• No results found

IRA: Een symptoom van geweld

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "IRA: Een symptoom van geweld"

Copied!
49
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

IRA: Een symptoom van geweld

De beeldvorming van het Iers Republikeins Leger door het Ierland Komitee Nederland van 1975 tot 1998.

Naam: Eline Plak

Studentnummer: 10830588

Scriptiebegeleider: dhr. dr. P.H. van Dam Tweede lezer: dhr. dr. R. van der Maar

(2)

Inhoudsopgave

Inleiding 3

1. Bestaansrecht en verantwoording van geweld 11

Bestaansrecht 11

Verantwoording van geweld 12

Groeiend kritiek 15

Een verandering in beeld 18

Kritiek op de Nederlandse media 19

IRA in Nederlandse kranten 21

2. IRA-leden in de gevangenis 25

Gevangenisomstandigheden 25

De hongerstakingen 26

IRA-gevangenen in de Nederlandse kranten 29

3. IRA: slachtoffer van het rechtssysteem 33

Diplockcourts, supergrasses en schoot-to-kill 33

Barbertje moet hangen 35

IRA-zaken in Nederlandse kranten 36

Conclusie 41

(3)

Inleiding

‘Drie Britse militairen gedood bij aanslagen van IRA in Limburg’, kopte het NRC Handelsblad op 2 mei 1988.1 Bij twee nachtelijke aanslagen in Roermond en Nieuw

Bergen kwamen drie militairen om het leven en raakten drie anderen gewond. De aanslagen werden opgeëist door het verboden Ierse Republikeinse Leger, die hiermee de Britse regering een boodschap wilden brengen. Het NRC meldde dat zowel vanuit Engeland als Nederland met afschuw was gereageerd op de aanslagen. Minister Korthals Altes stelde vast dat opnieuw internationaal overleg moest worden gepleegd om het terrorisme te kunnen bestrijden.2 Ook in de Volkskrant werd veel aandacht besteed aan

de gebeurtenis. Het dagblad noemde de aanslagen de zwaarste terreurdaden gepleegd door de IRA op het Europese vasteland tot dan toe.3

Een groep linkse Nederlandse sympathisanten van de republikeinse strijd in Ierland liet een ander geluid horen. In een persbericht en interview met de Volkskrant gaven zij aan dat de Britten zelf schuld droegen aan de moord op de militairen. Hoewel zij van mening waren dat de strijd tussen de IRA en het Britse leger niet in Nederland uitgevochten had moeten worden en de dood van de militairen betreurden, hadden zij toch begrip voor de aanslag. Volgens hen was de directe oorzaak van de aanslagen de meedogenloze politiek van de Britse regering in Noord-Ierland.4

Eén gebeurtenis, maar verschillende perspectieven. Volgens veel Nederlandse kranten een zware terreurdaad gepleegd door terroristen, maar volgens deze groep sympathisanten een logische reactie vanuit het verzet tegen de Britse koloniale

overheersing. Dit laat een interessant verschil zien in de manier waarop de Nederlandse media en een groep met sympathie voor republikeinse zijde bericht geven over het IRA. Het roept dan ook de vraag op welk beeld deze groep nu precies van het IRA had en wilde uitdragen.

Het conflict tussen het IRA en het Britse leger was in 1988 al tientallen jaren bezig. Na de opsplitsing van Ierland bleef het Iers Republikeins Leger (IRA) strijden voor een herenigd en onafhankelijk Ierland. Binnen het IRA ontstonden echter

meningsverschillen betreft politieke en militaire strategie, waardoor eind 1969 uiteindelijk een splintergroep ontstond. Deze groep, the Provisional Irish Republican Army (PIRA) voerde tot het einde van de eeuw een gewapende strijd tegen de Britse staat. Door de slechte sociaaleconomische omstandigheden van de katholieke bevolking in Noord-Ierland groeide hier de steun voor het PIRA. Vele aanslagen werden gepleegd in Ierland en Engeland, maar zo nu en dan ook in de Verenigde Staten en Europa. Door het plegen van aanslagen hoopten zij de Britten uit Noord-Ierland te verdrijven en een

1 ‘Drie Britse militairen gedood bij aanslagen van IRA in Limburg’, NRC Handelsblad (02-05-1988). Geraadpleegd

op Delpher op 30-01-2018, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000029265:mpeg21:a0015.

2 ‘Bewaking bases Navo verscherpt na aanslagen, NRC Handelsblad (02-05-1988). Geraadpleegd op Delpher op

30-01-2018, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000029265:mpeg21:a0031.

3 ‘Britse soldaten gedood bij acties IRA in Limburg’, De Volkskrant (02-05-1988). Geraadpleegd op Delpher op

30-01-2018, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010856622:mpeg21:a0002.

4 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg. 23 nr.4 (Nijmegen, mei 2002) 11-13.

(4)

sociaaldemocratische republiek te stichten.5 Deze beruchte periode staat wereldwijd

bekend als ‘The Troubles’.

Niet alleen in Ierland kon het PIRA op steun van bepaalde groepen rekenen, ook in andere Europese landen waren er voorstanders van de gewapende republikeinse strijd te vinden. Voornamelijk in West-Europese landen ontstonden verschillende groepen die solidair waren met het PIRA. Tijdens de jaren zeventig werden

solidariteitscomités opgericht in West-Duitsland, Frankrijk, België, Nederland en Italië. Dit waren vaak linksgeoriënteerde groepen die zich bezighielden met het organiseren van protestacties en het verspreiden van informatie over de situatie in (Noord-)Ierland. In Nederland waren een aantal groepen te vinden die zich bezighielden met Ierland. Het meest actieve comité was het Ierland Komitee Nederland (IKN).6

Dit comité werd oorspronkelijk opgericht door leden van de communistische groepering Rode Hulp in 1975. Ondanks dat de Rode Hulp een jaar later werd

opgeheven betekende dit niet het eind van het Komitee. In 1976 nam Els van Hout de naam Ierland Komitee Nederland over en vormde samen met Annemiek Rijkckenberg een nieuwe redactie voor het Ierland Bulletin in Amsterdam.7 Het Komitee steunde de

republikeinse beweging. Volgens het Komitee gaven Nederlandse journalisten een te eenzijdig beeld van de Ierse situatie. Deze eenzijdige berichtgeving was volgens het Komitee gevolg van het feit dat er alleen verslag werd gedaan vanuit Londen. Alleen bij grote gebeurtenissen reisden journalisten af naar Noord-Ierland, waar zij dan

voornamelijk in een hotel in Belfast verbleven. Deze door de media geschetste eenzijdige beeldvorming wilden zij veranderen door middel van onder andere de uitgave van het Ierland Bulletin, wat uiteindelijk ook de hoofdactiviteit van deze groep werd. Het Ierland Komitee Nederland bleef actief tot het jaar 2002 waarin ook de laatste uitgave van het Ierland Bulletin verscheen. In deze periode liep het vredesproces op zijn eind dat uiteindelijk resulteerde in de ontwapening van het PIRA in 2005.8

Het IKN is in eerste instantie dus opgericht om een tegengeluid te geven en daarom onderzoekt deze scriptie welk beeld deze solidariteitsgroep van het

Provisioneel Iers Republikeins Leger precies naar buiten bracht in de periode van 1975 tot 2000. Dit onderzoek naar beeldvorming laat zien hoe solidariteitsbewegingen de publieke opinie probeert te beïnvloeden door een tegenbeeld te creëren. Daarnaast kan het inzicht geven in wat mensen motiveert zich bij een bepaalde beweging of groep aan te sluiten. Hoewel het IKN en het Ierland Bulletin officieel pas in 2002 werden

opgeheven werden er in de laatste jaren al bijna geen Bulletins meer uitgegeven wegens gebrek aan redactieleden en financiële middelen.9 Het IRA heeft altijd een aantal

splintergroeperingen gehad, maar zowel in het Ierland Bulletin, de Nederlandse kranten

5 Brian A. Jackson et al., “Provisional Irish Republican Army.” Aptitude for Destruction, Volume 2: Case Studies

of Organizational Learning in Five Terrorist Groups, (2005) 94-95.

6 Michael Mckinley, ‘Of "Alien Influences": Accounting and Discounting for the International Contacts of the Provisional Irish Republican Army’ Journal of Conflict Studies, Vol. 11, No. 3, (1991) 14-17.

7 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg. 23 nr.4 (Nijmegen, mei 2002) 4.

8 Ibidem, 3. 9 Ibidem, 2.

(5)

als literatuur wordt voornamelijk gewoon IRA gebruikt als er over de Provisionals wordt gesproken. Daarom wordt dat hier ook aangehouden.

Om de oprichting van het IKN beter te kunnen begrijpen, vormen ontwikkelingen in de Nederlandse maatschappij in de jaren zeventig een belangrijke context. Over dit decennium zijn een aantal werken verschenen. Duco Hellema probeert in zijn boek deze periode uit de Nederlandse geschiedenis een betere naam de bezorgen. Hij wijst op verschillende auteurs die de jaren zeventig wegzetten als een tijdvak van stagnatie, malaise en conservatisme waarin solidariteit plaatsmaakte voor egoïstisch

individualisme.10

Vanuit tegengesteld perspectief worden de jaren zeventig door veel historici echter ook als links of hervormingsgezind omschreven. Een periode waarin veel aandacht was voor bijvoorbeeld meer sociale verandering en democratie.11 Tijdens de

jaren zeventig kwamen in verscheidene West Europese landen sociaaldemocratische partijen aan de macht. Ook in Nederland was dit het geval met het kabinet Den-Uyl van 1973 tot 1977. Dit links hervormingsgezinde uitte zich onder andere in de sterke solidariteitsbeweging. De derde wereldbeweging, waarin honderden verschillende groepen of comités zich actief bezighielden met problemen in ontwikkelingslanden, bereikte zijn hoogtepunt. Bijna ieder land had destijds wel een solidariteit comité in Nederland. Zo waren er bijvoorbeeld aparte comités voor Vietnam, Angola, Chili of Zuid-Afrika. In de loop van het decennium kreeg de derde wereldbeweging een radicaler karakter en werd er steeds meer kritiek op het Westen en haar imperialisme geuit.12

Deze periode werd niet alleen gekenmerkt door de derde wereld beweging, maar ook door uitingen van links radicalisme in heel Europa en dus ook in Nederland. Antoine Verbij schreef hierover het boek Tien Rode Jaren, waarin dieper wordt ingegaan op de verschillende links groeperingen die in Nederland tussen 1970 en 1980 actief waren. De focus ligt vooral op het gewelddadige en revolutionaire deel van de linkse beweging.13

Hierin wordt ook de Rode Hulp beschreven, waarvan een aantal leden het IKN hebben opgezet. Deze organisatie werd opgezet nadat de antikapitalistische groep de Rode Jeugd werd opgeheven. De Rode Hulp was deels een voortzetting van de Rode Jeugd en hield zich in eerste instantie vooral bezig met politieke gevangen in Nederland en het buitenland. Later zijn zij zich actief gaan inzetten voor politieke vluchtelingen door middel van het verstrekken van vluchtwegen, onderduikadressen of valse papieren. Ze hadden contacten met Molukse jongeren en leden van de Rote Armee Fraktion (RAF) in West-Duitsland. Een aantal leden zijn nog naar Jemen afgereisd voor een

guerrillatraining, maar nadat deze groep door Mossad werden opgepakt, viel de Rode Hulp uiteindelijk in 1976 uiteen.14

In deze context van solidariteitsbeweging en het links radicalisme in Nederland kan ook de oprichting van het IKN worden gezet. Hoewel Ierland niet onder de

derdewereldlanden viel was het anti-imperialisme wel een belangrijk karakteristiek in de republikeinse beweging en het IKN. Het Komitee beschouwde de positie van de

10 Duco Hellema, Nederland en de jaren zeventig (Amsterdam 2012) 11.

11 Hellema, Nederland en de jaren zeventig, 15-16. 12 Ibidem, 62-63.

(6)

katholieke minderheid in Noord-Ierland als vergelijkbaar met de bevolking van andere koloniën. Hoewel het IKN als groep geen radicale acties heeft uitgevoerd, hebben sommige individuele leden dit wel gedaan. Daarnaast ‘steunde’ het Komitee links georiënteerde terroristische groeperingen als het IRA. Hierdoor kan het ook deels binnen het linksradicalisme in Europa geplaatst worden.

Over solidariteit met het IRA onder de Nederlandse bevolking is nog geen

literatuur verschenen, maar over solidariteit met een andere radicale groepering uit het buitenland is wel onderzoek gedaan. In het boek Sympathie voor de RAF: de Rote Armee Fraktion in Nederland 1970-1980 geschreven door Jacco Pekelder staat solidariteit met een drietal in Nederland gearresteerde RAF leden centraal.15 Deze West-Duitse

groepering voerde vanaf 1968 dertig jaar lang gewapend verzet tegen de Duitse politie en het Amerikaanse imperialisme.16 Veel aandacht ging hierbij uit naar de behandeling

van gevangenen door de, in dit geval West- Duitse, staat die gevangen zou folteren door hen in volledige isolatie te plaatsen.17 Nadat ook aanslagen in Nederland werden

gepleegd, werden een aantal RAF leden opgepakt en kwamen in een Nederlandse gevangenis terecht. Dit kreeg in Nederland veel media-aandacht en onder een deel van de Nederlandse bevolking ontstond een zekere sympathie voor de gevangenen. Deze connectie tussen solidariteit voor een groep en de behandeling van gevangenen door de staat is ook voor dit onderzoek mogelijk interessant, vanwege de aandacht voor de Noord-Ierse hongerstakers.

Pekelder verklaart waarom de detentie van deze RAF-leden zoveel losmaakte in Nederland tijdens de jaren zeventig. Het opmerkelijke was dat solidariteit met deze personen niet alleen vanuit linkse activisten, maar ook vanuit advocaten en artsen kwam. Volgens Pekelder was dit de enige situatie in Nederland waarbij drie

gewelddadige leden van een buitenlandse terroristische organisatie op zoveel steun konden rekenen. Zo werden in dezelfde periode ook Palestijnen en Ieren opgepakt voor terroristische activiteiten, maar kregen zij alleen juridische bijstand en werd er

sporadisch actie gevoerd door linkse groeperingen.18

Hoewel gevangen IRA-leden in Nederland dus op minder sympathie en media-aandacht konden rekenen dan bijvoorbeeld de RAF-leden, bestond was er wel enige solidariteit met het IRA in de vorm van het IKN. Het feit dat het IRA-sympathisanten in Nederland had bleef ook in Engeland niet onopgemerkt. De Britten beschouwden met name Amsterdam als verzamelplaats voor IRA-leden, omdat zij hier gemakkelijk aan wapens konden komen en op sympathie vanuit radicaal linkse kringen konden rekenen.19 Daarnaast vond er, ook vanuit Nederland, internationaal contact plaats

tussen verschillende solidariteitsgroepen in Europa. Uit bronnen van het IKN blijkt dat zij ook contact hadden met een aantal van deze genoemde groepen (het Westdeutsches Irlandsolidaritätskomitee en het Vlaams Ierland Komitee bijvoorbeeld).20 Dit maakt dat

15 Jacco Pekelder, Sympathie voor de RAF: de Rote Armee Fraktion in Nederland 1970-1980 (Amsterdam 2007).

16 Pekelder, Sympathie voor de RAF, 40. 17 Pekelder, Sympathie voor de RAF, 45. 18 Ibidem, 28-29.

19 ‘IRA: Aanslagen zijn eenvoudige boodschap’, NRC Handelsblad (02-05-1988). Geraadpleegd op Delpher op

(7)

solidariteit met de IRA in Nederland interessant is voor historisch onderzoek naar zowel nationale als internationale solidariteitsbewegingen.

Over beeldvorming en de IRA is wel wetenschappelijke literatuur verschenen. In het boek Framing Terrorism: The News Media, the Government, and the Public wordt een hoofdstuk gewijd aan berichtgeving over de paramilitairen tijdens het vredesproces door de media in Noord-Ierland en welke rol deze lokale media hebben gespeeld bij de ontwikkelingen in het vredesproces. Deze journalisten deden verslag aan een

samenleving die betrokken was in een gewelddadig politiek conflict en hadden daardoor ook invloed op de publieke opinie.21 “The Discourse of Defence”: “Dissident” Irish

Republican Newspapers and the “Propaganda War” is een interessant onderzoek waarin Sophie Whiting in het licht van huidige republikeinse activiteit kijkt naar de manier waarop de term ‘dissident’ wordt gebruikt door de Noord-Ierse media en twee republikeinse groepen. Door middel van een analyse van krantenberichten vanuit Republican Sinn Fein en de 32 County Sovereignty Movement toont zij aan hoe de ‘dissidenten’ een tegenkader creëren en hun positie binnen het republikeins spectrum rechtvaardigen.22 Ook benoemd zij het gebrek aan aandacht voor de ideologische

achtergrond van republikeinse dissidenten. Zowel de academische wereld als de mainstream media ligt de focus voornamelijk op het bewapende aspect van deze groepen. Het bestuderen van propaganda vanuit anti-staat organisaties geeft inzicht in de doelen en strategieën van kleine, onbekende of gemarginaliseerde organisaties. De legitimatie van dit soort organisaties is vaak zelfverdediging. De nadruk ligt vaak op de agressieve kant van de vijand terwijl zij zichzelf als slachtoffer neerzetten.23

Bij onderzoek naar beeldvorming wordt veel gebruik gemaakt van het concept ‘framing'. Een frame kan vergeleken worden met een fotolijst die ervoor zorgt dat de aandacht uitgaat naar wat relevant of belangrijk is en andere, minder relevante zaken, uit het beeld houden.24 De essentie van framing is feiten, beelden of ontwikkelingen

boven andere te prioriteren door een bepaalde selectie te maken. Hierdoor wordt bewust of onbewust een specifiek beeld van een gebeurtenis of situatie weergeven. Frames beïnvloeden de manier waarop mensen gebeurtenissen in de wereld interpreteren. Het publiek gebruikt het frame om complexere of onbekende

gebeurtenissen te kunnen bevatten. Afhankelijk van de betrokken actoren kan framing verschillende doelen hebben. Conventionele nieuwsframes reflecteren vaak de normen en waarden van een bepaalde gemeenschap. Andere groepen kunnen zich tegen de mainstream media afzetten door een tegengesteld frame te gebruiken en gebeurtenissen op een andere manier te interpreteren en weergeven.25 Een nieuwsframe wordt

gecreëerd door verschillende factoren die ook weer afhankelijk zijn van de situatie

21 T. Cooke, ‘Paramilitaries and the Press in Northern Ireland.’ In Framing Terrorism: The News Media, the Government, and the Public, ed. P. Norris, M. Kern, and M. Just (2003) 75- 92.

22 Sophie A. Whiting, “The Discourse of Defence”: “Dissident” Irish

Republican Newspapers and the “Propaganda War”, Terrorism and Political Violence, 24:3, (2012) 483-503. 23 Whiting, ‘The Discourse of Defence’, 484.

24 H. Johnston, J.A. Noakes red., Frames of Protest: Social Movements and the Framing Perspective (2005) 2.

25P. Norris, M. Kern, and M. Just ed., Framing Terrorism: The News Media, the Government, and the Public

(8)

waarin het wordt toegepast. Zo is er de afgelopen jaren bijvoorbeeld steeds meer

aandacht voor het terrorisme-frame. Dit frame wordt gecreëerd door de basisfeiten over terrorisme of terroristische gebeurtenis zelf, de manier waarop deze feiten worden geïnterpreteerd door officiële bronnen binnen de overheid en de interpretatie door de tegengestelde partij.26 Hierbij zullen sommige feiten neutraal van aard zijn, maar

anderen kunnen weer sterk voor interpretatie vatbaar zijn. De motivatie van een terroristische groepering kan bijvoorbeeld beïnvloed worden door het taalgebruik in het bericht. Ook kunnen een selectie van beelden of symbolen en personen die

commentaar mogen leveren van invloed zijn op de beeldvorming.27

Binnen onderzoek naar maatschappelijke bewegingen is er ook steeds meer aandacht voor het proces van framing. Het concept frame werd binnen de sociologie aanvankelijk gebruikt om de microsociologie van de dagelijkse interacties en

communicatie te kunnen begrijpen. Wetenschappers binnen de richting

maatschappelijke bewegingen zagen potentie in het concept omdat het inzicht kan geven in de verschillende vormen van interpretatie die een rol spelen in de dynamiek van maatschappelijke bewegingen.28 In de jaren tachtig en negentig bloeide het

onderzoek naar framing op en werd er een nieuw perspectief op de rol van

sociaalpsychologische processen gevormd. Nieuwe modellen op mobilisatie binnen maatschappelijke bewegingen leggen de nadruk op de rationaliteit van collectieve actie en organisatorische en structurele elementen zoals toegang tot middelen, strategische planning en verandering in politieke context. Door de nadruk te verschuiven van het irrationele naar het rationele werd de rol van het menselijk handelen echter

geminimaliseerd. Studies naar framing processen geven hier weer aandacht aan. Vanaf de jaren tachtig werd meer onderzoek gedaan naar de manieren waarop media, staten en maatschappelijke bewegingen de interpretatieve processen waarmee individuen het belang van politieke gebeurtenissen tot stand brengen proberen te beïnvloeden. Voorbeelden van onderzoeksvragen zijn de manier waarop mensen politieke en maatschappelijke problemen begrijpen en interpreteren, hoe media politieke ontwikkelingen interpreteren en presenteren, hoe tegenbewegingen tegenstrijdige interpretaties van eenzelfde gebeurtenis weergeven of hoe staten demobiliserende frames promoten.29

In Frames of Protest Social Movements and the Framing Perspective wordt het ‘collective action frame’ uiteengezet. Om de mobilisatie van mensen binnen een

maatschappelijke beweging beter te kunnen begrijpen moet er meer onderzoek gedaan worden naar de rol die perceptie hierin speelt. Hoe groot de onderdrukking van een groep ook kan zijn of hoeveel ruimte groepsleiders ook hebben voor actie, individuen moeten nog steeds op een manier worden overgehaald actief aan een bepaalde

beweging deel te nemen. Een strategisch gevormd frame kan gebeurtenissen analyseren, de verantwoordelijken aantonen, oude beeldvorming verbuigen en mensen uiteindelijk

26Norris, Framing Terrorism, 12. 27 Ibidem.

28 Johnston, Frames of Protest: Social Movements and the Framing Perspective, 3.

(9)

overtuigen dat er actie moet worden ondernomen tegen onrechtvaardigheid.30

Belangrijke auteurs voor de ontwikkeling van het concept zijn Snow en Benford. Snow identificeren de belangrijkste functies van het collective action frame in drie doelen. Dit zijn diagnostic, prognostic en motivational framing, waarbij een nieuwe interpretatie van een situatie, een oplossing voor het probleem en een rede tot actie wordt gegeven. De benadering van Snow en Benford wordt vaak gebruikt bij onderzoek naar het strategisch aspect binnen sociale bewegingen.31 Dit past dan ook goed bij de

beeldvorming vanuit het Ierland Komitee Nederland uit de jaren ‘70, omdat zij duidelijk een nieuwe interpretatie van het probleem wilden geven, een oplossing voor ogen hadden en meer mensen voor dit doel probeerden te activeren.

Om grote internationale gebeurtenissen behapbaar te maken voor het publiek maakt de media vaak gebruik van episodische frames. De focus ligt hierbij op specifieke gebeurtenissen, legt de verantwoordelijkheid bij individuen en geven meestal geen expliciete motivatie. Dit staat in contrast met het gebruik van thematische frames waarbij meer aandacht uitgaat naar de sociale en historische achtergrond, de ideologische discussie en gedetailleerde analyse van de bestaande problemen.

Gebeurtenissen worden zo door massamedia en staten geïnterpreteerd op een manier die synchroon loopt met de status quo.32 Maatschappelijke bewegingen kunnen deze

frames gebruiken door de beeldvorming vanuit massamedia te breken.33

Dit onderzoek richt zich op het tegenbeeld dat het IKN van het IRA creëerde. Dit deden zij naar eigen zeggen in reactie op de berichtgeving uit Nederlandse ‘mainstream media’. Zij specificeerden echter nergens duidelijk welke media zij hier precies onder verstonden. Om toch een vergelijking te kunnen maken tussen berichtgeving vanuit het IKN en Nederlandse media wordt er ook een analyse gemaakt van artikelen uit een selectie kranten. Er is hier voor kranten gekozen omdat het IKN zich daar voornamelijk op richtte en zelf ook voornamelijk geschreven berichten gebruikte om het Nederlandse publiek te informeren. De drie gekozen kranten zijn de Telegraaf, het NRC Handelsblad en de Volkskrant. Dit geeft een beeld vanuit het meer rechtse, liberale en linkse spectrum van de landelijke media.

Deze scriptie is opgedeeld in drie hoofdstukken. In ieder hoofdstuk wordt een bepaald thema uitgelicht waarbinnen er door het IKN over het IRA werd geschreven. Hiervoor zijn nummers van het Ierland Bulletin, krantenartikelen en persberichten gebruikt. Om te beginnen wordt er gekeken naar de manier waarop het Komitee het bestaansrecht van het IRA en het gebruik van geweld verantwoorde en wat hier in de loop der jaren aan veranderde. Daarnaast wordt er aandacht besteedt aan de kritiek die het Komitee leverde op de Nederlandse media. Het tweede hoofdstuk behandeld de gevangenisomstandigheden en hongerstakingen door IRA-leden. Het laatste hoofdstuk gaat dieper in op IRA-leden en het Britse rechtssysteem. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan IRA-leden die in Nederland werden opgepakt en voor de rechter moesten verschijnen. In alle hoofdstukken worden een aantal artikelen uit de Telegraaf, het NRC

30 Johnston, Frames of Protest: Social Movements and the Framing Perspective, 2.

31 Ibidem, 6. 32 Ibidem, 19.

(10)

en de Volkskrant geanalyseerd en vergeleken met de berichtgeving uit het Komitee. Hierdoor moet uiteindelijk duidelijk worden welke frames zij gebruikten en welk beeld dit van het IRA creëerde.

(11)

1. Bestaansrecht en verantwoording van geweld

Door de jaren heen is het IRA op verschillende manieren geportretteerd door het Ierland Komitee Nederland. Een belangrijk aspect in deze beeldvorming is de manier waarop zij deze organisatie omschreven. Het IRA werd door de Britse overheid tot verboden (terroristische) organisatie gerekend. Hoe zag het IKN deze groep en in welke context plaatsten de leden het ontstaan van het IRA? Naast deze vragen wordt er in dit hoofdstuk gekeken naar hoe zij de vele gewelddadige en dodelijke aanslagen

verantwoorden en op welke punten het IRA te ver ging voor het Komitee. Tot slot wordt er dieper ingegaan op de veranderingen die door de jaren heen in de beeldvorming zijn ontstaan.

Bestaansrecht

Hoewel het IKN pas in 1975 is opgericht werd het blad het Ierland Bulletin al een aantal jaar eerder uitgegeven. In 1972 verscheen het eerste nummer vanuit de Ierland

Informatie Groep (IIG), een organisatie die werd opgericht in Utrecht naar aanleiding van Bloody Sunday. Deze groep steunde de marxistische splintergroep Official IRA.34 Zij

bekeken het conflict dan ook vanuit het perspectief van de klassenstrijd waarin het IRA zich als revolutionaire nationalisten verzetten tegen het verraad van de Ierse

bourgeoisie (de afsplitsing van Noord-Ierland) en sindsdien de Britten aan de

onderhandelingstafel probeerden te krijgen. Hoewel zij het optreden van het IRA als meedogenloos omschreven, steunden zij de gewelddadige strijd wel. De strijd werd als een oorlog gezien waarbij Groot-Brittannië individuele vrijheidsrechten vertrapte en weigerde een politieke oplossing te zoeken. Daarnaast zouden de Britten zelf hebben erkend dat doden in oorlogstijd een rechtvaardige zaak was.35 Drie jaar later werd het

IKN opgericht die vanaf dat moment ook het Ierland Bulletin ging uitgeven. Hoewel er ook overeenkomsten te vinden zijn, veranderde de beeldvorming van de Ierse situatie wel. Waar de IIG een marxistische inslag had, kon het IKN meer in de sociaal

democratische hoek gevonden worden.

In het eerste nummer vanuit het IKN werd er dan ook direct afstand genomen van de Ierland Informatie Groep omdat zij het Official IRA steunden. Zij konden niet als vrienden tot het Ierse volk gerekend worden, omdat zij niet republikeins waren en een terreur uitoefenden op de werkende republikeinse bevolking, activisten en

groeperingen. De leden waren dan ook van mening dat dat deze groep onder het kopje 'gangsterbendes' viel en in plaats van solidariteit, veroordeling en afgrijzen verdiende. Het IKN wilde activiteiten ontplooien waarmee zij de werkelijke republikeinse en

34 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.16 nr.1 (Nijmegen, april 1990) 16.

35 Ierland Informatie Groep, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.1 nr.1 (Utrecht, september 1972) 5-8.

(12)

socialistische beweging konden steunen. Deze activiteiten zouden bestaan uit

informeren, geld inzamelen en pressie uitoefenen op het Nederlands bedrijfsleven dat investeerde in Ierland36. Een groepering die onderdeel uitmaakte van deze 'werkelijke'

beweging was volgens het IKN het Provisional IRA, die zij definieerde als de meer traditionele, militante vleugel van de republikeinen zonder een duidelijk socialistisch programma, maar met een tendens naar socialistische opvattingen.37

De Noord-Ierse situatie plaatsten zij binnen koloniale context. Een mooi groen Europees eiland, maar met dezelfde problemen als derdewereldlanden, namelijk dat zij allemaal werden beheerst door een koloniaal systeem of dictatuur. Hoewel Ierland een onafhankelijk land werd genoemd, zou het in feite al sinds 1171 een kolonie van

Engeland zijn geweest.38 In 1969 nam het Britse leger de taak van de unionistische

machthebbers over en werd onderdrukker van een van de strijdende partijen.39 Het IKN

zag dan ook de Britten als primaire agressor en het ontstaan van het IRA als symptoom van geweld in plaats van als de oorzaak.40 Niet alleen het IRA, maar de hele

republikeinse beweging werd onderdrukt.41 Juist deze beweging zou vrede willen, maar

de Britse regering zou dit niet hebben gewild waardoor er ondanks een afgesloten wapenstilstand de terreur en sektarische moorden gewoon doorgingen.42Vanuit deze

redenatie werd het dodelijke geweld vanuit het IRA dan ook veelvuldig verantwoord in het Ierland Bulletin.

Verantwoording van geweld

Volgens het IKN was het voornaamste doel van het plegen van aanslagen de Britse overheersing te destabiliseren en de economie schade toe te brengen. Naast aanslagen op hotels, clubs en restaurants 'sneuvelden' ook veel Britse soldaten en leden van de RUC en UDR.43 Loyalistische burgerslachtoffers zouden geen officieel doelwit van het

IRA zijn geweest, alleen personen die meewerkten met het Britse leger of de Noord-Ierse politie. De keuze deze mensen tot voornaamste doel van aanslagen te maken zou duidelijk hebben laten zien dat hun strijd gericht was tegen dat wat hun slachtoffers

36 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.1 nr.1 (Breda, november 1975) 1.

37 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.2 nr.4 (Amsterdam, december 1976) 22.

38 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.2 nr.3 (Amsterdam, oktober 1976) 1.

39 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.5 nr.3 (Nijmegen, 1979) 1.

40 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur jrg.2 nr.4 (Amsterdam, december 1976) 10.

41 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.3 nr.1 (Nijmegen, februari – maart 1977) 12.

42 Ibidem, 14.

43 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.4 nr.2 (Nijmegen, 1978) 57.

(13)

symboliseerden: het Britse imperialisme.44 In de ogen van de IKN-leden was het geweld

van het IRA de belangrijkste factor voor de instabiliteit in Noord-Ierland. Zij waren ervan overtuigd dat de Britten pas uit Ierland zouden vertrekken wanneer zij

gedwongen werden te vertrekken op zowel militair, economische, financieel als politiek terrein.45

In het Ierland Bulletin werd erg de nadruk gelegd op het IRA als militaire macht. De bomaanslag op Warrenpoint, waarbij achttien Britse soldaten ‘gesneuveld’ waren, liet volgens het IKN zien dat de verklaringen dat deze aanslagen door criminele heethoofden werden gepleegd steeds minder overtuigend waren en dat de Britse regering steeds meer gedwongen werd om de wapenfeiten als militaire nederlaag te erkennen.46 De berichtgeving over de oorlog in Noord-Ierland zou gebaseerd zijn op

Britse propaganda. Dit werd bevestigd op een door het IRA onderschept legerrapport van de Britse veiligheidsdiensten. In dit rapport werd het IRA niet zoals gewoonlijk afgeschilderd als een bende terroristische misdadigers die geïsoleerd van de bevolking een wanhopige strijd voerden. Specifieke citaten uit het rapport lieten zien dat het Britse leger en de regering ‘wel beter wisten’.47 Verder werd benadrukt dat het IRA steeds

vakbekwamer werd en gebruik maakte van zeer moderne elektronica. Volgens het IKN vond er in deze periode een daling van burgerslachtoffers plaats en ook voortijdige ontploffingen kwamen minder vaak voor. Impulsieve individuen werden geweerd en alleen leden die politieke scholing hadden gevolgd, waardoor zij zich de ernst van de zaak realiseerden, mochten zich actief inzetten.48

Met deze berichten liet het IKN zien dat het IRA niet een vervelend klein groepje onruststokers was, maar een sterke militaire macht waar serieus naar geluisterd zou moeten worden. Naast dit beeld, werden zij ook vaak omschreven als verzets- of

vrijheidsstrijders die de katholieke minderheid in Noord-Ierland kwamen beschermen. Met het opbloeien van de burgerrechtenbeweging kwamen gewelddadige acties vanuit de protestantse gemeenschap steeds vaker voor. Het Royal Ulster Constabulary (RUC) en het Britse leger zouden de katholieke gemeenschap beschermd moeten hebben, maar in plaats daarvan keerden ook zij zich tegen de katholieken. Deze minderheid kon nu alleen nog beschermd worden door het herrezen en snel groeiende IRA.49 Een artikel dat

in het teken van vijftien jaar Britse troepen in Noord-Ierland stond werd afgesloten met: ‘Deze voortdurende oorlog tegen de bevolking heeft het verzet tegen de

onderdrukking echter niet kunnen breken. Het massale vreedzame verzet van de

44 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.5 nr.3 (Nijmegen, 1979) 2.

45 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.9/10 nr.6/1 (Nijmegen, 1983/1884) 10.

46 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.4 nr.2 (Nijmegen, 1978) 1.

47 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.5 nr.3 (Nijmegen, 1979) 28.

48 Ibidem, 29.

49 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.12 nr.4 (Nijmegen, december 1986) 5.

(14)

burgerbevolking is onverminderd groot en diep geworteld. Maar ook het harde, gewapende verzet van de IRA woedt onverminderd voort.’50

In een later nummer werd een vergelijking gemaakt tussen het IRA en andere

verzetsgroepen. Het merendeel van de slachtoffers van het IRA waren legitieme doelen omdat zij onderdeel uitmaakten van een bezettende mogendheid. Volgens het IKN was dit vergelijkbaar met Duitsers en NSB’ers die door het verzet werden geliquideerd of Amerikaanse militairen door de Vietcong, Zuid-Afrikanen door de SWAPO en Russen door de Afghaanse Mujahedien.51

Het IKN benadrukte vaak dat de aanslagen van republikeinse zijde werden gericht op de 'imperialistische machthebbers' en niet op burgers. Waar of niet,

burgerslachtoffers vielen er wel degelijk aan beide kanten. Als er in het Ierland Bulletin kritiek werd gegeven op het IRA had dit vaak betrekking op misgelopen aanslagen, het kiezen van te gemakkelijke doelwitten of tactische veranderingen bij de Provisionals. Aan een aantal specifieke aanslagen en gebeurtenissen werd uitgebreid aandacht gegeven in het Bulletin.

Tijdens een bommencampagne van het IRA vond in februari 1978 een aanslag plaats waarbij het IRA flinke reputatieschade opdeed vanwege het grote aantal burgers dat omkwam. IRA-leden hadden een bom geplaatst in het kleine hotel 'La Mon House' in Belfast. Zoals gewoonlijk hadden zij vooraf een waarschuwing gegeven, maar deze bleek niet duidelijk genoeg. Hierdoor had er geen evacuatie plaats gevonden toen de bom afging, wat desastreuze gevolgen had. Een vuurbal schoot door het raam en sommige aanwezigen werden levend verbrand. Twaalf mensen vonden de dood en meer dan dertig raakten gewond. Alle slachtoffers waren protestants. Hoewel het IRA zichzelf als leger presenteerde werd deze gebeurtenis wereldwijd gezien als terroristische daad.52

Dit was echter iets waar het IKN niet in meeging. De aanslag werd beschreven als een rampzalige ontploffing, waarna de verslagenheid over de gevolgen groot was, ook onder de republikeinse bevolking. Behalve het aantal doden gaven ze verder weinig details over de situatie. Wel gaven ze een verklaring van het IRA waarin deze de verantwoordelijkheid van de aanslag nam, toegaf dat de waarschuwing te kort was geschoten, zij kritiek van nabestaanden van de slachtoffers en aanhangers van de republikeinse beweging accepteerden en benadrukte dat de werkelijke oorzaak van de onrust de Britse bemoeienis was. Na de aanslag gingen al snel geruchten rond dat dit fiasco en een interne strijd in de organisatie het begin van het einde van het IRA zou zijn. Het IKN wilde dit tegenspreken door te wijzen op een nieuwe militaire campagne

waarbij de doelwitten waren gewijzigd. Het IRA zou nog steeds in staat zijn geweest duizenden manschappen in het noorden gebonden te houden en zich steeds weer te hergroeperen, ondanks de miljoenen die werden gestoken in de bestrijding van het

50 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.10/11 nr.?/1 (Nijmegen, 1984/85) 12.

51 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.9/10 nr.6/1 (Nijmegen, 1983/1884) 34.

52 David McKittrick, David McVea, Making Sense of the Troubles: A History of the Northern Ireland Conflict (London, 2012) 150-151.

(15)

IRA.53 Hoewel het Komitee tegen het maken van burgerslachtoffers was, veroordeelden

zij het IRA hier nog niet. De situatie werd vooral neergezet als een misgelopen militaire actie.

Groeiend kritiek

Een aantal jaar later, begin jaren tachtig, worden er voor het eerst echt vraagtekens gezet bij beleidswijzigingen van de Provisionals. Aanleiding was de liquidatie van Vader Robert Bradfort, een methodistische dominee, die pleitte voor strengere

veiligheidsmaatregelen tegen het IRA. Dit was een beleidswijziging van het IRA;

voorheen werden vertegenwoordigers van de protestantse gemeenschap die niets met leger of politie te maken hadden buiten schot gelaten. Het IKN gaf aan dat deze aanslag effectief is geweest, maar vroeg zich tegelijkertijd af of het IRA zich niet op zeer glad ijs begaf door protestantse leiders tot doelwit te maken.54 In hetzelfde nummer gaven zij

aan onderling veel discussies te hebben gevoerd met betrekking tot hun houding tegenover de Provisionals. Naar eigen zeggen maakten zij geen propaganda, maar hadden ook nooit duidelijke kritiek getoond. Om hier direct verandering in te brengen benoemden zij een aantal punten waarbij leden van het Komitee zo nu en dan toch hun twijfels hadden. Zo waren zij voornamelijk bang dat de sociale strijd werd verwaarloosd. In de achterban waren er nog te veel 'rechtse lui' die te traditioneel waren ingesteld, misten zij concrete toekomstplannen voor Ierland na het vertrek van de Britten en waren vreesden zij dat de politieke strijd werd aangepast aan de militaire strijd in plaats van dat de militaire strijd de politieke ondersteunde.55

In de tweede helft van de jaren tachtig werd de houding van het IKN steeds kritischer ten opzichte van het IRA. De berichtgeving betreft de aanslag in het Noord-Ierse Enniskillen toont dit goed aan. Een aanslag die zij omschreven als 'een catastrofale fout met betreurenswaardige consequenties' waarvoor zij het IRA ten volle

verantwoordelijk achtten.56 In november 1987 ontplofte een explosief in een

gemeenschapshuis, vlakbij een verzameling protestantse burgers die daar waren samengekomen om de gevallenen van de Eerste Wereldoorlog te herdenken. Het gebouw stortte in, waarbij elf mensen om het leven kwamen en ruim zestig gewonden vielen.57 Het betreffende explosief zou wel geplaatst, maar niet tot ontploffing gebracht

zijn door het IRA. De voortijdige ontsteking zou het gevolg zijn geweest van de technologische wapenwedloop tussen het IRA en de Britten. De elektronische apparatuur die de bom onschadelijk had moeten maken liet het explosief in plaats

53 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin : driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.5 nr. 2 (Nijmegen, 1979) 57.

54 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.8 nr.1 (Nijmegen, februari 1982) 11.

55 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.8 nr.1 (Nijmegen, februari 1982) 14.

56 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.13 nr.3/4 (november 1987) 1.

(16)

daarvan afgaan.58 Dit keer hadden de schrijvers van het Bulletin echter wel enige

vraagtekens en kanttekeningen bij deze verklaring van het IRA geplaatst.

Zo merkten zij op dat de organisatie steeds vaker gemakkelijke doelwitten koos en anders dan voorheen optraden in het openbaar. Door decentralisatie van de

organisatie verloor het ook controle op haar leden, wat het risico op fouten en ongelukken groter maakte. Het IKN stelt dat:

‘Ook als de bom wel op tijd was afgegaan de aanslag tot terechte

verontwaardiging had geleid vanwege haar lugubere tijdstip (Poppy Day) en het onaanvaardbare risico dat er burgers bij betrokken zouden raken’.59

Door dit soort acties zou het IRA makkelijk in de terroristische hoek te plaatsen zijn door haar tegenstanders.60 Door het steeds vaker kiezen van half civiele en half militaire

doelen, zonder enige waarschuwing vooraf te geven, was het IRA volgens het IKN medeverantwoordelijk voor het instandhouden van het sektarische geweld. Daarnaast zouden dit soort gebeurtenissen de vrijheidsstrijders kunnen isoleren, iets wat volgens het IKN heel goed de bedoeling van Britten kon zijn geweest.61

Een ander punt waar veel om te doen is geweest in het Bulletin was een toename van internationale aanslagen door het IRA. Op het moment dat er aanslagen in het Limburgse Roermond en Nieuw Bergen werden gepleegd, waren Spanje en West-Duitsland ook al 'opgeschrikt door regelrechte oorlogshandelingen'. In het voorwoord van dit Bulletin gaf het IKN meteen aan niet per se voorstander van het nieuwe

internationale karakter van het IRA te zijn ('wij vinden dat de oorlog niet hier in Nederland of elders in Europa uitgevochten dient te worden'), maar zagen dit ook als het moment waarop de Europese landen druk konden uitoefenen op de Britse regering om serieus werk te maken van vrede in Noord-Ierland.62 De aanslagen in Nederland

waarbij drie Britse soldaten om het leven kwamen (iets wat het IKN wel openlijk heeft betreurd) lieten zien dat zolang de Britten zich niet terug zouden trekken hun militairen nergens veilig waren. Het feit dat Britse militairen werden aangevallen in Roermond en Nieuw Bergen 'of all places' (aldus het IKN) liet zien dat de oorlog in Noord-Ierland haar grenzen overschreed en dat zowel het IRA als de Britse regering er alles aan deden elkaar overhoop te schieten.63

Tegen de jaren negentig is de toon ten aanzien van de gewapende strijd flink veranderd ten opzichte van de jaren zeventig. Eind jaren tachtig escaleerde het geweld vanuit Republikeinse zijde.64 Iets wat ook kritisch werd opgemerkt door het IKN. Onder

het kopje ‘Het dodelijk cynisme van het IRA’ werd vastgesteld dat na twintig jaar geweld

58 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.3 nr.5 (Nijmegen, januari 1978) 5.

59 Ibidem, 6.

60 Ibidem. 61 Ibidem, 7.

62 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur,

jrg.14nr.1/2 (Nijmegen, mei 1988) 1.

63 Ibidem, 4.

(17)

er nog steeds geen oplossing in zicht was en het cynisme bij de betrokkenen leek te groeien. Nieuwe acties van het IRA lieten een veranderende houding binnen de republikeinse beweging zien. Het aantal fouten en vergissingen met veel

burgerslachtoffers tot gevolg nam snel toe en vooral het gebruik van menselijke bommen als bewuste strategie werd als een dieptepunt beschouwd.65 Dit was een

tactiek waarop het IRA in 1990 overging. Bij de eerste aanslag door middel van een ‘menselijke bom’ werd de katholiek Patsy Gillespie door verscheidene IRA-leden uit huis gehaald en vastgezet in een auto met de opdracht naar een grenscontrole te rijden. Daar aangekomen werd de auto door het IRA tot ontploffing gebracht door middel van een bom die zij eerder onder de auto hadden bevestigd. Vijf soldaten kwamen om het leven en van Gillespie zelf konden geen enkele lichamelijke overblijfselen meer gevonden worden.66

De schrijver van het stuk stelde dat dit soort ontwikkelingen duidde op een toegenomen cynisme bij de militairen en het verliezen van de grip van Sinn Féin op de militaire vleugel. Een scheiding tussen deze twee zou kunnen leiden tot een situatie waarin

‘de katholieke minderheid zit opgescheept met een stelletje oncontroleerbare rambo’s en een politiek krachteloos rudiment van een jaren her opgebloeid volksverzet dat in ras tempo naar de annalen van de geschiedenis verhuist’.67

De gevolgen hiervan zouden de Noord-Ierse nachtmerrie nog langer laten voortduren.68

In 1993 begon het vredesproces in Noord-Ierland en op 31 augustus kondigde het IRA een staakt het vuren af.69 Deze ontwikkelingen werden door het IKN toegejuicht.

Naar zijn mening was dit het gevolg van structurele en positieve maatschappelijke veranderingen in Noord-Ierland, waardoor het rechtvaardigen van geweld steeds moeilijker werd. Hoewel ze nog steeds vonden dat geweld nooit de oorzaak van het conflict is geweest werd het nu wel gezien als een factor die een politieke regeling en vrede in de weg stond. Door de wapenstilstand kon er voor het eerst in vijfentwintig jaar constructief over de toekomst gepraat worden. Een permanente geweldloze situatie zou echter nog niet het einde van de politieke verdeeldheid betekenen en het zou dan ook nog lang duren voor er een echte oplossing voor het conflict zou komen.70

Een permanente geweldloze situatie werd het dan ook nog niet. In 1996 werd de wapenstilstand door het IRA verbroken. Hier werd in het Bulletin op verschillende wijzen op gereageerd. Hieruit blijkt ook dat er binnen de redactie van het IKN

meningsverschillen bestonden betreft het gebruik van geweld. Antoon Seelen zag deze

65 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.16 nr.5 (Nijmegen, december 1990) 3.

66 McKittrick, Making Sense of the Troubles, 206.

67 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.16 nr.5 (Nijmegen, december 1990) 4.

68 Ibidem.

69 McKittrick, Making Sense of the Troubles, 232.

70 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur,

(18)

gebeurtenis als een gevolg van de weifelende en treuzelende houding van de Britse regering sinds 1994. Of het opzeggen van het bestand ook echt een wijze beslissing was vond hij echter nog moeilijk te zeggen.71 Cora Overweg had een meer uitgesproken

mening over de situatie. Zij stelde dat het IRA dan wel geen verantwoording aan de internationale gemeenschap hoefde af te leggen, maar wel aan die van Noord-Ierland.

‘Als het IRA trouw is aan haar idealen en nog steeds geloofd in het

zelfbeschikkingsrecht , dan luistert zij naar de roep van het volk om vrede en legt zij voorgoed de wapens neer. Doet zij dit niet, dan verliest ook zij alle

geloofwaardigheid en zal het land aan chaos ten prooi vallen.’72

De katholieke minderheid wilde vrede en de tijd van geweld was geweest.73

De vredesonderhandelingen werden weer voortgezet wat uiteindelijk leidde tot het afsluiten van het Goede Vrijdag Akkoord in 1998. In deze laatste jaren van the

Troubles is er in het Bulletin voornamelijk aandacht voor de politieke onderhandelingen, Sinn Féin en de Ierse cultuur. Hieruit blijkt dat het IKN zich ook bij deze situatie heeft neergelegd. Dit wordt bevestigd door berichten over de splinterbeweging ‘True IRA’ of ‘Real IRA’, dat wel eens ‘een serieuze bedreiging kon gaan vormen voor het politieke project dat Sinn Féin van de grond heeft getild’.74

Een verandering in beeld

Het algemene beeld van het IRA dat in het Ierland Bulletin door het IKN werd geschetst is het IRA als een sociaaldemocratisch, anti-imperialistisch vrijheidsleger dat vocht tegen een koloniale macht en onderdrukkers van de katholieke Ierse bevolking. Met name in de beginjaren van het Komitee waren de leden voorstander van de gewapende strijd. Dit werd gezien als de enige manier om de Britten uit Ierland te kunnen

verdrijven. Aanslagen op leden van het politie- en legerapparaat werden door hen dan ook als gelegitimeerd oorlogsgeweld gezien. In de loop van de jaren tachtig werden er hier en daar echter steeds meer vraagtekens bij het optreden van het IRA gezet. Vooral het maken van burgerslachtoffers zagen zij als iets wat beter voorkomen had kunnen worden. Met het aanbreken van de jaren negentig leek ook het IKN wat oorlogsmoe te worden en werd er stevige kritiek geuit op het escalerende geweld. Hoewel er nog steeds veel verandering op politiek gebied te boeken viel, leken zij op dit punt toch voorstander te zijn van een vreedzame oplossing waar geen plaats meer was voor geweld.

Achter deze veranderde houding ten opzichte van de jaren zeventig kunnen verschillende verklaringen liggen. In het begin was het Komitee meer activistisch van aard dan in de latere jaren. In de nummers uit de jaren zeventig werd een stuk sterkere taal gebruikt dan in de nummers uit de jaren negentig. In een interview uit 1992 met

71 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.20 nr.4 (Nijmegen, april 1996) 5.

72 Ibidem, 8. 73 Ibidem.

(19)

redactieleden Antoon Seelen en Mark Gerritsen werd dit verschil ook besproken. Als eerste oorzaak noemden zij een verandering in de samenstelling van de redactie. Het IKN werd opgezet door studenten die na hun studie veel minder tijd voor het Komitee konden vrijmaken. Ook zagen zij een verandering binnen de gewapende strijd:

‘In het begin van de jaren zeventig had het (geweld) een tamelijk verdedigend karakter, langzamerhand is het offensiever geworden. Op dit moment dreigt geweld een doel op zichzelf te worden. Binnen het IRA zijn cowboys actief die geen boodschap aan de politieke ideologie hebben. Een deel van het IRA,

autonome cellen die zelf doelen kiezen, zijn voor mijn gevoel heel verkeerd bezig. Ze zijn niet bezig met de uitgangspunten van het IRA of vragen zich niet meer af of met die methode het einddoel te bereiken valt.’75

Een andere verklaring voor deze omslag is het teruglopende aantal abonnees. Eind jaren tachtig werd er gebruik gemaakt van een bredere aanpak om ook een breder publiek te kunnen bereiken. Uit een lezersonderzoek in 1991 bleek dat er grote

meningsverschillen waren betreft de politieke gekleurdheid van het IKN. Een klein deel van de lezers werd enthousiast van het felle politieke karakter van het Bulletin, maar een groot deel van de lezers zag graag een neutralere berichtgeving of meer kritiek op de IRA en Sinn Féin. In de jaren hierna groeide dan ook de aandacht voor minder politiek beladen onderwerpen in heel Ierland.76

Kritiek op Nederlandse media

Het activistische karakter en de mate van kritiek op het IRA mochten in de loop der jaren aan verandering onderhevig zijn, een ander aspect was dit zeker niet. Vanaf de oprichting tot aan de opheffing van het Komitee werd er een constante kritiek op ‘de Nederlandse media’ geuit. Welke media zij hier specifiek mee bedoelden werd in de Bulletins nooit benoemd, maar uit adreslijsten van het Komitee blijkt dat zij nummers van het Bulletin stuurden naar verschillende landelijke en regionale kranten, dagbladen, opiniebladen en overige ‘vrije pers’.77 Naast het opsturen van Bulletin nummers

verstuurden zij ook regelmatig persverklaringen en schriftelijk commentaar op bepaalde kranten- of tijdschriftartikelen en ook in het Bulletin zelf werd regelmatig uitgehaald naar de media.

Wat was nu de precieze kritiek die de leden van het Komitee hadden op de media? Over het algemeen waren zij het voornamelijk niet eens met de manier waarop er in Nederland werd geschreven over de situatie in Noord-Ierland. Zo verklaarden zij bijvoorbeeld in een persbericht:

75 Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Archief Ierland Komitee Nederland, inventarisatienummer ARCH03188-86, interview uit Lekker Fris.

76 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg. 17 nr.3 (Nijmegen, juli 1991) 5.

77 Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Archief Ierland Komitee Nederland, inventarisatienummer ARCH03188-67, lijsten Nederlandse media.

(20)

‘Incidenteel verschijnen in de pers berichten waarin melding wordt gemaakt van bomaanslagen, schietpartijen en rellen in Noord-Ierland. De berichtgeving

hierover is voornamelijk afkomstig van Britse persbureaus. De indruk die gewekt wordt is die van een stammenoorlog; zelden wordt inzicht verschaft in de

achtergronden van het nu al eeuwen durende conflict in Ierland.’78

Zij vonden voornamelijk dat de Britse overheid en pers te veel invloed hadden op de berichtgeving en dat het koloniale aspect van het conflict vaak onderbelicht bleef. Daarnaast waren zij ook van mening de Nederlandse berichtgeving inaccuraat, onregelmatig en bevooroordeeld was.79

Naast deze algemene kritiek had het IKN ook regelmatig iets te zeggen over de manier waarop het IRA in het nieuws werd geportretteerd. Zo was er een kleine rel omtrent de werkgroep vrouwenhulp Noord-Ierland die een bezoek bracht aan

Nederland. Begin februari 1977 werd een bijeenkomst georganiseerd in de Westerkerk. Leden van het IKN stonden met protestborden klaar en verstoorden de toespraak van Betty Williams. Het opstootje haalde verschillende Nederlandse kranten.80 Het Komitee

was echter niet blij met de berichtgeving en verstuurde verscheidene brieven naar onder andere het Parool en het NRC. Uit een persverklaring blijkt dat deze vrouwen vredesbeweging zich, volgens het IKN, voornamelijk tegen het IRA richtte, de indruk wekte dat de IRA alle problematiek veroorzaakte en de Britse bezettingsmacht en het RUC steunden. Nederlandse kranten en (feministische) damesbladen zouden deze vredesbeweging hebben ‘geadapteerd, omdat het een vrouwenbeweging zou zijn en tegenwicht voor (mannelijke) heilloze politiek en geweld van het IRA’. Het grootste kritiekpunt op de berichtgeving was dat het IRA als primaire agressor werd neergezet terwijl het geweld vanuit Britse en protestantse zijde werd genegeerd.81

Door de jaren heen heeft het IKN vele brieven naar verschillende kranten gestuurd. Tot grote frustratie van de Komitee-leden werden deze brieven nauwelijks gepubliceerd.82 Na de aanslag in Enneskillen lukte hen echter wel een plekje in de krant

te veroveren. Lid Arjen Kuil schreef een stuk commentaar op de gebeurtenissen in Noord Ierland in de Waarheid. Na de misgelopen aanslag verloor het IRA sympathie en werd gedacht dat dit het einde van het IRA kon betekenen. Kuil beargumenteerde daarentegen dat het effect van Enneskillen tijdelijk zou zijn, gezien de onveranderde

78Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Archief Ierland Komitee Nederland, inventarisatienummer

ARCH03188-67, persbericht. 79 Ibidem.

80 ‘Vrouwenbijeenkomst voor Noord-Ierland erg rumoerig verlopen’, NRC Handelsblad (07-02-1977).

Geraadpleegd op Delpher op 31-05-2019,

https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000025979:mpeg21:a0015. of ‘Incidenten tijdens vredesbijeenkomst’, Trouw (07-02-1977). Geraadpleegd op Delpher op 31-05-2019,

https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010825742:mpeg21:a0067.

81 Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Archief Ierland Komitee Nederland, inventarisatienummer ARCH03188-84, persverklaring vredesbeweging.

82 Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Archief Ierland Komitee Nederland, inventarisatienummer ARCH03188-67,brief naar onbekende ontvanger.

(21)

levensomstandigheden in de katholieke wijken en het geweld vanuit Britse zijde. In het artikel werd het imperialistische karakter van het conflict wederom benadrukt.83

Een van de IKN leden heeft eind jaren negentig zijn doctoraalscriptie gewijd aan de berichtgeving van het Iers-Brits conflict in drie Nederlandse dagbladen van 1988 tot 1995 en concludeerde dat de verslaggevers niet altijd even objectief waren.84 Als

voorbeeld werd een artikel uit het NRC genomen waarin verslag werd gedaan van de begrafenisstoet van de neergeschoten IRA-leden op Gibraltar.

‘Sjofel gekleed, mannen met petten en boerenkoppen, jongens met bivakmutsen, vrouwen met onooglijke baby’s of met grote tassen wier haren aan de uiteinden kroezen door het vocht. Gezichten als scheefgegroeide aardappels boven

vormeloze skai-joppers; een roverhoofdman met een rode baard; een ander met een zwarte ooglap; dit zijn de mensen die komen rouwen…’.85

De schrijver, Mark Gerritsen, constateerde dat de media te vaak het IRA als motor achter het conflict werd gezien en er te weinig werd gezegd over loyalistische paramilitairen. Deze in zekere zin oneerlijke berichtgeving kon ertoe leiden dat er de mening werd gevormd dat de republikeinse beweging ook als enige de sleutel in de hand had om tot een vreedzame oplossing van het conflict te komen.86

In de berichtgeving over het IRA vanuit het Komitee zijn veranderingen te zien, maar de mate van commentaar op de Nederlandse media en de inhoud daarvan blijven door de jaren heen constant. De leden van het IKN waren van mening dat de

Nederlandse media, in navolging van de Britse media, het IRA de schuld gaf van het geweld en geen aandacht gaf aan de Britse en protestantse aandeel in het conflict. Dit laat zien dat Nederlandse kranten volgens het IKN te veel gebruik maakten van het episodisch frame, waarbij voornamelijk werd ingegaan op specifieke gebeurtenissen (aanslagen gepleegd door het IRA), de verantwoordelijkheid bij individuen werd gelegd (IRA als motor van het conflict) en geen aandacht werd besteed aan de motivatie achter de Republikeinse beweging.

Aanslagen in Nederlandse kranten

Tijdens the Troubles kreeg het IRA veel internationale aandacht en ook in de Nederlandse kranten werd hier regelmatig aandacht aan besteed. Over een aantal gebeurtenissen werd door zowel het IKN als de Nederlandse kranten veel aandacht besteed, waardoor goed het verschil in gebruikte frames aangetoond kan worden. Wat

83 ‘Zolang de katholieken op de tweede plaats komen, is de IRA niet te verslaan, De waarheid (25-11-1987).

Geraadpleegd op Delpher op 20-05-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010472541:mpeg21:a0023. 84 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.21 nr.3 (Nijmegen 1995) 18.

85 ‘Van Dublin tot Belfast loopt een 'lint van rouw, NRC Handelsblad (15-03-1988). Geraadpleegd op Delpher op

20-05-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000029240:mpeg21:a0008.

(22)

aanslagen betreft sprongen de aanval op Warren Point, Lord Mountbatten, Enniskillen en natuurlijk de poging om de Britse premier Tatcher op te blazen eruit.

De aanslag op Warren Point werd in alle drie de kranten genoemd. Frappant is dat dit eigenlijk alleen genoemd werd in artikelen die voornamelijk over de dood van

Mountbatten gingen. Warren Point werd genoemd, maar verder niet dieper op ingegaan. In artikelen uit deze kranten werd de nadruk gelegd op Mountbatten als geliefde held onder het Britse volk. De aanslag zelf werd gedetailleerd omschreven. In alle artikelen werd uitgebreid ingegaan op de betrokken personen, wie omkwamen en wie op welke manier gewond raakten. Het IRA werd overal als terroristische organisatie omschreven. Over hun motivatie werd enkel gemeld dat de aanslagen gericht waren tegen de Britse aanwezigheid in Noord-Ierland.87

Het drama in Enniskillen haalde de kranten. Ook hier werd getailleerd op de gebeurtenis zelf ingegaan. In de verschillende artikelen werd omschreven hoe

omstanders mensen onder het puin vandaan probeerden te halen. De aanslag werd niet direct opgeëist, maar zowel het NRC, Volkskrant en de Telegraaf lieten weten dat

waarschijnlijk het IRA hier achter zat. Verder valt op dat er veel quotes werden gebruikt van Tatcher, koningin Elizabeth, de protestantse dominee Ian Paisley of Britse politici.88

Hoewel alle artikelen in principe dezelfde informatie aan de lezer verstrekken zijn hier en daar wel verschillen op te merken. Bij dit incident onderscheidde voornamelijk het NRC zichzelf door het artikel als volgt te openen:

‘De bom die gisteren tijdens de jaarlijkse dodenherdenking in het Noord-Ierse vakantieplaatsje Enniskillen een eind maakte aan het leven van elf mensen en 63 mensen verwondde, was bedoeld om burgers te treffen. Dat zegt de

politiecommandant ter plaatse.’89

Er werd meteen vanuit gegaan dat het IRA achter de aanslag zat en met deze uitspraak werd de indruk gewekt dat het doel van het IRA het maken van burgerslachtoffers is geweest. Ondanks dat de aanslag nog niet was opgeëist door het IRA gaf een voorzitter

87 ‘Bloedbad onder Britse soldaten IRA-bom doodt oom van Britse koningin’, De Telegraaf (28-08-1979).

Geraadpleegd op Delpher op 13-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011200556:mpeg21:a0001. ‘Gewonden in Brussel Meer doden na aanslagen IRA’, De Volkskrant’ (29-08-1979). Geraadpleegd op Delpher op 13-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010881956:mpeg21:a0117.

‘Zware bom in jacht IRA bekent moord op Mountbatten’, De Volkskrant (28-08-1979). Geraadpleegd op Delpher op 13-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010881955:mpeg21:a0005.

88 ‘Bom bij dodenherdenking N-Ierland eist elf levens, De Volkskrant, (09-11-1987). Geraadpleegd op Delpher

op 14-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010857003:mpeg21:a0001.

‘Bij bomaanslag in N-Ierland elf doden en veel gewonden, NRC Handelsblad (09-11-1987). Geraadpleegd op Delpher op 14-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000028967:mpeg21:a0001.

‘Dodenherdenking werd bloedbad: Elf doden en zeker 55 gewonden in N-lerland, De Telegraaf (09-11-1987). Geraadpleegd op Delpher op 14-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011207653:mpeg21:a0082.

89 ‘Bij bomaanslag in N-Ierland elf doden en veel gewonden, NRC Handelsblad (09-11-1987). Geraadpleegd op

(23)

van de lokale Sinn Fein wel al een verklaring af waarin hij zijn medeleven met de gezinnen van de doden uitsprak. In de Volkskrant en Telegraaf werden delen van de verklaring verwerkt, met onder andere:

‘Hij onderstreepte dat de bomaanslag moet worden gezien in het licht van de strijd van de beweging voor de onafhankelijkheid van Ierland.’90

In het NRC werd echter het volgende geschreven:

‘Zelfs de vertegenwoordigers van de politieke vleugel van de IRA, Sinn Fein, (….) , ontkwam niet aan een voorzichtige veroordeling van het geweld.’91

Hier werd in de Volkskrant en de Telegraaf dus iets meer ruimte geboden voor de republikeinse kant.

De ontploffing in het Brighton Hotel, waar Margaret Tatcher verbleef, werd wereldnieuws. Ook hier lag de focus weer op de aanslag als specifieke gebeurtenis met als dader het terroristische IRA. De nadruk lag op de koele en standvastige houding van Tatcher en alle internationale veroordelingen van de aanslag.92 De enige mogelijke

motivatie die voor de aanslag werd genoemd kwam vanuit labour minister Merlin Rees: ‘Een van hun doeleinden is moorden, een tweede is publiciteit krijgen.’93

Dit versterkte het beeld van het IRA als op publiciteit beluste moordenaars. De

achterliggende motivatie, zoals door de republikeinen gezien, werd nergens genoemd. Bij deze aanslag was er weinig verschil te vinden in de toon van de artikelen.

Er zijn hier en daar wat kleine verschillen te vinden in de manier waarop de drie kranten hun verhaal brachten, maar veelal hielden zij wel dezelfde stijl aan. Alle drie de kranten schreven ook ongeveer evenveel over deze gebeurtenissen.

Zowel de Volkskrant als het NRC en de Telegraaf lijken gebruik te hebben gemaakt van het terroristisch frame. Het IRA werd in deze context vaak omschreven als verboden en terroristisch. Zoals het IKN vaak benoemde werd zij dan ook als de oorzaak van het geweld gezien. Alle kranten benoemde de basisfeiten van de aanslag zelf. Verder waren er aanzienlijk meer ‘Britse quotes’ te vinden dan uitspraken uit het republikeinse kamp.

90 ‘Dodenherdenking werd bloedbad: Elf doden en zeker 55 gewonden in N-lerland, De Telegraaf (09-11-1987).

Geraadpleegd op Delpher op 14-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011207653:mpeg21:a0082.

91 ‘Bij bomaanslag in N-Ierland elf doden en veel gewonden, NRC Handelsblad (09-11-1987). Geraadpleegd op

Delpher op 14-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000028967:mpeg21:a0001.

92 ‘Britten massaal achter premier na bomaanslag’, De Telegraaf (13-10-1984). Geraadpleegd op Delpher op

20-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011205891:mpeg21:a0482.

93 ‘Doden bij explosie in hotel Brighton: Thatcher overleeft met hele kabinet zware bomaanslag’, NRC

(24)

Dus een interpretatie vanuit de overheid. Door maar heel kort in te gaan op de reden van de aanslag ontstond er geen goed beeld van de motivatie van het IRA.

Het grootste contrast is dan ook te vinden tussen de krantenartikelen en de berichten vanuit het IKN. Doordat er steeds verschillende frames zijn gebruikt kwamen hier ook tegengestelde beelden van het IRA uit. Door het gebruik van episodische en terroristische frames ontstond er in de kranten het beeld van het IRA als terroristische groepering. Het IKN legde door middel van het thematisch frame veel meer nadruk op de historische achtergrond en sociaaleconomische omstandigheden in Noord-Ierland om het bestaan en de motivering van het IRA te verklaren. Hierdoor werd het beeld van het IRA als strijders tegen onderdrukking geschept. Dit was echter niet het enige beeld van het IRA dat uit de Bulletins kan worden afgeleid.

(25)

2. IRA-leden in de gevangenis

Een door het IKN veelbesproken thema was de behandeling van paramilitairen en republikeinen in het Britse rechtssysteem. Na de eerste gewelddadige jaren van the Troubles, waarbij in 1977 al de helft van het totale aantal slachtoffers was gevallen, werden er veel veranderingen in het veiligheidsbeleid van Groot-Brittannië

doorgevoerd. Een belangrijke strategische verandering was de criminalisatie van leden van het IRA en andere paramilitaire organisaties. Dit hield in dat de politieke

beweegredenen voor hun acties niet meer werden erkend en zij werden behandeld als ‘gewone criminelen’. Dit zou het beeld van het conflict als koloniale oorlog moeten laten omslaan naar dat van een campagne tegen criminele bendes. Er werd aan Britse zijde dan ook regelmatig naar het IRA verwezen als een soort maffiaorganisatie, geleid door ‘godfathers’ die voornamelijk gemotiveerd werden door financiële redenen.

Een tweede verzameling aan maatregelen werd de ‘Ulsterisation’ genoemd. De Britse troepen moesten geleidelijk aan worden vervangen door het Noord-Ierse politiekorps Royal Ulster Constabulary (RUC) en het Ulster Defence Regiment (UDR). Het RUC kreeg uiteindelijk de leiding over veiligheidsaangelegenheden in Noord-Ierland. Hoewel het jaarlijkse aantal slachtoffers flink daalde, bestond er ook enige controverse wat betreft bepaalde gevolgen van deze maatregelen die, met name vanuit republikeinse zijde, breed werden uitgemeten.94 Dit ging met name om de gevangenisomstandigheden

en rechtsgang in Noord-Ierland.

Er ontstond een heuse propagandaoorlog tussen beide kampen, waaraan ook het IKN haar steentje heeft bijgedragen. In de nummers van 1975 tot 1981 waren de slechte gevangenisomstandigheden en de wereldbekende hongerstakingen een belangrijk thema. De berichten over het IRA geven in deze context weer een ander beeld, zowel vanuit het IKN als de Nederlandse kranten.

Gevangenis omstandigheden

Vanaf 1976 konden paramilitaire gevangenen namelijk als onderdeel van de

criminalisatiepolitiek geen speciale status of status van politiek gevangene meer krijgen. Deze status hadden gevangenen sinds 1972 gehad, wat inhield dat zij hun eigen kleren droegen, extra bezoek mochten ontvangen en niet gedwongen werden om

gevangeniswerk te verrichten. Zij leidden kortom eigenlijk een zo normaal mogelijk leven binnen de gevangenis. Vanaf 1976 werden paramilitaire gevangenen behandeld als gewone gevangenen. Zij werden ook niet bij de oude gevangenen (die hun politieke status behielden) geplaatst, maar in nieuwe ‘H-blokken’. Ook verdween de scheiding tussen paramilitairen en de andere reguliere gevangenen. Na licht protest hadden de loyalistische gevangen de veranderingen uiteindelijk geaccepteerd. De republikeinse gevangenen daarentegen boden fel verzet.95 Veel van hen weigerden het

gevangenisuniform te dragen waardoor zij naakt of met deken in hun cel zaten, niet meer naar buiten kwamen en ook geen bezoek mochten ontvangen. In 1977 weigerden

94Making Sense of the Troubles, 143. 95 Ibidem, 160.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoogtepunten van het landgoed zijn onder meer prachtige tuinen zoals de Wintertuin en Alpine Garden, een indrukwekkende speciaal gebouwde boomhut, Woodland Trail en

For example, the Life Assurance (Provision of Information) Regulations 2001 require life assurance firms to disclose certain information to consumers at the point of sale,

Nora slaat haar armen om haar zusje heen en trekt haar tegen zich aan.. Zachtjes streelt ze

Tijdens deze reis kunt u nog verschillende kleinere eilanden voor de kust bezoeken, zoals Garinish Island, Bere Island, Dursey Island en Inishbofin.. Deze reis is ook zeer geschikt

De nieuwe golf van investeringen in Ierland voor de uitbreiding van bestaande en de bouw van nieuwe productiefaciliteiten bieden mogelijkheden voor Vlaamse leveranciers binnen

wanneer je hipper normaal vissen zult vang an de montages en te tijd je eerste binnen kor helpt je bij het opbouwen v oor de complete nieuwkomer heeft de sc zetten, zodat je en

Tijdens onze 8-daagse rondreis Ierland (veel entrees en alle diners inclusief) nemen we u mee naar de allermooiste plekken in het land. Vanuit Limburg wordt u naar de luchthaven

..Via Waterford, met haar beroemde kristalfabriek, rijdt u naar Midleton, waar u een rondleiding kunt volgen door de Old Jameson Whiskey Distillery.. Ook een bezoek aan het