Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
BIJTWONDE, GEINFECTEERDE:
KATTENBEET
• Klinische aspecten en commentaren
o Kattenbeten moeten steeds als geïnfecteerd worden beschouwd gezien de grote kans (80%) op het ontwik-kelen van een klinische infectie. Steeds een indicatie voor pre-emptieve, kortdurende (3 tot 5 dagen) anti-biotherapie (met dekking van anaëroben), geïnitieerd in afwezigheid van klinische symptomen (regimes zijn identiek aan die voor de behandeling van een klinische infectie).
o Beet in de vingers: risico voor osteomyelitis en tenosynovitis.
o Verificatie van de status van de vaccinatie tegen tetanus (oppuntstelling indien nodig).
• Betrokken pathogenen o Pasteurella spp.
o Streptokokken van de viridansgroep.
o Staphylococcus aureus.
o Coagulase-negatieve stafylokokken (waargenomen in 45% van de gevallen, belang is onzeker).
o Neisseria spp.
o Moraxella spp.
o Corynebacterium spp. (belang is onzeker)
o Anaëroben.
• Empirische anti-infectieuze behandeling o Regimes.
Eerste keuze: amoxicilline-clavulanaat. Alternatieven.
Doxycycline + metronidazole. Doxycycline + ornidazole. Moxifloxacine.
o Standaard posologieën.
Amoxicilline-clavulanaat: (500 mg amoxicilline + 125 mg clavulanaat) po q8h. Doxycycline: 200 mg po q24h of 100 mg po q12h.
Metronidazole: 500 mg po q8h. Moxifloxacine: 400 mg po q24h. Ornidazole: 1 g po q24h.
o Totale duur van de adequate (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling. Pre-emptieve behandeling: 3 tot 5 dagen.
Klinische wondinfectie: 5 tot 14 dagen.
Geïnfecteerde bijtwonde + tenosynovitis: 28 dagen. Geïnfecteerde bijtwonde + osteomyelitis: zie osteomyelitis.