Hydraulische kopieerinrichtingen
Citation for published version (APA):
Oerlemans, J. J. M. (1962). Hydraulische kopieerinrichtingen. (TH Eindhoven. Afd. Werktuigbouwkunde, Laboratorium voor mechanische technologie en werkplaatstechniek : WT rapporten; Vol. WT0091). Technische Hogeschool Eindhoven.
Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1962
Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record
Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne
Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at:
openaccess@tue.nl
providing details and we will investigate your claim.
,I
~
technische hogeschool eindhovenlr
laboratorium voorme'chanisch:';;~h~'ologie e~' :~rk~i-:;~tstechniek
- . - -.... ~. ~~--.. ,
-rapport van de sectie:
GereedschapS¥lerktuigen en gereedschappen
titel:Hydraulische Kopieerinrichtingen
outeur(s):
J.J.M. Oerlemans
sectieleider:
iro
L.A.M.van Bergen
hoogleraar:
prof. ir.C. de Beer
somenvattingOnderzocht is het
11'statisch
Ii
en
IIdynamisch
IIgedrag van een drietal hydraulische
kopieer-systemen ui
tde werkplaats van de groep
i'iT:1. schaafbank AI
2.
freesbank Jaspar
3.
draaibank
AI,
Berekend werden de
~igenfrequentiesvoor de
.
III
open
IIen de
IIgeslo ten
Ifsi tua tie
tde
resul-taten zljn vergeleken met experimentele gegevens.
i bl Z ," . 0 van 102 ->""hl? U,'_' rappa'r' nr. 0091
,'"
codering:C.2.e.
---~.-~.---', trefwoord:Hydraulische
kopieerin-richtingen.
datum:sept. 1962
cantol biz.. , 10a~-'
-geschikt voor publicotie in:INHOUD.
1. Doel
TEe H N I S C H E HOG ESC H 00 LEI N D H 0 V EN
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGJE EN WERKPLAATSTECHNIEK
- 1
-2. Inleiding
3.
Beschrijving van de drie systemen4.
Analyse van de statische eigenschappen4.1
De tasterdruk4.2
De dode slag4.3
De snelheidsversterking4.4
De Krachtsversterking5.
B~paling ~an de karakteristieke eigenschappen5.1
Geschaafd werkstuk5.2
Gefreesd werkstuk5.3
Gedra~id werkstuk6.
Volledige statische karakteristieken6.1
6.2
6.3
Het kopieerapparaat van de schaafbank Hetkopieerapparaat van de freesbank Het' kopieerapparaat van de draaibank
7.
Een analyse van de dynamische eigenschappen InleidingHet kopieerapparaat van de schaafbank Het kopieerapparaatvan de freesbank Het kopicerapparaat van de draaibank i'1eetresul ta ten
8.
Een srielle methode om de eigenschappen van een kopieersysteem te bepalen9.
Resume 10. Literatuuroverzicht bIz. 2 '. bIz. '2 bIz.7
bIz. 11 bIz.' 11 bIz. 15 bIz.17
bIz. 20 bIz. 2°1 bIz.25
bIz.27
bIz.29
bIz.33
bIz.33
bIz.61
bIz.67
bIz.73
bIz.73
bIz.73
blz.85
bIz. 93' 1Hz.97
bIz.98
bIz .100 bIz .101 nr.00911.
DOEL
TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN
I.;.ABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
-2-nr.0091
In het nu volgende zal een analyse gemaakt worden van de eigenschappen
van een hydraulisch kopieersysteem in statisch en dynamisch opzicht.
Deze eigen.sc:happen zijn 'bepaald :t>lj de in het labora torium aanwezige
ko-pieerapparaten van de:
A.I.-schaafbank
JASPAR-f~eesbank
A.I. draaibank DR.i.
Tenslotte wordt nog een voorstel gedaan om de karakteristieke
eigen-schappen van .een hydraul1sch kopieersysteem sn,e1 te bepalen.
2. INLEIDING
Het a1geme.ne schema van een hydraulische servomotor is afgebeeld in
figuur
1."--~D-~
schuif bedient al1e
kleppen.
POMP
Figuur
1.De hydrau1ische servomotor kan op versch1llende manieren toegepast
wor-den- b\j het kopieren •. De stand van de kleppen wordt bepaa1d doo+,een
taster. die over een mal beweegt. Het kleppenhuis !tan aan het frame van
de machine
bevest~gdworden en de mal aan de slede'waarop het werkstuk
zich bevindt. Ook is het mogel.ijk om het kleppenhuis vast te maken aan
de slede en de mal 8an het frame van ,de machine.
.
Het eerste
istoegepastblj de A.I. sOhaafbank (fig.2) en de Jaspar
-freesbank. '(fig.3) en het tweede blj de A.I. draaibank(fig.4).
Princi-pieel zjjn beide systemen echter niet
v~rsc:hillendzoals uit de
bjjbeho-rel?-de blokschema's blljkt (fig.5 enfig ..
6).
TECHNISCHE HOGESCHOOl EINDHOVEt-i
SIT U A TIE
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
-3-'
B I
J H E ,TS C H A V E .N
E Nnr.OO91
FREZEN.
x f'i---~---~
kleppen
oliestroom
ztiiger
cylinder
yS
~i
Y f. y~x=fi-y
I T
U A T -Y f. y~x=f
.-y < ~ xfiguur
5.
: de verplaatsing van de taster t.o.v. de
sled~(door mal).
: de absolute verplaatsing van de slede met het'werkstUk.
: de verplaatsing van de taster teo.v. het kleppenhuis.
I E
B I
J H E T D R A A I E N•
..'.
oliestroom
zuiger
ykleppen
cylinder
figuur
6.
:- de absolute verplaatsing van de taster. (door mal)'.
: de absoiute verplaatsing van de
slede~methet werkstuk.
: de verplaatsing van de taster t.o.v. de.slede en dus t.o.v.
het kleppenhuis.
-
4-nr.0091
A.I SCHAA F BANK
/
_
~
WERKSTUK
i-~Crr::,
::::;-:
~--rrr ~
I
I
r~
1
t=t====l=4=f=t=
I
I I
!
I
~=_
I I I
. I
I
I
~t-
r·
1=1
I
r(-(--'---'---
I I
.
Iii
I
I
I
I
L
- - + - - + - - - + _ _ - - - 1II
I
ZUIGrR EN·
I I
t
CILINDER
I I .
· 1 1 I
~ESERVOIR
'I
I
l i t
POMP
Figuur 2·
.
- 5 -
.
nr.0091
JASPAR
FREESBANK.
==-=,l
---jll·
.. . j
II
'---...---+--+--~--.I---'
'III
"
I :
I I
ZUIGER
EN
CILINDER
, I I
I I
I
' I I
'
I:
I--:-~
II
I
I
I
.. II
--,1
, 1
\--~
£-5 ...
£
R-.
,V-OJ---i
R
11
r _ _ _ _
~
_ _
. - J
I
L~_ _ _ _ _ _ _ _
.J
Flguu r3
- 6 - .
A.I DRAA/ BA-NK
- nr.0091~-~---,
ZU'/ G ER
I
-
EN CILINDER
. - - - . 1
_II I· .
I
I
I I
I
I
MA L
I
I .
.
. I I
. f
- + - - - + - - - i -~
- + - - i -
- - + - - - + - - - -----l
I
I
[ I I
t - - - _ . III
WERKSTU K
I
I
I
I
I
. .
I
I
I
---~.I·
I .
RESERVOIR
· 1L---~+1
.
L - _ _ _
.'
_
J
.
. . Flguur 4
TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEt-,J
LABORATORJUM VOQR MECHANISCHETECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
-7-nr.0091
3.
BESCHRIJVING VAN DE DRIE
SYSTEM~N3.1. Schaafbank.
3.2.
Het. kopieermechanisme van de schaafbank. is in figuur
7
schematisch
gegeven. Als de taster ten gevolge van de voedingsbeweging van de
tafel een positieve uit\iGKing
(+x) krijgt, wordt depoort 1 geopend
en gaat er oliestromen van de pomp naar de ruimte onder de zuiger.
Boven de zuiger blijft'de pompdruk 'gehandhaafd. Deze.pompdruk is
constant en gelijk aan 16 kgf/cm2 • De zuiger beweegt met het model
omhoog
(+ l( ) .De starter wordt weer ingedrukten de
poort1sluit.
Krjjgt de taster een negatieve uitwijking (-x) dan gaat
POOl"t
2 open
en .stroomt de olie van de ruimte onder de zuiger weg naar het
reser-voir. Het model zakt met de slede en poort 2 wordt afgesloten.
Het kenmerkende van
ditsysteem is:
1. Als geldt x=o,dan zijn beide poorten dicht.
2. Het gedrag is verschillend voor positieve enriegatieve waarden
, . I
van x.
Freesbank
' .
.
,
.
.
.
1
Figuur
8
geeft het principe van het kopieermechanisme van d. e Jas p. ar
freesbank.Bijdit systeem stroomt de olie continue door de poorten
1 en 2. 'Als de uitwjjk1ng x gelljk is aan nul (de slede beweegt dan
niet) is de druk P2 zodanig, dat de drukkracht op de zuiger' '.
I(P2F2 - ppF1) geJjjk isaan de soin van het gewicht Van de slede,
I
het gewicht van het werkstuk en de component van de'kracht. op het
!
werkstuk in de richting van de hartlijn van de zuiger. Krijgt de;
II
taster een positieve uitwijking x, dan"neemt de drukval over poort 1
I
af en de drukval over poort '2 toe. De druk P2 wordt dus groter en
.
de slede stijgt met de mal, waardoorde uitgangstoestand
weerbe~ !reikt wordt. Tengevolge',van een' negatieve 'uitwijking x heemt de
1I
drukval over poort 1 toe, waardoor de druk P2 lager wordt en de·
I
zuiger zakt. Een centrifugaalpomp zorgt bij dit systeem rechtstreeks
voor de olietoevoer. Hierdoorvarieert depompdruk met de hoeveel ...
heid olie die door het systeem stroomt!'Bij het A.!. systeem blijft.
de oliedruk nagenoeg constant omdat het
1grootste deel van de olie
door vaste weerstand terug stroomt naar het reservoir.
De weg die de zuiger kan afleggen is vrij
klein~n .. 1. kleiner ·dan
de hydrau1ische tafe1beweging bij de A.I. schaafbank. Dit
is'moge-lijk omdat in de zuigerstang eenschroefspil is
aangebrach~waar--door bij een bepaalde stand van de zuiger', de slede nog verplaatst
kan worden. Het is b:ij kopieerf:rezen noodzakelijk dat de diameter
van de frees gelijk is aan de afronding.van de tasterpunt.
3.3.
Draaibank.
, > ( , • ,. , ' ' 1 . .Dit is in principe hetzelfde systeem a1s
datvan de
'schaafbank~'-Voor beide eystemen zijn deze1fde regelkleppengebruiktvan de firma
6;I.G. Het enige'verschil is, dat bij.de'schaafbank de zuigercbe-'
. weegt en de cilinder stilstaat, terWi,jl 'hier "de zuig'er stilstaat en
.1de cilinder met deslede'beweegt (figuur 9). Bijeen positieve'uit-
,
wijking
+x
van de ta.ster gaat de
PdO'l":t2 open;. De olie stroomt uit .
de ruimte'achter de zuiger naar het reservoir en p2 wordt dus lagerJ
De slede beweegt daardoor naar links. Een negatieve uitwijking
~x
I
. Van de taster heeft tot gevolg dat de- schui! naar,rechtsbeweest.
waardoorde olie van de' pomp naar. de ruimte"achter de zuiger 'kan'
Istromen.De slede beweegtnaar rechts en de 'uitgangstoestand wordt
I
KLEP 2
Z
l
TTl N G 2
Z ITTI NG 1
KLEP 1
Fig u
U'r
7
51G. TASTER.
-
8-
nr.0091A.ISCHAAFBANK.
NAAR RESERVOIR
l
·1
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
. I
KbPIEER
~YSTEEM
JASPAR .
FR£ESBANK.
VAN
POMP
NAA
rp
VAN POMP
(2.
I
I
I
I
I
I
I
I
f .I
I
I
at
+
I
I
-1
nr.0091
tX
FIGU UR 8
.10
-KOPIEERSYST£EM
ty
L£DE
tX-*-MAL
. VAN POMP
NAAR RESERVOIR
Figuur 9
nr.0091A.I.
DRAAlBANK.
S./G. TASTER
I
>
j
I
TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
11
-nr.0091 '
4.
ANALYSE VAN DE STATISCHE EIGENSCHAPFEN VAN EEN 'HYDRAULISCH 'KOPIEERSYSTEEi'-L "
De voornaamste grootheden die de statische eieenschappen van een hydraulisch kopieersysteem bepalen, zijn :
1. de tasterdruk,
2. de dode slag in twee richtingen,
3.
de snelheidsversterking,4.
de krachtsversterking.V~~r de punteh 3 en 4 is het belangrijk een onderscheid te maken tussen twee soorten kopieersystemen :
1. systemen met een continue oliestroom door de poortent
2. de z.g. open - dicht systemen.
4.1
De tasterdruk.De tasterdruk is bepalend voor de vereiste stijfheid van de mal. Doorbuigingen van de fual verkleinen de nauwkeurig-heid. Ook beinvloedt de tasterdruk de slijtage van de mal en de taster en daarmede dus eveneens de nauwkeurigheid.
De taster, wordt tegen de mal gedrukt door een veer (fig.
7, 8, 9).
Er werkenechter ook nog andere krachten op de taster zoals.t~aaghe{dskrachten, hydrodynamische krachten en wrijvingskrachten.
M. van Krimpen heert de tasterdruk tijdens het kopieren gemeten (1) met de volgende opstelling (fig. 10).
bladveer
r--
-\-~Plaatsi'
gs-~ ~
- . . opneme"lt-:-.----"I taster •. , I -Sleda Figuur 10.TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
-
12-Het meetinstrument wordt bevestigd op de plaats van de mal8
Het'tasterhuis wordt op de slede van de machin~ gemonteeid. De taster drukt tegen de bladvee~, waarvan de doorbuiging een maat voor de kracht is. Deze doorbuiging wordt gemeten meteen verplaatsingsopnemer. De bladveer en de steun voor de verplaat-singsopnemer zijn opeen slede geplaatst, die met behulp van een schroef tegen de veerdruk in kan"worden verplaatst. Hier-mee kan de taster naar voren of naar achter worden bewogen en kunnen de gedragingen zoals die tijdens het kopieren plaats-vinden worden nagebootst.
Schrijver heeft gemeten dat de tasierdruk, die door de fa-brikant als 3000 grf werd opgegeven, variee.rde van ongeveer" 2000 grf tot 9000 grf. Hij vertelt dat deze grote variaties" veroorzaakt worden door het verschil tussen statische en dynamische wrijving. Dit is m.i.e~gonwaarschijnJijk. Geen enkele tasterpen beweegt als er geen olie rondgepompt wordt, zo zwaar.
Meer belangrijke oorzaken zijn : de massakrachten bij het raken van het werkstuk. maar vooral de hydrodynamische
kracht. Deze hydrodynamische kracht kan gesplitst worden in een stationaire kracht en een instationaire kracht. De
grootte van deze" krachten zal nu berekend worden
(2).
Algemeen kan gesteld worden da~ de totale hoeveelheid impuls in een ruimte, die gevuld is met vloeistof van een constante dichtheid, gelijk is aan :
p
==r
S
q
dV._ V
P = hoeveelheid impuls in Kgm/sec.
e :::
de dichtheid van de vloeistof in Kg/m3
/
q
=
de momentane snelheid ~an het deeltje inm
sec. dV = een volumedeeltje in m •-De drie componenten van p zijn : Px ::: .
r
f
u dV V Py :::r
J
v dV V Pz =r
Jw
dV U ::: snelheid in de x-richting v=
snelheid in de y-richting w=
snelheid in de z-richting. VMet behulp van de stelling van Ga~sz (dictaat wiskunde IV, Prof. dr W. Peremans, pag V19) kunnen bovenstaande volume-integralen omeezet worden in oppervlakte-volume-integralen over
TECHNISCHE HOGESCHQOL EINDHOVEN
LABORATORIUM VOOR'MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
13
-, fXq-,
ii
dS :: ' JdiV xq-
dV."S[:~
(XU) V+L
(XV)..l.
(XW) 3y + ~z V, J (
~
V + : ) xdV +_r
udV + -yV
V
]
:;:; nr.0091 dVf
udVV
Bij een onsamendrukbare vloeistrif en de afwezigheid van bronnen geldt immers :
dus : ~u - + ~x
.Jw
+ - = 0 ~z~x
:;:;
r
JUdV
=V
Py :;:;r
J
y dQ S -n,dS, (' I
xqn dS " S p ::: Zr
~
z dQ.s
r
Ix
dQ <;Wordt het oppervlak verdeeld in een groat aantsl (N) gaatjes die zo klein zijn dat er een parallel-stroming met een uni-forme snelheid optreedt, dan gaan de integralen over in :
N Px ::
f
~XK
Qk . k-:\ p=
yP
,= zr~Yk ~
1(: Ir~Zk ~
I( ~ \De kr~chten op de vloeistof zijn dan :
of N F x ::: ;) Px ()t
::: r
~Q
\t: I kd
X ~at
F - (jpy=
y - {)t .) Yk .) t Fz
N .) =P~Qk
d
t : N F' :::P2Q
it U' +x
k \(: I M , J~.... fl2x -
I 1(0\ k;)tF
F
TEe H N I S C H E HOG ESC H 00 lEI N D H 0 V E N
y
z
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE
EN WERKPLAATSTECHNIEK
14
-N N~
=
p:E
~k
V +r~Yk
11.=1 kt
N N ~.=
r~
Q
k VI +p::;E
Zk k t . 1<". V,,,IF'
,..,...,..,...,...,...,...~..,...,...,.","",,_... __ y
Zuige r •L
-nr,0091 Figuur 11.
In het geval van de taster is de snelheid
V
radiaal gericht. Omdat de zuiger rotatie-symmetrisch is, heffen aIle radiale krachten elkaar op.Hier geldt
Q
2
=
-Q1 =Q.
Als F' de kracht is welke door de vloeistof op de zUlger wordt uitgeoefend, dan geldt :F'
=
-F
xOpmerkelijk is da t de term PQu in dezelfde rich ting bli<jft werken als de oliestroom omkeert. Zowel
Q
en u veranderen . van teken. Het instationaire deel van F' kan van richting omkeren. Fysisch stelt het eerste deel de kraeht voor die nodig is om de olie te versnellen of te vertragen en hettweed~ deel de verandering van de hoeveelheid impuls binnen
het beschouwde volume.
Vooral bij het aanlopen van de taster tegen de mal kanF' groot worden. Volgens Viersma ~3) n
2
emt ~ onder deze oms tan-digheden waarden aan van 0,5 m /see . Met L =4
em enp
= .
870
Kg/m3
wordt het instationaire deel van F' ongeveer gelijk aan 2 Kgf .. He:3 .stationaire deel van Ft is met u=
20m/sec enQ
=
500 em Isec~ ongeveer Eelijk aan 1 Kgf.Het is duidelijkdat de grote variaties in de tasterdruk, zoals die gemeten zijn door v~ Krimpen. voor een groat deel hierdoor veroorzaakt worden. De optredende massa krachten zijnwaarschijnlijk verantwoordelijk voor de resterende ver-schillen.
.~.
TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVENLABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
15
-4.2
Dode slag.nr.0091
De dode slag is gedefinieerd als de maximale verplaatsin~ van de tasterpunt, zonder dat de slede beweegt.
De tasterpunt kan in twee richtingen bewegen:
Figuur 12. 1
2
4.2.1 Dode slag loodrecht op de as van de taster.
Deze bewegingsmoeelijkheid ontstaat doordat de taster in zijn geleiding kantelt of evenwijdigaan zich zelf verplaatst. Het gevolg ervan-is datafwijkingen in de langsrith ting van de
,m.a
1 , dU$ loodrech t op de as van de tasterstift,optreden.Mal
Werkstuk1"1
I
I
I
I
I
I II
I I
I-r-I
I Voedingsbeweging. Figuur 13.WERKS TUK
TEe H N I S C H E HOG ESC H 0 0 L EINDHOVEN nr.0091
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
16
-Als de taster tegen da helling opbeweegt,wordt hij naar links gedrukt. Ook op het vlakke stuk blijTt de 'taster naar links gedrukt. Bij de overgang van het v1akke stuk naar de negatieve he11ing wordt de tas-ter naar rechts gedrukt, waardoor aan het werkstuk een v1akje ontstaat met een vee1 sierkere he11ing dan die van de mal. De 1engte van dit vlakje (lood-recht op de voedingsbeweging) is :
8 1
tan 0( dode slag in richting 1.
Mal
Werkstuk
I
r-Figuur
14.
Een ander gevole: i..s dat de maat A van het werkstuk een bedrag
A
2=
S1 te groot wordt.4.2~2
Dode slag in de richting van de as van de taster.De!Z:e dode slag heeft bij het draaien een diameterver-kleining tot gevo1g als over~egaan wordt op een grotere diameter en een diametervergroting a1s overgegaan wordt op een k1einere diameter.
Bovendien veroorzaakt deze dode slag altijd een
langs-ve~schuiving van het profiel. Deze 1angsverschuiving is afhanke1ijk van de hel1ing
7 tan 0< 1 Figuur
15.
S2
tan 0( 2TECHNISCHf HOGESCHOOL EINDHOVEN
LABORATORIUM VOO~ MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
17
-4.3
De snelheidsversterking. nr.0091x
tasterindrukkingSERVO-MOTOR
yplaats van de slede Figuur
16.
Wordt de terugkoppeling verbroken en de slede niet belast, dan ontstaat door het feit dat de cilinder als een integre-rend orgaan werkt, het volgertde verband tU6sen het ingangs-signeal en het uitgangssignaal :
t
y::
S
~
xdt.o
Bij een constant ingangssignaal
x
wordt dit :y
=
f.> xt. ofy :: constant.
Deze constante is afhankelijk van het systeem en van x. 4.3.1 Systemen met continue doorstroming.
.
Bij deze systernen kan het verband tussen y en x in eerste benadering en in de omgeving van de nulstand door een rechte lijn voorgesteld worden.
-x
TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN nr.0091
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
- 18 :...
De snelheidsversterking wordt nu gedefinieerd als
e -
(sfr)
o - dx- x
=
0De snelheid$verste~king g~eft aanleiding tot afwijkin-gen bij het kopieren vanhellineen~op machines die een continue voeding hebben.De ontstane afwijking resul-teert in een langsverschuiving van het prefiel. Deze langsverschuiving is onafhankelijk van de helling. maar weI afhankelijkvan de voeding.
Figuur 18.
I
-e
o tan IX 1 en tan 0( 1=
t-x dus V L ""..1!. 1e
o malVx
Natuurlijk is de overgang niet scherp, Afhanke-lijk van d~ dynamische eigenschappen van het systeem kunnen. de volgende overgangen optreden
/ j . _/ ' / / I
,
....
-.,....---Figuur 19.,
I I I/-,
.--
-
-.,..---I,
,
TEe H N I S C H E HOG E'S C H 0 0 LEI N D H 0 V E N LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE
EN WERKPLAATSUCHNIEK
19
-4.3.2 De ~.g.open - dicht systemen.
nr .0091
Bij daze systemen is het niet meer moge1ijk het ver-band tUBsen y en x te benadererr door een rachte 1ijn. Bier geldt y
=
c xn. waarin n ge1ijk is aan 2 of3
af-hank~lijk van het type poort.
x
"
Figuur 20.c
(
2i)
=
(c n x n-1) o~
. dx x :; 0 x=0
c
=
O. oDe 1engsverschuiving is afhankelijk van de helling en van de voeding. x L1 :; tan 0<. n Invullen vany :; ex en geeft : V x L,
Vc
tann- 1o( n=
n=
2:L,=
~
c
3:
L = I3
V I x tan 0<. V I x y :; I V taneX.
xTEe H N i S C H E HOG ESC H 0 0 L EINDHOVEN
. nr~0091
LA80RATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN.WERKPLAATSTECHNIEK
20
-4.4 De krachtsversterking.
De kracht die nodig is
om
de slede op een bepaalde plaats te
houden (y
=
constant) is afhankelijk van de taster-uitwijking
x.
.
De kra_chtsve;-sterking wordt gedefinieerd als :
Eo
=
(~~)y
=
0x
= 04.4.1
Systemen'met continue doorstroming.
Bij deze systemen veroorzaakt het feit dat de
krachts-versterking niet oneindig groot is, afwijkingen die
afhankelijk- zijn van de verspaninr,skrachten. Bij het
draaien hebben grotere verspaningskrachten een
dia-metervergroting tot gevolg.
4.4.2 De z.g. open - dicht systemen.
Bij deze systemen is de krachtsversterking oneindig
groot. De z.g. "kra.chtscompensatie,r, door Viersma (4)
. ale iets bijzonders
~ermeld,is hier dus aanwezig.
Verspaningskrachten en andere krachten zijn dus geen.
aanleiding tot 'verschillen tussen mal en werkstuk.
De vervorming van de slede en andere machineonderdelen
wordenuiteraard buiten beschouwing gelaten.
In een van de volgende hoofdstukken zal rle
krachtsver-sterking afgeleid worden, maar aa!') de hand van fie;uur
9
is ook direkt in te zien dat de krachtsversteking
oneindig is. Als x> 0, dan neernt de druk P2 na verloop
van enige tijd af tot Po' onafhankel.ijk van de grootte
van x.
Als x.< 0, dan neernt de dr.uk P2 toe tot Pp
.
gelijk is aan de druk van de pomp, ook
on~fhankelijk'van de grootte van x.
y=o
x
Figuur 21.
TECHNISCHE HOGESCHOOl EINDHOVEN
LABORATORtUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
-21 ..
5.BEPALING VAH DE KARAKTERISTIEKE EIGENSCHAPPEN.
nr .0091
Om de in het voorgaande beschreveneigenschappen van de
verschil-lende kopieerapparaten t'e bepalen is gebruik gemaakt van een
methode, die veelvuldig in de literatuur genoemd wordt, n.l. het
kopieren van speciale mallen. Het nadeel is weliswaar, dat ook de
machinefouten, zoals afwijkingen in de geleidingen, vervormingen
tbeitelslijtage
e.d.,resulteren inverschillen tussen mel en
werk-stuk. Maar dit ken gedeeltelijk worden opgevangen door met een
klei~e
snedediepte en nieuw geilepen beitel voor de laatste snede
te
owerken. Figuur 22 geeft de vorm van de gekozen mal. Hiervan
zijn twee ui tvoeringengemaakt, een cilindrisc.he en een platte.
De cilindrische mal is gebruikt op de freesbank en de draaibank,
terwijl de platte mal op de schaafbank is gekopieerd. Het blijkt
onmogelijk te zijn het begin en het einde van de mal nauwkeurig
te laten .overeenstemmeh met het begin en het einde van het einde
van het werkstuk.
Het is dus ook niet magelijk de langsverschuiving van het gehele
profiel te meten. De manier van beginnen blijkt bepalend te zijn
voar het hoogteverschil tussen
d~puhten 0 en 1 (zie figuur 23).
De methode om de krachtsversterking te bepalen is aangegeven in
figuur 24. Dit is geen succes gew6rden. Er zijn geen verschillen
gemeten tussen het bewerken van het proefstukje, met en zonder
gebruikmaking van de kopieerapparaten.
Bij het schaven en het draaien is dit vol6ens de
verwachtingen~Dat bij het frezen geen verschillen gemeten zijn, is
m.i. een
gevolg van het feit dat de veranderin5 van de snijkracht in de
richting van de sledebeweging niet groat genoeg is am de
wrij-vingskracht te overwinnen. AIle metingen zijn gedaan met de
uni-ve.rsele meetmicroscaop in de meetkamer.
...
0,o
o
•'"'
.~ Z ill>
b :c 0 Z ill ...J 0 0 :c U V) ill <.!) 0 :c ill :c U V) Z :x: U ill I-w i3 0 ..J 0 Z :r: u w . t- ~ w -:r: Z u :r: "'u _ ill Z t -« '" :r: t-U « w « :::E ..J Q:: ~ a Q:: Ow >.~ :::E Z ;:)w ii: a t-« Q:: a en « ..J ---~~~ bewegingstaster. ve'fticaal N No
hor .zontaal5
13All.e hoeken zjjn opgegeven t.o.v.d.e horizon tale as.
z
w>
UJ 0 (5 ::t: 0 -' 0 0z
Z I W U UJ I- :..: ....J UJ -UJ 0 I Z u I 0 ",u -i.U ::t: Z I-U < '" I l-<I) u .q: w UJ .q: ::E -' C> 0.. 0 ,0 ce'", ce ::t: o UJ > 3: W ::Ez ::t: ::lUJ ii U 0 <I) I-< Z ce 0 ::t: en U « -' w I-I , i'<\ NEr
zijn twee manieren om te beginnen:
1. Voor~ichtig
aanlopen.
2. Tasterstoot tegen de mal.
voorzichtig aanlopen.
r---taster stoot
5 'tegen mal.
2 s 2Figuur 23.
Figuur 24.
1
\
mal
snedediepte zo klein mogelijk
Voedingsbeweging van de beitel.
Verschil tussen mal en
werk~tuk.2 Werkstukken trapvormig voorbewerken.
1
0werkstuk :
Kopi~ren
van een vlak dat evenwijdig staat met
een voedingsbeweging.
2
0werkstuk : kopieerinrichting uitschakelen,tafel in vaste
stand.
Met behulp van een schatting van de snijkrachten voIgt de
krachtsversterking uit
E=E.
x -l m r n » CD :c 0z
AI » --l (,n 0 n Al me I z;;:: m :IE < I mo ::00 0 I ~ ::0 G) r ;;:: rv » m m +'" » n (,n -l :c n V> » I -l m -Z I 0 n V> :c n 0 z :I: _ m r ~-l m m n-:I: Z Z 0 0 r :c 0 '0 0 m
<
m ZTECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
-
25-5.1
Geschaafd werkstuk.
nr .. 0091
Omda.t bioi de schaafbank de tafelvoeding discontinu is
theeft
de snelheidsversterking geen enkel effect en is dus ook niet
uit
deverschillen tussen mal en werkstuk te berekenen.·Wordt
dus "een bepaald kopieersysteem toegepast bij een schaafbank,
dan is de snelheidsversterking niet ihterressant meervoor de
combinatie. De dode slag loodrecht op de as van de taster
voIgt uit de verticale atstand tucisen
he~beftin en het eind
van
hetvlakje bij de punten
4
en 8
.
punt
4
1e
meting
0,240 DUnI
2
e
meting
0,297
mm
gemiddeld
punt
8
18meting
0,327
mm .0,2"8
mm"2
e
meting
O,250mm
.
.
. "Dedode slag ,is
gelijk aan.de gemcten afatand, dus 0,28
mm,
omdat de helling
45°
is. De grote spreiding in de
meetresul-taten wordt
veroo~zaaktdoordat de hoaken van het werkstuk
niet scharp zijn. Deze e;rote zijdelingse rode slag is inherent
aan de constructie van de taster.
Huis
Moer
I
Figuur
25.
TEe H N I S C H E HO G ESC H
0 0
LEI N D H0
V E Nnz:.0091
LABORATORIUM VQOR MECHANISCHE TECHNOLOGIEEN WERKPLAATSTECHNIEK
~
26
-Door de moer aan te draaien wordt
dezijdelingse dode slag
iets minder, maar tevens Vlordt'de bewegingsmogelijkheid.van
de taster kleineI'.
De dode slag in de richting van de as van de taster. voIgt
uit de verticale afstartden tUBsen de punten
4 -
5; 6 -
7;
8 -
9 en 10 - 11 •.
punten
4 -
5
mal
19,831
verschil - 0,020
werkstuk 19,831
punten 6 - 7
mal
24,5
16
verschil - 0,017
werkstuk 24,499
punten
8 -
9
mal
24,577
verGchil - 0,062
•
werkstuk 24,515
·punten 10-11
mal
10,4'39
verschil- 0,010
werkstuk 10,429
De ·dode slag is het gemiddelde hiervan: 0,03 mm.
Door de ·dode slag in de richting van de as van de taster en
daar loodrecht op moet de afstand 5 - 6 ongeveer 0,33 mm en
. de afstand 9 - 10 ongeveerO,41 mm lager worden.
punten 5 - 6
mal
10,508
verschil - 0,168
werkstuk 10,340
punten9 - 10 mal
5,080
verschil
+0,105
werkstuk 5,185
De
oorzaak is
dat~eafronding van de tasterpunt" veel groter
is dan die van de beitel (figuur
26).
r(1-costx;)
tan IX
/I
I
I
I
r(1-coscd
Figuur 26.
TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN
LABORATORI'UM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNI EK
27
-Verschuiving.6. = r
{
sin Q( 1 cos rI.tan~ + tan 0(
0( = 450
..
~= 0.4r0(
=
150..
~= 0.26r.}
De afrondingsstraal van detasterpunt is 0,55 mm. De horizon-tale afstand 5 - 6 wordt hierdoor 0,44 mm korter en de horizon tale afstand
9 -
10 ongeveer 0,36 mm. .Alles bij elkaar zou de afstand
5 -
6 dus 0,11 mm korter moete worden en de afstand9 -
10 ongeveer 0,05 mm langer.De gebruikte voading was 0,15 rom per slag (de.lcleinst mogelij-ke)
0,04 mm
+
-Figuur 27.
Geconcludeerd kan worden dat de do de slag binnen de
oppervlak-t~ruwheid ligt.
5.2 Gefreesd werkstuk.
De straal van de tasterpunt is
5
mm. Daarorn is een frees ge-bruikt met een diameter van 10 mm. Om toch verticale en hori-zontale profielverschuivingen te kunnen meten zijn de snij-punten bepaald van de profiellijnen (fig. 28).i
TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN
LA.60RATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
28
-!lr.0091
Omd~t het, zoals reeds eerder is vermeld, onmogeiijk is een verschuiving van het gehele profielte meten, kan de grootte van Co niet bepaald wo~den uit de verschillen tUssen mal en werkstuk.
Om althans iets over de reprodueeerbaarheid te kunnen zeg-gen zijn twee werkstukken gefreesd.
Afwijkingen ten gevolge van de dode as van de taster zijn niet cevonden.
loodreeht op de De dode slag in de richting van de as van de taster wordt weer bepaald uit de,verticale afstanden tussen de punten
4 - 5; 6 - 7: 8 - 9
en 10 - 11.punten
4 - 5,
mal20,009,
1e werkstuk19,978,
versehil-0,031
2
e werkstuk19,860,
verschil-0,149
punten
6 - 7,
mal'24,653,
1e, werkstuk24,452,
verschil-0,201
2
e werkstuk24,690,
versehil+0,037
punten
8 - 9,
mal24,637, 1
e werkstuk24,634,
versehil-0,003
.•
2
e werkstuk24,455.
verschil-0,182
punten
10-11,
mal10,670, 1
e werkstuk10,385,
versehil-0,285
2
e werkstuk10,758,
vereehil+0,088
De dode slag is het gemiddelde van al deze afwijkingen, dus
0,1
rom.Deze dodesleg moet ook volgen uit de verlenging van de hori-zontale afstanden
3 -
4,5 - 6
en7 - 8.
punten
3-4,
mal4,860,
werkstuk 1, werkstuk 2,4,989,
versehil+0,129
4,946,
versehil+0,086
punten
5-6,
mal10,169,
werkstuk1 , 10,425.
versehil werkstuk2, 10,383.
versehil punten7-8,
mal10,088,
werkstuk1 , 10,091,
verschil werkstuk 2,10,148
t verschilHieruitvolgt dat de dode slag gelijk is B,an
0,13
rom.De horizon tale afetand
9 - 10
wordt langer met Ss
0,268 •
Gemeten is :.0,256
+0,214
+0,003
+0,060
punten 9~10', mal
4,952,
werkstuk1, 5,270,
verschil+0,318
werkstuk2, 5,348,
verschil+0,386 •.
TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN
LABORATORIUM VOOR MECHANISC;:HE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
29
-nr.0091
Uit het gemiddelde verschil resulteerteen dode slag van
0,09 mm.
De gemiddelde dod.e· slag lean dus op ongeveer 0,1 mm gesteld
worden.
Dit is bijzonder veel voor een
ko~ieersysteem•
. 5.3
Gedraaid werlestuk.
Doord~t
de bewegingsrichtingen van de slede en de taster
hier een
ho~k van 30
0met
~lk~ar maken, moeten theoretisch
de nodige correcties aangebrach
tworden "( figuur 29). Omda t .
verschillen van minder dan
5%
tach niet gemeten warden
tzi.jn
-in het valgende deze correcties achterwege gelaten.
Figuur 29.
TEe H N I S C H E HOG ESC H 0 0 L E I'N D H 0 V E N
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
beweging
van de'slede
30-tasterbeweging
nr.0091warkstuk
mal.
Zijdelingse dode slag S1
Bepalend ,voor de stand van de taster is
(ex-()(1 ') •
gevolgen:
1.
diameterv~randeringS1 Sin
~~,2,. langsverschui ving S1 Cos
0(1 •
Dode slag in de richting van de as van de tasterS
2
"
gevolgen:
1.diameterverandering S2 Cos
eX
1.
2.1angsverschuiving S2 Sinl(1.
Omda t 0(1 ongeveer 15
0is, is Cos
D(
1
~1.
Sin 0<1
~o.
1
werkstuk fout x
=
x Cos
c(1
~x.
werkstuk mal
~
SledesnelheidY2
=
Omdat
r-! V\=
15
0,Y2
ongeveer
yTEe H N I S C H E HOG E SC H 0 0 LEI N D H 0 V E N
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK'
- 31
-nr .0091
Eerst wordt weer de dode slag in de richting van de as van de taster bepaald.
punten 4 - 5 mal 20,009 verschil -0,004 werkstuk 20.005
punten 6 - 7 mal 24,653 verschil .. 0,005 werkstuk 24,658
punten 8 - 9 mal 24,637 verschil -0,015 werkstuk 24,62.2
punten 10-11 mal 10.670 verschil -0,010 werkstuk 10.660
.
De dode .slag is ongeveer 0,005 mm.
Een dode slag loodrecht o'p de as van de taster is niet gemeten .. Verlenging of verkorting van de horizontale afstanden tUBS en de punten 0 - 1; 1 - 2en 2 -
3.
punten
° -
1 mal 10,071. verschil +0.009 werkstuk 10,080punten 1 - 2 mal 24,432 verschil -0,013 werkstuk 24, 41 9
punten 2 - 3 mal 3,230 verschil +0,030 werkstuk 3,200
Omdat de taster van punt
°
naar punt 13 1angs de mal geschoven is, is in het stuk° -
3 de snelheid van ~e slede negatief. De olie stroomt dus door de wirrvormige poort, dus n=
2 (zie bIz. 19).{&'
v
L _ x
- C tancx
De 1aatste snede is gedraaid met een voeding van 0,04 mm/omw. en een toerental van 300 omw./min., dus V is ~e jk aan 0,20
mm/sec. . x,
De ver1enging van de horizonta1e a.fstand
°
-
1 is : 0,2 . -3 0,2 10- 3 L 01.
10 • :: -C tan 150 C tan 450 0,013\jC
TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN v
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE. nr .0091
EN WERKPLAATSTECHNIEK
De verlenging van de horizont~le afstand 1 - 2 is :
L12
=
Vo
,2 .. 1°:
3
' _
V
O,2.1°:
3
'
C tan
45
C tan 150,013
VC
Voor het berekenen van C wordt het gemiddelde van L
Ol en -L12 genomen: 0,011 mm.
Uit :
voIgt : C=
1,4 •106m/~ec
•.m
De afstand 2 -
3
moet hetzelfde blijven. De gemeten verlenging is geen bewijs voor de betrouwbaarheid van de resultaten.De horizontale stukken
3 -
4;5 - 6; 7 - 8; 9 -
10 en 11 .- 12van het~erkstuk en de mal moe ten ver~chil1en vertenen ten
ge-volge van de dode slag en doord~t. de snelheidskarakteristiek voer positieve en negatieve
y
verschillend is. De meetresul-taten vertonen echter een dusdanige Bpr~iding dat een nadere analyse geen zin heeft.5.4
Conclusie.Het voorgaande toont duideJijk aan dat de gebruikte methode niet nauwkeurig geneeg is voor het vergelijkenvan kopieer-apparaten. Extreme waarden van de dode slag kunnen weI dui~
TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN
lABORATORJUM VOOR MECHANJSCHE TECHNOlOGJE. nr.,0091
EN WERKPLAATSTECHNJEK
33
-6.
VOLLEDIGE STATISCHE KARAKTEIHSTIEKEN.Het is am meerdere redenen belangrijk de volledige statiache karakteristieken te kennen .De do"de slag is door een enkele meting te bepalen. ~ij systemen fuet een continue doorstroming door de poorten is de grootte van de snelheidsversterking C
theoretisch ni~t z6erg belangrijk, omdat deze een langsverSchui-ving van het gehele profiel veroorzaakt. Toch is belangrijk te weten of C inderdaad een constante waarde heeft en bij welke x "
". 0
overlapping optreedt.
Gaal het om een z.g. open - dieht systeem, dan is het bepalem van de belangrijke grootheden uit een of twee vJaarnemingen be-slist ortvoldoende om het systeem ts beoordelen. Het stromings-beeld verandert bij deze systemen bij een be~aalde uitwijking x van de taster van laminair in turbulent. Het .is belangrijk de waarde' van x, waarbij deze omsleg plaatsvindt en het gedrag van het systeem daarna te kennen.
Het eerete is aIleen praktisch te bepalen. Het tweede kan ook berekend worce.n. In het nu volgende zuller; de sta tische karakte-ristieken van de kopieerapparaten theoretisch afgeleid worden en daarnavergelekeri met proefondervindelijk verkreg~n resultaten.
6.1
Het kopieerapparaat van de schaafbank.6.1.1 Voorbereiding. o
De grote moeilijkheid bij het berekenen van de karak-teristieken van hydraulische systemen is de stroming door de poorten.
In de S.I.G.-taster zijn·twee kleppen toegepast; een wigvorrnige en ~en vlakke klep.
Eerst zal de wigvorciige klep besproken worden.
TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE .
nr.009'
EN WERKPLAATSTECHNIEK
De gemiddelde snelheid door de poort wo~dt gegeven . door
v
= c{V
2f'
p - de drukval over de poort in N/m2
p -
de dichtheid van de olie in Kg/ma
~ - een dimenniloze doorstroomco~fficient.
V~~r waarden van Be treedt laminaire stromingop.
In dit gebied stelde Wuest
Ala de stroming turbulent is dan is
d
=
~.=
0,611,
zoala reed~ in 1917 door von Mises berekeBd is. Sterk geschematiseerd ziet het verloop Van ~er als voIgtuit. ,,~, , ,
,
\ I '0,611
0( 1-1----I \ I \ r J I V -kl---~--- ~=~o Figuur 31.. I
.
~II
I
I
1/--',
ci.=S
V
ReI
l ReHet pr6bleem is nu: hoe groet is
S?
V~~r de stroming tussen twee meskanten berekende Wuest
S
=
0,2 en ;e=
9.
V~~r de stroming tUBsen twae platen geldtJ
=
0,0127 enHe -
2300. Ook over het typepoort uit figuur 32 bestaat literatuur.Figuur 32.
TECHNISCHE HOGESCHdOL EINDHOVEN
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
- 35
-nr.0091·
Zahor geeft een waarde van
S
=
0,033 en He=
340. Chamoiwitsch noemt een waarde van5
= 0,05 en He =150.
Viersme heert ex·perimenteel bepaald da t He =
20 - 40
tdUB
J
=
0,135 - 0,097, maar bij v~rtelt er bij dat al~ de hoeken iets afgerond zijn, b.v. met een straal van30# m, He :; 400. Nu zal getracht wordenb te berekenen.
Wordt de irivloed van de oppervlaktevergroting bij toe-nemende straal verwaarIoosd, dan krijgt de impulsver-gelijking de volgende gedaante, zoals bij de stroming door'een vlakke klep zal worden aangetoond.
d2
v
=.1
£E..
_ dz2 ~ dy/ / / / / / / / / / / / / /
z-as h y-as'v
. / / / / / / / / / / / / /
' /
Figuur33.
Met inachtneming van continuIteitswet en verwaarlo-zing van oppervlaktevergroting bij toenemende straal wordt de doorgestroamde hoeveelheid :
Q
-
b12
Hierin is b = 2 r en dus variabel maar amdat.:1 r
klein is ten opzichte van r wordt b constant veronder-. steld veronder-.veronder-.
Bij de stroming door een wigvormig~' spleet stelt
de drukverdelihg zich zodanig in dat de continuIteits-eis bevredigd wordt.
O.
of
"
~
TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVENLABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE nr.0091
EN WERKPLAATSTECHNIEK
.
-
36
- ...-..-h2 h1 P2 Li ~ks RechtsP1
ho Po2 po1 ho Y2 Yo Y1 12 ,10 11 " Figuur34.
Stel h1-
hO Y1 m 1=
hO en u1=
1 h2 - h 0 Y2 m 2=
hO ,en u2=
1 dan geldt : Y1 " li=
hO + (h 1-
ho) R 11 hL=
h 0 ,+ Y2 (h2 - hO) 12 of hR=
hO (1 + m1u1) hL=
hO '( 1 + m2u2)TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHMIEK
37
-V~~r het rechterdeel geldt dan :
dP R
-J
dy
Twee maal integrer~n geeft :
-1
met als randvoorwaarden
Hieruit'volgen C 1 en C2
C
= 1C
2
= Ingevuld P R = 2(P1 - P 01)(m1 + 1)2(m
1 + 2) 11 (P 1 - P01) P1 + m 1(m1 + 2)W
1 + 1J
P01 -P1m
1(m
1+2) l1+m1u1)2
nr.0091=
O. - 1}V~~r het linkerdeel geldt dezelfde vergelijking met de volgende substitutie : . PR
-
PL
P
01-
P02P1
-
P2, m 1-
rJi2
u 1-
u2TECHNISCHE HOGESCHOOL EI.NDHOVEN
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
.. 38
-V~~r het middenstuk geldt :
'Uit de voorwaarde dan
Q
R
=
Q
L=
Q
O voIgt : (dY~-
dp )' ,=
o
+ nr~0091Deze twee vergelijkingen zijn voldoende om P01 en P02 te berekenen. Q
=
+
Q=
+
llierin is : K 1=
3
b hO
12tf
.
:3
bhO
-12Y'i
1O
P02 - P01
1 0 ,{
K1 K2
(p1
- P
2
)
}
(1+K
1
)(1+K
2
)
-
1v+dv
TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN
/
I
I
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
39
-nr.0091
Gelijkstelle~ van de twee wearden voar
Q
geeft48
tJ2
=
Invullen van de afmetingen leidt tot 2
48
~=
2 + O,35h
O
Omdat de stroomlijnen de ~cherpe overgangenniet vo1-gen zal contractie optreden. Deze resulteert in aen grotere fictieve lengte van het vlakke deel. Naarmate de spleet verder geopend worctt, wordt de snelheid gro-ter.
Ineer5t~ benadering kan dus gesteld worden 10
=
h O• Wordt dit ingevuld, dan voIgt uit de bovenstaande formule da t :5 :;;:
0,1, onafhan~e1i'jk van hO• Is 10 =. ahO met a
">'
1, dan wordt4'
klelner dan 0,1, afhenke-1iJk van de grootte van a.Bij de vlakke klep is de diAmeter kleiner en heeft dus het verschil in oppervlak bij verschillende
stra-ian mear
invloed.Toepassing van de impulsvergelijking, zoals die in het
college~ictaat stromingsleer is afgeleid, op een ele-mentair blokje, resulteert in de volgende vergelijkin-gen.
/
/
z/
!
I I I I/)...'"
w+dw...
/
"'
...
r·4
I
w , Figuur35.
TEe H N I 5 C H E HOG' ESC H 0 0 LEI N D H 0 V E N
LABORATORIUM voaR MECHANISCHE TECHNOLOGIE· EN WERKPLAATSTECHNIEK
40
-Impulsvergelijking in de richtinEvan de straal :
~
2~v
.
'(/v
p + r Qr -pv -
2rvr~r:;;:: rclz
2 Impulsv~rgelijking in de z-richting<3r.
.
~w ~ - 2pw-dZ
\
oZ
De cantinulteitsvergelijking, toegepast op het blokjet
gee ft !
dV
d
Wr dr + v + r
sz
= O.Dit stelsel is wiskundig te moeilijk om exact op te lossen.
Stel:
w :;;::
Oen dusQE
(lZ=
0,dan ontstaan de volgende vergelijkingen :
~V
cLE.
p -p
r ~ ,+ r ::: ur d.rdV
r - + v ~r=
o.
Deze twee gekoppelde differentiaalvergelijkingen hebben m.i. geen oplossing die tevens voldoet aan de randvoor-vlaarden.
Door de eerste twee termen van de impulsvergelijking
w~g te laten wordt het groter worden van het oppervlak-bij toenemende straal verwaarloosd,althans in de im-pulsvergelijking. Dez.etermen zijn hier klein (5 - 10%) t.o.v. de and~re termen zoals later zal worden aange-toond.
TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNtEK
41
-d
2 v =1.£.I?
clz
2~
dr .)vo.
v + r :::: ~r.
•
Aan de continurteitseis wordt voldaan door :
v :::
nr~0091
Tweemaal integreren en invullen van de randvoorwaarden
geeft : Z ::: 0 Z ::: hO V ::: v ::: 0 V :::: 0
.!!E-drNu
moet de drukgradi~nt nog bepaald worden~"
Q
::=j
v • 2nr .• dz=
-Uit~
:::or
0, voIgt.!!E-
+ r d 2p :::
0 dr dr2 met·als oplossing: De randvoorwaarden zijn : p p :: ::: Pi Pu als r . -als r = r. ]. r uTECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
nr.0091
... 42
-Uitrekenen van C
1 en C2 en invullen in de formule voor
Q
resulteert in :n
n
3
(p. - p )Q
0 1. U=
6
In.ru/ri Tot besluit vandat de termen p
t
dit ge~eelte zal worden aangetoond
en
i
v inderd~ad ~lein zijn t.o.v.~
r Qr'De druk p i~ maximaal gelijk £jan Pu
(pu
-
Pi).ll?
r.)r :: In ru/ri»
Pu of p.; want ru/ri is1,09.
2 hOdD IvJ is maximaal gelijk aans-
~-6
-4
hO ::10
-
10 m. 2 I. of p .• I.dusook de term pv is te verwaarlozen t.o. v. r dr'
£E
Opval,end i.,:, dat bij de plakke poort Q evenredig is met hO' terwijl bij de wigvormige poort
Q
evenredig is met h6- De oorzaak is,dat bij de wigvormige poart het drukverloop afhankelijk is van de poortopening hO' terwijl dit bij de vlakke poort niet zo is.Figuur
36
geeft hat drukverloop in de wigvormige poort met hO als parameter.In het voorgaande is laminair€! stroming.bekeken, Bij turbuJente stroming door de wigvor~ige poort geldt dan 0( = 0( t dus :
TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOl.OGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
43
-nr .0091
Bij de vlakke poort is dit niet zo eenvoudig in te zien. Er kan weer uitgegaan worden van de impulsver-gelijkingen en de continuIteitsvergelijking, die reeds eerder zijn afgeleid. j turbulente stroming is v onafhankelijk van de coordinaat
z,
behalve in de grenslagen. Ook geldt dat ; ::=o.
£l?
2 2 fry ov p + r-
pv
-c'lr or r~v
+ or v ::=o.
, . Aan de continurteitsvoorwaardee
-v::= • r· = 0 is voldaanDe impulsvergelijking wordt hiermee : p + r
TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN
LABORATORIUM VQOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATST ECHNI EK
- 45 ..;.
nr.OOg1
De oplossing van de homogene vergelijking is
P -- !?r ,- terwijl de particuliere OploDsing
p ;::;
rC2~
is. De randvoorwaarden zijn : r == r. p ;::; ~-r ;::; r p == u Uitwerken geeft : '. 2 2 Puru-
p.r. E ::: 1 1-l'-
r. -- u ~ enc ;::;
+ Pi Pu 2 p.r. )r 1 1 U- r.)
1 r.
Het plusteken geldt als de olie van binnen naar buiten stroomt en het minteken a de olie van buiten naar binnen stroomt.
c
V :::
-r
Wo~dt 1'.= r - 41' gesteld, dan voIgt hieruit voor de
1. u
snelheid van de olie door de buitenring
v :::
Ur
:::
4,25
mm
u Ar:;:0,35
mmv :::
+2,4
u6.1.2
TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
46
-I:r.0091
In werkelijkheid zal
O(i.natuurlijk niet gelijk zijn aan
2,4. Het .grootste de01 van de drukval wordt verbruikt voor
de turbulentie. Verwacht kan worden dat ook hier
0\=0,6
is.
No. deze lange, maar n6odzakelijke, voorbereiding zullen de
karakteristieken berekend worden.
Positieve
Xtlaminaire stroming.
,. y.
P
,... ~ ~ t jI
I-
,
IF1
P
n.
I.
V~~r
'de ruimte onder de zuiger heert de
continurteitsverge-lijking de volgende gedaante •.
V2 •
"2
=
Q2 -E
P2Delen door F2 geeft :
.
Q2
::/,
-s.:.
y=
F2
-
E P2V~~r
het evenwicht is nodig dat
-
de uitwendige kracht, het gewicht van de slede en
het w.erks
tuken de druk van de bui tenluch t op de
zuigerslang
de wrijvineskracht
de dempingscoifficient
-T ECHN I SCH E HOG E SCHOOL E I N DHOV E N
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGI E EN WERKPLAATSTECHNIEK
- 47 ,..
Omdat hier de statische karakteristieken bepa.ald worden, kan ~ gelijk aan nul gesteld wordeh. De dempirigskracht wordtverwaarloosd
~p :=
F
:= constant.Voer de stroming door sen poortgeldt :
Q
=2
iT
x
3
AI'61l.
In ru/ ri ho
=
x=
het drukverlies t.g.v. de stroming door de1ei-dingen'~
8
nL'lQ
2 L . deleiding-Ll
PL=
:= f2 lengte. f = de leiding-doorsnede. Invullen in de continulteitsvergelijking geeft !De wrijvingsterm is verwaarloosbaar t.o.v. de som van
de
andere termen, zoals uit het volgende getallenvoor-beeld blijkt. 160 104N/m
2 Pp ; ;.
L=
1,5 m.'''1
:= 25·,.
10-3Nsec/m
2•
10- 2m/sec
Y
max ; ; 10- 4 2 F2 = 50,2·
m
10-4 2 F1 := 30,4·
m
10-4 2 f = 0,2·
m
p := max 1000 Nr;;r
= 4,mm
r~. ::; ·3,9 mm I >TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN
LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK
.;,.·48
-=
1,due :
nr,,0091
Ale de echaafbank onbelast lo~pt is P gelijk aan het gewicht van de slede (500N). Invullen van de constante grootheden geeft :
6
3 108
Y
=
,5
xlL
Het fait dat de viecositeit in de iormulevoorkomt, be-tekent dat de kopieerfoute~ gaah vari~ren met de tempe-ratuur van de gebruikte olie~ De figuren 38 en 39 ge~en
het viscoeiteiteverloop a16 functie van de temperatuur van de olie. In figuur 40 is het temperatuurverloop uitgezet tegen de tijd dat er met de machine gewerkt wordt.
~.1.3 Positieve x, turbulente stroming. Hier geldt :
- 49 -
nr ..
0091 2 3 2--11-+-1+++_
. . .
r
~H+Hr+++++H+H+r-5 ,-H-If-H+t-4 4 3 2 4 5 6 78 10'N.V. Orukkerij ,.Mercurius" Wormerveer No. 1473 lI.-lIS log. verdeeld 1·10' Y-lIS log. verdeeld 1.10' Eenheid 50 mm
Temperatuur in
°e.
50
-N.V. Druldcerij "Mereurius" Wormer'teer No. 1413 Il..aS log. verd_ld 1-10' y..as log. verdeeld 1-10' Eenheid 50 mm