• No results found

IRA: slachtoffer van het rechtssysteem

In document IRA: Een symptoom van geweld (pagina 33-49)

Na de hongerstakingen werd er in het Ierland Bulletin bijzonder veel aandacht geschonken aan de overige criminalisatie politiek en de gevolgen voor republikeinse aanhangers. De diplock courts, supergrasses en shoot-to-kill incidenten waren regelmatig terugkerende thema’s in het tijdschrift. Vanuit het Komitee werd stevige kritiek geuit op het Britse rechtssysteem en veel nadruk gelegd op incidenten waarbij IRA-leden het slachtoffer waren. Dit gaf uiteindelijk weer een ander beeld van het IRA als de strijders in de context van aanslagen. Daarnaast schreven ook de Telegraaf, het NRC en de Volkskrant over een aantal van deze incidenten, maar dan vanuit een ander frame. Uiteindelijk geeft dit weer twee andere beelden van het IRA.

Diplockcourts, supergrasses en schoot-to-kill

Diplock courts waren speciale rechtszaken waar geen gebruik meer werd gemaakt van een jury. Het oordeel werd in plaats daarvan door een enkele rechter geveld. Deze vorm van procederen werd ingevoerd na het afschaffen van de internering, met de reden dat juryleden vaak werden geïntimideerd. Supergrasses waren voormalige leden van paramilitaire organisaties die werden overgehaald om te getuigen tegen andere leden. Deze term werd voor zowel republikeinse als loyalistische paramilitairen gebruikt. In ruil voor hun getuigenissen konden de ex-leden immuniteit of een behoorlijk geldbedrag krijgen, zodat zij een nieuw leven buiten Noord-Ierland konden opbouwen. Het systeem bleek effectief zijn. Soms werden meer dan dertig personen op basis van de getuigenis van een enkele informant opgepakt. Hierdoor verdween een flink aantal actieve

republikeinen en loyalisten van de straat. Er werd echter ook veel kritiek geuit op deze werkwijze vanuit verschillende hoeken.128 Onder andere het IKN leverde felle kritiek op

het gebruik van diplock courts en supergrasses.

In het Bulletin van juni 1982 werd de term supergrass voor het eerst gebruikt. Het Komitee gaf aan dat de Britten een ‘oud wapen hadden opgepoetst om het

republikeinse verzet te breken: de ’supergrass’. De supergrass werd door het Komitee ook wel omschreven als ‘verklikker’, ‘verrader’ of ‘verlinker’. Ook in de koloniën zouden de Britten hiervan gebruik hebben gemaakt, met het doel om verzetsorganisaties te breken. Volgens het IKN waren deze verklikkers voornamelijk tieners die informatie verschaften na te zijn omgekocht of in de hoop een gevangenisstraf te ontlopen. Verder waren het ook wel ‘gewone criminelen’ die het voor het geld deden. De enkele echte ‘volwassen IRA-verklikkers’ die er waren, zouden dit hebben gedaan onder druk van chantage, martelingen en bedreigingen, of vanwege de uitzichtloosheid van een lange gevangenisstraf.129

Het IKN zag het gebruik van supergrasses dan ook als een vorm van corruptie die de hele rechtsgang in Noord-Ierland ondermijnde. Bij deze zogenaamde informant-

128Making Sense of the Troubles, 179.

129 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.7 nr.3 (Nijmegen, 1982) 4.

processen werden tientallen personen veroordeeld tot lange gevangenisstraffen, enkel op basis van de warrige verklaringen van een zogenaamde ‘bekeerde terrorist’. Ook meldde het IKN dat de republikeinse informanten in de meerderheid waren, en dat zij ook opvallend vaak hun verklaring weer introkken.130

Een ander belangrijk onderwerp van de berichtgeving in het Bulletin na het beëindigen van de hongerstakingen in de gevangenissen was de manier waarop de RUC met republikeinse arrestanten omging. De schrijvers van het IKN hadden met name commentaar op de ondervragingsmethoden die het RUC gebruikte. Republikeinen werden urenlang achtereen ondervraagd, gedwongen fysiek zware houdingen aan te nemen, mishandeld, bedreigd en vernederd.131 Volgens het IKN kon het RUC niet als een

neutrale politiemacht of een politiekorps naar West-Europese stijl gezien worden, maar als een onderdeel van een repressief systeem dat uiterst dubieuze methoden gebruikte om politieke tegenstanders te elimineren.132

Onder deze methoden viel naast internering, marteling en het gebruik van supergrasses ook de zogenaamde ‘shoot-to-kill’ tactiek. Het RUC en SAS zouden (vermeende) IRA-leden zonder vorm van proces executeren. In de Bulletins werden verschillende voorvallen genoemd die werden omschreven als ‘shoot-to-kill’ operaties. Deze werden vaak uitgevoerd op momenten dat IRA-leden een aanslag aan het plannen ofwel uitvoeren waren; deze gedragingen van IRA-leden werden door het IKN niet ontkend of veroordeeld. De misdaad lag volgens het IKN bij het RUC en SAS, omdat deze tijdens de zogenaamde ‘shoot-to-kill’ operaties niet de moeite namen om de

aanslagplegers te arresteren, maar direct het vuur openden. Het IKN vermoedde dat dit vooropgezette operaties waren, met als opdracht het executeren van IRA-leden. Dit zou ‘de staat schuldig maken aan samenzwering en moord met voorbedachte rade’.133

Om deze bewering dat de Britse veiligheidsdiensten bewust bewapende en ongewapende IRA-leden doodschoot kracht bij te zetten, publiceerde het IKN

bijvoorbeeld fragmenten uit een interview met een voormalig Britse soldaat. Als reactie op een vraag naar het wel of niet bestaan van de betreffende operaties, zou hij het volgende hebben gezegd:

‘Gewoon je lader leegschieten en zeggen dat je geen andere keus had.

Opdrachten voor hinderlagen kwamen van bovenaf. Trek je eigen conclusies maar.’134

130 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.11 nr.1 (Nijmegen, april 1985) 18.

131 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.12 nr.4 (Nijmegen, december 1986) 7.

132 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.12 nr.4 (Nijmegen, december 1986) 9-10.

133 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.13 nr.1 (Nijmegen, juni 1987) 9-11.

134 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.15 nr.3 / 4 (Nijmegen, september 1989) 11.

Met name het incident op Gibraltar op 6 maart 1988, waarbij een aantal IRA-leden werd doodgeschoten door een SAS-regiment, werd veelvuldig besproken. Deze IRA-leden waren bezig met de voorbereidingen van een aanslag.135 Dit werd in het Bulletin ook niet

ontkend, maar de schrijvers waren van mening dat de Britse veiligheidsdiensten niet het recht hadden de IRA-leden te beschieten. Er zaten namelijk geen explosieven in de auto en de leden waren ongewapend, iets wat de veiligheidsdiensten hadden kunnen weten aangezien zij de groep al een tijd hadden achtervolgd. Volgens het IKN werden deze IRA- leden ‘in koele bloede’ doodgeschoten op een afstand van vijf meter, tijdens een door in burger gestoken politie- of legereenheid opgezette hinderlaag. Deze eenheid zou direct op hoofd en borst geschoten hebben. Voor het IKN genoeg bewijs dat het hier een ‘bewuste moord’ betrof.136 Het incident raakte in opspraak en uiteindelijk werd een

onderzoek ingesteld. Maar ook dit onderzoek was volgens het IKN allemaal doorgestoken kaart, waarbij onder andere bewijsmateriaal zou zijn vernietigd.137

Barbertje moet hangen

In tegenstelling tot in de berichten over de hongerstakers, werd in de berichten van het IKN over de diplockcourts, supergrasses en schoot-to-kill incidenten wèl continue genoemd dat het om geweld jegens IRA-leden ging. Vaak werd daarbij benadrukt dat deze leden ongewapend waren en/of geen kans kregen om zich over te geven. De Britten daarentegen zouden stelselmatig excessief geweld hebben gebruikt. Er werd door het IKN dus ook hier stevig gebruik gemaakt van een negatief tegenbeeld, waardoor het IRA beter uit de verf kwam. Door vaak te benoemen dat vooral jongeren werden opgepakt, werd het beeld versterkt van de Britten ‘die maar iedereen van straat plukten en met name kwetsbaardere groepen misbruikten, als tactiek in hun oorlogsvoering’.

Dit slachtoffergevoel kwam ook sterk terug in de berichten betreft opgepakte IRA-leden in Nederland. Ze werden te snel beschuldigd door onder andere Nederlandse kranten en uitgeleverd aan de Britten waar zij ten prooi vielen aan diplockcourts en supergrasses.

Waar in het eerste hoofdstuk een duidelijk verschil is aangetoond tussen de berichtgeving uit de jaren zeventig en negentig is dit hier veel minder duidelijk aanwezig. Het zijn voornamelijk de thema’s die veranderden en uiteindelijk

verminderde het aantal berichten over onrechtvaardige gebeurtenissen ook door de bredere aanpak van de redactie. Aan het beeld zelf veranderde echter weinig door de jaren heen. De berichtgeving gaf een sterk beeld van het IRA als slachtoffer van het Britse rechtssysteem dat bewust werd ingezet het republikeinse verzet te breken. Of republikeinen nu IRA-leden waren of niet, of IRA-leden nu gewapend waren of niet; allemaal werden zij het slachtoffer van de Britse overheid. Zoals in het Bulletin

135Making Sense of the Troubles, 202.

136 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.13 nr.6 (Nijmegen, maart 1988) 11.

137 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.14 nr.3 (Nijmegen, augustus 1988) 22-23.

meermaals werd geschreven: ‘barbertje moet hangen’.138 Alles bij elkaar liet dit een

andere kant van het strijdbare IRA als grote militaire macht zien, waardoor de lezers misschien meer sympathie zouden kunnen opbrengen voor de republikeinse zaak en het Iers Republikeins Leger.

Niet alleen in het Bulletin, maar ook in de Nederlandse kranten werd aandacht geschonken aan een aantal rechtszaken van IRA-leden.

IRA-zaken in de Nederlandse krant

Wat schoot-to-kill en rechtszaken betreft zijn er drie onderwerpen waar in de kranten en het Ierland Bulletin veel over geschreven is, namelijk het ‘shoot-to-kill incident’ Gibraltar en de rechtszaken over de uitlevering van Kelly en McFarlane en ‘de vier van Roermond’.

De leden van het IKN waren niet de enigen die zich druk maakten om de gang van zaken in Gibraltar. Ook mensenrechtenorganisaties hadden kritiek op het Britse

antiterrorisme beleid en vanuit verschillende partijen werd om nader onderzoek

gevraagd. Ook hier was weer een groot verschil in het aantal artikelen op dit onderwerp. Het NRC en de Volkskrant schreven beiden twee keer zoveel over dit incident als de Telegraaf.139 Rondom het onderzoek naar de gebeurtenissen op Gibraltar leek ook hier

het terroristisch frame wat minder aanwezig. Zo werden zo nu en dan (voornamelijk door Volkskrant en NRC) uitgebreidere artikelen gepubliceerd waarin kritische vragen werden gesteld. Hierin werden de IRA-leden nog wel omschreven als terrorist, maar aanzienlijk minder vaak dan in berichten over aanslagen. In een artikel uit de Volkskrant vraagt de correspondent zich af of de Britse rechtsstaat inderdaad niet te ver was

gegaan. Waar het woord IRA vaak voorafgegaan werd door verboden of terroristisch werd hier gesproken van het clandestiene Ierse Republikeinse Leger.140

Het NRC publiceerde na de eerste uitspraak, waarbij de SAS leden werden vrijgesproken, nog een artikel over het incident:

‘Leden van een Britse anti-terreureenheid schoten een half jaar geleden in

Gibraltar drie IRA-leden dood. De vorige week kwam een jury tot het oordeel dat de drie militairen zich bij die actie binnen de grenzen van de wet hadden

138 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg. 16 nr.4 (Nijmegen, oktober 1990) 4.

139 Reslutaten ‘IRA Gibraltar’ op Delpher:

https://www.delpher.nl/nl/kranten/results?query=IRA+Gibraltar&facets%5Bpapertitle%5D%5B%5D=De+Telegr aaf&facets%5Bpapertitle%5D%5B%5D=De+Volkskrant&facets%5Bpapertitle%5D%5B%5D=NRC+Handelsblad&f acets%5Bperiode%5D%5B%5D=2%7C20e_eeuw%7C1980-

1989%7C1988%7C&page=1&sortfield=datedesc&coll=ddd.

140 ‘Hoeveel geweld tegen IRA-terroristen is nog te rechtvaardigen? Britse rechtsstaat staat terecht op proces in Gibraltar’, De Volkskrant (17-09-1988). Geraadpleegd op Delpher op 21-06-2019,

gehouden. Dat houdt echter niet in dat rustig kan worden overgegaan tot de orde van de dag. De jury zelf bijvoorbeeld was verdeeld en een paar interessante vragen zijn blijven liggen. Was er een samenzwering op hoog niveau om de drie in de val te lokken en te vermoorden?’141

Ook hier valt weer op dat er werd gekozen voor de term IRA-leden in plaats van terroristen.

Als er in de Telegraaf iets over Gibraltar werd geschreven gebeurde dit vaak in combinatie met berichten over aanslagen vanuit het IRA, bijvoorbeeld een ontplofte autobom waar 6 militairen om het leven kwamen142 of een schietincident in een trein.143

Dit versterkte het beeld van het IRA als terroristische organisatie en oorzaak van het probleem.

Naast de het punt dat de Nederlandse media te weinig aandacht schonk aan de

misstanden binnen het Britse rechtssysteem werd er door het IKN veel aandacht besteed aan de berichtgeving over in Nederland opgepakte IRA-leden en natuurlijk de processen voor de aanslagen in Roermond. Zo nu en dan werden IRA-leden opgepakt die naar Nederland uitweken om veroordeling in het Verenigd Koninkrijk te voorkomen. Of, volgens het IKN, gevluchte republikeinen die in de diplock-courts een oneerlijk proces zouden krijgen. Ook werden er regelmatig zorgen geuit betreft de rechtsgang in

Nederland.

Zo was er Patrick Magee, een Republikein die in 1980 naar Nederland kwam en aan het werk ging bij de steenfabriek in Overloon. Nadat de Britten een

uitleveringsverzoek wegens betrokkenheid bij verschillende aanslagen in Engeland hadden gedaan, werd Magee opgepakt. De Nederlandse rechters vonden het bewijs hiervoor echter te mager en hij werd weer vrijgelaten. Lang heeft hij niet van zijn vrijheid kunnen genieten, een aantal jaren later werd hij veroordeeld wegens betrokkenheid bij de aanslag op Tatacher.144

Het proces kreeg in Nederland de nodige aandacht, maar niet op de juiste manier volgens het Komitee. Kranten berichtten dat Magee van plan was geweest een

terroristische campagne op te zetten, een IRA-lid zou zijn en ondergedoken in

Nederland zat. Na zijn vrijlating werd gesuggereerd dat hij een bomexpert en een van de gevaarlijkste terroristen zou zijn. Volgens het IKN waren dit onbewezen, negatieve aannames die de kans op woon- en werkruimte voor Magee in Nederland sterk

141 ‘Was er een samenzwering om Farrell, McCann en Savage in Gibraltar te vermoorden? Dood drie IRA-leden:

opgeruimd staat niet netjes’, NRC Handelsblad (03-10-1988). Geraadpleegd op Delpher op 21-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000029106:mpeg21:a0081.

142 ‘Wonder’, De Telegraaf (17-06-1988). Geraadpleegd op Delpher op 25-06-2019,

https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110610771:mpeg21:a0462.

143 ‘Noord-Ieren wacht IRA-terreurgolf’, De Telegraaf (10-09-1988.) Geraadpleegd op Delpher op 25-06-2019,

https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110610868:mpeg21:a0875.

144 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.6 nr.1 (Nijmegen, 1981) 21.

verminderde.145

De zaak Kelly en McFarlane werd in alle drie de kranten vrijwel hetzelfde omschreven. Beide heren maakten deel uit van de achtendertig-man grote groep die in 1983 uit de Maze-gevangenis in Belfast wisten te ontsnappen. Een aantal jaar later werden zij in Amsterdam opgepakt en ook hier werd om een uitlevering gevraagd.146

Tot ongenoegen van het Komitee werden zij uiteindelijk uitgeleverd en berecht in Noord-Ierland. In drie verschillende artikelen over dezelfde rechtszaak werd

opgenoemd dat de verdachten eerder waren veroordeeld voor moorden en aanslagen, werd de discussie over het wel of niet politieke karakter van hun daden aangehaald en werd de vredesactivist en nobelprijs winnaar Sean McBride gequote.147 Wel is er een

groot verschil met de persverklaring die het IKN over de zaak naar buiten bracht. Volgens het Komitee zaten zij ‘langdurige straffen uit wegens deelname aan gewapende verzetsactiviteiten van het IRA’ en werden zij nu vervolgd voor (onder andere) hun aandeel in de dood van een gevangenisbewaker. De bewaker in kwestie was volgens het Komitee overleden aan een hartaanval. Over de vraag of de mannen IRA leden waren was geen discussie dus werd in het Bulletin en verstuurde persverklaringen de nadruk gelegd op de diplockcourts waar zij ongetwijfeld niet eerlijk zouden worden berecht. 148

Het proces van drie verdachte Ieren na de tweede aanslag in Roermond, waarbij Australische toeristen om het leven kwamen, deed veel stof opwaaien in Nederland. Het proces werd door Nederlandse kranten tot op de voet gevolgd. Op welke specifieke berichten zij kritiek hadden is niet duidelijk, maar het is wel zeker dat het Ierland Komitee weinig vertrouwen had in de loop van het proces, de Nederlandse journalisten of het Nederlandse publiek:

‘Helaas heeft het noch bij de gemiddelde burger noch bij de belezen journalist geleid tot enige verruiming van inzicht in de drijfveren van de opgepakte Ieren. Vaderlandse verslaggevers reisden naar de bakermat van de verdachten om daar in een willekeurige pub te horen dat ‘alle Ieren voor de IRA zijn’. Het begrip bij het Nederlandse publiek is er door de aanslag en het vervolg ervan dan ook

145 ‘Onze’ Pat een topterrorist?!, Paul van Gageldonk

(12-09-2016) https://www.limburger.nl/cnt/dmf20160912_00024419/onze-pat-een-topterrorist. 146 Ibidem.

147 ‘Politiek karakter van acties IRA-leden benadrukt op zitting’, De Volkskrant (12-03-1986). Geraadpleegd op Delpher op 21-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010878776:mpeg21:a0154.

‘Uitlevering aan Engeland Politiek motief centraal in zaak IRA-leden’, NRC Handelsblad (12-03-1986). Geraadpleegd op Delpher op 21-06-2019,

https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000028706:mpeg21:a0028.

‘Politiek ideaal geen rechtvaardiging moord: Justitie wil IRA-leden aan Britten uitleveren’, De Telegraaf (12-03- 1986). Geraadpleegd op Delpher op 21-06-2019,

https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011207143:mpeg21:a0247.

148 Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Archief Ierland Komitee Nederland, inventarisatienummer ARCH03188-67, persverklaring.

bepaald niet groter op geworden. Tegen die achtergrond zullen de processen van de drie Ieren zich afspelen.’149

In het Bulletin werd niet duidelijk of de verdachten wel of niet IRA-leden waren, alleen dat zij dit zelf ontkenden. In sommige kranten werd echter al vlak na de arrestaties over IRA-leden gesproken. De Telegraaf sprak van ‘Spectaculaire vangsten IRA-leden’150 en

de Volkskrant hield het bij ‘vermoedelijke IRA-leden’.151 Verder maakte het Komitee zich

vooral kwaad om de manier waarop de verdachten werden behandeld in Nederland. Tot hun verrassing kon ‘de Nederlandse rechtsorde wel degelijk rationeel met de zaak

omgaan’ en werden alle verdachten vrijgesproken omdat het bewijs niet sluitend was.152

In de kranten werd minder optimistisch gereageerd op deze uitspraak. De Volkskrant en het NRC bleven nog redelijk neutraal in hun berichtgeving, maar de Telegraaf had daar iets meer moeite mee. Waar de Telegraaf minder artikelen schreef over de hongerstakingen dan het NRC of de Volkskrant sprong deze er hier juist uit met zijn aandeel. Het verschil in toon van de artikelen is hier goed op te maken uit de openingszinnen van de artikelen over de vrijspraak van de verdachten. De Volkskrant opende met:

‘Het gerechtshof in Den-Bosch heeft vrijdag in hoger beroep de vier Noordierse verdachten vrijgesproken, die door het openbaar ministerie werden verdacht van de IRA-moord op twee Australiërs vorig jaar in Roermond.’153

Het NRC schetste het volgende beeld:

‘De vier verdachten die in hoger beroep door het gerechtshof in Den-Bosch zijn vrijgesproken van deelneming aan de IRA-aanslag op twee Australische

toeristen, zwaaiden min of meer vrolijk lachend naar familie en vrienden op de publieke tribune, toen zij gisteren de rechtszaal verlieten.’154

De Telegraaf liet meer onvrede met de uitspraak doorschemeren:

149 Ierland Komitee Nederland, Ierland Bulletin: driemaandelijks tijdschrift voor politiek, economie en cultuur, jrg.16 nr.4 (Nijmegen, oktober 1990) 5-7.

150 ‘Spectaculaire vangsten IRA-leden’, De Telegraaf (18-06-1990). Geraadpleegd op Delpher op 20-05-2019,

https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010646069:mpeg21:a0003.

151 ‘Politie zoekt nog naar vierde IRA-verdachte’, De Volkskrant (19-06-1990). Geraadpleegd op Delpher op 20-

In document IRA: Een symptoom van geweld (pagina 33-49)