht aan commerciële methoden (onder andere marketing), verkrijgt hij alternatieve inkomstenbronnen, werft hij nieuwe publieksgroepen en stelt hij zich pro actief op tegenover nieuwe ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld digitalisering.70 Het doel van cultureel ondernemerschap is om minder afhankelijk te zijn van overheidssubsidies. De taak van de

Nederlandse ambassade in Tsjechië is om als makelaar op te treden om Nederlandse en Tsjechische instellingen te verbinden en dit cultureel ondernemerschap te bevorderen.

Een geslaagd voorbeeld van cultureel ondernemerschap op internationale schaal, waarbij de ambassade als makelaar heeft opgetreden, is Kraak & Smaak, een Nederlandse muziekgroep die met behulp van Nederlandse subsidie (van de ambassade) voor het eerst in Tsjechië kon deelnemen aan het United Islands of Prague festival in 2012. Uit de samenwerking met dit festival zijn commerciële vervolg optredens voortgekomen waarbij geen Nederlandse steun meer nodig was. Met dit optreden zijn zowel cultuurpolitieke doelen, als buitenlandpolitieke doelen nagestreefd. Zo heeft Kraak & Smaak zich internationaal kunnen presenteren en heeft Nederland een positieve indruk achter kunnen laten bij een groots festival met internationale allure.

Een ander voorbeeld waarbij de Nederlandse ambassade als makelaar heeft opgetreden is in de voorbereidingen van het internationale muziek festival ‘The Summer Festivities of Early Music’ wat van 14 juli tot 6 augustus in Praag is gehouden. De Nederlandse ambassade heeft er namelijk voor gezorgd dat de organisatie van het festival een sponsordeal met de Nederlandse ING bank heeft weten te sluiten. Deze actie komt voort uit de gedachte dat de ambassade niet enkel vraag gestuurd kan werken (en daarmee wachten op de subsidie aanvragen die binnenkomen), maar dat zij af en toe ook zelf actief, aanbod gestuurd moet werken, wil zij de kwaliteit waarborgen die zij wil leveren en de prestige die zij hiermee kan verwerven, vergroten. Op deze manier zoekt de Nederlandse ambassade in Tsjechië een partner die geïnteresseerd is in samenwerking met het Nederlandse culturele veld. Met behulp van het top ensemble dat de organisatie van het festival naar Tsjechië haalt en de financiële steun die de ING aan dit festival verleent, wordt de verbinding tussen cultuur en economie gelegd. Door middel van de sponsoring krijgt de ING bank ook de mogelijkheid om er een VIP

evenement van te maken en haar zakenrelaties uit te nodigen.

69 Rienstra, 2006: 11 70 Hagoort, 2011: 447

(28)

Zoals eerder gesteld initieert de Nederlandse ambassade in 2013 vanwege geld-, personeel- en tijdsgebrek geen eigen projecten, waardoor de rol van makelaar een goede oplossing is. Dus ondanks onvoldoende financiële middelen, wordt er in de implementatie van het beleid wel naar een passende oplossing gezocht.

3 DE TSJECHISCHE BLIK OP NEDERLANDSE CULTUUR

Ter kennisneming van het imago van Nederland in Tsjechië heeft de Nederlandse ambassade in Tsjechië van februari tot maart een onderzoek laten verrichten door het onafhankelijke Tsjechische onderzoeksbureau STEM. De resultaten die hier uit kwamen zullen onder anderen gebruikt worden om een meer gerichte strategie binnen culturele diplomatie en de publieksdiplomatie te realiseren. Bij het opstellen van de vragen is geprobeerd een zo breed mogelijk spectrum van factoren te meten waarvan werd verwacht dat de analyse zowel individueel als in vergelijking met elkaar tot

interessante resultaten zou leiden. Hierbij is zowel de wetenschappelijke kennis van mij als stagiair als de expertise van het onderzoeksbureau gebruikt.

De enquêtes die de Nederlandse ambassade in samenwerking met STEM heeft opgesteld zijn afgenomen met een standaard face-to-face PAPI methode met behulp van vragenlijsten. Het aantal respondenten was 1091 (n=1091), in de leeftijdscategorie 18+. Dit maakt het een kwantitatief onderzoek. De enquêtes zijn afgenomen in de periode van 28 februari tot 8 maart 2013, waarbij de respondenten een tiental vragen is voorgelegd om te beantwoorden. Belangrijk bij het opstellen van de vragen was het rekening houden met een zeer gelimiteerde kennis van de Nederlandse cultuur onder het Tsjechische publiek. Wanneer er te gedetailleerde vragen gesteld zouden worden, zou dit tot een duidelijke response bias hebben geleid. Er is dan ook bewust gekozen voor vrij algemene vraagstellingen waar de meest betrouwbare antwoorden op konden worden verwacht. Daarnaast zijn er verschillende categorieën die door de tien vragen gedekt moesten worden. Deze categorieën zijn ruwweg in te delen in: doelgroepen (verschillende kennis onder demografische groepen), dominante associaties en normatieve kwalificaties. De antwoorden zijn gemeten aan de hand van zowel de 4-punts Likert- schaal als met open vragen. 71 Met name de eerste van deze meetmethodes maakt vergelijking tussen individuele vragen mogelijk. Met gelimiteerde mogelijkheden is geprobeerd om aan de eisen van betrouwbaarheid als validiteit op deze manieren te garanderen.

(29)

Vanuit het oogpunt van internationaal cultuurbeleid wil ik mij bij verschillende stellingen afvragen hoe ik deze resultaten kan beargumenteren of verbeteren en bekijken hoe het resultaat terugslaat op het internationaal cultuurbeleid. Daarbij wil ik deze resultaten in de context van de bilaterale relatie tussen Nederland en Tsjechië plaatsen en me bewust blijven van de doelgroep van ons beleid en wat de Tsjechen over Nederland zouden moeten weten.

Het probleem bij dit onderzoek was het gelimiteerde budget van de ambassade. Dit is een typisch probleem binnen het internationaal cultuurbeleid; we willen het imago versterken en kijken of dit gebeurt (hierop reflecteren), maar het budget is niet voldoende om daar echt een adequate uitspraak over te doen. In dit onderzoek was bijvoorbeeld maar het budget om 10 vragen aan de respondenten te stellen, maar als men echt een gedegen antwoord of een gedegen vergelijking wilt maken zijn er twee keer zo veel vragen nodig. De vraag is of de uitvoering van het internationaal cultuurbeleid wel goed kan functioneren zonder terugkoppeling? Bezuinigingen kunnen leiden tot een versimplificering van de terugkoppeling wat vraagtekens zet bij de activiteit. Want wanneer er wordt bezuinigd op de terugkoppeling (dit onderzoek), zou er een enigszins vertekend beeld kunnen optreden, waarna de strategie verkeerd wordt aangepast.

3.1 Please indicate how positive or negative your relationship to the Netherlands is? 72

Uit het antwoord op deze vraag blijkt dat acht van de tien ondervraagde Tsjechen een positieve relatie met Nederland heeft. Het is interessant omdat dit resultaat de afgelopen 11 jaar is gemeten; in al deze jaren is er een deviatie van 5 %, dus het is heel stabiel gebleven. In 2001 had 77% van de Tsjechen een positieve relatie met Nederland, in 2006 en 2008 83% en in 2012 78%. Zo is de Nederlandse ambassade geëindigd waar zij is begonnen. Desondanks moet dit bekeken worden vanuit het perspectief van het internationaal cultuurbeleid, wat onder andere tot doel heeft het positieve imago van Nederland in het buitenland te versterken. De vraag die voor mijn onderzoek van belang is, luidt dan ook of het internationaal cultuurbeleid positief correleert met de relatie die Tsjechen met Nederland hebben. Een positief beeld kan daarnaast opgebouwd zijn uit verschillende factoren. Is het een stereotype beeld van Nederland als land van tolerantie, progressieve

denkbeelden en tulpen dat de positieve beoordeling kan verklaren of zijn het bijvoorbeeld de focus punten van de ambassade, zoals de creatieve industrie, architectuur, design en mode? Uit paragraaf 3.3 blijkt bijvoorbeeld dat de eerste associatie die mensen hebben met Nederland vaak terugslaat op bloementeelt (tulpen) en hoge kwaliteits voeding.

(30)

3.2 Have you ever visited the Netherlands?73

Not yet (73%) Yes, but only passed through (11%) Yes, once for several days (13%)

Yes, several times (3%)

Bijna drie kwart van de ondervraagde Tsjechen is nog nooit in Nederland geweest. Dit betekent dat er een hele grote (73%) ruimte is om hiermee aan de slag te gaan.74 De Nederlandse ambassade moet een positief beeld van Nederland in Tsjechië realiseren ook zonder dat mensen Nederland bezoeken. Tegelijkertijd moet de Nederlandse ambassade ook blijven stimuleren dat Tsjechen naar Nederland toe gaan, omdat dit positief is voor toerisme, voor het zakenleven en voor het imago van Nederland. Zo moet de Nederlandse ambassade benadrukken hoe makkelijk het is om naar Nederland te gaan. Als deze link wordt gelegd dan kan dit het positieve imago van Nederland in Tsjechië benadrukken. De vraag is nu hoe de ambassade er door middel van culturele diplomatie voor kan zorgen dat meer Tsjechen gestimuleerd worden om Nederland te bezoeken . Voor de hand liggende oplossingen zijn om bijvoorbeeld bij een Nederlands concert in Tsjechië te benadrukken dat er nog veel meer van zulk soort concerten in Nederland plaatsvinden. Daarnaast zou er bij (culturele) evenementen reclame kunnen worden gemaakt voor (goedkope) vliegreizen naar Nederland. Het sponsoren van activiteiten en het actief benadrukken van de bereikbaarheid van Nederland via bijvoorbeeld de luchthaven Schiphol is hier een goed voorbeeld van. Op die manier wordt de link tussen economie en cultuur gezocht en versterkt. Toch is het opvallend om te zien dat ondanks dat maar 27% van de

ondervraagde Tsjechen naar Nederland is geweest, wel 82% van de Tsjechen Nederland een interessant land vindt.75 De vraag is of dit komt door de cultuurverspreiding door de Nederlandse ambassade? Een meer uitgebreid vervolgonderzoek zou hier uitsluitsel over kunnen geven.

73 Ibidem: 28 74 Ibidem: 10 75 Ibidem: 25

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Veel van dit materiaal is heden ten dage voor de bouw in- teressant; tras, gemalen tuf is zeer geschikt als specie voor waterdicht metselwerk.. Bims, puimsteenkorrels tot

Voor het beantwoorden van deze deelvragen zal in §5.2 de Nederlandse waterzuiveringssector geanalyseerd worden en worden bekeken welke (soort) bedrijven de doelgroep vormen voor

Vrije publiciteit via online influencers Naast de vaste vrije publiciteit wilde het Holland Festival dit jaar meer doen aan het vergaren van online publiciteit door

In vraag een moes die proefpersone ’n spesifieke ouderdom (in jare) aandui waarop hulle gemeen het die meeste lengtegroei plaasgevind het, terwyl vraag twee

The GBC strongly advocates prevention and education programmes, stating that it is the “greatest responsibility and opportunity for companies in tackling HIV/AIDS”, given that

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright

Door het geloof zeer rein, Heeft Sara kragt gekreegen, Te baren Isaak klyn, Al door des Heeren zegen En heeft ook niet getwyffelt, Maar hem getrouw geagt, die haar belooft had

(dus: Jan zei, dat zijn broer ziek is geweest). Aldus werd het kaartbeeld vertroebeld en misschien gedeeltelijk onjuist. Het is inderdaad waarschijnlijk dat de tijd van het hulpww.